Een balhoofdplaatje is een logo van de fabrikant of het merk dat is aangebracht op de balhoofdbuis van een fietsframe. Balhoofdplaatjes werden al eind 19e eeuw toegepast en waren vaak gemaakt van metaal. Ter bevestiging aan de balhoofdbuis kunnen daarin nagels of schroeven zijn gebruikt. Bij moderne(re) fietsen kunnen tevens, al dan niet met lijm, balhoofdplaatjes van kunststof zijn aangebracht. Ook kan een balhoofdbuis voorzien zijn van een transfer/sticker.
Semper is een Latijns woord en betekent: altijd of eeuwigheid. Op het beeldmerk van Semper staat er een feniks afgebeeld, dit omdat hij steeds opnieuw uit de dood herrijst en zo dus eeuwig blijft bestaan.
Semper
Het was het bedrijf BB (Bouton et Boucheseche), dat het merk Semper heeft gecreëerd. Het werd in 1888 opgericht in Agen, Frankrijk. Ze produceerden alle soorten fietsen racefietsen, stayers, touring-fietsen, kinderfietsen en transportfietsen. Agen is een gemeente in het Franse département Lot-et-Garonne (regio Nouvelle-Aquitaine)
De Semper-vestigingen waren groot- en detailhandelsleveranciers van fietsen, naaimachines en kinderwagens. De winkel beschikte over een reparatiewerkplaats en een constructiewerkplaats.
Semper-fietsen waren oorspronkelijk afkomstig uit Agen en waren overal in het zuidwesten te vinden.
Er waren ook veel bromfietsen met Mini Motor-motoren, waardoor de fiets, zoals de hun advertenties suggereerden, veranderden in een "speedboot"! In 1949 begon het bedrijf met de productie van bromfietsen, omdat de vraag naar deze met motor aangedreven fietsen snel groeide.
Eind jaren 1970 sloten ze hun deuren.
Op het balhoofdplaatje staat een adelaar, die met uitgespreide vleugels in de verte kijkt, afgebeeld. Hun slogan was: "De Semper-fiets gaat eeuwig mee", Semper is Latijn is voor eeuwig.
Alfons Thomann werd geboren op 10 januari 1876 in Mulhouse, Haut-Rhin (FRA) en stierf op 18 december 1956 in Vichy, Allier (FRA). Hij was wielrenner en nam deel aan de Olympische Zomer Spelen van 1900, deze vonden plaats in Parijs( FRA).
Alphonse Thomann is een Franse fietsen- en motorfietsfabrikant. Het is belangrijk om het bedrijf met de naam “Alphonse Thomann” te onderscheiden van het merk “Thomann” (zonder de voornaam).
Het bedrijf “Cycles A. Thomann” of “A. Thomann et Cie” werd rond 1908 opgericht aan de boulevard de Versailles, in Suresnes , dat gebeurde door de broers Alphonse en Jean Thomann. Alphonse Thomann was een van de oprichters van de “Union Athlétique de Suresnes” in 1910 , die de “ Société Sportive de Suresnes ” werd en de blauwe kleuren droeg met een oranje streep, de kleur van A. Thomann fietsen .
De vennootschap “A. Thomann et Cie” werd in oktober 1911 ontbonden en was sinds 1908 verkocht aan de vennootschap “ Gentil et Cie ” , gevestigd aan de Avenue Félix Faure, in Nanterre . De dochteronderneming “Cycles Thomann et Cie” of “Thomann et Cie” vervaardigde fietsen en motorfietsen onder het merk “Thomann” (geen voornaam), oranje fiets met een olifant als embleem. Thomann produceerde ook tweetaktmotoren van 98 en 173 cc. Na 1919 werd het merk “Thomann” geïntegreerd in de Alcyon- groep .
In 1920 vervaardigde Jean Thomann fietsen en motorfietsen, in Parijs , rue des Vertus , en vervolgens in 1926 te Montreuil-sous-Bois, ze werden geproduceerd onder de naam “Jean Thomann” , het merk had een gorilla als embleem .
Alphonse Thomann was een geslepen handelaar, in 1923-1924 her creëerde Alphonse een fietsenfabriek onder de naam “Alphonse Thomann & Cie”, vervolgens kreeg het bedrijf in 1925 de naam “Cycles Alphonse Thomann SA” , avenue Georges - Clemenceau, in Puteaux of Nanterre . In 1933 werd het “Etablissement Alphonse Thomann SA”. Edmond Gentil verbood hem uiteindelijk het gebruik van de merken “Alphonse Thomann” en “Thomann et Cie”. Laten we hieraan toevoegen dat Alphonse Thomann de uitvinder was van autogeen lassen “met onzichtbare verbindingen”, het lassen van twee of meerdere stukken van hetzelfde materiaal zonder gebruik van een vulmiddel.
Het merk “Thomann” sponsorde van 1909 tot 1956 een Franse wielerploeg , een professionele wegploeg, ze droegen een oranje trui met witte streep.
Lucien Michard (Parijs, 17 november 1903 - aldaar, 1 november 1985) was een Frans wielrenner. Hij won vier opeenvolgende wereldkampioenschappen en verloor een vijfde, ook al kwam hij als eerste over de finish. Hij won een gouden medaille op de sprint op de Olympische Zomerspelen van Parijs 1924.
Lucien Michard was de zoon van een garagehouder in Saint-Denis, een noordelijke voorstad van Parijs. Hij werkte voor zijn vader, maar bracht een groot deel van zijn tijd door met trainen in het Parc des Princes of de Cipale velodrome in Vincennes. Hij begon met koersen in 1921.
Hij werd op 19-jarige leeftijd nationaal kampioen sprint. In 1924 won hij de Olympische sprint en de Wereldkampioenschappen voor amateurs. In 1925 werd hij professional.
Michard won vier jaar op rij het wereldkampioenschap bij de profs, te beginnen in Keulen in 1927. In feite won hij er vijf, maar onder ongebruikelijke omstandigheden. Michard versloeg Jef Scherens in de halve finale van het kampioenschap in Kopenhagen in 1931 en bereikte de finale tegen de lokale coureur Willy Falk Hansen. Michard eindigde met een halve meter voorsprong op Hansen! Hij en Hansen reden samen rond de wielerpiste en Hansen hief Michards arm op als erkenning voor de overwinning. Maar even later kondigde de omroeper aan dat Hansen had gewonnen. Natuurlijk was er meteen consternatie rond de aankomst- rechter, Alban Collignon, die ook voorzitter was van de Belgische Wielerbond. Hij besefte al snel zijn fout. Hij had gezien hoe de renners naar de streep reden en had Hansen aan de binnenkant van de baan gezien en Michard aan de buitenkant. De winnaar kwam aan de binnenkant van de baan over de finish en Collignon kondigde hem aan als Hansen, maar de twee coureurs hadden echter van positie gewisseld en het was wel Michard die de overwinning pakte.
Collignon was bereid zijn beslissing terug te draaien, maar de regels verhinderden hem dit te doen. De regel was dat de beslissing van de aankomstrechter, eenmaal aangekondigd, definitief was. Het was bedoeld om te voorkomen dat renners een uitslag zouden kunnen betwisten. Dit verhinderde Hansen en Michard om het resultaat te betwisten, maar de Union Cycliste Internationale (U.C.I.) verwachtte niet dat een aankomstrechter van gedachten zou veranderen. Michard daagde de UCI uit, maar de rechtbank oordeelde dat het evenement niet onder zijn bevoegdheid viel en de UCI vernietigde de beslissing niet, Hansen droeg de rest van het jaar de regenboogtrui van wereldkampioen. Hij droeg het in de vele revancheraces in heel Europa waarvoor hij en Michard samen waren gecontracteerd om tegen elkaar te rijden. Michard zelf droeg een trui waarop geen regenboogstrepen te zien waren maar welwereldbollen, net als later op de balhoofdplaatjes van zijn fietsen.
Michard nog won een aantal nationale titels. Hij associeerde zich met Louis Chaillot om met een tandem te koersen. In 1938 vestigden zij te samen drie wereldrecords, maar de Tweede Wereldoorlog zou een einde maken aan die samenwerking.
Ondertussen was hij ook begonnen met de verkoop van fietsen die zijn naam waren droegen en sponsorde hij in 1939, samen met bandenfabrikant Hutchinson, een professioneel team.
De fietsen van Lucien Michard werden geassembleerd door de Mansier Prophete-filialen in Saint Bonnet de Rochefort, ze waren ook groothandelaars in fietsen en motorfietsen, ze verdeelden ook het merk Promo Vichy.
Perle-------Het Duitse merk Perle dateert uit 1890. De letters JMP op het plaatje zijn de beginletters van Johan Peschken uit de stad Moers (Mörs) - Nordrhein-Westfalen - Duitsland.
Balhoofdplaatje 50 Jahre KAWE Fahrzeuge Karl Wulfhorst Gutersloh - Duitsland.
Karl Wulfhorst richtte in 1915 een fietsenwinkel op in Gütersloh. Hij liep in de Eerste Wereldoorlog een beenblessure op en kon zich daarna niet meer zo makkelijk verplaatsen. Daarom ontwikkelde hij een speciale driewieler, waarmee hij zich veilig en makkelijk kon verplaatsen. Door de vele oorlogsinvaliden was de vraag groot en werden er meer driewielers ontwikkeld, ook aanhangers, transportdriewielers en rolstoelen behoorden tot het toenmalige programma van het bedrijf Karl Wulfhorst. De zaken floreerden en al snel had Karl Wulfhorst naam gemaakt buiten de grenzen van Gütersloh. Met de steun van zijn dochters Else, hun man Hugo en zijn dochter Anneliese leverde hij zijn producten ver buiten de grenzen van Gütersloh.
De fietsenhandel bleef zich goed ontwikkelen, ook reparaties aan stedelijke voorzieningen en bouwterreinen werden afgewerkt. Ook grasmaaiers, munitie en naaimachines werden, zoals toen gebruikelijk was, in veel fietsenwinkels geleverd.
In de jaren 50 namen dochter Else en haar man Hugo de leiding over.
Schoonzoon Hugo solliciteerde in de jaren 70 als leverancier bij het bedrijf Miele en kon met veel flexibiliteit en knowhow onderdelen voor wasmachines en drogers produceren, en die met de toen hangbare 'just in time' visie rechtstreeks aan de transportband bij Miele werden geleverd. Hij ontwikkelde, in Duitsland, de eerste opvouwbare driewieler en vroeg patent aan op zijn uitvinding.
In 1982 nam de zoon van Hugo en Else Teismann, Harald Teismann, de zaak over. Hij ontwikkelde alle bedrijfslijnen verder en breidde ook de Miele-business met internationale contacten uit tot een eersteklas assemblageleverancier.
De driewieler business werd steeds internationaler, op dat tijdstip leverde men toen al EU-breed. Als eerste driewielerfabrikant in Duitsland ontwikkelde hij een driewieler met een elektromotor en kreeg er een goede naam door. Steeds meer specialistische kennis en competentie, gepaard met een uitstekende kwaliteit, maakten het bedrijf Wulfhorst GmbH wereldberoemd.
In 2008 kwam de zoon van Harald Teismann, René, bij het bedrijf. Samen met zijn vrouw Karolin en een goed opgeleid en competent team worden er vandaag de dag in Gütersloh driewielers gebouwd volgens dz huidige stand van zaken, van technologie en kennis.
Het bedrijf Wulfhorst kan terugkijken op een lange geschiedenis. Door de jaren heen is er nadruk gelegd op kwaliteit en technische verfijning. De familietraditie kon consequent en duurzaam worden voortgezet en dat is waar Wulfhorst erg trots op is.
Balhoofdplaatje van fietsenfabrikant HSK uit Ense-Parsit - Duitsland.
Parsit is een district van de gemeente Ense in het district Soest , het administratieve district Arnsberg , Noordrijn-Westfalen en ligt tussen 400 m ten westen en 200 m ten zuiden van het centrum van de gemeente .
Die Fahrrad- und Metallwerke L. Bauer & Co. in Klein-Auheim was een voertuigfabrikant die vanaf 1922 fietsen produceerde en vanaf 1936 gemotoriseerde voertuigen zoals de Bauer Saxonette en de Bauer B 100 motorfiets .
Het bedrijf werd in 1911 in Frankfurt-Heddernheim opgericht als fabrikant van metaalwaren. Met de verhuizing naar Klein-Auheim in 1914 lag de focus van de ontwikkeling en productie van het productassortiment op fietsen en de bijbehorende accessoires, vooral fietsdynamo's en lampen, maar ook vanaf 1936 op motorfietsen met Sachs-motoren en vanaf 1948 , met Ilo-motoren. In 1936 kwam de Bauer B 100 op de markt, een kleine motorfiets met een 98 cc Sachs-motor, 2,25 pk, tweeversnellingsbak en kickstarter.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Bauer, net als veel andere bedrijven, een bewapeningsbedrijf en vervaardigde hij behuizingen voor handgranaten en Panzerfäuste (antitankwapens).
Direct na de oorlog begon de productie van kookpotten en andere huishoudelijke artikelen, evenals fietsen, die de belangstelling trokken van het in Hanau gestationeerde Amerikaanse leger en in grote aantallen naar de VS werden geëxporteerd. Al in 1947 werden er dagelijks bijna 1.000 fietsen geproduceerd. In 1949 waagde Bauer zich op het gebied van de motorfietsproductie door tweewielige modellen te produceren met een cilinderinhoud van 98 cm³, die waren uitgerust met Sachs- en Ilo-motoren met een cilinderinhoud van 123, 147 en 174 cm³. In 1952 werd een motorfiets bekend met een zelf ontwikkelde eencilinder viertaktmotor, met een cilinderinhoud van 248 cm³ en OHV-klepbediening , die niet in serieproductie ging. De verdere ontwikkeling van dit ontwerp overtrof de financiële mogelijkheden van Bauer en leidde tot het einde van de motorfietsproductie in 1953.
In 1968 vroeg Bauer-Fahrradwerke het faillissement aan en werd gekocht door Rowenta , die tot 1993 ongeveer een derde van het personeelsbestand overnam en metaalproducten in de fabrieken vervaardigde.
In 1886 richtten Max Frankenburger (geboren 27 augustus 1860 in Ühlfeld en overleden op 5 januari 1943 in het concentratiekamp Theresienstadt ) en Max Ottenstein (geboren 23 februari 1860 in Gunzenhausen; † 26 oktober 1947 in Schaan/Liechtenstein) de “ Velocipedfabrik Frankenburger & Ottenstein “in de buitenwijk Gleißhammer van Nürnberg op. Eerst werden high-wheelers geproduceerd en kort daarna werden de zogenaamde safety low-wheelers geproduceerd. In 1888 verliet de duizendste Victoria-fiets de productiehallen en in 1893 telde de fabriek 259 medewerkers. In 1895 werd het bedrijf omgedoopt tot “Victoria Fahrradwerke AG, voorheen Frankenburger & Ottenstein”. Toen in 1899 de bouw van motorfietsen zou beginnen, werd de naam van de fabriek veranderd in “Victoria Werke AG”.
In 1896 waren er de eerste fietsen met luchtbanden , die werden gekocht bij Dunlop. In 1900 werd de ontwikkeling van de eerste ‘Victoria-auto’ voltooid, die op de autotentoonstelling in Neurenberg de ‘Gouden Medaille’ ontving . De serieproductie was nog niet begonnen, op verzoek werden er individuele exemplaren voor de verkoop gemaakt. In 1901 vervaardigde Victoria de eerste motorfietsen. Na de Eerste Wereldoorlog begon de productie in 1920 met de modernste motorfiets van zijn tijd, de “ KR I ”.
Na de machtsoverdracht aan de nationaalsocialisten in 1933 werd Reinhold von Lüdinghausen in 1934 voorzitter van de raad van toezicht. In deze rol dwong hij de joodse directeur en bestuurslid Franz Ottenstein, zoon van oprichter Max Ottenstein, uit zijn functie. Tijdens het nationaalsocialistische tijdperk was Reinhold von Lüdinghausen, samen met Karl Rasche en Walter Pohle, een van de belangrijkste actoren in de “Ariseringen” van maart 1939 in het Sudetenland. Met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1939 eindigde bijna alle productie van tweewielers. alleen de “KR 35 Pioneer” werd nog steeds geproduceerd. De “Riedel starter”, een 2-cilinder tweetakt boxermotor met een extreem korte slag ontworpen door Norbert Riedel als starter voor de Junkers Jumo 004 en BMW 003 straalmotoren, werd tijdens de oorlog bij Victoria geproduceerd. De luchtaanvallen op Nürnberg verwoestten de fabriek grotendeels, zodat in 1945 nog maar een klein deel van de productiefaciliteiten overbleef.
Victoria-Werke was lid van de “Industrievereniging” van de Duitse Fietsersbond (DRB). Leden van de vereniging waren bedrijven uit de fietsindustrie en fabrikanten van fietsonderdelen die het professionele wielrennen in Duitsland sponsorden .
De naoorlogse productie begon - na het overbruggen van de productie van consumptiegoederen zoals voedselverwerkers, melkkannen en tabakssnijders - eind 1946 met een hulpfietsmotor, de "FM 38" met platte zuiger en roterende inlaatklep, die had een nominaal vermogen van ongeveer 1 pk met een cilinderinhoud van 38 cm³; FM 38 was de basis van de Victoria Record Machine . Rond de jaarwisseling telde de fabriek in Victoria 1.300 man en verdubbelde de omzet vergeleken met het vooroorlogse niveau: meer dan 40.000 ingebouwde motoren, ongeveer 14.000 KR 25 Aero, veel 100 cc-motoren, fietsen en vrijloopnaven met een aanzienlijk exportaandeel.
In 1951 begonnen ze ook met de productie van hoogontwikkelde naaimachines.
In 1958 daalden de verkoopcijfers in heel Duitsland dramatisch, wat de bromfietsmodellen van Victoria niet konden compenseren. Daarom fuseerden Victoria, de Express-Werke (Neumarkt) en de DKW- tweewielige productie van Auto-Union GmbH (Ingolstadt) tot Zweirad Union AG. Victoria bracht zijn bromfietslijn ‘Vicky’, Express zijn ‘Radexi’ en DKW zijn goede naam, evenals de DKW Hummel, in het nieuwe bedrijf. Omdat er vanaf dat moment geen ‘motorrijders’ meer in de bedrijfsleiding zaten, maar alleen werd geproduceerd wat beter verkocht kon worden, was Victoria geen klassieke motorfietsfabrikant meer.
In 1966 werd de Zweirad Union formeel overgenomen door de in Nürnberg gevestigde Hercules Werke GmbH, met als gevolg dat de naam "Victoria" uiteindelijk uit de prijslijsten van motordealers verdween.
Hercules bezat de rechten op de naam “Victoria”, maar moest deze opgeven omdat deze al meer dan vijf jaar niet meer werd gebruikt. Als gevolg hiervan verwierf Hermann Hartje KG in Hoya an der Weser in 1995 de merkrechten en produceert hij fietsen en elektrische fietsen met wielnaafmotoren van Panterra, Tranz-X, Panasonic en Bosch. Een deel van de modellen wordt zowel op het hoofdkantoor in Hoya als bij andere fietsfabrikanten vervaardigd.
Amsler werd in 1865 opgericht als mechanische reparatiewerkplaats in Feuerthalen en is sindsdien een betrouwbare partner van de Zwitserse tweewielerdealers.
1865- Opgericht door Carl-Theodor Amsler als mechanische werkplaats. Productie van brandblussers. Import van naaimachines
1890- Uitbreiding van het bedrijf met de “velocipede” van de zonen Heinrich en Wilhelm Amsler. Begin met de handel in fietsonderdelen en rollagers
1903- De Torpedo-vrijloopnaaf wordt ontwikkeld door Ernst Sachs in Schweinfurt.
1904- Amsler neemt de exclusieve distributie van Sachs-draaitafels voor Zwitserland over.
1906- Vertegenwoordiging voor sterkogellagers
1909- Nieuw gebouw aan de Lindenstrasse 16 (huidig hoofdkantoor)
1930-1960 -Volledige eigen productie van fietsen van het merk “Amsler”.
1961- Lancering in Zwitserland van de “Pony”-motorfiets.
1961 – 1995- Vertegenwoordiging en distributie van alle Sachs-motoren voor Zwitserland
1970- Uitbreiding van de technische handel van kogellagers naar lineaire technologie (tegenwoordig Rexroth)
1990- Uitbreiding van de handel in tweewielers en onderdelen
1995- Start van de eigen productie van bromfietsen “Pony” (voorheen geïmporteerd).
Condor -Werke AG is een Zwitsers bedrijf uit Courfaivre bij Delsberg dat werd opgericht in 1893. Het is al geruime tijd actief als fabrikant van motorfietsen en fietsen . De laatste fietsen werden geproduceerd in 1995. Het bedrijf bestond in 2012 nog onder een nieuwe naam en bouwde onderdelen voor de luchtvaart en componenten voor CNC-machines . Als onderdeel van een moratorium in 2011/2012 is de bestemming van het bedrijf gewijzigd in een import-/exportbedrijf; het bedrijf is in 2017 en 2021 opnieuw gewijzigd en heet nu Condor SA .
Het Zwitserse motor - fietsmerk Condor werd in 1893 opgericht door de Fransman Edouard Scheffer in Courfaivre als gereedschapswerktuigfabriek voor horlogegereedschap. Er werd een leegstaand gebouw gehuurd vlakbij het treinstation naast de rivier de Sorne . Daar werd in 1893, samen met zijn broer Jules, de fabriek Scheffer Frères (Gebroeders Scheffer) opgericht. In het begin werden er geen motorfietsen geproduceerd, maar vanaf 1904 werden er fietsen geproduceerd voor het postkantoor en het leger.
Tijdens de eeuwwisseling werd het bedrijf gereorganiseerd; sindsdien gebruikte ze een nieuw bedrijfslogo: een condor. In 1901 werd de naam veranderd in Manufacture Suisse des Cycles et Motos, later in Condor-Werke-AG. Ook werd besloten om, onder leiding van Otto Fricker, de eerste motorfiets te ontwikkelen met een vermogen van 1,5 pk. Het frame was een versterkt fietsframe en de motor was aangekocht. Na Motosacoche werd Condor de tweede grootste motorfietsfabrikant in Zwitserland.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden ondanks een tekort aan grondstoffen fietsen en motorfietsen gebouwd. Na het einde van de oorlog kwam de verkoop van goedkope buitenlandse machines weer langzaam op gang. In 1922 vervaardigde het bedrijf vijf exemplaren van een kleine auto met de modelnaam 10 CV.
De Tweede Wereldoorlog maakte de productie ingewikkeld. Zelfs tijdens de Tweede Wereldoorlog eiste het Zwitserse leger een motorfiets met boxermotor gebaseerd op het Duitse model zoals Zündapp en BMW. Als gevolg hiervan werd in 1944/45 een motorfiets met cardanaandrijving en een smallere boxermotor met zijbediening ontwikkeld in 1944/45 en gepresenteerd als de EC580 op de modellenbeurs van Bazel in 1945. Hij werd volledig door Condor ontwikkeld en vanaf 1947 was de EC580 de eerste motorfiets met een eigen motor in de productie van Condor.
Eind jaren veertig en begin jaren vijftig werden er verschillende tweetaktmodellen aangeboden. Vanaf het midden van de jaren vijftig werden Puch-modellen met kleine cilinderinhoud geassembleerd en verkocht.
In de jaren vijftig eiste het leger een lichtere machine, omdat zware motorfietsen grotendeels werden vervangen door terreinwagens. Eind jaren zestig herhaalde de geschiedenis zich; het leger wilde een lichte machine met meer kracht.
Militaire Fietsen:
Ordonnanzrad 05 (1931–1981), militaire fiets van het Zwitserse leger.
Ik ben Delameilleure Philippe
Ik ben een man en woon in Preshoekstraat 145 - 8510 Marke - België (België) en mijn beroep is Gepensioneerd.
Ik ben geboren op 27/09/1960 en ben nu dus 64 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wielrennen - Verzamelen van fietsmerkenplaatjes (balhoofdplaatjes) .