Zoeken in blog

Foto
Foto
Over mijzelf
Ik ben Journée Wilfried , en gebruik soms ook wel de schuilnaam PAPOUM.
Ik ben een man en woon in LANDEN (België) en mijn beroep is gepensioneerde , slapen, goed eten en drinken..
Ik ben geboren op 04/06/1944 en ben nu dus 79 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielersport en tafeltennis, geschiedenis, reisverhalen, chansons, humor..
Inhoud blog
  • EINDE
  • Adieu l'Ami - Au Revoir.
  • De Flandriens uit Limburg.
  • Les soldats russes venus en France en 1916 .
  • HISTOIRE DU TENNIS DE TABLE - FP.
    Foto
      EINDE
     VAN DEZE BLOG

      26 08 2012
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto

    J. BREL

    C'est plein d'Uylenspiegel
    Et de ses cousins
    Et d'arrière-cousins
    De Breughel l'Ancien

    Le plat pays qui est le mien.

    Tous les chemins qui mènent à Rome
    Portent les amours des amants déçus
    et les mensonges des anges déchus.

    Foto
    Foto
    Foto
    Pelgrim

    Wat zich gaande voltrekt
    in de ziel van de pelgrim
    is niet een toenemend verlangen
    naar het bereiken van zijn reisdoel,
    niet het vinden van het heilige
    aan het einde van zijn bedevaart,
    maar zijn overgave aan de ruimte,
    aan de kiezels op zijn pad,
    zijn besef van niet-weten,
    zijn afdalen in de leegte.

    Zijn benen worden zijn vrienden,
    de regen zijn lijden,
    zijn angst wordt gericht
    naar de honden langs de weg,
    het vele legt hij af en hij rust in het Ene.
    Al trekkend komt hij nergens,
    voortgaande bereikt hij niets,
    maar zijn vreugde neemt toe
    om een bloem en een krekel,
    om een groet en een onderdak.

    Zijn reisdoel en zijn thuis
    vloeien samen aan de horizon,
    hemel en aarde vinden elkaar
    op het kruispunt van zijn hart.
    Het heilige verdicht zich
    in de dieren en de dingen.
    Zijn aankomst ligt verborgen
    in de wijsheid van het Zijn.

    Catharina Visser

    Foto
    De Weg.

    In de verte gaat een pelgrim,
    eenzaam over het pad.
    Met een blik voorwaarts,
    eindeloos turen naar het pad.
    Het pad dat hem leidt,
    de wind die hem begeleidt.
    Samen èèn met de natuur,
    de geur,het geluid en omgeving.
    Daar toont de schepping hem,
    nederig dat het pad van zand
    zo hard als steen is.
    Soms ook warm,koud en nat.
    De pelgrim stapt over
    het harde pad,
    met als enige vriend
    zijn schaduw.
    Samen op hun weg.
    When we got to the sea at the end of the world
    We sat down on the beach at sunset
    We knew why we had done it
    To know our lives less important than just one grain of sand.
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    En camino de Santiago
    Sur le chemin de St Jacques
    Iba una alma peregrina
    Allait une âme pérégrine
    Una noca tan obscura
    Une nuit si obscure
    Que ni una estrella lucia ;
    Que ne brillait aucune étoile ;

    Foto
    Foto

    Le patron de toutes les filles
    C'est le saint Jacques des Bourdons;
    Le patron de tous les garçons
    C'est le saint Jacques des Coquilles.
    Nous pouvons tous les deux nous donner un bouquet,
    Coquilles et bourdons exigent que l'on troque;
    Cet échange affermit l'amitié réciproque,
    Et cela vaut mieux qu'un œillet.

    Foto

    Dat een pelgrim bij terugkomst niet wordt herkend door de mensen thuis, is een geliefd thema in middeleeuwse pelgrimsverhalen. Waarschijnlijk wil de legende daarmee aanduiden, dat de pelgrim door zijn bedevaart een ander mens is geworden; hij is op Christus gaan lijken. Dat wordt uitgedrukt door de omstandigheid dat de mensen van vroeger de teruggekeerde pelgrim niet meer herkennen: hij beantwoordt niet meer aan het oude beeld, dat zijn nog hebben; de pelgrim is een nieuwe mens geworden.

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Betrouw geen pelgrim met een baard
    Die met een schooikroes geld vergaart
    Al beed'lend langs de wegen sjokt
    En met een deerne samenhokt.



    Priez pour nous à Compostelle - Barret et Gurgand - 1977.

    Par milliers, par millions, le besace à l'épaule et le bourdon au poing, ils quittaient les cités, les chateaux, les villages, et prenaient le chemin de Compostelle. Gens de toutes sortes et tous pays, ils partaient, le coeur brulant, faire leur salut au bout des terres d'Occident, là où la mer un jour avait livré de corps de l'apotre Jacques.
     
    Foto
    Foto
    Ik had het eerst
    niet in de gaten,
    en opeens
    zàg ik het spoor
    dat jij voor mij
    hebt nagelaten.
    Mon père .

    Assis dans un vieux fauteuil
    Recouvert d'un plaid usé,
    Il rêve de son passé,
    En attendant le sommeil.

    La fumée d'un cigare
    Flottant au-dessus de lui,
    D'une auréole, pare,
    Sa tête grise, de nuit.

    Vêtu d'un pantalon gris,
    Chemise de flanelle
    Sous le tablier bleu sali.
    Sa casquette est belle.

    Il sait déjà que demain,
    Sera le grand jour pour lui.
    Mais il ne regrette rien,
    Et partira seul sans bruit .

             
              ***
    Foto
    La mort .

    Le jour où tu viendras,
    A l'aube d'un matin,
    Me tendre les bras
    Me chercher par la main,
    Entre comme moi
    Par le fond du jardin.

    Tu essuyeras tes pieds
    Sur le grand paillasson,
    Pour ne pas marquer
    Tes pas dans le salon,
    Et n'oublie pas d'ôter
    Ton noir capuchon.

    La table sera mise
    Et le vin bien chambré,
    Quand tu sera assise
    Nous pourrons le goûter,
    Avant que je ne suive
    Ton ombre décharnée .

    Mais si tu préfères
    Par surprise me faucher,
    Au début de l'hiver
    Ou au soir d'un été,
    Pousse la barrière
    Elle n'est jamais fermée.

    Avant de m'emporter,
    De rendre ma valise,
    Laisse-moi griffonner
    Une dernière poésie
    Où je ferai chanter
    La beauté de la vie.

    Ce n'est pas ce matin
    Que je quitterai le port,
    Puisque de mes mains
    J'ai caressé si fort
    Ses lèvres de satin
    Que je t'oublie, la mort.


              +++
    Foto
    Foto
    Foto
    SEUL  SUR  LE  CHEMIN .

    J'ai traversé des villes,
    J'ai longé des cours d'eau
    J'ai rencontré des îles
    J'ai cotoyé le beau !

    Tout au long du voyage
    Rien ne m'a retenu
    Même pas un signe de croix
    Tracé d'une main tremblante.

    Le vent, la mer, la pluie
    M'ont façonné le coeur.
    Je suis leur propre image,
    Immuable douleur.

    Je fais signe aux oiseaux,
    Seuls amis de ce monde,
    Qui m'entraînent dans une ronde
    A m'en crever la peau.

    J'ai traversé des coeurs,
    J'ai rencontré des bras,
    J'ai caressé des fleurs,
    J'en ai ceuilli pour toi.
    Foto
    Foto
    Foto
    卓球
    Настольный теннис
    टेबल टेनिस
    Стони тенис
    เทนนิสโต๊ะ
    Bóng bàn
    탁구
    تنس الطاولة

    TENNIS DE TABLE
     MESATENISTA
    PING PANG QIU
     TISCHTENNIS
    TABLE  TENNIS


      photos courtesy  ITTF 


    乒乓球
    Stolni tenis
    Tenis Stolowy

    ITTF    TABLE   TENNIS 
        Classement mondial 
         26 - 08 - 2012  
    World  Ranking
    Weltrangliste
    Ranking Mundial
    Värlen Rangordning
    Classifica Mondiale 

    MESSIEURS :

    1. ZHANG Jike - CHN
    2. MA Long - CHN
    3. XU  Xin - CHN
    4. WANG  Hao -
    CHN
    5. MIZUTANI Jun - JPN
    6. MA  Lin  - CHN
    7.  BOLL Timo -  GER
    8. CHUANG Chih-Yuan - TPE
    9. OVTCHAROV Dim - GER
    10. WANG  Liqin - CHN
    11.  JOO Se Hyuk - KOR
    12. OH Sang Eun - KOR

    --    DAMES :
    1. DING Ning - CHN
    2. LI Xiaoxia - CHN
    3. LIU Shiwen - CHN
    4. GUO Yan - CHN
    5
    . ISHIKAWA Kasu - JPN
    6. FUKUHARA Ai - JPN
    7. FENG Tianwei - SIN
    8. KIM Kyung - KOR
    9. GUO Yue - CHN
    10. WANG Yuegu - SIN
    11. WU Yang  -  CHN
    12. TIE Yana - HKG

     

    Info  =  www.ittf.com 
    ( anglais,allemand,chinois).

    http://www.ittf.com/_front_page/itTV.asp?category=ittv_New

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    December 1990 - Pantoum.

    De noodklok belt slechts éénmaal
    Komt weldra de ultieme speeltijd
    Ademen voor de laatste maal
    Gelukkig geen haat noch nijd
    Toch af en toe een flater
    Een zorg is dit voor later
    Lopen van os naar ezel
    Toch af en toe een flater
    Niet knikkers tellen, wel het spel
    Lopen van os naar ezel
    Dagelijks goed aan de kost
    Niet knikkers tellen, wel het spel
    Verwachtingen zelden ingelost
    Dagelijks goed aan de kost
    De beste blijft mijn moeder
    Verwachtingen zelden ingelost
    Water is het kostelijkste voeder
    De beste blijft mijn moeder
    Om bestwil een toontje lager zingen
    Water is het kostelijkste voeder
    Op zoek naar de diepte der dingen
    Om bestwil een toontje lager zingen
    Komt het varksken met de lange snuit
    Op zoek naar de diepte der dingen
    Nu is dit pantoumeke bijna uit
    Komt het varksken met de lange snuit
    Ademen voor de laatste maal
    Nu is dit pantoumeke bijna uit
    De noodklok belt slechts éénmaal.

    Tibertyn.    ***
    Foto
    Kleine mensenhand
    strooit op winterse dag
    kruimels voor de mus.

    Schelpen op het strand
    die worden door de branding
    voor ons kind gebracht.

    Molens in de wind
    draaien, draaien, en draaien
    in het vlakke land.

    Kerstman in de straat
    borstelt met grote bezem
    sneeuw weg van de stoep.

    De dode takken
    breken af bij felle wind
    van de avondstorm.

    Kreten in de nacht
    van kikkers in de vijver
    lokken de reiger.

    Hulpeloos jong lam
    verloren tussen struiken
    waar de wolf vertoeft.

    De werkzame bij
    zoekt in de roze bloesems
    lekker naar honing.
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    The country with the biggest population in the world, the People's Republic of China, regards this sport as the most important.”

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    De pelgrim.

    Hij is op de weg alleen 
    al weet hij nog niet waarheen
    maar ergens stond geschreven
    dat hij die richting moest gaan
    en aarzelt hij soms even
    langs de eindeloze baan
    terwijl hij in zijn hart voelt
    dat velen eerder gingen
    mijmerend over dingen
    terwijl een windje afkoelt .
    Verder dan Rome loopt de weg.
    Ervaringen van een pelgrim.
    27-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Landen - Santiago de Compostela 1999 - (6).
    :?:


    34. Sabado  12 de Junio.

    Leon.
      In dit klooster zijn er duidelijke voorschriften. Niemand mag eerder buiten dan 6u00  en iedereen moet de slaapzaal verlaten hebben om 8u00.  Ik was daar tussen Hollanders doch s' avonds waren zij te moe en 's ochtends veel te gehaast om kennis te maken en te praten.  Op weg door Leon kom ik een fietser uit Fléron nabij Luik tegen. Ik vertel dat ik in zijn gemeente harde matchen pingpong had gespeeld met de tijdsregel, ondermeer tegen Louis Joyeux. De wereld is klein. Die fietser kende die Louis vrij goed. Ik telefoneer naar huis waar alles flink wordt gerund door mijn Sonja. Terug op het plein aan San Marcos neem ik enkele foto's. De Luikenaar is daar ook nog, want hij blijft het hele weekend te Leon en krijgt daar zelfs bezoek. Ik raad hem aan van binnen te gaan in de prachtige Parador en hij doet dat.

    Ik bezoek  El Virgen del Camino en kan daar voor een 'barato' prijs van 495 pesetas Zumo, café grande con leche, y dos boccadilos eten. San Miguel del Camino. San Martin del Camino. Hospital de Orbigo. Het is warm en ik ga schuilen in een albergue waar ik een koele cola met gin drink, in afwachting van mijn middageten. Ik neem al mijn tijd, schrijf een brief, en wacht want op de zinderende weg is het verschrikkelijk moeilijk, zeker met die lome benen van mij.

    Astorga. Er loopt daar een wielerwedstrijd van lagere categorie. Ik blijf een tijdje kijken. Daarna ga ik op zoek naar een stempel voor mijn pelgrimsboekje. In de refugio van Astorga zie ik de mountainbikers weer, maar nu is er ook een sportieve jonge dame bij, met prachtige benen. Zij is  een Madrileense.

    Bij het verlaten van die stad vlam ik niet verder op de grote steenweg zoals de vele te snelle sportievelingen dat doen op hun koersfietsen. Ik rijd niet naar de grote stier, publiciteitsbord hoog op de heuvel, maar ik neem naar links waar de voetgangers in het zweet en met pijnlijke voeten hun zielezaligheid verdienen op de Camino. Aan het eerste café in deze richting, ga ik eerst van een pintje genieten en vertrek wat later met pijnlijke kuiten. De wind waait nu tegen en het is bergop. Slecht en ongelijk is het wegdek, bijna mals door de warmte. Ik zie het helemaal niet zitten om de Pantani uit te hangen. Maar, mijn redding werd door de Apostel Jacob al voorzien want te
    Murias de Recilvaldo wacht een kleine refugio op mij. Ik kom daar op een kamer met een Oostenrijker. Wat verder is er het Restaurant San Antonio. De baas is daar helemaal zot van de Camino,en vraagt me uit. Door mijn  kleine kennis van 't Spaans en omdat andere mensen er ook komen tafelen vlot onze communicatie echter niet.

    35. Zondag, 13 juni.

    Met sterke ambitie begin ik als  ' flandrien'  deze hoogdag . Er komt nu een groots parcours over de Puerto de la Cruz y Puerto de Manjarin.  De weg is nieuw aangelegd, met drie evenwijdige camino's voorzien voor voetgangers en lopers, fietsers en paarden, auto's en vrachtwagens. Stop in Bar Cowboy, omwille van de leuke naam, en voor een goed hapje en een natje. Rabanal del Camino . De mooie  Refugio van Saint James is op dat uur  'closed' . Spijtig !
    Daar is hij dan weer, die Schot die ik te Fromista verliet. Tom Huxtable is the name and not Angus MacDonald nor Stewart Obree. Hij duwt een veel te groot verzet en kan niet  ' en danseuse' klimmen omdat zijn bagage slecht is verdeeld over zijn oude koersfiets, met alle gewicht in èèn zak op het achterwiel  !

    Tevens haal ik daar in die klim een rare kerel in. Hij trekt een speciaal karretje met al zijn spullen en vordert aan hoog tempo. Maar dan plots stopt hij na de volgende bocht, en stilstaand begint hij, met d'ogen toe en kloppend hart, te bidden. Hij heeft geen interesse voor het landschap noch voor mij. Hij is mager, behaard, draagt een monnikspij en sandalen voor zijn blote voeten. Deze boeteling gaat snel naar omhoog en merkwaardig is zijn uithoudingsvermogen. 

    Foncebadon. Bijna verlaten, stenen en muren, loslopende honden zonder meester, spookdorp, maar toch kom ik daar niet alleen want er is daar nog een andere sterveling, een pelgrim die reeds terugkomt van Santiago. Hij mag bergaf rijden, naar het Oosten zonder tegen de anderen te botsen.  De man is stratenmaker van beroep. Hij rijdt op een koersfiets, met een kleine rugzak, en vele jaren achter elkaar heeft hij al  Biarritz-Santiago-Biarritz gereden. Daarvoor had hij telkens 9 dagen nodig, want hij rijdt 200 km per dag 'sur le chemin de St-Jacques' , en daartussen één volle dag verblijft hij in en rond de Kathedraal van Santiago. Boven aan het kruis, aan de hoop stenen waar een steentje kan worden bijgedragen, ontmoet ik een man die Nederlands praat, een automobolist. Hij legt me uit dat het vroegere antieke Cruz de Ferro één maand eerder werd gestolen en vervangen door een ander smaakloos exemplaar . 
    Ik maak reeds wat vaart voorbij deze col, en kom aan
    El Refugio de Los Tempelarios, geschikte stopplaats voor een glas wijn. Er wordt daar een vuur aangelegd voor een spoedig beginnende barbecue. Ik loop er wat rond.  Merkwaardige plaats !  Merkwaardige mensen  ! Maar ik moet verder op de lange weg, ook al ligt het vlees al boven de hitte van het vuur,  maar dat was misschien wel een verkeerde beslissing.

    Wat verder haal ik 'downhill' terug  Mister Thomas Huxtable in. Hij is gevallen , zonder erg volgens zijn bewering van dappere routier, maar ik geef hem toch maar mijn flesje 90% alcool, straffer dan bruine whisky uit Aberdeen, om te ontsmetten en met een paar zelfklevende plaasters verzorg ik zijn wondjes. Zijn fiets is te licht en zijn bagage te zwaar, dat maakt zijn tweewieler nogal weinig stabiel is in de afzink van zo'n puerto. Hij is bang en wil daarom de Manjarin te voet afdalen. Dat doe ik dan ook maar in zijn gezelschap, nadat ik mijn Mephisto wandelschoenen heb aangetrokken.

    We arriveren,  een kwartier of wat langer later, aan de frisse Fuente de la Truche, waar we ons goed wassen, en dan nog wat verder komen wij te El Acebo, waar we gaan middagmalen in het restaurant Meson Oasis del Bierzo. Menu du Jour, aanbevolen door de waardin, regionale specialiteit van het schaap, met dessert-ijskreem, en dat kost voor twee 2800 pesetas.

    We stoppen aan het monument voor de dode Duitse fietser te Molinaseca, en samenwerkend Haspengouw-Schotland bereikt Ponferrada, Cacabellos, en uiteindelijk
    Villafranca del Bierzo. Mijn plan om daar te gaan slapen in de Parador op deze zondag wordt gretig aanvaard door Huxtable, die er als 60-plusser en lid van Saint James  35% reductie krijgt. Wij nemen, op onze kamer met twee grote bedden, allebei na mekaar een bad en ik doe een slaapje terwijl den Thomas zijn bagage anders inricht.  In de Spaanse avond gaan we wandelen doorheen Villafranca , de zeer belangrijke halte op de Camino de Santiago.

    Ondertussen heeft Huxtable me bekend dat hij weinig had getraind, niet op de gepaste fiets reed, en vooral dat hij bijna niets had gegeten sedert hij te Santander met de boot was aangekomen. Hij was in die Puerto de Manjarin gewoon, door afkoeling en tekort aan suiker, in zwijm gevallen. Dat moet 'de knock-out klop' van de man met de hamer geweest zijn die een nochthans taaie pelgrim te grazen had genomen. Ik zag maar een oplossing voor hem, we moesten terug nog meer gaan eten, wat voor mij geen probleem was, noch financieel noch op gebied van eetlust en hongergevoel . We gingen dus op het plein van Villafranca del Bierzo pannekoeken eten met slagroom, een halve suikerpot, en tassen tea. Goed gesprek. Twee niet-Spaanse vrouwen waren voortdurend naar mij aan het kijken. Ik vroeg me af waarom.  Huxtable bleef maar zagen en zagen over de zalmen  van Dumfriesshire, terwijl er bij mij thuis in onze Molenbeek maar magere stekelbaarsjes zitten.

    36.  Monday  June the 14th .

    Huxtable was zo blij met mij als compagnon, hij noemde mezelf zijn redder, dat hij zelfs die avond me vertelde waarom hij aan het pelgrimeren was, en aan het afzien was op zijn verdomde bicycle. Zijn fiets was een Raleigh met Dunlop banden en dat is toch geen belachelijk speelgoed, eerlijk gezegd. Hij had veel zorgen om zijn zoon van 29 jaar die verslaafd was aan drugs, en strafbare feiten had gepleegd. Als gepensioneerde militair, ex-mekanieker bij de Royal Air Forces, had hij gehoopt op een aangenamer oude dag. Maar alles liep verkeerd. Op een dag kreeg hij van iemand de raad om te gaan fietsen op de pelgrimsroute in Spanje, en te vragen aan Saint James of hij niet die zoon terug op een beter pad zou kunnen brengen.Maar zelfs ook die nacht ging het verkeerd met de nog gelovige Thomas Huxtable.

    04.u00 . Met mijn zuiver geweten, mijn goed hart en goede longen, slaap ik lekker in de schone Parador van Villafranca del Bierzo en ik word wakker door lawaai in de badkamer. Ik zie dat de lakens van  mijn gebuurs bed zijn weggenomen. Ik ga in de badkamer en zie dat Huxtable zijn lakens aan het wassen is.  Wat een kerel is dat  ....  ?  Hij is doodziek en hij heeft tijdens de nacht diarree gehad. Tijdens zijn slaap heeft hij het in zijn bedde gedaan en op zichzelf gedaan.  Wat een stank  ! De zestiger is bijna aan het huilen door al zijn miserie. Uit schaamte wil hij zo vlug mogelijk stiekem de propere Parador verlaten, vermits wij bij inschrijving toch al hadden betaald, om op de fiets te zijn waarvan vlug kan af worden gesprongen om het snel en zonder schade in de natuur te doen, indien terug nodig. 




     

    Moet ik je misschien een voor jou te lange koerstrui geven, als tartan, zodat je met je bloot Schots gat op je Brooks kan verder fietsen naar Saint James , vraag ik hem, maar in zijn ogen lees ik dan ellende, erger nog als ware hij de doelman van de Rangers die met 0/6 tegen de Celtics verloren hadden. Ik smijt zijn lakens op een hoopje in een hoek van de badkamer , en ik duw de Schot onder de douche. Slaap verder in mijn bed tussen andere lakens, ik neem wel mijn slaapzak en zal op het tussenverdiep in de sofa verder slapen. Ik open groot het raam van onze kamer en vertrek naar het stijlvol salon buiten de bezoedelde ruimte. Daar probeer ik nog te slapen, maar dat is niet mogelijk. Om pen en papier te halen ga ik wat later terug naar onze kamer. Huxtable heeft alles opgeruimd en slaapt als Gulliver in het land van nowhere. De Slag van Culloden was voorbij.

    Vermits ik te Puente de Orbigo al geschreven had naar mijn liefste schatten, schrijf ik nu nog een brief naar huis voor mijn trouwste vriend Louka de welsh-terriër, die zo vaak kakt in mijn gezelschap tijdens onze wandelingen in de Pepijnstad. 

    7u00. Proper en aangekleed loop ik naar beneden. Aan de receptie is er een man die goed Frans spreekt, vermits we op de ' Camino Frances' vertoeven is dat niet uitzonderlijk, en problemen als die van Huxtable zijn er bijna wekelijks in deze parador.  Mijn fietstassen zijn reeds gereed om terug op mijn Olive Green te worden gemonteerd, maar ik leg ze in de zon buiten waar ik ze kan zien doorheen de grote vensters. Voor het ontbijt zijn er twee mogelijkheden, ofwel zonder meer te betalen een klein buffet in zaal B  ofwel de grote mogelijkheid in zaal A , waarvoor 1200 pesetas moet bijbetaald omdat het daar prinselijk is ' pour les grands d'Espagne' , les conquistadores, de voetballers van Real Madrid of voor Mick Jagger die hier al logeerden, pour Miguel Indurain et Don Quichotte, en dat is dan ook voor mij omdat ik later op de dag de Pedrafita do Cebreiro en de Alto do Poio zal beklimmen. 

    De man van de receptie komt me aan tafel opzoeken. Ik dacht dat hij mij zou berispen omdat ik al vier maal naar het groot buffet was gegaan met Pantagruelske neigingen, maar  ' o contrario'  hij feliciteert mij omdat ik zoveel eer doe aan wat de keuken die ochtend had voorzien . Hij stelt mij  gerust wat betreft Huxtable. Die dronk thee met citroen en honing en de geheime remedie van dit huis, en die koppige Schot aanvaardde van in zijn bed te blijven liggen tot 14u00.  Ofwel zou hij dan kunnen vertrekken ofwel zou dan een dokter worden geroepen. Ikzelf kon dus gerust verder rijden, en mijn kameraad wilde dat ook, en el Camino de Santiago.

    Na deze fantastische desayuno begin ik langzaam aan de hellingen die me naar
    de Cebreiro zullen brengen, het hoogste punt op de oude Franse pelgrimsroute, een klim van 17,7 km tegen een gemiddelde van 4 % die stijgt van 600 m naar 1300 m. Met gezwollen buik gaat dat helemaal niet.  Ik stop dan maar vlug en ga een cola met gin drinken, hetgeen de werking van mijn maag bevordert. Ik weeg dertig pond meer dan in 1984 toen ik met veel allure hier had geklommen en toen ik zelfs, met pak en zak, lang het wiel van klimgeiten zonder ballast kon volgen. Het gaat nu slecht, maar wat een heerlijke dag ... . Daarom steek ik mijn voeten weer in mijn Mephisto's en ik stap rustig urenlang verder door het inferno van de O'Cebreiro, genietend van de prachtige omgeving. Het verwondert mij dat er slechts weinige snelfietsers mij voorbijrijden op deze weg voor auto's. Dat wil zeggen dat er veel zijn die een andere route volgden, de Cebreiroweg van vroeger die langer is en met veel kronkelingen. Zij hebben betere wegkaarten en ik rijd zomaar altijd naar het Westen zoals een Wisigoot van lang geleden. Het laat ook vermoeden echter dat er bedorven fietsrijdertjes zijn die in hun volgwagen kruipen en om tijd te winnen die zware col overslaan.

    Maar ik voel me niet goed wanneer ik boven kom. Heb ik ook het virus dat Huxtable had geveld ?
    Ik bereik de Hosteria San Giraldo de Aurillac en schrijf daar in voor de habitacion 5. Ik drink vlug een grote fles water. Tijdens mijn beklimming van de Cebreiro had ik immers veel te weinig gedronken, en de gezouten Spaanse hespen en kazen van het ontbijt in de parador waren veel te goed geweest. Ik vergat ook dat mijn nachtrust werd gestoord, en na douche en siesta voel ik me opnieuw in grote forme. Gelukkig was ik vlug gestopt vandaag. Tijdens mijn avondwandeling kom ik te weten dat alles is bezet. Velen zullen er buiten slapen in de aangeboden mankele tenten met vuile vloer. In de Refugio werden 112 pelgrims genoteerd en daarbij ook mijn naam. Daar verneem ik van Hollanders dat hun ex-Minister-President Van Agt ook aan het fietsen is op de Camino de Santiago, maar hij doet dat incognito, als oud lid van de studentenclub Carolus Magnus. Op de Cebreiro zou hij toch zijn credencial moeten legaliseren met een stempel, maar hij staat er ( nog) niet op de lijsten in het grote bezoekersboek waarin die noorderburen snuffelen. 

     Ik neem met hoge toon daar in dat kantoor het woord en verkondig aan mijn taalgenoten dit :  ' De vraag is dus  ' Zzzzal  Van Agt vannacht hier ook slapen  ?  
    Ofwel  ' Mag men politiekers geloven wanneer zij zeggen dat zij naar Compostela fietsen , zij beliegen ons toch zo vaak ? '  Is Van Negen reeds voorbij de Cebreiro ?  Is Van Zeven ook al aan het komen ? Er zijn sedert het begin van de
    Xacobeo '99 toch op de Camino al zoveel Hollandezen en nu missen we nog den deze, den Dries Van Agt  uit Geldrop !  
    Ik vrees echter dat hij die belangrijke pelgrim, die eenzame fietser was, die deze ochtend in de Parador van Villafranca del Bierzo niet uit zijn bedde kon, wegens te zware darmklachten !   Want dat was vandaag één van de lopende geruchten die door de pelgrims onderweg in alle talen werd verspreid.  Al de aanwezige Hollanders konden niet lachen, uiteraard  C.D.A.'ers , en bovendien waren zij doodmoe, met blaren op de tenen, en was het toen tijd om de lichten te doven.rond dat heiligdom  daar beneden onder de melkweg. 

    En de Apostel vond dat het voor die dag meer dan genoeg was geweest. 
      

    ----------------------------------------------------------------------------------
    Pelgrim op weg naar Santiago 1984.

    Intermezzo - De volgende lijnen gaan over uren die ik nooit zou vergeten.


    Met mijn fiets in de hand liep ik langzaam over de oude brug. Hier op de Romeinse brug over de Orbigo had zich tussen 10 juli en 9 augustus 1434 de legendarische Passo Honroso afgespeeld. Suero de Quinones, een jonge verliefde ridder, vocht met paard en lans op deze smalle brug 166 duels uit op leven en dood om de hand van la hermosa persona Leonor de Tovar te veroveren, el amor de su vida. Hij daagde alle jonge edellieden en edele pelgrims uit om zich met hem op de brug te komen meten. Er viel één dode en er vloeide zoveel bloed dat het werkelijk te erg werd en de koning verder geweld verbood. Dit werd een befaamd epos .

    Het was op het einde van de siesta. Op het dorpsplein spoelde ik mijn gelaat af met water van de fontein. Na wat zonnebrandolie op mijn neus, armen en benen, en op mijn fietsketting te hebben gesmeerd, sprong ik terug op mijn tweewieler, en voor mij lagen nog 285 km om Santiago te bereiken, de meest voortreffelijkste stad van heel Spanje, althans voor de mensen uit Galicië. Na een stukje fietsen onder de blauwe hemel en in de heerlijke zon bereikte ik Astorga waar ik even stopte aan de moderne kerk die werd gebouwd door Gaudi, een gebouw dat weinig indruk op mij maakte. Door de warmte en door mijn dorst was ik al uren achter op mijn reisschema van deze dag. Dagenlang had ik in de regen gefietst sedert ik mijn woonplaats in Haspengouw had verlaten om op mijn ééntje met pak en zak naar Sinte Jakob in Galissiën te trekken. Het was nat en koud geweest, en nu op één enkele dag was de temperatuur opeens met tien graden gestegen. In een fonda dronk ik twee gin-tonics versierd met een stukje citroen. Ik bekeek nogmaals mijn notaboek en mijn wegkaart.Te Astorga hergroepeerden de pelgrims zich vroeger. Dat was gemakkelijker en veiliger. Want al zingend in groep, samen en sterk, kwamen zij zo levend door de Cordilleras, een gebied waar wolven en struikrovers op de loer lagen.

    Mijn fietsbanden laten sporen na op het malse wegdek dat begint te smelten.  Zo is het lastig om verder omhoog te geraken. Meerdere oude vrouwen, als heksen in het zwart gekleed, zitten of hurken langs hun huisjes. Zij begapen mij. Zij gluren naar mijn blote benen, en zien hoe ik hijg en zweet als een man die bijna klaar komt. Voor een vette wielertoerist is klimmen voorbij Rabanal del Campo immers een hele klus. Nu komen rondlopende honden op mij af. Ik bereik het dorp Foncebadon. Niemand te zien, terwijl in oude geschriften staat dat dit eens een plaats was waar honderden pelgrims sliepen of nabij vuren kampeerden. Op deze zomeravond waait er alleen maar een licht briesje over de ruïnes, vliegen er wat akelige vogels rond, en verdwijnen de knaagdieren vlug bij mijn aankomst.

    De zon daalt. De weg wordt nog steiler. Overal liggen grijze stenen. Met op mijn kop een verfrommeld jeanshoedje, in vuile rennerskledij, met stof op mijn lange benen, bereik ik Cruz de Ferro, en daar ben ik dan ongeveer 1500 m boven de zeespiegel. Op deze plaats ligt een zeer bijzondere hoop stenen, een kegel die aan de top wordt verlengd door een staak waaraan een kruis is vastgemaakt. In de loop der tijden raapten zij die aan dit kruis passeerden een losse steen op. Liefst moest dat een steen zijn die goed in de hand past en om zo ene te vinden moest er wel wat worden gezocht . Een pelgrim op weg naar het heilige graf van de apostel Jacob de Meerdere had altijd een persoonlijke, meestal een geheime, reden om de lange en levensgevaarlijke tocht naar Compostela te ondernemen. Aan die bizarre hoop stenen van Cruz de Ferro vertrouwde de pelgrim zijn reden, zijn intentie of zijn berouw over fouten, toe aan de harde steen die hij in zijn hand knelde. Daarna, hopend dat Santiago hem ondertussen goedgezind was geworden, gooide de pelgrim zijn steen op de massa die er lag, een hoop gevormd door hoekige rotsstenen die stuk voor stuk intenties in zich droegen. De vele stenen van Cruz de Ferro zijn alzo een enorme symbolische verzameling van geloof, hoop, liefde, en berouw, van onze voorouders. De stenen zijn er heel ruw. Zij liggen al een miljoen jaren in deze buurt maar werden noch door water, zee, wind, of gletsjers gepolijst. Indien zij toch wat rond zijn, is het omdat zij reeds in duizenden verschillende handen waren van zij die daar gedurende de voorbije eeuwen over die bergkam kwamen. Hoeveel energie heb ik nog, hoeveel geloof, hoe ver kan ik de steen met mijn intenties nog gooien, hoeveel zwaarder werd mijn steen door wat ik er in stak  ? 

    Ik nam maar een eenvoudige steen, een steen door iedereen vergeten, want ik wil echt niet dezelfde steen gebruiken die reeds in de hand werd genomen door beroemde pelgrims van vroeger, door heiligen, door tempeliers, door kathedraalbouwers, door boetelingen, door kruisvaarders, door verdoemden van weleer, en alhoewel ik geen ketter ben en geen pilaarbijter,  kom ik hier ook voorbij , gedreven door mijn behoefte van vandaag. Dat is op de pelgrimsweg los te komen van mijn stressvol leven als bankbediende waar ik nog weinig genoegen aan beleef, en om eens rond mijn veertigste verjaardag terug wat orde te brengen in mijn ouder wordend kopje.

    Ik bleef nog wat namijmeren terwijl de zon ondertussen diep zakt daar in de verte waar In Finibus Terrae en de Atlantische Oceaan liggen. Een homp brood, een banaan, een slok water, moeten mij terug wat kracht geven om verder te fietsen in het grauwe bergland bij avondschemering. Het gaat nu gemakkelijk naar beneden.  Ik bereik de  ' Bron van de Forel' ? Daar moet ik absoluut stoppen, mijn drinkbussen vullen, en mijn pelgrimsmaag, alsook mijn kop, mijn wit bovenlijf en mijn roodbruine armen bespenkelen. Reeds in zijn antieke reisgids uit 1130 had de monnik Aymeri Picaud aan deze frisse bron iets zoals drie sterren Michelin gegeven.

    Mijn ogen zijn ondertussen gewend aan de zachte duisternis. Ik rijd zonder lampen op mijn fiets door El Acebo langs de Rua dos peregrinos, een aarden weg die nog dezelfde is als in de XVIIde eeuw. Plots staat daar en grote hond met gloeiende ogen voor mij. Het beest weegt wel veertig kilo. Het is zeker zo'n herdershond uit de streek, sedert generaties gefokt om de nek van een wilde wolf met één beet te kraken. In de duisternis beteken ik maar dat éné kleine lichtje, een zaklantaarn, aan mijn bovenarm vastgesjord met een elastiek. Ik stop dus wijselijk en erken dat die hond daar de baas is. Ik hef toch maar mijn fiets op en zo heb ik met mijn wielen een schild. De hond zet zijn twee poten op mijn fietstassen. Zijn reukorgan is zowat dertig keren beter als het mijne, zodat ik vlug ben geïdentificeerd als een eerlijke pelgrim bij nacht, als iemand die niet bang is van honden, als iemand met een zuiver geweten die nooit met slechte bedoelingen een hand heeft uitgestoken naar een schaapje. Ik begin te lachen. Dat belet eigenlijk dat mijn koud zweet uitbreekt. Ik ken deze situatie. Ik ben namelijk het baasje van Bibi, onze welsh-terriër, en het gebeurt wel meer dat wij tijdens onze dagelijkse wandeling grotere beesten ontmoeten. Maar nooit of nooit zijn wij op zulke ogenblikken bang, noch Bibi noch ik. De herdershond heeft vlug begrepen dat hij te doen heeft met iemand met slecht gewassen ondergoed, een voorbijganger op weg naar Santiago. Soepel springt hij weg in de duisternis. Even later, terwijl ik dan toch maar te voet door dat dorp loop, komen dezelfde hond, de herder en vier verdwaalde schapen mij voorbij in looppas.  De man lacht zijn tanden bloot. Aan de bovenkant ontbreken hem vier stuks. Hij vraagt me of zijn hond me heeft gehapt en ook wie ik ben. Met mijn smalle woordenschat uit de taal van Cervantes leg ik hem dat uit, en zo neemt die herder me als de Vlaamse Don Quichotte uit het land van Koningin Fabiola die op dit nachtelijke uur nog aan het fietsen is. Maar tegelijk is die inwoner van El Acebo ook blij want hij zal thuis kunnen vertellen dat hij toch weer een echte pelgrim heeft gezien, ene uit België, en dat is in juni 1984 nog niet zo alledaags.  

    Na deze vrij gevaarlijke afdalingen kom ik terug in de beter bewoonde wereld. Met volle maan en in de koelte is het echt lekker om te fietsen voor het nachtdier dat ik ben. Mijn krachten verminderen. Ik rijd nu echter het rijke land van de Bierzo binnen, land van wijn, groenten, fruit, melk en honing. Daarom stop ik aan een goed verlicht eethuis dat van ver is te zien. In Meson Real te Molinaseca zijn er nog talrijke mensen aan het eten, ook al is het al voorbij middernacht. Ik bestel een grote vleesschotel, specialiteit van het huis, en een fles rode Bierzo wijn. Gezellig aan een tafel, alhoewel helemaal alleen, schrijf ik een brief naar huis, iets dat ik iedere twee dagen doe. Ondertussen zag ik welke grote ijscoupes met fruit en slagroom als dessert op de tafels kwamen, en daarom geniet ik ook nog wat op die lekkere manier. De tijd loopt en zo gebeurt het dat ik de laatste aan tafel zit. Tijdens het zoeken naar een omslag en een zegel, laat ik opmerken dat ik een redelijk pak pesetas bij heb, en ook nog een portefeuille. Ik voelde de ogen van twee tooghangers die op mij waren gericht. Daarom doe ik mij opinel breed open, leg die boven in mijn afgehaakte stuurtas, wanneer ik op de parking van de Real terug op mijn fiets kruip. Die Spaanse tooghangers betrouwde ik niet. Mensen kunnen soms gevaarlijker zijn dan herdershonden en zijn meestal ook slechter van karakter. Gelukkig gebeurt er niets. De tooghangers zijn spoorloos verdwenen . Dat is maar goed ook. Misschien waren die kerels van Molinaseca bang van een nachtelijke pelgrim van 1m91 groot en 100 kgr zwaar, met verwilderde haren en baard, en met een opinel gereed om zich te verdedigen. 

    Doorheen de heerlijke nacht volg ik de sterren van de melkweg, zoals het leger van Karel de Grote dat had gedaan in het begin van de IXde eeuw, en ik draai flink rond met mijn pedalen tot wanneer ik de Parador van Villafranca bereik. Daar staan toch wel onder het afdak de prachtige randonneursfietsen van Dudu, Gérard, en Alain, drie fietsend pelgrims uit Parijs die ik te Créon d'Armagnac had ontmoet. Zij reden ondertussen een heel eind voor mij op de Camino Francés, doch door mijn nachtelijke rit heb ik ze terug ingehaald. Zowel zij als ik reden 1000 km in zeven dagen. Na mijn formidabele rit vind ik dat ik wel mag genieten van een prachtige hotelkamer, en van een schuimend bad alvorens tussen de lichtblauwe lakens te kruipen.
     
    Ik lig half in slaap in het lauwe badwater en probeer te denken aan wat ik in mijn dagboek zal schrijven. Maar mijn geest dwarrelt langzaam weg en ik herpak me dan af en toe, en ik krijg volgende vragen in mijn voorhoofd :  Dudu, Gerard, en Alain, wat hebben jullie onderweg ontdekt, méér gezien dan ik, welke ervaringen, welke pech kwamen jullie tegen ? Wie zij die drie pelgrims uit Parijs  ? Zijn zij drie koningen, op zoek naar de ster, de stella van Santiago ? Zijn jullie drie echte musketiers van de Chateau de Versailles en ben ik maar een boerse messentrekker uit het land van de Karolingers ?  Of ben ik de vierde musketier d'Artagnan, want onze fietsen staan nu toch samen in de garage ? Wat zoeken twee vijftigers en een zestiger uit Parijs op deze weg ?  Wat zoekt de veertiger die ik ben ?

    Stilaan dooft het licht voor deze peregrino, onder de invloed van de camino, van de wijn, van de slagroom, in een soort onverklaarbaar delirium tremens, en hij dommelt in slaap in de badkuip van de Parador de Villafranca del Bierzo.
    Pas als de dag reeds aan het opkomen is,  word ik zonder verdronken te zijn in de badkuip terug wakker, om nog heel lang, bijna tot noen, uit te slapen in het bed, terwijl de drie Fransen al weer aan het rijden zijn alsof Parijs-Tours op het programma staat die dag. In de late namiddag zal trouwens één van deze drie huilend met pijnlijke knie langs de weg stilstaan, maar ook hij zou de Monte del Gozo bereiken.

       

    -------------------------------------------------------------------------------

        

    37. Dinsdag 15 juni.

    Na de desayuno krijg ik een zeer officiele nota met bewijs van verhuring van een slaapgelegenheid. Het gaat verder bergop en met klein verzet ben ik weldra te Linares, San Roque, en Alto do Poio op 1335 m hoogte.   Aan het grote beeld van de pelgrim ontmoet ik Ingrid van Oikoten. Zij was een van de vrouwen die veel naar me keek te Villafranca del Bierzo en ook op de Cebreiro. Zij nam me echter eigenlijk voor iemand anders. Ik vertel haar over mijn vroegere contacten met haar organisatie voor heropvoeding van probleemjongeren. Op dat ogenblik is het voor Ingrid moeilijk want de jonge vrouw die zij begeleidt, heeft ruzie met haar gemaakt en is verdwenen met een jonge kerel. De loslopende gevangene moet zich melden aan het volgend controlepunt voor het middaguur, zoniet breekt zij haar contract.

    Als je over de Poio bent
    dan wacht op jou
    het groene land van Galicië
    en een stad die op aarde
    met geen ander is te vergelijken
    Santiago de Compostela
    op het einde van de Weg.

    De heilige kracht van mijn pedaalstoten geneest mijn ziel en laat het vieze vet van mijn oud lijf verdwijnen. Ik drink water, ik drink wijn,  en weldra zal ik te Triacastella zijn, en op de noen na heerlijke bergaf bereik ik zelfs al Samos, zo vlot en vrolijk gaat met mijn rush naar de uiterste Westhoek van Spanje. Even binnengluren waar in de refugio wordt geslapen. Vrouwen zijn daar aan het kuisen, wijl er daar een man ligt te kwijlen op zijn bed. Op doktersbevel moet deze zieke pelgrim drie dagen rusten wegens uitputting. Hij ziet er echt niet goed uit. Hij heeft zelfs zijn wandelschoenen moeten afgeven aan de huisbaas, omdat hij als een koppig beest toch wilde verder lopen. In het nieuwe restaurant Botafumeiro eet ik sopa en spaghetti. Sapristi ... daar tellen zij me toch wel 10% dienst !. Het is zeer warm. Tijd voor siesta van lange duur in de schaduw van een muur. Zo ben ik dan geen velorijder meer, want ik loop daar wat later nog lang rond op mijn pelgrimsvoeten  die toch zo blij zijn omdat zij nu in Galicia zijn aangekomen.

    Sarria. De 42 plaatsen van de refugio zijn al ingenomen en ik word doorgestuurd naar het Convent van de Padres Mercedarios . Daar is het in orde na een donacion van 300 pesetas.
    Ik wandel naar de Hohe Altstadt waar ik een leuke nieuwe credencial koop en binnen stap in een restaurant. Aan een tafeltje voor het menu van de peregrino moet ik gaan zitten tegenover een soep slurpende kerel.. De kostprijs voor de Santiago-gangers is 800 pesetas, en dan mag soep zoveel als men maar wil worden gelepeld, gevolgd door een beefsteak met enkele frietjes. Mijn tafelgenoot is een sportieve bediende van de telefoonmaatschappij uit de stad Vittoria. Hij liep vroeger marathons tot zijn pezen scheurden en hij tien jaren moest rusten. Vier jaren terug begon hij met het wandelen in de bergen. Zijn dagelijks programma op de camino is onmenselijk zwaar. De volgende dag wil hij 80 km afleggen in zestien uren. Hij weet dat hij overdrijft, maar hij steekt zo in mekaar.
    De Camino de Santiago is een zuivere sportieve uitdaging voor hem, maar tevens kleeft aan zijn onderneming traditie en historie. Hij is immers afkomstig uit een afgelegen bergdorp in Asturië waar hij onlangs een huis had geërfd. Omwille van zijn legerdienst had hij zijn geboortedorp verlaten, en door de liefde was hij er nooit meer teruggekeerd. Maar hij wil er weldra zijn laatste jaren doorbrengen. Om in dat bergdorp zoals zijn vader  lid te worden van de regionale raad der wijzen, een grote eer, moet die man echter een soort examen afleggen. Drie proeven zijn verplichtend .  Vissen: met de blote had moet men een forel kunnen pakken. Jagen: hoog in de bergen met één enkele kogel moet een zeldzaan soort reebok worden geschoten. Die dieren zijn beschermd door de wet. Door zo'n bok te schieten wordt men een stroper en kan men twee jaren gevangenis krijgen indien men een jager uit de stad is. Een bergbewoner mag anderzijds wel zo'n bok schieten. Als hij Santiago bereikt, wordt hij van statuut bergbewoner en laat de rechter hem vrij. Voor zover ik zijn uitleg begrijp, want hij spreekt een mengeling Spaans-Baskisch-Frans heeft hij de poten en de oren van de gepaste bok kunnen overhandigen aan de dorpsoverste. Drie jaren en 500 km achtervolgen, soms levensgevaarlijk, maar ook dat was hem gelukt.  De derde proef bestaat uit de voettocht op de Camino de Santiago vanaf Pamplona, maar zonder enige andere verplichting dan te Compostela te biechten en te communiceren, alsook te bidden voor het geluk en de welvaart van de mensen uit zijn streek. Deze traditie is twaalf eeuwen oud uit de tijd dat de Asturiërs een sterk volk waren.
    Merkwaardige kerel, mager, lang en gespierd, fris gewassen en geschoren, in een lichtblauw trainingspak, van het oude ras van de echte Spaanse hidalgo's .

    38. Woensdag 16 juni.

    Ik ben al vroeg op in het Convento.  De gele pijlen staan overal op de wegen, de muren, de bruggen en de palen geverfd. Wie zal nu nog verkeerd lopen  ?  Santiago is toch gewoon altijd rechtdoor !

    Er komt een nieuwe moeilijkheid.  Overal ligt er koeienstront  en daar houden mijn banden niet van.
    Het diepe Galicië is heerlijk en mooi. Weer terug kom ik de pelgrims uit Finland tegen die me al bekend zijn. Op een boerderij ga ik koffie drinken  en koop ik goede boter om op mijn  brood te smeren. Ik drink een halve fles appelsienensap en giet de overschot in mijn bidon. Ik rijd nu onbetamelijk hard. De vitamines-C  geven mij vleugels, maar neen, ... daar komt Portomarin, een plaats zoals er maar één is in de hele wereld. Na verkenning van deze halte kies ik de Fonda Perez om daar eventueel te overnachten. Ik schrijf er nog vele zichtkaarten, geniet van een groot glas bier, want ik ben nu zeker dat ik mijn doel zal bereiken en dat mogen al mijn familieleden en supporters wel weten.

    Een groep ruiters, pelgrims gezeten op prachtige caballo's, bereiken op dat uur van de eeuwigheid Portomarin. Dat mooie volk, schatrijk zoals Groten uit Spanje kunnen zijn, zag ik al eerder op de camino. Zij hebben een mobilehome voor raspaarden, een dubbele autobus. Daar zal een prijskaartje aangehangen hebben van een schone villa.  De warmte stijgt. Ik trek me terug in de koelte van een restaurantje. Plots word ik ongeduldig en ik neem de beslissing nog verder te rijden op die dag. Ik meld dit dus in de Fonda en vertrek in de richting van Guntin, maar dan in de verwarring van mijn gedachten laat ik mij afglijden naar een vallei . Ik zie dat dit verkeerd was. Zo moet ik nu terug één uur bergop rijden terwijl ik eerst maar tien minuten bergaf reed tussen twee dezelfde punten. Ik bereik weldra een kleine refugio te Palas del Rey  nabij Melide. Daar zal ik samen met twee ciclistas uit Santander overnachten. Die kameraden van één avond werken bij de Spaanse Spoorwegen , de ferrocaril. In het dorp gaan we daar een goede pint drinken in de bar EL DODO. Wanneer ik naar de toiletten ga zie ik een krant liggen, vol foto's over de Rolling Stones. Ik hecht er niet veel aandacht aan en bestel nogmaals tres cervezas por favor  !  We moeten nog zowat één kilometer rijden om terug in de refugio te komen , waar we onze spullen onbeheerd achter lieten. Wie zou echter zo vuile reistassen durven aanraken ...  !

    39. Donderdag 17 juni.

    Geen mug, geen spin, geen nachtvlinder noch motje, is in dat refugio durven komen, door onze geuren en door ons gesnurk.  Wij sliepen daar als eremijten op een plancher .

    In de ochtend spoeden de Spanjaarden zich over de steenweg voor snelfietsers. Ik meen dat ik op de echte camino moet zijn om daar de voetgangers te observeren, want zo dicht bij de meet is dat de moeite waard. Sommige pelgrims hebben tweeduizend kilometers afgelegd, vermagerden tien kilo's en zelfs meer. Dat zijn de echten. Tussen hen stap ik nu en dan mee met mijn vrijwielende fiets langs me, maar het is merkwaardig zij niet meer praten, alles werd verteld, iedereen is evenwaardig, iedereen is zonder naam, en waar zij aan denken behoort tot de persoonlijke privacy. Wellicht vragen zij zich af of zovele voetstappen wel nodig waren, of is dit de stilte van de storm die in hun harten en hun koppen straks zal losbreken wanneer Santiago de Compostela dichtbij zal zijn.  De Stad van de Apostel die als een grote magneet de mensen aantrekt, de stofzuiger die alle zonden opzuigt en laat verdwijnen als de witte konijnen in de hoge hoed van de tovenaar van Circus De Melkweg.  Overal kan me nu stempels krijgen, voor de credencial. Soms staat er gewoon een tafel met een hele rij stempels om dat te doen zonder andermans hulp.

    Arzua. Ik ben gestopt om wat te drinken. Dan ontdek ik waarom velen rond het televisietoestel staan. Televisie blijft in Spanje altijd open staan met soaps die iedereen al kent, met mannen en vrouwen, nieuws, sport, muziek en publiciteit, en zelfs Zorro verschijnt er nog op het scherm in de voormiddag. Het nieuws van de dag is het  OPTREDEN VAN DE ROLLING STONES op de Monte del Gozo, op de Berg van de Vreugde. Maar wat alle Spanjaarden nog geweldiger vinden is dat de duizenden fans die de Stone's en hun privé jet  opgewacht hadden aan het vliegveld van Santiago  geen Mick Jagger te zien kregen.  De wereldberoemde Mick, zijn teenager-zoon, en een  chauffeur-bodyguard, waren één dag eerder ongezien aangekomen, hadden geslapen in het Hostal Parador de los Reyes Catolicos, waren samen in de stad gaan avondeten, bezochten tweemaal de kathedraal, en dat gebeurde allemaal ongezien, helemaal clean, stil en cool, buiten de argusogen van de Spaanse pers, maar met de hulp van Saint James natuurlijk. Een rasechte halgod liep zo maar door de straten van deze Heilige Stad tussen het gewone volk, alhoewel de bezoekers daar dagelijks toch allemaal geen gewone stervelingen zijn, wanneer zij met vrucht slaagden in hun lange camino en een volle aflaat verkregen.

    CULTURA- Xacobeo 99  
    El lider de los Stones llego al Hostal de los Reyes Catolicos in dia antes de lo previsto.  Jagger y su hijo cenaron marisco en un restaurante de Santiago  

    Ik vorder nog langzaam, ik wil mijn genot langer laten duren, speurend naar de pijlen, naar de metalen ' Coquilles Saint -Jacques ' . Op de 'potales', zakken en zakken de cijfers.  De zonnestralen schijnen en in alle klaarte staat daar plots  ' Alberque para peregrinos SAN IRENE ' . Half'-Pension kost daar 3000 pesetas. Ik sta op 20 km van de eindmeet van mijn tocht en ik stop. Heel proper is het daar. Mooie slaapzaal. Ik ben er alleen. Pas ingericht en alles nieuw, maar aan de goedkopere kant, geen luxe. Ik doe er mijn was en vind een droogkoord om mijn kledij aan te hangen. 

    Ik vraag een fles rode wijn. Aan een tafeltje begin ik een lange brief te schrijven naar mijn broer Guido. De waardin komt wat later met een fles koele rosé uit Portugal die zij me aanbeveelt omdat ik vis zal te eten krijgen en ik daarbij zo'n fles moet proeven. Met een  'big smile' geef ik mijn akkoord en ik vertel ook dat zij rustig mijn maaltijd mag maken van zodra het past. Ik wil immers nog veel lezen en schrijven alvorens in mijn bed te kruipen. De soep die ik daar kan eten is van de beste kwaliteit en de grote kom blijft op mijn tafel tot wanneer ik soep heb getankt tot aan mijn slokdarm. De bacalao verschijnt in een prachtige pan, maar ik zal toch wel altijd een liefhebber van varkensvlees blijven, omdat ik in het oorlogsjaar 1944 werd geboren toen de Haspengouwse boeren, die illegaal varkens kweekten, groot geld verdienden met vet en spek.




    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (2)

    31-10-2010
    Groetjes Nikki
    Met een knipoog en een lach kom ik
     je een fijne zondag wensen
    Image and video hosting by TinyPic
     

    31-10-2010 om 08:06 geschreven door Nikki(brigitta)


    29-10-2010
    Lieve groetjes op vrijdag
    Image and video hosting by TinyPic

     

    Voel je je eenzaam en alleen
    Tel dan al je vrienden om je heen

    Ben je verdrietig of heb je pijn
    Tel dan al je vrienden
    Die er altijd voor je zijn

    Tel al je vrienden die je kent
    en besef dan hoe gelukkig je bent

    Tel al je vrienden die om je geven
    En bedenk dat het leven
    De moeite waard is te leven


    29-10-2010 om 09:49 geschreven door Nikki(brigitta)





    EINDE
    VAN DEZE BLOG
    26 08 2012

    Foto

    Foto

    Hoe sterk is de eenzame fietser
    Die krom gebogen over z'n stuur tegen de wind
    Zichzelf een weg baant


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Zoeken in blog


    Foto

    Foto

    Foto

    Een bescheiden blik in de geschiedenis van de wielersport is vaak al voldoende om de fascinatie te proeven.
    OLYMPIA 1981 YVES MONTANT   A BICYCLETTE
    http://www.youtube.com/watch?v=lOZPWpiNUWQ&feature=related



    La bicyclette

    Quand on partait de bon matin
    Quand on partait sur les chemins
    A bicyclette
    Nous étions quelques bons copains
    Y avait Fernand y avait Firmin
    Y avait Francis et Sébastien
    Et puis Paulette

    On était tous amoureux d'elle
    On se sentait pousser des ailes
    A bicyclette
    Sur les petits chemins de terre
    On a souvent vécu l'enfer
    Pour ne pas mettre pied à terre
    Devant Paulette
    Faut dire qu'elle y mettait du cœur
    C'était la fille du facteur
    A bicyclette
    Et depuis qu'elle avait huit ans
    Elle avait fait en le suivant
    Tous les chemins environnants
    A bicyclette


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    NATHALIE.

    La place Rouge était vide
    Devant moi marchait Nathalie
    Il avait un joli nom, mon guide
    Nathalie...
    La place Rouge était blanche
    La neige faisait un tapis
    Et je suivais par ce froid dimanche
    Nathalie...
    Elle parlait en phrases sobres
    De la révolution d'octobre
    Je pensais déjà
    Qu'après le tombeau de Lénine
    On irait au café Pouchkine
    Boire un chocolat...
    La place Rouge était vide
    Je lui pris son bras, elle a souri
    Il avait des cheveux blonds, mon guide
    Nathalie... Nathalie
    Dans sa chambre à l'université
    Une bande d'étudiants
    L'attendait impatiemment
    On a ri, on a beaucoup parlé
    Ils voulaient tout savoir, Nathalie traduisait
    Moscou, les plaines d'Ukraine
    Et les Champs-Élysées
    On a tout mélangé et on a chanté
    Et puis ils ont débouché
    En riant à l'avance
    Du champagne de France
    Et on a dansé...
    La, la la...
    Et quand la chambre fut vide
    Tous les amis étaient partis
    Je suis resté seul avec mon guide
    Nathalie...
    Plus question de phrases sobres
    Ni de révolution d'octobre
    On n'en était plus là
    Fini le tombeau de Lénine
    Le chocolat de chez Pouchkine
    C'était loin déjà...
    Que ma vie me semble vide
    Mais je sais qu'un jour à Paris
    C'est moi qui lui servirai de guide
    Nathalie... Nathalie


    Foto

    Foto

    Foto

    Marianne de ma jeunesse
    Ton manoir se dressait
    Sur la pauvre richesses
    De mon rêve enchanté

    Les sapins sous le vent
    Sifflent un air étrange
    Où les voix se mélangent
    De nains et de géants

    Marianne de ma jeunesse
    Tu as ressuscité
    Des démons des princesses
    Qui dans moi sommeillaient

    Car ton nom fait partie
    Marianne de ma jeunesse
    Du dérisoire livre
    Où tout enfant voudrait vivre

    Marianne de ma jeunesse
    Nos deux ombres enfuies
    Se donnèrent promesse
    Par-delà leurs joies et leur vie

    Marianne de ma jeunesse
    J'ai serré sur mon cœur
    Presque avec maladresse
    Ton mouchoir de pluie et de pleurs

    Foto

    http://nl.youtube.com/watch?v=lgUrlO6hku8
    Les Baladins
    http://nl.youtube.com/watch?v=75lFwcGucOA&feature=related
    Marie Marie
    http://nl.youtube.com/watch?v=AaXY59mg9QE
    Nathalie   - Spaanse versie

    http://fr.youtube.com/watch?v=27eWewocQm4&feature=related
    Nathalie mon guide avait des cheveux blonds

    Foto

    MON ARBRE
    Louis Amade 1964

    Il avait poussé par hasard
    Dans notre cour sans le savoir
    Comme un aveugle dans le noir
    Mon arbre
    Il était si petit
    Que c'était mon ami
    Car j'étais tout petit
    Comme lui
    J'attendais de lui le printemps
    Avec deux ou trois fleurs d'argent
    Un peu de vert, un peu de blanc
    Mon arbre
    Et ma vie s'accrochait
    A cet arbre léger
    Qui grandissait
    Comme je grandissais


    Foto

    Chanson de
    GILBERT BECAUD

    Quand tu n'es pas là
    Tous les oiseaux du monde
    Quand tu n'es pas là
    S'arrètent de chanter
    Et se mettent à pleurer
    Larmes de pluie au ciel d'été
    Quand tu n'es pas là
    Le silence qui gronde
    Me donne si froid
    Qu'un jour ensolleillé
    Me fait presque pleurer
    Larmes d'ennui malgré l'été
    La ville fait de grâces 
    La lune des grimaces
    Qui me laissent sans joie
    Les cantiques d'églises
    Malgré tout ce qu'ils disent
    Me font perdre la foi
    Quand tu n'es pas là
    Tous les oiseaux du monde
    La nuit sur mon toit
    Viennent se rassembler
    Et pour me consoler
    Chantent tout bas
    ' Elle reviendra ' 
    Quand tu reviendras
    De l'autre bout du monde
    Quand tu reviendras
    Les oiseaux dans le ciel
    Pourront battre des ailes
    Chanter de joie
    Lorsque tu reviendras !


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Le Pianiste de Varsovie
    Gilbert Bécaud

    Je ne sais pas pourquoi
    Cette mélodie me fait penser à Chopin
    Je l`aime bien, Chopin
    Je jouais bien Chopin
    Chez moi à Varsovie
    Où j`ai grandi à l`ombre
    A l`ombre de la gloire de Chopin
    Je ne sais pas pourquoi
    Cette mélodie me fait penser à Varsovie
    Une place peuplée de pigeons
    Une vieille demeure avec pignon
    Un escalier en colimaçon
    Et tout en haut mon professeur
    Plus de sentiment
    Plus de mouvement
    Plus d`envolée
    Bien bien plus léger
    Joue mon garçon avec ton coeur
    Me disait-il pendant des heures
    Premier concert devant le noir
    Je suis seul avec mon piano
    Et ça finit par des bravos
    Des bravos, j`en cueille par millions
    A tous les coins de l`horizon
    Des pas qui claquent
    Des murs qui craquent
    Des pas qui foulent
    Des murs qui croulent
    Pourquoi?
    Des yeux qui pleurent
    Des mains qui meurent
    Des pas qui chassent
    Des pas qui glacent
    Pourquoi
    Le ciel est-il si loin de nous?
    Je ne sais pas pourquoi
    Mais tout cela me fait penser à Varsovie
    Une place peuplée de pigeons
    Une vieille demeure avec pignon
    Un escalier en colimaçon
    Et tout en haut mon professeur
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    What does not destroy us makes us stronger.
    Foto

    Foto

    Rondvraag / Poll
    Wie wordt wereldkampioen 2012 bij de profs ?
    Philippe Gilbert
    Greg Van Avermaet
    Ryder Hesjedal
    Johan Vansummeren
    Giovanni Visconti
    Alejandro Valverde
    Samuel Sanchez
    Joaquin Rodriguez
    Maxime Monfort
    Roman Kreuziger
    Vincenzo Nibali
    Peter Sagan
    Damiano Cunego
    Diego Ulissi
    Bradley Wiggins
    Rigoberto Uran
    Edvald Boasson Hagen
    Chris Froome
    Thomas Voeckler
    een andere renner ....
    Bekijk resultaat


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    À la claire fontaine

    M'en allant promener,
    J'ai trouvé l'eau si belle,
    Que je m'y suis baignée.

    Il y a longtemps que je t'aime
    Jamais je ne t'oublierai.

    Sous les feuilles d'un chêne
    Je me suis fait sécher,
    Sur la plus haute branche,
    Un rossignol chantait.

    Il y a longtemps que je t'aime
    Jamais je ne t'oublierai.

    Chante, rossignol, chante,
    Toi qui as le coeur gai,
    Tu as le coeur a rire,
    Moi, je l'ai à pleurer.

    Il y a longtemps que je t'aime
    Jamais je ne t'oublierai.

    J'ai perdu mon ami
    Sans l'avoir mérité,
    Pour un bouquet de roses,
    Que je lui refusai.

    Il y a longtemps que je t'aime
    Jamais je ne t'oublierai.

    Je voudrais que la rose
    Fût encore au rosier,
    Et que mon doux ami
    Fût encore à m'aimer


    Foto

    Archief per jaar
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008

    Foto

    Foto

    Engelbert Humperdinck
    Les Bicyclettes De Belsize

    Turning and turning, the world goes on
    We can't change it, my friend
    Let us go riding now through the days
    Together to the end
    Till the end

    Les bicyclettes de Belsize
    Carry us side by side
    And hand in hand, we will ride
    Over Belsize
    Turn your magical eyes
    Round and around
    Looking at all we found
    Carry us through the skies
    Les bicyclettes de Belsize

    Spinning and spinning, the dreams I know
    Rolling on through my head
    Let us enjoy them before they go
    Come the dawn, they all are dead
    Yes, they're dead

    Les bicyclettes de Belsize
    Carry us side by side
    And hand in hand, we will ride
    Over Belsize
    Turn your magical eyes
    Round and around
    Looking at all we found
    Carry us through the skies
    Les bicyclettes de Belsize


    Foto

    Foto

    Julia Tulkens .

    Hebben wij elkaar
    gevonden in dit land
    van klei en mist
    waar tussen hemel
    en aarde ons leven
    wordt uitgewist  ?

    Ben ik nog schaduw,
    ben ik al licht,
    of is d'oneindigheid
    mijn aangezicht ?

    Treed ik in wolken of
    in hemelgrond ?
    Er ruist een hooglied aan
    mijn lichte mond.
    In uw omarming hoe
    ik rijzend ril ...
    Mijn haren wuiven en
    de tijd valt stil .
     
                                Julia Tulkens.

    Foto

    Foto

    SONNET POUR HELENE

    Quand vous serez bien vieille, au soir, à la chandelle,
    Assise auprès du feu, dévidant et filant,
    Direz, chantant mes vers, en vous émerveillant :
    Papoum me célébrait du temps que j’étais belle.

    Lors, vous n’aurez servante oyant telle nouvelle,
    Déjà sous le labeur à demi sommeillant,
    Qui au bruit de mon nom ne s’aille réveillant,
    Bénissant votre nom de louange immortelle.

    Je serai sous la terre et fantôme sans os :
    Par les ombres myrteux je prendrai mon repos :
    Vous serez au foyer une vieille accroupie,

    Regrettant mon amour et votre fier dédain.
    Vivez, si m’en croyez, n’attendez à demain :
    Cueillez dès aujourd’hui les roses de la vie.

    Regretting my love, and regretting your disdain.
    Heed me, and live for now: this time won’t come again.
    Come, pluck now — today — life’s so quickly-fading rose.


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Laatste commentaren
  • Coach Factory Outlet (Holder)
        op De teloorgang van de kleine waterhoek.
  • Nike Air Force 1 (Barbara)
        op De teloorgang van de kleine waterhoek.
  • Na een drukkende en zwoele nacht kom ik u een fijne nieuwe week wensen (Jeske )
        op De Flandriens uit Limburg.
  • Wens je een fijne zaterdag (Nikki)
        op De Wielersport in Denemarken.
  • Lieve midweekgroetjes . (bompa harry)
        op Charles Aznavour.
  • SPORTIEF HOOR MIJN TANDARTS RACED OOK (Ton)
        op Een eeuw geleden werd de Primavera 1911 gereden.
  • Maar dat is leuk (Ton)
        op Fietstocht naar Itzehoe - ( Week 1 ) .
  • Norbert Vande Walle (JP VANSTEENKISTE)
        op Une page d'histoire - Le tennis de table d'il y a 40 ans.
  • Lieve zaterdaggroetjes (Nikki )
        op Een stukje Zwembad Olympia nostalgie .
  • De beste wensen voor 2011 (Nikki )
        op Exode des forces russes de Sebastopol -  Bizerte 1920.
  • Foto

    Archief per maand
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Gastenboek
  • Wandelgroetjes uit Borgloon
  • Genieten!!!!!
  • Genieten!!!!!
  • Verder dan Rome
  • Hier ben ik weer gr. van Koos mengelmoes

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Foto

    Foto

    Will Tura:
    Eenzaam Zonder Jou songtekst

    Ik ben zo eenzaam zonder jou
    Niets kan mij binden bij mijn vrienden
    Bij hen kan ik het niet meer vinden
    Het liefste ben ik dicht bij jou

    Ik ben zo eenzaam zonder jou
    Ook als het dansorkest gaat spelen
    Want dansen gaat mij gauw vervelen
    Als ik jou niet in m'n armen hou

    Ik ben zo eenzaam zonder jou
    Jij weet dat ik op jou zou wachten
    Maar leef ik ook nog in jouw gedachten
    En ben je mij nog altijd trouw

    Ik kan niet verder zonder jou
    Mijn leven zou ik voor jou geven
    In al mijn brieven staat geschreven
    Ik ben zo eenzaam zonder jou

    Ik ben zo eenzaam zonder jou



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!