Doodstocht
Het was een dag tussen gisteren en vandaag toen ik je zei: 'O schat, ik mag je graag!' Je was niet het meisje van de vorige week. (dat zei je toen je naar mijn boeken keek) Die dingen had je mij verkocht een dag toen ik je niet gezegd had: 'Ja schat, je mag.' De prijs was nogal hoog: een kus of vijf op elke groene plek van het witte lijf.
Gelukkig was er een andere jonge maagd die me zei: 'Jongen, je weet wat je verjaagt.' Ik vroeg: 'Wat?' en ze zei: 'Je buik en je haar!' 'Mijn bankrekening is die van vorig jaar!' 'Er zit wartaal tussen mijn tanden', zei ze. Ja, met haar wil ik naar Moskou reizen! Weg met de ogen die me zien, handen die richten!
Ik val neer bij de sporen voorbij de lichten.
Het was een vraag waarop men JA gewoon is, maar nu besef ik wat niet mijn loon is. Bloedend lacht de wissel al mijn muren droog en sluipt naar mijn voeten waar ik je mee beloog.
Je tranen zullen verdampen, schat, op een zomerdag, zoals bij een hond die te laat zijn meester zag.
16/3/2009
|