Wil je meer lezen over het nestje bordercolliepups en hun ontwikkeling de eerste 8 weken kijk dan eens op www.hettysite.nl weblog 1 vanaf 1 juni 2007. Het was zo mooi om mee te maken dat ik er een kinderboekje over schreef. Dit dierenprentenboekje is te koop. Scotty vertelt over wat hij beleefde vanaf het moment dat hij geboren werd tot hij zich op z'n gemak voelde bij z'n nieuwe baas. Meer informatie over "Ik ben Scotty" en hoe je het unieke boekje kunt bestellen, is op de website www.hettysite.nl te lezen onder het kopje Kinderboekjes. Welkom!
De pups van Tessa en Scott waren een geweldige ervaring!
Een paar pagina's uit het kattenprentenboekje IK BEN MONIEK. www.hettysite.nl
of de belevenissen van een Achterhoekse in Drenthe
09-08-2013
Oma
Ik kreeg ineens weer de beelden op mijn netvlies van de Nieuw Zeelandse
oma die haar lang gewenste droom in vervulling zag gaan, een vlucht in zon
vliegtuig van het eerste uur. Ik zocht even in mijn verslag dat ik maakte
tijdens die reis en vond het.
foto: Oma komt net uit het
vliegtuig.
Granny after landing... so delighted and happy
12-12-2007--Halverwege de trip van vandaag zijn we gestopt bij het
Tiger Moth Restaurant waar een hele hangar en een grote werkplaats bij is. Van
over de hele wereld worden oude vliegtuigen hier naar toe gebracht om
gerestaureerd en gerepareerd te worden. Henk, Fred en Wim konden het niet laten
en gingen de hangar in. Daar stonden de oudjes, prachtig opgeknapt, ééntje zelfs
met fietsbanden. Er zou net een piloot opstijgen in zon pronkstuk met een
oudere dame als passagier voorin. De hele familie zwaaide en filmde haar de
lucht in. De piloot haalde nog wat stunts met haar uit waaronder een looping. Ze
was helemaal enthousiast.. ze straalde. Ze vond het erg leuk dat we er als
publiek ook bij waren en vroeg al gauw:Where are you from? Ooh, my sister in
law is Dutch too, you know en Oooh, I love that man .André Rieu. He is coming
to Nw Zeeland!!!
Oma zittend voor de piloot. Die heeft er ook zin in...
Natuurlijk staan dochter en kleindochter klaar met de camera.
Onverwacht kwam er een verzoek uit België om mijn roeiende meisje te
verkopen. Ik heb het al een tijdje terug geschilderd. Ik voelde me vrolijk en
vanzelf kwam dit schilderij tot stand. Ik zag mezelf als dit meisje dat haar
eigen weg ging en niet alleen dingen deed die anderen van me verwachtten. Daarom
gaf ik het de titel My Way. Ik heb al vaker lovende opmerkingen gehad over dit
schilderij. De dame uit België en ik werden het eens en dit weekend ga ik
zorgen dat het die kant op gaat. Maar nu ? Het is net of je afstand gaat doen
van een stukje van jezelf. Het is heel anders dan wanneer je een hond voor
iemand schildert.. of een boerderij of een landschap. Dan leef je je in in die
speciale hond of dat speciale plekje. Maar beloofd is beloofd. Ik heb
opnieuw een paar fotos gemaakt van My Way en wie weet schilder ik een volgende
keer een meisje of oudere dame in een andere situatie. In Nieuw Zeeland op
het Zuidereiland zagen we op onze rondreis bij een vliegveldje een oudere dame
in een leren vliegeniersuitrusting die als passagier mee mocht in zon oud
tweepersoons vliegtuig. Dat had ze haar hele leven al gewild en nu was het
zover. We hebben haar zien opstijgen en een half uurtje later weer zien landen.
Die stralende uitdrukking op haar gezicht is me altijd bijgebleven. Wordt
het mijn volgende onderwerp?
Wie geïnteresseerd is in meer van mijn werk kan gaan kijken op www.hettysite.nl onder het kopje schilderijen. Welkom!
Ken je dat? Heb je al
jarenlang gedacht aan een mooie vaas die naast de tv zou moeten staan. Het
liefst één van raku keramiek. Onze vriend en de drijvende kracht achter onze
expo-groep is pottenbakker of misschien heet dat nu wel keramist. Hij heeft zn
zaakjes goed voor elkaar en heeft een mooie ruimte voor zijn uit de hand gelopen
hobby mèt plek om de vazen en schalen af te bakken. Deze keramiek vindt haar
oorsprong rond de 14e eeuw in relatie tot de theeceremonie van de eeuwenoude
Zen-cultuur. De waarden en normen van de Zen-cultuur gaan er van uit dat het
leven een kunst is, waarin tijd en natuur een eenheid vormen, welke de kern is
van het leven. Uit de natuur zijn aarde, water, lucht en vuur vertrouwde
elementen voor een keramist. In een gasoven wordt het geglazuurde werkstuk
geplaatst waarna de temperatuur langzaam opgevoerd wordt tot 1000 graden C.
Daarna wordt het werkstuk met een tang uit de oven gehaald en krijgt het door de
afkoeling het zo karakteristieke craqueléeffect. Daarna volgt de afkoeling
verder in b.v. zaagsel. Door de rookontwikkeling worden de niet geglazuurde
delen en de craquelé s donker gekleurd. En vanmorgen waren we bij ze en liet
Co ons zijn voorraad zien. Ik viel meteen voor een stel gele vazen, maar ook de
groenachtige waren mooi. We kregen een hele doos mee om thuis uit te
proberen. Maar nu naast de tv staan de vazen totaal niet. Daar hoort een
losser iets, een mooie hortensia of een andere plant in mooie pot die mooi kan
hangen. En ons huis heeft niet veel andere plekken voor de door mij zo gewenste
keramiek. Maar misschien heeft raku keramist Co Manrho nog een wijdere pot
die hiervoor als basis kan dienen.
Ik weet nog dat het de familie Oortgiesen was, de echtpaar van het
aardige bootje genaamd Ploetertje, dat zijn thuishaven in Hengelo had. Eenmaal
per jaar in de zomer organiseerde het Rode Kruis in Hengelo een boottocht voor
kinderen met een handicap en ook Rick werd hiervoor uitgenodigd. Dat vond hij,
en vonden ook wij, best spannend. Hij werd door mensen van het Rode Kruis
opgewacht en hij mocht een dagje meevaren op Ploetertje. Ze zijn die dag het
hele Twentekanaal afgevaren naar Zutphen en weer terug. Een jaar later mocht hij
weer mee, maar dit keer had ook Mark geluk. Voor de gezelligheid werd hij ook
door mevr. Oortgiesen meegevraagd. Dat hoefde je Mark maar één keer te zeggen.
+/- 1978. Dat ik de naam Oortgiesen zo goed kan onthouden is doordat we op
'De Haar' buren hadden die Oortgiesen heetten en later in Linde onze buurvrouw
Breukink- Oortgiesen daar vandaan kwam. En zo helpen ons dit soort
ezelsbruggetjes ons geheugen op peil te houden.
Sinds juni 2010 is het eerste deel van de
vaarverbinding Erica - Ter Apel bevaarbaar: het traject van Ter Apel tot en met
het Veenparkmuseum. Na een paar jaar hard zwoegen zijn alle bruggen weer
beweegbaar gemaakt, de vaste dammen verwijderd en zijn de aanwezige sluizen
gerenoveerd. Daarnaast is er een flinke hoeveelheid bagger verwijderd en zijn de
oevers natuurvriendelijk aangelegd. Nu is de Veenvaart helemaal open, een
prachtig stuk kanaal ingericht met allerlei leuke plekken er omheen. Soms waan
je je in de oertijd met al die grote keien en een kudde koeien grazend op de
wal. Er is zelfs een broedwand voor ijsvogels en de eersten zijn al gespot. Nu
kan de pleziervaart doorvaren naar ter Apel en verder. Het blijkt een succes om
op deze manier Zuidoost Drenthe te ontsluiten. In Erica gaat nu de brug
automatisch open en dicht. Daniel Lohues die zelf geboren en getogen in Erica
is, stond er pas te wachten toen zon halfblote kapitein met zn plezierjacht
door de geopende brug voer, stug voor zich uitkijkend. Hier zegge wij altied
Moi, zei een van zijn medewachters. Onverstoorbaar en zelfs zonder één
vingertje als groet ging hij door. Daniel herinnerde in zijn zaterdagse column
aan vroeger tijden toen de brug nog door een brugwachter geopend moest worden.
Er werd dan getoeterd om de brugwachter te waarschuwen. Soms bleek dat niet
genoeg. Op een gegeven moment lag er een nogal groot en opzichtig plezierjacht
al een uur te toeteren, maar er kwam niemand opdagen. Toen ging er maar eens
iemand kijken. Ach, de beste vrouw was net in haar middagslaapje. Ze haastte
zich in haar sloffen en met de kop verkeerd richting brug en foeterde: Zon
dikke boot, maar een fatsoenlijke toeter kopen, ho maar!
Ergens in een oude doos vond ik dit fotootje. Toen ik hem eens goed bekeek
zag ik dat het een foto was uit de tijd dat tante Hanna, vader Heins eerste
vrouw, nog leefde, +/- 1944/ '45. En ook uit de tijd dat er een complete
boomgaard was vóór De Boomgaard. Het hooien was een gezamenlijke bezigheid.
Hein, ome Jan èn een knecht steken het hooi op. Hentje, het meisje voor dag en
nacht, harkt het bij elkaar en Hanna pakt het weer weg op de platte wagen. Je
kunt je niet voorstellen dat dit minder dan 70 jaar terug is. En let eens op de
sigaretjes, Hein en de knecht werken zelfs met de sigaret in de mond. En kijk
eens naar de armspieren van de jonge boerenknecht. Ze hadden in die tijd geen
fitness nodig om er gespierd en sportief uit te zien. Ome Jan, een ongetrouwd
oompje van pa, was met Hein meegegaan naar de Boomgaard toen hij met Hanna
Kornegoor trouwde in 1938. Ie-j hebt mien een mooi cadeautjen met ebrach, zou
Hanna later tegen Hein gezegd hebben. Oompje was heel vervelend en nukkig tegen
haar, vertelde haar zus, tante Dine, een paar jaar geleden nog tegen Diny en
mij. Hanna kon geen goed bij hem doen. De boezeroen van ome Jan is behoorlijk
uitgestukt, maar daar waren de vrouwen in die tijd aardig goed in. Ik heb het al
jaren niet meer gezien. De laatste keer was het bij een rondleiding bij Romeinse
opgravingen in de buurt van Klagenfurt in Oostenrijk. De nog jonge gids had een
korte broek aan die drie keurig uitgestukte lapjes had op plaatsen die geen
slijtage konden hebben. Ik heb het sterke vermoeden dat hij dacht als arme
student zo meer fooi te krijgen.
Gek is dat... Het is lang geleden dat ik voor het huis van oom Jaap en
tante Riek stond en dan ga je weer twijfelen. Toch denk ik dat dit em
is...
Een dagje treinen gaat je niet in de koude kleren zitten.
Allereerst trof ik het dat de afstand van Zwolle naar Olst per bus moest worden
afgelegd vanwege werk aan het spoor. Dat heb ik weer. Daarna ging het vanwege
wisselstoringen in slakkengang verder naar Deventer. Om de haverklap meldde een
vrolijke en enthousiaste vrouwenstem de stand van zaken. Maar opnieuw een half
uur vertraging. De afstand Emmen- Vorden leek ineens een heel stuk langer. Ik
trof een vriendin die al helemaal ingeburgerd tussen haar spulletjes zat, een
oergezellig huis. Ik noem zoiets in gedachten wel een tante Mien huisje, alleen
de paardenkop naast de deur ontbrak. Ook tante Riek had zon huis alleen was het
daar wat rustiger ingericht en ik moet zeggen dat je bij veel van de nazaten
Bijenhof een dergelijke sfeer kunt vinden. Bij Roelie had ik dat nooit, tot nu
Het zal allemaal zijn reden hebben. Natuurlijk haalden we veel gezamenlijke
herinneringen op uit de tijd dat we jong en onbezonnen aan onze eerste baan
begonnen. Onze eerste proefles met boer Henniphof en hoofdonderwijzer Aartsen
achter in de klas en de eerste sinterklaasavond die we als collegas onder
elkaar vierden en wij van de bus werden gehaald per handkar. Over mijn verdere
wederwaardigheden hoefde ik haar niet veel te vertellen want ze neemt regelmatig
een duik in deze website. Maar je schrijft natuurlijk niet alles op. Er blijft
zoveel meer te vertellen dat je raakt. Zo vliegt de tijd. Samen lopen we de
buurt rond en ik kan het niet laten om even stil te staan bij het huis van de
Harwigs in de Insulindelaan. Zelfs de opa met de baard komt in mijn herinnering.
We besluiten om een ijsje te gaan eten tegenover de kerk. Roelie weet al wat ze
de lekkerste vindt. Via de Stationsstraat lopen we terug en bewonderen het
naambord van het huis waar oom Sjoerd en tante Hermien zolang woonden. Nog
steeds staat er met duidelijke letters: J. Aartsen en Zn, het bord nog vanuit de
tijd dat opa Aartsen zijn kleermakerij had en oom Sjoerd hem met veel succes
opvolgde. Neef Hans heeft het later voortgezet maar zal nu ook met pensioen
zijn. De terugweg per trein gaat heel wat vlotter, ik denk omdat mijn ogen
regelmatig even dichtvallen. Ik kreeg een boekje mee van Roelie: Goed dat je er
was. En zo voelde dat van weerskanten.
Toen deze foto gemaakt is had ik er nog geen idee van dat ik ooit in Hattem
zou gaan wonen en werken. Het is hier 1958 en ik ben hier met mijn nichtje Gerke
bij haar oom en tante gelogeerd in Hattem. Jan Aartsen is de broer van onze oom
Sjoerd en is daar hoofd van een school. En net zoals ik mijn roots regelmatig
opzoek , ging hij elke vakantie naar Vorden met vrouw en beide zonen Jan Gerrit
en Hans. Gerke en ik zijn beiden vijftien als we meegevraagd worden voor een
logeerpartij. We maken de tocht per fiets en via Deventer en de Werverdijk komen
we aan op Hoopjesweg 7 in Hattem. Oom Jan en tante Beitske weten het ons erg
naar de zin te maken, maar het is voor mij een hele overgang om van de boerderij
in zon toch wat keurige en nette omgeving te verblijven. Ook de tafelmanieren
inclusief servet en mes en vork zijn even wennen. Zondags ga ik mee met de
mannen naar de kerk. Gerke heeft hoofdpijn en tante Bei blijft bij haar thuis.
Op een gegeven moment komen de mannen in de benen en ik doe maar mee. Dan blijkt
dat alleen de mannen horen te gaan staan. Als 15 jarige voelt het als een kleine
afgang. Verder is het een geweldige ervaring, we schrijven nog in een gastenboek
en deze foto wordt als afsluiting gemaakt, Hans heel stoer met de hockeystick.
De laatste morgen fietsen oom Jan en Jan Gerrit helemaal met ons mee naar
Apeldoorn. Dan zijn we halverwege en de rest naar Vorden redden we wel
alleen. Vier jaar later zal ik beginnen als jong juffie aan de van
Heemstraschool, samen met Roelie die even jong als ik van de Kweekschool kwam en
ook opgegroeid was op een boerderij . in Drenthe. We worden behalve collegas
vriendinnen. Nu 50 jaar later is ze net verhuisd naar Vorden en ga ik haar
morgen vanuit Drenthe opzoeken.
Elke plaats heeft zo zijn eigen vertier in de zomermaanden en in Emmen is
het al niet anders. Hier hebben we elke dinsdag in de vakantietijd de
Vlindermarkt. Nadat Emmen bekend vanwege de prachtige vlindertuin in het Emmer
Dierenpark is het hier een en al vlinder wat de klok slaat. Verleden jaar ben ik
er niet een keer geweest en ook nu nog niet. Dus voor we straks naar Schotland
gaan moest het er van komen. Wim en ik dus op het fietsje naar het dorp, want zo
heet Emmen nog steeds in de volksmond. Het blijft een dorp .. met stadsallures,
dat wel. We parkeren onze fietsen in de fietsenkelder, een echte uitvinding,
gratis en voor niks wordt er op je fiets gepast. Je kunt er zelfs speciale
fietsen lenen, ook gratis. Als dat geen service is. Bij ons rondje door de
Weiert komen we langs Schomaker, de vaste kledingzaak waar Wim wanneer hij
eenmaal overgehaald is, zijn kleding koopt. Ik zie een leuke korte broek, maar
dat is te kort door de bocht geen zin. Op de terugweg als hij er nog is dan
zie ik nog wel , is de reactie. We doen ons rondje verder, de markt is leuk en
we gaan terug om bij Mickey, ons vaste adresje vanwege Rick zn buurvrouw Wies
die er de scepter zwaait. Dan komen we weer langs Schomaker en warempel de
streepjesbroek hangt er nog, 30 % korting. Wim wil hem wel even passen. Joop,
een medezanger van Valerius is de verkoper en ziet meteen dat het broekje wat
aan de nauwe kant is. Hij zou geen goede verkoper zijn als hij niet een beter
passend exemplaar vindt met ook nog een leuk hemd erbij. Het hemd heeft
hetzelfde euvel: De maat is wel goed, maar er zit te weinig stof aan, vindt
Wim. Gelukkig heeft Schomaker in Heerenveen nog de goede maat en stuurt hem mee.
Even later zitten we hier aan de koffie met Joop. Het werd wat duurder dan we
dachten want de korte broek was net binnen en nog niet afgeprijsd. Nu is het wel
te hopen dat we die straks in Schotland maar nodig hebben.
Diny en ik voor 'de Haar' in het door vader Hendrik Jan getimmerde
tuinsetje. En je ziet het, Diny had toen al meer huishoudelijke aanleg dan
ik.
Het feit dat ik zulke aardige reacties krijg op de wederwaardigheden
bij ons thuis vroeger wanneer het onweerde, zegt wel iets van je leeftijd,
vermoed ik. Neef Jaap uit Zuid Afrika is, behalve Diny natuurlijk, iemand
die zulk een toneeltje in het echt heeft meegemaakt bij onze opa en opoe
Bijenhof op De Haar. Hij is een paar jaar ouder dan ik en heeft zon
onweerssituatie met opoes paniek nog in zijn herinnering. Anda heeft
dezelfde situatie uit de verhalen van Dick die mijn buurjongen was. Blijkbaar
ook heel herkenbaar. Ik denk dat opoe Lettink daar de touwtjes aardig in handen
had. Dirkje heeft de beelden nog wat scherper. In haar herinnering zag ze
bij haar thuis de doos met spaarbankboekjes, trouwboekje en andere
waardepapieren nog midden op tafel staan tijdens het door velen gevreesde
natuurgeweld.. Ik was vanmiddag op mijn wekelijkse bezoekje bij buurvrouw
Wielens op haar boerderij en we hadden het over het beestenweer van zaterdag op
zondag en dat ik met de kleren onder de arm naar beneden was gegaan. Zij
memoreerde zelfs dat ze vroeger behalve de jas en schoenen aan, ook de kist met
waardepapieren bij hen midden op tafel stond en dat otie, zoals een Drentse oma
hier genoemd werd, zelfs een doek over de spiegel had gehangen en over de
glimmende top van de kachel. Dat zou ook de bliksem kunnen aantrekken. Wim
zn ome Dieks uit Wezep was van een ander kaliber. Hij was met vader Gerards
tweelingzus Marie getrouwd. Als tante Marie de familie uit bed riep bij onweer
had Dieks daar geen zin in. Hij was metselaar en had zijn rust hard nodig, vond
hij. Hij sprak de gevleugelde woorden: Merie, ik hebbe nog nooit eheurd dat er
iene in bedde doodeslagen is. En daar kon ze het mee doen.
Ik was ver weg gisternacht, maar toch hoorde ik ergens in mijn onderbewuste
iemand mijn naam roepen. Hetty t geet der nogal op. Laow der maor effen
uutgaon. Het duurde even voor ik doorhad dat het Wim was en dat de hele kamer
verlicht werd door de bliksem en dat het lawaai dat erbij was bij het rommelende
onweer hoorde. Toen het eindelijk tot me doordrong besefte ik dat we met ons
huisje met rieten kap beter beneden het onweer af konden wachten. Ik greep in
het voorbij gaan wat kleren want als de bliksem zou inslaan zouden we geen tijd
hebben om boven wat kleding te halen. En zo zaten we beneden, om drie uur
vannacht, Wim stoer bij het grote raam aan de achterkant. We hadden geen lamp
nodig want de kamer was constant hel verlicht door het aanhoudende flitsen van
de bliksem, maar de harde klappen waar we op zaten te wachten bleven uit. Ik
dacht even terug aan opoe Bijenhof die ons bij de eerste bliksemschicht uit bed
trommelde en om de keukentafel dirigeerde. Nee neet biej et raam, ok neet
biej de schossteen. t Stopcontact ok niet. As der soms zon vuurbal kump.' En
dan volgden er verhalen van vuurballen die uit de schoorsteen kwamen en door een
stopcontact weer verdwenen. Of was het nou andersom. 'Oohhh daor hej weer zon
klap. Ohh niet naor buten gaon, Jehan. Kinder hej wat an de vute.. en de jas
an? Aj zo temee toch naor buten mot Coba.. de lampe, de öllielampe as et op
den draod slöt is t lech vot. Coba bleef er altijd rustig onder. Arme opoe
die zon angst had voor onweer. Volgens mij heeft ze Diny aangestoken want die
kroop het liefst bij haar onder de rokken. Later was die bij het eerst gerommel
of lichtflits naast haar bed en commandeerde mij ook: Hetty.. der uut onweer.
Ik was nooit zo snel wakker, ik wachtte tot het er echt op knapte. Zo
overdacht ik dat vannacht. Maar dit keer was ik sneller beneden dan anders. Deze
combinatie van doorlopend bliksem en windvlagen was vreemd. Toch was het ineens
over. Toen we die morgen naar de kerk reden en na die tijd koffie dronken
hoorden we van omgewaaide bomen, brandweer en trampolines die tuinen ver
terechtkwamen. Natuurgeweld is toch iets waar je stil van wordt.
Een blik op de Loreley, Cochem, Maria Laach èn Altenahr...
'Dit moeten jullie ook gezien hebben', vinden we. We hebben het over het
uitzichtspunt Loreleyblick bij Maria Ruh. We rijden bij St Goar de steile
helling op en via Urbar gaan we naar de door Unesco geregistreerde plek die
favoriet geworden is bij ons bezoek aan onze oude vakantieplek. En... Dick en
Anda zijn het er helemaal mee eens. Dit is een bezoek meer dan waard. En dat
wordt vastgelegd. Aan de overkant bij de vlaggen stonden we gisteren. Er staat daar zelfs het beeld van de schone Loreley, de vrouw die zoveel mannen de golven heeft ingejaagd, ... volgens het bekende Loreleylied van Heinrich Heine tenminste.
Ook Cochem is zo'n plaats waar we lang geleden een bezoek brachten. Dick en
Anda zelfs in hun verkeringstijd. We genieten van alles maar zijn het er over
eens dat we hier niet nog eens terug hoeven. Het is een drukte van belang en het
stikt er van de Nederlanders. 'Ieder zijn meug', zei de boer en hij kuste
het varken. Het is een uitdrukking die ik nog niet kende maar door Dick
gebezigd werd. En zo is het.
Hotel Krone in Kestert am Rhein is een echt Duits hotel dat daarbij genoeg
comfort biedt en uitstekende maaltijden verzorgt. We laten ons die laatste avond
opnieuw verwennen met Jägerschnitzel , goldgelbes Schollenfilet en gebackenen
Zwiebeln. De wijn smaakt net als vroeger en op ons privé terrasje maken we de
dag vol. Dick en Wim zorgen voor de rekening en vandaag is het dan zover: Die
Abreise. We hebben nog niet genoeg van de nostalgische toer en besluiten
onderweg een paar stops in te lassen op plaatsen die we vroeger ook bezocht
hebben. Maria Laach met kerk en klooster is de eerste. Mijn allereerste
buitenlandse tripje met school ging ook hierlangs. Nee dit keer werd er niet
geroeid, maar doken we de winkel in met mooie dingen, eindelijk niet de
toeristische meuk. Met Ben en Niesje hadden we hier in de herfst ook al een
stop, maar nu hebben tuin en de bloembakken wat meer kleur.
Het blijft een indrukwekkend mooie kerk, hier in Maria
Laach...
En dan... met Wim voor de engel
De laatste plek die we op onze gezamenlijke tour de nostalgie bezoeken is
Altenahr. Met Wim heb ik er al eens gekampeerd, maar Dick en Anda bezochten het
tijdens hun huwelijksreis in 1967. We lunchten hier, maar eigenlijk wilden we
even kijken of het hun zo bekende Hotel Zur Post er nog was. En het was er nog.
Steeds meer herinneringen kwamen boven. En natuurlijk moest dit even vastgelegd
worden.... Dan is het tijd voor de laatste ruk, we maken nog een paar flinke
stortbuien mee, hééle flinke, en dan zijn we in Apeldoorn. We hebben het weer
bijzonder gehad samen. De tijd stond voor ons deze dagen even stil en veel
herinneringen aan vakanties samen met de vijf zonen kwamen voorbij, mooie
herinneringen.....
40 jaar geleden haalden we daar in de vakantie elke dag 'zwei Liter Milch'. Frau Steeg maakte graag een praatje zoals hier met Dick.
Natuurlijk kijken we of er bij boer Steeg nog iemand thuis is om even te
groeten. En ja.. vader Gerhard en dochter Sigrid zien we meteen al in het langs
rijden. We begroeten ze maar we komen niet weg zonder even mee naar binnen te
gaan naar Elfriede.
En dan komen we niet weg voor er Kaffee gezet is. We zitten op de veranda
in de schaduw en het is er best uit te houden. Ook Dick en Anda worden hartelijk
ontvangen en we praten bij over de kinderen en kleinkinderen. Binnenkort worden
ze voor het eerst overgrootvader en - moeder. We worden uitgezwaaid met zoiets
van : tot de volgende keer im Herbst.
Wat een geweldig echtpaar Steeg, hij 82 en zij 79.
Zoals we hier in november waren met Ben en Niesje, zo was het dit keer een
zomerse Loreley met blik op de Rijn. In alle jaargetijden heeft het
wat.
Het kon niet missen. Ons eerste doel was de rots bij de Loreley, dit keer
in de zomer.Vroeger kwam er met jonge kinderen niet van en dat was maar goed ook
want dit was met jongens zoals die van ons die alles proberen eeen gewaagd
uitstapje geweest.
Vandaag voerde onze rondreis ons door het Rijndal naar Rüdesheim en aan de
overkanr weer terug naar Oberwesel. Wat zullen we nu het eerst pakken? Anda
antwoordde meteen:'Nu wil ik eerst Badenhard zien. Dus dat werd Badenhard. Het
huisje stond er wat verwilderd bij. De brandnetels stonden hoog en wij baanden
ons een pad om het huisje heen. Het uitzicht was minder dan het onze in vroeger
dagen. Toen hadden we een breed uitzicht over de velden tot en met aan Birkheim
toe. Intussen zijn de bomen aardig gegroeid.We zijn verrast dat aan de horizon
ineens een aantal windmolens staan. Maar de herinneringen bij Dick en Anda
die hier sinds 1976 niet meer geweest zijn weer helemaal
opgefrist.
Zou die douche er nog zijn? Het was een van de dingen waar we allemaal nog
nieuwsgierig naar waren. En ... hij was er nog, de douchekop aan een slang die
je buiten aan de muur kon hangen en waarbij het water gewoon van de berg
afliep...
Onze korte tour de nostalgie is begonnen. Lang,
heel lang geleden brachten we hier in het dal van de Rijn onze zomervakantie
door met onze jongens. Het adresje was van een bevriende Duitse inspecteur van
de TÜV, Laborenz, een verbouwde jachthut. Na onze eerste enthousiaste verhalen
over bossen en natuur en de uiterst gezellige hut mèt uitzicht op Birkheim,
gingen ook Dick en Anda met Ernst en Stefan die weg. Zij gingen vier jaar achter
elkaar en hebben na die tijd deze plek nooit meer bezocht. Na die vier jaar
vierden we samen een flink aantal jaren de zomervakantie op meerdere plekken in
Europa. Wij zelf zijn hier in alle jaargetijden teruggeweest om korte vakanties
te genieten want in alle tijden van het jaar is het Rijndal en de Hunsrück de
moeite waard. Gisteren vertrokken we vanuit Apeldoorn in hun auto met
perfecte airco, stopten nog een keer bij de Moseltalbrücke om te ontdekken
waarom dit toch de vaste stop van Ben en Diny zou zijn geweest: natuurlijk het
uitzicht op de Moezel met zijn wijnvelden. Intussen zijn we hier in Kestert
al geïnstalleerd, hebben de weg Emmelshausen- St Goar al gehad, hebben de
typisch Duitse Schweinebraten mit Zwiebeln al geproefd. Straks gaan we verder de
berg op en gaat de ontdekkingsreis verder. We groeten jullie vanaf het
prachtige Rijndal!
En wat zien we daar naast de deur aan de achterkant van het Voerman
Museum? Een beeld ter herinnering aan huisarts Dr Sypkens Smit die een
belangrijke plaats had in de Hattemer gemeenschap. Toen ik indertijd in 1962
naar Hattem kwam ging ik met huisgenoot Sietse Sobering elke week naar een
oefenavond van het Rode Kruis. En daar kregen we van deze innemende huisarts les
in de beginselen van de EHBO . We oefenden dan op elkaar. Soms hadden we een
echte oefening zoals die keer dat er een gesimuleerde ontploffing was geweest in
een voormalige fabriek aan het kanaal. We moesten met een bootje naar de
overkant. De gewonden lagen her en der in het grote verlaten gebouw. De
verwondingen waren divers en stonden op een briefje dat op het slachtoffer was
gespeld. Sietse en ik moesten er een eerste hulp verlenen aan een knul die, tot
mijn schrik, volgens het briefje een ernstige verwonding aan zijn balzak had. We
besloten hem maar een soort luier om te doen. Tja... je kunt wat
meemaken...
Toen kwamen we bij de gracht die om het stadje loopt. We gingen er even op
een bankje zitten voor we naar Ben en Niesje gingen. Wim heeft net een nieuwe
mobiele telefoon waar hij druk mee is om wegwijs te worden, maar toch zag hij
ineens de regenpijp aan het huis van Theo Visser. "Dat is nog dezelfde
reagenpiepe as 60 jaor elene', zegt hij. Neef Gerrit vertelde het pas nog toen
hij met Wilhelm bij ons op bezoek was.'Die Wim... ik had toch een grote
bewondering veur um. Hee had de bal in die dakgeute eschupt en wie zeien: Dan
haal ie um zelf maor weer op en toe klom e zo tegen die reagenpiepe biej Theo op
en hing an de dakgeut, verplaatsen de hande zo töt hee de bal der uut kon pakken
en ging zo dezelfde weg weer terugge'. 'Nee', zei Wim vandaag,'ik zal et noe
niet meer probeer'n'.
De binnentuin tussen het Voerman- en het Anton Pieck Museum
Na Hattem bracht Ben ons naar Zwolle en zette ons keurig af bij Museum De
Fundatie dat pas heropend is nadat er een verbouwing plaats heeft gevonden. Ik
was speciaal geïnteresseerd in het nieuwe werk van Jeroen Krabbé die behalve
acteur ook een zeer verdienstelijk schilder is. Het werd een verrassing. Hij
gebruikte allemaal kindertekeningen van zichzelf die hij verwerkt had in een
groter werk waarbij je meer van hem zag. Dit is de Uilenboom, die hij in 1955
tekende als 11 jarige. Hij vulde het aan met wat figuren waarvan ik denk dat
hijzelf het jongetje is en de andere figuren zijn ouders.
'How we mend our broken hearts' is de titel van dit werk van André
Kruysen, gemaakt van hout en gips. Het boeide me in elk geval. Zou een
gebroken hart, dat hersteld is, zó voelen? Hij moet het zelf wel meegemaakt
hebben.
Van een afstand kun je de nieuwe platte bol op Museum De Fundatie goed
zien, glinsterend in het zonlicht.
'Als hij straks begint te rammelen......, zei Wim om grappig te zijn. We
stapten bij in een al aardig volle lift in de Fundatie, het pas vernieuwde
stadsmuseum in Zwolle. Het werd hem niet in dank afgenomen. Eén van onze
medeliftsters had het niet meer en riep: 'Ooohhh Dolf, ik wil er uit !Maar de
lift ging al verder naar boven en de dame stapte boos uit terwijl ze venijnige
blikken op en woorden naar Wim wierp. Sukkel, mompelde Wim als antwoord. Hij
kan het zich niet voorstellen dat iemand in een lift bijna een flauwte krijgt
van angst. Het was een rare dag. Eerst had ik al een meereiskaartje gebruikt
in de trein die niet gold voor de treinen van Arriva en Syntus. De aardige
steward, want die hebben we tegenwoordig op onze treinen, was redelijk. Ik mocht
in Coevorden de trein nog uit om in te checken met mijn OV kaart. We gingen
vanuit Zwolle met de bus naar Hattem, er was al die jaren niets veranderd
behalve dan inchecken met een kaart. De herinneringen bij Wim begonnen meteen te
stromen. De man die hij had zien verongelukken onder de Dijkpoort. De Noordwal
waar hij toen net met de step uitkwam. Hij zal een jaar of acht geweest zijn.
We begonnen maar eens met een bakje koffie bij De Zwarte Truffel waar
indertijd de verkoop van Dorpsweg 4 aan Ben door de vier broers Wim, Piet, Henry
en Ben bezegeld was. De cappuccino was prima maar toen ik het toilet wilde
bezoeken werd ik tegengehouden door de baas. Ik moest maar naar het toilet van
een ander restaurant, want hij wist zeker dat ik aan een ander tafeltje zat. Pas
toen ik een beetje kribbig uitlegde waar ik met Wim gezeten was bond hij in en
bood excuus aan. Maar nee voor deze gelegenheid zal ik geen reclame meer
maken.
De bovenwoning aan de Gasthuissteeg mèt balkon.
Natuurlijk komen we
tijdens zo'n tour de nostalgie er niet onderuit om door de Gasthuissteeg te
lopen naar het geboortehuis van drie van de vier jongens, het beruchte balkon te
bekijken waaraan Wim en Piet om de beurt Ben lieten bengelen om te zien wie het
't langste vol kon houden. We lopen langs de boerderij van van 't Land, de
buurman die er voor zorgde dat het behang bij hen van de muur af kwam door de
hooibroei. Wim wees de plek aan waar de haan zat. Als je daar binnenkwam pakte
je meteen een bezem en hield die richting haan want anders werd je door die haan
besprongen Huuuhh..! En zo liepen we al mijmerend weer verder richting Voerman
Museum want daarvoor kwamen we.
En hier woon'n van 't Land en daor zat die hane... De vrach met heui
kon maor net deur de steege. En dat heui ging daor baoven deur die
loek'n. In het stadje Hattem woonden vroeger alle boeren ìn het stadje. Buiten de stad op de Hoenwaard, de uiterwaarden van de IJssel, liepen de koeien zomers.
Er was veel te zien in het Voerman Museum en het Anton Pieck Museum er
achter. Vooral de schilderijen met het gezicht op Hattem vanaf de Hoenwaard kan
ik waarderen. Ook aan Daendels is een hele kamer gewijd. Tussen de beide musea
is een soort binnentuin waar je gezellig kunt zitten met het zicht op de
molen.
Het was de beurt aan Frank om een nachtje bij ons te logeren. Ik wil wel
graag leren vilten, had hij al van te voren gezegd. Nou dat kan gebeuren want
sinds verleden jaar ben ik weer in de greep van de pure wol. Samen met Rob
hebben we bij Wobina in Benneveld een vacht gevilt, een grote vacht van een
Schoonebeker. Rob wilde een bruine en ik een witte. Die ligt intussen al een
jaar achter ons bed en gaan we dus steeds met warme voeten ons bedje in. Het was
wel een kolossaal werk om dat met heet zeepwater en heel veel uren wrijven de
vacht om te zetten in een wollen kleed. Zelfs thuis heb ik er nog een paar uur
aan besteed om hem te bewerken. Uiteindelijk kreeg het zijn eindbehandeling door
hem in bad te laten schrikken in ijskoud water. Dan krimpt hij uiteindelijk tot
het eindresultaat. Wat zeg je?, zei Rob laatst, in je bad? Het leek hem wel
erg viezig om die ruwe vuile vacht in je badkamer af te werken. Maar hij vergat
dat die vacht door al het warme zeepwater al aardig schoon was. Sindsdien heb
ik het gehouden bij wat artistiek bedoelde ronde kleedjes, best leuk. Maar ik
ben er wel achter dat vilten een vak apart is. Gisteren ben ik met Frank aan
het vilten geslagen. Hij wilde ook zon wollen schapenkleedje, mèt een kleurtje
dit keer. Hij vond het prachtig. De avond brachten we, zoals nu bijna iedere
avond, door bij Wim zn vuurtje. De kleedjes lagen intussen al te drogen. En
vandaag tegen de middag brachten we hem weer naar huis, mèt Storm. Dan kon die
nog even met Jessie ravotten. Daar hebben we nu de rest van de dag geen kind
meer aan.
Jessie en Storm, een stelletje donderjagers...
Terwijl Jessie in het begin wat kleiner was dan Storm is ze nu flink
gegroeid.
Uitgeraasd... voor even dan en struinen ze samen verder, beiden 5 maanden
oud nu. Op de voorgrond zie je een ingenieus, door Alle bedacht, systeem voor
een alternatief kampvuurtje in een trommel van een oude wasmachine. Het zwembad
is intussen op temperatuur en wacht tot de jongens erin komen
plonzen...
Tijdens de bezetting 1940-'45 en de daarin voorkomende razzias waren Hattemers die gevaar liepen als bosarbeiders aan het werk. Na de 2e W.O. stond er praktisch geen boom meer in het bos en moest er weer flink worden aangeplant. Toen de heer Plat hem vroeg hoelang hij daar werk aan zou hebben, antwoordde Wildeman resoluut: Mijn leven lang en dan ben ik er nog niet. De Ned. Heide Mij werd ingeschakeld en met zon 150 man personeel werd de bosgrond omgespit, de stobben uitgegraven en toen met een man of 20 opnieuw aangeplant. Vanuit Zundert in N.B. kwamen heel wat vrachtwagens met wel 5000 stekken per keer naar Hattem: eik, grove den, douglas, larix, fijnspar, Corsicaanse den e.d. Weekend kampeerders mochten gratis kamperen als ze even een handje meehielpen onder leiding van de bosbaas.
In 2002 toen dit boekje uit kwam was Wildeman al geen bosbaas meer, maar nog dagelijks in het bos te vinden en ook toen kon hij het niet laten om bij een gehoord geweerschot het bos in te gaan, vergezeld door zijn trouwe viervoeter. Deze laatste, een Mechelse herder werd hem bij zijn afscheid cadeau gedaan. Dat hij daarna een aanslag van de Gemeente Hattem voor hondenbelasting kreeg gaf hem inspiratie voor het volgende gedicht: Mijne heren, Bij het afscheid gaf u mij een hond cadeau. Nu moet ik gaan betalen, gaat dat zo? Nu ik van mijn pensioen moet leven, Moet ik u jaarlijks hondenbelasting geven. Op deze wijze mijne heren, Zal de gift bij u wederkeren.
Er kwam geen opvolger voor Johannes Wildeman. Het hout bracht minder op . Dat gaat ten koste van het bos. Er wordt geen onderhoud meer gepleegd. Met lede ogen zag bosbaas Wildeman het aan.
Wim kan er maar geen genoeg van krijgen om s avonds in het vuur te zitten staren. (Het is niet mijn taalgebruik -geen genoeg, maar ik heb het opgezocht. Niet genoeg en geen genoeg ergens van kunnen krijgen mag allebei. En toch klinkt het gek in mijn oren. Daarom oefen ik maar even.) Er is toch niks op televisie, zegt hij dan, doet een trainingspak aan en trekt zich terug bij de wei. Storm volgt hem op de voet en Loeder ook maar, die gaat de wei in om muizen te vangen. Meestal dos ik me ook uit met een warm vest, muggenmelk en met een flesje water en voeg ik me bij hem. Storm ligt er natuurlijk allang bij. Die moet er even aan wennen dat Queeny weer terug is naar de Schaapstreek. We hebben het weer rustig. Agnes is dit weekend geweest en is heeft een mooi bloemstuk gemaakt om haar moeder mee te verrassen. We zijn samen bij Gerhard en Judith geweest die druk waren met het verven van hun veranda achter in de tuin. Robin verzorgde de koffieceremonie. En aan het eind van de middag kwamen de Sleners aan vanuit la Douce France, heel tevreden na een paar mooie weken. Eva had vriendin Marlies mee mogen nemen. Helemaal mooi! Ze gingen meteen aan de groentesoep en konden we bijpraten. En als ik dan aan het eind van de dag na het kampvuurspektakel en, zoals meestal op zondagavond, even Diny aan de lijn heb gehad, kan ik met een gerust hart het hogerop gaan zoeken. Morgen komt er weer een dag.