Ik ben Journée Wilfried , en gebruik soms ook wel de schuilnaam PAPOUM.
Ik ben een man en woon in LANDEN (België) en mijn beroep is gepensioneerde , slapen, goed eten en drinken..
Ik ben geboren op 04/06/1944 en ben nu dus 80 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielersport en tafeltennis, geschiedenis, reisverhalen, chansons, humor..
C'est plein d'Uylenspiegel Et de ses cousins Et d'arrière-cousins De Breughel l'Ancien
Le plat pays qui est le mien.
Tous les chemins qui mènent à Rome Portent les amours des amants déçus et les mensonges des anges déchus.
Pelgrim
Wat zich gaande voltrekt in de ziel van de pelgrim is niet een toenemend verlangen naar het bereiken van zijn reisdoel, niet het vinden van het heilige aan het einde van zijn bedevaart, maar zijn overgave aan de ruimte, aan de kiezels op zijn pad, zijn besef van niet-weten, zijn afdalen in de leegte.
Zijn benen worden zijn vrienden, de regen zijn lijden, zijn angst wordt gericht naar de honden langs de weg, het vele legt hij af en hij rust in het Ene. Al trekkend komt hij nergens, voortgaande bereikt hij niets, maar zijn vreugde neemt toe om een bloem en een krekel, om een groet en een onderdak.
Zijn reisdoel en zijn thuis vloeien samen aan de horizon, hemel en aarde vinden elkaar op het kruispunt van zijn hart. Het heilige verdicht zich in de dieren en de dingen. Zijn aankomst ligt verborgen in de wijsheid van het Zijn.
Catharina Visser
De Weg.
In de verte gaat een pelgrim, eenzaam over het pad. Met een blik voorwaarts, eindeloos turen naar het pad. Het pad dat hem leidt, de wind die hem begeleidt. Samen èèn met de natuur, de geur,het geluid en omgeving. Daar toont de schepping hem, nederig dat het pad van zand zo hard als steen is. Soms ook warm,koud en nat. De pelgrim stapt over het harde pad, met als enige vriend zijn schaduw. Samen op hun weg.
When we got to the sea at the end of the world We sat down on the beach at sunset We knew why we had done it To know our lives less important than just one grain of sand.
En camino de Santiago Sur le chemin de St Jacques Iba una alma peregrina Allait une âme pérégrine Una noca tan obscura Une nuit si obscure Que ni una estrella lucia ; Que ne brillait aucune étoile ;
Le patron de toutes les filles C'est le saint Jacques des Bourdons; Le patron de tous les garçons C'est le saint Jacques des Coquilles. Nous pouvons tous les deux nous donner un bouquet, Coquilles et bourdons exigent que l'on troque; Cet échange affermit l'amitié réciproque, Et cela vaut mieux qu'un œillet.
Dat een pelgrim bij terugkomst niet wordt herkend door de mensen thuis, is een geliefd thema in middeleeuwse pelgrimsverhalen. Waarschijnlijk wil de legende daarmee aanduiden, dat de pelgrim door zijn bedevaart een ander mens is geworden; hij is op Christus gaan lijken. Dat wordt uitgedrukt door de omstandigheid dat de mensen van vroeger de teruggekeerde pelgrim niet meer herkennen: hij beantwoordt niet meer aan het oude beeld, dat zijn nog hebben; de pelgrim is een nieuwe mens geworden.
Betrouw geen pelgrim met een baard Die met een schooikroes geld vergaart Al beed'lend langs de wegen sjokt En met een deerne samenhokt.
Priez pour nous à Compostelle - Barret et Gurgand - 1977.
Par milliers, par millions, le besace à l'épaule et le bourdon au poing, ils quittaient les cités, les chateaux, les villages, et prenaient le chemin de Compostelle. Gens de toutes sortes et tous pays, ils partaient, le coeur brulant, faire leur salut au bout des terres d'Occident, là où la mer un jour avait livré de corps de l'apotre Jacques.
Ik had het eerst niet in de gaten, en opeens zàg ik het spoor dat jij voor mij hebt nagelaten.
Mon père .
Assis dans un vieux fauteuil Recouvert d'un plaid usé, Il rêve de son passé, En attendant le sommeil.
La fumée d'un cigare Flottant au-dessus de lui, D'une auréole, pare, Sa tête grise, de nuit.
Vêtu d'un pantalon gris, Chemise de flanelle Sous le tablier bleu sali. Sa casquette est belle.
Il sait déjà que demain, Sera le grand jour pour lui. Mais il ne regrette rien, Et partira seul sans bruit .
***
La mort .
Le jour où tu viendras, A l'aube d'un matin, Me tendre les bras Me chercher par la main, Entre comme moi Par le fond du jardin.
Tu essuyeras tes pieds Sur le grand paillasson, Pour ne pas marquer Tes pas dans le salon, Et n'oublie pas d'ôter Ton noir capuchon.
La table sera mise Et le vin bien chambré, Quand tu sera assise Nous pourrons le goûter, Avant que je ne suive Ton ombre décharnée .
Mais si tu préfères Par surprise me faucher, Au début de l'hiver Ou au soir d'un été, Pousse la barrière Elle n'est jamais fermée.
Avant de m'emporter, De rendre ma valise, Laisse-moi griffonner Une dernière poésie Où je ferai chanter La beauté de la vie.
Ce n'est pas ce matin Que je quitterai le port, Puisque de mes mains J'ai caressé si fort Ses lèvres de satin Que je t'oublie, la mort.
+++
SEUL SUR LE CHEMIN .
J'ai traversé des villes, J'ai longé des cours d'eau J'ai rencontré des îles J'ai cotoyé le beau !
Tout au long du voyage Rien ne m'a retenu Même pas un signe de croix Tracé d'une main tremblante.
Le vent, la mer, la pluie M'ont façonné le coeur. Je suis leur propre image, Immuable douleur.
Je fais signe aux oiseaux, Seuls amis de ce monde, Qui m'entraînent dans une ronde A m'en crever la peau.
J'ai traversé des coeurs, J'ai rencontré des bras, J'ai caressé des fleurs, J'en ai ceuilli pour toi.
TENNIS DE TABLE MESATENISTA PING PANG QIU TISCHTENNIS TABLE TENNIS
photos courtesy ITTF
乒乓球 Stolni tenis Tenis Stolowy
ITTF TABLE TENNIS Classement mondial 26 - 08 - 2012 World Ranking Weltrangliste Ranking Mundial Värlen Rangordning Classifica Mondiale MESSIEURS : 1. ZHANG Jike - CHN 2. MA Long - CHN 3. XU Xin - CHN 4. WANG Hao - CHN 5. MIZUTANI Jun - JPN 6. MA Lin - CHN 7. BOLL Timo - GER 8. CHUANG Chih-Yuan - TPE 9. OVTCHAROV Dim - GER 10. WANG Liqin - CHN 11. JOO Se Hyuk - KOR 12. OH Sang Eun - KOR
-- DAMES : 1. DING Ning - CHN 2. LI Xiaoxia - CHN 3. LIU Shiwen - CHN 4. GUO Yan - CHN 5. ISHIKAWA Kasu - JPN 6. FUKUHARA Ai - JPN 7. FENG Tianwei - SIN 8. KIM Kyung - KOR 9. GUO Yue - CHN 10. WANG Yuegu - SIN 11. WU Yang - CHN 12. TIE Yana - HKG
De noodklok belt slechts éénmaal Komt weldra de ultieme speeltijd Ademen voor de laatste maal Gelukkig geen haat noch nijd Toch af en toe een flater Een zorg is dit voor later Lopen van os naar ezel Toch af en toe een flater Niet knikkers tellen, wel het spel Lopen van os naar ezel Dagelijks goed aan de kost Niet knikkers tellen, wel het spel Verwachtingen zelden ingelost Dagelijks goed aan de kost De beste blijft mijn moeder Verwachtingen zelden ingelost Water is het kostelijkste voeder De beste blijft mijn moeder Om bestwil een toontje lager zingen Water is het kostelijkste voeder Op zoek naar de diepte der dingen Om bestwil een toontje lager zingen Komt het varksken met de lange snuit Op zoek naar de diepte der dingen Nu is dit pantoumeke bijna uit Komt het varksken met de lange snuit Ademen voor de laatste maal Nu is dit pantoumeke bijna uit De noodklok belt slechts éénmaal.
Tibertyn. ***
Kleine mensenhand strooit op winterse dag kruimels voor de mus.
Schelpen op het strand die worden door de branding voor ons kind gebracht.
Molens in de wind draaien, draaien, en draaien in het vlakke land.
Kerstman in de straat borstelt met grote bezem sneeuw weg van de stoep.
De dode takken breken af bij felle wind van de avondstorm.
Kreten in de nacht van kikkers in de vijver lokken de reiger.
Hulpeloos jong lam verloren tussen struiken waar de wolf vertoeft.
De werkzame bij zoekt in de roze bloesems lekker naar honing.
The country with the biggest population in the world, the People's Republic of China, regards this sport as the most important.”
De pelgrim.
Hij is op de weg alleen al weet hij nog niet waarheen maar ergens stond geschreven dat hij die richting moest gaan en aarzelt hij soms even langs de eindeloze baan terwijl hij in zijn hart voelt dat velen eerder gingen mijmerend over dingen terwijl een windje afkoelt .
Verder dan Rome loopt de weg.
Ervaringen van een pelgrim.
28-04-2009
Rome 1996 - Op het San Marco Plein.
QUIET DAYS IN VENICE.
Schuivend over het water voel ik me in een kortstondige droom als een Venetiaans koopman die zijn thuishaven terug binnenvaart, met emotie en fierheid in zijn lijf, met een schip vol reiskoffers gevuld met waren uit verre landen., met peperbolletjes, wapens, bont, kant en zijde, tapijten, wapens, relieken, edelstenen, vazen, olie ... . Straks zal ik het stapelhuis van mijn familie binnenstappen met de glimlach na een tocht van meerdere seizoenen. Ik zal de verloren zoon zijn die terug komt, de held van allen. Mij zullen zij omhelzen, mij zullen zij goudstukken geven voor wat ik meebracht. Venezia, ... Ik ben Polo en hier ben ik terug ! Maar plots schudt daar iemand aan mij en vraagt om een foto te maken. Twee Hollanders , in hetzelfde bootje als ik, overal ter wereld kom je ze als Vlaming tegen en herken je ze na een paar woorden. Door hen verlies ik mijn aandacht en plots moet ik al van de lijnboot Fusina-Venezia afkruipen met mijn fiets en bagage. Ik sta terug op het droge. Ik ben in Venetië en midden in een zee van mensen, van grote oude gebouwen, van kabbelend groen water waarvan de geur me onbekend is. Ik zie een bord waarop 'Zitelle' staat en daar wil ik geraken. Ik wurm me zonder twijfel tussen de menigte door, en ' hup' dan spring ik samen met Olive op een stampvolle watertram , een vaporetto die naar Zitelle vertrekt. Ik heb nog tickets op zak, maar ik zal later ontdekken dat die niet tellen op dit tweede vaartuig. Ha, ha, ... ik ben dus clandestien aan het dobberen op het water van Venetië en ik hou mijn fiets dicht bij me. Na enkele minuten zijn we al op het eiland Giudecca aan de Internationale Jeugdherberg, een stevig gebouw dat gemakkelijk te vinden is tussen de vele krotwoningen van het voormalige jodengetto. Mooie aankomst. Bravo . Zal er nog plaats zijn ? Er is plaats. Ik kan mijn fiets veilig opbergen in een ruime kamer . Ik zal er kunnen eten aan voordelige prijzen in een grote eetzaal, zoals in een school. Een paar propere lakens en twee nachten mag ik slapen op bed 4 van kamer 202. Met mijn kredietkaart betaal ik 46.000 lires. Weldra sta ik in mijn blootje onder de douche. Heerlijk loopt het warme water over mijn pelgrimsvel. Ik voel me goed en ben fier op mezelf. Wat een prestatie was dit ! Tussen Mira en hier heb ik gerealiseerd wat ik niet voor mogelijk achtte. Venezia moet een groot reiziger als ik wel echt graag zien. Met open armen en open benen was zij op mij aan het wachten. La serenissima trok me naar zich toe met een lange tedere zuigkus. Hier ben ik nu. Fantastisch ! Ik trek jeans, hemd, en schoenen aan , want het is al tijd om aan te schuiven voor het avondeten. Na het kopen van een bonnetje kan ik een bord met macaroni en vis bekomen. Een negerinnetje deelt dit voedsel uit. Iedereen moet in de rij staan en zijn beurt afwachten. Er zijn jonge mensen uit alle delen van de wereld en soms ook wel wat oudere gasten, zoals die pelgrim met grijze baard uit Walshoutem aan de Molenbeek. Wat later bel ik naar huis. Mijn zestienjarige dochter vertelt me goed nieuws. Ik heb immers iets gewonnen, maar zij weet niet wat. Had ik niet meegedaan aan een pronostiek over de Ronde Van Frankrijk ?
Wat een dag, wat een avond, wat een leven, wat een stad !
Gewonnen thuis, hier wandelen langs het zeewater, en daar ginds in de verte aan de overkant Venice by night, als een kerstboom verlicht met duizend kaarsen. Om zeker te zijn dat dit allemaal waar is pits ik eens goed in mijn eigen wang en .... Ja, een pijngevoel bewijst me dat ik niet droom, maar dat dit alles werkelijkheid is. Terug aangekomen in mijn logement na een lange avondwandeling , wanneer de eerste koude van de nacht me reeds treft, voelt Giudecca een beetje mysterieus aan, zelfs wat angstwekkend. De grote eetzaal is gevuld met Aziaten. Ook op mijn kamer slapen er al. Een kamergenoot komt uit Hamburg, heeft de Iraanse nationaliteit, spreekt Engels en is bijna afgestudeerd als dokter, een zwervende jonge Vesalius uit deze tijd . Ik vertel hem mijn story over Nima Ibrahimnejad de student-wielrenner die ik hielp koersen in België. Die jonge kerel uit Hamburg stelt me al onmiddellijk voor om in december samen naar Iran te reizen met de auto. Mooi voorstel, maar ik betrouw die man toch niet. Veel later , al voorbij middernacht, klautert er nog een Japanner in het bed boven mij.
Vrijdag 14 september. Douche. Belangrijke dag. Ontbijt met thee en koekjes. Topforme. Venice here I am ! Betrouwend op de flinke zolen van mijn Mephisto shoes verlaat ik opgewekt Giudecca. Ik verwacht dat dit een mooie maar zeer zware dag zal worden. De zon ziet me al bewegen in Venezia, hart van de wereld, koningin van de zee. Ik weet nu dat ik een ticket moet kopen en dat een betrapte zwartrijder op de watertram of op de bootbus het tienvoudige moet betalen (30.000 lires) indien een controleur van het openbaar vervoer hem pakt. Ik heb een klein plan van de stad, maar ik vermoed dat ik toch een betere kaart moet kopen, want VenetIë is een moeilijk oud web om op avontuur te gaan. Er zijn voor de toeristen evenwel veel pijlen aangebracht, en ik besluit van deze speciale wegwijzers zoveel mogelijk te volgen. Eerst zwerf ik door de sottoportegi, de steegjes, en over de gebochelde bruggetjes. Ik snuif de atmosfeer op, probeer te wennen aan deze merkwaardige stad zonder wielen, met het element water dat kasseistenen en beton vervangt, met bootjes die voor taxi spelen, van een schoonheid die nergens anders is te zien. Vervallen huizen, waartussen soms ook nog verwaarloosde tuintjes, stenen balkons, oude fonteintjes, stille kerk, ruiterstandbeeld vol duivenpoep, flesgroen water, verrot dat kreunt tussen steen en nat. Een labyrint, arcaden, ranke gondels die glijden op het klotsende water doorheen de kanalen. Het water versluiert het verval van Venetië en tovert het om tot schoonheid.
In de XVI-de eeuw dreven niet minder dan tienduizend gondels op de kanalen, nu nog maar vierhonderd. Hun aantal verminderde met de glorie van de stad. Zo'n gondel is xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />10,15 m lang, 1, 40 m breed, en weegt 700 kgr. Om een gondel te bouwen zijn er precies 280 stukjes hout nodig. Een wet uit 1562 besloot dat alle gondels in een sobere zwarte kleur moeten worden geverft. Dit was gewoon één van de vele wetten te Venetië die nodig waren vroeger om de overbodige luxe te bestrijden. Een gondelier is een beschermd vakman van uitstervende soort. Eens was zo'n man een lid van een zeer machtige gilde. Een opleiding van drie jaren is voorzien om deze stiel te leren, maar alléén zonen van vaders die ook gondelier waren mogen deze opleiding volgen.
Venetë is triest en melancholiek , met de schaduw van de dood die over haar hangt. Deze oude schone is in slaap gevallen en zinkt weg in een waterkussen. Zij rust en steunt al duizend jaar op miljoenen larikshouten palen die in haar bodem werden geheid. De anonieme auto bestaat te Venetië niet. Er zijn geen parkeermeters, geen benzinestations, geen zebrapaden, geen verkeersagressie, geen flitspalen, geen parkings. Het dagelijkse tempo van de Dogenstad is zoveel trager dan elders; De mooie gondels varen immers nooit sneller dan 5km per uur. Zo'n spoed doet een mens goed. Venice I love you .xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Na het gewone van het stadsbeeld zoek ik het buitengewone, het kundige en kunstige. In de stad van steen , door water omspoeld, bezoek ik het Dogenpaleis, de Campaniletoren, het Correr Museum, de schatkamer van de kerk, de Ca'd'Oro, de Rialto, en het Canal Grande. Terwijl vele andere steden ook prachtige kunstschatten bezitten, is Venetië zelf een kunstschat. De avenues op het water werden gevormd door de menselijke fantasie. In de file voetgangers schuif ook ik San Marco binnen om te kijken met mijn ogen naar wat Venetië vroeger schoon, verheven en heilig vond. Boven op de hoogste toren overschouw ik het unieke panorama. Ik kan ze niet geteld krijgen in het zonnelicht, maar de 118 eilandjes, de 117 grachten, en de 450 bruggen , zijn nog steeds aanwezig in deze stad op het einde van de XXste eeuw. Te Venetië wonen 96.000 autochtonen , maar iedere dag bezoekt een vloedgolf van minstens 40.000 toeristen er de enkele vierkante kilometers vaste grond. In de zaal van de Grote Raad bewonder ik met verbazing ' Het Paradijs van Tintoretto ' . Dit is een geweldig groot en breed schilderij , van links tot rechts meet zij 54 m . Lang geleden stond voor deze schilderij een jonge kunstenaar, de toen 23 jaar oude Pieter Paul Rubens. Hij bleef met grote open ogen lang staan en een gedachte kwam in zijn kop . Misschien dacht hij toen wel ' Zo iets ga ik ook eens proberen ... !' . Anno 1600. Nabij de Ponte dei Sospiri, de beruchte Brug der Zuchten, bezoek ik enkele kelders met afschuwelijke cellen, waar de machtige Doge zonder medelijden tussen de ratten in stinkende vochtigheid de gevangenen liet verhongeren en vergeten. Maar van al wat de unieke stad biedt bekoort toch het San Marco plein me het meeste.
In januari 828, toen in Europa relieken van heiligen zeer kostbaar waren, werd het lichaam van de evangelist Marcus gekocht op de zwarte markt van Alexandrië in Egypte. Twee kloeke zeevaarders, Buona di Malamocco en Rustico di Torcello verwezenlijkten dit volgens de wens van hun doge. Zij bedolven de mummie onder een vracht varkensvlees. Toen zij op zee het bezoek kregen van Moorse piraten waren die omwille van hun godsdienst vies van dat vlees, en zij roerden het niet aan. Zo konden die relieken Venetië bereiken, zelfs na plundering van het schip. Deze smokkel was zo winstgevens als trafiek van drugs in onze dagen. De doge plaatste de relieken van San Marco in een mooie kerk. Vanaf 840 reeds stroomden duizenden pelgrims toe om de heilige evangelist eer te bewijzen.
Door een andere business werd Venetië nog rijker. Een deal werd afgesloten met de leiders van de vierde kruistocht, waaronder graaf Boudewijn IX van Vlaanderen. De christelijke legeroversten hadden een te klein budget om 10.000 manschappen over de zee naar Egypte te brengen om daar een oorlog tegen de Turken te beginnen. In plaats van nieuwe schepen te bouwen huurden zij schepen aan de Venetianen. Maar die vroegen voor de klus een enorme prijs, zodat het nodig was van onderweg wat karweien uit te voeren , de ene dienst is immers de andere waard. De kruisvaarders die in princiepe voor de eer en voor hun geloof ten strijde trokken, veranderden hun doelstellingen. Voor het schone geld aanvaardden zij van verschillende havens en steden aan te vallen, plaatsen die commerciële concurrenten van de Venetiaanse kooplui waren. Hoe meer de kruisvaarders hun zakken vulden onderweg hoe meer zij nog verder met plunderingen doorgingen. Rijk worden wilden zij liever dan sterven voor Jerusalem, en de schatkamers en de kunstwerken van Constantinopel trokken die mannen uiteraard ook aan. Bijna alles werd daar gepikt en op Venetiaanse schepen geladen. Het voornaamste uit die tijd is de Quadriga, een groot geheel van vier bronzen paarden die een renwagen op twee wielen trekken. Dit was altijd het nec plus ultra voertuig van de Goden en van de Keizers in de klassieke oudheid.
Op alle mogelijke manieren vergaarden de Venetianen rijkdom. Hun basis werd machtig niet zozeer door rijke handel op de markten, of door smokkel, diefstal, plundering, piraterijen gefoefel. Zij hadden verbluffend veel zelfvertrouwen, waren wijs en onbevreesd, hadden een uitzonderlijke flair om zaken te ontwikkelen. Zij waren goede diplomaten , keiharde onderhandelaars. Zij durfden de zaken in het groot aanpakken. Zo verwierven zij gedurende een lange periode het monopolie van de buitenlandse handel. Zij hadden ook vijanden, waren omringd door afgunst, maar toch probeerden zij overal hun goede relaties te behouden, want dat was essentieel om te kunnen kopen en te mogen verkopen. Zij hielden niet van oorlog. Nochtans hadden zij kapitaal genoeg om veel huurlingen te betalen en zo conflicten gewapend op te lossen. Tussen Paus en tussen Keizer bleef de Doge zich zo neutraal mogelijk houden.
Zelfs in oorlogstijd bleven de Venetianen handel drijven. Venetië was een open stad zonder hoge muren om vijanden weg te houden. Zowel langs de zeekant als langs het land konden vreemde strijdkrachten binnen komen. De toen verschrikkelijke Napoleon probeerde Venetië te veroveren. Op 15 mei 1797 was het Franse leger zonder vechten meester geworden van de stad. Napoleon deed geweldig. Hij schafte de Republiek af, veranderde oude wetten , maakte er nieuwe. Vele eigendommen gingen over in Franse handen. Hij liet zijn revolutionnair leger plunderen en vernielen. De inwoners van Venetië lieten zonder tegenstand alles gebeuren. Zij waren vriendelijk tegen de 4.000 Fransen. Meer nog, die ongevraagde gasten kregen eten en drinken à volonté. Er werden feesten gehouden, frivole bal masqués, met bevallige courtisanes en grote rosse vrouwen die nog meer konden zuipen dan de bezoekers. De hogere militairen kregen het beste van het beste, op alle gebied. De rijkste Venetianen begonnen te gokspelen voor nooit geziene sommen tegen Franse hoofdmannen Vermits zij experten waren , wonnen zij al vlug een groot deel van de afgestane oorlogsbuit terug.
Napoleon sprak ... ' Dit is het mooiste salon van Europa, dat waard is de hemel tot plafond te hebben.' althans op één van de eerste dagen. Na een week begreep Napoleon wat er aan het gebeuren was. Zijn leger was eigenlijk gestationeerd in het grootste bordeel van Europa. Nog een week langer blijven in Venetië , en dan door te veel consumptie van genoegens zouden zijn 4000 manschappen , het beste leger dat toen bestond, totaal ongeschikt zijn geworden voor het harde militaire bestaan. Waarom trouwens nog in het leger blijven op strozakken slapen met snurkende kameraden die zweetvoeten en vlooien hebben, als je zoals Casanova in een mals proper bed tussen twee welriekende dames de nachten kan doorbrengen . Napoleon liet zijn trompetblazers de algemene verzameling bijeenroepen. Hij schonk de stad terug aan de Oostenrijkers, liet alles liggen wat er was, en zonder veel militaire glorie vertrok La Grande Armée terug van waar het gekomen was. De Vrede van Campo Formio was het einde van deze militaire campagne .
Op de zeven zeeën varen de schepen van Venetië al lang niet meer. De hedendaagse Venetiaan is echter meestal nog steeds in zaken, grote en kleine. De toerist ziet dat de Venetiaan nu zich beperkt tot de stielen van gondelier, hotelier, winkelier, gids, fotograaf, barkeeper, ijsjesventer, boetiekhouder, enz ... . Klanten zijn er genoeg. Maar de winsten zijn onvoldoende om de paleizen en de kanalen te onderhouden. San Marco. Wat een stad toch ! Wat een plein !
Een duif komt op mijn schouder zitten. In Venetië zouden sedert altijd meer duiven leven dan mensen. Heel het plein is vol duiven, vooral zwarte duiven met groen-gouden krobben ,en dan ook nog veel andere vriendelijke vogels die allemaal apart uit een duivenei zijn gekomen op de een of de andere dag. De duiven zitten in kladden rond de toeristen die eten strooien. Soms vliegen zij voor een onbekende reden plots weg als een fladderende wolk boven de menigte. Ik kom aan een café met terras waar een glas prikwater evenveel kost als een bak bier die thuis wordt geleverd door onze brouwer . Er is daar een reden voor. Een leuk orkestje speelt er evergreens en ik blijf van op afstand luisteren naar Que c'est triste Venise, Petite Fleur, Summertime, Stranger in the night, en zelfs A bicyclette. Zij stoppen voor een pauze echter, en dus loop ik maar verder. Er is nog zoveel te zien.
Na smalle straten kom ik , een andere richting volgend, langsheen Canal Grande. Verweerde gevels. Oude pakhuizen. Nog grotere gebouwen. Indien de stenen van Venetië zouden kunnen praten, dan zouden zij vertellen van de grootse dagen van vroeger, toen de machtige Doge in zijn karmozijnrode mantel tussen het volk verscheen om de zeehelden te omhelzen die met grote praal terug binnen kwamen. Soms ook op feesten, processies, regatta, carnaval, en andere evenementen stapte de belangrijkste man van deze stad rond op de grond waar een gewone sterveling als ik, met reeds pijnlijke voeten, op dit uur rondzwerft.
Ik eet een sandwich en een horentje gelato, drink een blik cola, offer wat munten in een kerk ,en ik blijf rondlopen tot wanneer ik moe ben en stil sta. Ik ben ondertussen ver van San Marco, maar met een vaporetto, mits het nemen van een corsa semplice, bereik ik dra terug het plein waar het meeste volk is. Doch ondertussen is het beginnen te regenen. Duizend regenschermen bewegen nu hun rondingen door Venetië. Mensen uit vele landen schuilen vriendschappelijk samen, warm tegen mekaar, op de overdekte plaatsen waar de vloer nog een tijdje droog blijft. De onvermoeibare muzikanten op het terras met het dure water, schuilen nu met hun instrumenten onder een grote doorschijnende plastiek en zij spelen verder terwijl de regen gratis uit de hemel valt op Venetië , een plaats op deze aarde waar toch al zoveel water teveel is. Jesus, wat een verspilling, laat het toch regenen in Palestina of in Somalië.! Maar hoe mooi is dit dan toch .
Ik luister weer naar Petite Fleur. Maar, .. Hé, nu spelen zij niet meer Stranger in the Night, maar wel ... Stranger on the Shore. Jongens, niet vals spelen, ... ook ik ken mijn evergreens nog. Ik ben erg onroerd door deze muziek Venetië, een natte namiddag in september, toeristen, zwervers, artiesten, verliefden, schoolmeisjes, kunstminnaars, een oudere dame behangen met juwelen, een magere man die graantjes verkoopt voor de duiven, een Japanner met twee camera's, een ober die martini's brengt, en dan nog vele anderen, en ik ... die hier zit op deze Piazza San Marco met vermoeide benen, maar toch zeer gelukkig. Mijn uren in deze stad lopen verder en zijn beperkt Tijd wie of wat ben je ? Op de Torre dell'Orologio geven de mechanische morianen de precieze tijd aan en zij doen dat reeds sinds vijf eeuwen. Is dit wel echt, of ben ik maar in een theaterzaal voor een stuk van Goldoni , de Italiaanse Molière ?
Een merkwaardigheid van deze stad is dat er nooit beroemde politieke figuren zijn groot geworden. De doges waren oneindig machtig , maar noch hun namen noch hun gezichten werden op de golven van de geschiedenis naar onze tijd gebracht. Tijdens de 1100 jaren dat Venetië een onafhankelijke staat was zijn er 120 verschillende doges geweest. Maar we kennen de namen niet van deze mannen, noch van hun familieleden, noch van de vrouwen en kinderen die zij hadden. Nooit profileerden zij zich sterk boven hun tijdsgenoten uit . Zij waren altijd slechts een draad in een weefsel, een draad die er zelfs kon uitgetrokken worden zonder dat er een gaatje ontstond. Venetië was immers zeer lang geleden reeds een welvarende city, een groot multinationaal bedrijf, waar orde, maat, evenwicht en kwaliteit is geweest. Managers, kapiteins, doges, ambtenaren, verkopers, die begonnen te disfunctioneren werden op tijd en stond zonder veel wrijvingen vervangen door de opkomende krachten. Zich opvallend gedragen en zich boven de anderen verheffen werd niet gewaardeerd . De Venetiaan achtte de faam van Venetië in haar geheel veel belangrijker dan zijn persoonlijke faam. Elkeen was zeer loyaal en trouw betrokken in het wel en wee van de Republiek. Eigen hebzucht kwam ver op de tweede plaats en fraudeurs waren er afwezig. Wellicht was dit alles het geheim van het welslagen in de Gouden Tijden van Venetië .
" Hier vindt geen verraad plaats. Hier gaat gunst niet voor recht, hier gebiedt de grofheid niet, hier steelt men niet, hier gaat men niet voor de bijl ..." ( Pietro Aretino / 1492- 1557 )
Reacties op bericht (0)
EINDE VAN DEZE BLOG 26 08 2012
Hoe sterk is de eenzame fietser Die krom gebogen over z'n stuur tegen de wind Zichzelf een weg baant
Zoeken in blog
Een bescheiden blik in de geschiedenis van de wielersport is vaak al voldoende om de fascinatie te proeven.
Quand on partait de bon matin Quand on partait sur les chemins A bicyclette Nous étions quelques bons copains Y avait Fernand y avait Firmin Y avait Francis et Sébastien Et puis Paulette
On était tous amoureux d'elle On se sentait pousser des ailes A bicyclette Sur les petits chemins de terre On a souvent vécu l'enfer Pour ne pas mettre pied à terre Devant Paulette Faut dire qu'elle y mettait du cœur C'était la fille du facteur A bicyclette Et depuis qu'elle avait huit ans Elle avait fait en le suivant Tous les chemins environnants A bicyclette
NATHALIE.
La place Rouge était vide Devant moi marchait Nathalie Il avait un joli nom, mon guide Nathalie... La place Rouge était blanche La neige faisait un tapis Et je suivais par ce froid dimanche Nathalie... Elle parlait en phrases sobres De la révolution d'octobre Je pensais déjà Qu'après le tombeau de Lénine On irait au café Pouchkine Boire un chocolat... La place Rouge était vide Je lui pris son bras, elle a souri Il avait des cheveux blonds, mon guide Nathalie... Nathalie Dans sa chambre à l'université Une bande d'étudiants L'attendait impatiemment On a ri, on a beaucoup parlé Ils voulaient tout savoir, Nathalie traduisait Moscou, les plaines d'Ukraine Et les Champs-Élysées On a tout mélangé et on a chanté Et puis ils ont débouché En riant à l'avance Du champagne de France Et on a dansé... La, la la... Et quand la chambre fut vide Tous les amis étaient partis Je suis resté seul avec mon guide Nathalie... Plus question de phrases sobres Ni de révolution d'octobre On n'en était plus là Fini le tombeau de Lénine Le chocolat de chez Pouchkine C'était loin déjà... Que ma vie me semble vide Mais je sais qu'un jour à Paris C'est moi qui lui servirai de guide Nathalie... Nathalie
Marianne de ma jeunesse Ton manoir se dressait Sur la pauvre richesses De mon rêve enchanté
Les sapins sous le vent Sifflent un air étrange Où les voix se mélangent De nains et de géants
Marianne de ma jeunesse Tu as ressuscité Des démons des princesses Qui dans moi sommeillaient
Car ton nom fait partie Marianne de ma jeunesse Du dérisoire livre Où tout enfant voudrait vivre
Marianne de ma jeunesse Nos deux ombres enfuies Se donnèrent promesse Par-delà leurs joies et leur vie
Marianne de ma jeunesse J'ai serré sur mon cœur Presque avec maladresse Ton mouchoir de pluie et de pleurs
Il avait poussé par hasard Dans notre cour sans le savoir Comme un aveugle dans le noir Mon arbre Il était si petit Que c'était mon ami Car j'étais tout petit Comme lui J'attendais de lui le printemps Avec deux ou trois fleurs d'argent Un peu de vert, un peu de blanc Mon arbre Et ma vie s'accrochait A cet arbre léger Qui grandissait Comme je grandissais
Chanson de GILBERT BECAUD
Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde Quand tu n'es pas là S'arrètent de chanter Et se mettent à pleurer Larmes de pluie au ciel d'été Quand tu n'es pas là Le silence qui gronde Me donne si froid Qu'un jour ensolleillé Me fait presque pleurer Larmes d'ennui malgré l'été La ville fait de grâces La lune des grimaces Qui me laissent sans joie Les cantiques d'églises Malgré tout ce qu'ils disent Me font perdre la foi Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde La nuit sur mon toit Viennent se rassembler Et pour me consoler Chantent tout bas ' Elle reviendra ' Quand tu reviendras De l'autre bout du monde Quand tu reviendras Les oiseaux dans le ciel Pourront battre des ailes Chanter de joie Lorsque tu reviendras !
Le Pianiste de Varsovie Gilbert Bécaud
Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Chopin Je l`aime bien, Chopin Je jouais bien Chopin Chez moi à Varsovie Où j`ai grandi à l`ombre A l`ombre de la gloire de Chopin Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur Plus de sentiment Plus de mouvement Plus d`envolée Bien bien plus léger Joue mon garçon avec ton coeur Me disait-il pendant des heures Premier concert devant le noir Je suis seul avec mon piano Et ça finit par des bravos Des bravos, j`en cueille par millions A tous les coins de l`horizon Des pas qui claquent Des murs qui craquent Des pas qui foulent Des murs qui croulent Pourquoi? Des yeux qui pleurent Des mains qui meurent Des pas qui chassent Des pas qui glacent Pourquoi Le ciel est-il si loin de nous? Je ne sais pas pourquoi Mais tout cela me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur
What does not destroy us makes us stronger.
Rondvraag / Poll
Wie wordt wereldkampioen 2012 bij de profs ?
À la claire fontaine
M'en allant promener, J'ai trouvé l'eau si belle, Que je m'y suis baignée.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Sous les feuilles d'un chêne Je me suis fait sécher, Sur la plus haute branche, Un rossignol chantait.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Chante, rossignol, chante, Toi qui as le coeur gai, Tu as le coeur a rire, Moi, je l'ai à pleurer.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
J'ai perdu mon ami Sans l'avoir mérité, Pour un bouquet de roses, Que je lui refusai.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Je voudrais que la rose Fût encore au rosier, Et que mon doux ami Fût encore à m'aimer
Turning and turning, the world goes on We can't change it, my friend Let us go riding now through the days Together to the end Till the end
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Spinning and spinning, the dreams I know Rolling on through my head Let us enjoy them before they go Come the dawn, they all are dead Yes, they're dead
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Julia Tulkens .
Hebben wij elkaar gevonden in dit land van klei en mist waar tussen hemel en aarde ons leven wordt uitgewist ?
Ben ik nog schaduw, ben ik al licht, of is d'oneindigheid mijn aangezicht ?
Treed ik in wolken of in hemelgrond ? Er ruist een hooglied aan mijn lichte mond. In uw omarming hoe ik rijzend ril ... Mijn haren wuiven en de tijd valt stil .
Julia Tulkens.
SONNET POUR HELENE
Quand vous serez bien vieille, au soir, à la chandelle, Assise auprès du feu, dévidant et filant, Direz, chantant mes vers, en vous émerveillant : Papoum me célébrait du temps que j’étais belle.
Lors, vous n’aurez servante oyant telle nouvelle, Déjà sous le labeur à demi sommeillant, Qui au bruit de mon nom ne s’aille réveillant, Bénissant votre nom de louange immortelle.
Je serai sous la terre et fantôme sans os : Par les ombres myrteux je prendrai mon repos : Vous serez au foyer une vieille accroupie,
Regrettant mon amour et votre fier dédain. Vivez, si m’en croyez, n’attendez à demain : Cueillez dès aujourd’hui les roses de la vie.
Regretting my love, and regretting your disdain. Heed me, and live for now: this time won’t come again. Come, pluck now — today — life’s so quickly-fading rose.