Een snurkende partner is inderdaad een huizenhoog probleem. Het aantal geproduceerde decibels is dikwijls vergelijkbaar met een zaagmachine, dit kan namelijk oplopen tot 95 decibel. Steek dan maar oordopjes in, of verander van kamer hoor je wel eens zeggen, maar niet iedereen heeft zoveel kamers op overschot en welke oordopjes houden 90 decibel tegen?
Het moeilijkste is om je partner ervan te overtuigen dat er iets aan moet gebeuren, hij (of zij) merkt er immers niets van. Zelfs al is de slaap van een snurker erg onderbroken, doet hij adembenemende ademstilstanden, valt hij overdag om de haverklap in slaap, zelfs dan denkt hij dat er met zijn slaap niets mis is. Om 's morgens nog te weten dat je 's nachts bent wakker geweest, moet je immers meer dan 5 tot 6 minuten wakker blijven, anders vergeet je het gewoon.
Wat kun je doen? Eerst moet je zien uit te sluiten of er sprake is van slaapapneu (snurken, ademstilstanden en slaperigheid overdag). Heb je dikwijls de neiging om je partner aan te stoten om hem aan het ademen te krijgen, laat dan het artikel snurken is niet altijd onschuldiglezen. Slaapapneu moet worden behandeld en het snurken is dan in een moeite een stuk beter. Zelfs dan zijn veel mensen moeilijk te overtuigen om een slaaponderzoek te ondergaan. Alle hulp, en zeker die van je huisarts is erg welkom. Om de drempel voor een slaap- waakonderzoek te verlagen kun je naar de video slaap- waaklabo'kijken.
Is er geen sprake van slaapapneu, dan is een raadpleging bij een neus-keel- oorarts aangewezen. Sommige vormen van snurken kunnen onder plaatselijke verdoving worden behandeld. In andere gevallen zijn grotere ingrepenmogelijk. Daarnaast kan soms een behandeling tegen allergie (als allergie aanwezig is) baat brengen, ook een aangepast mondstuk behoort tot de mogelijkheden. Als je merkt dat je partner alleen in ruglig snurkt, kan de tennisbaltruc worden toegepast: je naait een tennisbal in de rugzijde van de pyjama, zodat de snurker niet op de rug kan liggen en wel op zijn zij moet draaien. Simpele oplossingen liggen niet voor het rapen, je moet er echt wat tijd en moeite in steken.
Als je partner niet wil geloven hoe erg het geproduceerde geluidniveau is, neem dan een geluidsopname of misschien nog beter, maak er een filmpje van. Het punt is dat gewoon klagen tegen je partner niets uithaalt, trouwens die kan zijn snurken niet zomaar veranderen. Je moet het op een rustige, maar volhardende manier aanpakken, zonder op het schuldgevoel te werken. Je kunt bijvoorbeeld het principe van geweldloze communicatie proberen toe te passen: je vraagt aan je partner of hij even tijd heeft om met je te praten en dan vertel je hem in je eigen woorden het volgende: 1. Ik slaap niet door het geluid van het snurken. (waarneming) Zeg dit op een neutrale manier, niet beschuldigend. 2. Door het gebrek aan slaap voel ik me moe, prikkelbaar, en kom ik niet tot veel. (gevoel) Maak duidelijk wat voor jouw de gevolgen zijn. 3. Ik heb behoefte aan meer slaap. (behoefte) 4. Kunnen we samen nagaan of een verbetering mogelijk is? (verzoek)
Kortom, er zijn wel mogelijkheden, maar het belangrijkste is het overtuigen van je partner om er iets aan te doen.
Meer info over snurken en de mogelijke behandelingen, zie op de website van het UZA, dienst neus- keel- oorziekten.
Slaperigheid, alertheid, honger zijn allemaal biologische ritmen('bioritme'). Deze ritmen worden beïnvloed door licht en zijn tijdens ploegendienst verstoord. Het effect van verstoring van het dag- en nachtritme blijft niet beperkt tot het moment van het verstoren, maar kan nog heel wat jaren aanhouden. Bij mensen die in ploegen werken, is het slaappatroon tien jaar later meer verstoord dan bij mensen die nooit in ploegen gewerkt hebben. Ploegenarbeid geeft aanleiding tot een onderbroken slaap, zodat je onvoldoende diepe slaap krijgt. Het is dus van belang om voldoende aandacht te schenken aan je slaap.
Adviezen voor ploegendienst (Prof. Dr. J. Verbraecken, longarts slaapcentrum UZA)
Helder licht, regelmatige eettijden en slaaptijden kunnen je helpen om je bioritme aan te passen aan je dienst. Het beste is de werktijden te verschuiven van ochtend naar middag naar avond en dus niet 'tegen de klok in'. De nieuwe shift begint dus later dan de vorige. Snelle rotaties (3-4 dagen) zijn meestal beter dan langzame rotaties (>5 dagen). Na b.v. 3 nachtdiensten heeft het lichaam voor een groot deel nog zijn gebruikelijke bioritmiek aangehouden zodat het aanpassen aan een nieuwe dienst (b.v. ochtenddienst) makkelijker zal zijn. Na 5-6 dagen heeft men zich over het algemeen aan de nieuwe tijden aangepast en moet men bij verandering van dienst weer helemaal opnieuw aanpassen. Hou best hetzelfde ritme aan tijdens werkdagen en vrije dagen. Een terugkerende routine helpt je lichaam om te weten wanneer je alert of slaperig moet zijn.
Als je een belangrijke shiftverandering in het vooruitzicht hebt, pas je slaapschema dan enkele dagen op voorhand aan. Op die manier is het makkelijker voor je lichaam om zich aan te passen. Dit doe je door een drietal dagen op voorhand 1 of in het begin 2 uur later te gaan slapen en ook langer te slapen bij bijvoorbeeld een overgang van de late shift naar de nachtploeg.
nachtdienst: Bij start van de nachtdienst is de slaapschuld groter omdat de nacht wordt doorgewerkt. De slaap overdag is bovendien minder diep en korter. Voor sommige mensen helpt het om voorafgaand aan de nachtdienst een siësta slaap in te lassen. De slaap overdag tijdens nachtdienst is gemiddeld 2 uur korter dan de slaap 's nachts. Een dutje vroeg in de avond kan je beter wakker houden op je werk. Zorg dat de slaapkamer donker, rustig, comfortabel en koel is. Draag oordoppen als je last heeft van geluiden van buiten. Deze maatregelen zijn belangrijker dan het gebruik van slaapmiddelen. Vermijd zonlicht om momenten dat je moet slapen. Slaap is je grootste prioriteit, je voelt je niet optimaal als je niet genoeg geslapen hebt. Plan een periode om nog aan het gezinsleven deel te nemen (b.v. samen eten 's avonds). Zorg voor 6 uur kwalitatief goede slaap per etmaal ook al is deze onderbroken (dutjes tellen dus ook mee). Gebruik geen cafeïne 4 uur voor het naar bed gaan. De grootste slaapdruk is tussen 2.00 en 5.00 uur. Zorg dat je werk zo gevarieerd mogelijk is en dat er interactie met collega's is. Hoe socialer de werkplek, hoe beter je wakker kunt blijven. Zorg voor voldoende verlichting op de werkplek, dit houdt je beter wakker. Het meeste licht binnen is indirect licht. Zorg voor verandering van geluid op de werkplek. Achtergrond geluiden en gezoem van computers wiegen je in slaap. Een praatprogramma op de radio of een 'ontbijtshow' zijn beter. Eet 's nachts lichte maaltijden en eet gezond om maagdarmklachten te voorkomen. Hoe en wat je eet is belangrijker dan wanneer je het eet. Meer info zie: www.vig.be/content/pdf/GW_voeding_b21.pdf Zet een zonnebril op als je naar huis rijdt 's ochtends. Als het mogelijk is kun je een dutje van 20-30 min. doen op je werkplek. Doe dit wel in de eerste helft van je dienst. Rij voorzichtig naar huis, doe op het werk een dutje als je te slaperig bent of laat je door anderen naar huis rijden, met de bus bijvoorbeeld. Als je slaperig naar huis rijdt zet je je eigen leven en dat van anderen op het spel.
avonddienst: Bescherm je slaap, met name in de ochtend. Plan tijd samen met je familie, maak b.v. de lunch de hoofdmaaltijd van de dag.
dagdienst: Bescherm je slaap: hoe vroeger je moet beginnen hoe minder slaap je krijgt. Ga eerder naar bed en probeer voldoende lang te slapen. Lunch uitgebreid, beweging en sociale contacten tijdens de lunch kunnen helpen een postlunch dip te verminderen. Plan je werk zo dat je na de lunch activiteiten hebt die afwisselend zijn, met andere mensen te maken hebben en die bekend zijn. Vermijd na de lunch nieuwe taken die concentratie en langdurige aandacht vereisen.
Het geven van lucht onder licht positieve druk (CPAP) voorkomt het toeklappen van de luchtweg tijdens de slaap en vermindert slaperigheid overdag bij mensen met ernstige slaapapneu. We spreken van ernstig slaapapneu wanneer de ademhaling meer dan 30 keer per uur stilvalt. Bij matig tot ernstig slaapapneu wordt CPAP beschouwd als de eerste keuzebehandeling, je mutualiteit zal dit trouwens terugbetalen indien je meer dan 20 ademstilstanden per minuut doet en daarbij een verstoord slaappatroon hebt.
Wat is echter bekend van het effect van CPAP bij wie slechts een mild tot matig slaapapneu heeft (tussen de 5 en 30 ademstilstanden per uur), en overdag slaperig is. Is het zinvol om ook in dit geval volmondig CPAP aan te bevelen? De onderzoekers Marshall, Barnes en Travier keken dit voor ons in de medische vaklitteratuur na, ze raadpleegden de MEDLINE, een grote medische database over een periode van 10 jaar en trokken ook eerdere studies en meta-analyses na.
Het effect kan worden gemeten door het gebruik van tests zoals Epworth Sleepiness Scale, de Maintenance of Wakefulness Test (zie onderaan) en de Multiple Sleep Latency Test, voor en na behandeling. De auteurs besluiten dat bij mensen met mild tot matige slaapapneu, CPAP het gevoel van slaperigheid overdag en de waakzaamheid verbetert. De gemeten effecten op slaperigheid zijn echter klinisch weinig relevant en de weerhouden studies zijn van korte duur.
De schrijvers van het artikel in Minerva besluiten verder: Er is nog weinig bekend over de gezondheidsrisico's bij milde en matige vormen van slaapapneu. Daarnaast is CPAP een ingrijpende behandeling. Routinematig voorschrijven van CPAP is daarom bij deze patiënten momenteel niet aangewezen. Dit geldt echter niet voor patiënten met ernstige vormen van slaapapneu.
Maintenance of Wakefulness Test (MWT): deze test geeft een maat voor je waakzaamheid, om te kijken in welke mate je wakker en alert kunt blijven. Dit is dus een andere test dan de MSLT, die een maat is voor slaperigheid. Je krijgt voor de MWT de instructie om wakker te blijven terwijl je gedurende 40 minuten in een donkere kamer ligt. Via een slaaponderzoek wordt gemeten hoe lang je dit kunt volhouden: de tijd die je wakker blijft noemt slaaplatentie. Om een betrouwbare meting te bekomen wordt dit onderzoek 4 tot 5 keren herhaald, op verschillende momenten van de dag, en daarvan wordt het gemiddelde bepaald.
Wie geen 8 minuten kan wakker blijven scoort slecht: dit is niet normaal. 97.5% van de goede slapers blijven meer dan 8 minuten wakker, 40 tot 50% van hen blijven zelfs de ganse 40 minuten wakker.
Wie te weinig slaapt, ziet zijn risico voor fataal hart- en vaatlijden verdubbelen. Deze onthutsende vaststelling wordt in Artsenkrant besproken naar aanleiding van een recente grootschalige Britse studie die werd voorgesteld tijdens het congres van de British Sleep Society in Cambridge.
Meer dan 10.000 volwassenen werden gedurende 20 jaar gevolgd door Britse onderzoekers, waarbij ze op zoek gingen naar een mogelijk verband tussen slaappatronen en het overlijden door hart- en vaatziekten. Ze kwamen tot de bevinding dat wie zijn nachtrust afbouwde van zeven tot vijf uur, tweemaal meer risico liep voor een plots overlijden door hart- en vaatziekten dan de groep die trouw was gebleven aan de zeven uur slaap per nacht. Ook het globale sterfterisico was 1.7 maal hoger in de groep die zijn slaap afbouwde. De resultaten waren gecorrigeerd voor een aantal beïnvloedende factoren waaronder leeftijd, geslacht, rookgedrag, alcoholgebruik, BMI, bloeddruk, cholesterolwaarden en lichaamsbeweging.
Francesco Cappuccio, die het onderzoek leidde, wijst er op dat minder slaap en een gestoorde nachtrust veel meer voorkomen in de geïndustrialiseerde wereld waar slaap vaak moet wijken voor vrijetijdsbesteding en ploegenarbeid. 'Vermoeidheid en slaperigheid overdagzijn dan ook veel meer gehoorde klachten dan enkele decennia geleden'.
Opvallend was ook de vaststelling dat wie zijn nachtrust tijdens de onderzoeksperiode had uitgebreid van zeven tot negen uur meer risico liep om te sterven in de loop van de studie dan de groep die nog steeds zeven uur sliep. Mogelijk is dit te verklaren door een verband met andere gezondheidsproblemen waardoor zij juist langer sliepen en niet omgekeerd, zoals depressie of moeheid wegens een kankerbehandeling.
Cappuccio besluit dat een regelmatig slaappatroon van ongeveer zeven uur slaap per nacht optimaal is voor de gezondheid. Dr. Niel Stanley wijst er nog op dat slaap weinig aandacht krijgt in het domein van de ziektepreventie. 'Terwijl de bevolking heel wat richtlijnen krijgt in verband met gezond eten en bewegen, krijgen mensen erg weinig informatie over gezonde slaapgewoonten'.
Goed nieuws voor wie een behandeling krijgt voor slaapapneu: je bloeddruk wordt beter door gebruik van CPAP (beademing onder licht positieve druk). Dit blijkt uit een artikel van Martha Kerr in het vakblad 'Hypertension' van augustus 2007.
Wie aan slaapapneu lijdt en behandeld wordt met CPAP, legt Kerr uit, mag een bloeddrukdaling verwachten van zowel de bovendruk als de onderdruk. Daarbij weten we dat slaapapneu een verhoging van de bloeddruk kan geven, dus door dit te behandelen zou je ook een evolutie naar hypertensie voorkómen.
Deze bevindingen zijn erg belangrijk, zegt Dr. Bazzano, omdat gemiddeld 24% van mannen van middelbare leeftijd last heeft van snurken met ademstilstand (slaapapneu), waarvan de meeste het niet weten.
Deze vorm van slaapapneu zou wel eens één van best identificeerbare en behandelbare oorzaken van hoge bloeddruk in de VS kunnen zijn, zegt Kerr.
Eens de diagnose gesteld, zou de behandeling zo snel mogelijk moeten worden gestart, want CPAP verhindert dat de luchtweg toeklapt en neemt op die manier de extra belasting op het hart en de longen weg, die anders 's nachts wordt veroorzaakt door de toeklappende luchtweg.
Sara, een knappe 19 jarige studente zet zich na het avondeten achter haar bureau om verder te studeren. Ze is zich niet bewust van de alsmaar toenemende opbouw van slaperigheid, kort na de middag heeft ze een dipje gehad, maar nu is ze volledig geconcentreerd op de leerstof. Diep in haar hoofd draait haar waakcentrum op volle toeren, rond 21 uur bereikt het zijn maximumcapaciteit om Sara wakker te houden door weerwerk te bieden aan de opkomende moeheid. Maar dan beginnen de signalen om wakker te blijven te verminderen, de slaapdruk neemt toe en Sara kan een geeuw niet meer onderdrukken, zij kijkt op haar horloge, al 10 uur, ja het is goed geweest. Na een half uurtje ontspanning gaat ze naar bed, het is donker en als ze haar ogen sluit, vertrekt een signaal naar een kliertje in de hersenen dat melatonine vrijzet in het bloed. Dit natuurlijk slaaphormoon wordt de hele nacht door aangemaakt en onderdrukt de werking van het waakcentrum. Zich onbewust van al die automatische processen in haar hoofd geniet Sara nog even van de warme, zachte geborgenheid van haar bed, om zachtjes dromenland binnen te glijden.
Overdag wordt geleidelijk een drang om te slapen opgebouwd, homeostatisch proces genoemd, deze drang word teniet gedaan door te slapen, maar als je onvoldoende slaapt, ben je de dag erna nog slaperig. Tegen bedtijd bereikt dit homeostatisch proces zijn hoogtepunt, en het bepaalt de hoeveelheid slaap die we nodig hebben.
Om deze slaperigheid tegen te gaan produceert het circadiaans ritme (circa dies: ongeveer een dag) een signaal om wakker te blijven. Dit signaal is 's avonds op zijn hoogste niveau om de opgebouwde slaperigheid tegen te werken, en vermindert snel tegen bedtijd, zodat we in slaap kunnen vallen. We zijn 's morgens aktief en wakker door de lage homestatische druk (de opgebouwde slaperigheid is verdwenen) en 's avonds door het hoge circadiaans signaal tijdens de avonduren. We slapen de ganse nacht, eerst door de nog hoge opgebouwde slaperigheid, later in de nacht door het minimaal circadiaans wakkersignaal.
Het circadiaans ritme is gelokaliseerd in een kern thv de hersenen (voor de liefhebbers, in het voorste gedeelte van de hypothalamus): de suprachiasmatische kern (SCK) genoemd, waarin slimme zenuwcellen zitten die een 24 uur ritme aanhouden. Deze kern krijgt informatie van het netvlies van de ogen, en stuurt als het 's avonds donker wordt een signaal naar de hypophyse (pijnappelklier) om melatonine vrij te zetten. Als het overdág donker wordt, gebeurt dit dankzij het 24 uurgeheugen gelukkig niet, we zouden anders nogal in slaap vallen. Recent is ontdekt dat in het netvlies niet alleen staafjes en kegeltjes zitten, die instaan voor het zicht, maar ook lichtgevoelige cellen die een signaal naar de SCK sturen.
Melatonine wordt vanuit tryptofaan aangemaakt, is erg weinig aanwezig overdag en bereikt een hoger peil tegen bedtijd, om gans de nacht op een hoog niveau te blijven. Het werkt op 2 manieren op de SCK: langs de ene kant wordt de werking ervan onderdrukt, zodat er geen wakkermakend signaal vertrekt, langs de andere kant wordt het cicadiaans ritme (24 uurritme) versterkt, waardoor de kans vergroot om 's avonds slaperig te worden op hetzelfde uur.
Ons dag- nachtritme wordt verder gecontroleerd door de VLPO kern in je hoofd die het wakker worden tegenhoudt, dat is dus je slaappromotor. Het wakkersignaal wordt geproduceerd door een andere kern (in de laterale hypothalamus) via orexin vrijstellende zenuwcellen. Als deze laatste ontbreken, zoals bij narcolepsie, val je constant in slaap. Het is de VLPO (ventrolaterale preopische nucleus) die een sleutelfunctie heeft voor de schakelknop tussen slapen of wakker zijn.
Melatonine heeft een kort half leven, na 30 minuten is het tot de helft afgebroken in het bloed, zodat steeds een nieuwe productie nodig is. Dat verklaart waarschijnlijk waarom het effect van melatonine als slaapmedicatie tegenvalt. Ramelteon is een product dat werkt zoals melatonine, maar heeft een betere binding op de receptoren van de SCK, en werkt langer, de halfwaarde tijd is tussen 1 en 3 uur.
bron: Redefining the Management of Insomnia: Focus on the Biology of Sleep David N. Neubauer, MD 31 augustus 2007 Medscape
Wat is de oorzaak van langdurige slapeloosheid? Komt het door opbouw van verkeerde gewoontes of zijn lichamelijke aandoeningen de boosdoener? Of is het iets waar je mee geboren bent?
We hebben reeds uitgebreid over de drie stappen aanpakvan slapeloosheid gesproken. Het model van Arthur Spielmans trekt dit breder open, en vooral om de oorzaak van langdurige slapeloosheid beter te doorgronden. Hier spelen immers verschillende factoren een rol, en de invloed van elk ervan variëert over de tijd. De 3 P's van Spielman zijn Predisposing (voorgeschiktheid), Precipitating (uitlokkende factoren) en Perpetuating (in stand houdende factoren).
Iedereen heeft een bepaalde graad van predispositie, aanleg voor slapeloosheid, alleen heeft iemand met een hoge voorgeschiktheid maar weinig verstoring nodig om wakker te blijven liggen. Je karakter speelt een grote rol in de voorbeschiktheid voor slapeloosheid, zo zal iemand die die eerder angstig of depressief is, gevoeliger zijn voor slaapverstoorders.
Een brede waaier factoren kan slapeloosheid uitlokken (precipitating), zie ook oorzaken van slapeloosheid. Naar schatting heeft de meerderheid van wie lijdt aan langdurige slapeloosheid een bijkomend probleem dat bijdraagt aan de slapeloosheid. Dit kunnen psychische of medische problemen zijn, zoals een pijnlijke artrose, rusteloze benen, slaapapneu en tal van andere. Als geen enkele oorzaak of aanleiding wordt gevonden spreken we van primaire slapeloosheid. De reden zou kunnen bestaan uit een onvermogen van het systeem dat ons wakker houdt om in kracht te verminderen op het moment dat we in slaap zouden moeten vallen.
Als de uitlokkende factoren opgespoord en uitgeschakeld zijn, zou je verwachten dat je probleem opgelost is. Maar zo eenvoudig raak je niet in dromenland, verscheidene factoren kunnen de slapeloosheid langere tijd in stand houden (perpetuating). Misschien zijn de eerste oorzaken onbelangrijk geworden, maar door slechte slaaphygiëne en ontwikkeling van geconditioneerde waakzaamheid blijft de slaap verstoord.
Langdurige slapeloosheid wordt best behandeld, het is immers een risicofactor voor psychische problemen zoals angststoornissen en voor medische aandoeningen zoals hypertensie (hoge bloeddruk) en diabetes. Onbehandelde slapeloosheid bij rusthuisbewoners geeft een verhoogd risico om te vallen.
bron: Redefining the Management of Insomnia: Focus on the Biology of Sleep David N. Neubauer, MD 31 augustus 2007 Medscape
Langs de ene kant is het algemeen aanvaard dat vrouwen gedurende en na de menopauze een vermindering van het slaapkwaliteit ervaren (voor meer info over menopauze, klik hier). Anderzijds hebben objectieve studies (met gebruik van slaaponderzoek) geen duidelijke vermindering van de slaapkwaliteit kunnen aantonen bij vrouwen rond de menopauze in vergelijking met vrouwen vóór de menopauze! Daarom moeten we er niet automatisch van uitgaan dat klachten over de slaap alleen maar te wijten zijn aan de warmteopvliegers en zweetaanvallen. Al de gebruikelijke oorzaken van slapeloosheid, met inbegrip van psychische klachten, los van de menopauze, mogen niet uit het oog worden verloren.
Waarom slapen vrouwen dan slechter rond en na de menopauze? Ten eerste komt dat door de lichamelijke, psychische en hormonale veranderingen, die gepaard gaan met de menopauze. Een tweede reden bestaat uit de veranderingen in levensstijl, je gezondheid en de relatie met je partner. Concrete oorzaken die er het meest uitspringen zijn opvliegers, stemmingsschommelingen en ademstoornissen zoals slaapapneu.
Heel wat vrouwen hebben een onderbroken nacht door nachtelijke warmteopvliegers en zweetaanvallen. Het is echter niet duidelijk in welke mate deze opvliegers de slapeloosheid beïnvloeden. Of hormoonbehandeling de slaap verbetert bij vrouwen met opvliegers staat eveneens ter discussie. Recente studies suggereren maar weinig verbetering in slaaptijd bij het nemen van vrouwelijke hormonen. N.B. Naast de gekende niet-hormonale en niet-medicamenteuze behandeling van opvliegers zouden ook lage dosissen antidepressiva (SSRI en SNRI's) de opvliegers verminderen.
Bij vrouwen rond en na de menopauze bestaat net zoals bij alle vrouwen een sterk verband tussen stemmingsproblemen en slapeloosheid. In vergelijking met mannen is slaap bij vrouwen gevoeliger aan de invloed van stress, gezondheidsproblemen, verandering in de relatie door het ouder worden, het overlijden van de echtgenoot of familieleden, of aan andere levensgebeurtenissen. We moeten dus opmerkzaam blijven voor eventuele nood aan psychotherapie of gedragsmatige verbetering van slaaphygiëne. Daarbij is het belangrijk om kortdurende slapeloosheid (door opvliegers of traumatische levensgebeurtenissen) juist te behandelen, om een mogelijke evolutie naar langdurige slapeloosheid te voorkomen.
Net zoals bij mannen komen met het ouder worden ook bij vrouwen meer ademhalingsgebonden slaapproblemen zoals slaapapneu voor. Menopauze is daar trouwens een onafhankelijke risicofactor voor. Als een vrouw in of rond de menopauze klaagt over slaperigheid overdag, als ze snurkt en zeker als er adempauze opgemerkt worden, dient zonder uitstel een slaaponderzoek te worden uitgevoerd. Zoals bij jonge vrouwen is CPAP (lucht onder positieve druk via een masker) de eerste keuze behandeling bij slaapapneu. Indien CPAP niet verdragen wordt, en bij milde gevallen, kunnen vrouwelijke hormonen worden uitgeprobeerd.
Algemeen gezien heeft ten minste 1 studie aangetoond dat rustige lichaamsbeweging en rekkingsoefeningen de slaapkwaliteit bij vrouwen na de menopauze kunnen verbeteren, zeker bij wie niet genoeg beweegt en wie overgewicht heeft. Ook de algemene aanbevelingen voor een goede slaaphygiëne blijven belangrijk? We denken aan voldoende beweging overdag, gewichtverlies, vermijden van cafeïne en nicotine en het toepassen van gezonde slaapgewoontes.
bron: Sleep and Sleep Disorders in Women: Unique Challenges and Solutions Leslie Lundt, MD Medscape Neurology & Neurosurgery, 2006;8(2)
Na de bevalling ondergaat iedere vrouw dramatische veranderingen in de hormonenhuishouding en in het functioneren van het lichaam. Daarnaast zijn er nog veranderingen in levensstijl, slaappatroon, verantwoordelijkheden en in de relatie met de partner. Al deze veranderingen kunnen het slaappatroon en de slaapkwaliteit flink beïnvloeden. Als je net moeder bent geworden, ondervindt je meestal verstoring van de slaap tot meer dan één jaar na de bevalling.
Hoewel een groot aantal factoren invloed hebben op de slaap van een jonge moeder, bestaan er maar weinig studies die een duidelijke aanbeveling geven voor de behandeling van eventuele slaapproblemen. Belangrijke factoren zijn de voeding van het baby'tje, het aantal kinderen in het huishouden, hoe je met je kindje omgaat, de relatie met de andere leden van het gezin en de tevredenheid van de moeder met haar partner.
Het zou nuttig zijn om bij een hoger risicogezin te zorgen voor extra bezoek, ondersteuning en aanleren van nieuwe vaardigheden aan de moeder, maar op welke wijze dit moet worden georganiseerd is nog onduidelijk.
Ten slotte moeten we vooral aandacht besteden aan het ontstaan van postnatale depressie (voor meer info, klik hier) of psychose, die meestal pas 3 tot 5 maanden na de bevalling de kop opsteken. Hier is extra begeleiding en behandeling zeker noodzakelijk.
Besluit: het is belangrijk te weten dat het normaal is om wat meer last te ondervinden met de slaap na een bevalling, de algemene aanpak van slapeloosheidmoet nog meer in het oog worden gehouden dan anders, en probeer een overzicht te houden, met eventueel juiste afspraken hoe je binnen het gezin en met je partner omgaat met de noden van het nieuwe kindje.
bron: Sleep and Sleep Disorders in Women: Unique Challenges and Solutions Leslie Lundt, MD Medscape Neurology & Neurosurgery, 2006;8(2)
Hoewel de meeste slaapklachten worden veroorzaakt door de veranderingen die een zwangerschap in je lichaam teweeg brengt, is het belangrijk om andere oorzaken van een verstoorde slaap niet uit het oog te verliezen. We denken hierbij aan slaapgebonden ademhalingsproblemen zoals slaapapneu en rusteloze benen(RLS). Het is trouwens geweten dat rusteloze benen meer voorkomt tijdens de zwangerschap. Of ook slaapapneu meer voorkomt als je zwanger bent is niet zo duidelijk, maar er zijn aanwijzingen dat een belemmering van de ademhaling kan samengaan met een vertraagde groei van de foetus en met hoge bloeddruk bij de toekomstige mama. Hoge bloeddruk kan dan weer aanleiding geven tot zwangerschapsvergiftiging (preeclampsie), zodat we dit absoluut moeten behandelen.
Om slaapapneu te voorkomen of te verhelpen is het belangrijk om niet overdadig veel gewicht bij te komen tijdens de zwangerschap. Houdingsveranderingen door gebruik van kussens of door het hoofdeinde van het bed 30° te verhogen kan helpen, maar bij slaapapneu is ook bij zwangeren beademing met lucht onder licht verhoogde druk (CPAP) de keuzebehandeling.
Bij rusteloze benen moet worden nagekeken of je voldoende ijzer en foliumzuur inneemt, en als nodig worden voorgeschreven. Bij ernstige gevallen kunnen in principe lage dosissen dopamine agonisten worden gebruikt (bvb Requip), maar in de praktijk wordt het gebruik afgeraden tijdens de zwangerschap.
bron: Sleep and Sleep Disorders in Women: Unique Challenges and Solutions Leslie Lundt, MD Medscape Neurology & Neurosurgery, 2006;8(2)
Vanaf het begin van de zwangerschap verhoogt de kans op slaapklachten, en het wordt er niet beter op naarmate de zwangerschap vordert. Tijdens de eerste trimester neemt de totale slaaptijd eerder toe, maar vermindert tijdens de derde trimester. Je wordt 's nachts meer wakker, de slaapkwaliteit vermindert, en ook bij slaaponderzoek zie je inderdaad veranderingen in de slaaparchitectuur.
Deze veranderingen zijn het gevolg van de invloed van zwangerschapshormonen, van verandering van de regeling van je lichaamstemperatuur, van een andere ademhaling en van het zwaarder worden. De meeste klachten zijn echter het gevolg van de veranderingen die met de zwangerschap gepaard gaan, zoals dikwijls moeten plassen, rugpijn, kindsbewegingen, buikklachten, krampen in de benen en maagzuur.
Om deze slaapklachten te verhelpen is medicatie natuurlijk niet zo'n goed idee. Gelukkig helpen ook niet-medicamenteuze maatregelen om beter te slapen. Wat wordt aanbevolen? verbetering van de slaaphygiëne door (zie ook tips om beter te slapen): op regelmatige uren gaan slapen en opstaan alleen in bed blijven als je slaperig bent best geen dutjes doen overdag vermijd cafeïne, nicotine en alcohol relaxatieoefeningen met onder andere massages, rekoefeningen en lichaamsbeweging overdag. beperken van het drinken enkele uren voor bedtijd. verlichten van rugpijn door massages, plaatselijke warmte en gebruik van kussens.
bron: Sleep and Sleep Disorders in Women: Unique Challenges and Solutions Leslie Lundt, MD Medscape Neurology & Neurosurgery, 2006;8(2)
Uit meerdere studies blijkt dat vanaf de leeftijd van 40 jaar vrouwen meer last hebben van slapeloosheid dan mannen. Voor 40 jaar houden mannen en vrouwen gelijke tred. Een recente meta-analyse (grote overzichtsstudie) met in totaal 1 miljoen deelnemers toonde een verhouding van 1.41 vrouwen ten opzichte van mannen, dus voor 100 mannen met slaapproblemen zijn er 141 vrouwen.
Waarom is dat zo, en welke factoren spelen hierin een rol?
1. Als een vrouw gaat slapen heeft ze meer dan een man de neiging om de gebeurtenissen van de dag te overdenken, ze zal gemakkelijker liggen piekeren over relaties, gezondheidsproblemen, gebeurtenissen van de dag of de planning van de volgende dag overlopen. Om te kunnen inslapen is het juist nodig om alles los te laten, om bij wijze van spreken de knop om te draaien en bij jezelf te denken: morgen is er een nieuwe dag.
2. In het algemeen komen depressieve of angstklachten meer voor bij vrouwen, en dat geeft dan weer op zijn beurt problemen om in te slapen.
3. Hormonale factoren spelen zeker ook een rol. Tijdens de tweede helft van de menstruele cyclus, als je zwanger bent of na de bevalling, en tenslotte tijdens de menopauze kunnen slaapklachten ontstaan.
Slaapklachten tijdens of na een zwangerschap, of met de menopauze komen in volgende artikels aan bod, graag bekijk ik nu wat de invloed is van de menstruele cyclus.
Studies door middel van slaaponderzoek hebben op het eerste zicht geen duidelijk bewijs gevonden dat tijdens de cyclus significante veranderingen optreden in slaapefficiëntie of slaaparchitectuur. Nochtans bestaan er meer klachten over de slaap tijdens de luteale fase, dit is de tweede helft van de cyclus ( vanaf de eisprong tot aan de regels) waarbij er meer productie is van progesterone. Voor meer uitleg over de cyclus: klik hier. De meeste van deze slaapklachten zijn trouwens geassocieerd met premenstruele klachten zoals krampen hoofdpijn, een opgezwollen gevoel, verhoogde prikkelbaarheid, moeheid of concentratieproblemen. Voor meer info over het premenstrueel syndroom: klik hier. Behandeling van premenstruele klachten geeft dan ook een verbetering van de slaap.
Tijdens de periode voor de regels bestaat er ook een hogere gevoeligheid voor angst en gemoedsschommelingen, waardoor je weer slechter slaapt.
bron: Sleep and Sleep Disorders in Women: Unique Challenges and Solutions Leslie Lundt, MD Medscape Neurology & Neurosurgery, 2006;8(2)
Het woord slaapapneu (kortdurend stoppen met ademen tijdens de slaap) is al dikwijls gevallen in de vorige artikels. Per definitie duurt een apneu minstens tien seconden. We bedoelden telkens die vorm waarbij de luchtweg toeklapt tijdens de slaap en waarbij je meestal luid snurkt. Dit wordt obstructieve slaapapneu genoemd, obstructie wil zeggen dat de lucht afgesloten wordt door de weke weefsels van de keel zoals de amandelen, poliepen, een te grote huig of vetophopingen in de keel.
Naast deze vorm van slaapapneu bestaat nog een andere, waarbij er evengoed adempauzes optreden, maar waarbij de luchtweg niet toeklapt. Deze laatste vorm wordt centrale slaapapneu genoemd. Het centrum in het onderste deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor de regeling van de ademhaling functioneert tijdens de slaap niet zoals het hoort en vergeet het juiste signaal naar de ademhalingsspieren te sturen om ze aan het werk te zetten.
De gevolgen zijn dezelfde als bij obstructieve slaapapneu namelijk korte onderbrekingen van de adem, waarvan de ernst wordt uitgedrukt in de Apneu- Hypopneu Index (AHI). Deze index is een maat voor het aantal ademstilstanden (apneus) per uur. 1. In het algemeen wordt een AHI van 5 15 beschouwd als een milde vorm van slaapapneu. 2. Een AHI van 15 30 word beschouwd als een gemiddelde slaapapneu. 3. Een AHI van 30 of meer wordt beschouwd als een ernstige vorm van slaapapneu.
Andere klachten bestaan uit overmatige moeheid overdag(door de onderbroken slaap), met concentratiestoornissen of prikkelbaarheid en ontwikkeling van hoge bloeddruk, wat dan weer invloed heeft op het hart en de bloedvaten (zie ook 'snurken is niet altijd onschuldig). Indien een zenuwaandoening de oorzaak is van de centrale slaapapneu kunnen slikklachten, verandering van stem of algemene zwakte aanwezig zijn.
Mogelijke oorzaken van centrale slaapapneu hebben invloed op de werking van de hersencellen thv van de slaapkern in de hersenstam: polio, hersenontsteking, operaties of bestralingen thv de nek, hersenbloeding of zware artrose thv de hoge nek. Soms kan een verminderde werking van het hart gepaard gaan met centrale slaapapneu, een nazicht bij de hartspecialist is dan gewenst. Tenslotte kan een idiopatische centrale slaapapneu voorkomen: idiopatisch wil zeggen dat er geen oorzaak voor wordt gevonden.
De diagnose wordt gesteld door attent te zijn op de klachten, dikwijls door het verhaal van de bedgenoot en vooral door een slaaponderzoek in het slaap- waaklabo. Bij ernstige centrale slaapapneu is verder onderzoek naar de onderliggende oorzaken noodzakelijk. Een hartonderzoek, ademtest en scanners van het hoofd horen daar zeker bij.
Wat is de behandeling? In de eerste plaats worden de onderliggende oorzaken aangepakt, maar dikwijls is dit niet mogelijk. De volgende stap, zeker bij lichte vormen, bestaat uit een aantal aanpassingen van de levensstijl: vermijden van alcohol, geen medicaties die het zenuwstelsel onderdrukken zoals kalmeermiddelen of spierontspanners, vermindering van het overgewicht en stoppen met roken. Bij obstructieve slaapapneu kan geprobeerd worden om de persoon te verhinderen op de rug te slapen door bijvoorbeeld een tennisbal in te naaien in de rugzijde van de pyjama of het gebruik van mondstukken om de luchtweg op te houden.
Lukken deze maatregelen niet, dan kunnen medicijnen worden gebruikt die je aanzetten tot ademen, zoals lage dosissen Diamox (acetazolamide), dit wordt 1 uur voor het slapen gegeven, eerst 2 keer per week en indien nodig 3 tot 4 keer per week. Een andere mogelijkheid is CPAP: lucht wordt onder licht positieve druk via een masker toegediend. Indien nodig kunnen lage dosissen zuurstof worden gegeven. Recent zijn er ook (peperdure) ventilatoren ontwikkeld, zo verteld een van de longartsen me, die bij het wegvallen van de ademhaling actief beademen, net als bij iemand die op de intensieve zorgen afdeling beademd wordt, en verhinderen dan de adem stilvalt.
Dan is het mogelijk dat je last hebt van overmatige slaperigheid overdag.
Veel mensen beseffen niet eens dat ze er last van hebben, ze beschouwen het telkens indutten als een deel van hun leven. Daarbij ontstaan deze klachten soms heel geleidelijk, je zit ermee zonder dat het opvalt. Trouwens, ons hectisch leven geeft een groeiend probleem van onvoldoende slaap, is het dan verbazend dat je overdag om de haverklap in slaap valt?
Denk aan overmatige slaperigheid als je klachten hebt van vergeetachtigheid, moeheid, stemmingsschommelingen, aandachtsproblemen of het soms kort afwezig zijn. Hoe slaperig je bent kan worden gemeten met de Epworth Sleepiness Scaleen de Muliple Sleep Latency Test (MSLT, zie onderaan dit artikel).
Als we doordringen naar de oorzaken van overmatige slaperigheid, botsen we op dezelfde oorzaken die slapeloosheid geven. Meer info: klik hier. Een slechte slaap kan veroorzaakt worden door bijvoorbeeld pijn, opvliegers, prostaatklachten of spierkrampen. Ook stoornissen van het dag-nachtritme, medicaties of psychische aandoeningen kunnen een belangrijke rol spelen.
Het moeilijkste probleem stelt zich bij mensen die een onderbroken slaap hebben zoals bij slaapapneu (snurken met adempauzes). Je bent je er niet van bewust dat je voortdurend gedurende een korte periode wakker wordt, waardoor je overdag wel slaperig bent. Je moet immers ten minste 5 tot 6 minuten wakker blijven s nachts om er s morgens nog iets van te weten!
In dit laatste geval is de inbreng van je partner van levensbelang. Als je merkt dat je bedgenoot snurkt en korte adempauzes doet, waarbij je misschien de neiging voelt om hem (of haar) eens aan te stoten om de adem terug op gang te krijgen, dan moet je dit melden, zodat verder onderzoek kan worden gepland.
De juiste diagnose wordt gesteld door middel van een slaap-waakonderzoek, maar de volgende vragenlijst (ook STOP vragenlijst genoemd) kan je al op het goede pad brengen:
Snurk je luid?
Voel je jezelf moe of slaperig overdag?
Heeft iemand bemerkt dat je stopt met ademen tijdens de slaap?
wordt of werd je behandeld voor hoge bloeddruk?
Bij 3 of 4 ja antwoorden is verder onderzoek noodzakelijk.
Hoe werkt de MSLT (Multiple Sleep Latency Test)?
Als je erg slaperig bent zul je sneller indutten wanneer je overdag gaat liggen. Dit wordt op een gestandaardiseerde manier gemeten met de MSLT. Je mag dan gedurende de dag 5 keer een dutje doen, met tussen 2 dutjes telkens twee uur wakker zijn. Via een slaaponderzoek wordt elke keer gemeten hoeveel tijd je nodig hebt om in slaap te vallen, dit noemen we de slaaplatentietijd. Door dit 5 keer te doen kan een gemiddelde berekend worden en bekomen we een betrouwbare meting. Een voorwaarde hiervoor is dat je de week ervoor s nachts wel goed geslapen hebt!
Duurt het meer dan 10 minuten eer je in slaap valt, dan zit je goed, dit is een normale slaaplatentietijd. Slaap je binnen de 5 minuten in, dan duidt dit op een abnormale slaaplatentie, dit wil zeggen dat je lijdt aan overmatige slaperigheid overdag, wat verder onderzoek vraagt.
Bron: Recognizing and Treating Excessive Sleepiness in Primary Care: Characteristics and Consequences, Medscape August 2007-09-07
Excessive Daytime Sleepiness: A Problem Often Overlooked Sanford H. Auerbach, MD
Prof. Wirz-Justice concludeert dat stabiele dag-nachtritmes samengaan met een betere lichamelijke en geestelijke gezondheid. Zij breekt dan ook een lans voor een zo regelmatig mogelijke 24-uur routine, met overdag voldoende blootstelling aan licht, zeker s morgens wanneer onze inwendige klok het meest gevoelig is aan de invloed van licht.
Onderzoek naar verandering in lichaamstemperatuur bij het inslapen toonde dat onze handen en voeten warmer worden bij het slaperig worden. Zo vallen sommige mensen gemakkelijker in slaap als ze sokken dragen! Of had je dat al ondervonden? Ook door gewoon te gaan liggen als het bedtijd is zetten de kleine bloedvaatjes uit, wat een opwarming van de armen en benen geeft, die dan weer een gevoel van slaperigheid uitlokt. We spreken hier wel over de huidtemperatuur. Als de temperatuur binnenin je lichaam met een halve graad zakt is dit het ideale moment om onder de wol te kruipen.
Waarom voelen we ons in de loop van de dag slaperig worden? Sinds meer dan een eeuw proberen onderzoekers te vinden welke stof of combinatie van stoffen overdag worden opgestapeld en aanleiding geven tot slaperigheid.
Een stofadenosine is zon kandidaat. Als dan blijkt dat cafeïne de inwerking van adenosine tegengaat, begrijpen we al beter waarom we van enkele koppen koffie wakker blijven.
Misschien kan ook het opbouwen van een slaapschuld zo verklaard worden, gewoon een opstapeling van een aantal chemische bestanddelen.
bron: Highlights of the 21 st Annual Meeting of the Associated Professional Sleep Societes June 9-14, 2007; Minneapolis, Minnesota David N. Neubauer, MD
Robert Stickgold verklaarde dit nader tijdens het jaarlijks congres over slaap in Minneapolis in juni 2007. Slaap speelt een sleutelrol om dingen te blijven onthouden. Stickgold toonde aan dat mensen niet goed kunnen leren als ze te weinig slapen en dat niet alleen REM-slaap, maar ook diepe slaap erg belangrijk is om te kunnen leren. Tijdens onze slaap, legt hij uit, worden herinneringen versterkt en ingebed in het geheugen door het maken van samenhangen tussen deze herinneringen.
Slaap bevoordeelt de moeilijkste aspecten van het leren en filtert de informatie die het belangrijkste is.
PS Om te onthouden wat je geleerd hebt, moet je het wel eerst goed hebben doorgenomen, een ongelezen boek onder je hoofdkussen leggen helpt jammer genoeg niet.
De bijdrage van Dr. Armitage vond ik vond ik opmerkelijk, ze sprak over het verband tussen slaap en depressie.
Dr. Armitage ondervond dat kinderen die te weinig slapen een hoger risico hebben om in de toekomst depressie, angst, vroeg alcoholgebruik, of andere gedragsproblemen te ontwikkelen. Kinderen met een verstoorde slaap hebben een 7 keer groter risico om klachten van angst of depressie te krijgen in vergelijking met goede slapers. Kinderen met slaapproblemen op 6 jarige leeftijd hebben 2 keer meer kans om een depressie te krijgen op 11 jarige leeftijd.
Dit vind ik stevige argumenten om te waken over de slaap van onze kinderen en om er iets aan te doenals er slaapmoeilijkheden zijn.
bron: Highlights of the 21 st Annual Meeting of the Associated Professional Sleep Societes June 9-14, 2007; Minneapolis, Minnesota David N. Neubauer, MD
Slaapmedicatie: deel 5: vrij te verkrijgen medicatie
29-08-2007
Sommige medicamenten zijn vrij verkrijgbaar in de apotheek, toch kun je ze niet zomaar zonder risico innemen. Ze kunnen overgedoseerd worden als je er teveel van inneemt of door interacties met andere medicamenten. Omdat ze vlot beschikbaar zijn, het gevoel geven veilig te zijn en vermits ze soms weinig kosten, kunnen ze een efficiënte behandeling uitstellen, wat niet direct een voordeel is.
We nemen drie groepen onder de loep: antihistaminica, melatonine en valeriaan.
1. Antihistaminica (antiallergische medicatie) van de 1ste generatie. Ondanks het feit dat ze een kalmerende werking hebben zijn er maar weinig studies die aantonen dat ze een blijvende verbetering van de slaap geven.
Gezien hun bijwerkingen en invloed op andere medicaties worden ze niet aanbevolen bij oudere mensen. Naast ochtendsufheid en duizeligheid kunnen ze meer ernstige neveneffecten geven zoals het onvermogen om te plassen, verstopping van de darmen, zichtstoornissen en delirium.
Door er meer van in te nemen ga je niet beter slapen, maar wel meer neveneffecten ondervinden.
2. Melatonine Meer uitleg over de werking van melatonine is te vinden bij de bespreking van ramelteon en jetlag.
Er bestaan onvoldoende kwalitatief belangrijke studies die de werking van melatonine ondersteunen. Een kleine studie toonde bij mensen met een verlaat dag- nachtrime een verbetering van het inslapen aan. Een andere studie demonstreerde een verbetering in slaapduur en het inslapen, maar niet van de slaapkwaliteit.
Melatonine kan nuttig zijn bij het reizen naar andere tijdszones (jetlag), hoewel hier discussie over bestaat (meer info: klik hier). Om het effect te kunnen beoordelen bij jetlag en andere dag-nachttime problemen zoals shiftwerk zijn grotere studies noodzakelijk.
Bij normale dosissen is melatonine een veilig product. Bijwerkingen treden maar zelden op, toch zijn neveneffecten mogelijk, zodat voorzichtigheid geboden blijft.
3. Valeriaan Valeriaan wordt vaak gebruikt in de behandeling van slapeloosheid en angst. De FDA beschouwt het als 'algemeen gezien veilig' en de Duitse commissie heeft het goedgekeurd voor de behandeling van slaapstoornissen en spanningsklachten.
Studies bevestigen de werkzaamheid van valeriaan bij kortdurend gebruik. Het inslapen gaat sneller, je hebt het gevoel dat je beter slaapt en je wordt minder wakker 's nachts.
Valeriaan geeft geen gewenning, afhankelijkheid of slechter slapen bij stoppen. Het wordt goed verdragen en is veilig bij gebruik aan de normale dosissen. Wel moet je opletten bij mensen met een gestoorde leverfunctie en bij hartziekten (wegens kans op snel hartritme bij stopzetting behandeling) als je lange tijd valeriaan inneemt. Ook de combinatie met kalmeermiddelen kan best worden vermeden .
bron: Therapeutic Options for Sleep-Maintenance and Sleep-Onset Insomnia Anna K. Morin, Pharm.D. et all Pharmacotherapy 2007;27(1): 89-110
Ramelteon Ramelteon heeft een gelijkwaardige werking als melatonine en is dus een totaal ander produkt dan de voorgaande. Het is echter nog niet bekend wanneer ramelteon in Europa op de markt komt.
Melatonine is een hormoon dat door je eigen lichaam wordt geproduceerd en beïnvloedt het dag-nachtritme. Het wordt vrijgesteld door een klein kliertje in de hersenen, namelijk de hypofyse (pijnappelklier). Als het donker wordt, en je ogen vanger minder licht op, vertrekt een signaal vanuit het netvlies dat resulteert in de vrijstelling van melatonine. Deze verhoging van melatonine in het bloed veroorzaakt slaperigheid en vertelt ons lichaam dat de nacht aanbreekt.
De meeste studies tonen een verbetering van het inslapen en een verhoging van de totale slaaptijd, maar het aantal keren wakker worden en het idee over de slaap waren echter niet significant verschillend van placebo.
Het besluit van 'Pharmacoselecta' biedt ons een goede indruk over de plaats van ramelteon: Zij concluderen dat ramelteon effectief lijkt als inslaapmiddel, zij het dat de werking bescheiden is. Een sterk punt is dat de bijwerkingen vergelijkbaar zijn met placebo. De gepubliceerde informatie over ramelteon is echter mager. Daarom verdienen, in die gevallen dat de bijwerkingen geen probleem zijn, benzo's, gezien prijs en ervaring, de voorkeur. Wanneer bijwerkingen wel een probleem vormen, is vooralsnog zolpidem de eerste keus.
Trazondone
Voor meer details over de volledige bijsluiter van trazodone, klik hier.
Trazodone (bvb Trazolan) is een antidepressivum met kalmerende werking, en wordt almaar meer voorgeschreven voor de behandeling van chronische slapeloosheid, ondanks dat het niet goedgekeurd is door de FDA als slaapmiddel. Factoren die hierin een rol spelen zijn onder andere het idee dat er minder bijwerkingen zouden zijn, de lage kost en het feit dat je het kunt blijven doornemen.
Echt stevig bewijs via degelijke studies dat de werking van trazodone ondersteunt, ontbreekt echter. De belangrijkste bevindingen zijn een verbeterde slaapkwaliteit gedurende de eerste 2 weken, maar niet gedurende de derde week en een vermindering van het 's nachts wakker worden. Er werd geen verbetering gezien van het inslapen of van de totale slaaptijd.
De belangrijkste bijwerkingen zijn hoofdpijn en slaperigheid overdag. Ook duizeligheid, droge mond, misselijkheid en/of overgeven, moeilijke stoelgang, lage bloeddruk en zichtsproblemen worden beschreven.
Zelden treden meer ernstige bijwerkingen op zoals hartritme- of hartdoorbloedingsstoornissen. Vooral bij ouderen of bij mensen met reeds bestaande hartklachten moet hier voldoende aandacht aan worden besteed.
Voor wie wil afbouwen van benzodiazepines (voorstel afbouwschema, klik hier) is Trazodone een goed alternatief. Het is immers minder verslavend en heeft minder impact op de slaaparchitectuur dan benzodiazepines. Wie hoge dosissen benzo's of zolpidem inneemt neemt eerst trazodone er bovenop en vermindert dan de hoeveelheid benzo's of zolpidem.
bron: Therapeutic Options for Sleep-Maintenance and Sleep-Onset Insomnia Anna K. Morin, Pharm.D. et all Pharmacotherapy 2007;27(1): 89-110
Na zolpidem nemen we in dit artikel de 2 andere Z-slaapmiddelen onder de loep: zalepon en zoplicone.
Zalepon (bvb sonata) werkt net als zolpidem selectiever op slaap dan de klassieke benzodiazepines. Het werkt erg kort, na 1 uur is de helft van dit product reeds uit het lichaam verwijderd, zodat het vooral nuttig is bij inslaapproblemen.
Zaleplon geeft minder verstoring van het geheugen en de spierwerking dan zolpidem. Hoofdpijn wordt het meest gemeld als bijwerking, andere neveneffecten komen maar voor bij een klein percentage van patiënten, en als ze ontstaan zijn ze ook sneller verdwenen dan bij zolpidem.
Eszopiclone wordt als laatste Z-produkt besproken in het artikel van Pharmacotherapy, het is een variant (S-isomeer) van zoplicone, beter gekend als imovane. Ook dit produkt werkt selectiever op slaap dan de benzodiazepines, maar in minder mate dan zolpidem en zaleplon.
Uit studies blijkt eszopiclone niet alleen het inslapen te verbeteren, maar evengoed het doorslapen als de totale slaaptijd. Het geeft minder naeffecten de dag erna.
Typisch voor dit produkt is de kans op een onaangename smaak in de mond, dit komt namelijk voor bij 34% van de gebruikers. Verder kan ook hoofdpijn of duizeligheid optreden. Bij langer gebruik werd geen gewening vastgesteld en evenmin ontweningsverschijnselen na het stoppen.
Zijn deze Z-slaapmiddelen zoveel beter dan de klassieke benzo's? We zullen kijken wat de officiële aanbevelen hierover besluiten.
Het Brits Nationaal Instituut voor Gezondheid concludeert dat er onvoldoende bewijs is om onderscheid te maken tussen de benzo's en Z-slaapmiddelen, betreft efficiëntie, bijwerkingen of risico op afhankelijkheid. De Z-slaapmiddelen dienen met dezelfde voorzichtigheid te worden genomen als de benzo's. (zie: www.prodigy.nhs.uk/insomnia )
De Nederlandse standaard biedt de keuze aan tussen de 2 groepen.
Het besluit in de belgische Folia van oktober 2002 luidt: er zijn geen argumenen dat de z-slaapmiddelen doeltreffender zijn dan de benzo's. Bovendien is hun bijwerkingsprofiel vergelijkbaar, met inbegrip van tolerantie en afhankelijkheid ( zie: www.bcfi.be Folia, oktober 2002).
bron: Therapeutic Options for Sleep-Maintenance and Sleep-Onset Insomnia Anna K. Morin, Pharm.D. et all Pharmacotherapy 2007;27(1): 89-110
Zolpidem (stilnoct bvb) is een van de drie zogenoemde Z-slaapmiddelen en is uit die groep het meest gebruikte. De andere twee zijn zaleplon (sontata bvb) en zopicone (imovane bvb), we komen hierop terug in een volgend artikel.
Zolpidem werkt snel en kort, het versnelt het inslapen en verhoogd de totale slaaptijd. Nochtans bewijst slaaponderzoek dat het aantal keren dat je 's nachts wakker wordt niet verschilt van placebo.
Hoewel studies mekaar tegenspreken, heeft een grote multicenter studie aangetoond dat het plots stoppen met zolpidem net zoals de benzo's aanleiding kan geven tot ontwenningsverschijnselen en terug slechter slapen.
Tip: Als je wil stoppen met slaapmedicatie, bouw ze geleidelijk af en oefen intussen de niet-medicamentueze aanpak van slapeloosheid. Een soldaat stuur je toch ook niet ongeoefend en zonder wapens naar de strijd. Het zelfhulpboekje 'Uitgeslapen wakker worden' helpt je door deze moeilijke periode heen.
Om gewenning en onafhankelijkheid bij langer gebruik te voorkomen kan een intermittente inname worden uitgeprobeerd. Je neemt dan vijf dagen na mekaar zolpidem en vervolgens twee nachten niets (of een placebo).
Zolpidem poogt meer selectief op slaap te werken en zou minder bijwerkingen moeten geven dan de klassieke benzodiazepines. Nochtans is het lijstje mogelijke bijwerkingen lang: hoofdpijn, ochtendsufheid, moeheid en duizeligheid komen het meest voor. Verder wordt in mindere mate beschreven: sufheid overdag, gebrek aan werkzaamheid, verwardheid, desoriëntatie, dwanggedachten, delirium en zelfs psychose.
Sommige mensen durven 's nachts een tweede tablet innemen als ze niet goed kunnen slapen. Dit is niet zo'n goed idee, omdat twee tabletten zolpidem de ademhaling onderdrukken en bij mensen met slaapapneu het zuurstofgehalte in het bloed doet dalen.
Indien maximaal 1 tablet wordt genomen, lijkt er geen negatief effect op het functioneren overdag en is de kans op afhankelijkheid, gewenning of slechter slapen na het stoppen eveneens minimaal.
Wat is nieuw? Vormen van zolpidem met een vertraagde vrijstelling worden uitgeprobeerd, maar er bestaan op dit moment nog geen studies die het effect hebben vergeleken met het klassieke tablet.
In een volgend artikel komen de twee andere Z-slaapmiddelen zaleplon en zopicloneaan bod.