Schoppenzes *)
Evenwijdig aan de grenslijn van de kust
zwelt de zee nog breder dan voorheen.
’t Verse schuim bruist naar de wolken, zo veraf,
vol moed.
Tegenwind krijgt hartentwee stilaan geblust,
de zeep verzuurt de bellen een na een.
Niemand vreest als de dreiging van geblaf
hen groet.
Sterker kleurend als een regenboog van lust
verkankert al het schuim heel ver uiteen
en drenkt toevallig graan verdwaald in ’t kaf
vol roet.
Evenwijdig aan de branding bij de kust
zucht de zee veel zachter dan voorheen.
Dat nieuw schuim bruist naar wolken zo veraf
vol moed.
*) of de teloorgang van jeugdambitie
2/12/2014
|