afl. 056/121 ~ Obsessies
Haar maatje kon de slaap niet vatten.
Die dagboeken, altijd maar die dagboeken. Het werd echt een obsessie! Morgenvroeg eerst Francis opbellen. Hij had voldoende contacten bij de magistratuur. Een ervaren raadsman aanduiden kon bijgevolg geen probleem zijn. Hij zal willen weten waarom! Op die vraag zou ik het antwoord uiteraard schuldig moeten blijven. Want wat als Francis hoorde van de dagboeken? Via Pat of Vloesberghe! Via zijn clubvriend-magistraat! De raad van Marianne opvolgen moest ik. Voet bij stek houden dat het een vuige leugen van Gerda was. Liegen om mijn eigen vel te redden, vooral om mijn zoon niet te verliezen?
Definitief misschien! Ik was altijd open en oprecht tegenover hem geweest. Als er iemand is, die weet dat zijn vader geen leugenaar is, dan toch Francis zeker! Er was zijn moeder door mijn zogezegd toedoen destijds helemaal niets overkomen. Ze kon daarover vertellen en schrijven wat ze wou. Basta! Gerda overdreef altijd en in alle toonaarden, fenomenaal zelfs en met één welbepaald doel: mij pesten. Maar liegen deed Gerda nooit opzettelijk. Ook dat wist Francis. Anderzijds, het regende hevig die avond en die schoft van een pastoor had er een handje van weg om zijn oude, versteende zielenpoten alles en nog wat wijs te maken.
Niemand wist precies wat er in zijn kerk 's avonds gebeurde. Denkduiveltje had het me die bewuste avond eveneens gesuggereerd: 't zou hem niks verbazen dat die kwezels daar voodoo-popjes naaien. Spelden prikken in mijn hoofd en teelballen en in Marianne's borsten en snoezepoezeke. Als het in Haïti en op de Caraïben werkt, waarom hier dan niet? Onder ons gezegd, vriend, je hebt de voorbije weken al enkele keren geslapjanust! Met dat volk weet je maar nooit en met zo’n weer rijd je liever wat trager. Gas terugnemen. Nu! Let op met je gemanoeuvreer.
Natuurlijk is het zo gebeurd: ik plots in de war, de aandacht verslapt en een verkeerde stuurbeweging, slechts één. Ach, ik moest mezelf niets wijsmaken. In een vlaag van domheid, verzopen van afkeer en wilde haat, had ik Gerda die bewuste avond werkelijk willen doodrijden.
Zomaar een demonische flits was het geweest. Dezelfde flits, die juridisch omschreven wordt als "zinsverbijstering of psychisch emotioneel totaal ontredderd, zodat de dader zich in die minuten geen rekenschap geeft van wat hij doet". Diezelfde flits, die reeds duizenden mannen vóór mij, verstandige zelfs rustige mensen, jaren in de cel had doen belanden.
Had ik niet op het allerlaatste moment het stuur omgegooid, Gerda was niet te ontwijken geweest. Misschien niet gedood, maar toch zwaar gewond. Gehandicapt voor het leven. De bedoeling was er geweest. Ik verscheen daarom hoe dan ook voor mijn rechters.
Dat zou erger zijn dan een cel. Vrij in een ontwijkende, zwijgende, beschuldigende kleine wereld. De wereld van Francis, Pat en mezelf. En ja, ook van Marianne.
wordt morgen vervolgd - bovenstaande tekst is geplaatst met toestemming van de auteur : http://blog.seniorennet.be/titipoes3/archief.php?startaantal=100
|