Campo Santo ( revisited)
( Allerzielen 2012 )
Jouw ogen, mama, kijken mij aan,
en de grijzende zorgen van mijn vader
rimpelen de huid die ademt naast je slapen.
Eigenzinnig humeurig of vrolijk wispelturig
borstelen de kroesjes alle kanten uit,
waar wenkbrauwen gewoonlijk sluimeren.
Maar niet bij hem.
Even mild als vaders moeder haar lippen krulde,
zo trillen die nu in de spiegel voor mij,
alsof ze me zeggen willen:
Ze zijn niet alleen van jou, die trekken,
maar ze bronnen in wie jou in hun hart gedragen hebben,
en wier graf je siert met een weemoedig mooie bloem,
Gedragen door de dankbare hymne,
nog vol leven, hardnekkig slagend in het voortbestaan.
(Ik ben zo gelukkig dat mijn mama nog leeft)
1/11/2012
|