Ik ben Journée Wilfried , en gebruik soms ook wel de schuilnaam PAPOUM.
Ik ben een man en woon in LANDEN (België) en mijn beroep is gepensioneerde , slapen, goed eten en drinken..
Ik ben geboren op 04/06/1944 en ben nu dus 80 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielersport en tafeltennis, geschiedenis, reisverhalen, chansons, humor..
C'est plein d'Uylenspiegel Et de ses cousins Et d'arrière-cousins De Breughel l'Ancien
Le plat pays qui est le mien.
Tous les chemins qui mènent à Rome Portent les amours des amants déçus et les mensonges des anges déchus.
Pelgrim
Wat zich gaande voltrekt in de ziel van de pelgrim is niet een toenemend verlangen naar het bereiken van zijn reisdoel, niet het vinden van het heilige aan het einde van zijn bedevaart, maar zijn overgave aan de ruimte, aan de kiezels op zijn pad, zijn besef van niet-weten, zijn afdalen in de leegte.
Zijn benen worden zijn vrienden, de regen zijn lijden, zijn angst wordt gericht naar de honden langs de weg, het vele legt hij af en hij rust in het Ene. Al trekkend komt hij nergens, voortgaande bereikt hij niets, maar zijn vreugde neemt toe om een bloem en een krekel, om een groet en een onderdak.
Zijn reisdoel en zijn thuis vloeien samen aan de horizon, hemel en aarde vinden elkaar op het kruispunt van zijn hart. Het heilige verdicht zich in de dieren en de dingen. Zijn aankomst ligt verborgen in de wijsheid van het Zijn.
Catharina Visser
De Weg.
In de verte gaat een pelgrim, eenzaam over het pad. Met een blik voorwaarts, eindeloos turen naar het pad. Het pad dat hem leidt, de wind die hem begeleidt. Samen èèn met de natuur, de geur,het geluid en omgeving. Daar toont de schepping hem, nederig dat het pad van zand zo hard als steen is. Soms ook warm,koud en nat. De pelgrim stapt over het harde pad, met als enige vriend zijn schaduw. Samen op hun weg.
When we got to the sea at the end of the world We sat down on the beach at sunset We knew why we had done it To know our lives less important than just one grain of sand.
En camino de Santiago Sur le chemin de St Jacques Iba una alma peregrina Allait une âme pérégrine Una noca tan obscura Une nuit si obscure Que ni una estrella lucia ; Que ne brillait aucune étoile ;
Le patron de toutes les filles C'est le saint Jacques des Bourdons; Le patron de tous les garçons C'est le saint Jacques des Coquilles. Nous pouvons tous les deux nous donner un bouquet, Coquilles et bourdons exigent que l'on troque; Cet échange affermit l'amitié réciproque, Et cela vaut mieux qu'un œillet.
Dat een pelgrim bij terugkomst niet wordt herkend door de mensen thuis, is een geliefd thema in middeleeuwse pelgrimsverhalen. Waarschijnlijk wil de legende daarmee aanduiden, dat de pelgrim door zijn bedevaart een ander mens is geworden; hij is op Christus gaan lijken. Dat wordt uitgedrukt door de omstandigheid dat de mensen van vroeger de teruggekeerde pelgrim niet meer herkennen: hij beantwoordt niet meer aan het oude beeld, dat zijn nog hebben; de pelgrim is een nieuwe mens geworden.
Betrouw geen pelgrim met een baard Die met een schooikroes geld vergaart Al beed'lend langs de wegen sjokt En met een deerne samenhokt.
Priez pour nous à Compostelle - Barret et Gurgand - 1977.
Par milliers, par millions, le besace à l'épaule et le bourdon au poing, ils quittaient les cités, les chateaux, les villages, et prenaient le chemin de Compostelle. Gens de toutes sortes et tous pays, ils partaient, le coeur brulant, faire leur salut au bout des terres d'Occident, là où la mer un jour avait livré de corps de l'apotre Jacques.
Ik had het eerst niet in de gaten, en opeens zàg ik het spoor dat jij voor mij hebt nagelaten.
Mon père .
Assis dans un vieux fauteuil Recouvert d'un plaid usé, Il rêve de son passé, En attendant le sommeil.
La fumée d'un cigare Flottant au-dessus de lui, D'une auréole, pare, Sa tête grise, de nuit.
Vêtu d'un pantalon gris, Chemise de flanelle Sous le tablier bleu sali. Sa casquette est belle.
Il sait déjà que demain, Sera le grand jour pour lui. Mais il ne regrette rien, Et partira seul sans bruit .
***
La mort .
Le jour où tu viendras, A l'aube d'un matin, Me tendre les bras Me chercher par la main, Entre comme moi Par le fond du jardin.
Tu essuyeras tes pieds Sur le grand paillasson, Pour ne pas marquer Tes pas dans le salon, Et n'oublie pas d'ôter Ton noir capuchon.
La table sera mise Et le vin bien chambré, Quand tu sera assise Nous pourrons le goûter, Avant que je ne suive Ton ombre décharnée .
Mais si tu préfères Par surprise me faucher, Au début de l'hiver Ou au soir d'un été, Pousse la barrière Elle n'est jamais fermée.
Avant de m'emporter, De rendre ma valise, Laisse-moi griffonner Une dernière poésie Où je ferai chanter La beauté de la vie.
Ce n'est pas ce matin Que je quitterai le port, Puisque de mes mains J'ai caressé si fort Ses lèvres de satin Que je t'oublie, la mort.
+++
SEUL SUR LE CHEMIN .
J'ai traversé des villes, J'ai longé des cours d'eau J'ai rencontré des îles J'ai cotoyé le beau !
Tout au long du voyage Rien ne m'a retenu Même pas un signe de croix Tracé d'une main tremblante.
Le vent, la mer, la pluie M'ont façonné le coeur. Je suis leur propre image, Immuable douleur.
Je fais signe aux oiseaux, Seuls amis de ce monde, Qui m'entraînent dans une ronde A m'en crever la peau.
J'ai traversé des coeurs, J'ai rencontré des bras, J'ai caressé des fleurs, J'en ai ceuilli pour toi.
TENNIS DE TABLE MESATENISTA PING PANG QIU TISCHTENNIS TABLE TENNIS
photos courtesy ITTF
乒乓球 Stolni tenis Tenis Stolowy
ITTF TABLE TENNIS Classement mondial 26 - 08 - 2012 World Ranking Weltrangliste Ranking Mundial Värlen Rangordning Classifica Mondiale MESSIEURS : 1. ZHANG Jike - CHN 2. MA Long - CHN 3. XU Xin - CHN 4. WANG Hao - CHN 5. MIZUTANI Jun - JPN 6. MA Lin - CHN 7. BOLL Timo - GER 8. CHUANG Chih-Yuan - TPE 9. OVTCHAROV Dim - GER 10. WANG Liqin - CHN 11. JOO Se Hyuk - KOR 12. OH Sang Eun - KOR
-- DAMES : 1. DING Ning - CHN 2. LI Xiaoxia - CHN 3. LIU Shiwen - CHN 4. GUO Yan - CHN 5. ISHIKAWA Kasu - JPN 6. FUKUHARA Ai - JPN 7. FENG Tianwei - SIN 8. KIM Kyung - KOR 9. GUO Yue - CHN 10. WANG Yuegu - SIN 11. WU Yang - CHN 12. TIE Yana - HKG
De noodklok belt slechts éénmaal Komt weldra de ultieme speeltijd Ademen voor de laatste maal Gelukkig geen haat noch nijd Toch af en toe een flater Een zorg is dit voor later Lopen van os naar ezel Toch af en toe een flater Niet knikkers tellen, wel het spel Lopen van os naar ezel Dagelijks goed aan de kost Niet knikkers tellen, wel het spel Verwachtingen zelden ingelost Dagelijks goed aan de kost De beste blijft mijn moeder Verwachtingen zelden ingelost Water is het kostelijkste voeder De beste blijft mijn moeder Om bestwil een toontje lager zingen Water is het kostelijkste voeder Op zoek naar de diepte der dingen Om bestwil een toontje lager zingen Komt het varksken met de lange snuit Op zoek naar de diepte der dingen Nu is dit pantoumeke bijna uit Komt het varksken met de lange snuit Ademen voor de laatste maal Nu is dit pantoumeke bijna uit De noodklok belt slechts éénmaal.
Tibertyn. ***
Kleine mensenhand strooit op winterse dag kruimels voor de mus.
Schelpen op het strand die worden door de branding voor ons kind gebracht.
Molens in de wind draaien, draaien, en draaien in het vlakke land.
Kerstman in de straat borstelt met grote bezem sneeuw weg van de stoep.
De dode takken breken af bij felle wind van de avondstorm.
Kreten in de nacht van kikkers in de vijver lokken de reiger.
Hulpeloos jong lam verloren tussen struiken waar de wolf vertoeft.
De werkzame bij zoekt in de roze bloesems lekker naar honing.
The country with the biggest population in the world, the People's Republic of China, regards this sport as the most important.”
De pelgrim.
Hij is op de weg alleen al weet hij nog niet waarheen maar ergens stond geschreven dat hij die richting moest gaan en aarzelt hij soms even langs de eindeloze baan terwijl hij in zijn hart voelt dat velen eerder gingen mijmerend over dingen terwijl een windje afkoelt .
Verder dan Rome loopt de weg.
Ervaringen van een pelgrim.
01-09-2010
LANDEN - Santiago de Compostela 1999 - ( 3 ).
16. Mardi 25 mai. Mediolanum Santonum.
De wijn en het lekkere avondmaal lieten me goed slapen. De zon schijnt al scherp over de Charente wanneer ik de jeugdherberg van Saintes verlaat voor een ritje door deze oude stad. Wat een heerlijke dag. Met een plaatselijk wegkaartje vind ik gemakkelijk de stadswallen uit de IVde eeuw en de Abbaye des Dames uit 1047. Daarna rijd ik naar de kerk van Saint Eutrope die een hele wijk domineert.
Saint Eutrope maakte grote indruk op mij.
Ik had nog nooit gehoord van Saint Eutrope toen ik Olive Green parkeerde onder een boom. Toen ik naar de deur van de kerk wandelde merkte ik op dat er een lange rij panelen stond met geplastificeerde tekeningen van hedendaagse kunstenaars uit Saintonge. Zich inspirererend aan Vlaamse Primitieven, Pieter Breugel de Oude, Jeroen Bosch, en anderen, hadden zij een soort stripverhaal gemaakt over de vroegere tijden, toen tienduizenden naar de crypte onder deze kerk kwamen om er het graf van de heilige E. te bezoeken met de hoop via hem iets te bekomen van de Allerhoogste, van God de Schepper van Hemel en Aarde. De pentekeningen van deze tentoonstelling in open lucht spraken boekdelen. Kreupelen, zieken, geamputeerden, stervenden, sleurden zich tot hier, kropen op handen en voeten, lieten zich tot aan deze kerk op stootkarren of muilezels brengen. Moeders met hun gehandicapt kindje, grootvaders met hun blinde kleinzoon, familieleden van terdoodveroordeelden, ouders van verdwenen kinderen, zwangere vissersvrouwen van wie de echtgenoot door zeerovers als slaaf was weggevoerd, zusters van broers die nooit uit een oorlog of van een kruistocht waren teruggekomen, mannen en vrouwen uit een dorp kwamen waar pest, cholera, of melaatsheid was uitgebroken, groepen herders die hoopten dat de wolven hun schapen niet meer zouden opeten, boeren die offerden op een goede oogst en goede prijzen op de markten, pastoors die kwamen vergiffenis vragen voor de doodzonden van zij die hij had gebiecht, tantes die kaarsen kwamen aansteken opdat hun neef geen nicht zou blijven, dwergen die wat langer wilden worden, en zovele anderen met zovele intensies, en soms kwam er ook wel eens een jonge hertog, een koningskind of een troubadour die al zijn geld in de offerblokken kwam steken. Zij kwamen met velen, en dat werd geschat tot op zes miljoen gelovigen in de loop der eeuwen, of zo'n driehonderd mensen per dag tussen de XIde en de XVIde eeuw. Zij kwamen speciaal naar Saint Eutrope voor hulp, voor een mirakel, voor troost, voor een persoonlijke reden, en ook voor de 100 dagen aflaat die zij bekwamen. Verder waren er ook de voorbijkomende pelgrims van le Grand Chemin de Saint Jacques, de Jacquets die nog veel verder gingen tot in finibus terrae, die van heel ver uit het Noorden kwamen langs de Via Turonensis of de Via Agrippa, en die ook wel eens aan de relieken van Saint Eutrope een bezoek brachten. Die talrijke tekeningen maakten een felle indruk op mij. Met veel eerbied bezocht ik dan ook het graf van de heilige, en op de oude afgesleten stenen waren de enige voetstappen die wat geluid in de frisse grafkelder brachten die van mij.
Wie was Saint Eutrope ? Verschillende versies lopen door mekaar volgens dat de legende komt uit Saintonge, Poitou, Vendée, Bretagne, Sainte Marie de la Mer, of zelfs nog uit andere oorden. Hij wordt vaak vernoemd als de dertiende apostel. De oudste geschiedenisschrijver Gregoire de Tours vermeldt reeds Saint Eutrope de Saintonge in zijn In Gloriam Martyrum van 590. Hij zou een edelman geweest zijn die afkomstig was uit het land dat nu Iran heet. Eutrope bracht het christendom naar Saintonge, was een voorbeeld voor zijn medemensen, en werd benoemd als eerste bisschop van Saintes. Toen hij de rijke Eustelle bekeerde, een jonge dame van amper 13 jaar en dochter van de Romeinse gouverneur, kreeg hij moeilijkheden met haar vader. Deze betaalde met zwart geld maffiosi om rellen te organiseren in de Gallische hoofdstad van de Santonen.Toen de eerste bisschop de bevolking tot kalmte aanspoorde, was er een wildeman die met een bijl het hoofd afkapte van de christelijke leider die alzo als martelaar omkwam.Vele jaren later werden de beenderen van Eutrope terug opgegraven, en rond deze relieken ontstond verering en werden talrijke mirakelen vastgesteld.
Ik fiets op de N150 naar Varzay, Pisony, Les Tonnelles, Saint Romain de Bénet, Saujon. Ik verlaat de hoofdweg naar links en kom dan op kleinere wegen die me tijd doen verliezen. Ik richt me op de zon om in de richting van het Zuid-Westen te blijven rijden. Na de lunchpauze kom ik weer op de weg naar Royan en ergens in het midden tussen de velden voel ik plots een speciaal briesje dat heerlijk ruikt. Weldra zie ik in de verte de Gironde, met haar rijke wateren van de Dordogne en de Garonne, en bereik ik Royan, met zijn stranden, lucht en met reeds water uit de Atlantische Oceaan. Ik ontdek zonder moeite de plaats van inscheping om over de zeearm te geraken tot in Le Verdon sur Mer. Terwijl ik naar de meeuwen kijk komt daar aan Le Bac plots een man op een zwaar geladen fiets aangereden, en ja hoor, ook hij rijdt naar Santiago de Compostela. In de namiddag van de zestiende dag van mijn tocht is hij de eerste fietsende pelgrim die ik ontmoet. Hij heeft als familienaam Ferris, komt uit Bristol, en die oude kerel is een trouw lid van The Fraternity of Saint James. Hij mocht pas op pensioen gaan na gevangenisbewaker te zijn geweest. Hij had tijdens zijn loopbaan in de gevangenissen zelfs de grootste crimineel Fred West bewaakt ! Terwijl ik samen met Ferris op de overzetboot probeer te geraken, komt met een spurtje ook een tweede pedalerende pelgrim aangereden. Zijn koerstrui van AMEV laat zien dat hij uit Holland komt. Hij is 43 jaar oud en werkt voor Nedloyd. Hij vertelt me dat hij wel 200 km per dag aflegt. Zijn uiterlijk, zijn fiets, zijn minimale bagage, laten me zien dat dit mogelijk kan zijn, maar anderzijds geloof ik toch dat hij een partner heeft, wellicht zijn vrouw of vriendin, die ver voor hem uitrijdt met een wagen naar hotelkamers die werden gereserveerd. De Nedloyder wil op dinsdagavond nog de baai van Arcachon bereiken. Hij is dus geen wielrijder van mijn categorie. Ik wens hem veel geluk en zeg dat ik hem niet kan volgen omdat ik een route door de wijnstreek zal nemen om aan een veel lager tempo te vorderen omdat ik als gepensioneerde van Fortis zoveel meer tijd heb dan hij.
Ik zal dus moeten Engels praten met my new friend Ferris. Deze is akkoord om met mij te Soulac-sur-Mer de kosten van een hotelkamer te delen. We vinden plaats in een oud witgeverfd vakantiehuis en krijgen zowat een hele verdieping ter onzer beschikking. Samen rijden we nog wat met onze blote tweewielers rond te Soulac, where beer quite good is but very expensive. We eten de pensionkost waar we logeren. Het betekent niet veel. De gekoelde fles rosé Lys maakt echter veel goed.
17. Mercredi 26 mai.
Na breakfast met Ferris en scheiding, zet ik me op pad voor het groot klassiek parkoers door de Médoc dat me werd aanbevolen door een kenner, Meester Buyckx, kaartvriend van Rik Van Steenbergen en schrijver van een boek over de wijnen uit de streek die nu komt. Na wat rijden voel ik mij gehinderd door een schurend geluid aan mijn voorwiel. Nadat ik dat wiel eens heb gedraaid verdwijnt het akelig geluidje. Mijn handen zijn door dit mekaniekerswerk wat vuil geworden. Ik was ze met zeep uit mijn zeeptube. Ik schroef echter het dopje er niet goed terug op en dat zal gevolgen hebben, want bijna al mijn zeep zal weglekken in een van mijn fietstassen. Te Vendays-Montalivet koop ik l'Equipe en wat eten. Na korte rust op een zitbank vertrek ik weer. Omstreeks 13u00 kom ik aan restaurant La Table Tartine te Lesparre. Dan ontdek ik op mijn routeblad dat ik daar had moeten gaan eten volgens mijn planning. Met buikje vol stap ik toch maar binnen om een tweede maal te eten op deze middag. Ik beklaag me dat niet want het is in dat eethuis werkelijk zeer goed.
Au coeur du Médoc une petite équipe de passionés fournit un travail artisanal dans le respect de la tradition pourque les saveurs d'hier soient encore celles de demain.
Ik geraak niet goed meer verder met zo'n dubbel gevulde buik en ik zwerf op mijn gelukkig gemak door Blaignan, Saint-Germain d'Esteuil, Saint Estephe, Vertheuil, Pauilliac, Saint Julien. Ik rijd dus langs het nec plus ultra van de rode wijnen van Bordeaux, en zelfs tot tegen le Chateau Mouton Rothschild de Pauillac, premier grand cru classé dans la classification 1855 des grands vins de Bordeaux. Maar daar gedraag ik me toch als een barbaarse Wisigoot, als een proletarische idioot, want ik stop even en ga plassen tegen de haag van dat heiligdom van de kapitalisten. Omdat ik ook verdwaalde terwijl ik zocht naar le Site Archéologique de Brion zijn de uren alweer voorbijgevlogen. Ik stop nog even aan een Champion winkel om bananen te kopen en een Danone Drink met vitamines C, hetgeen betaalbaar is voor mijn geldbeugel. Daarna begin ik te speuren naar een plaats voor de nacht. Behalve verschrikkelijk dure hotels kom ik werkelijk niets tegen. Een uur gaat voorbij. Dan vraag ik toch wat aan een wandelaar. Ik moet helemaal naar een andere richting , naar Listrac en Médoc, voor een chambre d'hôte. Ik bereik wat later met vermoeid zitvlak Chateau Cap Leon Veyrin. Ik mag van geluk spreken want één gast die had gereserveerd is niet gekomen en ik kan dus toch een kamer krijgen bij deze wijnboer. Zo eindigt deze dag toch nog goed. Geen avondeten, want geen honger.
Chambre d'hôte au Chateau Cap Leon Veyrin een plaats om terug te bezoeken.
18. Jeudi 27 mai.
Voor het ontbijt mag ik aan tafel in een zaal naast een tentoonstelling waar de producten van Le Cru Bourgeois Chateau Cap Leon Veyrin te bezichtigen zijn. Een twintigtal mensen zijn er al aan het eten en voor mij werd een plaatsje voorbehouden naast Mister Mastroianni een man uit Californië die daar jaarlijks komt omdat hij de uitgever is van een bekende wijngids. Hij wil weten wat Le Chemin de Saint Jacques betekent en ik leg hem uit dat een fietsende pelgrim dagenlang tussen de Cabernet-Sauvignon en andere wijnranken rijdt wat toch zo fantastisch is. Pelgrims uit vroegere tijden dronken trouwens uitsluitend wijn tussen de Loire en Villafranca del Bierzo, en zelfs zij die langs Rijn, Moezel en Elzas kwamen , of door de Champagne of Toscane, deden dat ook. Zij hielden in hun vuist de palster waaraan een kalebas met wijn bengelde, en met hun geloof in God en met de kracht uit de wijn, geraakten zijn tot in het verre Santiago, in the Far South West where the sun goes down in the evening. Die West-Coast Mastroianni doet zijn grote ogen en oren open. Hij heeft vroeger dan 10u00 reeds genoeg stof om een nieuw wijnboek te schrijven over ' De Pelgrims en de Wijnen' .
Op de drukke weg naar Bordeaux zweet ik zeer veel wegens het drinken van thee aan het ontbijt gevolgd door een korte intense wijnproeverij bij die wijnboer. Het is warm en rond het middaguur bereik ik te Bruges nabij Bordeaux het steakhouse Côte à Côte. Voor 147 FF eet ik er duur maar toch erg stevig een entree, een stuk vlees, une île flottante, begoten met een half flesje rode wijn. Het verkeer wordt nog drukker dichter bij het centrum van de grote wijnstad. In La Maison du Bordeaux laat ik een stempel plaatsen in mijn ' carnet de route de pélerin de Saint Jacques' . Ik maak mezelf terug rijker aan een Bancontact. Mijn plichten van pelgrim duwen me naar Cathédrale Saint André de Bordeaux en naar La Basilique Saint Michel. Ik offer er wat franken en laat er enkele kaarsen branden.
Mijn plan is nu duidelijk. Ik wil een bezoek brengen aan Georges De Yazikoff en Carmen Cuenca, twee zeer oude mensen die ik had leren kennen te Brussel tijdens mijn werk van bankbediende. Zij wonen te Miramont-en-Guyenne. Dat is helemaal terug naar het Oosten. Daarom zal ik mij nogmaals wat per trein snel verplaatsen in die richting. Il telefoneer naar Georges, doch geen antwoord. De treinrit naar Marmande kost 61 FF. Voor de fiets is het gratis als hij wordt opgeborgen in een hoes. Ik wring er dus mijn plastieken grondzeil rond en werk af met stevige tape. Man en fiets samen op de trein en door geen enkele treinwachter gestoord, bereiken op de rails spoedig Marmande. Daar is het drukkend warm. Grote dorst overvalt mij. Tijdens een tweede telefoontje krijg ik contact met Carmen en die is erg blij met mijn aankomend bezoek. Ik had trouwens al eerder een zichtkaart gestuurd zodat zij wist dat ik diagonaal door Frankrijk aan het fietsen was, zodat zij stilletjes al een beetje op mijn bezoek hoopte.
Te Marmande is wielersport belangrijk. Ik wil een weinig bekende maar bijzondere wielerkampioen gaan bezoeken. Hij is een blinde veteraan die op een tandem merkwaardige prestaties had geleverd. Maar op het adres waar hij vroeger woonde en waar ik hem jaren geleden al eens had ontmoet, blijkt niemand hem nog te kennen. Wellicht is de man ondertussen overleden of zit hij ergens in een instelling. Op zijn tandem, met een ploegmakker die goede ogen én goede benen had, reed hij vele malen Bordeaux- Parijs, 600 km, in minder dan vierentwintig uren. Ik moet nog 23 km rijden tot Miramont waar ik vriendelijk word ontvangen door Carmen. In haar keuken eet ik kaas, biskwietjes, en ledig ik een fles rode wijn die ik zelf uit de kelder ging ophalen. De oude vrouw is nu alleen en vertelt me haar droevig verhaal. Ik mag bij haar logeren, gratis en zolang ik maar wil.
19. Vendredi 28 mai. Miramont de Guyenne.
Mijn zeer oude gastvrouw Carmen Cuenca is al om 5u00 opgestaan om te starten met haar indrukwekkend gezondheidsprogramma van elke dag. Ik ontspan de hele voormiddag wachtend op Monsieur Georges die pas om 11u45 op bezoek komt. Een taxi brengt hem van het ouderlingenhuis terug naar zijn eigen bungalow om uitzonderlijk met mij te middagmalen. Soms is deze veteraan te lastig en dan kan zijn vrouw hem niet meer uitstaan. Om de echtelijke vrede te bewaren logeert hij nu in een aparte kamer op afstand, waar hij ook medisch wordt gevolgd. De gepensioneerde ingenieur van EDF eet alleen nog maar gekookte wortelen, geplette aardappelen, begoten met enkele druppels olijfolie om zijn stoelgang te verbeteren. Daarna plaatst Carmen hem in zijn zetel en hij neemt zijn correspondentie door en snuffelt nog wat in de lokale krant.
Ondertussen mag ik Carmen brengen naar de supermarkt Cali met de wagen van die te oude mensen die amper nog zelf kunnen rijden. De inkopen zijn op mijn rekening en we vullen ons karretje voor 310 FF met salade, mayonnaise, geitenkaas, platte kaas, pâtes, een fles Mum champagne, vin du tsar, vin de Duras, boter, biscottes, steak, bonen, linzen, en stokbroden.
Terwijl ik met Georges praat komt een nieuwe kuisvrouw zich aanbieden en ik word voorgesteld als de verschrikkelijke sneeuwman in zomerse kledij.
Surprise. We worden aan tafel geroepen door Carmen voor een uitgebreide maaltijd. De voormalige modenaaister uit Parijs, die vroeger zelfs een kleed had gemaakt voor de beruchte Mistinguet, had werkelijk haar uiterste best gedaan. Alleen op het einde participeerde ook haar aanwezige echtgenoot. Dat was dan om te genieten van koekjes met kaviaar en champagne, en van koffie met taart uit het Baskenland. Daarna algemene stilte in huis want het is tijd voor een siesta.
Om 17u45 wordt de oude man heel zenuwachtig. Hij sprak zijn retour af met de taximan die hem terug naar zijn home moet brengen en de gehuurde auto komt nog niet aan. Toujours en retard ! Ik wil hem zelf met zijn eigen auto terug brengen, maar dat mag niet. Het OCMW weet beter niet dat hij nog zijn echtgenote bezoekt want dat is hem verboden door de rechter ! Om kosten te sparen liet de slimme oude Rus zich kwaadaardig dement verklaren. Zo is zijn kamer en verzorging veel goedkoper in het tehuis voor ouderlingen. Maar dan volgt een beetje later een kort getoeter en kunnen wij de oude lastbezorger in de taxi stoppen.
Carmen doet alles om me nogmaals goed te laten eten want ik zal wel honger hebben geleden gedurende al die dagen op mijn vélo ! Soep, pasta, paté, brood.
Ik schrijf nog wat kaartjes naar het thuisfront. Ik telefoneer naar huis om te vragen of dochter Martine goed heeft gepresteerd op haar examen bij de bio-ingenieurs te Leuven. Dat behoort tot mijn gewone vaderlijke plichten rond deze periode van ieder schooljaar, want ik heb immers twee grote dochters die goede studentinnen zijn.
20. Samedi 29 mai.
Petit déjeuner bien soigné par maman Carmen. Vruchtsapje, pruimenconfituur, toast, grand bol de café noir, enz.
La Bastide de Miramont de Lauzun werd reeds gebouwd op het einde van de dertiende eeuw door Edward I, de koning van Engeland. Pas na het verloop van de honderdjarige oorlog in 1453 veroverde Frankrijk dit gebied. Nu bekend als Miramont-de-Guyenne en Lot-et-Garonne près de Marmande, is deze kleine stad uit Aquitanië vermaard in heel Frankrijk om haar Pruneaux d'Agen, en om haar schoenen en sloefen. In 1975 waren er nog 3954 inwoners, maar velen zochten ondertussen hun geluk elders. In 1999 is de bevolking van Miramont verminderd tot 3360 en daarbij zijn dan nog de ouderen van La Maison de Retraite alsook Carmen en andere leeftijdsgenoten die geen toekomst meer hebben. Er zijn in de omgeving al ontelbare huizen leeg en die worden vaak opgekocht door de buitenlanders als vakantiewoningen. Opmerkelijk is trouwens dat er in de winkels en de restaurants tamelijk veel Engels te lezen valt. Isidore de Soussial is een beroemd man uit Miramont. Hij bracht er de industrie van de sloefen ( les chaussons à basane) gemaakt uit schapenwol. Mag verder ook wel worden geciteerd ene Général - niet Charles De Gaulle- maar wel Jacques-Philippe Delmas de Grammont. Op 2/7/1850 werd een wet gestemd die zijn naam draagt, en die nog altijd meetelt, want zij beschermt de huisdieren en kan mensen laten boeten omdat zij dieren verwaarlozen of slaan.
Ik vertrek met mijn fiets voor een verkenning van Miramont. Ik zoek het postkantoor en ga eens binnen in L'Etrier een Brasserie die werd uitgebaat door een Belg aan wie ik vroeger eens Belgische bieren bezorgde toen mijn reisdoel van autotourist Andorra was. Maar deze man liet ondertussen zijn zaak over na een ongeval met zijn motorcycle gevolgd ook nog door echtelijke scheiding. Na een Kronenbourg van 't vat beslis ik van te gaan zien waar mijn vriend Georges logeert en de wegwijzers volgend kom ik weldra terecht in zijn kamer. Babbeltje. Hij is wel blij met mijn bezoek. Weldra haalt hij uit zijn oorkussen een verbleekte omslag die hij had klaargelegd omdat ik de vorige dag reeds dit bezoek had aangekondigd. Yazikoff schenkt mij een aantal Belgische bankbriefjes. Het is zijn reserve om naar België te reizen, maar omdat hij dat nu niet meer kan moet ik die in zijn plaats uitgeven hoe en waar ik wil. Het gaat over 8.100 frank, maar 1.600 frank zijn biljetten die niet meer in omloop zijn. Ik bedank de oude man, alhoewel ik wat verveeld ben met zijn initiatief, en daarom beloof ik van kaarsen te branden voor hem op weg naar Saint- Jacques-de-Compostelle en van een geschenk te kopen voor zijn Carmen. Weldra is het weer tijd en komt verzorging zodat ik die kamer moet verlaten.
De sfeer in het ouderlingentehuis benam mijn lust om nog rond te toeren. Mijn fiets belandt terug in de kelder naast vele lege wijnflessen. Ik ontdek dat in die kelder jonge wilde konijntjes wonen. Een man staat plots in de tuin. Hij is de veearts die komt voor de kat van Carmen. Dat beest heeft een ongezonde haaruitval en zal pilletjes moeten slikken. Het is weer middag en ik open een fles rode wijn in de keuken. Ik laat aan de keukenprinses de omslag met het geld zien en stel haar voor om het fifty-fifty te delen. Zo speel ik voor de gelegenheid nog eens terug bankbediende want ik wissel en geef aan de vrouw franse franken. Terwijl ik drink aan mijn wijn komen dan naar mijn oren een reeks ' confidences ' van Carmen over haar echtgenoot zodat ik kom te weten dat mijn orthodoxe vriend eigenlijk niet de heer was voor wie ik hem nam. Stop, ik ben geen biechtvader, maar misschien doet het haar goed om een luisterend oor in haar keuken te hebben. Carmen trouwde pas op latere leeftijd nadat haar jongere zuster een vent in Normandië had gevonden. Zij was de derde echtgenote van Monsieur Georges. Ik knabbel kaas en stokbrood tot wanneer mijn buikje vol is en tot wanneer het verhaal van haar leven met een kozak uit de tijd van de Potemkine me duidelijker is geworden. Dan is het weer tijd voor siesta plat op mijn bed en om mijn reistassen wat te ordenen. Na het avondeten kijk ik op televisie samen met de dame van het huis naar het Eurovisie Festival.
21. Dimanche 30 mai.
De zondag begint met een algemeen nazicht van mijn geliefde fiets Olive Green. Poetsen en wassen gaat wel, maar in mechaniek ben ik geen handige Harrie. Ik pruts wat aan het voorwiel waar een slag in is, maar de situatie wordt nog erger en daarom besef ik dat er maandag een bezoek aan een professional te Miramont of te Marmande zal nodig zijn.
We schreven in voor het middagmaal van La Maison de Retraite Soussiale te 78400 Miramont-en-Guyenne. Iedere week gaat het daar 's zondags feestelijk culinair aan toe. Een traiteur zorgt dan voor het eten en niet het personeel van de andere dagen van de week. Op die ene dag dineren de bezoekers, familieleden en vrienden, er mee met de oudjes die daar wonen, na reservering uiteraard, en in 'n prachtige eetzaal waar alleen de 'pensionnaires' die bezoek krijgen mogen tafelen. Tijdens het aperitief en het voorgerecht speelt een man er op een piano. Hij zingt een chanson uit vroegere dagen ' Le temps qui passe ....' en neemt daarna ook plaats om te eten en te babbelen. Ik zit tegen een nieuwsgierige Italiaan en tegen een vrouw die vroeger taxiwoman was geweest op Roland Garros. Zij vervoerde kampioenen en beroemde toeschouwers. Deze maaltijd verloopt gezellig van 11u15 tot 15 u 30. Daarna weer siesta op mijn donkere kamer.
Waar ik verblijf zijn de kasten vol met dure mantels en vrouwenkleren van vroeger en vol met grote hoedendozen gevuld met stoffen, lintjes, goedkope juwelen, gespen, knopen en zelfs bont. Ik was een beetje nieuwsgierig. Tijdens die avond heb ik het opgebiecht en toen vernam ik dat het meestal kledingstukken waren van rijke vrouwen die het naaistertje dat Carmen was beloonden met dure spullen, maatwerk te goed om in de voddenmand te gooien, maar dat door mode en verlies van slanke lijn niet meer door de eigenaressen konden gedragen worden. Aan ieder kleed of jas was een naam verbonden en een oud verhaal dat me toch niet zou boeien, vertelde Carmen me. Ondertussen werd ik bijna als een zoon beschouwd door die tante die nooit het moederschap had gekend.
Reacties op bericht (1)
03-09-2010
Lieve vrijdaggroetjes
Zeer mooie foto's en mooi omschreven wilfried
:
Wanneer je iemand ziet zonder glimlach, geef hem dan een glimlach van jezelf
//
03-09-2010 om 11:40
geschreven door Nikki(brigitta)
EINDE VAN DEZE BLOG 26 08 2012
Hoe sterk is de eenzame fietser Die krom gebogen over z'n stuur tegen de wind Zichzelf een weg baant
Zoeken in blog
Een bescheiden blik in de geschiedenis van de wielersport is vaak al voldoende om de fascinatie te proeven.
Quand on partait de bon matin Quand on partait sur les chemins A bicyclette Nous étions quelques bons copains Y avait Fernand y avait Firmin Y avait Francis et Sébastien Et puis Paulette
On était tous amoureux d'elle On se sentait pousser des ailes A bicyclette Sur les petits chemins de terre On a souvent vécu l'enfer Pour ne pas mettre pied à terre Devant Paulette Faut dire qu'elle y mettait du cœur C'était la fille du facteur A bicyclette Et depuis qu'elle avait huit ans Elle avait fait en le suivant Tous les chemins environnants A bicyclette
NATHALIE.
La place Rouge était vide Devant moi marchait Nathalie Il avait un joli nom, mon guide Nathalie... La place Rouge était blanche La neige faisait un tapis Et je suivais par ce froid dimanche Nathalie... Elle parlait en phrases sobres De la révolution d'octobre Je pensais déjà Qu'après le tombeau de Lénine On irait au café Pouchkine Boire un chocolat... La place Rouge était vide Je lui pris son bras, elle a souri Il avait des cheveux blonds, mon guide Nathalie... Nathalie Dans sa chambre à l'université Une bande d'étudiants L'attendait impatiemment On a ri, on a beaucoup parlé Ils voulaient tout savoir, Nathalie traduisait Moscou, les plaines d'Ukraine Et les Champs-Élysées On a tout mélangé et on a chanté Et puis ils ont débouché En riant à l'avance Du champagne de France Et on a dansé... La, la la... Et quand la chambre fut vide Tous les amis étaient partis Je suis resté seul avec mon guide Nathalie... Plus question de phrases sobres Ni de révolution d'octobre On n'en était plus là Fini le tombeau de Lénine Le chocolat de chez Pouchkine C'était loin déjà... Que ma vie me semble vide Mais je sais qu'un jour à Paris C'est moi qui lui servirai de guide Nathalie... Nathalie
Marianne de ma jeunesse Ton manoir se dressait Sur la pauvre richesses De mon rêve enchanté
Les sapins sous le vent Sifflent un air étrange Où les voix se mélangent De nains et de géants
Marianne de ma jeunesse Tu as ressuscité Des démons des princesses Qui dans moi sommeillaient
Car ton nom fait partie Marianne de ma jeunesse Du dérisoire livre Où tout enfant voudrait vivre
Marianne de ma jeunesse Nos deux ombres enfuies Se donnèrent promesse Par-delà leurs joies et leur vie
Marianne de ma jeunesse J'ai serré sur mon cœur Presque avec maladresse Ton mouchoir de pluie et de pleurs
Il avait poussé par hasard Dans notre cour sans le savoir Comme un aveugle dans le noir Mon arbre Il était si petit Que c'était mon ami Car j'étais tout petit Comme lui J'attendais de lui le printemps Avec deux ou trois fleurs d'argent Un peu de vert, un peu de blanc Mon arbre Et ma vie s'accrochait A cet arbre léger Qui grandissait Comme je grandissais
Chanson de GILBERT BECAUD
Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde Quand tu n'es pas là S'arrètent de chanter Et se mettent à pleurer Larmes de pluie au ciel d'été Quand tu n'es pas là Le silence qui gronde Me donne si froid Qu'un jour ensolleillé Me fait presque pleurer Larmes d'ennui malgré l'été La ville fait de grâces La lune des grimaces Qui me laissent sans joie Les cantiques d'églises Malgré tout ce qu'ils disent Me font perdre la foi Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde La nuit sur mon toit Viennent se rassembler Et pour me consoler Chantent tout bas ' Elle reviendra ' Quand tu reviendras De l'autre bout du monde Quand tu reviendras Les oiseaux dans le ciel Pourront battre des ailes Chanter de joie Lorsque tu reviendras !
Le Pianiste de Varsovie Gilbert Bécaud
Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Chopin Je l`aime bien, Chopin Je jouais bien Chopin Chez moi à Varsovie Où j`ai grandi à l`ombre A l`ombre de la gloire de Chopin Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur Plus de sentiment Plus de mouvement Plus d`envolée Bien bien plus léger Joue mon garçon avec ton coeur Me disait-il pendant des heures Premier concert devant le noir Je suis seul avec mon piano Et ça finit par des bravos Des bravos, j`en cueille par millions A tous les coins de l`horizon Des pas qui claquent Des murs qui craquent Des pas qui foulent Des murs qui croulent Pourquoi? Des yeux qui pleurent Des mains qui meurent Des pas qui chassent Des pas qui glacent Pourquoi Le ciel est-il si loin de nous? Je ne sais pas pourquoi Mais tout cela me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur
What does not destroy us makes us stronger.
Rondvraag / Poll
Wie wordt wereldkampioen 2012 bij de profs ?
À la claire fontaine
M'en allant promener, J'ai trouvé l'eau si belle, Que je m'y suis baignée.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Sous les feuilles d'un chêne Je me suis fait sécher, Sur la plus haute branche, Un rossignol chantait.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Chante, rossignol, chante, Toi qui as le coeur gai, Tu as le coeur a rire, Moi, je l'ai à pleurer.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
J'ai perdu mon ami Sans l'avoir mérité, Pour un bouquet de roses, Que je lui refusai.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Je voudrais que la rose Fût encore au rosier, Et que mon doux ami Fût encore à m'aimer
Turning and turning, the world goes on We can't change it, my friend Let us go riding now through the days Together to the end Till the end
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Spinning and spinning, the dreams I know Rolling on through my head Let us enjoy them before they go Come the dawn, they all are dead Yes, they're dead
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Julia Tulkens .
Hebben wij elkaar gevonden in dit land van klei en mist waar tussen hemel en aarde ons leven wordt uitgewist ?
Ben ik nog schaduw, ben ik al licht, of is d'oneindigheid mijn aangezicht ?
Treed ik in wolken of in hemelgrond ? Er ruist een hooglied aan mijn lichte mond. In uw omarming hoe ik rijzend ril ... Mijn haren wuiven en de tijd valt stil .
Julia Tulkens.
SONNET POUR HELENE
Quand vous serez bien vieille, au soir, à la chandelle, Assise auprès du feu, dévidant et filant, Direz, chantant mes vers, en vous émerveillant : Papoum me célébrait du temps que j’étais belle.
Lors, vous n’aurez servante oyant telle nouvelle, Déjà sous le labeur à demi sommeillant, Qui au bruit de mon nom ne s’aille réveillant, Bénissant votre nom de louange immortelle.
Je serai sous la terre et fantôme sans os : Par les ombres myrteux je prendrai mon repos : Vous serez au foyer une vieille accroupie,
Regrettant mon amour et votre fier dédain. Vivez, si m’en croyez, n’attendez à demain : Cueillez dès aujourd’hui les roses de la vie.
Regretting my love, and regretting your disdain. Heed me, and live for now: this time won’t come again. Come, pluck now — today — life’s so quickly-fading rose.