Wil je meer lezen over het nestje bordercolliepups en hun ontwikkeling de eerste 8 weken kijk dan eens op www.hettysite.nl weblog 1 vanaf 1 juni 2007. Het was zo mooi om mee te maken dat ik er een kinderboekje over schreef. Dit dierenprentenboekje is te koop. Scotty vertelt over wat hij beleefde vanaf het moment dat hij geboren werd tot hij zich op z'n gemak voelde bij z'n nieuwe baas. Meer informatie over "Ik ben Scotty" en hoe je het unieke boekje kunt bestellen, is op de website www.hettysite.nl te lezen onder het kopje Kinderboekjes. Welkom!
De pups van Tessa en Scott waren een geweldige ervaring!
Een paar pagina's uit het kattenprentenboekje IK BEN MONIEK. www.hettysite.nl
of de belevenissen van een Achterhoekse in Drenthe
02-12-2020
Gewoon... ontspannen
Zo’n 12 jaar geleden hadden we een vrouwelijke chiropractor. Ik weet niet meer precies wat de klachten van Wim waren, ik meen iets met de spieren. Ze hoorde nauwlettend zijn verhaal aan, onderzocht hem en vond dat hij een ‘strakke’ milt had. Het zou zelfs verergerd kunnen zijn door de ingreep om z’n pacemaker om te wisselen. Inderdaad was het vanaf die tijd vervelender geworden. Ze heeft hem extra behandeld om z’n spieren wat losser te krijgen en gaf meteen voedingsadviezen mee: ‘s morgens en ’s avonds ananas. Daarnaast eens in de twee dagen leverpaté om z’n ijzergehalte wat op te vijzelen. Ze noemde een aantal eigenaardigheden die bij dit verschijnsel horen: een Calvinistische inslag…ahum, kort lontje… te veel bezig met dingen doen i.p.v. genieten. Ik zei niks…. Maar sommige van die dingen herkende ik wel. Ha ha! Z’n creatieve kant moest maar eens meer uit de verf. Zingen deed hij al met plezier… nu moest hij eens gaan leven zoals ze in Zuid Portugal doen. Gewoon alles heel ontspannen doen….. en beetje bij beetje. En dat is het nu juist. Als hij eenmaal bezig is moet alles af… klaar… finito, ready! Maar goed dat we straks nog weer op pad zouden gaan met ons caravannetje… ja richting Zuid Portugal. Het werd toen de Morvan, Piet en Marry en later Les Issambres naar Dick en Anda. En onze topper als altijd: Badenhard op de terugweg. Was helemaal geweldig. Zo fijn dat we toen zoveel ondernomen hebben in onze tijd als pensionado’s. En ik kan je nu vertellen dat het ‘gewoon alles heel ontspannen doen’ zoals geadviseerd werd, eindelijk is gelukt. Een mens is nooit te oud om te leren.
Vanmorgen was het wat haasten voor ik de deur uit kon naar Vera om te schilderen. Om de 2 weken rijd ik hiervoor naar Dalen om nog wat bij te leren. Ze bewondert mijn losse toets van schilderen, doet me goed. Net toen ik mijn ondergebitje wilde pakken greep ik mis op het gewone plekje, toen weer mis op het volgende favoriete weglegplekje en zelfs een derde keer was het mis. Soms heb ik last van een plekje in mijn onderkaak waar dat gebitje tegen aan drukt en dan leg ik het even van me af. Om te eten heb ik het ook niet echt nodig maar het gezicht wil ook wat, toch? Maar nu gunde ik me geen tijd om langer te zoeken en zo erg valt het ook niet op als ik het niet in heb. Terwijl we aan het ontbijt zitten hoor ik we een paar keer getik op de houten vloer van de voorkamer en even schiet me dat gebitje door het hoofd. Dirk zal toch niet…? Ach… natuurlijk niet. Maar dan komen er vanzelf een paar andere gebitten in de gedachten. Ik weet nog dat Wim toen z’n middagslaapje deed op ons nieuwe stevige door buurman Alle in elkaar getimmerde bed in het werkkamertje beneden. Ik had net gemeld dat ik hem helemaal niet hoorde snurken. Meestal zijn er om de zoveel tijd een paar flinke snurkgeluiden. ‘Mien tonge zakt naor achteren, ik bun een betje verkolden‘, of gewoon: ‘Ik snurke niet, ie snurkt‘. Nu merkte hij op: ‘Ik heb mien gebit nog in, dat zal ‘t wean‘. ‘Dan hol ie toch gewoon ‘s nachts dat gebit ok maor in, dee de buurvrouw ok altied‘. En toen kwam et: ‘Ik bun bange da’k em deursloeke….‘. Dat leek mij onmogelijk, kan misschien gebeuren met een losse tand, maar die komt er dan ook vanzelf weer uit. Meteen zie ik mijn moeder voor me. Ze was op latere leeftijd ook gewend om even een middagdutje te doen op de bank in de kamer. Lekker rustig en vaak met een zonnetje erbij. Ze werd die keer wakker en miste zomaar haar bovengebit. Ze had hem net nog in, ze wist het zeker, zou die zomaar uit haar mond gevallen zijn? Het werd rondkijken en zoeken. Iedereen hielp mee. Kon toch niet weg zijn? Niemand wist het. Wat denk je wie de schuld kreeg? Sacha, de hond, de lieveling van moeder Coba. Ze hebben nog een paar dagen gezocht, maar dat bovengebit kwam niet meer boven water. Er kwam een nieuwe. Nog steeds na 40 jaar is er geen spoor van dat gebit ontdekt. Misschien zijn de latere hofhonden van de Boomgaard, Boris of Jansen, er ergens buiten mee zijn gaan slepen… Toen ik vandaag om kwart over 12 thuis kwam had Wim onze lunch al klaar staan. Op mijn plankje lag een heerlijke boterham met een gebakken eitje en daarnaast…. mijn verloren gewaande kleinood. ‘Ie mot de boel ok better opbergen’ was het enige commentaar…
Foto: Die heeft nog hoop, maar misschien ook een slimme hond of kat.
Nee.. vanuit de Achterhoek kende ik het niet, het rondgaan met de uitgeholde suikerbiet op 11 november. Maar toen ik in Hattem ging wonen was het helemaal in. Zingend gingen de kinderen langs de deuren. Tja… Gerhard was nog te klein en toen we naar Aalten en later naar Hengelo verhuisden was Sint Maarten weer uit. Ik heb nooit zoals de moeders en vaders hier met de kinderen langs de deuren gelopen met een voederbiet of lampion, hun liedjes èn hun zakken voor de snoep en ander lekkers. Hier in Emmen was de oude gewoonte wel weer in tel maar toen waren onze jongens al weer pubers en vanaf een jaar of 13 houdt het op. Dan mogen of willen ze niet meer meedoen. Aan de Kuifmees had ik op de trap bij de deur een hele grote mand met allerlei lekkers om uit te zoeken: mandarijnen, dropveters, lolly’s enz. Er kwamen wel 60 kinderen langs.
Maar toen we eenmaal hier aan het Schoolpad woonden was het afgelopen want… te ver weg. Het loont niet om 1,5 km om te lopen. Alleen toen ik mentor was van een brugklas met een heel stel kinderen uit Bargeroosterveld kwamen die met de auto hier langs. Maar goed dat ik altijd voor alle zekerheid wat in huis heb. Dit keer kwamen de buurjongens, Frank, Tim en Daan met hun prachtige lampionnen met een echt lichtje. En ze zongen als lijsters, twee versjes zelfs.
Tijden veranderen. Vader Hein was blij toen de kunstmest zijn intrede deed die de opbrengst van zijn land deed stijgen. Ja de mest van de koeien werd ook wel op het land gebracht maar de kunstmest betekende toch vooruitgang? Net als de melkmachine en de combine werd het leven gemakkelijker als je dat vergelijkt met handmelken en maaien met de zicht, binden en opzetten van de garven tot gasten. Een knecht en een meid waren niet meer noodzakelijk. Toen tante Gerritje 80 werd hield ze een prachtige speech waarin ze de veranderingen gedurende haar leven uit de doeken deed. Ze vertelde over de paddenpoelen die in haar jeugd allemaal dichtgegooid werden en later weer uitgegraven. Over de slechte tijd in de 20- en 30er jaren. Ze ging toen eens met haar vader naar de markt met 12 biggen in de kar en kwam later met 13 weer terug, had iemand zijn biggen bij hun en anderen in de kar gedropt. Ze waren niets meer waard. Ze kosten meer aan voer dan dat ze op zouden brengen. Veertig jaar later kwamen de grote varkenstallen en werd het een tijdlang de moeite waard om varkens te houden. Ook dat is veranderd. De mest wordt op gezette tijden nog wel op het land gebracht, geïnjecteerd nu. En tot mijn groot genoegen is de boer achter ons ook milieubewust bezig. Geen kaal land meer ’s winters maar er staat nu groenbemester, in ons geval mosterd met ook nog mooie gele bloemetjes. Hij spuit geen onkruid meer en ook de ploeg wordt niet meer gebruikt om de grond om te maken maar een cultivator die ondiep door de bovenlaag gaat. Ik mag er graag naar kijken…. Dit jaar vroegen we ons af of de boer dit jaar vergeten was te spuiten. Het zag er verwaarloosd uit vergeleken met andere jaren. Heel veel onkruid. In mijn beleving werd er elke week of 2 weken gespoten met onkruidverdelger of tegen aardappelziekte. Dat stond me nooit erg aan. Maar nee, de boer was zijn land niet vergeten. Vorige week werd er gerooid. Er kwam enorm veel onkruid uit de afvoer van de rooimachine die regelmatig verstopt was en er waren minder aardappelen dan anders, zo leek het me. Wim maakte een praatje met de jonge boer zoals elk jaar een paar keer als hij langs komt met zijn apparatuur. Het blijkt dat hij nu helemaal biologisch dynamisch en nog wat bezig is. Hij zou een van de eersten in Europa zijn. Hij kan er 70 cent per kilo voor beuren, zo vertelde hij. Ik vermoed dat er veel Europese subsidie op zit. Toen hij weg was en het land kaal ging ik eens kijken of er nog wat te grabbelen was, deed ik ook als er mais opgestaan had. Ik raapte zo een emmertje vol. Ze smaken uit de kunst, maar het schoonmaken neemt tijd, veel putjes die je even moet weghalen. Ach voor ons tweeën is dat te doen.
Het is eigenlijk de bedoeling dat de dagelijkse belevenissen op weblog 1 geschreven worden en de herinneringen op weblog 2 van mijn website- www.hettysite.nl. Toch merk ik dat ze elkaar soms overlappen, want vertel ik iets uit het verleden merk ik dat de gebeurtenissen van toen automatisch weer verweven worden met nu! En andersom. Zou dat nou ook met leeftijd te maken hebben? Rick vertelt regelmatig over zijn collega’s. Soms is hij ongerust over iemand die even slecht in zijn vel zit. Ook als er een familielid overleden is leeft hij mee. Maakt trouwens altijd op alle collega’s diepe indruk. Ze zijn vertrouwd met elkaar. In deze coronatijd moeten zij ook afstand houden en zijn er al een paar extra keten bijgezet voor de koffietijd en tussen de middag. Iets minder gezellig lijkt me. Rick zit er niet mee. Hij kwam eens een dag niet aan warm eten toe en toen ik daarover blijkbaar mijn bezorgdheid niet kon verbergen, zei hij: ‘Ik zou dat reisje van jullie maar annuleren. Zo kun je niet eens weg!’ Dat was toen we een aantal weken op vakantie zouden gaan. Die Rick! Die redt zich echt wel. Hij heeft supermarkt en andere winkels allemaal om de hoek. Hij leefde wel met ons mee toen we voor 6 weken naar Nieuw Zeeland onze droomreis gingen maken. Hij vond dat we maar met Collect Call moesten bellen naar hem, maar dan wel ’s morgens. Dan is hij in elk geval uit z’n werk weer thuis, zo had hij berekend. Rick heeft alle wereldtijden in z’n hoofd. Hij weet precies hoe laat het bij Gera in Canada is en hoe laat in Hawaii. Zijn grootste wens is om een keer de wereld rond te vliegen en dan over de datumgrens. Voorlopig is het nog een droom, maar hij is in staat om zo naar een reisbureau te stappen! Maar dat zal in deze corona tijd nog wel even duren. Want zolang hij nog met de schoffel aangeeft hoever mensen van hem af moeten blijven zie ik hem nog niet met mondkapje naast iemand in een vliegtuig zitten.
En zo is het volop herfst. De bladeren vliegen me buiten om de oren. Ik veeg een paadje van deur over het terras richting oprit om het blad buiten de deur te kunnen houden. Rick kan weer lekker zijn gang gaan zaterdag. Met dit weer is het buiten best uit te houden en het liefst gaan we vanzelf richting wei. Zo gauw de schapen ons zien komen ze aangesneld voor… je weet maar nooit.. het liefst brokjes, maar voor aardappelschillen en groenteafval trekken ze ook graag een sprintje. Zonet ging de scheepsbel die met een touw aan het hek vast zit. Een mevrouw meldde dat er een schaap op de rug lag. Ik had het dit jaar nog niet meegemaakt, meestal zijn het brede schapen of schapen die bijna moeten lammeren. Ik bedankte haar voor de oplettendheid, maar meteen meldde haar man dat het schaap alweer rechtop stond. Inderdaad zijn twee van de 8 schapen van die brede Texelaars en het had zomaar gekund. Als ze zelf niet overeind kunnen komen gaan ze inderdaad dood. Je zou denken dat de rattenpopulatie na 33 dode ratten wel uitgedund is. Toen ik de schuur weer eens schoonveegde waren er toch rattensporen, zand en keutels. En ik hoorde gekrab en geknaag achter de planken die daar tegen de muur zitten. En ik moest even terugdenken aan Berdena die bij hun logeerpartij daar boven de studio in bed lag en huiverend bij ons kwam. Ze heeft het niet op muizen en ratten . Die nacht sliep ze in ons huis in het logeerbed in het kleine kamertje. En Curtis dan? Die sliep al en heeft niks meegekregen, miste haar ’s morgens pas. Dus toch maar weer de vallen gevuld met pindakaas en kippenvoer. Zo zat er gisteren weer een rat in een van de vallen. We geven nog niet op. Als we geen katten meer hebben moeten we ze zelf op afstand zien te houden.
Foto: Waar ze naar kijken? Onze hond Storm komt er aan... De brede Texelaars op de voorgrond, de Schoonebekers wat schuchter meer naar achteren.
De bladeren vallen en niet zo’n klein beetje. Waar het kan laten we het liggen. Rick kwam gistermiddag en met één oogopslag zag hij het. ’Dat wordt glad als het gaat regenen’, vond hij en pakte de bladblazer om in elk geval het terras schoon te blazen. Meteen nam hij de dakgoten van de schuur mee. Ook Gerhard durfde weer langs te komen. Er waren een paar collega’s gelukkig negatief getest voor corona en ook zijn buurvrouw die in de zorg werkt. Het was een gezellig uurtje. Gerhard had een dag of 10 geleden de vlonder met de hogedrukspuit schoon gespoten omdat het daar glibberig was geworden, kunnen we nu weer gewoon lopen. Rick nam het even mee met de blazer, ‘anders is het zo weer glad’. In de wei vermaken de 8 Schoonebekers/ Texelaars zich prima. Ik heb ze nu omgeweid naar het voorste stuk. Ze waren er aan toe. Ik hoefde maar één keer te roepen en met het gele bakje met brokken te rammelen of ze trokken een sprintje naar het hek. Mijn liefde voor schapen deel ik met buurvrouw Anja. Ze is jarig vandaag en ik had op een presenteerblaadje de kop van een Drentse ram geschilderd voor haar. Dat gingen we brengen na kerktijd want Wim had nog een beurt om met Diny Panjer de mooie dienst verder op te fleuren. Ze brachten het er goed van af, al speelde de bronchitis Wim een beetje parten. Even later zaten we achter de koffie met kwarktaart. Hun huis is ruim en dat kan goed, zelfs in coronatijd. Zij heeft 6 Drentse heideschapen, 5 ooien èn Bram, in de wei. Dus altijd goed. ‘Hebben jullie nog wel eens zin in een spelletje Master Mind?’, deed ik een poging naar Tim en Daan, ’Wim kan ik er niet meer voor strikken..’. En warempel dat hebben ze nog. Ik ben benieuwd.
Ergens in ons gezamenlijk verleden midden jaren 70, we woonden toen in Hengelo, zagen we in de Hengelose Schouwburg een toneelstuk waarvan ik de titel niet meer weet, maar wel de namen van de hoofdrolspelers. Dat waren Henk van Ulsen en Ank van de Moer. Het was een eenakter, een stuk voor de pauze, qua onderwerp een zwaar stuk vonden we. We zagen een stuk van een vergane wereld, een grote bult zand met van Ulsen die onder aan de bult rondkroop door de modder en helemaal treurend zijn leven overdacht dat er nu zo uitzag. Eén brok zieligheid en ellende. Ank van de Moer daarentegen zat boven op die kale berg zand maar zag er verzorgd uit en was daar mee bezig om dat in stand te houden. Ze had haar toilettasje bij de hand, maakte zich op en kamde haar haren tot een prachtig kapsel. Maar die wereld zelf? Het einde van alles. Zo zou de wereld er uitzien na een vreselijke oorlog of inslagen van meteorieten of ander vreselijks, suggereerden ze. Na de pauze kregen we een vrolijker stuk, ik meen van John Lanting… wie kent hem niet? Dit laatste stuk weet ik niks meer van, alleen dat het een vrolijke boel was zoals altijd met John Lanting, maar het beeld van die beide figuren in dat desolate landschap is me altijd bijgebleven. Dat schoot me in mijn latere leven steeds weer te binnen als er over klimaat, oorlogen en virussen bericht werd. Maar och… we leven gewoon door. We scheiden ons afval, proberen gezond te leven, zien om naar elkaar. Nu begint het er op te lijken dat we toch wakker geschud worden. Hebben onze kleinkinderen nog toekomst op deze mooie aarde. Als ik vroeger wel eens in gedachten zat, zei opa Bijenhof : ’ Zo...bu’j an ’t prakkezeren hoe oew kindskinder an de kost mot kommen?’ Nu zag ik van morgen een artikel met foto in ons eigen Dagblad van het Noorden over Groninger studenten die bezig zijn met deze overlevingsstrategie. Met deze nieuwe generatie is er hoop!
Foto: Duncan Wijting, die ook mijn foto met Queeny op de arm ooit maakte toen mijn eerste kinderboekjes uitgegeven werden.
Alles wat vroeger normaal was in ieder gezin zie je vanzelf verdwijnen. Zo hadden we op ieder bed een degelijke gestikte deken, lekker warm en zwaar. Het voelde veilig. Er zat een vulling in van katoen dat in blokken of strepen ingestikt was om dat op zijn plaats te houden. Ik wist niet beter of iedereen had dat op zijn bed. Het was ook geen overbodige luxe want er waren ook nog geen verwarmde slaapkamers. De enige luxe die er voor mij aangeschaft werd was een straalkacheltje dat ik onder de tafel zette waaraan ik op mijn met Diny gedeelde slaapkamer mijn huiswerk maakte. Het was geen succes, bijna verbrande scheenbenen en een koude rug kreeg ik er van. Dan zat ik in de winter nog liever beneden in de keuken èn de drukte van alle dag. Ik kon me overal wel concentreren gelukkig. Er waren ook alleen tweepersoons bedden, dus flinke gestikte dekens. We wisten niet anders en je wende er aan. Broer Johan was er al helemáál aan verknocht. Toen hij later met Joke op vakantie ging naar Italië of Oostenrijk ging behalve een zakje aardappels voor 2 weken ook zijn gestikte deken mee. Maar tijden veranderen, i.p.v. kachels kwam er verwarming met een ketel op zolder en we gingen net als iedereen van lakens en dekens over op een dekbed. Jaren later kregen we van tante Catrien toen ze naar haar bejaardenwoning verhuisde nog weer zo’n gestikte deken, wat kleiner formaat. Onder het motto ‘Het eet geen brood’ van oom Paul hadden ze veel dekens en beddengoed op zolder bewaard en die vonden nu gretig aftrek binnen de familie. Deze is minder zwaar door een synthetisch vulling. Nee, die ligt niet op ons bed maar lag lang als dekentje in het kleine kamertje beneden als we even een middagslaapje wilden doen en wordt nu gebruikt als dekentje in de Finse kota. Nu is het nieuwste op gebied van beddengoed een zgn. verzwaringsdeken. Het is een deken gevuld met glazen microparels. Het zou je een veilig gevoel geven, wordt gezegd… We zijn weer terug bij af…
Foto: Nu is het een volwassen ruim bed in het kleine kamertje, door buurman Alle getimmerd. Nog steeds gebruiken we nog een van onze eerste dekens op dit bed.
Overal staat de deur op een kier. De kerk heeft op zondag precies 30 plekken en in huis mogen we niet meer dan 3 mensen per dag ontvangen. Vera waar ik eens per 2 weken schilder, belde al. Ons groepje bestaat uit 5 mensen als iedereen er is. En dan mag ze die dag ook niet nog een groepje in haar atelier herbergen. Er moet dus een nieuwe indeling komen. ‘Kunnen jij en Irma ook op een andere dag?’, vroeg ze toen ze belde. Op vrijdagmorgen komt het mij ook wel uit, Irma niet. Zij gaat op een andere dag of wacht even af. Vanmorgen kwam neef Gerard op bezoek met dochter Rhode, heel gezellig. Gerard kwam voor de extra aansluiting op de tv in de keuken. Waar vroeger zijn vader Ben voor zorgde is naadloos overgegaan op Gerard. Het bleek nog niet helemaal een fluitje van een cent want Multifiber had ons nog op één aansluiting staan en op zaterdag zitten ze niet speciaal voor ons aan de telefoon. Maandag neemt Gerard contact met ze op. Rhode is creatief, tekent graag en zit nu ook op een dansclubje. Ze beloofde me om eens een tekening te laten zien. Storm was ook heel blij met haar want zo kreeg hij extra aandacht en zijn balletje terug die onder de kast lag. Vanmiddag komt Rick zoals gewoonlijk, mag hij blad gaan blazen. Maar ik denk dat hij eerst de dakgoten even controleert. Rick is dan nr 3. Misschien komt Gerhard ook nog, dat zou een teveel worden volgens de normen. Tja…. Je denkt toch niet dat we hem buiten laten staan …
Foto: Rhode, 5 jaar geleden tijdens hun vakantie bij ons op het erf.
We spraken elkaar niet zo vaak, maar we hadden veel raakvlakken. We komen beiden uit een boerenfamilie en zijn allebei het onderwijs in gegaan. Een tijdje terug sprak ik haar weer en we hadden het natuurlijk over die goede oude tijd. Zij had er niet alleen mooie herinneringen aan. Op school voelde ze zich een buitenbeentje omdat ze een boerendochter was. Ik kon me er niets bij voorstellen. Een boerendochter…? Is daar wat mis mee dan? Ze hadden er haar op de Mulo om uitgelachen. Een boerentrien vonden ze haar. Ik heb overal bij in de klas gezeten van directeurs-, dokters-, advocaat- en domineeskinderen. En ik heb daar nooit zoveel van gemerkt. Er zaten ook middenstanders- en arbeiders-, chauffeurs- en onderwijzerskinderen in onze klas op het Baudartius. Er waren wel groepjes die met elkaar optrokken. Met Anneke van Zeyts klikte het bij mij helemaal en …inderdaad… zij kwam ook van een boerderij. Ik heb nooit iets negatiefs gehoord. Hadden ze ook niet moeten doen. Een aantal jaren geleden nam Geert afscheid. Geert was een collega van het toen nog KDC, docent geschiedenis. Het werd een feest met zang en spel, maar ook met toespraken. Die van hem is me altijd bijgebleven. Hij vertelde dat hij de zoon van een veenarbeider is. Zijn ouders werkten beiden in het veen en hadden botje bij botje gelegd om hem te laten doorleren, want het veen was armoe en ellende. Wat je verdiende kon je weer uitgeven in het winkeltje van de veenbaas. De kinderen gingen meestal gewoon mee naar het veen. Het was een zwaar leven. Maar Geert leerde door en daar is hij zijn ouders altijd dankbaar voor gebleven. Zijn vader, hoewel hoogbejaard, leefde nog en zat vooraan op een ereplaats. Ik meen dat ik verschillende een traantje heb zien wegpinken.
Illustratie: De plaggenhut voor jong gehuwden is nu in het museum van Ellert en Brammert in Schoonoord te zien.
Ooit zagen we ze in de Yorkshire Dales, deze Wensleydale schapen. Er is daar een Longwoolshop die we altijd even bezoeken als we in de buurt zijn. Onze vakantie begint of eindigt vaak in dit mooie gebied. We rijden altijd door het Swaledale, dan naar beneden over de Buttertups, heel hoog, waar we een stop maken om even bij te komen en daarna door het Wensleydale terug en eindigen in de aardige Longwoolshop. Daar liepen altijd een heel stel Wensleys, meestal geschoren, want onze vakanties zijn meestal in de zomer of september. Maar in volle glorie hebben ze een hele lange gekrulde vacht. We komen er niet weg zonder iets mee te nemen. Vaak is er een vacht om op een kruk of in een stoel te leggen. Wie ons huis kent weet dat er in elke stoel of bank wel een schapenvacht ligt met een herinnering. Toen Rob ook zijn kudde uitbreidde met Engels rassen hebben we ook Wensleydales in de wei gehad net als Gotland Pelsschapen en Herdwicks, allemaal even mooi. De Herdwicks nieuwsgierig en de Wensleydales brutaal, frech noemen ze het hier wel in navolging van onze oosterburen. Uitbrekers! Maar hun lammeren zijn zo prachtig, om te knuffelen zo mooi. Nu hebben we Schoonebekers of een kruising ervan in de wei, ook van Rob. Ze zijn krachten aan het verzamelen voor een nieuw seizoen.
‘Den breg heel wat op an old iezer’, meende Eb toen hij deze achterdeur van hotel Kaiserhof zag. Ik kom deze foto tegen tussen de vele anderen van onze vakanties. Die keer in 2010 waren we samen met Ben en Diny en ook met Eb en Dirkje op een weekje wintervakantie. We hadden er al een paar fikse wandelingen opzitten en wilden een rustig dagje. Die dag is Salzburg aan de beurt. Hoewel ons plan om die dag niet ver te lopen niet helemaal uitkwam, ging dat me al beter af. Het ‘Ie-j mot gewoon een betjen deurzetten’ van Diny wierp haar vruchten af. We beklommen de burcht hoog op een rots en maakten daarboven een prachtige wandeling en genoten opnieuw van de zon. We daalden via een lange trap weer af naar beneden en zochten de Altstadt op. Een lekkere Goulashsuppe gaf ons nieuwe krachten om de stad te verkennen. Die oude stad is niet zo groot, maar sfeervol, niet zozeer de gebouwen maar de versierselen. Diny, Dirkje en ik kregen de gelegenheid om even de winkeltjes in te gaan, typische souvenirs als Mozart Kugeln en dergelijke. Dat was het niet echt. We zochten de mannen weer op, Wim was al ongeduldig geworden van het slenteren. Ze hadden een plekje gezocht om op hun vrouwen te wachten. Het dal bij Berchtesgaden vonden we een paar dagen eerder zo mooi dat we dat nog eens door gingen rijden en dan is het tijd om aan onze stamtafel wat te drinken. Overal word je met Grüss Gott gegroet waarna Ben vertelt over de Achterhoeker die met zijn Drika voor het eerst in Oostenrijk was waar ze natuurlijk ook zo’n bergwandelingetje gingen maken. Ze waren al aardig hoog en Drika pufte al behoorlijk. Ze waren al een paar Duitsers tegen gekomen die hen groetten met ‘Gutentag’ en zij groetten terug toen ze een Oostenrijker tegenkwamen die kwiek naar beneden kwam stappen. Ze groetten ook die man met: goeiendag en kregen zijn groet Grüss Gott terug. ’O foi Bearnd’, zei Drika,’Mo’w nog zo hoge?’ In 2010 besloot ik met een groet vanuit Anif! Grüss Gott...!
Een verrassing was het maandagmiddag. Ik moest voor een injectie in mijn schouder naar het Refaja ziekenhuis in Stadskanaal. Emmen had nog een lange wachtlijst en beiden horen bij Treant, dus gemakkelijk om te switchen. Twee jaar geleden kwakte ik met mijn bovenarm tegen een muur in het toiletgebouw op een camping in Boppard, tevens onze laatste vakantie. Gekneusde bovenarm. Ik heb heel wat pijn geleden, maar ik was meer met Wim bezig. Toen het na een maand of 4 niet erg afzakte begon ik met massage en fysiotherapie. Dat deed weinig. Heel langzaam kwam er verbetering en na een echo geleide injectie een half jaar geleden, geregeld door de orthopeed, knapte ik verder op en nu hoop ik op nog een zetje de goede kant op. We gingen op tijd weg want ik heb altijd het idee dat Stadskanaal heeeel ver weg is. Is het niet, maar aan die lange rechte weg lijkt geen einde aan te komen. We waren op tijd en voor het eerst in mijn leven deed ik een mondkapje voor want ik zag er wat prutsen met zo’n kapje voor ze naar binnen gingen. Meteen zag ik niks meer door de beslagen bril en had het gevoel dat ik bijna geen lucht meer kreeg. Dat kan nog wat worden de komende tijd. Eenmaal binnen zag ik dat er maar weinigen zo’n ding op hadden deed ik de mijne maar gauw in de tas. Via een lange weg naar Rood 14 kwam ik bij de Radiologie waar de ingreep zou plaatsvinden. Toen kwam de verrassing: dezelfde radiologe als de vorige keer in Emmen zou de spuit zetten: Leusveld is haar naam. Ze bekeek de echo en merkte op dat het gebied waar het om ging nog wat onrustig leek. Ik wist nog dat ze de vorige keer zo netjes prikte dat ik er weinig van merkte. Ook nu weer, met één injectie: verdoving èn een ontstekingsremmer… geloof ik. Morgen kan het nog wat lastig worden als de verdoving is uitgewerkt maar daarna moet ik verschil gaan merken. We besloten de middag bij Jack en Margie, oud collega van Wim bij Stork èn bij Holvrieka, die in Stadskanaal woont. Ik bracht hen de laatste bestelling van Tweets van het Schoolpad 3. Het was goed om elkaar weer te zien en lief en leed te delen.
Ik heb nog een klein aantal Tweets van het Schoolpad 3, vol korte verhalen met tal van illustraties waarin ook voor Queeny een rol is weggelegd. Interesse?
Een tijdje geleden vertelde ik over de ‘oortjes’ van Wim die hij op proef meekreeg van Schoonenberg. Ik was wat gepikeerd door de offerte die hij hierbij meebracht en waar een bedrag van 1050 euro op stond terwijl mij telefonisch beloofd was dat het niet meer dan 28 euro per stuk zou zijn. Nu kreeg ik van Gerda de vraag hoe het afgelopen was met die ‘oortjes’ van Wim. Tiny wist al te vertellen dat het voor hen beiden 0,0 euro was geweest bij Specsavers en dat geeft toch te denken. Ach…natuurlijk weet ik hoe het verhaal oortjes verder gaat, maar jullie nieuwsgierigheid werd op de proef gesteld…. Nou Gerda, ik heb mijn opwinding even laten zakken en heb de offerte eens goed doorgelezen zodat ik precies wist waar het over ging en belde met de juf van Schoonenberg. Een groot deel van de rekening besloeg een verzekering voor 5 jaar, wel 550 euro. Daar krijg je dan wel gratis batterijtjes bij. Een ander deel ging over een apart apparaatje om de ringleiding te kunnen regelen in kerk of schouwburg, 150 euro. Daarna legde de juf uit dat er waarschijnlijk nog een deel door de aanvullende verzekering van onze DSW wordt betaald, maar dan moeten we zelf die rekening opsturen. Al met al was het even rekenen en bleef het uiteindelijke wel het bedrag van 56 euro over. De verzekering hoeven we niet en het kastje voor de ringleiding heeft Wim al ingeleverd want hij kan dat zelf ook regelen aan zijn gehoorapparaat zelf. Dus Gerda... bij deze.. Eind goed al goed.
We zullen toch aan de mondkapjes moeten, hier in Nederland. Allemaal voor het goede doel. En dat naast handen wassen en de anderhalve meter regel. Ik probeerde gisteren dus een weggooi mondkapje, beviel slecht. Ik had natuurlijk dat staafje bovenin om de neus moeten drukken. De naweeën van de injectie kwamen niet en ik kon gewoon meedoen met aqua joggen van morgen. Eenmaal weer thuis en aan de koffie bleek dat er weer een graafincident bij de glasvezel is geweest en lag opnieuw tv, internet en telefoon er uit. Ik ging daarom maar eens kijken of ik zelf zo’n mondkapje kon maken. Er staat op internet een patroon met alle aanwijzingen, moet te doen zijn. Dus maakte ik er voor mijzelf eentje uit een katoenen sjaal en voor Wim een uit een donkerblauwe herenzakdoek die nog van de vader van buurman Alle geweest is. De eerste was het lastigste en natuurlijk had ik het elastiekje voor om de oren aan de binnenkant zitten. Dat werd uithalen en opnieuw een poging doen. De tweede was toen een makkie. Er is een stukje open gelaten aan de onderkant van het mondkapje om daar nog een papieren tissue tussen te kunnen doen. En klaar was Kees. Intussen is de glasvezel gerepareerd, en er werd even een vakantie gevoel opgeroepen door naar aardig stukje Escape tot the Country te kijken en even later terwijl het stortregent zitten we aan de bietjesstamppot met karbonade. Zo komen we de tijd wel door…
Het zijn van die dagen die je eigenlijk wel zou willen overslaan. Maar eigenlijk werden het dagen met een gulden randje. Robin was al geweest om te helpen met opruimen van de tuin. Er waren lieve berichtjes en vanmorgen kwamen Alle en Anja met de jongens. We hadden het afgesproken na 11 uur i.v.m. de uitzending van onze eigen kerkdienst vanuit de Schepershof. Deze had aanvankelijk nogal wat voeten in aarde voor alles werkte. Het werd uiteindelijk alleen audio. Komt dat nu omdat wij wat uit de richting wonen of omdat er teveel mensen tegelijk willen kijken. In elk geval voel je je toch weer samen. Het ging perfect met de hele club buiten op het terras, ruimte genoeg. Tim en Daan dwaalden al gauw rond met Storm die maar wat graag de stokken voor hen ophaalde. Het voelt zo vertrouwd met deze buren, een familiegevoel. We hebben de jongens vanaf het begin zien opgroeien en nog steeds zien we ze graag komen. Frank komt komende week nog helpen met verder opruimen van tuin en erf. Vanmiddag riep Wim ineens: ’Ik zie Hilda…’. Ik zeg nog: ’Onze Hilda?’, want dat is ze altijd gebleven na haar lange relatie met Mark in haar jonge jaren. Ja, het was Hilda met haar zoontje Finn en warempel ook Willem en Hilly. Gerhard kwam meteen er achteraan en hielp stoelen sjouwen zodat we ook achter bij de wei ruim konden zitten. Het was als vanouds, heel gezellig. Finn is fan van Storm en die had dus een actief uurtje. Natuurlijk kwam het zwarte lam de wei uit en moest geknuffeld worden. Zo is deze Paasdag een dag met een glans geworden.
Vorige week kreeg ik van Jan en Ria een grote Paashaas van chocola, gelukkig in folie. Het zou anders te verleidelijk zijn om er van af te blijven. Hij was ook nog te groot om met z’n tweeën soldaat te maken, dus vroegen we Frank om met de jongens deze kant maar eens op te komen. Gisteravond kwam de hele familie Timmer. Rick was er nog. Hij kwam om het gras te maaien maar de accu vertoonde kuren en stond al gauw aan de lader.
Ik had intussen de haas al midden op tafel gezet. Na de koffie was het zover. Daan kreeg de opdracht om het beestje neer te slaan met de achterkant van de grote zaklamp. Hij vond het zelf een beetje lastig, het is wel een haas al is ie dan van chocola. We hebben er met z’n allen stukje bij beetje plezier van gehad. Bovendien was het heel gezellig om weer eens samen om de tafel te zitten. De strik van de haas ging van hoofd tot hoofd, hilarisch spektakel.
Daan en Tim hebben ook weer eens zin om te schilderen nu ze vakantie hebben. Dat gaat van de week gebeuren. Bovendien kunnen ze helpen met onze nieuwste aanwinsten, de beide Pippies. Vandaag gaan die naar de stal in de wei.
En buurman Alle ontfermt zich over de accu van de zitmaaier. Zo kan Rick zaterdag hopelijk zijn klusje afmaken.
Zou de aanleg van stotteren ook in de genen zitten? Krijg je het gewoon mee? Wim schijnt omstreeks zijn 3e of 4e jaar zo gestotterd te hebben. Voor de grap zegt hij nog wel een apskops als hij kapstok bedoelt. Hij zou hebben gestampvoet als het even niet goed lukte. Daarna heeft hij 3 maanden geen stom woord gezegd en toen was het over. Nou ja, hij wil nog wel eens een woord omdraaien of hij zegt linksaf en wijst naar rechts als hij naast mij zit in de auto. Daar kunnen we mee leven.
Zijn broer Piet stotterde ook, maar niet wanneer hij zong of Nederlands sprak. Alleen in zijn eigen streektaal, het (H)attems. Hij trouwde met Marry die alleen het ABN beheerste en hij verhuisde aanvankelijk naar Schiedam. Probleem opgelost.
Rick heeft soms ook de neiging om te even te gaan stotteren, maar wanneer ik hem op de camping met anderen hoor stottert hij nooit. Waar dat toch mee te maken heeft. Je kunt er een cursus voor volgen zoals een neef van ons heeft gedaan, Rick trouwens ook. Bij hen hoor ik het nu niet meer, maar het schijnt toch iets met je genen te maken hebben.
Wat een rust! Vorig jaar bracht Rob me een aardig flessenlam met de woorden: ’Ik noem haar Decibel, dat ding maakte me een herrie onderweg, er kwam geen eind aan’. En dat bleef bij ons net zo. Och, je went er aan. De tweeling die hij me nu bracht is een rustig stel. Daar klopt de stelling van dokter Spock helemaal. Wie weet het nog van de 3 R’s: Rust, Reinheid en Regelmaat? Dat was de kreet van de wijkverpleging en de huisarts wanneer je je eerste kind kreeg. Op tijd slapen, op tijd een schone luier en de voeding en alles op vaste tijden. En vooral doen wat je altijd deed. Niet voorzichtig de trap op sluipen en als je wilt stofzuigen… gewoon doen. Bij Decibel ging dat we behalve dat die altijd aan het blèren was. Deze twee zijn echt zo mak als lammetjes. Ze slapen lekker tegen elkaar aan als de buikjes weer gevuld zijn. Ik neem ze elke dag even mee naar buiten. Ze moeten wennen aan de buitenlucht want straks gaan ze naar de schuur en bij mooi weer naar buiten. Toch is het een levendig stel, drinken goed en beginnen al die sprongetjes te maken zoals je lammeren in de wei het ook ziet doen met elkaar. Wim heeft de 3e Chemo en immunotherapie achter de rug. Hij voelt zich goed maar ik denk toch dat het wat met je doet want hij heeft lang geslapen vanmiddag. Nu is hij met loopkruk en honden naar de wei. Op de schommelbank gaat hij 10 minuten auto’s tellen, dan keer 6 en weet hij het aantal per uur. Het is nu spits en zal het wel meer zijn dan ’s morgens. Ik gok op 1200.