Geraardsbergen, waar ik 30 jaar onderwijzer was, heeft een interessante blog Klik op de foto voor méér.
Hieronder volgen enkele foto's van tekeningen die ik gemaakt heb. Ze zijn uitgevoerd in wasco, potlood, houtskool, oostindische inkt of kogelpen. Vraagje: wie herkent bepaalde portretten?
Gary Brooker (Procol Harum)
Robert Vaughn (Man from U.N.C.L.E. )
zelfportret uit 1966
Richard Wright (Pink Floyd)
Walt Disney
Sammy Davis Junior
Adam Cartwright (Bonanza)
Rik Van Looy
Gerry Marsden (Gerry and the Pacemakers)
Rudi Carrell & Guy Mortier
Adam Cartwright (Bonanza)
Leonard Cohen
Marleen De Smet heeft een blog die 'fotogedichten' heet. Een aanrader! Klik gewoon op de foto om een kijkje te nemen.
Frankies (eigen)zinnige poëzie aangevuld met eigen citaten
Frankies stof tot nadenken en meevoelen Denken en emotie sluiten elkaar niet uit, maar vullen elkaar aan
10-02-2009
Wat gaat de tijd toch...snel zeker?
Meer relativitijd
Eergisteren was vandaag nog veraf en gisteren was morgen even ver. Alleen ging het leven verder bergaf, en lijkt de tijd een niet te vatten ster.
Gisteren was vandaag nog morgen en vandaag is gisteren weer voorbij. Daarover maken we ons geen zorgen: er zijn er genoeg voor jou, voor mij.
Morgen is vandaag weer gisteren, en overmorgen morgen eveneens. Dan is vandaag alweer eergisteren, daarover raken we het wel eens.
Want als vandaag een maandag is, zal het morgen dinsdag wezen, en zeggen we overmorgen gewis: ik heb dat eergisteren gelezen.
Maar vandaag kan ook vrijdag zijn, dan is het weekend wel erg nabij, en zuchten we zondag met hartenpijn: Oei, wat was dat weer snel voorbij !
En WAT indien het zo eens wordt met ons? Heeft U zich al eens afgevraagd wat er omgaat in iemand zoals de ik-figuur van het volgend stuk?
Mijn laatste geheim
Ik ken het antwoord wel, maar waarom zou ik moeite doen? Ik zal wel te eten krijgen en ze zullen me wel verschonen vannacht of straks na het middagmaal.
Ze denken dus gewoon dat ik het antwoord niet ken, maar als ik het zou zeggen, zullen ze wel met me spotten fluisterend of straks bij hun thuiskomst.
En zelfs als het me zou lukken hun het antwoord duidelijk articulerend te verstrekken, zullen ze het niet willen horen morgen als ze me hier vandaan halen.
Ik ken ze allen bij hun namen. Ze waren gisteren veel jonger en doen nu alsof ik sneller ouder zal worden dan hen. Alleen ben ik eerder dan hen gestart.
Waarom zou ik moeite doen? Ik zal wel een spuitje krijgen omdat ik hun niet antwoord op de vraag die steeds terugkomt: waarom ik opeens dement geworden ben.
Sneeuw dempt mijn stappen als ik over het tuinpad nader kom, tot bij de straat. Ik duld met tegenzin het agressief geraas van autos spattend over een spoorlijn in de dooi van eerder blank strooisel. Alle lijnen zijn vervaagd en doen me twijfelen tussen oude selder en vergeten prei.
Ik frutsel het koude nieuws uit mijn brievenbus, en schrik van mijn eigen sporen. Ze negeerden brutaal dat hier een wanhopig wezentje, zwartgevederd, en vrij van enige adrenaline, een laatste queeste ondernam op zoek naar resten van de zomer.
Ik zie niet wat het doel van de vogel was. Alleen de richting en een snoer van passen ontelbaar en radeloos. Telkens drie tenen naar voren hopend op morgen, En één teen achterwaarts treurend om wat was.
Ik wil geen andere titel voor een gedicht dat over liefde gaat. Precies omdat zij de sterkste kleuren schept, en unieke muziek in de warmste weelde.
Het blauw achter de wolken spiegelt in je ogen. Rood knipoogt de zon van de ene naar de andere vinger, wijl je handen naar me wuiven.
Groene lijnen tussen het grijs van de tegels tekenen een kanten ladder naar geluk, naar vrede.
Op het terras, als jij je glas neerzet, je knieën optrekt, en neuriet om het kind te sussen dat ik in je armen leg sterven de schaduwen weg onder mijn voeten.
De telefoon antwoordt niet, het hondje blaft nooit en krijgt zelfs nooit te eten. De auto staat nooit in de file, Maar heeft voor mijn kleine peuter de mooiste lichtjes van de hele wereld.
Zijn wereld wordt groter Met elk van zijn stapjes. De deuren zijn hinderpalen en de vensters zijn televisie. De tafels hebben nu een bovenkant, kasten een binnenkant.
Broer, kom toch hier en loop met me mee, weg door de duinen tot aan de zee. Schop je schoenen uit op t harde zand, waar met schuim een lijn is gebrand. Klop dan de golven op tot bij mijn knie, aai met je tenen de keien die k zie krimpen naar de horizon van rood, wuivend wijl we roeien naar de dood.
Afscheid nemen aan de kim van de dag, zwijgend over ons beider zelfbeklag, zuchtend over ons dagelijks winstbejag, wenend over wat nog steeds niet mag.
Juich dan, broer, als je kano niet zinkt. Spat en spuit met wat je nimmer drinkt, duik door de draaikolk en dan: verdwijn! Teken op t strand weer een nieuwe lijn.
Er zijn woorden van troost en woorden van pijn, die houden zich nooit ver van elkaar vandaan, maar als de kwetsende woorden almachtig zijn is dit een hard, kil en onmenselijk bestaan.
Er zijn woorden van liefde en woorden van smart. Vaak liggen ze afgunstig bij mekaar op de loer, en volgen ze d' onvoorziene grillen van het hart, een keer discreet, dan weer uitbundig of stoer .
Er zijn woorden van vreugde en woorden van haat waarvoor vaak hindernissen worden verstoten. Soms is dat tragisch, een enkele keer brengt het baat maar niet als onschuldig bloed wordt vergoten.
Ik denk stilaan dat ik je wel ken, al is er elke dag weer wat verschil. Jij ziet er precies zo uit als ik ben en blijkt zelfs te weten wat ik wil.
Zelden zie ik je hierheen stappen, al kom je steeds trager naar me toe dan ik naar jou, langs de trappen. (ik voel me ook niet minder moe)
Je voorhoofd heb ik ooit gekend met lange haren voor je ogen. Ik heb leren begrijpen wie je bent en nooit heb je tegen mij gelogen.
Je rimpels waren sneller dan de mijne, althans, ik heb dat altijd aangenomen. Ooit kwam ik er finaal mee in het reine dat ze wel tegelijk moesten komen.
Ik reik je aarzelend mijn rechterhand, en jij beweegt spontaan je linker. Ik voel pijn zoals jij aan deze tand maar jij kijkt toch een stuk flinker.
Droom jij ook dat wij morgenvroeg weer samen onze snoet staan wassen, en je me ontmoet in de zelfde kroeg, waar we samen zullen gaan plassen?
Of denk je dat er een ochtend komt dat deze spiegel ons beiden zal missen dat het bruisen onder de kraan verstomt en wij niet zo leuk meer kunnen bissen?
Ik vreesde dingen die ik nooit wilde zien gebeuren, denkend aan mijn kleinkinderen, en dan...gebeurt opeens iets verschrikkelijks in werkelijkheid in Dendermonde ...
Levensboodschap
.
Blank zijn de bladen in het boek van je leven tot je ze beschrijven kan.
Zo lang ik je mijn steun mag blijven geven en je nog begeleiden kan.
Ver liggen de grenzen in je eigen jonge wereld die j' altijd verleggen kan.
Zo afgelegen als het einde van je eigen dromen die je zelf verwerken kan.
Schoon zijn de liefdelichtjes in je warme blikken die jij alleen me zenden kan.
Zo sterk als de wil om kranig te behouden wat je alleen verliezen kan.
Duur zijn de offers die je voor idealen nog zal brengen als je ze bereiken kan.
Zo hard als ontgoocheling in enkele boze mensen die je dikwijls mijden kan.
Zacht zijn de nachten die je telkens weer herstellen tot wie je blijven kan.
Zo heerlijk als de echo van je eigen stappen die je liefste volgen kan.
Dit zijn de woorden die ik ooit zal willen zeggen als ik ze niet meer zeggen kan.
Daarom wil ik deze woorden voor je schrijven, zodat jij z' eeuwig lezen kan.
Ontstaan uit angst voor de toekomst... omdat men elke dag meer verleden heeft dan toekomst
Wellicht ooit nooit
Zullen jouw ogen ooit smart aanschouwen? Zullen ze wenen om nutteloos verdriet? Zullen ze lijden en breken door het rouwen of bestaat dat in jouw nieuwe wereld niet?
Zullen je handen ooit eens roven of stelen? Zullen ze slaan en kwetsen om te doden? Zullen ze beschermend steunend schenken en krijgen ze ooit vriendschap aangeboden?
Zullen je lippen ijlen of vloekend schreeuwen? Zullen ze trillen om troostend te sussen? Zullen ze krijsen met de hoogste meeuwen en andere lippen vinden om zacht te kussen?
Zullen je voeten je naar dorre landen leiden ? Zullen ze je elke dag dienen tot s avonds laat? Zullen ze een weg vinden voor jullie beiden waarover je eigen zon nooit ondergaat?
Zullen voor jou mijn wensen en mijn dromen de sterren zijn die je wenken door elke nacht? Zullen ze mijn angsten niet uit doen komen, en zal je het doel bereiken dat op je wacht?
Zeg me niet wat ik denken moet: ik doe wat mijn hand wil doen en wil het spinnenweb doorboren dat me aan alles twijfelen doet, zelfs aan de echtheid van een zoen. Ik wil nu je ware intenties horen.
E
Daal neer op je beide knieën dat ik je bij de haren kan trekken. Het ivoor van je exclusieve toren is op mijn buur zijn hoofd gevallen.
En al zijn wij wel geen genieën, we slopen morgen alle hekken. Anders zijn we opnieuw verloren als elders weer de kurken knallen.
F
Aanvaard het glas dat ik je schenk, en snuif aromas van ons feest. Leen me je twijfels en je facturen. Je raadt toch nooit wat ik denk en wie er altijd bij me is geweest. Zijn bezoek zal ooit wel blijven duren.
LEF
Bevrijd me van al die hypocriete illusie. Alhoewel, niets telt nog sinds ik u zie.
Ik heb eenenzestig doosjes mogen opendoen, en ik heb net in het volgende kunnen kijken. Misschien mag ik nog jaren hiermee voortdoen, maar dat zal later nog beter moeten blijken.
Sommige ruiken naar de allermooiste bloemen, en andere zijn doorweekt van t stilste verdriet. Er zijn er waarmee ik mezelf zou mogen roemen, en sommige waarvan ik denk: toch liever niet.
De sterkste hebben de kleur van jouw ogen, en tikken nog dapper op het ritme van je hart. Ze hebben de kracht uit mijn lichaam gezogen, en strakke striemen van de jaren nijdig getart
De mooiste zijn de gulden dozen van mijn dromen, die mijn ogen verblinden als ik naar buiten kijk. Ze smelten de melkwegflits die ooit moet komen als ik zacht met mijn handen over je schouders strijk.
Nu heb ik achtendertig doosjes weer dichtgedaan, ik durf ze niet verbranden en evenmin vergeten. Ik koester ze op de plek het verst hier vandaan, en zal nooit de afstand daarheen willen meten.
een apocalyptisch gedicht over liefde voor het leven
Ambitie
Het ergste toekomstbeeld uit mijn angstvisioenen
is, behalve dat ik jou niet meer zal kunnen zoenen,
dat mijn zeven zintuigen op passief gaan staan: ik zal je in je keuken niet meer kunnen gadeslaan, je zucht na je hazenslaapje niet meer kunnen horen, niet meer proeven wat je klaarmaakte van te voren, niet meer ruiken aan je vingers na het beminnen, niet meer voelen wat je me aandoet, hier vanbinnen. En als je me zegt dat ik eens ga eindigen in het gips, is dat nog geen sluitstuk voor de Apocalyps!
Dan dreunt dat dolle denken door de diepe dalen van mijn muze haar manifeste momentopname, zodat ondanks het fatale fatum van je intuïtie, ik kan genieten van elke seconde meer ambitie!
Ik ben Roland Bourgoignie, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Frankie ( eurocent op forum).
Ik ben een man en woon in Everbeek (Oost-Vlaanderen) (nog steeds België) en mijn beroep is toeterniemeertoe.
Ik ben geboren op 06/01/1948 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Schrijven en alles wat ik daarbij nodig vind...
Bob Dylan als inspiratie, (niet)publiceren mijn frustratie, mijn gezin is mijn gratie, eerste dorpsdichter Galmaarden (2007) worden was een prestatie, dat u komt lezen is een sensatie!