Fluistertijd
Langzaam sluip ik naar je toe zonder dat je me kan horen. Knielend ruik ik aan je haar door mijn adem zacht bewogen. Schat, je lijkt me weer zo moe, want je blik die dwaalt verloren en het kwetst me als een schaar tot je tranen weer eens drogen...
Soms is het te veel wat je overkomt: het grijpt naar je keel en je stem verstomt
Nu is alles afgesloten, Onze handen vinden elkaar en troosten elke vinger zacht. Ik heb je lief met trage stoten en je houdt je glimlach klaar die ik koester heel de nacht
28/1/2010
|