Zoeken in blog

Foto

Ik ben Bruno Ariens, huisarts en slaapcoach in Herenthout.

Interessante onderwerpen
  • Meer energie
  • Overzicht aanpak slapeloosheid
  • Vlaamse vereniging voor gedragstherapie
  • Vlaamse vereniging voor hypnotherapie
  • Wat wil jij leren?
    Interessante onderwerpen
  • Geestelijke Gezondheidszorg Nederland
  • Psychiatrie in Belgie
  • Slaaptips op VoorOma.nl
  • Slaap-apneu vereniging
  • Links over slapen
  • Geweldloze Communicatie
  • psychoherapie Isabelle Vermeiren
    Inhoud blog
  • Dankbaarheid maakt je gelukkiger
  • Beter slapen voor een jonger, fitter brein.
  • train je brein
  • Meer cognitieve veroudering met frequente dutjes?
  • De cognitief gedragsmatige aanpak
  • De slaap is de spiegel van de dag.
  • Relaxatietherapie is belangrijk bij slaapproblemen.
  • Ontwenningsplan bij slaapmedicatie.
  • Een derde patienten is afhankelijk van slaapmiddelen.
  • Slaaptekort verhoogt het risico op COVID-19.
  • Maak van je bed een leuke plek.
  • Omkering dag- en nachtritme.
  • Wat zijn de oorzaken van slecht slapen?
  • Waarom je best 's nachts niet met de auto rijdt.
  • Meer energie
  • Basis Mindfulness
  • Te korte nacht stimuleert eetlust
  • Slaap zacht
  • Voel je goed in bed:stimuluscontrole.
  • Slaapseks
  • Slaapverstoorders.
  • Sport voor het slapengaan
  • De slaap is de spiegel van de dag.
  • Goed slapen vermindert pijn.
  • Fit door daglicht 's morgens.
  • Wanneer en hoe neem ik de fopspeen weg?
  • Zalig ontwaken
  • Kinderen met obstructieve slaapapneu hebben hogere bloeddruk 's nachts
  • Alternatieve behandeling slaapapneu.
  • Mondprothese en zenuwstimulator bij slaapapneu.
  • Slaaponderzoek thuis?
  • Lezing boekenbeurs
  • Stoppen met slaappillen
  • Slaap zacht.
  • Siësta als behandeling.
  • Meer hongergevoel door slaaptekort
  • Wat te doen bij jetlag?
  • Meer wiegendood na samen-slapen.
  • Trazodone
  • Alcohol ontregelt biologische klok.
  • 20% klaagt over slaapproblemen.
  • Oudere vrouwen slapen beter dan ze denken.
  • Slaapmiddelen
  • Meer risico op hart- en vaatziekten bij te weinig slaap?
  • Rusteloze benen doorgrond.
  • Wat is slaapverlamming?
  • Slechter slapen door slaappillen?
  • Nachtlawaai maakt ziek.
  • Wanneer spreken we van een slaapstoornis?
  • Kanker en slaapproblemen.
  • Stuur je kinderen op tijd naar bed.
  • Te kort slapen verhoogt kans op diabetes.
  • Het effect van slaapinterventie bij baby's.
  • De strijd om bedtijd.
  • Routine helpt baby's slapen.
  • Nachtwerkers slapen slecht.
  • ADHD en slaaptekort bij kinderen.
  • Autorijden en slaapmedicatie.
  • Slaapmythes.
  • Slaapmedicatie herbekeken.
  • Slapeloosheid en zelfdoding.
  • We hebben meer slaap nodig.
  • Zenuwstimulator behandelt slaapapneu.
  • Zomertijd: een gesel of zegen?
  • Onbehandelde slapeloosheid duurt lang.
  • Het belang van een goede nachtrust.
  • Niet-medicamenteuze aanpak.
  • Nachtlawaai.
  • 735.000 slaappillen per dag in Belgie.
  • Afbouw slaapmedicatie via minimale interventie.
  • Zittend leven risicofactor voor slaapapnoe.
  • Minder ziek door goed te slapen.
  • Lawaai tijdens slaap nadelig voor geheugen.
  • Verband nachtwerk en borstkanker.
  • Slaapapneu en werkongeschiktheid.
  • Meer depressie bij slaapmedicatie?
  • Slapeloosheid en depressie.
  • Sport en slaap tegen kanker.
  • Nieuwste inzichten wiegedood.
  • Dutje voorkomt brokken.
  • Zomeruur verhoogt risico op hartinfarct.
  • Zwaarlijvige kinderen en slaapapneu.
  • Hersenen blijven actief tijdens diepe slaap.
  • Slaapmiddelen, moeilijker gestopt dan gestart.
  • 1 op 4 Belgen slaapt slecht.
  • Wakker liggen.
  • Wiegedood en buiklig.
  • Wiegedood.
  • Je partner slaapt slecht.
  • Slechte slapers lopen risico's.
  • Lichttherapie.
  • Meer kans om te vallen bij slaaptekort.
  • Nieuwtjes over snurken.
  • Uitslapen en jetlag.
  • Overzicht slaapproblemen bij kinderen.
  • Slaap kindje slaap
  • Gedragsmatige aanpak van angst
  • Hoe lang moet mijn kind slapen?
  • Slaapmedicatie bij ouderen.
  • Aanpak slaap bij baby's.
  • Hoofdbonken.
  • Stress bij kinderen.
  • Slaapapneu en rijvaardigheid.
  • Bronchitis en slapeloosheid.
  • Parkinson en slaap.
  • Vliegtuigpiloten vallen in slaap.
  • ADHD, slaap en ademhaling.
  • Ademhaling, slaap en diabetes.
  • Overgewicht en slaapapneu.
  • Bedplassen.
  • Minder jetlag door te vasten.
  • Slapeloosheid doorgrond.
  • Snurken van nabij bekeken.
  • Nachtwerk.
  • Update rusteloze benen deel 2.
  • Update rusteloze benen deel 1.
  • Opfrissing rusteloze benen.
  • Tien tips om beter te slapen.
  • Goed slapen als kind maakt emotioneel sterk.
  • Nachtelijk zweten.
  • De prijs van slaapapneu.
  • Slaapproblemen bij kinderen met ADHD.
  • Windturbines kunnen slaap verstoren.
  • Meer rokers door zomertijd.
  • Slechter slapen door cholesterolverlager.
  • Slaap bij ADHD
  • Dromen.
  • Slaaptekort leidt tot slaapwandelen.
  • Regelmatige sporters slapen beter.
  • Te veel werken schaadt de gezondheid.
  • Hoe werkt autosuggestie?
  • Amerikaanse droom aan diggelen.
  • Nachtelijke paniekaanval.
  • Hersenbloedingen bij te veel dutjes.
  • Dutjes overdag, zalig of af te raden?
  • Het belang van een goed bedtijdritueel.
  • Slaaphygiëne bij kinderen.
  • Moe opstaan door te roken.
  • Leer je kind inslapen.
  • Waarom slaap belangrijk is voor kinderen.
  • Slaapmedicatie veroorzaakt verkeersongevallen.
  • Rusteloze benen schaden hart.
  • Kinderen en slaap, hoe reageren?
  • Gsm-straling leidt tot slaapverlies.
  • Moeilijk controleerbare bloeddruk en slaapapneu.
  • Hoe werkt slaaprestrictie?
  • Hulp voor kreuners.
  • Niet te snel opereren voor slaapapneu.
  • Verergering suikerziekte door slechte slaap
  • Meer kans op suikerziekte door slaaptekort.
  • Slaaponderzoek in je eigen bed?
  • Opstaan met hoofdpijn door tandenknarsen.
  • Ochtend- of avondmens?
  • Update richtlijn behandeling narcolepsie.
  • Wat is narcolepsie?
  • Ben je moe of slaperig?
  • Licht voor mensen met dementie.
  • Nachtwerk is mogelijk kankerverwekkend.
  • Slaaphormoon remt geheugen.
  • Overgewicht na de bevalling door slaaptekort.
  • Hooikoorts verstoort de slaap.
  • Slaaptekort maakt dik.
  • Lichttherapie bij Alzheimer.
  • Nieuwe inzichten in slaapapneu.
  • Pijn en slaapstoornissen: een vicieuze cirkel.
  • Koester je slaap.
  • Slaap je slim.
  • Beter slapen helpt kinderen met ADHD
  • Emotioneel sterk door voldoende slaap.
  • Maak je eigen fantasie (om in slaap te vallen)
  • Het implantaat van het UZA
  • CPAP is goed voor je bloedvaten
  • Wat doet slaapapneu met je bloedvaten?
  • Help, mijn partner snurkt.
  • Ploegendienst: draag zorg voor je slaap.
  • Wanneer passen we CPAP toe bij slaapapneu?
  • Slaap is goed voor je hart
  • Behandeling van slaapapneu verlaagt je bloeddruk
  • Hoe vallen we in slaap?
  • De 3 P's van slapeloosheid
  • Slaap en menopauze
  • De slaap na de bevalling
  • Slaapapneu en RLS bij zwangeren
  • Slaap en zwangerschap
  • De slaap bij vrouwen
  • Als je 's nachts vergeet te ademen
  • Dut je overdag gemakkelijk in?
  • Met sokken naar bed?
  • Slaap is goed voor je geheugen
  • Slaapmedicatie: deel 5: vrij te verkrijgen medicatie
  • Slaapmedicatie: deel 4: ramelteon en trazodone
  • Slaapmedicatie: deel 3: zaleplon en zoplicone
  • Slaapmedicatie: deel 2: zolpidem
  • Slaapmedicatie: deel 1: benzodiazepines
  • Vervolg behandeling zonder medicatie
  • Overzicht van de behandeling zonder medicatie
  • Slaapproblemen? Spreek erover met je arts.
  • De kostprijs van slapeloosheid
  • Overzicht aanpak slapeloosheid
  • Wat is slaapschuld?
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    bigflappy
    blog.seniorennet.be/bigflap
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    rayke
    blog.seniorennet.be/rayke
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    tuinfreak
    blog.seniorennet.be/tuinfre
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    lovingme
    blog.seniorennet.be/lovingm
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    on4btw
    blog.seniorennet.be/on4btw

    Uitgeslapen wakker worden, informatie over slaap
    Gids voor een betere nachtrust

    Uitgegeven bij Standaard Uitgeverij. Inclusief CD met slaapoefeningen.
    www.uitgeslapenwakker.be

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dutje voorkomt brokken.

    30-11-2008

    Een kwartiertje pitten. Dat kan een slaperige bestuurder voor onheil behoeden. Slaperigheid en vermoeidheid zouden een factor zijn in tot een vijfde van de ongevallen.meldt De Standaard.

    Het gebeurt in de late nacht of de vroege ochtend. Een slaperige bestuurder houdt minder goed koers, stuurt bruusker, houdt een minder constante snelheid aan, reageert niet alert op onverwachte situaties. Als hij even in slaap valt, al is het maar een seconde, kunnen de gevolgen desastreus zijn.

     

    'Slaap dringt zich op, je kunt het niet uitstellen zoals honger', zegt slaapexpert professor Raymond Cluydts (VUB). 'Vandaar dat het ook zo gevaarlijk is op de weg.'

    In hoeveel van de ongevallen vermoeidheid of slaperigheid een oorzaak is, kan niet teruggevonden worden in de statistieken. Europees onderzoek gaat ervan uit dat het een factor is in 10 tot 20 procent van de ongevallen.

    Vermoeidheid vormt een probleem voor wie te lang achter het stuur zit. Maar ook wie te weinig of een slechte nachtrust gehad heeft, loopt gevaar. Ook tijdens korte ritten. Het effect van 24 uren zonder slaap staat gelijk met 1 promille alcohol in het bloed. 17 uur niet slapen is 0,5 promille, de wettelijke limiet. 'Vermoeidheid is zelfs een groter probleem dan alcohol achter het stuur', meent Cluydts', 'wie in slaap valt, is meteen alle controle kwijt. Vandaar dat Bob behalve nuchter ook goed wakker moet zijn.'

    Er zijn vier risicogroepen: beroepschauffeurs, mensen die in ploegen werken, mensen die aan een slaapstoornis lijden en jongeren (vooral mannelijke).

    Vooral bij die laatste groep is het probleem zorgwekkend, omdat hun levensstijl ertoe leidt dat ze vaker moe in de auto stappen. 'Jongeren bouwen een slaapachterstand op tijdens de week door systematisch te laat op te blijven', legt Cluydts uit. 'Zaterdag werken ze, nadien gaan ze uit en tegen de vroege ochtend slaat de vermoeidheid toe.'

    Voor ouderen ligt het anders. Zij krijgen een dipje na de middag en doen dan beter een dutje dan de auto te nemen. 'Dit staat lijnrecht op het advies dat ze soms van een politierechter meekrijgen: rij alleen buiten de spits, wanneer het niet druk is', aldus Cluydts.

    Het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) liet in maart van dit jaar een enquête uitvoeren bij bestuurders tussen 18 en 34 jaar. 41 procent van hen gaf toe het afgelopen jaar minstens één keer te moe te hebben gereden. Bij de andere leeftijden is dat 28 procent.

    Om de slaperigheid te verdrijven zijn koffie, luide muziek of frisse lucht lapmiddelen. Het enige wat echt helpt, is even halt houden op een veilige stopplaats en een kwartiertje tukken. Waarom 15 minuten? Omdat de slaap dieper wordt als het langer duurt en je dan minder fris ontwaakt. Wel nuttig kunnen twee koppen koffie zijn. Die maken dat je na een slaapje sneller weer alert bent.

    Professor Cluydts is voorstander van striktere Europese medische voorschriften bij de toekenning van het rijbewijs aan beroepschauffeurs. 'De chauffeurs zijn bang voor hun baan, maar dat is onterecht. Stoornissen zoals slaapapneu zijn te behandelen.'

    Het BIVV heeft in samenwerking met de Europese Commissie en de verzekeraar Axa een mediacampagne gestart, die vooral op jongeren mikt. Die gaat onder de slogan 'niet storen, ik neem een pitstop'. Een verwijzing naar de haltes van racewagens en ook een woordspeling met pitten, slapen.

    Guy Van Hyfte (47 jaar) is al 22 jaar autocarchauffeur. 'Vermoeidheid zit ingebakken in ons werk' legt hij uit.

    'De mens is een dagdier. Plots omschakelen naar nachtwerk is niet gezond. Dat is wat autocarchauffeurs moeten doen als ze vrijdagavond aan een trip beginnen.'

    'Vermoeidheid is een groot probleem op de pendelreizen die autocars afleggen op en af naar het zuiden of naar de skigebieden. Ik erken dat nachtritten een economische realiteit zijn. Veel chauffeurs vragen ernaar. En de klanten evenzeer.'

    'Ik heb nog geen ongeval door vermoeidheid meegemaakt. En voor zover ik weet, ook geen van mijn collega's. Maar ik heb wel al dergelijke ongevallen zien gebeuren.'

    Merk je aan jezelf dat je in gevaar komt?
    'Plots begin je beestjes te zien. Je dommelt in, soms heel kort, maar die ene seconde van onoplettendheid kan fataal aflopen. Als je wakker wordt, merk je dat je over de witte lijn gegaan bent. Die microslaapjes vormen een groot risico in ons vak.'

    'Het gevaarlijkste moment is het einde van de nacht, de vroege ochtend. Je merkt dat ook aan de ongevallen met vrachtwagens. Die doen zich vaak voor op dat tijdstip. De eentonigheid van de weg doet ook geen deugd.'

    Jullie rijden toch met twee chauffeurs?
    'Ja, terwijl de ene rijdt, rust de andere. Maar als je een slaapaanval krijgt, kun je je collega niet zomaar wakker schudden en vragen over te nemen. Stel dat hij zelf nog maar een uur geslapen heeft. Dan is hij niet uitgerust.'

    'Chauffeurs die de nachtshift gedaan hebben, worden verondersteld overdag te slapen. Maar dat lukt niet altijd in de hotels waar we ondergebracht worden. Autocarchauffeurs mogen 15 uur werken. Als ze met twee zijn, 21 uur. Daarvan rij je tien uur. Da's langer dan een gewone dagtaak, hé. Vermoeidheid zit gewoon ingebakken in ons werk.'

    Word je ooit op vermoeidheid gecontroleerd?
    ''s Nachts is er sowieso weinig politiecontrole. En hoe zouden ze dat controleren? Je ziet het niet aan een mens. Je kunt er doodmoe uitzien, maar je toch kiplekker voelen. Het enige wat ze kunnen controleren, zijn de rij- en rusttijden.'

    Heb je trucjes om wakker te blijven?
    'Het beste is even te stoppen en de benen te strekken of een sigaretje te roken. Maar de reizigers appreciëren dat niet altijd. Zeker die van de korte skitrips willen geen tijd verliezen. Ze willen zo lang mogelijk op de latten staan. Je hebt overtuigingskracht nodig om uit te leggen dat het belangrijk is voor ieders veiligheid.'

    'Koffie drink ik niet. Je moet sowieso opletten met eten, drank en snoep. Een raampje opendraaien voor frisse lucht geeft dan weer veel lawaai voor de eerste rijen.'

    'Muziek beluisteren helpt. Maar als de passagiers slapen, kun je ze niet op de luidsprekers zetten. De iPod is voor mij een zegen. Die stelt me in staat naar mijn favoriete songs te luisteren, zonder dat ik iemand in de bus stoor. Abba, Beatles, Presley. Geen klassieke muziek. Daarvan val je in slaap.'

    Zie ook: Dutjes overdag, zalig of af te raden?

    Bron: De Standaard 13/11/2008, Tom Ysebaert
    www.pitstop.be

    Geschreven op 30-11-2008 door Bruno Ariens
    » Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zomeruur verhoogt risico op hartinfarct.

    23-11-2008

    In de lente leidt de uurverandering tot meer hartinfarcten, terwijl het winteruur het omgekeerde effect heeft, dit meldt de Artsenkrant.

    Twee Zweedse onderzoekers, Imre Janszky en Rickard Ljung (Stockholm), onderzochten de invloed van de uurverandering op het aantal diagnoses van hartinfarct. Hiervoor hebben ze het aantal hartinfarcten gedurende de eerste zeven dagen na de uurverandering vergeleken met die van de weekdagen twee weken ervoor en erna. Ze maakten daarbij gebruik van het Zweedse infarctregister dat deze hartinfarcten sinds 1987 bijhoudt.

    De onderzoekers ontdekten dat tijdens de eerste drie dagen na de uurverandering in de lente het aantal infarcten significant gestegen was met 5%. Deze uurwisseling treedt in Europa op de laatste zondag van de maand maart, waarbij de tijd een uur later wordt ingesteld. Daarentegen noteerden ze na de uurwisseling in de herfst, het laatste weekend van oktober, als de tijd met een uur vertraagd wordt, op maandag een risicodaling. Over de hele week is deze daling minder belangrijk dan de stijging die in de lente wordt waargenomen.

    Het effect van de uurwisseling in de lente is iets meer uitgesproken bij vrouwen dan bij mannen, terwijl in de herfst het omgekeerde wordt waargenomen. De invloed van de uurwisseling is veel duidelijker merkbaar bij mensen onder de 65 jaar dan bij oudere personen.

    Gevaarlijke maandag
    Volgens de auteurs is de meest plausibele uitleg het tekort aan slaap met zijn nadelige werking op het hart- en bloedvatenstelsel. Experimentele studies hebben aangetoond dat dit negatieve effect gepaard gaat met een overheersing van het stressgerelateerde zenuwstelsel en met een stijging van ontstekingsveroorzakende stoffen in het bloed. "Volgens onze gegevens zouden kwetsbare personen bruuske veranderingen van hun biologische ritme moeten vermijden."

    Waarom zijn er meer risico’s op maandag? Door de mentale stress van een nieuwe werkweek en de verhoogde activiteit die ermee gepaard gaat, zeggen de Zweden. Het kan echter ook het gevolg zijn van het verstoorde slaap-waakritme tijdens het weekend.

    De onderzoekers leggen ook de nadruk op het feit dat Westerlingen een chronisch slaaptekort hebben: tijdens de 20ste eeuw daalde de gemiddelde duur van de slaap van 9 naar 7,5 uren. "Daarenboven moet worden nagegaan of langere slaap wel voordelen biedt. Het feit dat bijkomende slaap tijdens de eerste werkdag na de overgang naar het winteruur een beschermende functie heeft is wel een eigenaardige ontdekking."

    Studies over slaapagenda suggereren dat tijdens het weekend de mensen meestal later gaan slapen en opstaan. Het vroegere opstaan de eerste weekdag, evenals het kleine slaaptekort dat ermee gepaard gaat, zijn een mogelijke verklaring van de nadelige invloed op hart en bloedvaten bij bepaalde personen. Het zou dan ook logisch zijn dat deze werking minder uitgesproken is tijdens de winteruurwisseling.

    Studies moeten uitmaken of een stabieler ontwaak- en inslaapmodel tijdens de week of een later ontwaken op maandag een aantal hartinfarcten kan voorkomen.

    Meer over de gevolgen van de zomertijd: klik hier.

    Bron: Artsenkrant 18/11/2008, nr 1956. Martine Versonne
              NEJM 2008;359:1966-8

    Geschreven op 23-11-2008 door Bruno Ariens
    » Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zwaarlijvige kinderen en slaapapneu.

    17-11-2008

    Herhaaldelijk snurken, een typische uiting van verhoogde weerstand in de bovenste luchtweg, komt vaak voor bij kinderen; ongeveer 10 % snurkt regelmatig. Na de leeftijd van negen jaar vermindert dat gevoelig. Van de snurkende kinderen ondervindt 2 tot 3% een lichaamlijke weerslag.

    Zowat twintig jaar geleden waren te grote keelamandelen de belangrijkste oorzaak van slaapapneu bij kinderen. In het begin van de jaren 90 leed amper 15% van de snurkende kinderen aan zwaarlijvigheid. Tijdens de laatste twee à drie jaar vinden Amerikaanse onderzoekers in bevolkingsonderzoek meer dan 50% gevallen van zwaarlijvigheid bij kinderen die naar gespecialiseerde centra worden doorverwezen met een vermoeden van slaapapneu. Daarom wordt nu voorgesteld twee groepen van slaapapneu bij kinderen te onderscheiden, naargelang er sprake is van zeer grote keelamandelen zonder zwaarlijvigheid, of van zwaarlijvigheid met matig vergrote keelamandelen. Slaapapneu komt ongeveer evenveel voor bij jongens als bij meisjes, hoewel jongens tijdens de puberteit in sommige onderzoeken een iets grotere groep vormen.

    Slaapapneu veroorzaakt ook bij kinderen ernstige complicaties. Meer dan bij volwassenen staan bij het kind gedragsstoornissen op de voorgrond: hyperactiviteit en agressiviteit kunnen optreden, zelfs als er op andere momenten van de dag slaperigheid wordt genoteerd. Daarnaast hebben kinderen met slaapapneu cognitieve stoornissen, wat zich uit in slechte schoolresultaten. De hyperactiviteit en de slechte schoolresultaten kunnen samen aanleiding geven tot het verkeerdelijk stellen van de diagnose ADHD. Zie ook ADHD, slaap en ademhaling.

    Hart- en vaataandoeningen doen zich voor bij kinderen met slaapapneu, voornamelijk onder vorm van hoge bloeddruk en een verdikking van de linker hartkamer. Net zoals bij volwassenen stelt men vast dat slaapapneu bij kinderen een onafhankelijke risicofactor is voor het ontstaan van suikerziekte en daaraan gerelateerde stoornissen in de stofwisseling: kinderen met zwaarlijvigheid én slaapapneu hebben dus een hoger risico dan kinderen met slechts één van beide. Ook groeistoornissen zijn beschreven bij slaapapneu, maar men weet nu dat de frequentie hiervan in het verleden overschat is: ten hoogste 5% van de patiëntjes is erdoor getroffen.

    Aangezien kinderen met slaapapneu bijna altijd te grote keelamandelen hebben, is het wegnemen ervan in de meerderheid van de gevallen van matige tot ernstige slaapapneu aangewezen (als de adempauzes meer dan 5x/u optreden), ook bij zwaarlijvige kinderen. Toch zal dit de slaapapneu niet in alle gevallen doen verdwijnen. Volgens de literatuur bedraagt het succespercentage 85%, en mogelijk is het lager in de subgroep van de zwaarlijvige kinderen. Als de slaapapneu niet volledig verdwijnt en de symptomen matig tot ernstig blijven, dan neemt men zijn toevlucht tot CPAP. Bij kinderen met een lichte vorm van slaapapneu is niet duidelijk aangetoond dat het verwijderen van de amandelen meer voordelen dan risico’s met zich meebrengt. Toch hebben ook deze kinderen een verhoogd risico op lichamelijke afwijkingen door slaapapneu. CPAP biedt hier niet echt een oplossing omdat deze techniek in aanwezigheid van te grote keelamandelen niet erg doeltreffend is. Bij deze kinderen wordt soms een plaatselijke behandeling, bijvoorbeeld met corticoïden, voorgesteld.

    Ernstiger in Azië
    Te grote amandelen en zwaarlijvigheid zijn de belangrijkste determinanten van slaapapneu, maar een hele reeks andere factoren kan het ontstaan van de aandoening bepalen, zoals de structuur van schedel en aangezicht en de manier van ademen. Dit kan mogelijk verschillen tussen bevolkingsgroepen  verklaren. Men heeft bijvoorbeeld vastgesteld dat Aziatische kinderen voor een bepaalde graad van zwaarlijvigheid meteen een ernstiger vorm van slaapapneu ontwikkelen dan kinderen uit Europese bevolkingsgroepen. Bij het zoeken naar een verklaring hiervoor moet men niet alleen rekening houden met erfelijke factoren, maar ook met een mogelijke rol van laattijdige diagnose in streken met een minder ontwikkelde medische infrastructuur. Net zoals in de volwassen populatie wordt slaapapneu bij kinderen gediagnosticeerd aan de hand van een slaaponderzoek.

    Bron: De Huisarts, 6 november 2008, nr 896, Dr. M. Langendries.
    Bronnen:
    Proc Am Thorac Soc. 2008;5:274-82.
    Ann Acad Med Singapore 2008;37:701-5.

    Geschreven op 17-11-2008 door Bruno Ariens
    » Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hersenen blijven actief tijdens diepe slaap.

    10-11-2008

    Wanneer je slaapt zijn je hersenen het meest actief tijdens de droomslaap, zo dachten we toch, dat blijkt namelijk niet zo te zijn. Luikse onderzoekers toonden aan dat tijdens de diepe slaap de hersenactivitiet niet vermindert, maar dat bepaalde specifieke hersenzones een hogere voorbijgaande en zich herhalende activiteit vertonen. Meer info over slaapfasen: klik hier.

    De diepe slaap (non-REM) treedt op bij het begin van de nacht, terwijl de droomslaap (REM) vooral tegen de ochtend voorkomt. De diep slaap wordt meestal als een rustperiode beschouwd waarbij de hersenen kunnen recupereren na hun intense activiteit overdag. Beeldvorming van de hersenen heeft immers aangetoond dat de hersenactiviteit tijdens de diepe slaapfase minder intens is dan tijdens de wakkere periode.

    Een onderzoeksteam onder leiding van Dr. Thanh Dang-Vu en Prof. Pierre Maquet (Cyclotron en dienst neurologie van de ULg) heeft aangetoond dat de hersenactiviteit in feite sterk beïnvloed wordt door spontane trage ritmes die de werking van de hersencellen tijdens de diepe slaap beheren.

    "REM-slaap wordt beschouwd als een zeer actieve toestand met een verhoogd glucose- en zuurstofverbruik, een toegenomen doorbloeding van de hersenen, en waarbij de mentale activiteit tot dromen leidt en tot al wat met de droomwereld te maken heeft"¸ zegt Pierre Maquet, onderzoeksdirecteur in het centre de recherche du Cyclotron (Luik). "Bij de mens daarentegen werd de trage slaapfase steeds geassocieerd met een verlaagd endergieniveau van de hersenstoswisseling. Dit aspect van de trage slaap bij de mens kwam niet overeen met hetgeen gekend was over de trage slaap bij dieren. Wanneer in de hersenschors van een slapende kat elektroden geplaatst worden, zien we dat de gemiddelde ontladingsactiviteit van de zenuwcellen niet erg verschillend is van die tijdens de waakfase, maar dat ze een ander tijdspatroon vertoont. In plaats van een constante activiteit gaat het om een gepulseerde activiteit met trage trillingen, die alle andere trage slaapritmen beheert."

    Door de combinatie van verfijnde scanners en EEG hebben de Luikse onderzoekers deze hogere voorbijgaande activiteit tijdens de trage slaap in het licht gesteld. Ze scanden jonge gezonde personen met een normaal slaappatroon tijdens het eerste deel van de nacht, met de meeste periodes van diepe slaap. Zo konden ze zones aantonen met een significant hogere activiteit die telkens met een trage golf op het EEG overeenstemde. "De trage slaap die we bij dieren reeds kenden komt dus volledig overeen met die bij de mens. Het is niet langer een toestand waarbij de hersenen hun activiteit sterk verminderen, zich van de wereld afsnijden en hun bewustzijn van de buitenwereld op een laag pitje zetten... Het is een toestand waarbij de hersenactiviteit in de tijd anders georganiseerd is, met trage trillingen en om de seconde een impuls."

    Micro-ontwaakperiodes
    Met activatie van zones zoals de hersenstam, die meestal in verband gebracht wordt met het wakker zijn en met het ontwaken, kunnen deze diepeslaaptrillingen in feite beschouwd worden als 'micro-ontwaakperiodes' tijdens dewelke de hersenen cruciale functies kunnen vervullen, zelfs tijdens de diepste slaap.

    Zijn de activiteitsimpulsen verschillend bij slaaptekort? Deze vraag staat bij de Luikse onderzoekers op het programma. In een samenleving waar de slaaptijd in gevaar komt, is het antwoord op deze vraag van cruciaal belang. "Volgens een recente peiling in de Verenigde Staten zouden de Amerikanen gemiddeld zes uur per nacht slapen tijdens de week, en zeven uur en een half tijdens het weekend. Alleen het verschil tussen beide slaaptijden bewijst dat de mensen tijdens de week een zeker slaaptekort opstapelen, maar vooral dat ze gemiddeld een uur minder lang slapen dan hun grootouders. Te weinig slaap verstoort echter niet alleen de cognitieve vaardigheden, maar heeft wellicht ook een invloed op het geheugen. Dit is vooral nadelig voor kinderen en adolescenten tijdens het leerproces. Het gaat echter niet alleen over de hersenfunctie, aangezien slaaptekort ook negatieve effecten heeft op de suikerstofwisseling bijvoorbeeld. Indien een gezonde, magere persoon gedurende zeven dagen te weinig slaapt, bevindt hij zich in een pre-diabetische toestand. Rekening houdend met de pandemie van diabetes en obesitas, moeten we ons daar toch grote zorgen over maken. Slaap mag zeker niet als tijdsverlies beschouwd worden, maar kan ons wel degelijk tijd doen winnen, met een hogere productiviteit, meer cognitieve vaardigheden en ook een beter geheugen. De huidige tendens streeft naar een activiteit van 7 dagen/7, 24u/24, met een permanente blik op de computer voor binnenkomende e-mails… We weten echter niet of onze genen in staat zijn om zo'n belangrijk slaaptekort te verwerken", concludeert Pierre Maquet.

    bron: Artsenkrant Nr. 1951 - 24.10.2008; Martine Versonne
             PNAS 2008;105(39):15160-5

    Geschreven op 10-11-2008 door Bruno Ariens
    » Reageer (0)

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Slaapmiddelen, moeilijker gestopt dan gestart.

    04-11-2008

    Hoe ontstaat langdurig benzodiazepinegebruik (slaap- en kalmeermiddelen) en welke rol speelt hierin het eerste voorschrift? Dit werd onderzocht bij patiënten die voor het eerst een voorschrift kregen voor benzodiazepinen. Om langdurig gebruik te voorkomen is het belangrijk dat huisartsen de voor- en nadelen van het opstarten van een benzodiazepinebehandeling duidelijk uitleggen en van bij het begin grenzen stellen.

    Al snel na de introductie van de benzodiazepinen als een veiliger alternatief voor oudere slaap- en, kalmeermiddelen in de jaren ’60 werden talrijke ongewenste effecten gerapporteerd: een ‘hang over’, geheugenstoornissen, afvlakking van emoties, gewenning, afhankelijkheid, toegenomen valrisico en meer kans op verkeersongevallen (zie ook bijwerkingen slaapmedicatie). Toch is het gebruik van benzodiazepinen de laatste decennia niet verminderd. Een internationale studie uit de jaren ’80 toonde aan dat België één van de landen was met het hoogste verbruik van slaapmiddelen en angstverlagende medicatie. Het gebruik van benzodiazepinen is sindsdien nog toegenomen.

    Internationale aanbevelingen voor huisartsen wijzen niet alleen op de problemen van het chronische gebruik van benzodiazepinen, maar ook op het eerste voorschrift dat langdurig gebruik in de hand werkt. Dit onderzoek over het eerste benzodiazepinevoorschrift bij een patiënt ging na of de opvattingen van eerste gebruikers konden leiden tot het chronische gebruik van benzodiazepinen en of dit op zijn beurt de voorschrijvende artsen beïnvloedde.

    Uit de resultaten bleek dat de deelnemers het gevoel hadden ten einde raad te zijn en dat hulp noodzakelijk was. Zij hadden het gevoel dat de situatie buiten hun controle lag en namen een hulpeloze ‘help me’-attitude aan. Zij gaven aan dat zij de situatie niet meer de baas konden en dat hun problemen zo ernstig waren dat hieraan een einde moest komen. Medicatie werd gezien als de enige oplossing. De medicatie bracht ook werkelijk grote opluchting: “Ik nam de medicatie omdat het mijn laatste redmiddel was. Ik denk ook dat het voor mij de enige oplossing was op dat moment.”

    Patiënten suggereerden dat ze het benzodiazepinegebruik wilden stoppen om niet afhankelijk te worden, maar vreesden anderzijds te hervallen in hun slapeloosheid of spanningen. Zij waren dus ‘tegen’ de medicatie, maar tegelijkertijd ook bevreesd voor de gevolgen van het staken, omdat zij dachten dat de behandeling de situatie had verbeterd.

    Patiënten pasten twee strategieën toe om hun gebruik van benzodiazepinen te rechtvaardigen. De eerste bestond erin hun problemen te maximaliseren en zichzelf ervan te overtuigen dat er geen andere oplossing bestond. Zij rechtvaardigden hun benzodiazepinegebruik door hun klachten als ‘heel erg’ te bestempelen en te zeggen dat zij de grens van hun lijden hadden bereikt. Patiënten beschreven het gebruik van medicatie als ‘essentieel’ of beschouwden het voorschrijven van benzodiazepinen in hun geval als een bevestiging dat slaapmiddelen noodzakelijk zijn. Iemand zei: “Ik kon het niet meer houden.” Een andere patiënt zei: “Ik zag op dat ogenblik geen andere mogelijkheid om de situatie de baas te kunnen. Ik had het moeten zien aankomen, maar toen was er geen andere uitweg… als het nodig is, is het nodig.”

    De tweede strategie bestond in het onderschatten van hun benzodiazepinegebruik. De deelnemers zeiden dat zij maar een kleine dosis gebruikten, dat zij minder innamen dan voorgeschreven en dat zij enkel hun benzodiazepine namen als het nodig was. Iemand zei: “Het zijn toch maar kleine pilletjes.” Een ander voegde daaraan toe: “Het is in feite maar een licht pilletje. Ik denk dat ik daarom niet heel de nacht door kan slapen, omdat het zo’n kleine pillen zijn.”

    De patiënten vermeldden erg weinig over hun medicatie te weten: “Ik weet niets over dit medicament, behalve dat ik er kalmer van zal worden.”  Tegelijkertijd drukten ze geen behoefte aan informatie uit: “Ik wil er niet meer over weten. Het belangrijkste voor mij is dat het mij helpt.” De patiënten bevestigden dat hun relatie met hun arts op vertrouwen gestoeld is en op die manier verklaarden ze waarom ze niet meer informatie nodig hadden. Ze zeiden dat ze ervan uitgingen dat hun dokter altijd het beste met hen voorhad: " Ik heb vertrouwen in mijn dokter en in wat hij mij voorschrijft.”

    Zelfs in deze groep van eerste gebruikers bleek psychologische afhankelijkheid zeer snel op te treden. Er werden een aantal kenmerken vastgesteld die typisch zijn voor mensen die afhankelijk geworden zijn van benzodiazepinen. Zo werden ze angstig als hun vervolgvoorschriften voor benzodiazepinen niet tijdig voorhanden waren, hielden zij hun medicatie steeds op zak en namen ze reeds vóór een voorziene stresserende gebeurtenis preventief een extra dosis in. Eén patiënt zei: “Ik moet het bij mij hebben, niet om in te nemen, maar gewoon voor het geval ik het nodig zou hebben.” Een ander zei: “Maar ik zal zeker niet voldoende pillen over hebben. Ik heb het hem gezegd. Ik heb al uitgerekend dat ik met mijn pillen toekom tot 3 april. Dat  betekent dat ik er 23 over heb, dus ik zal halve tabletten moet nemen. Dan ga ik zeker terug naar de huisarts.”

    Wij merkten een conditionering op in verband met de vrees voor een terugkeer naar de toestand van stress of slapeloosheid, als zij de medicatie zouden stoppen: “Ik denk dat hij weet dat ik de medicatie niet zou nemen als ik ze niet nodig had. Maar als ik ze niet neem, lig ik meer dan een uur wakker; ik denk echt dat ik ze niet kan laten.”

    De proefpersonen gaven aan dat hun relatie met hun arts berustte op vertrouwen. Een goed gesprek met hun huisarts hielp de patiënten een heel stuk verder en werd als zeer positief ervaren. Vooral het feit dat de huisarts hun voorgeschiedenis en hun familiale situatie kende, vonden ze een voordeel: “Ik vind het wel goed dat ik af en toe met mijn huisarts kan praten. Hij heeft zijn beroepsgeheim en je kunt toch niet alles aan je familie vertellen. Hij kent ook mijn familiale geschiedenis. Er bestaat dus al een band en ik voel me er veilig bij. Als je naar iemand anders gaat, moet je heel de zaak van voor af aan herbeginnen.” De patiënten stelden zelf geen expliciete vragen naar niet-medicamenteuze alternatieven. Door de goede arts-patiëntrelatie waren zij meer geneigd de voorstellen van hun arts te aanvaarden. Zij waren echter terughoudend voor het initiatief om een psychotherapeut te raadplegen, omwille van de daarmee samenhangende stigmatisering: “De huisarts stelde mij voor een psycholoog te raadplegen. Maar je denkt eerst ‘ik ben altijd gezond geweest’, dus je denkt niet om te gaan.” Als ze door hun arts in zo’n therapie terechtgekomen waren, waren ze ook actief betrokken bij hun gedragsverandering, wat ze als positief ervaarden: “De dokter stelde voor dat ik een psycholoog zou raadplegen. Ik denk dat het zeer belangrijk is de patiënten daarvoor te motiveren, hen voldoende informatie te geven en hen te zeggen dat het wérkt en écht kan helpen. Mensen zijn er bang voor en hebben er veel grote vragen bij, maar eigenlijk is het zo erg nog niet.”

    Patiënten legden de verantwoordelijkheid voor het voorschrift bij hun huisarts, omdat zij meenden geen controle meer te hebben over hun situatie. Zij veronderstelden dat de voorschriften noodzakelijk waren omdat zij voorgeschreven werden door hun huisarts die zij vertrouwden. Op deze manier rechtvaardigden zij hun benzodiazepinegebruik. Het is voor artsen belangrijk zich van dit proces bewust te zijn en hun patiënten te begeleiden naar realistischere verwachtingen over de behandeling.

    In de literatuur wordt gewaarschuwd voor het probleem van afhankelijkheid dat zich reeds na enkele weken of maanden kan ontwikkelen bij regelmatig of herhaald benzodiazepinegebruik. De behandelingsduur is een belangrijke factor in de blootstelling van patiënten aan dit afhankelijkheidsrisico. Uit deze studie blijkt dat psychologische afhankelijkheid zeer snel kan optreden. Artsen en patiënten zouden zich daarvan meer bewust moeten zijn. Er treedt blijkbaar een verschuiving op van een focus op de symptomen naar een focus op de behandeling (inname van medicatie). Het is belangrijk dat artsen ook rekening houden met de mechanismen die patiënten gebruiken om hun benzodiazepinegebruik te rechtvaardigen, als zij willen praten over de afbouw ervan. Patiënten zouden kunnen denken dat artsen de ernst van hun problemen niet voldoende inschatten, wanneer zij hun benzodiazepinen ‘afnemen’.

    Besluit:
    Patiënten die voor het eerst benzodiazepinen gebruikten, vroegen hulp voor hun lijden, maar legden de verantwoordelijkheid voor de oplossing bij hun huisarts. Zij rechtvaardigen hun benzodiazepinegebruik door hun problemen te maximaliseren. Ook al bestaat bij eerste gebruikers de vrees voor afhankelijkheid, toch vragen zij geen informatie noch voelen zij de nood aan meer informatie. Het is belangrijk dat huisartsen de voor- en nadelen van het opstarten van benzodiazepinebehandeling duidelijk uitleggen en van bij het begin grenzen stellen. Dit zal hen helpen om eerste gebruikers van benzodiazopinen effectiever te begeleiden en om langdurig gebruik te voorkomen.

    Bron: Huisarts Nu, september 2008; 37(7) 383 Benzodiazepinen opstarten in de huisartsenpraktijk, S. Anthierens, H. Habraken, M. Petrovic, M. Deveugele, J. De Maeseneer, T. Christiaens.

    S. Anthierens is als socioloog verbonden aan de vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg van de Universiteit Gent;
    H. Habraken is als psycholoog verbonden aan het Projekt Farmaka te Gent;
    M. Petrovic is als geriater verbonden aan de afdeling Geriatrie van het Universitair Ziekenhuis Gent en aan de vakgroep Farmacologie van de
    Universiteit Gent;
    M. Deveugele is als psycholoog verbonden aan de vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg van de Universiteit Gent;
    J. De Maeseneer is huisarts en voorzitter van de vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg van de Universiteit Gent;
    T. Christiaens is als huisarts verbonden aan de vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg en aan de vakgroep Farmacologie van de
    Universiteit Gent.

    Geschreven op 04-11-2008 door Bruno Ariens
    » Reageer (0)

    Share/Save/Bookmark
    Subscribe
    Foto

    Vragen over slaap in dit blog
  • Hoe vallen we in slaap
  • Stoppen met slaapmedicatie

  • Foto

    Foto

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Voor info lezingen 'Uitgeslapen wakker worden' klik op e-mail. 

    Blog als favoriet !

    Psychotherapie, focussing


    Laatste commentaren
  • Fijne zondag (Jan en Elena )
        op train je brein
  • Jan en Elena wensen u een prettig weekend. Zware kost (Jan en Elena )
        op train je brein
  • Een weekend groet🖐🖐 (Patricia)
        op Een derde patienten is afhankelijk van slaapmiddelen.
  • Lange termijn bijwerkingen (Roos Scholten)
        op Trazodone
  • 29 jaar en nog steeds (Yarz)
        op Hoofdbonken.
  • Goeie morgen. Ik heb genoten van jou blog. (Fernand)
        op Basis Mindfulness
  • Goedemiddag blogvrienden u bent van harte welkom (angelique)
        op Basis Mindfulness
  • periodieke beenbewegingen (Bruno Ariens)
        op Slaapmedicatie: deel 4: ramelteon en trazodone
  • Trazodone (Hilde Boelaert)
        op Slaapmedicatie: deel 4: ramelteon en trazodone

  • Archief per maand
  • 10-2024
  • 09-2024
  • 08-2024
  • 07-2024
  • 01-2024
  • 11-2022
  • 08-2022
  • 06-2022
  • 03-2021
  • 01-2021
  • 10-2020
  • 05-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 08-2019
  • 07-2016
  • 12-2013
  • 03-2013
  • 08-2012
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!