Je bent nog maar net lekker weggedoezeld en plots wordt je uit je slaap gerukt door de schrille schreeuw van je kind. Slaapdronken en ongerust stommel je zijn slaapkamer binnen en je ziet je kind rechtop zitten in bed, heel angstig, zwetend, de ogen opengesperd, met bonkend hart en een snellere adem dan je gewend bent. Hij kan je niet of slechts vaagweg vertellen waarom hij angstig is. Dit noemen we een nachtelijke paniekaanval, nachtangst of pavor nocturnus.
Als je dit niet kent komt het erg verontrustend over. Je kunt je kind niet goed wekken en even plotseling als de nachtangst optreedt, verdwijnt hij en je kind slaapt gewoon verder. De volgende ochtend herinnert je kind zich niets meer van het voorval.
Het gaat om een plots gedeeltelijk ontwaken uit de diepe slaap (stadium 3 en 4), zodat je kind niet goed kan worden gewekt en ook niet echt reageert op je tussenkomst. Als hij al gewekt kan worden, is hij in de war en weer niet goed waar hij is of wat er gebeurt. Nachtangst heeft niets te maken met dromen, of een nachtmerrie vermits dromen tijdens de remslaap optreden.
Alleen jonge kinderen, tussen 18 maanden en 6 jaar hebben er last van, maar het kan tot 12 jarige leeftijd optreden. Je kind wordt erg angstig en huilend wakker, met een uitdrukking van intense angst op het gezicht. Vage herinneringen kunnen zijn: 'Het ging mij pakken' of 'Het zit achter me aan'. De nachtangst duurt gelukkig erg kort, hooguit enkele minuten en is bijna altijd vóór middernacht of tijdens de eerste 3 uur van de slaap.
Uitlokkende factoren kunnen angst of spanningen zijn, maar ook koorts, trauma of medicijnen kunnen het uitlokken. Soms is het erfelijk. Hoe het echt ontstaat is niet duidelijk, maar het heeft te maken met een overstimulatie van het zenuwstelsel tijdens de diepe slaap, die immers intenser is en langer duurt bij jonge kinderen.
Als de angstaanvallen dikwijls voorkomen is een onderzoek bij de specialist geen overbodig luxe, epilepsie of andere medische aandoeningen worden dan uitgesloten. Ga verder na of je kind een gepast en regelmatig slaap- waakpatroon heeft, want bij slaaptekort gebeurt een inhaal diepe slaap, wat de aanval kan uitlokken.
Al wat je hoeft te doen is rustig blijven en je kind steun en geruststelling bieden. Je hoeft je kind niet te wekken en kom er 's morgens niet op terug want je kind kan er zich toch bijna niets van herinneren. Met het ouder worden verdwijnen deze vervelende klachten vanzelf. Het enige wat je preventief kunt doen is zorgen voor een goede slaaphygiëne (geen stimulerende drankjes of activiteiten voor het slapengaan), een rustig bedtijdritueel en bij ouderen kinderen aangepaste relaxatie- of autosuggestieoefeningen.
Gelukkig komt nachtangst niet zo erg vaak voor, namelijk minder dan 4% van de kinderen heeft last van nachtangst. Mildere vormen komen vaker voor, en moeten niet anders worden behandeld.
bron: Karen Spruyt, Slaapproblemen bij kinderen, Lannoo 2006.
|