Geraardsbergen, waar ik 30 jaar onderwijzer was, heeft een interessante blog Klik op de foto voor méér.
Hieronder volgen enkele foto's van tekeningen die ik gemaakt heb. Ze zijn uitgevoerd in wasco, potlood, houtskool, oostindische inkt of kogelpen. Vraagje: wie herkent bepaalde portretten?
Gary Brooker (Procol Harum)
Robert Vaughn (Man from U.N.C.L.E. )
zelfportret uit 1966
Richard Wright (Pink Floyd)
Walt Disney
Sammy Davis Junior
Adam Cartwright (Bonanza)
Rik Van Looy
Gerry Marsden (Gerry and the Pacemakers)
Rudi Carrell & Guy Mortier
Adam Cartwright (Bonanza)
Leonard Cohen
Marleen De Smet heeft een blog die 'fotogedichten' heet. Een aanrader! Klik gewoon op de foto om een kijkje te nemen.
Frankies (eigen)zinnige poëzie aangevuld met eigen citaten
Frankies stof tot nadenken en meevoelen Denken en emotie sluiten elkaar niet uit, maar vullen elkaar aan
21-10-2010
Voorspelling
Voorspelling
Een fee kwam gisteren voorbij, die lieve fee kwam echt voor mij. Ik vroeg die fee eerst: wie is daar? Hoe kom jij mijn huisje binnen, er staat geen kopje koffie klaar, niets valt hier voor jou te winnen.
De fee keek in een glazen bol, als van een oude toverkol: Ik wil je iets heel nuttigs leren en zal je exclusief verklappen welke dag ze jou cremeren en je stopt met rond te stappen !
Zo kan je je organiseren en tijdverlies elimineren ! Op dat moment nam ik het woord en zond de fee naar dromenland, ik had een vrouwenstem gehoord; Geen zorgen schat, niets aan de hand !
Een witte gloed die intrigeert na uren nacht die duister bracht Na lange reeksen rode lampen Een nieuwe dag die inviteert na routine ongeduld en jacht op nog wat troost doorheen de rampen
Een roze mist die me bedriegt, alleen geluk en rijkdom brengt geen zweem van overlast en zorgen, die illusies toch in slaap wiegt Met de hitte die mijn brein verzengt en snakken doet naar meer dan morgen
Vandaag flitst Frankrijk aan mijn oog voorbij Bordeaux Parijs Dakar zo lijkt het wel: Al die files auto's op een lange rij driedubbel soms, dan zit je in de knel
Een boterham, een waterslok, dan opeens wc, Pas op, een bus die kan daar niet voorbij met de vluchters van de Mediterrannee dicht achter zich zigzaggend op een rij
Nog tanken, want ik raak niet thuis Zet de muziek wat zachter in je oren Zeg papa, wat komt vanavond op de buis Zag je dat, dat was een hele hoge toren
Vanavond is vakantie weer een keer voorbij De grens van 't vaderland alweer eens niet gezien Straks weer naar school en wachten in de rij Nog even dromen van de zon misschien
Nooit tevoren zag ik blauwe luchten splijten tergend langzaam door de witte stalen vogel die een vluchtig lint van stuifmeel achter zich trekt Zoals macht en geldzucht levens openrijten die zonder angst voor bom, granaat of kogel doodsgevaar ondergaan dat elke oorlog wekt
Het afscheid van de vogel is als een zwart gat Waaruit zelden een soldaat zonder kleerscheuren Ontsnapt maar minstens alle onschuld achterlaat. Ooit komt de vogel hier net als een valse kat En spuwt gekwetste prooien uit haar deuren Naar geliefden met de zucht: nu is 't te laat
Er zijn zo van die woorden die ik je niet graag hoor zeggen Want ze gaan over verdriet en pijn Soms lijken ze vergeten en spreek je ze heel lang niet uit, alsof ze lang niet meer bestaan Onverhoeds weerklinken ze dan weer om ons te overvallen Met rouw en pijn en leed Soms kan ik ze zelf niet mijden alsof ze getatoeëerd staan op mijn tong en op de jouwe; Gebrande woorden in ons leven, begonnen in een zalige roes golvend naar gevreesde zaligheid
Wat ik wil dat kan niet overal op elke plek altijd bij iedereen, Fietsen, zingen, spelen met een bal bidden zwemmen springen op één been
Wat ik wil, dat wil niet iedereen ergens met een groep of in een massa anders afgezonderd en alleen voor de fun of doorgaans kassa kassa
Wat ik mis dat is meer kracht en tijd meer dan het leven mij te bieden heeft zodat ik zoek en zwoeg en loop en lijd en woeker als een gek die eeuwig leeft
Wat ik doe, is naar de doven schreeuwen kreten uit verstomde kelen rukken laten protesteren en niet geeuwen stoppen met dat buigen en dat bukken
Wat ik heb, dat is immens verdriet om die duizenden gemiste kansen: Vooruitgang is veraf en komt er niet zolang de mensen blijven dansen
Wie ik ben, dat wil ik eeuwig blijven De eerste stap naar weinig resultaat met prutsen, tekenen en ook wat schrijven al schrijf ik deze dingen veel te laat
Dromen mogen nimmer dromen blijven, zelfs al zijn ze stout en heel vermetel. Wensen moeten in ons hart beklijven en ons sleuren, weg uit onze zetel.
Zelfs al lijkt de ladder eindeloos, en al wenkt berusting zonder schroom, ook al blijkt de weerstand schaamteloos, we blijven koppig trouw aan onze droom!
Er zijn rovers die met wapens dreigen, die vol afgunst ons de weg versperren, en ons al te graag zullen doen zwijgen, maar niets kunnen lezen in de sterren.
Ontwaken met de zon straal in de ogen en de meeuwen horen vechten voor ik weet niet wat voor hen opeens belangrijk is, mij uit de wilde dekens wringen mogen na zuchten, snurken waar ik niets van weet en angst voor treurige verdoemenis Weer voelen hoe de kracht doorheen mijn spieren vloeit, weer plannen smeden na een week afwezigheid en blij zijn dat het leven mij zo ongenadig dwingend boeit dat ik een punt wil zetten achter ledigheid
Ontbijten samen met bezorgde blikken die getuigen van de liefde die ik voel, telkens ik me dapper wil herbronnen na gedwongen angst om ooit te stikken en weer kunnen doorgaan met het doel te reizen naar de zeven zoete zonnen
De balletjes rollen uit de ton maar ik raad de getallen niet, ik bestel twee reizen naar de zon maar het regent dat het giet.
Plots komt een viptelefoon uit Londen, een stem vraagt me of ik liedjes schrijf, dan blijkt die stem verkeerd verbonden en de woede davert doorheen mijn lijf.
Verstrooid dwaal ik door de supermarkt en ik laad mijn winkelkar helemaal uit. Op een scherm volg ik de valse start van de Spelen. Wat is dat gefluit?
Ik wil de wagen starten en bedenk dat ik brood en boter ben vergeten De winkel sluit ondanks mijn wenk, nu zal ik iets anders moeten eten.
Aan het kruispunt vermorzelt een tram de rode wagen die net voor me rijdt Ik mis dan wel straks mijn boterham Waardoor ik toch het lijkenhuis vermijd.
Wachten tot het ijs smelt, het ijs van onverschilligheid, van afwachten wat de anderen ondernemen, de stalactieten bespieden die langzaam druppelen tot een plas van zorgeloosheid, en ontwijken, om zelf de eigen voeten droog te houden.
Wachten tot de plas verdampt, de plas van blind genoegen. Dat kan schokken als de keien zichtbaar bloot en droog komen te liggen.
Je raakt me aan met je ogen, want vingers heb je niet. Je zou nochtans mogen, maar je kan het niet.
Je voelt mijn lach met je hart, beter dan je ze met je ogen ziet. Je loopt met me mee in gedachten, want voeten heb je niet. Ook waar ik heen ga, kom je alleen met je hart en met liefde, en ja: zonder voorbehoud...
Toen reed ik weg, voor een zomerse reis. Toen dacht ik aan jou en aan wat je me zei. Toen kwam de vale man met de scherpe zeis. Toen was je de volgende in zijn lange rij.
Ik ben Roland Bourgoignie, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Frankie ( eurocent op forum).
Ik ben een man en woon in Everbeek (Oost-Vlaanderen) (nog steeds België) en mijn beroep is toeterniemeertoe.
Ik ben geboren op 06/01/1948 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Schrijven en alles wat ik daarbij nodig vind...
Bob Dylan als inspiratie, (niet)publiceren mijn frustratie, mijn gezin is mijn gratie, eerste dorpsdichter Galmaarden (2007) worden was een prestatie, dat u komt lezen is een sensatie!