Enquête slapeloosheid, maak kans op een kistje champagne
23-05-2007
Enquête en wedstrijd!
Neem deel aan een korte enquête over slapeloosheid en maak kans om een kistje lekkere champagne te winnen. Onder de deelnemers wordt door een onschuldige hand 2 kistjes verloot... De winnaars worden bij het afsluiten persoonlijk op de hoogte gebracht.
Het is niet duidelijk of slapeloosheid op zich erfelijk is. Als je bemerkt dat meerdere mensen in jouw familie klachten over de slaap hebben, wil ik je graag uitnodigen om te reageren op dit bericht.
Er zijn wel flink wat aandoeningen die erfelijk zijn en die op hun beurt slaapproblemen kunnen geven. Ik denk zo aan rusteloze benen(voor 30% door erfelijkheid), astma, overgewicht en nog vele andere. Ook of je een kort- of langslaper bent kan mogelijk erfelijk bepaald zijn.
Verkeerde slaapgewoontenworden dikwijls onbewust doorgegeven en dit geeft dan een beeld alsof het erfelijk zou zijn. Ik denk aan koffiegebruik, laat in de avond eten, in bed tv kijken of lezen.
Bij kinderen kunnen slaapproblemen soms in de hand gewerkt worden wanneer je als ouder 's nachts teveel aandacht geeft als je kind wakker wordt. De manier waarop je als ouder reageert heeft dan weer te maken met wat je zelf als kind geleerd hebt. Ook op deze manier kan de indruk ontstaan dat het slaappatroon erfelijk is.
Mogelijk kunnen slaapproblemen toch in families voorkomen, los van ziekten, verkeerde gewoonten of aangeleerd slaapgedrag. Ik ben benieuwd naar jullie reacties en ik zal uiteraard niet nalaten het resultaat te bespreken in een volgend bericht.
Tip: blog van psycholoog Roland Rogiers: http://blog.seniorennet.be/jekananders/ Deze blog is gebaseerd op een erg gebruiksvriendelijk zelfhulpboek voor mensen met depressieve klachten. Hoe kan ik mij beter voelen door het piekeren aan te pakken en door mijn 'doen' te veranderen? Via duidelijke informatie, tips en met de hulp van een cd wordt de weg getoond om er zelf iets aan te doen. Deze gedragstherapeutische benadering door een doorwinterde proffesional als Roland Rogiers is een echte aanrader, ook voor mensen met slaapproblemen die het piekeren niet voldoende onder controle krijgen.
Het algemeen welbevinden lijdt onder slapeloosheid, je voelt je meer vermoeid, het humeur wordt er niet beter op, je bent meer prikkelbaar, het geheugen en het denkvermogen functioneren minder goed.
Dit heeft dan weer invloed op de relaties met de mensen rondom jou, je partner kan er onder lijden, maar ook de collegas op het werk.
Daarnaast zitten we met het probleem van veiligheid. Slaperigheid is de oorzaak van heel wat ongevallen. Onlangs is de scheepsramp van de Herald of Free Enterprise van 20 jaar geleden terug in het nieuws geweest. De verantwoordelijke voor het sluiten van de deuren lag in zijn kajuit te slapen op het moment dat het schip uitvoer en snelheid maakte. Iemand die uitgerust is heeft geen nood aan dutjes overdag en wordt op tijd wakker als er belangrijk werk aan de winkel is.
We kennen allemaal het milieudrama dat door de Exxon Valdez in 1989 veroorzaakt werd aan de kust van Alaska. Het schip liep vast, scheurde open, en miljoenen liters olie stroomden de zee in. In het eindrapport van de onderzoekscommissie werd gesteld dat slaapgebrek de zeer waarschijnlijke oorzaak van het ongeluk was.
Tijdens een onderzoek in de VS gaf 23 procent van de ondervraagden toe dat ze het afgelopen jaar wel eens in slaap waren gevallen achter het stuur. Is het dan een verrassing dat slaapgebrek een grote rol speelt bij veel ongelukken? Ongeveer 10 procent van de verkeersongevallen met motorvoertuigen is te wijten aan vermoeidheid.
,,Slaperigheid is een zeer frequente oorzaak van verkeersongevallen'', zegt Prof. dr. D. Pevernagie, voorzitter van BASS, in een mededeling. Typisch zijn kop-staartaanrijdingen in files en het verlaten van het rijvak, zoals bij het ongeval in Würzburg.
Grote rampen hebben hun beginmoment vaak tussen drie en vier uur 's nachts. Dat moment wordt het 'dodenuur' genoemd: het kritische moment waarop de hersenen van bijna alle mensen op automatische piloot overgaan en waarop microslaapjes voorkomen. (Prof. dr. J. Verbraecken)
Microslaapjes duren nauwelijks drie tot tien seconden. ,,Zeker als het donker is zijn mensen vatbaar voor die microslaapjes. Die komen bij bijna iedereen voor en zijn niet weg te trainen. Onze lichaamstemperatuur daalt dan gewoon naar een dieptepunt. Onze biologische klok is zo ingesteld.
,,Erger wordt het als de bestuurder lijdt aan een slaapstoornis, zoals bijvoorbeeld slaapapneu'', zegt Prof. Verbraecken. Dergelijke slaapstoornissen en het gebruik van slaapmiddelen doen het risico met factor 6 à 7 toenemen. ,,Bij deze mensen is medische controle en slaaponderzoek dan ook vereist'', aldus Prof. Verbraecken.
Die pleit daarom voor een slaaptest voor risicoberoepen als vrachtwagen- en buschauffeurs. Ook wie kernfuncties heeft binnen een bedrijf, ''zoals mensen die in de controlekamer van een kerncentrale of een petrochemische fabriek werken'', zouden aan zon slaaptest onderworpen moeten worden om na te gaan of zij al dan niet lijden aan een slaapstoornis.
Bron laatste 5 paragrafen van deze tekst: De Standaard, 29 januari 2007.
Op 9 mei werd het vernieuwde UZA-slaapcentrum officiëel geopend, dit was een fantastische kans om de laatste ontwikkelingen op het gebied van slaaponderzoek te vernemen.
Ongeveer één man op twee snurkt, maar ook vrouwen hebben er last van, bijna één op zeven. Snurken wordt veroorzaakt door het trillen van de slijmvliezen in de keelholte. Het geluidsniveau kan gaan tot 95 dB. Dat is even luid als een zaagmachine!
Als je erg luidruchtig snurkt, kan dat wijzen op het slaapapneusyndroom (zie meer over stap 1: slaapapneu). Dat blijkt zo bij 37 procent van de snurkers en bij 56 procent van de snurkers met overmatige slaperigheid overdag. Let op, bij mensen die zich op de raadpleging aanboden met enkel overmatige slaperigheid overdag zonder snurken, werd bij 43 procent het slaapapneusyndroom gevonden! We kunnen stellen dat gemiddeld één op 20 volwassen personen lijdt aan het slaapapneusyndroom. (Prof. Dr. J. Verbraecken)
De gevolgen van het slaapapneusyndroom zijn niet te onderschatten: 1. overmatige slaperigheid overdag met kans op ongevallen op het werk of in het verkeer. 2. complicaties zoals hoge bloeddruk, verkalking kransslagaders, beroertes, hartritmestoornissen. 3. stoornissen in de suiker- en vet-huishouding: suikerziekte en lage goede cholesterol (HLD-C) (Prof. Dr. W. De Backer)
Bij mensen met matig tot ernstig slaapapneu staat continue positieve druk (CPAP) bovenaan de behandelingslijst. Zie ook video slaaponderzoek. Bij deze behandeling wordt gewone kamerlucht met lichte overdruk via een masker, door de neus in de luchtweg geblazen. Deze overdruk, die iets hoger is dan de luchtdruk, voorkomt dat de luchtweg afsluit en/of dat je nog snurkt. Indien je meer dan 20 adempauzes per uur slaap hebt, en indien je daardoor een gestoord slaappatroon hebt, wordt deze behandeling terugbetaald door het ziekenfonds.
Om het snurken te verhelpen bestaan er verschillende mogelijkheden. Eenvoudige snurkers kunnen geholpen worden met 'radiofrequentieablatie' van het verhemelte: daardoor verkleint het verhemelte en wordt het ook steviger, zodat minder trillingen optreden. Daarnaast bestaan er nog andere eenvoudige ingrepen onder plaatselijke verdoving die eveneens tot doel hebben de slijmvliezen korter en stijver te laten worden, zodat minder trillingen ontstaan. Stevige snurkers en lichte vormen van slaapapneu kunnen geholpen worden door een keeloperatie (UPPP) waardoor de keelholte vergroot.
Ingrepen ter hoogte van de neus zijn vooral bedoeld om de doorgankelijkheid van de neus te verbeteren, de snurkintensiteit vermindert echter maar met 10 decibel! Ondanks deze beperkte resultaten kan een neusoperatie nodig zijn om minder met de mond open te slapen. Zo wordt het naar achter vallen van de tongbasis verbeterd, en als de lucht vrij in de neus kan passeren worden de neusreceptoren beter gestimuleerd. Dat heeft dan weer een gunstig effect op het openhouden van de bovenste luchtweg.
Een andere mogelijkheid is een mondprothese die tijdens de slaap de onderkaak stabiliseert en de keelholte openhoudt. Daarnaast worden nieuwe techniekenontwikkeld om te voorkomen dat de keelholte blokkeert ter hoogte van de tongbasis. (Prof. Dr. P. Van de Heyning)
bronnen: Mag'UZA dossier nr 11: Slaapstoornissen voordrachten UZA 9 mei 2007
Rusteloze benen, officieel 'Restless legs syndrome (RLS)' genoemd is een aandoening die vooral gekenmerkt wordt door een onweerstaanbare en dringende drang om de benen te bewegen. Je ondervindt een onaangenaam branderig, kriebelig gevoel of een gevoel van ongemak in de benen, maar het is gelukkig zelden pijnlijk. Deze klachten treden vooral op bij het slapengaan en 's nachts, en verbeteren bij beweging. Deze problemen kunnen zich ook overdag voordoen, tijdens het zitten.
Het komt meer voor bij het ouder worden, en meer bij vrouwen dan bij mannen. Het komt bij ongeveer 10% van de jongere personen voor en bij 27% van de 65-plussers. Zwangere vrouwen klagen er ook dikwijls van. Mensen met nierproblemen, ijzertekort, zenuwontsteking, rheuma of de ziekte van Parkinson hebben er ook meer last van. In heel veel gevallen is de oorzaak echter onbekend. Recent is aan het licht gekomen dat de belangrijkste oorzaak van RLS een ijzergebrek ter hoogte van de hersenen is. Dit tekort is niet altijd zichtbaar in het bloed!
Om de diagnose te stellen is vooral een ondervraging (zie criteria) naar de klachten van groot belang. Daarnaast kan het ijzergehalte in het bloed worden nagekeken en eventueel een onderzoek in het slaap- waaklaboworden uitgevoerd.
De aanpak van RLS bestaat in de eerste plaats uit niet-medicamenteuze maatregelen. Geneesmiddelen die RLS kunnen verergeren moeten in de mate van het mogelijk worden vemeden en een bestaand ijzertekort moet worden gecorrigeerd.
In geval van ernstige klachten kan een medicamenteuze behandeling overwogen worden. We kiezen dan best voor een dopamine-agonist (b.v. pramipexol of ropinirol).
Maar wat kunnen we zelf doen? Volgende maatregelen kunnen de klachten verbeteren:
1.Het is belangrijk te weten dat RLS geen teken is van een levenbedreigende onderliggende ziekte. 2.Stop met roken. 3.Vermijd koffie vlak voor het slapengaan. 4.Drink best niet meer dan twee glazen alcohol per dag. 5.Zorg voor voldoende lichaamsbeweging overdag. 6.Neem een warme bad of douche voor het slapengaan. 7.Massage, ontspanningsoefeningen of yoga kunnen helpen. 8.Wandelen of rekoefenigen voor het slapen.
Ik wil graag een tip meegeven van een bezoeker van mijn blog:
'Ik leed sinds jaren aan slapeloosheid , tengevolge van rusteloze benen. Nu heb ik ondervonden dat als ik een tijdje op een hometrainer fiets, voor mij is dat een half uur, zonder weerstand welliswaar, en direkt mijn beddeke induik, ik slaap als een roos. Ik heb dat aan mijn huisarts verteld, en bij sommige patiënten lukt het nu ook!!!'
Meestal begint een slaapprobleem nadat je enkele nachten niet goed geslapen hebt. Er zijn spanningen, je ligt over het werk te piekeren of je hebt ruzie met je partner ... Ook angsten liggen dikwijls aan de basis van slaapproblemen.
Een vicieuze cirkel ontstaat als je, na een paar slechte nachten, s avonds naar bed gaat met een gevoel van ongerustheid, de angst om weer niet goed in slaap te kunnen vallen. Je voelt je moe en je wilt absoluut snel en goed slapen, want je wilt de volgende dag goed uitgerust zijn. Je kijkt naar de klok en je denkt: Ja, ik lig alweer een uur in bed en nog altijd voel ik geen slaap komen! Uiteraard lukt het slecht om in deze omstandigheden in slaap te vallen. Hoe meer moeite je ervoor doet, des te minder het lukt. De oorspronkelijke oorzaken van slecht inslapen kunnen verdwenen zijn, maar je zit intussen opgescheept met een opbouw van spanning die niets meer te maken heeft met die eerste problemen. Het bed en de slaapkamer worden hoe langer hoe meer een plaats van strijd en frustratie in plaats van een oord van rust, comfort en uitnodiging tot slaap.
Conditionering treedt op na ongeveer drie weken slecht slapen. Door te blijven piekeren of door slechte gewoonten krijgt het bed dan alsmaar meer de betekenis van de plaats waar ik wakker lig. Dat maakt je gespannen, waardoor de kans kleiner wordt dat je snel inslaapt.
Het principe van conditionering werd ontwikkeld door Pavlov: hij ontdekte dat honden al begonnen te kwijlen als ze de verzorgster in witte schort zagen die het eten bracht. Om dat verder te onderzoeken liet Pavlov elke keer voor het eten een bel rinkelen. Na een tijd gingen de honden al kwijlen bij het rinkelen van de bel, zelfs als ze geen eten kregen.
We moeten dus zien te bekomen dat het bed terug de prikkel tot slaperigheid uitlokt.
Door middel van stimuluscontrole kunnen we deze conditionering doorbreken en aan de stimulus bed zijn oorspronkelijke betekenis van plaats van rust en comfort teruggeven.
Als je na ongeveer 20 minuten niet in slaap bent, moet je opstaan en naar een andere kamer gaan om je te ontspannen. Je kunt bij voorkeur op voorhand afspreken wat het ontspannende gedrag zal zijn, zo hoef je dat niet op het slapeloze moment zelf te verzinnen. Kies best iets saais waar je slaperig van wordt, zoals een stripboek lezen, strijken, postzegels sorteren, een magazine doorbladeren...
Je gaat terug naar bed na ongeveer een half uur, als je je slaperig voelt. Lukt het inslapen na 20 minuten nog niet, dan wordt de procedure herhaald. Stimuluscontrole probeert dus opnieuw de link tussen slaap en bed te leggen.
In een grote analyse van 23 studies werd nagegaan wat het effect was van gedragsmatige behandelingen zoals relaxatie en cognitieve gedragstherapie bij slapeloosheid. Dit artikel verscheen in Health Psychology in 2006. De auteurs beschrijven een matige tot grote verbetering in de slaapkwaliteit, duur van in slaapvallen en wakker worden na inslapen.
In een andere grote analyse werd nagegaan wat de voor- en nadelen waren van het gebruik van slaapmiddelen in de kortdurende aanpak van slapeloosheid bij ouderen (BMJ 2005). De auteurs komen tot het besluit dat hoewel er een klein positief effect is van slaapmiddelen op de slaap bij ouderen, dit mogelijk voordeel niet opweegt ten opzichte van het verhoogd risico op vallen en verminderde intellectuele prestaties. Zij besluiten dat ook in deze leeftijdsgroep de voorkeur uitgaat naar de niet-medicamenteuze strategieën omdat deze bewezen effectief zijn en minder risico's vertonen.