Ik ben Journée Wilfried , en gebruik soms ook wel de schuilnaam PAPOUM.
Ik ben een man en woon in LANDEN (België) en mijn beroep is gepensioneerde , slapen, goed eten en drinken..
Ik ben geboren op 04/06/1944 en ben nu dus 80 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielersport en tafeltennis, geschiedenis, reisverhalen, chansons, humor..
C'est plein d'Uylenspiegel Et de ses cousins Et d'arrière-cousins De Breughel l'Ancien
Le plat pays qui est le mien.
Tous les chemins qui mènent à Rome Portent les amours des amants déçus et les mensonges des anges déchus.
Pelgrim
Wat zich gaande voltrekt in de ziel van de pelgrim is niet een toenemend verlangen naar het bereiken van zijn reisdoel, niet het vinden van het heilige aan het einde van zijn bedevaart, maar zijn overgave aan de ruimte, aan de kiezels op zijn pad, zijn besef van niet-weten, zijn afdalen in de leegte.
Zijn benen worden zijn vrienden, de regen zijn lijden, zijn angst wordt gericht naar de honden langs de weg, het vele legt hij af en hij rust in het Ene. Al trekkend komt hij nergens, voortgaande bereikt hij niets, maar zijn vreugde neemt toe om een bloem en een krekel, om een groet en een onderdak.
Zijn reisdoel en zijn thuis vloeien samen aan de horizon, hemel en aarde vinden elkaar op het kruispunt van zijn hart. Het heilige verdicht zich in de dieren en de dingen. Zijn aankomst ligt verborgen in de wijsheid van het Zijn.
Catharina Visser
De Weg.
In de verte gaat een pelgrim, eenzaam over het pad. Met een blik voorwaarts, eindeloos turen naar het pad. Het pad dat hem leidt, de wind die hem begeleidt. Samen èèn met de natuur, de geur,het geluid en omgeving. Daar toont de schepping hem, nederig dat het pad van zand zo hard als steen is. Soms ook warm,koud en nat. De pelgrim stapt over het harde pad, met als enige vriend zijn schaduw. Samen op hun weg.
When we got to the sea at the end of the world We sat down on the beach at sunset We knew why we had done it To know our lives less important than just one grain of sand.
En camino de Santiago Sur le chemin de St Jacques Iba una alma peregrina Allait une âme pérégrine Una noca tan obscura Une nuit si obscure Que ni una estrella lucia ; Que ne brillait aucune étoile ;
Le patron de toutes les filles C'est le saint Jacques des Bourdons; Le patron de tous les garçons C'est le saint Jacques des Coquilles. Nous pouvons tous les deux nous donner un bouquet, Coquilles et bourdons exigent que l'on troque; Cet échange affermit l'amitié réciproque, Et cela vaut mieux qu'un œillet.
Dat een pelgrim bij terugkomst niet wordt herkend door de mensen thuis, is een geliefd thema in middeleeuwse pelgrimsverhalen. Waarschijnlijk wil de legende daarmee aanduiden, dat de pelgrim door zijn bedevaart een ander mens is geworden; hij is op Christus gaan lijken. Dat wordt uitgedrukt door de omstandigheid dat de mensen van vroeger de teruggekeerde pelgrim niet meer herkennen: hij beantwoordt niet meer aan het oude beeld, dat zijn nog hebben; de pelgrim is een nieuwe mens geworden.
Betrouw geen pelgrim met een baard Die met een schooikroes geld vergaart Al beed'lend langs de wegen sjokt En met een deerne samenhokt.
Priez pour nous à Compostelle - Barret et Gurgand - 1977.
Par milliers, par millions, le besace à l'épaule et le bourdon au poing, ils quittaient les cités, les chateaux, les villages, et prenaient le chemin de Compostelle. Gens de toutes sortes et tous pays, ils partaient, le coeur brulant, faire leur salut au bout des terres d'Occident, là où la mer un jour avait livré de corps de l'apotre Jacques.
Ik had het eerst niet in de gaten, en opeens zàg ik het spoor dat jij voor mij hebt nagelaten.
Mon père .
Assis dans un vieux fauteuil Recouvert d'un plaid usé, Il rêve de son passé, En attendant le sommeil.
La fumée d'un cigare Flottant au-dessus de lui, D'une auréole, pare, Sa tête grise, de nuit.
Vêtu d'un pantalon gris, Chemise de flanelle Sous le tablier bleu sali. Sa casquette est belle.
Il sait déjà que demain, Sera le grand jour pour lui. Mais il ne regrette rien, Et partira seul sans bruit .
***
La mort .
Le jour où tu viendras, A l'aube d'un matin, Me tendre les bras Me chercher par la main, Entre comme moi Par le fond du jardin.
Tu essuyeras tes pieds Sur le grand paillasson, Pour ne pas marquer Tes pas dans le salon, Et n'oublie pas d'ôter Ton noir capuchon.
La table sera mise Et le vin bien chambré, Quand tu sera assise Nous pourrons le goûter, Avant que je ne suive Ton ombre décharnée .
Mais si tu préfères Par surprise me faucher, Au début de l'hiver Ou au soir d'un été, Pousse la barrière Elle n'est jamais fermée.
Avant de m'emporter, De rendre ma valise, Laisse-moi griffonner Une dernière poésie Où je ferai chanter La beauté de la vie.
Ce n'est pas ce matin Que je quitterai le port, Puisque de mes mains J'ai caressé si fort Ses lèvres de satin Que je t'oublie, la mort.
+++
SEUL SUR LE CHEMIN .
J'ai traversé des villes, J'ai longé des cours d'eau J'ai rencontré des îles J'ai cotoyé le beau !
Tout au long du voyage Rien ne m'a retenu Même pas un signe de croix Tracé d'une main tremblante.
Le vent, la mer, la pluie M'ont façonné le coeur. Je suis leur propre image, Immuable douleur.
Je fais signe aux oiseaux, Seuls amis de ce monde, Qui m'entraînent dans une ronde A m'en crever la peau.
J'ai traversé des coeurs, J'ai rencontré des bras, J'ai caressé des fleurs, J'en ai ceuilli pour toi.
TENNIS DE TABLE MESATENISTA PING PANG QIU TISCHTENNIS TABLE TENNIS
photos courtesy ITTF
乒乓球 Stolni tenis Tenis Stolowy
ITTF TABLE TENNIS Classement mondial 26 - 08 - 2012 World Ranking Weltrangliste Ranking Mundial Värlen Rangordning Classifica Mondiale MESSIEURS : 1. ZHANG Jike - CHN 2. MA Long - CHN 3. XU Xin - CHN 4. WANG Hao - CHN 5. MIZUTANI Jun - JPN 6. MA Lin - CHN 7. BOLL Timo - GER 8. CHUANG Chih-Yuan - TPE 9. OVTCHAROV Dim - GER 10. WANG Liqin - CHN 11. JOO Se Hyuk - KOR 12. OH Sang Eun - KOR
-- DAMES : 1. DING Ning - CHN 2. LI Xiaoxia - CHN 3. LIU Shiwen - CHN 4. GUO Yan - CHN 5. ISHIKAWA Kasu - JPN 6. FUKUHARA Ai - JPN 7. FENG Tianwei - SIN 8. KIM Kyung - KOR 9. GUO Yue - CHN 10. WANG Yuegu - SIN 11. WU Yang - CHN 12. TIE Yana - HKG
De noodklok belt slechts éénmaal Komt weldra de ultieme speeltijd Ademen voor de laatste maal Gelukkig geen haat noch nijd Toch af en toe een flater Een zorg is dit voor later Lopen van os naar ezel Toch af en toe een flater Niet knikkers tellen, wel het spel Lopen van os naar ezel Dagelijks goed aan de kost Niet knikkers tellen, wel het spel Verwachtingen zelden ingelost Dagelijks goed aan de kost De beste blijft mijn moeder Verwachtingen zelden ingelost Water is het kostelijkste voeder De beste blijft mijn moeder Om bestwil een toontje lager zingen Water is het kostelijkste voeder Op zoek naar de diepte der dingen Om bestwil een toontje lager zingen Komt het varksken met de lange snuit Op zoek naar de diepte der dingen Nu is dit pantoumeke bijna uit Komt het varksken met de lange snuit Ademen voor de laatste maal Nu is dit pantoumeke bijna uit De noodklok belt slechts éénmaal.
Tibertyn. ***
Kleine mensenhand strooit op winterse dag kruimels voor de mus.
Schelpen op het strand die worden door de branding voor ons kind gebracht.
Molens in de wind draaien, draaien, en draaien in het vlakke land.
Kerstman in de straat borstelt met grote bezem sneeuw weg van de stoep.
De dode takken breken af bij felle wind van de avondstorm.
Kreten in de nacht van kikkers in de vijver lokken de reiger.
Hulpeloos jong lam verloren tussen struiken waar de wolf vertoeft.
De werkzame bij zoekt in de roze bloesems lekker naar honing.
The country with the biggest population in the world, the People's Republic of China, regards this sport as the most important.”
De pelgrim.
Hij is op de weg alleen al weet hij nog niet waarheen maar ergens stond geschreven dat hij die richting moest gaan en aarzelt hij soms even langs de eindeloze baan terwijl hij in zijn hart voelt dat velen eerder gingen mijmerend over dingen terwijl een windje afkoelt .
Verder dan Rome loopt de weg.
Ervaringen van een pelgrim.
17-10-2010
Landen - Santiago de Compostela 1999 - (5).
28. Domingo 6 de junio.
De toffe Tenerifers slapen op zondagmorgen uit, ofwel luieren zij, ofwel vlammen zij razend verder op hun mountainbikes als waren zij bezig met de Crocodile Trophy in het centrum van Australië. Ik fiets langzamer, langer, en behoorlijker. Te Estella opnieuw aangekomen weet ik dat de wielerkoers Vuelta a Navarra daar het vertrek van een belangrijke rit heeft. Dat had ik reeds gelezen in de krant en gezien op de televisie de vorige dag. Ik wist zelfs dat mijn landgenoot Stijn Devolder op zaterdag had gewonnen. Ik verbroeder even te Estella met Herman Frison, met het personeel van de twee aanwezige beloftenploegen uit België en met de jonge renners. Ook ik rijd immers in een trui van de ASLK- FORTIS mijn ex-werkgever die een van die ploegen sponsort. Mijn randonneursfiets met zoveel bagage, mijn verzetten, interesseert die mannen wel, alsook de lengte en de bestemming van mijn wekenlange fietstocht. Ik groet aan de startlijn ook de Luikenaar Fléchet van de U.C.I. die er official is. Daarna vervolg ik mijn weg op de Camino tot aan het klooster van Irache waar ik de koperen kraantjes vind om gratis rode wijn te drinken. Ik wijs die bron van puur genot ter ere van Bacchus ook aan personen uit Holland, die op banale gewone fietsen rondrijden, toeristen met geen interesse wat betreft wijn, klooster, pelgrimsweg. Ik zou wel eens willen praten met een van de paters uit dat klooster, maar ik stel vast dat de hoogmis bezig is en zij allen tussen de geweldige muren aan het bidden zijn, samen met misschien wel tweehonderd gelovigen.
Verder daarom naar Los Arcos en Viana, waar een bestofte man aankomt die met een metalen slede getrokken door zes huskies reist op de onverharde wegen. De dieren hebben veel afgezien en drinken gretig. Logrono. Albergue por los Peregrinos, voor 300 pesetas een slaapplaats bekomen. Pas heb ik uitgepakt of een wandelaarster wil met mij van bed ruilen om terug bij stappers te zijn die zij al kent van vorige dagen. Voor mij blijft het goed, alhoewel ik later tijdens de nacht toch wel op een wankele matras zal moeten liggen. Maar de pelgrims te voet zijn zo moe en verdienen voor de nacht een beter bed dan ik.
Ik stap wat rond te Logrono, bezoek de Iglesia San Jacobeo, en ga een grote ijskreem eten. Wat later word ik aangetrokken door dos cervezas en tapa's. Ook de man met de half wilde huskies kwam te Logrono aan. Zoals andere voorbijgangers doen, geef ik hem duizend pesetas om wat eten te kopen voor die prachtige honden. Terug in de albergue gekomen word ik door mijn dames kamergenoten uitgenodigd om de rest van hun spaghetti met chorizo op te eten. Daar heb ik geen probleem mee. Met mijn buikje vol slaap ik dan toch goed in mijn slecht bed.
29. Lunes 7 de junio.
Pélerin du matin, n'attend pas la pluie sur son chemin. Zo gauw het klaar is, kruipen alle wandelaars uit hun bed, en weldra zijn er geen rugzakken, geen stokken, hoeden, stinkende kousen en schoenen, geen slecht gewassen T-shirts op de kamer. Ik draai me dus nog eens rond en slaap nog twee uurtjes verder, geholpen door het groot openstaand venster waar frisse lucht binnenkomt en geuren van de pelgrims van divers pluimage buitenwaaien zoals van de rook van een kampvuur dat is uitgebrand.Wanneer ik uiteindelijk toch wakker ben, doorklieft een vraagteken mijn wazige kop . Waar is mijn geel thermovestje met blauwe mouwen ? Ben ik het ergens vergeten, werd het gepikt door een kamergenoot, werd het per ongeluk meegescharreld door mijn buurman tijdens het vullen van zijn rugzak ? Oh, maar het is vandaag hier te Logrono kouder dan gisteren. Het is dus waarschijnlijk dat een 'slimme' stapper met te lichte kledij op dat moment mijn vestje aan het gebruiken is in de frisse ochtend. Nog voor de middag zal hij dat jasje dan weer zichtbaar ergens hangen op de Camino . Ja, zoals elders op onze planeet, zijn er op de heilige weg van de tocht naar Finis Terrae parasieten, profiteurs, gauwdieven, ... 'coquillards'... dat is de echte benaming.
Zonder vestje, maar rijker door deze ervaring, verlaat ik Logrono, en dat lukt me niet goed, ik ben verkeerd aan het rijden. Daarom stop ik, ga een grote koffie drinken, en na enige studie van kaart en documentatie geraak ik terug op tempo en in de goede richting. Beter nog, ik kan me in het wiel plaatsen van een koppel goed getrainde Hollandse fietsers en zo scoor ik gemakkelijk een aantal kilometers tot in Navarrete. Daar bezoek ik aan het kerkhof het Memorial DeCraemer op de plaats waar Vlaamse pelgrims werden doodgereden. Als een van de eerste leden van het Vlaams Genootschap van de Vrienden van Sint Jacob van Compostela had ik daarvoor van mijn geld gegeven. Het is daar nog gevaarlijker dan vroeger. De politie houdt er nochthans alle weggebruikers in het oog. Er ligt vers grint op de wandelweg. Voor de zolen van de voetgangers is dat heerlijk, doch het plakt aan mijn Schwalbe banden en daarom vervolg ik toch maar op de steenweg, ondanks vele gevaarlijke auto's en vrachtwagens.
Najera. Bij het binnenkomen van deze stad, merk ik op dat er een verhuiswagen uit Namen op een parking onder heerlijke bomen staat. Twee mannen halen stoelen en tafels uit deze grote camion. Zij bereiden een picknick voor. Dranken uit frigobox. Koffie en thee uit thermossen. Broodjes. Tomaten. Harde eieren. Halve appelsienen en halve bananen. Wafels. Kip. Klontjes. Vijgen. Plastieken flessen met plat mineraalwater. Zij zijn zo druk bezig dat zij zelfs niet zagen dat ik prompt ben gestopt en mijn fiets tegen de snuit van hun camion plaatste.
' Salut les Copains ! Est-ce ici le Contrôle de Ravitaillement du Tour de Navarre ? '
Aangename kennismaking met deze Walen. Binnen zes minuten verwachten zij een groep van twintig cyclotouristes de Namur en route pour Saint Jacques de Compostelle ! En inderdaad, onder leiding van Colonel Baron van de Para-Commando's met een zilveren valhelm, zullen die twintig sportievelingen op hun koersfietsen daar 40 minuten middagrust nemen. Toen ikzelf als milicien barman zonder baard was van de Mess-Onderofficieren te Marche-le-Dames, toen was die Baron nog maar een gespierd luitenantje. Op die dag, 34 jaren later wegen zowel hij als ik 24 kilo's zwaardern, ook al fietsen wij veel. Hij herkent me niet, want wie was ik toch in 1965, ... een slaafje om pinten te spoelen.... ! Hij was geen zuiper aan mijn bar, maar ik herkende hem toch nog dadelijk. Hé, Journée, ... klinkt het plots achter mij... en daar staat dan vader Paul , de verschrikkelijke veteraan pingponger van Leuze 65 bekend tot in Mongolië, ex-mekanieker op de basis van Beauvechain, ook hem zag ik sinds 22 jaren niet meer. Nog een derde man uit Namen komt me groeten, iemand die werkt bij de Fortis Bank en die mijn familienaam kent en weet dat de nieuwe wielertrui die ik daar draag moeilijk te vinden is, behalve voor wie een vinger heeft die roert tot diep in de Hoofdzetel van Fortis Bank- en Verzekeringen te Brussel. Fluitsignaal ! Langzaam zijn die wielertoeristen uit Namur zeker niet, want onder leiding van hun colonel rijden zij tegen 30k/u verder, precies om 13u00 zoals gepland tijdens de briefing van die ochtend aan de start van hun rit. Hoe gedisciplineerd kunnen ook Waalse wielrijders toch wel zijn, op de Weg naar Compostela waar ongewone mensen en dingen zich bewegen en te zien zijn. Ik kreeg biertjes en hapjes, maar dat wekte mijn eetlust op in plaats van mijn honger te stillen. Bij het uitrijden van Najera dus geen moment twijfel, in plaats van te puffen en zweten aan het tempo van die mannen uit Namen ga ik op een terras zitten en bestel El Menu del Peregrino. Dat wordt niks. Erger nog, ik moet daar wijn van het huis drinken waarin ijsblokjes liggen.
Mijn thermovestje ben ik dus definitief kwijt. Ik doe mijn regenjasje aan. Weldra zweet ik, en daarna krijg ik dan kou. Dat bevordert mijn snelheid niet, maar toch nader ik onweerstaanbaar de mythische plaats op de Camino en dat is SANTO DOMINGO DE LA CALZADA. Natuurlijk bezoek aan de haan en de kip van de kerk. Heeft betrekking op een oud verhaal dat ik op deze blog nog wel eens zal brengen, alhoewel het wijd en breed is bekend. Ik koop me ook een lichte wollen trui om het wat warmer te hebben. In de keuken van de Refugio praat ik met een oudere man uit Parijs die een spaghetti voor zeven personen maakt, alhoewel hij maar alleen is. Om die avond te kunnen eten in Hostal San Theresita, bij de nonnetjes, moet ik eerst naar een korte eredienst in dat klooster en zo iets kan alleen maar goed wezen voor mijn ziel van arme zondaar.
30. Martes 8 de junio.
Als ontbijt offreer ik mij een groot glas natuurlijke zumo de naranja en ik schrijf een groot aantal postkaarten voor het thuisfront. Op het ogenblik dat ik met dit alles klaar ben , komt het peleton uit Namen aangereden. Zij worden hard toegejuicht door mij en door de Spanjaarden en de andere pelgrims die getuigen zijn van hun doortocht door Santo Domingo de la Calzada.
De gele pijlen moet je volgen, want dan alleen ben je een echte pelgrim, en geen quidam die daar per toeval rondhangt. De N120 is een moderne spookweg, zonder ziel. Te Villafranca Montes de Oca stop ik om nog eens El Menu del Peregrino te proberen. Ik houd een lange siësta en vervolg via de flinke beklimming van de Alto de Pedraya en de bosweg naar San Juan de Ortega.
Siglo na siglo wordt mijn CREDENCIAL aangevuld met klassieke namen van de Camino. Het is een heerlijk fietsmenu dat volgt, dalend naar Burgos. Ik koop er een wegwerp fotocamera en schud terug pesetas uit de telebanco in de muur van een Caja Rural. Midden in de stad , in de winkelstraat Rua San Juan neem ik mijn intrek in Hostal Victoria. Ik vul de avond in Restaurant Pancho.
31. Miercoles 9 de Junio.
Aan het Office du Tourisme van Burgos ontmoet ik twee Nederlanders alsook de Vlaming Julien uit Haacht. Voor de klassieke foto ga ik naast de metalen pelgrim zitten op het plein voor de grote kerk. Samen drinken wij gezellig een koffie. Ik had deze kathedraal en de kapel met het zeer speciale Christusbeeld al vroeger bezocht, ik ben dus de aangewezen vrijwilliger, drink nog een tweede koffie en houd dan ook de wacht op de fietsen van mijn drie nieuwe kameraden want achterlaten en vastketenen is in een grote stad onvoldoende veilig.
De gele weg zal ik moeten volgen zo staat duidelijk op een reusachtig uithangbord met de landkaart voor wakkere peregrinos. Van albergue tot albergue, van siglo tot siglo, op onverharde wandelwegen ben ik verder gereden en zo zie ik de dozijnen pelgrims op mijn weg. Met een Hollander loop ik even mee te voet met mijn fiets aan de hand tot op een kruispunt een vijftal kleine wit-zwarte straathonden ons aanvallen. De wandelaar slaat met zijn stok, maar ik wip toch maar rap op mijn fiets om me te verwijderen van die blaffende viervoeters. Het is warm en ik ga wat schuilen in een fris lokaal in de schaduw, waar ik wat lees en schrijf. Een jonge vrouw met rugzak komt ook binnen en zo zijn we al met een tiental stappende pelgrims die wat uitpuffen, en ik die niet veel goesting heb om te fietsen. De jonge vrouw heeft haar notaboek laten liggen. Het water kookt nu eindelijk zodat mijn grote theepot klaar komt, want ik wil ook gesuikerde thee voor mijn drinkbus. Het moet niet altijd water, wijn, of bier zijn dat de pelgrim drinkt, en Spaanse koffie deugt niet voor mijn maag want dat voelde ik na het verlaten van Burgos. Ik zet de grote pot thee op mijn tafel en ga de peregrina haar notaboek terug geven. Ik hoorde al dat zij Engels sprak, maar nu kan zij ook Frans want zij komt uit Canada. Zij is comedienne van beroep. Zij wacht op een man en een vrouw die haar tempo niet konden volgen. Ik vermoed dat zij haar notaboek met opzet als aas had laten liggen om te zien of ik een gentleman was, of denkt zij dat ik en bever of een zalm zou zijn ? Tussen een rij bomen fietsen die wat schaduw geven, betekent fietsplezier van de bovenste plank.Weldra ben ik te CASTROGERIX in het Hostal Meson La Posada waar ik Julien uit Haacht terugvind die sedert het middaguur verbroederd heeft met een Schot. We eten die avond samen met drie aan dezelfde tafel.
32. Jueves 10 de Junio.
Julien heeft hetzelfde statuut als ik . Hij kreeg vervroegd pensioen van het Gemeentekrediet. We rijden samen langs Boadillo del Camino tot San Martin de Fromista, een plaats waar ik van hou , een prachtig Romaans kerkje, en daarom betaal ik een pintje aan mijn twee tochtgenoten van deze voormiddag, maar ik leg hen ook uit dat het beter is dat wij apart onze tocht verder zetten. Zo kunnen wij sportief verder rijden ofwel stoppen om te rusten of om na te denken, of ook nog om kennis maken met andere pelgrims die Sint Jacob ons zal laten ontmoeten op onze lange weg. Wij kwamen alle drie als individueel tot hier en moeten nu niet samenklitten. Maar ongetwijfeld zullen wij mekaar nog blijven zien alvorens wij Compostela bereiken, vermits onze dagschema's ongeveer overeenstemmen.
Carrion de los Condes. Terradillos, San Nicolas del real Camino. Ik bereik weldra VILLALCAZAR DE SIRGA en ik wacht daar op de warme kerktrappen tot etenstijd. Natuurlijk ken ik Pablo El Mesonero, de grote pionier uit Palencia die zoveel bijgedragen heeft tot de herontdekking van de aloude Camino de Santiago. Voor mij een dagschotel en dat is dan hetzelfde als een autobus Spaanse oude schonen van de Vrouwenbeweging van God weet welke parochie, die daar stipt op het middaguur zich aanmelden. Ik zit gewoon midden in die groep en probeer te vertellen van waar ik kom, in het Frans want mijn Spaans is onvoldoende. Zij verstaan me wel. Met minstens drie zou ik zeker mogen aanpappen want het zijn bijna allemaal lustige weduwen op uitstap.
Heerlijk traag draai ik mijn pedalen verder, tijd om wat te mijmeren, maar Sahagun geeft me niet meer dezelfde gevoelens als in 1984. Het is er allemaal kleinschalig verbouwd en modern geworden. Eeuwen geleden was er te Sahagun een machtig klooster, steen na steen afgebroken door baksteendieven tot er bijna niets meer van overbleef. Hier werd de vader van de moderne etnografie geboren, de minderbroeder Bernardino de Sahagun, die een belangrijk werk schreef in de XVIde eeuw over de religie en cultuur van de Azteken in Mexico.
Zeer vroeg meld ik me voor een kamer in Hostal La Codornitz ( de kwartel) . Ik was me goed en val dan in slaap op de zachte lakens van het bed. Uren later word ik wakker door luidruchtige feeststemming. Een fanfare en majoretten, jeugd en ouderen, meisjes en vrouwen, lopen door de straten en ja, hoor, daar komen dan de stiertjes aangelopen. Ik kijk toe van uit mijn venster op de eerste verdiepeng. Ondertussen werd de straat waar ik verblijf zwart van het volk. Allen begeven zich naar de arena. Ook ik probeer tot daar te geraken. Maar wringen en duwen bij valavond, om in de dichte massa verder te geraken op de Avenida de la Constitucion, maakt me te zenuwachtig en doet me terug zweten. Ik keer dus om, en ga nabij mijn hotel op een terras aan een rustig tafeltje zitten waar ik een fles wijn drink, en wat nootjes en chorizo eet. Rond middernacht volgt er een vuurwerk, maar dan lig ik al terug tussen mijn heerlijke Sahagunse lakens. Was dit het plaatselijke feest van San Firmino ? Naast mijn fiets, in de ondergrondse garage van dit hostal, stond die avond een prachtige nieuwe tandem die ongetwijfeld 10.000 waard was, maar ik had geen idee wie daarop aan het rijden was.
32. Viernes 11 de Junio.
Vermits ik een Einzelganger ben, en er geen hetero- noch homosexueel verkeer had plaatsgevonden tijdens de feeststemming op de door mij gehuurde kamer, wordt de prijs verlaagd van 9000 tot 6000 pesetas. Na een miniem ontbijt vertrek ik op de Via Romana.
Ik vorder op mijn tempo over een kiezelweg. Enkele sprintende mountainbikers rijden me voorbij, maar wat later staan zij daar allen terug langs de weg omdat één van hen stukken heeft. Ik roep lachend ' Qui va piano va sano ..' . Maar dat verstaan zij niet, misschien is dat dan toch geen goed Spaans hetgeen zo spontaan uit mijn mond kwam te rollen . El Burgo Ranero wacht op mij. Aan een baancafé stop ik. Daar zitten al twee wandelaars, toeristen die zo maar even een test komen doen om te weten wat het betekent 30 km te stappen op de Camino. Zij komen uit Zwitserland om te oefenen en willen later de hele pelgrimstocht afleggen . Mevrouw vindt het geweldig wat al die pelgrims op hun lange mars beleven, maar haar echtgenoot is doodmoe, heeft blaren aan zijn voeten door te nieuwe schoenen, en zit daar tegen zijn goesting. Mansilla de los Mulas. Foto aan het beeld. De groep mountainbikers komt daar ook aangereden, jonge mensen, bijna naakt op hun sportieve tweewieler, met een kleine rugzak maar met grote dure zonnebrillen op hun neus en muziek in hun oren.
Comer con gusto want ik eet daar een 'de tomo y lomo' steak met een fles rosé in de Montana en dat is dan al op een invalsweg naar de grote stad Leon. Ik volg de pijlen en de metalen schelpen op de stoep, en alzo kom ik gemakkelijk terecht op een slaapzaal voor peregrinos bij de nonnetjes.Te voet maak ik wat later een schone wandeling door Leon op zoek naar het beroemste klooster-hospitaal San Marcos de Leon op de weg van Santiago. Nu is dit een schitterende Parador Nacional. In die San Marcos ga ik een biertje drinken. Zo'n bestelling kost daar 420 pesetas, maar dat is de moeite waard omdat het meubilair daar onbeschrijfelijk mooi is. .
Reacties op bericht (1)
17-10-2010
liefs Nikki
Weer komen lezen
Weer of geen weer. Toch kom ik je graag een
gezellige zondag wensen
17-10-2010 om 08:27
geschreven door Nikki(brigitta)
EINDE VAN DEZE BLOG 26 08 2012
Hoe sterk is de eenzame fietser Die krom gebogen over z'n stuur tegen de wind Zichzelf een weg baant
Zoeken in blog
Een bescheiden blik in de geschiedenis van de wielersport is vaak al voldoende om de fascinatie te proeven.
Quand on partait de bon matin Quand on partait sur les chemins A bicyclette Nous étions quelques bons copains Y avait Fernand y avait Firmin Y avait Francis et Sébastien Et puis Paulette
On était tous amoureux d'elle On se sentait pousser des ailes A bicyclette Sur les petits chemins de terre On a souvent vécu l'enfer Pour ne pas mettre pied à terre Devant Paulette Faut dire qu'elle y mettait du cœur C'était la fille du facteur A bicyclette Et depuis qu'elle avait huit ans Elle avait fait en le suivant Tous les chemins environnants A bicyclette
NATHALIE.
La place Rouge était vide Devant moi marchait Nathalie Il avait un joli nom, mon guide Nathalie... La place Rouge était blanche La neige faisait un tapis Et je suivais par ce froid dimanche Nathalie... Elle parlait en phrases sobres De la révolution d'octobre Je pensais déjà Qu'après le tombeau de Lénine On irait au café Pouchkine Boire un chocolat... La place Rouge était vide Je lui pris son bras, elle a souri Il avait des cheveux blonds, mon guide Nathalie... Nathalie Dans sa chambre à l'université Une bande d'étudiants L'attendait impatiemment On a ri, on a beaucoup parlé Ils voulaient tout savoir, Nathalie traduisait Moscou, les plaines d'Ukraine Et les Champs-Élysées On a tout mélangé et on a chanté Et puis ils ont débouché En riant à l'avance Du champagne de France Et on a dansé... La, la la... Et quand la chambre fut vide Tous les amis étaient partis Je suis resté seul avec mon guide Nathalie... Plus question de phrases sobres Ni de révolution d'octobre On n'en était plus là Fini le tombeau de Lénine Le chocolat de chez Pouchkine C'était loin déjà... Que ma vie me semble vide Mais je sais qu'un jour à Paris C'est moi qui lui servirai de guide Nathalie... Nathalie
Marianne de ma jeunesse Ton manoir se dressait Sur la pauvre richesses De mon rêve enchanté
Les sapins sous le vent Sifflent un air étrange Où les voix se mélangent De nains et de géants
Marianne de ma jeunesse Tu as ressuscité Des démons des princesses Qui dans moi sommeillaient
Car ton nom fait partie Marianne de ma jeunesse Du dérisoire livre Où tout enfant voudrait vivre
Marianne de ma jeunesse Nos deux ombres enfuies Se donnèrent promesse Par-delà leurs joies et leur vie
Marianne de ma jeunesse J'ai serré sur mon cœur Presque avec maladresse Ton mouchoir de pluie et de pleurs
Il avait poussé par hasard Dans notre cour sans le savoir Comme un aveugle dans le noir Mon arbre Il était si petit Que c'était mon ami Car j'étais tout petit Comme lui J'attendais de lui le printemps Avec deux ou trois fleurs d'argent Un peu de vert, un peu de blanc Mon arbre Et ma vie s'accrochait A cet arbre léger Qui grandissait Comme je grandissais
Chanson de GILBERT BECAUD
Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde Quand tu n'es pas là S'arrètent de chanter Et se mettent à pleurer Larmes de pluie au ciel d'été Quand tu n'es pas là Le silence qui gronde Me donne si froid Qu'un jour ensolleillé Me fait presque pleurer Larmes d'ennui malgré l'été La ville fait de grâces La lune des grimaces Qui me laissent sans joie Les cantiques d'églises Malgré tout ce qu'ils disent Me font perdre la foi Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde La nuit sur mon toit Viennent se rassembler Et pour me consoler Chantent tout bas ' Elle reviendra ' Quand tu reviendras De l'autre bout du monde Quand tu reviendras Les oiseaux dans le ciel Pourront battre des ailes Chanter de joie Lorsque tu reviendras !
Le Pianiste de Varsovie Gilbert Bécaud
Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Chopin Je l`aime bien, Chopin Je jouais bien Chopin Chez moi à Varsovie Où j`ai grandi à l`ombre A l`ombre de la gloire de Chopin Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur Plus de sentiment Plus de mouvement Plus d`envolée Bien bien plus léger Joue mon garçon avec ton coeur Me disait-il pendant des heures Premier concert devant le noir Je suis seul avec mon piano Et ça finit par des bravos Des bravos, j`en cueille par millions A tous les coins de l`horizon Des pas qui claquent Des murs qui craquent Des pas qui foulent Des murs qui croulent Pourquoi? Des yeux qui pleurent Des mains qui meurent Des pas qui chassent Des pas qui glacent Pourquoi Le ciel est-il si loin de nous? Je ne sais pas pourquoi Mais tout cela me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur
What does not destroy us makes us stronger.
Rondvraag / Poll
Wie wordt wereldkampioen 2012 bij de profs ?
À la claire fontaine
M'en allant promener, J'ai trouvé l'eau si belle, Que je m'y suis baignée.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Sous les feuilles d'un chêne Je me suis fait sécher, Sur la plus haute branche, Un rossignol chantait.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Chante, rossignol, chante, Toi qui as le coeur gai, Tu as le coeur a rire, Moi, je l'ai à pleurer.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
J'ai perdu mon ami Sans l'avoir mérité, Pour un bouquet de roses, Que je lui refusai.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Je voudrais que la rose Fût encore au rosier, Et que mon doux ami Fût encore à m'aimer
Turning and turning, the world goes on We can't change it, my friend Let us go riding now through the days Together to the end Till the end
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Spinning and spinning, the dreams I know Rolling on through my head Let us enjoy them before they go Come the dawn, they all are dead Yes, they're dead
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Julia Tulkens .
Hebben wij elkaar gevonden in dit land van klei en mist waar tussen hemel en aarde ons leven wordt uitgewist ?
Ben ik nog schaduw, ben ik al licht, of is d'oneindigheid mijn aangezicht ?
Treed ik in wolken of in hemelgrond ? Er ruist een hooglied aan mijn lichte mond. In uw omarming hoe ik rijzend ril ... Mijn haren wuiven en de tijd valt stil .
Julia Tulkens.
SONNET POUR HELENE
Quand vous serez bien vieille, au soir, à la chandelle, Assise auprès du feu, dévidant et filant, Direz, chantant mes vers, en vous émerveillant : Papoum me célébrait du temps que j’étais belle.
Lors, vous n’aurez servante oyant telle nouvelle, Déjà sous le labeur à demi sommeillant, Qui au bruit de mon nom ne s’aille réveillant, Bénissant votre nom de louange immortelle.
Je serai sous la terre et fantôme sans os : Par les ombres myrteux je prendrai mon repos : Vous serez au foyer une vieille accroupie,
Regrettant mon amour et votre fier dédain. Vivez, si m’en croyez, n’attendez à demain : Cueillez dès aujourd’hui les roses de la vie.
Regretting my love, and regretting your disdain. Heed me, and live for now: this time won’t come again. Come, pluck now — today — life’s so quickly-fading rose.