DE SLAG VAN NEERWINDEN 1693 - (Ons Landens Erfdeel Nr74)
De overblijvende cavalerie van de Verbondenen stak het gehucht Wivelcoven (een gedeelte van Neerlanden) in brand. De vochtigheid van toen (12), het natte stro, zorgde voor een dik rookgordijn, waarachter mannen en paarden zich verstopten om ongezien de verschrikkingen van het front te ontvluchten in de richting van Orsmaal .
Korte tijd nadien - zij vochten al sedert 4u in de ochtend en het was diep in de namiddag - was Luxembourg , door de verwarring die bij de tegenstand duidelijk werd , zeker van een Franse overwinning . Hij schreef enkele krabbels op een papiertje en stuurde niemand minder dan de oude generaal dArtagnan in galop naar Louis XIV te Marly (Kasteel van Versailles) om de Franse zege te melden.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
GEDURENDE MINSTENS EEN EEUW WERD DE SLAG VAN NEERWINDEN 1693 BESCHOUWD ALS EEN HOOGTEPUNT IN DE MILITAIRE OORLOGSVOERING.
Er was ook grote discussie over wie deze Slag eigenlijk had gewonnen. De Hollanders die zich goed hadden gekeerd met 5 tegen 8 en die slim met beperkte verliezen het strijdperk verlieten , of de Fransen die te vroeg victorie hadden gekraaid maar nadien alles moesten opruimen terwijl zij ook begrepen dat zij de schone kans hadden gemist om Oranje definitief uit te schakelen . Indien de horror nog één uur langer had geduurd was de hele oorlog gewonnen, nu was het maar de winst in een veldslag met een oneindig grote factuur.
Later zijn de diplomaten er dan in geslaagd om de vijandelijkheden stop te zetten.
Twee dagen na de slag had de Prins van Oranje zijn tenten opgeslagen te Eppegem nabij Vilvoorde. Slechte verliezer als hij was , zocht hij naar schuldigen voor het verlies van de Slag. Hij vond dat drie Engelse cavalerieregimenten lafheid hadden getoond te Neerwinden. Per lottrekking werden bij elk van deze regimenten drie soldaten aangeduid om daarvoor te boeten. Negen eigen soldaten die heelhuids uit de Slag van Neerwinden waren gekomen werden toen zonder recht op verdediging in aanwezigheid van alle troepen doodgeschoten. Maar deze negen mensenlevens te Eppegem betekenden helemaal niets op het ogenblik dat in de Haspengouwse velden rond de Kapel van t Kruiske over een oppervlakte van dertig vierkante kilometers minstens 27.000 doden lagen , aantal dat nog iedere minuut vermeerderde na de langzame dood van vele gewonden die op hopen in het bloed en de modder lagen, tussen de duizenden kadavers van paarden en de vele stilaan dovende vuurhaarden. Er was vlug geen eten, geen drinken, geen hygiëne meer voor de overwinnaars in heel de streek. De Fransen hadden veel werk met de recuperatie en de herstellingen van militair materiaal, munitie en kanonnen, dat werd samengebracht te Avernas, met het gejammer van de burgers, met het bewaken van 1500 gevangenen, met het evacueren van 4000 gewonden naar Namen en Hoei, met vullen van massagraven voor mensen en voor paarden, met het repatriëren naar hun edele familie van de stoffelijke overschotten van officieren uit belangrijke families.
De lijken werden ontkleed. Kostbare kledij, schoeisels, riemen, helmen, persoonlijke bezittingen van de gesneuvelden werden gerecupereerd, opgestapeld, vervoerd. Gewonde paarden probeerde men te redden of schoot men dood. Dokters en chirurgijnen, priesters en aalmoezeniers probeerden dag en nacht nog lichamen en zielen te redden.
Voor de doden was de Slag dan reeds gedaan. Voor de plaatselijke bewoners was er nog jarenlang schade. Er was geen huis meer om te wonen, geen gezonde druppel meer om te drinken, geen bed meer om te slapen. Door infectie en epidemie stierven vele mensen. De natuur herstelde zich sneller dan de mensen. In de zomer van 1694 bezocht een Engelse reiziger Neerwinden. Die man schreef dat hij verwacht had van nog schedels en geraamten te zien liggen, maar dat in de velden waar zoveel wreedheid zich had afgespeeld alles terug mooi groen was en dat een scharlaken tapijt van veldbloemen er tot aan de horizon lag.
(11) Negentig vaandels van overwonnen legereenheden van de verbondenen werden in augustus 1693 gebruikt om de muren te bekleden in Notre Dame, de grote kathedraal van Parijs.
(12) De vorige dag was er onweer en regen, maar 29 juli 1693 was een snikhete laffe zomerdag.
Wat gebeurde er met de mensen die het verschrikkelijke bloedbad, de hel van Neerwinden overleefden . Zij vertrokken terug naar de vier windstreken van waar zij gekomen waren. Wellicht sneuvelden zij in een volgende veldslag, gingen zij later op een andere plaats dan te Neerwinden of op een andere trieste manier dood, misschien wel in een steekpartij tussen dragonders of musketiers, een dergelijk schermpartij uit mantel- en degenfilms.
Tijdens de jaren 1693 en 1694, door zwakte na hongersnood, stierf ongeveer 10 % van de bevolking van Frankrijk door ziekte. Dat waren twee miljoen mensen. Op 11/1/1693 was er te Val di Noto op Sicilië een aarbeving geweest die ook nog eens 60.000 doden had gekost.
Carl Pansaerts bracht de situatie in beeld van bij ons. Zie Ons Landens Erfdeel 69 van 1 juni 2006, over DE DOOD IN WALSHOUTEM .
Wat er in de jaren volgend op Neerwinden 1693 met Chartres en abbé Dubois rol gespeeld door Jean Rochefort (13) - zou gebeurd zijn , vult het scenario van de speelfilm QUE xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />LA FETE COMMENCE en van een bijzondere periode : LA REGENCE .
Het meemaken van gruwel en miserie in oorlogstijd zindert sinds altijd nog levenslang mee in het geheugen van de oud-strijders, weerstanders, geblesseerden, krijgsgevangenen, helden, ooggetuigen en anderen die het echt meemaakten. Zij overleefden het, maar kunnen nooit meer die herinneringen uitwissen van de onmenselijkheid, die zij zagen, voelden, uitvoerden, bevolen, organiseerden, duldden, goedkeurden, en nog meer
.
De jonge edelman, Duc de Chartres, werd ondergedompeld in de slachtpartij van 1693. Dubois , een man van God, zorgde daar dat hij niet alleen heelhuids maar ook met militaire glorie terug in Parijs geraakte. Als tegenprestatie beloofde hij levenslang partnership en zekerheid aan deze Dubois. Dat moest verder ook wanneer hij later als regent de machtigste man werd, en ook toen hij al besefte welke duivels er zich in die geestelijke verscholen.
Op het einde van de film zien we hoe Philippe II dOrléans, zwaar vermoeid en ziek door zijn eigen losbandigheid, door het gebruik van braakmiddelen en door aderlatingen, zon dertig jaar na Neerwinden een nachtmerrie krijgt. Zijn geweten aanvaardt plots niet meer al het slechte die zijn machtige rechterhand heeft laten gebeuren. Hij ijlt en ziet weer de kermende stervenden van het slagveld van Neerwinden. Daar zag hij hoe door het afzagen van een gewonde hand, gangreen, infectie en dood konden worden vermeden. In volle verdwazing wil hij daarom zijn eigen voorarm laten amputeren. Met paard en koets op weg naar de chirurgijn die dat zou kunnen realiseren, veroorzaakt hij een ongeval dat het boerenvolk woedend maakt. Deze woede zal het zaad worden voor de latere Franse Revolutie die de wereld zal veranderen.
(13) topacteur van de Franse cinema en televisie - zie http://fr.wikipedia.org/wiki/Jean_Rochefort
A FAME , PESTE ET BELLO , LIBERA NOS DOMINE .
Duizend gebeden waren onvoldoende om onze voorouders van onheil te sparen .
* * *
Op het begin van 2008 kon ik in de nieuwe Standaard Boekhandel (waar vroeger de superette van René Petré was) te Landen me het boek Vermakelijkheden van Brabant van De Cantillon aanschaffen. Oorspronkelijk werd dit werk geschreven in 1770, maar werd nu herdrukt . In hoofdstuk V artikel VI van dit groot boek staat :
LANDEN.
Deze Stad, in het Latyn LANDINUM genaamt, is gelegen aan de Rivier de Beeck, tusschen Leeuwen en Hannuye, twee mylen boven Tyllemont, en vyf van Leuven. Men houd dezelve
voor een der oudste Steden van de Provincie, alhoewel de Oudheid ons daar geen gedenkteken heeft nagelaten. Sommigen zyn van gedagten, dat dezelve gesticht is onder de Regeering van Chilperic, door Pepin de Landen, Hertog van Tongeren en Brabant. Anderen in tegendeel beweeren, dat deze Prins, in plaatse van de Stigter daar van geweest te zyn, dien Naam ontvangen heeft, om dat hy in de Stad gebooren is, alwaar hy opgevoed en begraven werd, in t Jaar 647. Het zy zo het zy, men kan echter geloven, dat die Stad, alhoewel tegenwoordig verwoest, in dien tyd een aanzienlyke Plaats is geweest. Dezelve is ten minsten vermaard, in de Historiën , door den bloedigen Veldslag, aldaar voorgevaalen op den 29 July, in Jaar 1693, tusschen het Leger der Geallieerden, dat gecommandeerd werd door den Koning, Willem den III., en den Keurvorst van Beyeren, en het Leger der Franschen, onder bevel van de Veld-Maarschalk van Luxemburg. De Koning van Engeland stelde een groote menigte volks, van den een en anderen kant, in slagorde. De Fransche zeer begeerig, om met de zwakheid van s Vyands Leger voordeel te willen doen, het welk toen niet meer dan in veertig duizend man der Vereenigden bestond, naderden om slag te leveren, met zulk een stoutmoedigheid, als of zy nog eens zo sterk en talryk geweest waren. Doch niettegenstaande hunne grote overmagt werden zy, tot driemaal toe te rug gedreven met verlies van een groot getal Officieren en Soldaaten ; maar eindelyck hun post hervattende, en telkens van versch volk ondersteunde wordende , verbraken zy een gedeelte van het Geallieerde Leger, en dwongen het zelve het Slagveld te ruimen, en naar Leuven en Namen de vlugt te neemen.
De overwinning kwam den Vyand duur te staan. Volgens de berigten van dien tyd, werden er meer dan vyftienduizend man gedood, en wel negen of tien duizend man gekwetst. Men kan, zonder partydigheid, het verlies der Geallieerden naar evenredigheid van dat der Franschen begrooten. De slag werd anderszins genaamd, de Veldslag van Neerwinde, welk de naam is van een Dorp, naby Landen gelegen.
* * *
|