Op 9 mei werd het vernieuwde UZA-slaapcentrum officiëel geopend, dit was een fantastische kans om de laatste ontwikkelingen op het gebied van slaaponderzoek te vernemen.
Ongeveer één man op twee snurkt, maar ook vrouwen hebben er last van, bijna één op zeven. Snurken wordt veroorzaakt door het trillen van de slijmvliezen in de keelholte. Het geluidsniveau kan gaan tot 95 dB. Dat is even luid als een zaagmachine!
Als je erg luidruchtig snurkt, kan dat wijzen op het slaapapneusyndroom (zie meer over stap 1: slaapapneu). Dat blijkt zo bij 37 procent van de snurkers en bij 56 procent van de snurkers met overmatige slaperigheid overdag. Let op, bij mensen die zich op de raadpleging aanboden met enkel overmatige slaperigheid overdag zonder snurken, werd bij 43 procent het slaapapneusyndroom gevonden! We kunnen stellen dat gemiddeld één op 20 volwassen personen lijdt aan het slaapapneusyndroom. (Prof. Dr. J. Verbraecken)
De gevolgen van het slaapapneusyndroom zijn niet te onderschatten: 1. overmatige slaperigheid overdag met kans op ongevallen op het werk of in het verkeer. 2. complicaties zoals hoge bloeddruk, verkalking kransslagaders, beroertes, hartritmestoornissen. 3. stoornissen in de suiker- en vet-huishouding: suikerziekte en lage goede cholesterol (HLD-C) (Prof. Dr. W. De Backer)
Bij mensen met matig tot ernstig slaapapneu staat continue positieve druk (CPAP) bovenaan de behandelingslijst. Zie ook video slaaponderzoek. Bij deze behandeling wordt gewone kamerlucht met lichte overdruk via een masker, door de neus in de luchtweg geblazen. Deze overdruk, die iets hoger is dan de luchtdruk, voorkomt dat de luchtweg afsluit en/of dat je nog snurkt. Indien je meer dan 20 adempauzes per uur slaap hebt, en indien je daardoor een gestoord slaappatroon hebt, wordt deze behandeling terugbetaald door het ziekenfonds.
Om het snurken te verhelpen bestaan er verschillende mogelijkheden. Eenvoudige snurkers kunnen geholpen worden met 'radiofrequentieablatie' van het verhemelte: daardoor verkleint het verhemelte en wordt het ook steviger, zodat minder trillingen optreden. Daarnaast bestaan er nog andere eenvoudige ingrepen onder plaatselijke verdoving die eveneens tot doel hebben de slijmvliezen korter en stijver te laten worden, zodat minder trillingen ontstaan. Stevige snurkers en lichte vormen van slaapapneu kunnen geholpen worden door een keeloperatie (UPPP) waardoor de keelholte vergroot.
Ingrepen ter hoogte van de neus zijn vooral bedoeld om de doorgankelijkheid van de neus te verbeteren, de snurkintensiteit vermindert echter maar met 10 decibel! Ondanks deze beperkte resultaten kan een neusoperatie nodig zijn om minder met de mond open te slapen. Zo wordt het naar achter vallen van de tongbasis verbeterd, en als de lucht vrij in de neus kan passeren worden de neusreceptoren beter gestimuleerd. Dat heeft dan weer een gunstig effect op het openhouden van de bovenste luchtweg.
Een andere mogelijkheid is een mondprothese die tijdens de slaap de onderkaak stabiliseert en de keelholte openhoudt. Daarnaast worden nieuwe technieken ontwikkeld om te voorkomen dat de keelholte blokkeert ter hoogte van de tongbasis. (Prof. Dr. P. Van de Heyning)
bronnen: Mag'UZA dossier nr 11: Slaapstoornissen voordrachten UZA 9 mei 2007
|