Wanneer je slaapt zijn je hersenen het meest actief tijdens de droomslaap, zo dachten we toch, dat blijkt namelijk niet zo te zijn. Luikse onderzoekers toonden aan dat tijdens de diepe slaap de hersenactivitiet niet vermindert, maar dat bepaalde specifieke hersenzones een hogere voorbijgaande en zich herhalende activiteit vertonen. Meer info over slaapfasen: klik hier.
De diepe slaap (non-REM) treedt op bij het begin van de nacht, terwijl de droomslaap (REM) vooral tegen de ochtend voorkomt. De diep slaap wordt meestal als een rustperiode beschouwd waarbij de hersenen kunnen recupereren na hun intense activiteit overdag. Beeldvorming van de hersenen heeft immers aangetoond dat de hersenactiviteit tijdens de diepe slaapfase minder intens is dan tijdens de wakkere periode.
Een onderzoeksteam onder leiding van Dr. Thanh Dang-Vu en Prof. Pierre Maquet (Cyclotron en dienst neurologie van de ULg) heeft aangetoond dat de hersenactiviteit in feite sterk beïnvloed wordt door spontane trage ritmes die de werking van de hersencellen tijdens de diepe slaap beheren.
"REM-slaap wordt beschouwd als een zeer actieve toestand met een verhoogd glucose- en zuurstofverbruik, een toegenomen doorbloeding van de hersenen, en waarbij de mentale activiteit tot dromen leidt en tot al wat met de droomwereld te maken heeft"¸ zegt Pierre Maquet, onderzoeksdirecteur in het centre de recherche du Cyclotron (Luik). "Bij de mens daarentegen werd de trage slaapfase steeds geassocieerd met een verlaagd endergieniveau van de hersenstoswisseling. Dit aspect van de trage slaap bij de mens kwam niet overeen met hetgeen gekend was over de trage slaap bij dieren. Wanneer in de hersenschors van een slapende kat elektroden geplaatst worden, zien we dat de gemiddelde ontladingsactiviteit van de zenuwcellen niet erg verschillend is van die tijdens de waakfase, maar dat ze een ander tijdspatroon vertoont. In plaats van een constante activiteit gaat het om een gepulseerde activiteit met trage trillingen, die alle andere trage slaapritmen beheert."
Door de combinatie van verfijnde scanners en EEG hebben de Luikse onderzoekers deze hogere voorbijgaande activiteit tijdens de trage slaap in het licht gesteld. Ze scanden jonge gezonde personen met een normaal slaappatroon tijdens het eerste deel van de nacht, met de meeste periodes van diepe slaap. Zo konden ze zones aantonen met een significant hogere activiteit die telkens met een trage golf op het EEG overeenstemde. "De trage slaap die we bij dieren reeds kenden komt dus volledig overeen met die bij de mens. Het is niet langer een toestand waarbij de hersenen hun activiteit sterk verminderen, zich van de wereld afsnijden en hun bewustzijn van de buitenwereld op een laag pitje zetten... Het is een toestand waarbij de hersenactiviteit in de tijd anders georganiseerd is, met trage trillingen en om de seconde een impuls."
Micro-ontwaakperiodes Met activatie van zones zoals de hersenstam, die meestal in verband gebracht wordt met het wakker zijn en met het ontwaken, kunnen deze diepeslaaptrillingen in feite beschouwd worden als 'micro-ontwaakperiodes' tijdens dewelke de hersenen cruciale functies kunnen vervullen, zelfs tijdens de diepste slaap.
Zijn de activiteitsimpulsen verschillend bij slaaptekort? Deze vraag staat bij de Luikse onderzoekers op het programma. In een samenleving waar de slaaptijd in gevaar komt, is het antwoord op deze vraag van cruciaal belang. "Volgens een recente peiling in de Verenigde Staten zouden de Amerikanen gemiddeld zes uur per nacht slapen tijdens de week, en zeven uur en een half tijdens het weekend. Alleen het verschil tussen beide slaaptijden bewijst dat de mensen tijdens de week een zeker slaaptekort opstapelen, maar vooral dat ze gemiddeld een uur minder lang slapen dan hun grootouders. Te weinig slaap verstoort echter niet alleen de cognitieve vaardigheden, maar heeft wellicht ook een invloed op het geheugen. Dit is vooral nadelig voor kinderen en adolescenten tijdens het leerproces. Het gaat echter niet alleen over de hersenfunctie, aangezien slaaptekort ook negatieve effecten heeft op de suikerstofwisseling bijvoorbeeld. Indien een gezonde, magere persoon gedurende zeven dagen te weinig slaapt, bevindt hij zich in een pre-diabetische toestand. Rekening houdend met de pandemie van diabetes en obesitas, moeten we ons daar toch grote zorgen over maken. Slaap mag zeker niet als tijdsverlies beschouwd worden, maar kan ons wel degelijk tijd doen winnen, met een hogere productiviteit, meer cognitieve vaardigheden en ook een beter geheugen. De huidige tendens streeft naar een activiteit van 7 dagen/7, 24u/24, met een permanente blik op de computer voor binnenkomende e-mails… We weten echter niet of onze genen in staat zijn om zo'n belangrijk slaaptekort te verwerken", concludeert Pierre Maquet.
bron: Artsenkrant Nr. 1951 - 24.10.2008; Martine Versonne PNAS 2008;105(39):15160-5
|