Een maffiabaas ontdekt dat zijn boekhouder hem heeft opgelicht voor 10 miljoen Euro. De boekhouder is doof, dat was de reden waarom hij de job kreeg, hij zou nooit iets kunnen afluisteren. De maffiabaas laat zijn advocaat komen, die kent gebarentaal.
De maffiabaas vraagt: "Waar is de 10 miljoen die hij van mij gestolen heeft?" De advocaat vraagt aan de boekhouder, in gebarentaal, waar het geld is. De boekhouder gebaart terug dat hij niet weet waarover men het heeft, en de advocaat vertaalt dit voor de maffiabaas.
De maffiabaas haalt een pistool tevoorschijn, plaatst dat tegen het hoofd van de boekhouder, en zegt tegen de advocaat : "Vraag het hem nu nog eens."
Waarop de advocaat gebaart naar de boekhouder: "Hij vermoordt u als ge niet vertelt waar het geld is!"
De boekhouder gebaart: "Oké, oké, het geld zit in een valies, in het tuinhuisje van mijn moeder."
"Wel," vraagt de maffiabaas aan de advocaat, "wat heeft hij geantwoord?"
De advocaat: "Hij zegt dat ge niet durft te schieten."
Juni '76. Ik denk dat het '76 was, het jaar van die hittegolf.
Examen geschiedenis. En niet bij gelijk wie. Bij die kleine bazige prof. En ze was dan nog decaan ook. Examen om 19h. Is dat nu een uur om examen af te leggen? Maar het was een noodgeval want een paar dagen tevoren was onze eigen prof neergestuikt en overleden tijdens een mondeling examen en zij, de decaan nam over.
Er bestond nog geen GSM maar de tamtam werkte toch want ineens wist iedereen die het weten moest dat het Romeinse Rijk niet gevallen was door krachten van buitenaf maar wel van binnenuit uitgehold was door decadentie. 't Is maar ne weet. En dat we drie dagen tijd hadden om die driehonderd bladzijdes te herinterpreteren.
We waren onze eigen prof kwijt. We moesten examen afleggen bij de decaan herself en dan nog op een ontiegelijk uur. Toen het eindelijk mijn beurt was, was het al lang voorbij 19h en waren de gangen leeg, in dat hol nep-gotisch spookgebouw. (opzij van de Paul Hégerlaan). Ik was dus tamelijk bokkig toen ik binnenstapte. Niet bepaald de juiste attitude om een examen af te leggen.
- Goede avond, Professor. - U is? 'k Gaf mijn naam. - Neem plaats. 'k Ging zitten.
En ineens rook ik dat deze dame hetzelfde parfum droeg als ik. Diorella. Er was tussen ons 40 jaar verschil maar we droegen hetzelfde parfum.
het flacon van toen is nu ‘vintage’
Mijn eigen parfum ruik ik natuurlijk niet meer na het aanbrengen. Maar ik ruik dat van anderen wel. Zo rook zij waarschijnlijk het mijne. Heeft dat iets met het examen te maken of met de punten? Nee. Maar het schiep wel een band. Want na een paar vragen betrok de lucht en kwam er een zomerstortbui. Met veel bliksem. En gedonder. 'k Zag haar handen efkes klauwen. Ze is bang, ging het door mijn hoofd.
Ineens was er geen examen meer. - Zal ik het raam sluiten, Professor? - Ja, dank u, zei ze waardig.
We hebben samen die zomerstorm uitgezeten. In een wolk van Diorella. Met het raam dicht was haar kantoor erg warm. En de Diorella werd een cocon.
Ze stelde geen examenvragen meer, maar ze zei ook niet dat ik mocht gaan. Ze had gezelschap nodig. Ik vertelde over muziek, over het leven als jobstudent en ik waagde me aan een aantal vragen. Rustige praat om de tijd van het onweer vol te babbelen.
Diorella heeft sinds dan een toon van lucht-tijdens-onweer. Die toon zit niet in het parfum zelf hoor, het is een aroma ik er bij denk. En ik heb het nooit doorverteld, maar de decaan die ons met één blik de grond in kon bliksemen was bang van onweer.
Voor deze juffrouw is het de eerste herfst van haar leven en zij is vastbesloten er iets van te maken. Zo kijkt ze volgens mij.
foto's Richard Austin
Ze gaat ritselen. Want zoveel bladeren, zoveel kleuren, zomaar uit de lucht, dat vraagt om daden. Vandaar : ritselen. Zoveel ze kan en een heel seizoen lang.
'k Kwam uit bij funerair erfgoed en funeraire kunst, 'k wist geeneens dat die termen bestonden. En om ons daarin wegwijs te maken bestaan er funeraire gidsen, mensen die ons met geleid bezoek leren kijken naar die tak van de kunst en ons vertellen welk gedachtengoed daar mee gepaard ging en gaat.
Onderstaande lijst werd samengesteld door de FB-volgers van ene Bruno Loockx.
'k Heb alle tien de grafakkers opgezocht en er staan werkelijk monumenten bij. Onder elke alinea staat het linkje naar de afbeeldingen. Ivm het woordeke uitleg heb ik geprobeerd er deze keer niet Wikipedia bij te sleuren, maar in vergelijking met andere sites wordt daar toch in een bondige tekst tamelijk volledige informatie gegeven. Dus toch weer Wiki. Misschien is er een regio bij die u interesseert : Antwerpen, Gent, Hasselt, Lommel, Assebroek, Passendale, Brussel (Elsene en Evere/Schaarbeek).
De tekst in het zwart is van B. Loockx.
01. Schoonselhof - Antwerpen
Vele mooie kerkhoven waar bekende personen hun laatste rustplaats vonden, worden vergeleken met het Parijse Pére-Lachaise of het Schoonselhof in Antwerpen. Oorspronkelijk was dit 84 ha grote kasteeldomein een buitenverblijf voor rijke Antwerpenaren. Na de dood van jonker Julius Moretus in 1911 kocht stad Antwerpen het landgoed en opende er in 1921 het huidige kerkhof. Je vindt op het Schoonselhof roemrijke personen zoals Willem Elsschot, Hendrik Conscience, dichter Paul van Ostaijen en Herman De Coninck.
Kan je een begraafplaats elitair noemen? Vast wel als je de vele dure grafstenen ziet op het Gentse kerkhof Campo Santo. Hier vind je de culturele, financiële en katholieke elite van groot Gent. Niet minder dan 131 van de zerken en tombes zijn geklasseerd en beschermd, waaronder enkele pompeuze grafkelders. Op het hoogste punt van Campo Santo staat de Sint-Amanduskapel uit 1720. Indrukwekkende en soms heel sobere grafzerken vermelden bekende namen zoals Karel en Gustave van de Woestijne.
Nog in Gent, maar op het grondgebied van deelgemeente Mariakerke ontdek je de Westerbegraafplaats. Net zoals op Campo Santo kenmerken groteske grafmonumenten, familiegrafkelders het stedelijke gravenoord. In die tijden kwam er zelfs een tuinarchitect aan te pas om de begraafplaatsen van de rijke burgerij in een mooi landschapsdecor te plaatsen. Schrijver, prozaïst Cyriel Buysse is één van de bekendste figuren op deze godsakker.
Aan de Kempische Steenweg vind je het oud-Hasseltse Kerkhof dat in gebruik was tussen 1800 en 1930. In vergelijking met de huidige begraafplaatsen zie je hier duidelijk dat men vroeger een grafakker ontwierp als een heuse parkbegraafplaats. In je vrije tijd keuvelen tussen de overledenen was een moment van bezinning. Het oud Kerkhof is goed bewaard en sinds 2004 beschermd als monument. De grafkapellen en tombes bevatten veel symbolen die verwijzen naar de dood en het eeuwige leven.
De waanzin van de oorlog begrijpen we het best door een bezoek te brengen aan een militair kerkhof. Wie het Lommelse Duits militair kerkhof betreedt, wordt geconfronteerd met de duizenden grauwe stenen kruisen en de kruisiginggroep op de crypte. Zich opgeofferd voor … rusten hier 38.650 Duitse soldaten op het 16 ha grote terrein. Naambordjes vertellen je dat vele van deze oorlogsdoden stierven voor hun 18de levensjaar. Hitlerjugend?
In het landelijke Assebroek kocht de stad Brugge een terrein voor wat het stedelijke kerkhof moest worden. Een centrale dreef voert je er naar een groot calvariekruis. De harmonie met het vele groen maakt het geheel haast poëtisch. Is het toeval dat dichter Guido Gezelle hier voor eeuwig rust? Uniek is de neogotische grafkapel van de Brugse bisschoppen. In een lapidarium staan de restanten van de verdwenen grafmonumenten tentoon en lees je op infopanelen meer over de achtergrond.
Dat oorlog wreed is, beseffen we goed op het Gemenebest militaire begraafplaats Tyne Cot Cemetery in Passendale. Jaarlijks zakken ongeveer 200.000 bezoekers af naar de Westhoek voor dit Brits oorlogskerkhof, waar 11.952 slachtoffers rusten. Achteraan prijken op marmeren panelen de namen van 33.783 nog steeds vermiste Britse soldaten. Het dodenakker is dáár ontstaan omdat overleden soldaten in de nabijheid begraven werden. Het Cross of Sacrifice staat bovenop de centrale bunker die tijdens de slag van Passendale dienst deed als noodhospitaal.
Het kerkhof van Laken is met zijn koninklijke allures niet alleen een laatste rustplaats maar ook een laatste showplaats. Sommige Belgische grootheden staken er elkaar de kroon af met peperdure pracht en praal, alsof ze je uitdagen met een heus ‘m’as tu vu’ gevoel. Deze wereldberoemde necropool naast de Onze-Lieve-Vrouwkerk van Laken oogt verloederd en heeft dringend een opknapbeurt nodig. Toch loont het de moeite eens rond de 19de eeuwse grafbeelden, zoals die van Poelaert en Anspach, te slenteren.
Net zoals in Laken is dit een kerkhof waar meerdere beroemde personen zijn begraven. Wellicht is architect Victor Horta die het grafmonument ontwierp voor de familie Solvay één van de bekendste. Tussen de notoire doden vind je ook Nobelprijswinnaar Jules Bordet, de uitvinder van de pralines Frederic Neuhaus en artiest Marcel Broodthaers. Tijdens een gegidst bezoek hoor je het liefdesdrama van Generaal Boulanger die zelfmoord pleegde op het graf van zijn vriendin, Marguerite de Bonnemains, twee maand na haar overlijden.
Het grafakker van Evere dateert van 1868 en was bedoeld als rustplaats, zonder onderscheid van ideologieën en religies. De gedachte dat het gerestaureerde dodenhuisje er nu dienst doet als bureel laat menig bezoeker zijn wenkbrauwen fronsen. Een obelisk van de hand van beeldhouwer Jules Reinaert staat midden de grafrijen van oud-strijders en herinnert gekende en ongekende gesneuvelden van de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Enkele Art Nouveau monumenten, zoals die van Elsa De Bock en Cambier, zijn ronduit prachtig.
'k Heb dat nog weten gebruiken, buizenpost. Bij een firma in de Wiertzstraat in Brussel en veel later, een jaar of twintig geleden, in de supermarket hier op de hoek.
Zo'n uitgebreid systeem als op de foto was het niet natuurlijk. Wat een geheugen moet deze dame gehad hebben. De buizen dragen wel een labeltje, maar toch, als het snel moet gaan … En eens zo’n koker vertrokken is, floept hij weg hé. Verkeerd verzonden of niet.
'k Heb gezocht welk soort firma zo’n groot systeem zou nodig hebben. Het is een groot warenhuis in Chicago, Marchall Fields. Het buizensysteem werd gebruikt om het geld te verzamelen. Zo min mogelijk baar geld op de verkoopsvloeren. Afbeeldingen van Marshall Fields Store Chicago , een kijkje waard.
Helen Soros works the new pneumatic tube system to take cash at Marshall Fields store in Chicago, November 26, 1947
Buizenpost nog steeds onvervangbaar- door David Lemereis, 12-01-2010
Buizenpost was cutting edge technologie in de 19de eeuw en is nog steeds niet vervangen door iets nieuws uit Silicon Valley.
Dat men met een druk op de knop mailtjes of tweets in de vorm van bitjes en bytes via kabels en satellieten in een fractie van een seconde naar de andere kant van de wereld transporteert, blijft natuurlijk een wonder. Maar het verplaatsen van objecten en mensen zoals in StarTrek is nog geen realiteit. Zolang dat niet kan maken onder andere laboratoria en ziekenhuizen nog steeds volop gebruik van buizenpost.
Deze technologie stamt uit de 19de eeuw maar is tegenwoordig in een nieuw jasje gestoken. Buizenpost transporteert objecten via een buizensysteem van de ene plek naar de andere. De objecten worden meestal verpakt in een capsule die door overdruk of onderdruk door de buizen getransporteerd worden.
De posterijen maakten in de 19de eeuw volop gebruik van het systeem. Parijs had bijvoorbeeld tot 1984 een buizenpostsysteem met een totale lengte van ruim 450 kilometer. Vandaag de dag redt buizenpost nog steeds levens. Het Stanford Hospital in de VS bijvoorbeeld kan niet zonder buizenpost om tijdens operaties bloedmonster razendsnel via het ruim zes kilometer lange systeem naar het lab te transporteren. De bloedmonsters zijn temperatuurgevoelig en de resultaten van analyses moeten onmiddellijk aan de chirurgen in de operatiekamer terug geseind worden. Met een snelheid van zo'n 25 kilometer per uur is de buizenpost niet alleen sneller dan een koerier die zich door het gebouw moet begeven maar het bespaart ook aanzienlijk in mankracht. Uiteraard is deze 19de eeuwse technologie uitgerust met moderne sensoren en monitorsystemen.
Het wachten is echter nog op een echte StarTrek transporter die de buizenpost zal vervangen. Of dat ooit realiteit wordt is maar de vraag, hoewel de eerste stappen enkele jaren geleden al zijn gezet.
LM is aan het kalen en hij maakt daar gelukkig geen drama van. Hij wil daar iets mee doen, zei hij. De mode-uitdrukkingen hebben nu ook hem in hun greep, 'iets een plaats geven' en daarna eventueel 'er iets mee doen'.
Haaruitval … hoe geeft men uitgevallen haren een plaats? Die gaan gewoon dezelfde weg als afgeknipte haren. Soit. Om er iets mee te doen, daar heeft hij wel iets op gevonden. Zojuist liet hij me onderstaande foto zien: een geitje dat zich een weg graast door een witte wei.
Het heeft wel iets, vindt hij. Nu hoop ik dat die afbeelding een afwasbare tekening is en geen tattoe. En vooral, dat ik LM daarvan kan overtuigen.
In 2001 werd aan boord de kaptein afgelost. De wisseling gebeurde op 10 september, nota bene. De dag voor 11 september.
De zaterdag daarop hadden we besteldag, dwz slop chest & bonded stores. De nieuwe kaptein had een ander systeem om onze wekelijkse bestellingen op te nemen. Niet meer met een bestelbonnetje per artikel maar alles op één blad, één groot raster, dat werkt gemakkelijker in de nauwe voorraadruimtes.
'k Had er van gehoord, van het nieuw systeem en ik toog naar de mess om onze bestelling op het blad te noteren. Het was 10h, coffeetime, de bemanning was daar ook. Filipijnse bemanning. 'k Wou netjes mijn beurt afwachten, maar toen ze me zagen deden ze een stap opzij en lieten ze me voor. Niet omdat ik zo’n innemend wezen ben, maar vanwege de graad van LM. Puur protocol. Daarbij voelde ik me onmiddellijk ongemakkelijk en ik bleef ostentatief achter in de rij staan. Ik zei dingen als please carry on, please proceed, please go on … met de handgebaren erbij, de palmen naar boven gewend. Niks gekort, geen avance, tevergeefs. Ze moesten en ze zouden laten zien dat ze hunne wereld kenden. Dus ging ik maar voor hé, want om 10h20 was hun pauze om.
Er waren direct een paar bereidwilligen om te helpen lezen. Om te kijken wat ik zou invullen, wil dat zeggen. Want achteraf bleek dat de bestelling van LM en mij een gespreksonderwerp was. Zoiets als in het winkelkarretje van een BV kijken: ze heeft geen tandpasta besteld maar wel bier … ?
Ik vroeg aan de pages die me omringden waar op de lijst het water stond. Here, under, Ma’am. Onderaan stond : MW & SW.
- What's MW ? - Mineral Water Ma’am. (plat water) - What’s SW, then ? - Sparkling Water Ma'am. (bruiswater) - Oh, good, I tought for a moment SW was seawater.
Er volgde een gegeneerd scherp gegiechel, een geluid als van parkieten. Al eens volwassen mannen horen giechelen? En het duurde te lang om echt te zijn. Wat bleek, ironie is niet een vorm van humor die deze ploeg snapte. Of beter gezegd, de dubbele bodem ontsnapte hen. Vandaar dat gegeneerd gelach, echt een Oosterse reactie.
Hadden zij de twee situaties nog niet in verband gebracht met elkaar ? SW op pijperijen & valven, een afkorting waar ze dagelijks en overal mee te maken kregen en SW op het bestelblad, een afkorting waar ze wekelijks mee te maken kregen. Beide in een gans andere context, beide totaal verschillende vloeistoffen, maar allebei wel met de afkorting SW.
Eventjes doen alsof men die twee vloeistoffen verwart, was niet grappig in hun ogen, het was eerder een reden tot bezorgdheid over mijn mentale capaciteiten. En waarschijnlijk hadden ze nog medelijden met LM ook.
Misschien heeft ze dit geschreven voor senioren, om wat lichaamsbeweging aan te moedigen? Het is fantastisch vind ik, omdat het zo terloops klinkt.
-----
Het meubilair
Gaat u mee een eindje wand’len? vroeg de tafel aan de stoel. Van dat stilstaan in de kamer krijg ik toch zo’n stijf gevoel. Inderdaad, zo sprak de stoel, ik word óók een tikje stijf. Kom, we gaan, we hebben immers poten aan ons lijf.
Mag ik u dan vergezellen? vroeg het eikenhout dressoir. Maar ik loop een beetje langzaam, want ik ben zo vreselijk zwaar. Al die kopjes en die borden en die glazen in mijn maag. Gaat u ook mee, boekenkastje? En de boekenkast zei: Graag.
Zo ging al het meubilair een eindje wand’len langs de zee. Niet de klok en niet de lamp, die mochten allebei niet mee. Dus die staan nu wat te kniezen in het grote lege huis. Tja, zo gaat het in dit leven: wie geen poten heeft, blijft thuis.
-----
Het boek heet Ziezo. Dat klinkt als een afronding, wat het mogelijk ook is. Of als een beginselverklaring : Zo zie ! Zo en niet anders.
Ziezo. De 347 kinderversjes ~ Querido, ISBN 90-214-8131-6 Verschenen in : 1987 Leeftijd : 8+ / andere bronnen zeggen 5+
347 kinderversjes gebundeld, dat is een hebbeding voor oma’s & opa’s hé. Allen vandaag nog naar de boekhandel, dat voorleesding gaan bestellen!
"Als we klinken is het meestal op de gezondheid, of op het succes. We staan er niet bij stil, het is een gewoonte, maar strikt genomen is gezond zijn en nooit pijn hebben het mooiste wat een mens kan overkomen, maar een gezonde mens snapt dat niet, en ik ben daar één van. Vooral mannen zijn daar seuten in, het minste dat ze mankeren gaan ze sterven, allee dat zegt mijn vrouw toch. "Mannen weet niet wat pijn is! Ge moest eens een kind kopen!" Daar komen ze dan altijd mee aandraven.
Onze bijdrage om het te verwekken is ook niet gering, ge moogt dat niet onderschatten vind ik, en als het niet lukt van de eerste keer moet ge toch blijven proberen. Doe het maar hé! Vroeger, als de toekomstige moeder geen opening (raar woord) genoeg had (???), deed men dat 'met de ijzers', om de zaak wat wijder te maken. Dat is pas onmenselijk. IJzers = verlostang Het kind is met de ijzers gekomen, zei men toen, ik vond dat een barbaarse uitdrukking en die moeders moeten enorm hebben afgezien. Sorry, met ijzers, dat is erover.
De verlostang is inox, chirurgisch staal, non-ferro, dus niks ijzer. Om te beginnen. Als de verlostang er al over is, wat denkt ge dan van het scheuren?
Nu bevalt men onder water, ook thuis is opnieuw in, de band met het kindje is dan groter zegt men. Bij problemen is het keizersnede, mannen hebben dat het liefst, dan blijft alles smal, als ge begrijpt wat ik bedoel? Vandaar dat mannen egoïsten zijn, dat denkt alleen aan zichzelf.
De toekomstige moeders moeten vanaf nu hun woorden intrekken want nu bevalt men 'pijnloos'.
Epidurale, men hoort niets anders. Zodra men een kind verwacht vraagt men u of zal bevallen mét of zonder. Ge kunt dan de bevalling 100% beleven en volgen op de monitor, er is geen gevaar voor de baby, beweert men, en het is volkomen zonder pijn. De Moeders bepalen de manier waarop de bevalling verloopt.
Toen mijn vrouw dit stukje las, zei ze: "Waar moeit gij U mee? Gij hebt nog nooit gehoord van het Moeder instinct zeker? Moeders weten en voelen wat het beste is voor hun kind, wat kennen mannen daarvan?" Oei, dat ligt precies gevoelig, ik ben dan ook maar gestopt met schrijven en ik ben wat gaan snoeien in den hof. Een mens moet weten wanneer men te ver gaat.
Ons moeder heeft haar kinderen thuis gebaard, mijn zuster als laatste met een verschil van zes jaar. We hoorden ons moeder kermen toen de weeën kwamen, wij wisten niet wat er gebeurde. Ze lag op het bovenkamertje in bed. Toen de vroedvrouw riep: “Duwen Maria!” en we ons zus hoorden blèten, wisten we het, we zouden voortaan met 4 zijn.
Ik denk wel, dat moet ik toegeven, moesten de mannen de kindjes kopen, er zou geen overbevolking zijn. Maar voor mij moeten moeders geen pijn hebben, het moet een enorme belevenis zijn, een kind baren. Het leven krijgt dan een andere invulling, daarom succes aan alle moeders, wij mannen rekenen op jullie!"
met 'de ijzers' = the forceps, de verlostang : wordt gebruikt wanneer de baby blijft steken in het geboortekanaal. Afbeeldingen van obstetrical forceps
Een verlostang bestaat uit twee metalen 'lepels'. Elke lepel bestaat uit een steel met een gebogen blad dat precies om de zijkant van het kinderhoofd past. Op de overgang van de bladen met de steel zit een verbindingsstuk met een handvat. Inclusief de steel zijn de lepels 35 tot 40 cm lang.
De lepels worden afzonderlijk links en rechts van het babyhoofdje ingebracht en daarna gesloten. Tijdens één of meer weeën trekt de gynaecoloog aan het handvat van de verlostang om te helpen bij de uitdrijving terwijl de moeder zelf mee blijft persen. Bij de geboorte van het hoofd worden de lepels verwijderd. Daarna volgt snel de geboorte van de baby.
Hoe meer ik er over nadenk, hoe meer ik denk dat contentement veel te maken heeft met genieten. Of omgekeerd, genieten heeft te maken met contentement. Niet zozeer met tevredenheid.
Tevredenheid klinkt alsof men ergens vrede mee neemt of heeft moeten nemen. Er zijn toegevingen gedaan, er zijn compromissen gesloten. Al bij al is men tevreden. Al-bij-al = we mogen niet klagen. Tevredenheid is bijna een rationele beslissing, is de praktische versie van contentement.
Contentement is een ervaring. Het moment wanneer alle samenstellende delen van een situatie plots in evenwicht zijn en dat evenwicht helder en duidelijk voelbaar wordt. Ineens gaat het over de inhoud, over een volheid. Wanneer alles volkomen wordt. Volmaakt bestaat niet, maar volkomen wel. Volkomen is bolvormig. Contentement is ook bolvormig.
Tevredenheid heeft redenen die men kent. Contentement heeft oorzaken, zomaar.
Het is fijn om weten waar een medemens zoal haar of zijn inspiratie vandaan haalt. Muziek is een mogelijkheid. Muziek kan het gemoed in vervoering brengen. En als het muziek van Grote Componisten is zal het natuurlijk grote vervoering zijn, wat dan vanzelfsprekend groots schrijfwerk oplevert. Gelukkig is niet iedereen auditief aangelegd, 'k zie al een blog vol Wagneriaanse schrijfsels. Het scherm zou ontploffen van de erudiete bombarie.
Optisch/visueel werk is een andere mogelijkheid. Een bloemstuk of een foto of een binnenhuisinrichting die een bepaalde sfeer weergeeft. Sfeer werkt tamelijk inspirerend. Geuren werken daar aan mee. Aroma's en geuren bepalen mee een sfeer en beïnvloeden waarschijnlijk ook het schrijfsel.
Geschreven werk : mogelijk het moraliserend werk van ooit (voor een parodie!) , de fabels, legendes & de Olympische mythen, ook de quotes & overdenksels van nu … dat alles is humus en compost.
De gedachte wordt ingenomen, gaat in het achterhoofd liggen rijpen en komt vroeg of laat van pas voor een schrijfsel. Het achterhoofd is het magazijn. Het magazijn goed bevoorraad houden, is een bezigheid op zich. Overdenksels en quotes helpen daarbij, omdat ze zeer kort zijn en omdat het brein er een hele tijd mee verder kan puzzelen, frutselen en knutselen. Afwegen, overdenken, her-bedenken …
En dan hebben we het grafisch werk. Overweldigend veel. Gelukkig maakt een mens keuzes naar gelang de eigen voorkeuren. En al even gelukkig ken ik al vele jaren een correspondente die me wegwijs maakt in de wereld buiten mijn eigen voorkeuren. Dank zij haar en gaandeweg ben ik Mary Aslin tegen gekomen. Op het Net. Niet in het echt, want Aslin woont een oceaan + een continent verder dan Ekeren.
Aslin heeft het over 'actief zoeken'. Haar uitleg over actief zoeken naar inspiratie vond ik toen zo inspirerend dat ik me ingeschreven heb op haar nieuwsbrief.
De straatstenen : kleine gebeurtenissen op de stoep, in de wijk, in de aanzuiging van het straatgebeuren … Inspiratie ligt op de straten, daar ben ik voor mezelf van overtuigd.
'k Hou het kort : inspiratie komt voor ieder en elk uit een andere bron en mogelijk / wenselijk uit wisselende bronnen. Dit gezegd zijnde, de toekomst ziet er zo schitterend uit dat ik een zonnebril nodig heb.
En gelukkig moeten we niet kiezen tussen een heggemus of Grote Componisten. De Grote Componisten hebben zich ook ooit laten inspireren door gewone dingen als een hommel, wat maanlicht of een paar forellen. Dus waarom wij niet ...
Wanneer na de zomer, zo ergens in oktober voor het eerst weer de centrale verwarming op gang werd gebracht. hing er die eerste dag een typische geur in huis.
Waarschijnlijk kwam die geur van het materiaal van de radiatoren dat moest opwarmen, maar als kind dacht ik zo ver niet na.
Dat is het stof van de zomer, zei mijn ma. Dat klonk al geloofwaardiger. Het zonlicht had een hele zomer goudstof gelegd op alle dingen in huis en door de warmte was dat zomerse goudstof nu aan het vervliegen. We konden het niet zien, we konden het enkel ruiken. Het einde van de nazomer. Niet meer in sandaaltjes naar school, vanaf nu gesloten schoenen en later weer pantoffels die ondersteboven op de radiator van de inkom lagen te wachten op ons.
Alles kon. Alles kon komen. Er was nog niks voorzien door de weerlieden - die konden toen nog niet zo ver vooruit kijken. Er was enkel de geur van de radiatoren, een vage belofte over geborgenheid en warmte voor de komende winter.
JdB : Zeer ontgoochelend filmpje! Men verwacht natuurlijk dat hij een klop van de hamer krijgt! Maar nee, helaas nee. Volgende keer dan maar !
VG : Een goed systeem om niet op je vingers te kloppen. Maar je moet drie hamers hebben om 1 nagel in te kloppen. Drievoudige investering in gereedschap voor éénzelfde werk.
RdG : Ja, voor de vingers is het veilig, maar je riskeert een hoop builen op uw hoofd. En dat allemaal zonder veiligheidshelm op zijn kop. Bestaat er daar dan geen veiligheidsinspectie?
Heren, hebt gellie uzelf bezig gehoord over die jongen! Het jung is nog zo blij dat hij eens mag tonen wat hij kan. Op You Tube dan nog wel!
klop van de hamer (JdB) , triple investering voor 't zelfde werk (VG) , geen veiligheidsinspectie (RdG)
Gellie zijt sjaloes. Alledrie. En dat voor volwassen mannen. Foei. Gewoon sjaloes!
Regelmatig heb ik een nieuwe vlam. Dat kan iemand van de podiumkunsten zijn, een zangeres met een stem die in het oor valt (Lady Lynn ooit) of een acteur die ik nu pas leren waarderen heb (Peter Van den Eeden, sinds een aantal tijden). Of een figuur die iets weet over te brengen, iemand die weet wat lesgeven is, zoals een chef op Njam-TV die haar/zijn uitleg zeer duidelijk weet te brengen. Schilders, cartoonisten, auteurs, mensen van het grafisch werk …, allemaal mogelijke vlammen.
Om de zoveel tijd heb ik een nieuwe. LM is dat al lang gewoon want de lijst van oude vlammen is lang. En over al deze mensen heeft hij lofzangen moeten aanhoren.
Vorige week kreeg ik een filmpje binnen van 09 seconden en op slag had ik eventjes een nieuwe vlam. Dat kan hoor, vlammen binnen de 09 seconden. Enfin, bij mij toch. De man in kwestie is 02 sec in beeld.
'k Stuur dat filmpje door, naar familie en correspondenten, en dus ook naar LM, onder de titel : mijn nieuwe vlam. Als ik daar de wereld kond van doe is er volgens mij nooit iets geweest in die twee à drie seconden. De man in kwestie woont in Vermont (VS), daar rijdt van uit Ekeren geeneens een tram naar toe.
kaart Vermont LM zit hier achter mij, elke ochtend bezig met zijn eigen bezigheden. Onze stoelen staan ongeveer rug aan rug. Zijn stoel staat aan de oostmuur, een titske meer noord dan de mijne. Mijn stoel staan aan de westmuur, een ietske meer zuid dan de zijne. Wanneer we een kwartslag draaien zitten we ongeveer face à face, absoluut geschikt wanneer er gezwamd en geleuterd moet worden over dingen.
In geval van hoogdringendheid rolt men de stoel met een flinke stoot achteruit en belandt men met een bots tegen het werkblad van de andere. Gewoon gillen mag ook. Dat is minder schadelijk voor het meubilair.
Mijn Dierbare kreeg dus dat filmpje op zijn scherm, bekeek het en rolde zijn stoel ongeveer tot tegen mijn typtafeltje : - Waarom is dát uw nieuwe vlam? Niet hij. Dát.
Aan zijn toon hoorde ik dat er iets was. Aan zijn uitdrukking zag ik dat hij met iets in de knoop lag. - Omdat hij een kei is met keien, antwoordde ik. De man had fysica als beroep, of zoiets. Dat staat in de commentaren. En hij heeft er op geoefend natuurlijk.
Vandaag pas, negen dagen later, heb ik gesnapt dat Liefste Mijn efkes een prik van jaloezie gevoeld heeft. Stel u voor, we zijn allebei 66 en plots gaan LM zijn stekels overeind staan over mijn aandacht voor een 'andere' man van minder dan drie seconden op You Tube. Acteurs, musici, dansers, zangers, schilders, tekenaars, cartoonisten, het kan allemaal. Maar als iemand goed keien kan keilen, … dat komt te dicht bij zijn eigen kunnen.
LM is van de mechanica, als ik het goed heb is dat toegepaste fysica. Wat die man doet is fysica, hydrodynamica of zo. En dát was voor LM wat te dicht bij huis. 'k Vind het ontroerend, 66 en gepikeerd door een You Tubeke van 09 seconden.
Na een paar keer repareren -of was het nieuwe stoel kopen?- had een zus van LM de stoelen gemerkt met korte kleurlintjes die ze onderaan de dwarsspijlen geknoopt had. Geel en groen voor pa en ma, rood voor de zoon, blauw voor de dochter. Vanaf toen had ieder een eigen stoel. Wie zijn stoel kapot wiebelde moest maar op een wankele stoel zitten tot er voldoende zakgeld bijeen gespaard was voor een nieuwe stoel. Dat sparen zou ze dan wel zelf doen. Maw : als de stoel kapot was, werd het zakgeld ingehouden tot de prijs van een nieuwe stoel bereikt was. Desnoods zat men zolang op het keukenladdertje.
Dit was ongeveer het model van stoel. Een model dat robuust genoeg is, zou men denken, maar in de praktijk is het niet bestand tegen aanhoudende puber-nonchalance.
De zoon dacht dat hij slim was. Hij verwisselde zijn kleurlintje met dat van zijn zus. Zo kon hij naar believen zijn gewicht blijven balanceren. Als de stoel kapot ging zou hij de lintjes weer verwisselen en dan was zijn zus de pineut wier zakgeld ingehouden werd.
Waar hij niet meer aan gedacht had, was dat zijn moeder met brede alcoholstift de namen onderaan de zit geschreven had. Bij de volgende poetsbeurt zette hij zoals gewoonlijk de vier stoelen omgekeerd op tafel.
Rina stond klaar met een emmer zeepsop en leunde losjes op de schuurborstel. Zoon had de stoelen ondersteboven op de tafel gezet. Denkende dat zijn taak er op zat wou de zoon het afbollen. - Wacht eens efkes gij, zei Rina, ge moet uw lintje nog terug hangen. Aan-uw-éigen-stoel. Met de stoelen omgekeerd op tafel lagen de vier namen in het zicht. Toen hij de namen zag staan herinnerde hij zich dat hij zijn ma ze daar had zien schrijven met zwarte stift. Hij had toen nog geholpen om de stoelen weer op de vloer te zetten!
Zijn mond viel open. Letterlijk. Hij kreeg ter plekke een aanval van koleire. Wolvengehuil ! Omdat zijn moeder hem doorzien had. Omdat ze zo duidelijk liet merken dat ze hem doorzien had. Omdat ze slimmer was dan hij.
Toen Rina het vertelde zuchtte ze : die loebas moet nog zóveel leren …
Ooit hadden we het met de schoonzussen over onze eigenaardige kantjes. Of we die nog wel zagen, want voor onszelf zijn die kantjes zo gewoon geworden dat ze niet meer als eigenaardig overkomen.
We hebben bij mekaar dingen ontdekt. Eén van de zussen heeft iets met deuren en bij mij zijn het tafels. Er moet bij ons altijd een plek vrij zijn om te gaan zitten en iets te eten of te drinken. Dat komt van lang geleden, denk ik. Toen we nog kind waren.
Na het huiswerk maken konden Tina en Laura gaan spelen. In de winter gebeurde dat binnenshuis. Boven de tafel hing een verstelbare lamp en daar was het meeste licht. In een minimum van tijd lag de tafel vol met knutselgerei, legoblokjes en andere kleine dingen waarvan meerdere veelvouden bestaan.
Wanneer ik als oudste dan de tafel moest dekken was het een heel gedoe om die tafel leeg te krijgen. Keer op keer. De tafel was geëigend gebied en ik was de belegeraar die moest afgeweerd worden. Met argumenten als 'wij hebben straks geen honger'. Soms kwamen er tranen aan te pas omdat ze moesten opkrassen. 'Wij mogen hier nooit niks' ! Zij werden met speelgoed en al verbannen naar Siberië, een wit wollig warm berber tapijt dat drie stappen verder lag, tussen de eethoek en de zithoek. Helemaal speciaal daar gelegd om op te spelen, maar nee, er moest eerst wat drama & theater verkocht worden. In mijn memorie is dat dag na dag, heelder winters lang zo geweest. Toen al moet ik iets gedacht hebben over beschikbare tafelruimte.
LM en ik hebben twee tafels in de woonkamer, elk voor 4 personen. De ronde tafel staat in het midden en dient enkel om aan te eten, gelijk welk uur van de dag. Daar hebben thermos en koffietassen hun stek. De rechthoekige tafel staat met de korte zijde tegen het raam en dient voor al het andere.
Hier in 't burootje heb ik een typtafeltje H70cm-L105cm-D40cm. Klein en helemaal wat het moet zijn. De enige die deze afmetingen belangrijk vindt ben ik waarschijnlijk, maar ik zet mijn werktafeltje graag efkes in het zonnetje. Dit is hét meubel dat ik ooit meeneem naar een rusthuis.
Achter mij staat de lange werktafel van LM, juist diep genoeg om een krant open te leggen. Die tafel dateert uit de tijd dat er nog papieren kranten gelezen werden, het groot formaat.
En er is het gewezen desktopmeubel, waarin nu de printer en de scanner zijn ondergebracht. Bovenop ligt de onontbeerlijke rommel, twee antieke externe geheugens, de stekkerdozen en de hubs. In deze werkkamer moet het wat minder strak want schrijfideeën komen niet rechtlijnig binnen.
Ow, dan heb ik het nog niet gehad over onze twee terrastafels. En waarom twee. Maar nu moet ik stoppen want we gaan sebiet aan tafel.
Dit is een demonstratie over kracht en beweging, de katapult. Fysica dus. Het zou tevens een scenario van Shakespeare kunnen zijn, over hoe de hoogmoedige waarlijk het lot tart want vroeg of laat komt dé kleine slimmerik langs met een grotere katapult. Een Cocci Nelle laat niet met zich lachen. Nooit.
Na twee jaar bemoeienissen van de buitenwereld woonden LM en ik eindelijk samen, zomer '92. We woonden in een studio in Edegem. De studio was echt benepen om er voltijds met twee personen te wonen, mee omdat de tafel te groot was voor die kleine plek. De loopruimte werd er danig door beperkt. Dit is een bedenking achteraf want we hingen toen constant rond mekaars nek en dan komt men vanzelf toe met de beschikbare ruimte. We waren al blij dat we een eigen stek hadden.
De was werd natuurlijk buitenhuis gedaan en op een warme dag in augustus reed ik naar het dorpscentrum, om het witgoed te gaan wassen. In de Hovestraat, opzij van het plein, was een wasserette, een klein bankfiliaal en een cafeetje.
Wie gaat er op een warme namiddag wassen en drogen in een wasserette én staan strijken aan de rol. Geen kat. Enkel ik. Ook al draaide er geen enkele machine, binnen was het om te smelten. 'k Vulde en startte zo'n bakbeest in roestvrij staal. Na die krachttoer ging ik in het deurgat lucht happen. Gelukkig lag de wasserette niet aan de zonnekant maar aan de schaduwkant van de straat. Bij het café, twee huizen verder, stonden terrastafeltjes op de stoep. Ook in de schaduw. Aan de eerste tafeltje nam zojuist een gezelschap plaats. De zijflapjes van de reclame-parasols lieten zien dat daar een briesje waaide. Het tweede tafeltje, verderop, was vrij. Zou ik ? Een stoel om op te zitten, een koude pint en een briesje … op andermans stoep ziet het leven er zoveel beter uit.
Ik keek om. Zou ik ons beddegoed onbewaakt achterlaten ? Misschien. Dat tweede tafeltje was vrij maar het leek me toch wat ver van deze deur want in augustus trokken natuurlijk dagelijks horden beddegoeddieven door de Hovestraat.
'k Werd ongedurig van mijn eigen geaarzel en 'k ging binnen op de bank wat zitten bladeren in een van de tijdschriften. Na twee alinea’s kriebelde een zweetdruppel langs mijn rug naar beneden. Van mijn voorhoofd lekte een druppel op het blad, als een traan om de smart en de ellende van enkele BV's die op een luchtig strand problemen hadden om hun kapsel in model te houden …
Zou het eerste tafeltje nu al vrij zijn? Dat was zoveel dichter bij deze deur. 'k Ging eens piepen. Nee. De mensen van het eerste tafeltje hadden een tweede verfrissing besteld. De dronkaards. Het tweede tafeltje was nu ook bezet en daarmee was mijn dilemma van de baan.
'k Verdeelde de was over de drie gevaartes van droogtrommels. De drie samen veroorzaakten een golf van warmte die ik ging staan overleven op de stoep van het wassalon, kijkend naar de zijflapjes van de parasols wat verderop, of er nog een briesje te beleven viel op dat terras. Daar blijkbaar wel. Voor de deur van de wasserette helaas niet. Hoe lokaal zijn briesjes in straten met een zonne- en een schaduwkant?
Strijken heb ik niet meer gedaan. De drogers waren zo luchtig geladen geweest dat alle kreukels uit het wasgoed gewenteld waren. Mits wat zorgvuldig vouwen waren alle spullen kastklaar.
Toen de waszak geladen was, stapte ik de deur uit, nam een teug frisse lucht en ging aan dat eerste terrastafeltje zitten, dat nu eindelijk vrij was. Nu het niet meer nodig was. Maar ik had een verpozing verdiend. Op een stoel in een briesje met een koude pint …
'k Leunde achteruit en bestelde een glas water en een pintje. Het glas water om de dorst te lessen, het glas bier omdat ik mezelf op een moment wou trakteren. De was stond naast mij, het stapeltje scheen halvelings door de tas en ik keek er met voldoening naar, ik had me niet laten vellen door de augustuswarmte in het wassalon. Tropenhitte is erger en dat overleeft een mens ook.
Het leeg waterglas kon hij al weer meenemen, zo'n dorst had ik. 'k Zat eindelijk aan dat eerste tafeltje, op een stoel ipv op een harde bank zonder leuning, en er stond een koud glas bier te parelen. Nu nog dat briesje, dacht ik, en ik keek omhoog naar de zijflapjes van de parasol.
Dat had ik zo sterk niet mogen wensen. De bries kwam, zeer plaatselijk weeral, ging onder de rokken van de parasol en nam gelijk het tafeltje mee. In een tel lag de constructie parasol+tafel tegen de stenen en mijn glas bier lag bovenop de waszak. Daar was het bier in mijn handtas gegutst, een bordeaux stuk zacht leer met daim voering. Ongelovig zat ik te kijken wat zojuist gebeurd was met mijn mooiste tas.
De baas kwam buiten gelopen, nam het glas en zei iets dat ik geluk had dat ik het niet gebroken had. Dan pas hees hij de tafel+parasol weer overeind. En toen zag ik dat het bier door de ritssluiting van de waszak op mijn wasgoed aan het sijpelen was.
“Dat ÍK het glas niet gebroken had? Dat was de wind hé, baas!” Hij verdween met het glas naar binnen, alsof hij iets dierbaars had weten te redden.
De mensen aan het tafeltje naast mij zeiden dat die parasol geen voet had, en dat het daardoor kwam. Het gebeurde wel meer dat die parasol omwaaide met tafel en al wat er op stond. Ik keek onder het tafeltje en zag dat de staaf van de parasol eindigde op een punt. Het was een tuinparasol uit vroeger jaren die men in het grasveld duwde. Als een ballerina op een spitze stond de tuinparasol op de stoeptegels.
De baas bracht me een tweede pint, dat is dan zoveel, zei hij. Hij noemde de prijs van twee pinten.
“Deze heb ik niet besteld, zei ik en de eerste heb ik niet opgedronken. Zet uw parasol vast en ik kom betalen.” Met besmeurde was en vernielde handtas stapte ik richting gemeenteplein. Ik ging weg met verhit gemoed maar wel met geheven hoofd. Op het plein zag ik dat ik de wagen niet in de schaduw geparkeerd had.
m– HiH-10/2016 - nu pas besef ik dat ik het glas water toen ook niet betaald heb
Toevallig kwam ik langs de doodle van Google en die dag eerden ze daar een Noorderbuur, Van Leeuwenhoek uit Delft, de man die ongeveer een begin maakte met het modern optisch materiaal en aan wie wij onze brillen en lenzen te danken hebben.
Met een vage herinnering aan schoolboeken ging ik Van Leeuwenhoek zoeken bij Wikipedia en daar staat :
Antoni Van Leeuwenhoek ~ Delft, 24 oktober 1632 Johannes Vermeer ~ gedoopt te Delft, 31 oktober 1632
Dat die twee mekaar kenden ligt voor de hand. Antoni en Johannes waren stadsgenoten en generatiegenoten, mogelijk ook speelkameraadjes? Zelf zie ik ze als kind rennen en ravotten. Later waren ze vrienden of op zijn minst maten.
Bij Wikipedia staat het in deze bewoordingen :
“De astronoom en de geograaf nemen een enigszins aparte plaats binnen Vermeers oeuvre in, in die zin dat er geen huishoudelijke, maar beroepsmatige activiteiten worden afgebeeld. Op beide doeken staat dezelfde persoon, van wie sommigen menen dat het Vermeers tijdgenoot Antoni van Leeuwenhoek is, die vier dagen na Vermeer in dezelfde kerk werd gedoopt en later hielp de nalatenschap van de kunstenaar te ordenen. Op grond van andere afbeeldingen van Van Leeuwenhoek en informatie over diens karakter en werkwijze vinden anderen deze theorie niet aannemelijk.”
Voor een jeugdvriend wijkt men al eens af van vaste werkwijzen en principes. Misschien maakte Van Leeuwenhoek zo een uitzondering voor Vermeer. Misschien kreeg Vermeer tijdens zijn leven wel een en ander gedaan van Van Leeuwenhoek.
Zo denk ik nu dat Vermeer een vergrootglas gekregen of geleend heeft van Van Leeuwenhoek om de weerkaatsingen in die parel op doek te zetten. Zomaar. Een vriendendienst tussen twee denkers en doeners, zomaar twee creatieve dertigers toen in Delft. Van Leeuwenhoek leende iets van zijn uitvindingen aan Vermeer, Vermeer deed daar iets mee en wij hebben nu die parel. Kruisbestuiving. Tof.
liever een heel kleine munt dan een groot papieren lach je moet die wel echt krijgen het is geen financiële stunt het geeft je een goede dag je mag er niet over zwijgen big ietie -12/03/2017
'Een groot papieren lach', deed me onmiddellijk denken aan een verkiezingsaffiche. De lach vol zelfvertrouwen moet daar suggereren dat de man of vrouw in kwestie ons uit de huidige gevaarlijke wateren zal varen. Op voorwaarde dat we voor hem of haar kiezen natuurlijk. Beloftes. De loze voze glimlach, de glimlach van papier.
Maar die munt dan? Munt in combinatie met papier … dan kom ik uit bij geld. Liever een kleine munt, op voorwaarde dat die van het juiste metaal is natuurlijk, dan onbetrouwbaar papieren geld. Liever klinkende munt, dan ritselende munt. Geritsel is er al genoeg in de graaicultuur. Fiscale paradijzen léven van het geritsel. Dat zijn de vrijhavens voor de hedendaagse struikrovers, sluikrovers, ze doen het tersluiks.