Er is iets vreemd met narcolepsie, het is op zich een ziekte met rare klachten, maar dat bedoel ik niet. Het vreemde is namelijk dat weinig mensen deze aandoening kennen, laat staan dat ze iemand in hun omgeving kennen die er aan lijdt. Nochtans komt het bijna even vaak voor als MS (multiple sclerose), dus moeten er flink wat narcolepsie-lijders rondlopen bij wie de diagnose niet is gesteld. Daarom is het interessant om in dit artikel de klachten nauwkeurig onder de loep te nemen, zodat er misschien wel bij iemand een belletje begint te rinkelen en hulp kan worden gezocht. Zie ook 'Belangrijkste oorzaken van slapeloosheid'.
Ondanks dat narcolepsie een zeldzame aandoening is mag van de arts verwacht worden dat hij op basis van de unieke combinatie van klachten (onweerstaanbaar in slaapvallen en soms aanvallen van spierslapte bij emoties), het bestaan van narcolepsie kan vaststellen. Het is daarom van zeer groot belang dat men als patiënt zo goed mogelijk zijn klachten aan de arts vertelt en eveneens aangeeft welke invloed ze hebben op het dagelijks bestaan. Om je te helpen bij het opmaken van een goede inventarisatie kan het nuttig zijn na te gaan welke van de volgende klachten op jou van toepassing zijn. Het is belangrijk te realiseren dat niet alle klachten bij iedere patiënt voorkomen.
Slaperigheid en slaapaanvallen overdag Een dagelijks toegenomen slaapneiging overdag, soms een continu gevoel van slaperigheid (een gevoel alsof men een aantal nachten te weinig heeft geslapen). Deze toegenomen vermoeidheid kan leiden tot verschillende korte (10 à 30 minuten) slaapperiodes, die met name optreden in rustige omstandigheden en/of passieve bezigheden (bijvoorbeeld in de trein of auto; vervelend of saai zittend werk, vergaderingen). De onbedwingbare neiging tot in slaap vallen overdag voelt men meestal aankomen. Soms kan men door met sterke inspanning en actief bezig zijn een slaapaanval onderdrukken, maar dat heeft als gevolg dat men zich voor de rest van de dag duf en vermoeid voelt en bovendien erg overprikkelbaar is. Vrijwel alle patiënten (95% - 100%) heeft last van deze klachten.
Kataplexie (spierverslapping) Kataplexie is een plotseling optredend kortdurend krachtsverlies (verslapping) van de skeletspieren bij helder bewustzijn uitgelokt door intense emoties zoals woede, lachen, schrik en opwinding. Soms beperken deze aanvallen zich tot bepaalde spiergroepen (partiële aanvallen), soms ontstaat een verslapping van alle skeletspieren (complete aanvallen). Bij krachtsverlies in de nek- en/of de gelaatsspieren valt het hoofd voorover en wordt spreken onmogelijk; als de beenspieren verslappen zakt men door de knieën en valt men. Kataplexie is een ongewone REM-slaap manifestatie in de waaktoestand. De duur is in de meeste gevallen minder dan 30 seconden en de aanvallen kunnen zich meerdere malen per dag voordoen. Hoewel de aanvallen wel acuut beginnen, zijn ze meestal niet direct maximaal, waardoor men nog steun kan zoeken en slechts zelden een verwonding optreedt. Ongeveer 60% - 70% van alle patiënten heeft last van deze klachten.
Slaapparalyse (slaapverlamming) Gewoonlijk begint de slaap met een non REM-slaap, gevolgd door een REM-slaap (waarin waarschijnlijk de dromen optreden). Bij narcolepsie is er een REM-slaap echter kort na het inslapen of zelfs direct bij het begin van de slaap: SOREMP (Sleep Onset REM Period). Deze plotselinge overgang naar een REM-slaap wordt ervaren als slaapverlamming. Men is zich bewust van de omgeving, maar is niet in staat zich te bewegen, hetgeen erg beangstigend of bedreigend kan zijn voor de patiënt. Ongeveer 30% van alle patiënten heeft last van deze klachten.
Hypnagoge hallucinaties Een ander fenomeen dat kan optreden als gevolg van een dergelijke SOREMP is het waarnemen (vooral tijdens het inslapen) van extreem levendige droombeelden die soms nauwelijks van de werkelijkheid zijn te onderscheiden. Tijdens de droom ziet, hoort en voelt men van alles, dikwijls met een beangstigend en bedreigend karakter. Deze hallucinaties duren meestal slechts enkele minuten zelden langer dan tien minuten. Ze treden niet alleen 's nachts op, maar ook wanneer men overdag in slaap valt. Ongeveer 25% van alle patiënten heeft last van deze klachten.
Frequent onderbroken nachtelijke slaap Meer dan de helft van de patiënten klaagt over een té oppervlakkige en té onrustige slaap met veelvuldig wakker worden. Dikwijls worden ze reeds na 1 of 2 uur wakker en dit kan zich om de 2 uur herhalen. Ook ligt men vaak lange periodes wakker (1 tot 2 uur). Ook kan de nachtelijke slaap nog verstoord worden door het optreden van angstdromen en onvrijwillige lichaamsbewegingen. Eveneens is bekend het optreden van periodiek schoppende bewegingen in de onderste ledematen tijdens het slapen.
In het volgend artikel bespreken we de herziene aanbevelingen voor behandeling van narcolepsie.
In tegenstelling tot de eerste indruk is er een belangrijk verschil tussen slaperigheid of moeheid. Deze twee begrippen worden dikwijls door mekaar gehaald, nochtans gaat het om verschillende biologische toestanden.
Slaperigheid is een normaal biologisch gegeven en maakt deel uit van het dag- en nachtritme. De drang om te slapen is het minst na het ontwaken, bouwt zich op in de loop van de dag, om tegen middernacht zijn maximum te bereiken. Tussen twee en vier uur in de namiddag ondervinden de meeste onder ons ook een verhoogde slaperigheid, dat is normaal, dit gevoel kan wel intenser zijn na een slechte nachtrust.
In essentie wordt slaperigheid door vier factoren veroorzaakt: 1.Je hebt niet genoeg of niet diep genoeg geslapen, bij slaapapneu bijvoorbeeld. 2.Je bent actief om een moment waarop je normaal zou slapen, shiftwerk bijvoorbeeld. 3.Aandoeningen van het zenuwstelsel zoals narcolepsie, ziekte van Parkinson en nog andere. 4.Het gebruik van medicaties zoals benzodiazepines en dopamine agonisten.
Overmatige slaperigheid is geassocieerd met het onvermogen om overdag wakker te blijven, zie ook:dut je overdag gemakkelijk in?. De gouden standaard om dit na te kijken is de Multiple Sleep Latency test (MSLT), een variatie van de Maintenance of Wakefulness Test. Toch worden deze testen niet routinematig afgenomen, tenzij bij mensen met narcolepsie. In de praktijk wordt slaperigheid geëvalueerd door de Epworth Sleepiness Scale.
Moeheid wordt gekenmerkt door een gevoel van uitputting en vermoeidheid, het kan lichamelijk zijn, spiermoeheid of geestelijk, mentale moeheid. Belangrijk is dat moeheid kan verbeteren door te rusten en zonder dat je hoeft te slapen. Je kunt natuurlijk last hebben van moeheid en slaperigheid door mekaar, wat het onderscheid er niet duidelijker op maakt.
Om te meten hoe moe je bent kun je de Fatigue Severity Scale toepassen. Niet akkoord geeft score 1 en helemaal akkoord score 7.
Ik heb gedurende de laatste week ondervonden dat:
Niet akkoord --akkoord
Mijn motivatie minder is als ik moe ben.
1
2
3
4
5
6
7
Na inspanningen ben ik moe.
1
2
3
4
5
6
7
Ik ben gemakkelijk moe.
1
2
3
4
5
6
7
Moeheid interfereert met mijn lichamelijk functioneren.
1
2
3
4
5
6
7
Moeheid veroorzaakt dikwijls problemen voor mij.
1
2
3
4
5
6
7
Door mijn moeheid kan ik geen volgehouden inspanningen aan.
1
2
3
4
5
6
7
Moeheid interfereert met het volbrengen van taken en verantwoordelijkheden.
1
2
3
4
5
6
7
Moeheid is een van de 3 meest storende klachten.
1
2
3
4
5
6
7
Moeheid interfereert met mijn werk,familie of sociale leven.
1
2
3
4
5
6
7
Totale Score:
Copyright Lauren B. Krupps.
Om je score te kennen tel je alle cijfers op en neem je een gemiddelde door te delen door negen. Een gemiddelde van 4 of meer (dus meer dan 36 punten) word beschouwd als abnormaal moe.
Wie last heeft van overmatige slaperigheid of moeheid klaagt dikwijls over een gebrek aan motivatie of neemt minder initiatief. Als gevolg krijg je dan soms de verkeerde diagnose van depressie opgeplakt, eventueel behandeling met antidepressiva, terwijl de oorzaak van de slaperigheid onbehandeld blijft.
Als je lijdt aan een niet zo duidelijke depressie, ook wel een gesluierde of atypische depressie genoemd, kan dikwijls een overmatige slaperigheid op de voorgrond staan, wat de juiste inschatting van de diagnose niet vergemakkelijkt.
Overmatige slaperigheid of moeheid heeft een grote weerslag op je dagelijks functioneren. Alle aspecten van je leven worden erdoor aangetast, niet alleen kun je minder af, ook je alertheid, intieme relaties en vriendschappen lijden eronder.
Bij narcolepsie wordt medicatie gebruikt om je wakker te houden, zoals amfetamines, methylphenidraat (rilatine of conserta) en modafinil (provigil). Dit laatste is niet alleen toegestaan voor de behandeling van narcolepsie, maar ook bij overmatige slaperigheid bij shiftwerk gebonden slaapproblemen of slaperigheid bij slaapapneu waarbij al CPAP wordt toegepast.
Dr Philip Sloane onderzocht of extra helder licht overdag de slaap en het dag-nachtritmekan verbeteren bij mensen met dementie (zie ook lichttherapie bij Alzheimer).
Zesendertig ouderen met dementie werden 's morgens, of 's avonds of de ganse dag aan 2.500 lux extra helder licht blootgesteld en vergeleken met een groep die het gewone standaard licht kreeg.
Het onderzoeksteam concludeert dat helder licht een bescheiden, maar meetbaar effect heeft op de slaap en vooal bij mensen met een ernstige tot zeer ernstige dementie. De totale slaapduur was gemiddeld 11 tot 16 minuten langer en verhogen van het omgevingslicht gaf betere resultaten dan lichtboxen.
Om het relatieve belang van deze op het eerste zicht bescheiden verbetering beter te begrijpen werden studies over het effect van slaapmedicatie opgezocht. Zolpidem en temazepam (een benzodiazepine), de meest gebruikte middelen in de VS in 2005, gaven bij jong volwassen en bij gezonde oudere vrijwilligers ongeveer 30 minuten bijkomende slaap! Het gewenste effect van slaapmedicatie was zelfs nog minder bij oudere personen. Een studie (RCT) bij 72 ouderen met chronische slapeloosheid toonde een verbetering van maar 4,4 minuten extra slaap ten opzichte van placebo. Dit geeft wel stof tot nadenken, wetende dat slaapmedicatie bijwerkingen geeft zoals spierverslapping met kans op heupfrakturen bij een val.
Het effect van extra toegediend helder licht is dus vergelijkbaar of zelfs nog beter dan slaapmedicatie, alleen met veel minder neveneffecten.
Ochtendtoediening van licht gaf de beste resultaten: namelijk 16 minuten extra slaap. Mensen met de ziekte van Alzheimer hebben een vertraging van de piek in het dag- en nachtritme van ongeveer 2 uur in vergelijking met milde dementie. Door ochtendlicht toe te dienen word deze piek vervroegd, wat kan verklaren waarom de beste resultaten werden bekomen bij ernstige dementie.
bron: Medscape, High-Intensity Environmental Light in Dementia: Effect on Sleep and Activity, Philip D. Sloane, MD, MPH J. Am Geriatr Soc 2007;55(10):1524-1533, 16/11/2007.
Nog een artikel over de werking van melatonine uit 'De Standaard':
Nachtwerk is mogelijk kankerverwekkend. Dat zegt het Internationaal Centrum voor Kankeronderzoek, het kankeragentschap van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
In de industrielanden werkt ongeveer twintig procent van de actieve bevolking ook 's nachts.
'Nachtwerk in ploegen, dus dat wil zeggen met een onregelmatige afwisseling tussen dag- en nachtwerk, wat het biologische ritme verstoort, bevindt zich eigenlijk in dezelfde categorie als andere kankerverwekkende stoffen, zoals uitstoot van dieselmotoren, pcb's, ultraviolette stralen en lood', aldus epidemioloog Vincent Cogliano.
Zo bleek uit onderzoek bij verpleegsters en airhostessen dat diegenen die nachtshiften deden, een hoger risico op borstkanker liepen dan hun collega's die enkel overdag werkten.
Die resultaten kwamen overeen met vroegere onderzoeken bij dieren, die ook aantoonden dat licht tijdens de nacht het ontstaan van tumoren kan bevorderen.
Kunstmatig licht tijdens de nacht stopt immers de productie van het hormoon melatonine, dat normaal gezien tijdens de nacht door het lichaam wordt aangemaakt.
Het ontbreken van melatonine kan leiden tot de ontwikkeling van tumoren. Ook verzwakt slaapgebrek en een tekort aan melatonine het immuunsysteem.
Het WHO-agentschap, met zetel in het Franse Lyon, heeft de bevindingen gepubliceerd in het Britse medische vakblad The Lancet Oncology.
Het gaat om een evaluatie van verscheidene al bestaande studies.
In 'De Standaard' van donderdag 29 november verscheen een boeiend artikel over de invloed van melatonine op je geheugen. Dit is onder andere een interessant weetje voor zakenlui als ze belangrijke onderhandelingen in het vooruitzicht hebben.
Zakenlui die geregeld de Atlantische Oceaan oversteken of naar Azië reizen nemen soms melatonine, het slaaphormoon, om te kunnen slapen op een moment dat hun biologische kloknog op 'dag' staat.
Melatonine is een natuurlijk hormoon dat vooral 's nachts door de pijnappelklier (epifyse) in de hersenen wordt geproduceerd en dat het dag-nachtritmehelpt te regelen in het lichaam. Melatoninepilletjes zijn in België niet toegelaten voor verkoop, maar worden vrij verkocht in de Verenigde Staten en Canada en zijn voor rondreizende zakenlui dus vlot te krijgen.
Maar het hormoon heeft een vervelend neveneffect, zo hebben Gregg Roman en zijn collega's van de universiteit van Houston ontdekt. Melatonine blijkt namelijk de werking van het geheugen te remmen. Dat betekent dat mensen die 's nachts alert moeten zijn, zoals piloten, spoedartsen, nachtarbeiders en studenten-in-examentijd misschien baat hebben bij middelen die de natuurlijke melatonine-aanmaak blokkeren.
Roman stelde het geheugenremmende effect van melatonine vast bij zebravisjes. Die visjes hebben een gelijkaardig dag-nachtritme als mensen en ook een gelijkaardig patroon in de melatonineproductie, wat de wetenschappers doet geloven dat hun bevindingen waarschijnlijk ook voor mensen gelden.
Zebravisjes onthouden overdag - wanneer hun melatonineproductie van nature laag is - gemakkelijker nieuwe dingen dan 's nachts bij een hoge melatonineaanmaak. Dat bleek bij eenvoudige trucjes die de visjes kregen aangeleerd. Maar als de visjes overdag melatonine kregen toegediend, slonk hun geheugenvorming naar het niveau van 's nachts.
In een volgend experiment kregen de visjes 's nachts een middel toegediend dat de werking van melatonine blokkeert. Dat veroorzaakte een spectaculaire verbetering van hun nachtelijke geheugenvorming. Visjes waarbij de pijnappelklier verwijderd was en die dus helemaal geen melatonine meer konden maken, bleken de klok rond op een hoog niveau herinneringen te kunnen opslaan, staat in het vakblad Science.
Melatonine helemaal uitschakelen is bij mensen wellicht geen goed idee. Niet alleen omdat het een rol speelt bij het dag-nachtritme, maar ook omdat het een antioxiderende werking heeft die in het lichaam schade door agressieve stoffen (radicalen) voorkomt. Antioxidantia zouden onder meer een remmend effect hebben op de ziekte van Alzheimer, Parkinson en kanker. Al vermoeden de wetenschappers wel dat het mogelijk is om het nadelige geheugeneffect van melatonine te blokkeren zonder aan de antioxiderende werking te raken.
Ondanks de remmende werking van melatonine op het geheugen blijft de slaap cruciaal voor het vastleggen van herinneringen, benadrukt een tweede onderzoek in Science. Het was al bekend dat de hippocampus, een diep gelegen deel van de hersenen tijdens de slaap de ervaringen van overdag opnieuw doorloopt en helpt consolideren.
Een groep rond Bruce McNaughton van de universiteit van Arizona heeft nu aangetoond dat ook een specifiek deel vooraan in de hersenschors de belevenissen herhaalt, en dat die belevenissen bovendien zo'n zeven maal sneller 'afgespeeld' worden dan ze zich in werkelijkheid hebben voorgedaan. Dat bleek bij slapende ratten die tevoren een taak hadden moeten uitvoeren (over een rond platform lopen). Met uiterst gevoelige meetsondes konden de wetenschappers vaststellen dat in de slapende rattenhersenen de hersencellen volgens dezelfde patronen actief waren als tijdens de activiteit, maar dan zes tot zeven keer sneller. Zodra de beperkingen wegvallen van de echte wereld, blijken de hersenen in staat om de gebeurtenissen veel sneller te doorlopen. De wetenschappers vermoeden dat die 'fast forward' functie van de hersenen belangrijk is om herinneringen vast te leggen. (kidr)
Als je veel gewicht bijkomt tijdens de zwangerschap is het risico op overgewicht na de bevalling hoger, daar kijkt niemand van op. Ook jonge leeftijd bij de eerste maandstonden of gewoon jong moeder worden verhoogt het risico op overgewicht. Erica Gunderson van het 'Keiser Permanente Reasearch Foundation' in Oakland, California, onderzocht het effect van slaap op overgewicht na de bevalling. Voor info over slaap tijdens de zwangerschap, klik hier.
Als je minder dan 5 uur per nacht slaapt gedurende de eerste 6 maanden na de bevalling, is het risoco op overgewicht 6 maanden later veel groter. Dit eerste jaar na de bevalling is gekenmerkt door dramatische veranderingen in het slaappatroonbij vrouwen, legt Gunderson uit. Vrouwen ondervinden na de bevalling een vermindering in slaapkwaliteit, die weken tot maanden kan aanhouden.
Gunderson ging de slaap en het gewicht na van 940 vrouwen, rekening houdend met socio-demografische gegevens en prenatale factoren. Hieruit bleek dat slaapduur van minder dan 5 uur, 6 maanden na de bevalling, sterk geassociëerd was met behoud van een overgewicht van meer dan 5 kg, 1 jaar na de bevalling.
Zij besluit dat maatregelen om de slaap bij jonge moeders te verbeteren, belangrijk zijn om overgewicht na de bevalling te voorkomen.
Bron: Medscape, L. Barclay: Gunderson, Am J Epidemiol, october 29, 2007
De gegevens van de studie "Pediatric Allergies in America", de grootste ooit over de weerslag van neusallergie bij kinderen, werden onlangs als samenvatting gepubliceerd en voorgesteld tijdens de meeting van het American College of Allergy, Asthma and Immunology (Acaai) in San Diego. Het blijkt dat kinderen met hooikoorts slaapstoornissen vertonen die interfereren met hun leven thuis, op school en op de speelplaats, zo meldt 'De Huisarts'.
De studie waarvan sprake omvatte 500 allergische kinderen en 504 overeenkomende controles. De hoofdonderzoeker, Dr. Eli Melzer van de Universiteit van Californië in San Diego, is van mening dat niemand er van op de hoogte was, behalve dan de ouders en de patiënten. Slechts weinig artsen vragen hoe hooikoorts het dagelijkse leven van hun jonge patiënten aantast.
Meer (in)slaapproblemen. De resultaten van de pediatrische rondvraag zijn vergelijkbaar met een gelijkaardig onderzoek bij 2.500 volwassenen en eenzelfde aantal controles, uitgevoerd in 2006, en de resultaten, voor zover het de slaap betreft, waren merkwaardig gelijklopend. Dit jaar, voor de pediatrische studie, contacteerden de onderzoekers meer dan 35.000 families voor de selectie van de gevallen en de gelijkaardige controles, met leeftijden van vier tot 17 jaar. Patiënten werden in de studie opgenomen wanneer ze een bewezen allergie met neusklachten vertoonden, er last van hadden en tijdens de afgelopen twaalf maanden een behandeling kregen. De ouders werden geïnterviewd over de ziekte van hun kinderen, de klachten, de medicatie en de gevolgen op hun toestand, inclusief de slaapkwaliteit. Kinderen van tien jaar en ouder moesten ook aan een interview deelnemen. De resultaten van de rondvraag, vergeleken met normale kinderen: Driemaal meer allergische kinderen vertoonden inslaapproblemen (32 % vs 12 %). Meer dan driemaal meer allergische kinderen ontwaakten tijdens de nacht (26 % vs 8 %). Meer dan tweemaal meer klaagden over een slechte slaap (29 % vs 12 %).
Al die slaapstoornissen hadden gevolgen want de kinderen rapporteerden zelf een 30 % lagere activiteit tijdens de dagen dat ze de ergste symptomen hadden, tegenover hun beste dagen.
Snotneus Ten opzichte van de gezonde kinderen rapporteerden de allergische en hun ouders heel wat problemen tijdens de vier weken voorafgaand aan het interview. Er waren meer moeilijkheden om bepaalde taken uit te voeren, de kinderen kregen minder gedaan, beperkten hun activiteiten, of beperkten zich tot de activiteiten die ze wel aankonden. Volgens Dr. Melzer mag men allergische rhinitis zeker niet afdoen als een snotneus. Het gaat om een ziekte met behoorlijk wat gevolgen qua levenskwaliteit. Ze heeft te maken met cognitief functioneren, leren, hyperactiviteit bij kinderen, meer slaapstoornissen om nog niets te zeggen over de bijwerkingen van de medicatie.
Dr. Peter Schrooten, de Huisarts - 22-11-2007 Referentie: Acaai 2007, Abstract 1. Bron: Medpage Today
Slaaptekort bij kinderen verhoogt de kans op overgewicht, op het moment zelf en 3 jaar later, zo blijkt uit een publicatie in 'Pediatrics' van een studie, uitgevoerd door Dr. Julie Lumeng en haar collega's van de Universiteit van Michigan.
Dit zijn toch wel erg belangrijke bevindingen, het aantal mensen met overgewicht in de VS bereikt immers recordwaarden en almaar meer jongeren komen niet aan voldoende slaap. Nochtans is slaap essentiëel voor de regeling van je energiebalans, je eetlust en om je gewicht te behouden legt Dr Lumeng uit in het artikel van 20 november in 'Pediatrics'. Ze analyseerde gegevens over de slaapduur, slaapproblemen en BMI (gewicht naar lengte) van 785 kinderen tussen negen en twaalf jaar, rekening houdend met geslacht, leeftijd, ras, de kwaliteit van omgeving en opvoeding.
Kinderen van twaalf die minder sliepen hadden meer kans op overgewicht en kinderen van negen met te weing slaap scoorden op hun twaalfde hoger voor overgewicht. Positief is de vaststelling dat elk extra uur slaap in het zesde leerjaar 20% risicovermindering gaf van overgewicht. Elk uur slaap extra in het derde leerjaar verlaagde de kans om drie jaar later bij de dikkerds te horen met 40%.
Eén van de maatregelen om overgewicht te voorkomen is dan ook zorgen voor voldoende slaap tijdens de kinderjaren. Volgens Dr. Lumeng kan slaap een impact hebben op het gedrag. Voldoende slaap laat meer energie over om sport te bedrijven en niet in de zapzetel weg te zakken.
bron: Medscape 20 november 2007 Adequate Sleep Duration in Childhood May Help Prevent Overweight. De Huisarts, 22 november 2007, nr 853, Pediatrics 2007;120:1020-29.
Biologen proberen al sinds lang de werking te ontrafelen van onze biologische klok. Deze miniscule levenslang tikkende wekker is gehuisvest in een hersengebiedje, niet groter dan een rijstkorrel: een kern net boven de plaats waar de vezelbanen van de oogzenuwen mekaar in de hersenen kruisen. Onlangs is ontdekt dat verstoringen van het dag- nachtritmekenmerkend zijn voor een aantal psychiatrische aandoeningen en zenuwziekten zoals schizofrenie en de ziekte van Alzheimer. Deze ziekten kunnen ons tijdsbesef, dat geregeld wordt door de inwendige klok van ons lichaam, ernstig vervormen. Het gevolg is een verstoord slaap- waakpatroon, en dat kan op zijn beurt weer een aantal klachten verergeren of zelfs veroorzaken.
Dit zou kunnen worden verklaard doordat de werking van deze kern vermindert bij het ouder worden legt Van Someren uit in het magazine 'Psyche en Brein'. Het gevolg is dat oudere mensen alsmaar meer moeite krijgen om hun inwendige klok in de pas te laten lopen met de cyclus van dag en nacht. Dit probleem is vooral zeer ernstig bij mensen die lijden aan de ziekte van Alzheimer. Het lijkt erop dat die ziekte de dag- nachtritmes vertraagt, zodat de biologisch klok altijd achterloopt. Als gevolg van deze vertraging hebben ze vaak de neiging 's nachts door het huis te spoken wanneer hun familieleden of verzorgers willen slapen.
Ook mensen die aan schizofrenie lijden hebben vaak de neiging 's nachts aktief te zijn en overdag te slapen. Volgens onderzoeker Foster moeten schizofrene patiënten een gat in de dag slapen doordat hun dag- nachtritme is verstoord. Na verder onderzoek concludeert hij dat hun inwendige klok volledig is losgekoppeld van hun omgeving en ging de klok na verloop van tijd onbeheersbare schommelingen vertonen. Hij vraagt zich af of het circadiaanse systeem niet een heel nieuwe invalshoek kan bieden als het gaat om het verlichten van schizofrene klachten, zoals depressie, denkstoornissen, geheugenverlies en psychotische aanvallen.
Foster en zijn collega's proberen nu de inwendige klok van schizofreniepatiënten weer gelijk te zetten met dezelfde methodes die Van Someren bij de ziekte van Alzheimer gebruikt: meer en helderder licht overdag en 's avonds melatonine.
Het onderzoek loopt nog, maar één ding weet Foster al zeker: 'We mogen geen van allen onze inwendige klok veronachtzamen. We moeten ons er goed van bewust zijn dat ons geestelijk en lichamelijk welbevinden er meer afhankelijk van is dan de meeste mensen denken.
Het afsluiten van de bovenste luchtweg is niet eigen aan obstructieve slaapapneumaar treedt ook op bij centrale slaapapneu, zo meldt 'De Huisarts'. De vernauwing van de bovenste luchtweg is het meest uitgesproken tijdens het uitademen, net voor de eigenlijke ademstop. Dit blijkt uit de baanbrekende UA-doctoraalscriptie van NKO-arts in opleiding Olivier Vanderveken, verbonden aan de dienst NKO van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA).
Een snurkklacht is niet banaal. Snurken zou in ongeveer de helft van de gevallen wijzen op een onderliggende pathologie. Het onderzoek van de Antwerpse vorser toont aan dat wanneer patiënten klagen over sociaal onaanvaardbaar snurken en/of eventueel over slaperigheid overdag, een eventueel onderliggende slaapapneu moet worden uitgesloten .
Behalve de traditionele aanpak via CPAP of heelkunde van de bovenste luchtwegen bestaat nu ook de mogelijkheid van farmacotherapie en het aanpassen van mondprothesen (Mad: Mandibular Advancement Device).
Erg beloftevol in de aanpak van snurken en slaapapneu is de combinatie van verschillende behandelingen. In dit doctoraatsonderzoek werd aan de hand van een dubbelblinde, gerandomiseerde, placebogecontroleerde studie aangetoond dat de combinatie van NKO-heelkunde (uvulopalatopharyngoplastie of UPPP) en acetazolamide (koolzuuranydrase-inhibitor, diureticum) een beter resultaat geeft dan UPPP alleen. Deze medicatie slaagt er in bij patiënten met snurken en licht obstructief slaapapneu de nachtelijke ademhaling te stabiliseren. De combinatie van antisnurkchirurgie en postoperatieve medicatie zal verder onderzocht worden in Antwerpen.
Daarnaast is Dr. Vanderveken er in geslaagd een nieuw bovenste luchtweg model te ontwikkelen dat toelaat het succes van een bepaalde behandeling beter te voorspellen bij elke individuele patiënt. Dit model is gebaseerd op basis van de combinatie van een CT-scan en computational fluid dynamics (CFD) en werd ontwikkeld door een team van ingenieurs gespecialiseerd in aërodynamica via een spin-off van de Universiteit Antwerpen (FluidDA; http://www.fluidda.com/).
De implementatie van dit model in de praktijk komt tegemoet aan een behoefte om het succes met een bepaalde lokale behandeling beter te voorspellen, en dus de ' trial and error' te beperken.
bron: De Huisarts, 8 november 2007, nr 851, Nieuwe inzichten in slaapapneu, pag. 34
Twee derden van de patiënten met chronische pijn klagen over slaapstoornissen van het type moeilijk inslapen, onregelmatige slaap met nachtelijk ontwaken, vroegtijdig ontwaken of een combinatie van al die elementen. De frequentste klacht is die van een niet-herstellende slaap. Die kan al aanwezig zijn wanneer de slaap nog normaal lijkt.
Het verband tussen pijn en slaap werd al uitgebreid bestudeerd. Aanvankelijk is het verband rechtlijnig, dus hoe meer pijn hoe evenredig slechter de slaap, maar het vertoont een tendens om na verloop van tijd circulair te worden (het ene versterkt het andere) en te ontaarden in een vicieuze cirkel. Zo kan een dag, gekenmerkt door intense pijnen de kwaliteit van de slaap de volgende nacht beïnvloeden. Een nacht slecht slapen kan dan weer de pijnklachten s anderendaags doen toenemen.
Studies waarin men gezonde personen van hun slaap berooft, toonden aan dat na vier dagen slaapbeperking van vier uur (i.p.v. acht uur), ze stemmingsstoornissen rapporteren en pijnklachten. Deze pijnklachten kunnen verband houden met een verlaging van de pijndrempel, veroorzaakt door het ontzeggen van slaap, ofwel met een veranderde manier van denken, die samengaat met de gelijktijdige vermoeidheid.
De behandeling moet tegelijkertijd gericht zijn op de pijn en de slaapstoornissen. Het zijn de elementen die onlosmakelijk verbonden zijn met de vicieuze cirkel. Er bestaan twee types: medicatie en/of cognitieve- en gedragstherapie. Voorafgaandelijk moet men zich verzekeren van het feit of de regels van de slaaphygiëne geëerbiedigd werden (zie'tips om beter te slapen'en 'wat je zelf kunt doen'). De pijnbehandeling moet worden geoptimaliseerd .
Bepaalde geneesmiddelen die worden voorgeschreven wegens neuropathische pijnen en fibromyalgie kunnen een voordelig effect uitoefenen, zowel op de pijn als op de slaapstoornissen. Tricyclische antidepressiva verlengen de duur van stadium vier van de slaap, en bepaalde anti-epilepsiemiddelen, zoals gabapentine (neurontin) en pregabaline (lyrica) bleken niet enkel van belang bij de pijnbehandeling maar ook bij verbetering van de slaap. Ze verlengen significant de stadia drie en vier van de diepe slaap, door het aantal keren dat men ontwaakt te verminderen
De werking van slaapmiddelen bestaat uit een verlenging van de duur die je doorbrengt in stadium twee van de slaap. De cognitieve en gedragsbenadering richt zich op de cognitieve (bijgeloof, geloof in catastrofen..) en gedragsfactoren (langer in bed blijven liggen) die de slaapstoornissen bestendigen of verergeren.
Besluit Mensen met chronische pijn vertonen frequenter slaaponderbrekingen (fragmentatie) die hun mogelijkheden tot recuperatie ondermijnen. Bij die patiënten is het verband tussen pijn en slaap niet meer rechtlijnig maar circulair, wat in houdt dat men op beide onderdelen van de vicieuze cirkel moet inwerken.
‘Slaapwel’, wensen we onze kinderen bij het naar bed gaan, jammer dat het slapen bij flink wat kinderen niet zo vlot verloopt. Uit ‘De Tijd’blijkt dat 40 procent van de Amerikaanse tieners aan slapeloosheid zou lijden. Als we deze cijfers met een korreltje zout nemen, en halveren, houden we nog een indrukwekkend leger kinderen met slaapproblemen over. Deze cijfers zijn niet uit de lucht gegrepen: uit een Belgische studievan Luc Swinnen blijkt dat bijna één kind op de drie tussen 9 en 14 jaar stressklachten vertoont zoals angst, slapeloosheid, gejaagdheid, verstrooidheid, hartkloppingen en hoofdpijn (DS online 5/12/01). Uit een onderzoek van prof. Karen Spruyt (VUB) blijkt dat zelfs twee op de drie Vlaamse kinderen onder de dertien jaar kampen met een slaapprobleem (De Standaard 12/11/2007).
Goed slapen is erg belangrijk om je lekker in je vel te voelen, voor je geheugen, om je lichaam ’s nachts te laten herstellen, om je afweer tegen infecties op te bouwen en nog voor zo veel meer. Daarom is aandacht besteden aan slaap een prioriteit, slaap is geen verloren tijd, zoals vroeger wel eens werd beweerd.
Stilstaan bij wat je stress geeft en zorgen dat je draagkracht in evenwicht is met je draaglast wordt gemakkelijk uit het oog verloren in onze jachtige tijd. Druk bezig zijn, presteren, tekenschool, muzieklessen, turnkring, noem maar op, zoveel andere zaken lijken belangrijker dan op tijd gaan slapen. Ook onze kinderen worden in deze spiraal meegezogen.
Maar waarom slaap je slecht door stress? Mag ik je meenemen naar de wondere wereld in je hoofd?
Stress activeert het ‘vecht of vlucht’ zenuwstelsel, met vrijstelling van adrenaline, en de hersen-bijnier-as (HBA). Het gevolg van dit laatste is een vrijstelling van bepaalde hormonen waardoor je sneller wakker wordt. PS: adrenaline stelt ons in staat om snel te sprinten, gefocust te denken, snel beslissingen te nemen, kortom, om te presteren. Deze stoffen maken veel energie vrij, die nog niet verdwenen is bij het slapengaan, zodat ontspannen inslapen niet mogelijk is.
Diepe slaap vermindert de gevoeligheid aan de HBA, maar wakker worden verhoogt ze. Dus hoe meer je wakker wordt, hoe meer het de HBA geactiveerd wordt en hoe slechter je slaapt. Om het nog erger te maken, vermindert activatie van de HBA de productie van melatonine (slaaphormoon) in het lichaam, zodat je extra slechter slaapt.
Stress kan daarnaast effect uitoefenen op de slaap door een directe verbinding te activeren tussen de emotionele centra in de hersenen naar de slaap- waakcentra in je hoofd.
Daarbij komt dat stress op zich bijdraagt tot het ontstaan van depressieve- of angstklachten, welke op hun beurt sterk geassocieerd zijn met slaapproblemen.
Om de toenemende slaperigheid overdag tegen te gaan, produceert het circadiaans ritme (circa dies: ongeveer een dag) een signaal om wakker te blijven. Dit signaal is 's avonds op zijn hoogste niveau, en vermindert snel tegen bedtijd, zodat we in slaap kunnen vallen. We slapen de ganse nacht, eerst door de nog hoge opgebouwde slaperigheid, later in de nacht door het minimaal circadiaans wakkersignaal.
Het circadiaans signaal is lang niet het enige dag- en nacht-geregeld mechanisme in ons lichaam. Op onderstaande figuur zie je hoe ook je lichaamstemperatuur en verscheidene hormonen een circadiaans ritme volgen.
Figuur: Dr Leroy
Een van de aanbevelingen om beter te kunnen slapen is om zoveel mogelijk op het zelfde uur op te staan. Als je bedenkt hoe mooi en fragiel het dag- nachtritme is opgebouwd, dan begrijpen we beter hoe belangrijk het is om onze slaap te koesteren.
Naast het 24-uursritme ondervinden we de invloed van nog andere ritmes, zoals het ultadiane ritme ( korter dan een dag), zo verklaart Dr. Karen Spruyt. Binnen 24 uur doorlopen we ongeveer 16 cycli van anderhalf uur, waarbij we maxima en minima van aandacht of concentratie ervaren. We concentreren ons een hele tijd (maxima) en voelen dan de behoefte om even te onderbreken (minima): we gaan iets eten of drinken, staan op en lopen wat rond. Dit anderhalfuursritme heeft nog een ander effect dat we allemaal kennen. Wanneer we het dipje voor bedtijd missen, lijken we opnieuw klaarwakker en moeten we soms weer anderhalf uur wachten voor we voldoende moe zijn om te kunnen inslapen. Anders gezegd: als we de slaaptrein of slaapgolf missen, moeten we op de volgende wachten.
Tijdens onze REM-slaap(rapid eye movements) of ook droomslaap genoemd, raken we 'geheugenoverschotten', onbelangrijke herinneringen kwijt. Het is misschien een geruststelling dat vergeten een actief proces is, een beetje te vergelijken met het defragmenteren van je computer.
Ook de diepe, trage slaap is belangrijk voor het verankeren van bewuste leerprocessen. Onderzoekers van het CRC (Centre de Recherche du Cyclotron, Luik) hebben bewezen dat de hersengebieden die overdag worden geactiveerd tijdens een leerproces, tijdens de diepe slaap opnieuw actief zijn tijdens de nachtelijke verankering. In een diep gelegen gebied in de hersenen, de 'hippocampus' worden alle indrukken,ervaringen en informatie die we in de loop van de dag verzamelen, tijdelijk opgeslagen. De hippocampus heeft echter maar een beperkte capaciteit. Om te voorkomen dat we alles meteen weer vergeten, moeten herinneringen overgeschreven worden naar de buitenste laag van de hersenen, de zetel van het langetermijngeheugen. Daar worden ze vervolgens vastgeknoopt aan de al aanwezige geheugeninhoud en permanent opgeslagen.
Dit proces van opslagen van herinneringen vindt vooral tijdens de slaap plaats, vertelt Dr. Born (Universiteit van Lübeck). Waarschijnlijk omdat de overdracht van de hippocampus naar de hersenschors alleen ongestoord kan verlopen als de hersenen 'offline' zijn - dus wanneer ze niet tegelijkertijd ook nog eens de actuele input van de zintuigen moeten verwerken.
Bij proefpersonen die overdag werden getraind, toonden de onderzoekers ook aan dat sommige gebieden in de hersenen weer actief werden tijdens de REM-slaap. Ze speelden in zekere zin de melodie na die ze enkele uren eerder hadden geleerd.
De ochtend na het aanleren van een nieuwe taak zag men een verbetering van de prestaties van deze proefpersonen wanneer ze opnieuw dezelfde taak uitvoerden. Deze verbetering was recht evenredig met het niveau van de activiteit van de hippocampus tijdens de diepe slaap! Anders gezegd, de hippocampus zorgt voor een verwerking van de informatie, waardoor deze wordt verankerd in het geheugen.
Proefpersonen die een nacht slaap oversloegen presteerden slechter doordat ze juiste deze verankering misten. Het ontbreken van slaap heeft dus invloed op de manier waarop de hersenen hun taak uitvoeren.
Het verschil in beide groepen is niet te verklaren doordat de niet-slapers te moe zouden zijn om goed te scoren. In een ander onderzoek werden de proefpersonen verdeeld in twee groepen: de ene groep moest 's morgens acht lijsten met twaalf samenhangende woorden in het hoofd stampen, de andere 's avonds. Twaalf uur later moesten de proefpersonen dan uit het hoofd zoveel mogelijk van deze woorden opschrijven. De groep die na het memoriseren van de woorden hadden geslapen, konden zich duidelijk meer woorden herinneren dan diegenen die ze 's ochtends hadden geleerd. Nog opvallender was echter dat ze ook twee tot drie keer zoveel extra woorden opschreven, dat wil zeggen: woorden die helemaal niet op de lijst hadden gestaan, maar waarvan de studenten dachten dat ze ze geleerd hadden!
De conclusie van de onderzoekers hierover luidde: 'De slaap verandert herinneringen op zo'n manier dat het ontdekken van nieuwe en zinvolle verbanden wordt bevorderd. Het vormen van herinneringen tijdens de slaap is een actief verwerkingsproces - pas verworven kennis en nieuwe geheugeninhoud worden gereorganiseerd - en deze herstructurering geeft ons nieuwe inzichten.
Bron: Tempo Medical nr 293 september 2007 Philippe Lambert Psyche & Brein nr 7 2007 De grote slaapupdate p 46-54.
Een mooi voorbeeld over hoe slaap niet alleen je emoties, maar ook je dagelijks functioneren kan beïnvloeden vond ik terug in de column van Fred de Vries, schrijver van 'Een storm in je hoofd'.
Kan beter slapen medicatie bij kinderen met ADHD vervangen?
Kinderen, die symptomen van ADHD vertonen, kunnen in werkelijkheid misschien slechts last van slaaptekorten hebben, zo verklaren onderzoekers aan het Technion-Israel Institute of Technology Sleep Laboratory. De behandeling van die slaapstoornissen bij deze kinderen leidt vaak tot behoorlijke verbeteringen van hun gedrag. Bovendien wordt heel vaak een aantoonbare vermindering van irriteerbaarheid, slechte stemmingen, woede en angst gezien.
De onderzoekers doen de suggestie dat de behandelende medici deze mogelijkheid duidelijk in hun achterhoofd zouden moeten houden voordat ze gemakshalve maar medicatie, zoals Ritalin, Concerta of Risperdal aan hun patiënten gaan voorschrijven.
Naar schatting leiden een procent of acht van alle kinderen in de USA aan ADHD en meer dan de helft daarvan wordt behandeld met medicijnen.
ADHD wordt gekarakteriseerd door een bepaalde vorm van te oplettend en nerveus gedrag, waarbij betrokken kinderen springerig en overgestimuleerd gedrag vertonen. Het lijkt dus op het eerste gezicht erg tegenstrijdig te zijn dat het toedienen van stimulerende medicijnen, zoals Ritalin, de meest effectieve methode voor de behandeling van ADHD-symptomen blijkt te zijn in het merendeel van die kinderen.
Vechten om wakker te blijven? Dr. Giora Pillar vroeg zich af of sommige kinderen, die gediagnosticeerd waren met ADHD, mogelijk doodgewoon slaperig waren. Hun overmatige motorische activiteit zou dan slechts een methode kunnen zijn om alert te blijven, zo redeneerde hij, wat op zijn beurt weer de effectiviteit van de stimulantia (Ritalin) zou kunnen verklaren omdat deze de activiteit in de hersenen verhogen.
"Slaperige kinderen kunnen, in tegenstelling tot slaperige volwassenen, overdag hyperactief en onoplettend gedrag vertonen in plaats van toe te geven aan hun slaperigheid," zo verklaarde Pillar.
"Deze theorie wordt ondersteund door verklaringen van ouders, die aangeven dat kinderen, wanneer ze verschrikkelijk moe zijn, de neiging hebben om dwars, overactief, bozig en agressief gedrag te vertonen," zo stelde hij.
Slaapapneu, Limb Movement Disorder en 'Restless legs' Pillar en zijn collega's bestudeerden het gedrag van een groep van 66 kinderen met een gemiddelde leeftijd van 12 jaar. Van deze kinderen waren er al 34 die de diagnose van ADHD hadden en de rest (zonder ADHD) had de functie van controlegroep.
De kinderen, die gediagnosticeerd waren met ADHD hadden behoorlijk hogere niveaus van slaperigheid gedurende de dag dan de kinderen in de controlegroep, zo ontdekten onderzoekers.
De helft van de onderzochte kinderen met ADHD (tegen 22 procent van de controlegroep) had last van een bepaalde graad van verstoring van de ademhaling tijdens het slapen, zoals slaapapneu, dat wordt gekarakteriseerd door onderbrekingen in de ademhaling die tien seconden of langer aanhouden en ten minste vijf keer per uur tijdens de slaap optreden.
Vijftien procent van de kinderen met ADHD (tegenover geen enkele in de controlegroep) had Periodic Limb Movement Disorder (PLMD), terwijl dat toch relatief zeldzaam is bij kinderen. PLMD is in Nederland een relatief onbekend broertje van 'restless legs' (RLS). PLMD zijn periodieke been- en armtrekkingen tijdens de slaap, terwijl het bij RLS gaat om mensen die niet kunnen inslapen omdat ze hun benen en armen maar niet stil kunnen houden.
Onderzoek heeft aangetoond dat de behandeling van deze slaapstoornissen bij kinderen vaak behoorlijke verbeteringen in het gedrag en cognitieve vaardigheden tot gevolg heeft, zo verklaart Piller, plus dat er een aantoonbare vermindering van irritatie, humeurigheid, kwaadheid en angst werd gezien.
Schoolprestaties, bijvoorbeeld, zijn vaak maar matig bij kinderen met slaapapneu, maar het blijkt dat deze een stuk beter worden wanneer de amandelen geknipt waren om het probleem op te lossen.
Dwing goede slaapgewoontes af . De onderzoekers sporen ouders van hyperactieve en onoplettende kinderen, die gediagnosticeerd zijn met slaapstoornissen, om de ademhalingsproblemen (de slaapapneu) en de PLMD te laten behandelen, om goede slaapgewoontes af te dwingen (zoveel mogelijk op een vaste tijd naar bed, vaste routines voor het slapen gaan, niet toestaan dat kinderen nog 'omspoken' of met enige regelmaat uit bed komen), en om te voorkomen dat kinderen 's avonds nog cafeïnehoudend drinken krijgen.
Alleen wanneer deze maatregelen niet het gewenste resultaat opleveren zouden ouders medicatie voor ADHD moeten overwegen.
Bron: Fred de Vries, Column 'Een storm in je hoofd' , nummer 3 - maart 2006
Slaaptekort leidt tot emotionele instabiliteit, ook bij gezonde personen. Als je een nachtje doorgedaan hebt, reageert het gedeelte van je hersenen dat je emoties regelt, veel actiever bij het zien van pakkende beelden. De diepe emotionele centra van je hersenen zijn dan ongeveer 60% reactiever.
Laat het net deze centra zijn die je lichaam alarmeren om je te beschermen bij dreigend gevaar. Als ze dan door slaaptekort in 'overdrive' gaan bij blootstelling aan emotionele gebeurtenissen - door bijvoorbeeld het logisch denken uit te schakelen en in plaats daarvan een krachtige injectie van het vecht- en/of vluchthormoon adrenaline in het bloed te geven - dan zit je met een potentieel gevaarlijke mix.
Deze studie brengt ons nieuw bewijs voor de rol van slaap in het regelen van onze emotionele stabiliteit, zegt Dr M. Walker van de universiteit van California. Het zijn de eerste onderzoeken die aantonen dat zelfs de hersenen van gezonde personen bepaalde psychiatrische ziekten kunnen imiteren wanneer ze gebrek aan slaap hebben.
Ook krijgen we een beter inzicht in de relatie tussen slaapstoornissen en psychische aandoeningen. Alleen is het zoals met het verhaal van de kip of het ei: veroorzaakt een psychische stoornis slaapproblemen, of is net andersom?
Deze studie plaatst in elk geval twijfel bij de algemene stelling dat psychische ziekten aanleiding kunnen geven tot slaapproblemen en niet omgekeerd.
bron: Sleep Depriviation Leads to Emotional Instability Even in Heathy Subjects P. Anderson, Medscape Medical News, october 25 2007, Current Biology 2007;17:95-97.
Met autosuggestie passen we denkbeelden toe op onszelf om het piekeren af te leiden en beter te kunnen ontspannen. Het is een fantastisch instrument om sneller in slaap te vallen omdat je omgevingsgeluiden kunt omzetten naar iets dat je juist ontspant in plaats van uit je slaap te houden.
Stel je voor dat je in een hotel in bed ligt en je hoort het hinderlijke ronken van de airco. Eerst kun je doen of je het niet hoort, maar de kans is groot dat je nerveus wordt, opnieuw opstaat, de temperatuur probeert te regelen en nog nerveuzer wordt als dat niet lukt. Intussen is je slaperigheid verdwenen. Hoe meer je tegen het lawaai vecht, hoe sterker de energie wordt die je uit je slaap houdt. In plaats van te vechten kun je een fantasie opbouwen waarin het lawaai een plaats heeft en je juist helpt om slaperig te worden. Stel je voor dat je de airco opnieuw hoort. Klinkt het niet als het ruisen van de zee, als de golven die op en af komen, net zoals op vakantie aan zee? Of klinkt het als het geluid van de wind die de bladeren van de bomen doet ritselen? Zo kun je een fantasie opbouwen over de meeste achtergrondgeluiden en ze gebruiken om je meer te ontspannen.
Als je je partner luidruchtig hoort ademen of andere geluiden hoort maken 's nachts, kun je in plaats van spanning op te bouwen, beter proberen je dankbaar te voelen en zelfs leren uitkijken naar deze geluiden om je te helpen te ontspannen en daardoor beter in slaap te vallen. Als je partner bijvoorbeeld bij elke uitademing een ploppend geluidje produceert, kies dan om er een fantasie rond te bouwen die je ontspant in plaats van je op te winden en met een bang gevoel de volgende geluidjes af te wachten. Stel je voor hoe je lichaam en geest vol zit met kleine ballonnetjes, gevuld met restjes spanning, en hoe bij elke plop die je hoort een ballonnetje stuk springt en spanning laat ontsnappen. Geniet ervan om bij elke plop je jezelf dieper te voelen wegzakken in de lakens, alsmaar meer ontspannen. Kijk zelfs uit naar de volgende plop om nog meer te ontspannen. En mogelijk val je in slaap voor je het weet.
Welke fantasie je ook maakt is niet belangrijk, het belangrijkste is dat je een gevoel van spanning of irritatie kunt omzetten naar een gevoel van comfort en ontspanning.
Het moet natuurlijk wel haalbaar zijn, om bijvoorbeeld een gesnurk van 90 Db om te buigen naar een ontspannende fantasie moet je wel een zenmeester zijn. Nochtans heb ik louter voor de proef het redelijk irriterend geluid van een mug gebruikt die rond mijn oren zoemde toen ik net in bed lag. Ik probeerde me voor te stellen welke positieve associatie dit in me wakker maakte, en toen dacht ik ineens aan een prachtig vioolconcerto van Tchaikovsky, hetgeen meerdere keren gebracht was op de Koningin Elisabeth wedstrijd. Hoe meer ik de mug hoorde, hoe sterker ik het muziek in mijn herinnering liet komen, en in plaats van me te ergeren aan het muggegezoem, was ik dankbaar voor de kans om van de vioolmuziek te kunnen genieten. Of de mug uiteindelijk weggevlogen is, en hoe lang het gezoem heeft geduurd, weet ik niet meer, ik was vertrokken naar dromenland.
Om een kort voorbeeldje over autosuggestie te beluisteren klik hier.
De gouden standaard om ernstig slaapapneute behandelen is CPAP, daar hebben we het al regelmatig over gehad. Je hebt misschien ook in de krant gelezen dat het universitair ziekenhuis in Antwerpen een nieuwe ingreep heeft ontwikkeld. Het moment is aangebroken om te kijken wat de eerste resultaten zijn.
De ingreep bestaat uit een operatie, waarbij een implantaat in de tong wordt aangebracht, met een verankering naar de binnenzijde van de kin. Zo wordt vermeden dan de tong tijdens de slaap naar achter zakt en de keelholte afsluit. Deze ingreep (met slechts 1 overnachting in het ziekenhuis) wordt sinds het begin van dit jaar uitgevoerd door het UZA-team onder leiding van NKO-arts Evert Hamans.
Nu zijn de resultaten van de opvolgingsonderzoeken van de eerste tien patiënten bekend. De patiënten vertoonden een grote verbetering van de afwijkingen en klachten, veroorzaakt door obstructief slaapapneu. Zo stelden de artsen vast dat de keelholte niet meer of veel minder dichtklapt. Het snurken en de overmatige slaperigheid overdag zijn aanzienlijk verminderd. Het individueel opspannen van het implantaat gebeurt twee weken na de ingreep onder plaatselijke verdoving.
Het innovatieve van de behandeling is dat de tong de keelholte niet meer afsluit tijdens de slaap en dat dit effect na implantatie nog verder aan te passen is. De restultaten die op deze manier werden bekomen, zijn beter dan die na andere heelkundige methoden, zegt het ziekenhuis.
Als een verlaagd zuurstofgehalte bij slaapapneu aan de basis kan liggen van een ontstekingsproces in je bloedvaten, dat op zijn beurt kan leiden tot hart- en vaatziekten, wat is dan het effect van behandeling met CPAP?
Onderzoekers uit Brazilië ondervonden dat behandeling van slaapapneu door toediening van lucht onder positieve druk (CPAP) de eerste tekens van aderverkalking lijkt te verbeteren.
We hebben in het vorige artikelhet verband gezien tussen slaapapneu en belangrijke aandoeningen zoals hartinfarkt en hersenbloeding, die veroorzaakt worden door slagaderverkalking.
Om dit te onderzoeken volgden Dr Luciano en zijn team de wanddikte van de halsslagaders, de bloeddruk en bloedtesten zoals CRP bij 24 mensen met ernstige slaapapneu. De helft kreeg CPAP, en de andere helft ontving geen behandeling, en dit gedurende 4 maanden.
Wat waren de resultaten? Bij wie geen behandeling kreeg, werden, hoe kan het anders, geen veranderingen bemerkt. In de CPAP groep zag men echter verminderingen in de dikte van de vaatwand van de halsvaten! Ook de bloedtesten zoals CRP en stresshormonen verminderden, wat de bevindingen van het vorige artikel ondersteunt. Verdere analyse van de resultaten gaf een verband aan van de verminderde wanddikte van de halsbloedvaten en het dalen van de stresshormonen in het bloed.
De verbetering van verkalkingen in de bloedvaten door CPAP toe te passen, is in zekere zin vergelijkbaar met de goede effecten van cholsterolremmers (statines) bij mensen met te hoge cholesterol, legt Dr. Drager aan Reuters Health uit. Terwijl statines de cholesterol doen dalen, laat CPAP de bloedtesten van ontsteking (CRP) en de stresshormonen dalen.
Om zeker te zijn dat dit effect optreedt bij alle mensen met slaapapneu is nog verder onderzoek nodig.
bron: Reuters Health Information 2007, Anthony J. Brown, MD, Am J Respir Crit Care Med 2007; 176: 706-712
Waarom verhoogt slaapapneu het risico voor hoge bloeddruk, verkalking van de bloedvaten, hartinfarct en hartverzwakking? Een Frans onderzoeksteam kwam op het idee om in het bloed van patiënten met ernstig slaapapneueen stof te meten die verband houdt met ontsteking: CRP. De waarde van deze stof verminderde wanneer CPAP (behandeling met positieve lucht via de neus) werd toegediend.
Zij stelden zich twee erg belangrijke vragen: Ten eerste, is de waarde van CRP verhoogd bij oudere personen bij wie nog geen diagnose is gesteld van slaapapneu? Ten tweede, geven deze verhoogde waarden een voorspelling voor het risico voor hart- en vaatziekten?
850 personen met een gemiddelde leeftijd van 67 jaar werden opgevolgd. Zij hadden geen hart- en vaatafwijkingen of slaapstoornissen. Hoge CRP waarden werden teruggevonden bij personen met ernstige obstructieve slaapapneu en bij wie 's nachts een verlaging van het zuurstofgehalte in het bloed doormaakte.
Een significant verband werd vastgelegd tussen deze CRP-waarden, de body mass index en de duur van de nachtelijke episodes met een verminderd zuurstofgehalte in het bloed. We kunnen besluiten dat deze merker voor ontsteking verhoogd is bij oudere mensen zonder aangetoond hart- en vaatlijden maar met klachten van obstructieve slaapapneu.
Volgens de auteurs van de studie suggereert dit dat het verlaagd zuurstofgehalte aan de basis kan liggen van een ontstekingsproces, dat op zijn beurt kan leiden tot hart- en vaatziekten. Ze bevelen een regelmatiger nazicht aan voor obstructieve slaapapneu bij personen vanaf de leeftijd van 65 jaar.
bron: Artsenkrant 9 oktober 2007, naar een congres in Stockholm op 15-19 september, European Respiratory Society. Roche F et al.
Een snurkende partner is inderdaad een huizenhoog probleem. Het aantal geproduceerde decibels is dikwijls vergelijkbaar met een zaagmachine, dit kan namelijk oplopen tot 95 decibel. Steek dan maar oordopjes in, of verander van kamer hoor je wel eens zeggen, maar niet iedereen heeft zoveel kamers op overschot en welke oordopjes houden 90 decibel tegen?
Het moeilijkste is om je partner ervan te overtuigen dat er iets aan moet gebeuren, hij (of zij) merkt er immers niets van. Zelfs al is de slaap van een snurker erg onderbroken, doet hij adembenemende ademstilstanden, valt hij overdag om de haverklap in slaap, zelfs dan denkt hij dat er met zijn slaap niets mis is. Om 's morgens nog te weten dat je 's nachts bent wakker geweest, moet je immers meer dan 5 tot 6 minuten wakker blijven, anders vergeet je het gewoon.
Wat kun je doen? Eerst moet je zien uit te sluiten of er sprake is van slaapapneu (snurken, ademstilstanden en slaperigheid overdag). Heb je dikwijls de neiging om je partner aan te stoten om hem aan het ademen te krijgen, laat dan het artikel snurken is niet altijd onschuldiglezen. Slaapapneu moet worden behandeld en het snurken is dan in een moeite een stuk beter. Zelfs dan zijn veel mensen moeilijk te overtuigen om een slaaponderzoek te ondergaan. Alle hulp, en zeker die van je huisarts is erg welkom. Om de drempel voor een slaap- waakonderzoek te verlagen kun je naar de video slaap- waaklabo'kijken.
Is er geen sprake van slaapapneu, dan is een raadpleging bij een neus-keel- oorarts aangewezen. Sommige vormen van snurken kunnen onder plaatselijke verdoving worden behandeld. In andere gevallen zijn grotere ingrepenmogelijk. Daarnaast kan soms een behandeling tegen allergie (als allergie aanwezig is) baat brengen, ook een aangepast mondstuk behoort tot de mogelijkheden. Als je merkt dat je partner alleen in ruglig snurkt, kan de tennisbaltruc worden toegepast: je naait een tennisbal in de rugzijde van de pyjama, zodat de snurker niet op de rug kan liggen en wel op zijn zij moet draaien. Simpele oplossingen liggen niet voor het rapen, je moet er echt wat tijd en moeite in steken.
Als je partner niet wil geloven hoe erg het geproduceerde geluidniveau is, neem dan een geluidsopname of misschien nog beter, maak er een filmpje van. Het punt is dat gewoon klagen tegen je partner niets uithaalt, trouwens die kan zijn snurken niet zomaar veranderen. Je moet het op een rustige, maar volhardende manier aanpakken, zonder op het schuldgevoel te werken. Je kunt bijvoorbeeld het principe van geweldloze communicatie proberen toe te passen: je vraagt aan je partner of hij even tijd heeft om met je te praten en dan vertel je hem in je eigen woorden het volgende: 1. Ik slaap niet door het geluid van het snurken. (waarneming) Zeg dit op een neutrale manier, niet beschuldigend. 2. Door het gebrek aan slaap voel ik me moe, prikkelbaar, en kom ik niet tot veel. (gevoel) Maak duidelijk wat voor jouw de gevolgen zijn. 3. Ik heb behoefte aan meer slaap. (behoefte) 4. Kunnen we samen nagaan of een verbetering mogelijk is? (verzoek)
Kortom, er zijn wel mogelijkheden, maar het belangrijkste is het overtuigen van je partner om er iets aan te doen.
Meer info over snurken en de mogelijke behandelingen, zie op de website van het UZA, dienst neus- keel- oorziekten.