Wie tijdens de week minder dan zes uur per nacht slaapt, loopt bijna vijf keer meer risico op het ontwikkelen van glucose-intolerantie dan langere slapers.
Kan de slaapduur het risico op glucose-intolerantie voorspellen? Lisa Rafalson en haar team van de universiteit van Buffalo (New York) volgden zes jaar lang 1.455 deelnemers op van de Western New York Study. Bij 91 van hen evolueerde de nuchtere suikerwaarde van minder dan 100 mg/dl bij aanvang van de studie in 1996-2001 naar 100-125 mg/dl tijdens de follow-up in 2003-2004.
De onderzoekers deelden die patiënten en 273 controlepersonen in volgens hun slaapduur tijdens de week: kortslapers (minder dan zes uur), langslapers (meer dan acht uur) en matige slapers (tussen zes en acht uur). Na correctie voor verscheidene variabelen stelden ze een significante toename vast van het risico op glucose-intolerantie bij de kortslapers vergeleken met de matige slapers. Ten opzichte van die laatste groep vertoonden de langslapers geen link met een verstoorde nuchtere bloedsuikerwaarde.
"We hebben geen weet van een genetische aanleg voor slaapstoornissen die onze resultaten kan verklaren", preciseerde Lisa Rafalson op de 49ste bijeenkomst van de American Heart Association over epidemiologie en preventie van cardiovasculaire aandoeningen (van 11 tot 14 maart 2009 in Florida). "Waarschijnlijker is dat een wisselwerking van hormonen met het zenuwstelsel een rol speelt in de associatie slaapstoornis/glucose-intolerantie."
In een andere studie die in Florida werd voorgesteld, ontdekten onderzoekers een link tussen slaapduur en risico op hoge bloeddruk bij vrouwen. Door het aantal uren slaap te vergelijken bij 3.027 personen van middelbare leeftijd (43,5% mannen en 56,5% vrouwen), stelden ze vast dat vrouwen die weinig slapen (minder dan zes uur) een significant groter risico lopen op hypertensie dan zij die tussen zes en acht uur per nacht slapen. Voor mannen geldt dit verband niet. Het effect van de slaap was overigens duidelijker bij vrouwen voor de menopauze dan bij dames die al in de menopauze zaten. Bijkomend onderzoek moet deze bevindingen bevestigen.
Een derde studie voorgesteld op het congres betrof 967 leerlingen (9-14 jaar) en toont aan dat de slaapkwaliteit samenhangt met het risico op obesitas bij kinderen. De onderzoekers maten en wogen de leerlingen en verzamelden informatie over hun slaapkwaliteit (vaak, soms, nooit slaapproblemen). Uit de resultaten blijkt dat 22% kampte met overgewicht en dat 10,3% obees was. 36% had vaak slaapproblemen en vergeleken met zij die er nooit of soms mee te maken hadden, liepen de slechtste slapers 62% extra risico op obesitas. Ook hier is verder onderzoek vereist.
Bron: Artsenkrant, Nr. 1987 - 24.03.2009, Martine Versonne
|