W.F. HOLDSWORTH (GB)
W.F. HOLDSWORTH ------Londen------- Groot-Brittannië
Holdsworth historiek
Margaret Amelia Bryars (1900-1964), een enthousiaste CTC-rijdster, wiens familie in de kleding- en textielindustrie zat begon begin 1922 met het vervaardigen van wielerkledij. Na de oorlog van 1914-18 was er immers geen geschikte wielerkleding meer verkrijgbaar. Margaret begon met het produceren van shorts, broeken, wielerrokken etc., die bleken al vlug populair te zijn.
Margaret trouwde begin 1923 met Sandy. Sandy, zijn volledige naam was William Frank (Sandy) Holdsworth (1891-1961) hij was een enthousiaste fietser en lid van de Kentish Wheelers CC. Sandy en zijn broer Jack vestigden toen een 24-uurs tandemrecord dat waarschijnlijk nu nog steeds staat.
Eind 1923 begon Margaret met een postorderbedrijf voor het seizoen 1924 , dat deed ze van thuis uit, 121 Lennard Road, Beckenham, Kent. Het assortiment groeide jaar na jaar, bijvoorbeeld de CTC zadeltas werd toegevoegd in 1926 en de raceschoenen in 1929. Er werd een gratis productcatalogus " Aids to Happy Cycling " uitgegeven, maar misschien gebeurde dat nog niet meteen. De momenteel oudste gekende cataloog dateert uit 1930.
In 1927 nam Sandy de winkel op 132 Lower Richmond Road, Putney, London SW15 over van Ashlone Cycle Works (eigendom van de heer Smith), die daar al sinds ten minste 1912 was. De broer van mevrouw Holdsworth, Joseph Owen Bryars (geboren in 1902), werd aangesteld als manager en Jack Capeling (die vanuit Ashlone bleef werken) als monteur.
Jack maakte hier de eerste drie Holdsworth-frames, genummerd 01 , 02 , 03 , het jaar is onzeker, maar wel in de periode 1930-1933. Jack gebruikte kolengas en lucht (door grote voetbalgen te pompen), een methode die hij tot ver na W.O.2 bleef gebruiken voor reparaties. De frameproductie ging in de loodsen aan de achterkant van de 132 door tot 1935, dat onder leiding van Arthur Eaves, die later Holdsworth Co. Works manager zou worden.
De jaren dertig
De catalogus Aids to Happy Cycling 1930 toont dat Holdsworth een zeer kleine selectie banden, remmen en pedalen aanbood, dat te samen met hun belangrijkste kleding, zadeltassen en kampeeruitrusting. Dit boekje en advertenties tot april 1931 vermelden 4 locaties.
- 121 Lennard Rd, Beckenham, Kent. (Het huis, alleen schrijven of bellen )
- 132 Lower Richmond Rd, Putney, Londen SW15 (bij Putney Bridge)
- 185 Markhouse Rd, Walthamstow E 17
- 5 Thesiger Rd, Penge SE20
In een bepaalde periode (juni 1932-1934) werd er wielerkleding en -schoenen op de markt gebracht onder de merknaam “ Worthy ”.
Op 24 november 1933 adverteerden ze met een complete tentoonstelling van Holdsworth Cycles voor Olympia Week. Er werden twee nieuwe adressen toegevoegd aan de bovenstaande vier:
- 59-60 Chalk Farm Road, Camden Town
- Holdsworths Provincial Depot, 143 Newtown Row, Birmingham
De catalogus van 1933/34, die op 24 november 1933 werd voorbereid en aangeboden, bestond uit een reeks fietsen, waaronder twee tandems . Dit suggereert dat ze niet nieuw waren in het maken van framesets. Alle fietsen werden vernoemd naar winden, behalve de Stelvio “ Getest in de Alpen ”. De Stelviopas is de op één na hoogste weg in Europa. De Mistral werd ook “Getest en zeer bevredigend bevonden op een 500 mijl lange Alpentour ”.
Holdsworth zou enkel kadersets hebben geleverd, maar dat alleen op aanvraag. In die tijd kochten mensen meestal een complete fiets. Ze verkochten uitbestede stuurpennen en 10 standaard stuurontwerpen, "Elk type werd gemaakt binnen de 14 dagen".
Quill Lane 1935
In 1935 werd de productie verplaatst naar Quill Lan te Putney, iets meer dan een mijl van '132 Putney'. Bill Rann had net FH Grubb (in liquidatie) verlaten en was als voorman in dienst getreden. Hij was een rustige maar vastberaden man. Bill Rann ontwierp de Tricycle Conversion Set vóór maart 1936. In eerste instantie wilden renners hem niet gebruiken omdat de wielbasis groter werd, dus Bill ontwierp hem opnieuw, nu op een manier die de wielbasis verkortte. Clubfietsers zagen Holdsworth voornamelijk als een kledingbedrijf en hadden de neiging de frames te onderschatten.
In het blad 'Aids to Happy Cycling' uit 1936 , dat in november-december 1935 werd gedrukt, stondende volgende adressen:
- 121 Lennard Rd, Beckenham, Kent. (Het huis, postorders)
- 132 Lower Richmond Rd, Putney, Londen SW15 (Nr Putney Bridge) Dhr. JOBryars
- 185 Markhouse Rd, Walthamstow E 17 (bij Lea Bridge Rd) Dhr. L. Hinde
- 5 Thesiger Rd, Penge SE20 (naast Green Lane) Dhr. SWBrewer
- 575 Moseley Rd, Birmingham (Midland Depot) Dhr. RAW Prestidge
Quill Lane werd niet genoemd, waarschijnlijk om bezoekers te ontmoedigen, maar de 'Quill carrier' die naar Quill Lane werd vernoemd, werd wel genoemd, dus we weten dat ze daar al een vestiging hadden.
In 1937: Er was een nieuwe winkel op 69 Highbury Park, Highbury N5 (bij Arsenal FC) die werd beheerd door Des Kirby. In die periode moesten reparaties naar de 132 Putney workshop worden gestuurd.
1938; Mevrouw Holdsworth hield zich, van thuis uit, nog steeds bezig met het kleding gedeelte van het bedrijf, ze werd bijgestaan door haar werkneemster en vriendin Janet Mantle. Janet zei:"Sandy en Margaret waren erg rechtlijnig, ze hielden niet van grof taalgebruik en drank, maar niets was te goed voor degenen met wie ze omgingen"
Brand in Quill Lane 1938
Quill Lane had een zelfstandige emailleur, Wally Ridgers. Nieuwe modellen werden toen gelanceerd op exposities. Leveranciers leverden vaak speciale expomaterialen, wielen, houten velgen, celluloidbeschermers, Dunlop expositiebanden met gouden letters, etc. Er was toen, voor een aanstaande expo, heel wat tentoonstellingsmateriaal geleverd aan Quill Lane. Dat materiaal werd allemaal boven opgeslagen, boven de oven van Wally. Men denkt dat Wally toen iets vergat uit te zetten. Owen Bryars kwam nog aangevlogen op zijn fiets, en riep "Brand op Quill Lane", maar het was te laat.
In de catalogus van 1939 verschenen de volgende adressen:
- 121 Lennard Rd, Beckenham, Kent.
- 132 Lower Richmond Rd, Putney, Londen SW15. Dhr. J Owen Bryars
- 69 Highbury Park, Highbury, N5. Dhr. DES Kirby
- 575 Moseley Rd, Balsall Heath, Birmingham 12. Dhr. I Furnivall
- 2 Lullington Rd, Anerly SE20 (werkplaatsen, GEEN Putney-werkplaats vermeld)
- En agenten in het hele koninkrijk.
Tussen november 1938 en maart 1939 kwam er een meningsverschil over het beleid! Owen Bryars vertrok en opende een fietsenwinkel tegenover 153 Lower Richmond Road.
De geboorte van Holdsworthy in 1939
Het bedrijf moest uitbreiden en er kwam financiering van een andere broer van mevrouw Holdsworth, Austin Bryars, wiens hoofdactiviteit kleding en textiel was. Vlak voor W.O.II werd een nieuw apart bedrijf opgericht, The Holdsworthy Factoring Company Ltd, met directeuren WF Holdsworth, MA Holdsworth en Austin Bryars.
De voormalige bananenfabriek op Lullington Road. (aparte fabriek en magazijn, beide op Lullington Rd.) werd aangekocht. Vanaf toen werden daar WF Holdsworth fietsen en kaders geproduceerd. Ze verkochten ook Britse en geïmporteerde fietsuitrusting.
Er werd overal in het land degelijke kledij geleverd en dit bleef zo de hele oorlog doorgaan, weliswaar op beperkte basis, dat hoewel 'Aids To Happy Cycling' 1939 de laatste uitgave van deze kleine catalogus was voor 10 jaar.
Tweede Wereldoorlog (3 sept. 1939 - 2 sept. 1945)
De benzinerantsoenering, die goed was voor de verkoop van fietsen, begon op 22 september 1939. Reynolds kreeg echter de opdracht om te stoppen met de productie van fietsbanden, wat dan weer niet goed was voor de verkoop van fietsen. Een voor een werden de medewerkers van Holdsworth opgeroepen voor militaire- of andere burgerlijke plichten. Er werden nog frames gemaakt, maar het aantal werd teruggebracht tot misschien 2 of 3 per week. Bill Hurlow vertrok rond september 1940 om zich bij Claud Butler te voegen, Holdsworth had nu bijna geen framebouwers meer over, maar gelukkig keerde hij na een paar maanden terug.
De op een na laatste framebouwer werd eind 1941 opgeroepen , op 5 februari 1942 trok Bill Hurlow naar het leger, hij trouwde later dat jaar. Bij het leger was Bill een wapenmaker. Personeels- en staaltekorten betekenden dat er geen noemenswaardige frameproductie meer zou zijn totdat de oorlog voorbij was. Tijdens de Blitz-bombardementen werden de meeste fabrieksramen weggeblazen, deze werden nooit vervangen.
De winkels in Putney en Beckenham bleven open. De Holdsworths winkel op 5 Thesiger Road in Penge werd tijdens de oorlog door bombardementen verwoest.
Na de oorlog werden mensen in groepen gedemobiliseerd, het duurde 6 maanden voordat sommige van de jongere mensen het leger mochten verlaten. Een van hun leerjongens kaderbouw Charlie Roberts keerde terug in de lente of zomer van 1946. In juni 1946 overwoog Bill Hurlow zijn opties en bezocht Holdsworth, waar de productie goed op gang was, hij keerde in oktober 1946 terug naar Holdsworth.
Voor en direct na de oorlog bouwde één man het hele frame. Maar de concurrentie van Claud Butler en Hobbs van de Barbican dwong hen tot veranderingen. Vanaf nu deed men nog slechts een fase van de framebouw en dan gaf men het frame door aan de volgende man. Zo produceerden ze 30 fietskaders per week.
Arthur Eaves (hun voorman) en John de Fritaes werden geïnstalleerd als managers, met zetels in de raad van bestuur van de Holdsworthy Company Limited. De company bleef snel groeien. Voor de oorlog had John de Fritaes zijn eigen winkel, Dee Cycles in Hearne Hill, maar die was gebombardeerd.
De oorlog was nu wel voorbij maar de rantsoenering ging nog door, de benzinerantsoenering duurde nog tot 26 mei 1950. Dit verhoogde de vraag naar fietsen, hoewel de fabrikanten het toen moeilijk hadden om aan grondstoffen te komen. Tot ongeveer medio 1946 werden aluminium headbadges (balhoofdplaatjes) gebruikt.
De catalogus 'Aids To Happy Cycling' verscheen opnieuw na een periode van 10 jaar, het was een dun nummer uit 1949. "Al uw behoeften zijn bekend en gewaardeerd, maar terwijl we voor de oorlog alles konden leveren, van een tandem-trike tot een top-nut, of van schoenplaatjes tot shorts, zijn bepaalde kledingstukken en accessoires nu ofwel schaars of volledig verboden. Maar nergens kunt u zo'n deskundige service krijgen, die de afgelopen 25 jaar is opgebouwd op basis van kwaliteit en waarde".
De frame/fietscatalogi van 1949 (en 1950) bood slechts 3 modellen, ze konden niet aan de vraag voldoen. Naast fietsen en frames werden ze de belangrijkste importeurs/exporteurs van hoogwaardige componenten en ze verkochten ook onder de eigen merknaam “ Allez!“, bidons, pedalen, naven, headclips, stuurlinten etc.
1946-1950 waren de goede jaren bij Holdsworth. Kaderbouwers bij FHG en Claud Butler kregen een vast loon, Holdsworth daarentegen betaalde een stukloon, een vast bedrag afhankelijk van het model, voor elk frame dat gemaakt werd. Ze hadden veel betere apparatuur dan Grubb's of CB en ze wisten dat de kwaliteit van het frame getest zou worden met dezelfde gereedschappen die ze gebruikten. Men tekende zijn frameformulier en als het de inspectie niet doorstond of binnen een jaar werd geretourneerd, moest je het repareren zonder betaald te worden. Bill Hurlow was inmiddels hun beste bouwer, hij was twee keer zo snel als sommigen en hij kreeg nooit een frame terug, dus hij verdiende veel.
De jaren 50
Op 18 februari 1950 opende WF Holdsworth op 138/140 Beckenham Road , Beckenham, Kent, het nieuwe hoofdkantoor en postorderbedrijf van WF Holdsworth Ltd.
De benzinerantsoenering eindigde op 26 mei 1950, de automobilisten juichten op straat terwijl ze hun rantsoenboekjes verscheurden. Fietsonderdelen kwamen beschikbaar! Dus om aan de huidige vraag te voldoen en om hun wachtlijst, die zich tijdens de rantsoeneringsjaren had opgebouwd, weg te werken verhoogden de fietsfabrikanten de productie.
De beschikbare brandstof was van lage kwaliteit, maar sommige potentiële fietskopers kozen nu toch voor een motorfiets, misschien met een zijspan of zelfs voor een auto. Dus de vraag naar kwaliteitsfietsen daalde. Toen de wachtlijst eenmaal was weggewerkt, hadden ze een over stock en was er een lagere vraag. Toen de enorme nieuwe raffinaderijen in gebruik werden genomen, in Fawley, Southampton en in Cheshire, waar enorme hoeveelheden hoogwaardige brandstof werden geproduceerd, daalde de fietsverkoop opnieuw.
FH Grubb Ltd ging in mei 1951 failliet en Holdsworth kocht het merk en de voorraad onmiddellijk op, maar besloot om de recent aangenomen vorm van zijn naam’ Freddie Grubb ‘op hun fietsen te gebruiken. De eerste werd eind 1951 of begin 1952 door Bill Hurlow gesoldeerd. Eind 1951/begin 1952 waren de zaken bij Holdsworth zo slecht dat ze wachtten tot de post werd geopend om te zien of ze frames moesten maken .
Holdsworthy was de belangrijkste groothandel voor enkele grote merken, samen met hun eigen huismerken zoals " Allez! " en " il Primo ". Ze werden de enige Britse importeur van Campagnolo- componenten voor 1955. Voor 1957 werd " Aids to Happy Cycling " omgedoopt tot " Sandy Holdsworths Aids for 1957 " en in 1958 was het niet langer gratis, voor 1959 en 1960 werd het " Cyclists Aids " en vervolgens " Bike Riders Aids " tot 1981.
Begin 1956 ging Reg Collard bij Holdsworthy aan de slag als bouwer van aangepaste frames op Lullington Road: “De fabriek had een eenvoudige productielijn met ongeveer twaalf bouwers die elk een fase van de bouw voltooiden. De voorman was Charlie Roberts die later Roberts Cycles opzette en op maat bouwde voor Roy Thame. Er was geen andere gemotoriseerde machine dan een slijpsteen, alles werd met de hand gedaan. Een kerel sneed met de hand alle nokken voor de duurste modellen, terwijl een ander vorken bouwde, één soldeerde koppen, een ander soldeerde trapassen, één ander soldeerde zadelsteunen en monteerde verschillende onderdelen, zoals tandwielnokken, rem ogen, enz. Een leerling versneed met verstekzaagjes buizen op maat op een handpers”. “De fietskaders werden vervolgens gezandstraald voordat ze werden gevijld en afgewerkt, ze werden klaargemaakt om te worden geverfd. De hoeveelheid vijlwerk was afhankelijk van het model, de duurste was met alle lugs afgeschuind, ongeveer een halve dag werk. Normaal gesproken werden er een dozijn frames van hetzelfde model/formaat als een groep voltooid. De uitzondering op deze regel waren custom builds waarbij één persoon alles deed behalve het snijden van de lugs en het laatste vijlwerk. Ik was de custom builder. Ik kreeg £10-00 per week betaald plus 7s/6d per frame. Gemiddeld kon ik ongeveer acht frames per week voltooien”. “De fabrieksomstandigheden waren heel eenvoudig, de meeste ramen hadden na de oorlog geen glas meer. We hadden vroeger allemaal grote soldeertoortsen die in de winter op volle kracht draaiden om warm te blijven, stel je voor dat er ongeveer vlammen van twee voet uit een toorts komen, gevaarlijk of niet? In de zomer was het alsof je in een oven werkte!”. "Er was een soort breuk en een aantal van ons verlieten het bedrijf in 1957 “
In juli 1956 nationaliseerde president Nasser het Suezkanaal, wat de brandstoftoevoer naar de Britse en Britse industrie trof. Claud Butler, die al in financiële problemen zat, ging in oktober 1956 ten onder. In januari 1957 werd benzinerantsoenering ingevoerd en tegen de tijd dat deze werd opgeheven, op 14 mei 1957, had een groot deel van de Britse industrie, waaronder Holdsworth, een vierdaagse werkweek (en dat bleef zo). Adam Hill's deal om de merken Claud Butler en Saxon te kopen mislukte. In juli 1958 kocht Holdsworth Co Ltd, Lullington Rd, Anerly, London SE20 drie geregistreerde handelsmerken van Claud Butler.
- Nr. 654268 'CB en link design Hoofdbadge'
- Nr. 579689 'CB-monogram en -apparaat'
- Nr. 612055 'Claude Butler handtekening'
Dit was een hele goede zet. Het merk Claud Butler werd zeer gerespecteerd, de verkoop steeg drastisch. De fabriek die nu een volledige werkweek had, had moeite om de vraag bij te houden. In eerste instantie waren een Holdsworth-model en zijn CB-equivalent vrijwel identiek.
1958:- 132 Putney nam de productie van alle Special Builds over. De Holdsworthy Company was inmiddels zover dat ze een reeks fietskaders produceerde en niet langer bereid was om te bouwen volgens individuele vereisten. De twee winkels werden gevraagd om 'specials' te maken, daarom wees de Holdsworthy Company hen een blok framenummers toe en Reg Collard , een voormalige Holdsworthy framebouwer, werd gerekruteerd en begon Holdsworth frames op bestelling te bouwen. Dat deed hij in een kleine werkplaats op het terrein van 132 Lower Richmond Roadd Putney. De ontwerpen waren gebaseerd op de Italiaanse Colnago frames en waren van zeer hoge kwaliteit.
Reg Collard: “Toen Roy Thame mij benaderde om een werkplaats voor maatwerk op te zetten bij 132, greep ik die kans met beide handen aan. We moesten alle mallen etc. laten maken door een lokale gereedschapsmaker. Met deze en cilinders met oxyacetyleen en zuurstof waren we in business. We hadden al een lange lijst met bestellingen. Kort nadat het eerste frame klaar was, kregen we bezoek van Sandy en mevrouw Holdsworth. Geweldig! De bestellingen stroomden binnen en al snel was er een wachtlijst van ongeveer drie maanden voor een nieuw frame. Ik bouwde voornamelijk raceframes plus baanframes, die ook dienstdeden als tijdritfietsen. We produceerden ook een beperkt aantal toerframes, met gesoldeerde fittingen voor op maat gemaakte dragers en diverse andere accessoires”.
18 okt 1958 Owen Bryars overleed op 56-jarige leeftijd, zijn tweede vrouw Nan (geboren Nancy Hentsch) zette de zaak voort op 153 Lower Richmond Road , beheerd door Owens zoon Ron. De winkel werd in 1959 gekocht door WF Holdsworth , Ron bleef het runnen tot 1960. WF Holdsworth verkocht 'brood en boter'-fietsen en later BMX's van daaruit, 132 L. Richmond Raodd was de lichtgewicht fietsenwinkel.
De jaren 60
Sandy Holdsworth overleed op 28 augustus 1961 en liet mevrouw Holdsworth achter als enige eigenaar van de WF Holdsworth-winkels. Ook Sandy's aandeel in Holdsworthy Co. Ltd werd aan haar eigen aandeel toegevoegd.
Voor 1961 werd de jaarlijkse accessoirescatalogus " Cyclists Aids " omgedoopt tot BIKE-RIDERS 'AIDS'. Deze liep nog steeds volgens het kalenderjaar en dat tot aan de uitgave van 1964-65, vanaf dat moment kwam hij uit met Pasen (de kopij ging twee maanden van tevoren naar de drukker) tot de laatste uitgave in 1981. Het 'Aids'-boekje bood kleding en onderdelen aan, voornamelijk Campagnolo maar ook Cinelli, Regina, Fiamme, Weinmann, Universal, SR, Clement tubulars etc. Met de bekende uitzonderingen van 1976 en 1981 stonden details van aangeboden fietsen en framesets niet in het 'Aids'-boekje. Holdsworth stelde zijn fietsen samen uit het assortiment onderdelen dat zij leverden en dat vrij uitgebreid was, alleen de topmodellen zouden geheel uit Campagnolo zijn.
De winkels splitsen zich verder uit
Mevrouw Holdsworth overleed op 24 januari 1964. In haar testament liet zij het Retail gedeelte van de onderneming (WF Holdsworth Ltd) na aan haar winkelmanagers, twee derde aan Roy Thame en een derde aan Lou Smith, terwijl haar aandelen in Holdsworthy Co. Ltd in de familie Bryars bleven. Zo splitsten de ondernemingen zich bijna direct na de dood van mevrouw H. "We waren begonnen met het produceren van wat frames vóór de dood van mevrouw H. omdat het plan was om te splitsen en een apart bedrijf te vormen, maar ze stierf voordat dat kon worden gestart" (Roy Thame).
De groothandelskant, waartoe ook de fabriek behoorde, heette "The Holdsworthy Company Limited". De aandelen van mevrouw Holdsworth werden nagelaten aan bepaalde familieleden, en deze werden op den duur gekocht door David Bryars, die de aandelen had overgenomen na de dood van zijn vader Austin, hij werd uiteindelijk de enige aandeelhouder.
Het Retail deel werd opgericht op 18 dec 1964 als WF Holdsworth Ltd , geregistreerd kantoor 132 Lower Richmond Rd, Putney, met Roy Thame als voorzitter/MD, echtgenote Alma, Lou Smith en zijn echtgenote Ann (CO Sec.) als directeuren en aandeelhouders. De onderneming bestond uit de leasehold van beide Putney-winkels en 138/140 Beckenham Rd, Kent. Deze waren op een lange lease van de executeur van mevrouw Holdsworth (haar zwager Mr Welch). De winkel begon in 1965 met zijn eigen framenummeringssysteem.
Het Holdsworth-Campagnolo Pro Team
De eerste prof, Bob Addy , werd in 1966 door WFHoldsworth gecontracteerd en deed het goed, Roger Newton sloot zich begin 1968 bij hem aan. Holdsworthy stemde ermee in om een groter team te sponsoren en andere rijders werden eind 1968 gecontracteerd. Het Holdsworth-Campagnolo Pro Team was klaar voor het seizoen van 1969, Roy Thame was teamdirecteur. Ze werden al snel het beste Britse team.
MACLEAN sloot op 11 november 1962. Holdsworthy kocht de naam, maar misschien wel later. Een 'Holdsworthy' MacLean- catalogus verscheen voor het eerst op de achterkant van 'AIDS' uitgegeven met Pasen 1965. De MacLean fietsen werden gemaakt met gewone buizen en waren bijna altijd zwart, met gouden lug-lining en belettering. Ze verkochten er maar weinig en dat was meestal aan de lokale bevolking. MacLeans werden voor het laatst genoemd op de achterkant van 'Aids' uitgegeven met Pasen 1975.
Circa 1969 verwoestte een brand in een pakhuis bijna de hele zaak. “De fabrieken waren erg oud. De Frame Shop en Warehouse waren een oud bananenpakhuis dat langs de achterkant van de huizen liep. De kleinere fabriek verderop was de Paint and Assembly Shop en ook het kantoor dat de bestellingen controleerde. Het hele gebied werd later herontwikkeld en Lullington Road bestaat niet meer zoals het in die tijd was”. (Charlie Bruce)
De jaren 70
De '132' Putney-winkel (beheerd door John West ) produceerde nu zijn eigen assortiment, maar verkocht ook fabrieksfietsen. 153/153a werd beheerd door Pete Wickins . De zaak liep erg goed en het eigendomsrecht van 132 L.Richmond Road werd gekocht. De huur van de Beckenham-winkel werd vervolgens verkocht in 1970-72 , dus verhuisde het naar 190 High Street. Penge SE 20.
In 1973 waren dit hun drie winkels in de omgeving van Londen. Al snel waren er vijf winkels, de zaak van Alec Bird Cycles op 69 High Street, Welling, Kent werd gekocht en werd WF Holdsworth, ook de Ken Ryall-winkel in Stains Road, Hounslow , Middlesex. Ken Ryall was de enige importeur van Raxar-kleding , wat een goede aanvulling was op de verschillende andere goederen die door WF Holdsworth werden geïmporteerd. Rond 1975 verhuisde de Penge-winkel opnieuw, dit keer naar 55 High Street, Penge, waar ze ongeveer 10 jaar handelden.
EXPORT
In de jaren 1960 en 1970 werden er in de Verenigde Staten veel Holdsworths verkocht (rond 1972 begon de fietsenopbloei). Hill Cycles, Germantown Avenue, Philadelphia, importeerde Holdsworths rechtstreeks en verkocht ze als Holdsworths of onder een privaat label. De winkel sloot waarschijnlijk in 1993. Roberts Cycles uit Chicago verkocht ook Holdsworths (en Campagnolo-apparatuur). Ze exporteerden ook enorme aantallen fietsen en accessoires naar een toen nog weinig bekend Amerikaanse bedrijf “SPECIALISED”. In de late jaren 70-begin jaren 80 zou Bike Warehouse (later Bike Nashbar genoemd) Holdsworth-frames via hun catalogus hebben verkocht, ook Colnago.
In Canada was Holdsworth het frame bij uitstek voor expats, ze werden exclusief verkocht door Bloor Cycle in Toronto, maar de winkel breidde zich in de jaren 80 te veel uit en ging ten onder. Vanaf dat moment waren de frames in Canada alleen nog verkrijgbaar via postorder (bijvoorbeeld via Freewheel of London).
De fabriek leverde ook merkloze frames aan kleinere bedrijven voor zogezegd 'eigen merk'. Charlie Davey zette bijvoorbeeld zijn naam op een aantal topklasse Holdsworths. Begin jaren 70 werd een partij mistrals gezien met het merk Gillotts in Penge, Gillott was in het begin van de jaren 60 overgenomen door Edwardes. Een bekende Gillott 'Mistral' heeft een speciaal Holdsworth- of Gillott-serienummer. De totale productie van Holdsworths rond 1972 was ongeveer 1500 fietsen per jaar, rond 1980 steeg dat tot bijna 7000 per jaar maar met minder aangeboden modellen.
1975 The Shop stopt met de productie van 'Holdsworth'- kaders
De kwestie van het 'merk' sudderde al een tijdje binnen Holdsworthy, waar David Goodall was benoemd tot MD. In 1975 trok David Bryars (die onlangs voorzitter van Holdsworthy was geworden) de toestemming in voor de winkel om nog 'Holdsworth'-frames te bouwen. De winkel blies de oude 'WF Holdsworth'-sticker nieuw leven in en gebruikte deze op sommige frames, helaas moesten dat ook worden stopgezet, dus namen ze het merk Roy Thame over .
“Voor de Harrogate Show van 1975 introduceerden we de 'Campionissimo'-serie, deze vervingen de Strada, etc. Het was een geweldige serie frames en zorgde voor veel ophef op de show. Viscount Lindley opende de Harrogate Show, hij was een fervent fietser en een goede klant van ons, hij reed op onze fietsen totdat hij begon met motorrijden. Ik ging naar de Beadles School waar hij studeerde en een groep jonge studenten coachte” (Roy Thame)
Ergens na mei 1975 verhuisde Holdsworthy van Lullington Rd naar een nieuwe fabriek/magazijn :
The Holdsworthy Company Limited
1 Oakfield Road, (bij High St, Penge)
Anerley, Londen SE20 8DE
In het midden van de jaren 70 was op het gebied van framebouw Bill Hurlow adviseur van Holdsworthy, dit bleef zo tot ten minste 1979, maar het werd teruggebracht tot 1 dag per week. Het merk Freddie Grubb blijkt in 1978 te zijn geschrapt. Lou Smith stierf in een wielrenongeluk rond 1980, zijn vrouw Ann nam zijn aandelen in WF Holdsworth over, ze werd bijgestaan door haar schoonzoon Bob Donnington , die de Penge-winkel beheerde. Ann verhuisde terug naar de omgeving van Manchester, dus Roy kocht haar aandelen, waardoor Roy en Alma de enige aandeelhouders werden.
Het magazijn en de werkplaats bleven op Oakfield Rd, tot na de verkoop aan Marlboro. Boven was de "modelwinkel" voor prototypes en speciale bouwwerken.
1986 – DE “MARLBORO” HOLDSWORTH
Tegen Pasen 1985 was er een Marlboro- aanwezigheid bij Holdsworthy en rond november 1985 namen ze het over. De productie van Holdsworth (en CB) verhuisde al snel van Anerly naar The Holdsworthy Co Ltd, Alma Works, Darlaston Road, Darlaston (nu Wednesbury), West Midlands (nu industriële/commerciële eenheden). De reeks van 1986 had meer modellen uit het lagere segment, aangezien de budgetreeks "Challenger" werd toegevoegd, maar de topmodellen behielden hun hoge kwaliteit.
In 1986 werd Roy Thame een maand in het ziekenhuis opgenomen en besloot dat het tijd was om het wat rustiger aan te doen. De Welling-zaak werd verkocht aan de manager Peter Elliot , de Penge-zaak werd verkocht aan de manager Bob Donnington. De Hounslow-winkel werd gesloten. Mike Shonleben werd benoemd tot directeur en nam het management van 132 L Richmond Road over. De winkel op 153/153a werd verkocht (niet als fietsenwinkel) en Mike nam de volledige leiding van de zaak over, met een aandeel van een derde. De lichtgewicht kant werd geleidelijk afgebouwd.
In februari 1987 kocht Falcon Cycles Ltd, die zelf sinds 1978 deel uitmaakten van de Elswick Hopper-groep, Holdsworth voor £ 950.000. Holdsworth- en Claud Butler-frames gingen over op massaproductie op de Falcons Brigg-locatie. De merken Holdsworth en Claud Butler waren gereserveerd voor de fietsen van hogere kwaliteit (£ 400+!). Ze produceerden ongeveer 120.000 fietsen per jaar (inclusief Falcons), maar dit was niet voldoende.
In december 1991 kocht Casket (Townsend) het fietsonderdeel van de Elswick-onderneming voor £ 900.000 en verwierf de namen Holdsworth , Claud Butler en Falcon. Ze hadden ook de naam 'Harrier'. De merken gingen verder de massamarkt op.
In 1994 verkocht Townsend 620.000 fietsen, het op één na grootste aantal in het VK na Raleigh. Falcon profiteerde van hun grotere koopkracht, maar Casket kocht een Duitse fietsenmaker over en liep tegen serieuze problemen aan, het ging bijna failliet en 'fuseerde' met EFG ( okt/nov 1995 ) om Tandem PLC te vormen , die Claud Butler en Falcon-fietsen bleef verkopen. Het is niet zeker of de naam Holdsworth behouden of verkocht werd, vermoedelijk is de naam nu verkocht .
April 1998 werden Holdsworth-fietsen tentoongesteld op een stand op de 'Green Transport'-show in Chester – Steve Howe schreef: "Mooie fietsen! (al lijken ze niet eens op mijn vertrouwde oude Holdsworth)". Was de naam verkocht?
In juni 1998 werden de Chief Executive en twee directeuren van Tandem afgezet door een aandeelhoudersopstand, en werd besloten om zich op renbanen te richten. In juli 1998 zette Tandem de Falcon en Townsend bedrijven te koop, in november 1998 sloten ze hun fietsactiviteiten in Leigh, Manchester, maar trokken Falcon vervolgens terug uit de verkoop ( februari 99 ), nadat ze geen overeenstemming konden bereiken met een potentiële koper. In september 2000 kocht Tandem Group de "Two wheel Trading Company" die fietsonderdelen maakt.
De eerste WFHoldsworth-winkel, op 132 Lower Richmond Rd, Putney, London, SW15 1LN, waar de originele Holdsworths werden verkocht en sommige vervaardigd werden, bleef meer dan 30 jaar bestaan onder Roy Thame's neef, Mike Shonleben (Roy Thame overleed in 2006 op 85-jarige leeftijd). De laatste 'Roy Thame' fiets werd in 1995 gemaakt toen de lichtgewichten werden uit gefaseerd, in plaats daarvan specialiseerden ze zich in ATB's van goede kwaliteit. De sluiting van die winkel in oktober 2013 was een trieste mijlpaal.
Het eigendom van het merk Holdsworth ging in 2014 over naar de Britse fabrikant Planet X uit Sheffield, Barnsley en Edinburgh. Ze lanceerden officieel hun eerste reeks Holdsworths op L'eroica op 21-22 juni 2014. Ze bouwden op basis van de beroemde Reynolds 531 en namen klassieke Holdsworth-modelnamen aan zoals... Stelvio, Cyclone, Mistral, Lady Mistral, Italia, Professional en Zephyr. De Stelvio is nu volledig van carbon en heeft een mountainbikeframe - dus Stelvio is een toepasselijke modelnaam. Gelukkig lijkt hij helemaal niet op de originele Stelvio, die Margaret Holdsworth in de Alpen testte in de zomer van 1933!
Holdswoth, Claud Butler & FH Grubb For Classic Bike Buffs: https://nkilgariff.com/





|