Om terug beter te leren slapen zijn 3 zaken nodig: 1. het is belangrijk om een aantal dingen te weten en de juiste tips en trucs toe te passen. 2. je mag 100 tips toepassen, als je niet werkt aan het voorkomen van spanningsopbouw, sta je nog nergens. In de praktijk gebruiken we naast relaxatieoefeningen, vooral stimuluscontrole en slaaprestrictie (SR). 3. het derde luik bestaat uit de aanpak van het piekeren door gebruik van autosuggestieoefeningen.
We hebben al gesproken over de verschillende onderdelen van deze aanpak, maar het begrip slaaprestrictie vereist nog wat uitleg.
Slaaprestrictie bestaat erin de tijd doorgebracht in bed te beperken tot de slaaptijd zelf. Je registreert het aantal uren dat je in bed doorbrengt en het aantal uren dat je slaapt, elke dag gedurende enkele weken. De tijd doorgebracht in bed wordt dan beperkt tot het aantal uren dat je effectief slaapt. Je gaat eerst later naar bed. Als de slaapkwaliteit verbetert, wordt het slaapschema uitgebreid; je gaat dan gradueel 15 minuten vroeger naar bed.
De behandeling gaat ervan uit dat slapeloze patiënten vaak de neiging hebben om extra lang in bed door te brengen om hun slaapverlies te compenseren. Deze strategie die op de korte termijn effectief kan zijn, is op de langere duur contraproductief (instandhouding van slapeloosheid door conditionering). SR is ontwikkeld om deze moeilijkheden te omzeilen.
Iemand met slaapproblemen ontwikkelt immers een conditionering (prikkel -> reactie) waarbij het gaan slapen, het zien van de slaapkamer en het in bed stappen automatisch een gevoel van spanning oproept. Dat wordt dan een vicieuze cirkel, waarbij alsmaar meer spanning wordt opgebouwd. Met slaaprestrictie mag je niet op je gewone tijdstip gaan slapen, maar pas uren later. Stel dat iemand ondervindt dat hij of zij maar 5 uren effectief slaapt per nacht, dan spreken we af dat je pas om 2 uur naar bed gaat indien de wekker om 7 uur afloopt. Dit maakt dat je de eerste dagen wel moe zult zijn, wat een beetje vervelend is natuurlijk, maar het bouwt wat slaapschuld op waardoor je wel makkelijker kunt inslapen de nacht erna.
Het belangrijkste effect van SR is dat je met een heel ander gevoel naar bed gaat. Vroeger zag je er huizenhoog tegenop: je ging met spanning en angst dat het weer niet zou lukken naar bed, nu zit je maar te wachten tot je eindelijk naar bed mag. Het wordt een beloning om te mogen gaan slapen, je kijkt er naar uit in plaats van er tegenop. En dit is ongelooflijk belangrijk, zodat de spanningsopbouw wordt doorbroken, waardoor je ontspannen genoeg bent om in slaap te vallen.
Je kunt een schatting van de slaaptijd gebruiken en intuïtief de duur verhogen die je in bed doorbrengt, of je kunt een heel exact schema volgen, zoals hieronder voorgesteld door de Nederlandse consensus.
Over een periode van twee weken worden gemiddeldes berekend van de tijd die je in bed doorbrengt (TIB) en de totale slaaptijd (TST); op basis hiervan wordt de slaapefficiëntie (SE = TST/TIB * 100%) berekend. Bij een slaapefficiëntie <85% wordt SR toegepast. Een voorbeeld: iemand brengt 8 uur door in bed (TIB) en slaapt 6 uur effectief (TST); de SE bedraagt 75%. Voor deze persoon wordt nu een nieuw slaapvenster voorgeschreven dat 6 uur bedraagt. Hierna wordt wekelijks een nieuwe SE berekend. Is deze >85% dan wordt 15 minuten toegevoegd aan het slaapvenster; is deze <80% dan wordt ze met 15 minuten verminderd.
Verdere richtlijnen zijn: 1. Het nieuwe slaapvenster nooit minder dan op 4,5 uur stellen. 2. De patiënt heeft een keuze over de tijd dat hij of zij naar bed gaat of opstaat. 3. Patiënten worden geïnformeerd dat slaperigheid overdag in het begin een neveneffect kan zijn. Een belangrijk therapeutisch effect van deze procedure is dat een milde slaapschuld wordt opgebouwd. Deze zorgt in het algemeen voor een snellere inslaapduur, een betere slaapcontinuïteit en meer diepe slaap.
SR is voor veel vormen van slapeloosheid geschikt. Zowel in- als doorslaapproblemen, een slechte slaapkwaliteit, en een gefragmenteerde slaap kunnen met SR succesvol worden aangepakt. SR wordt afgeraden bij affectieve stoornissen en circadiaans ritme stoornissen. Uitstel van deze therapie vorm is gewenst indien belangrijke dagtaken moeten worden verricht.
http://www.nswo.nl/Informatie/consensus%20report_nmb.pdf
|