Mensen met slaapapneu kampen vaker met slaperigheid overdag, hebben een langere reactietijd en een verminderde waakzaamheid. Het gaat dus om een significante risicofactor. Dat bleek op het lentesymposium van de Belgian Assocation for the Study of Sleep dat zich boog over het verband tussen slaap en verkeersongevallen, zo meldt artsenkrant.
Vier procent van de volwassen bevolking lijdt aan slaapapneu. Hoe herken je die mensen? "Meestal klagen ze over snurken, een verstoorde en niet verkwikkende slaap en slaperigheid overdag. Dat laatste symptoom uit zich soms door vermoeidheid, aandachtsstoornissen, vergeetachtigheid en concentratieproblemen. Maar sommige patiënten consulteren ons alleen omdat hun partner zegt dat ze snurken en ophouden met ademen", zegt Prof. Daniel Rodenstein, pneumoloog in het centrum voor slaapgeneeskunde van het universitair ziekenhuis Saint-Luc in Brussel.
Een ongeval op de tien zou het gevolg zijn van slaperigheid, concentratieverlies of onoplettendheid, deels veroorzaakt door slaapapneu. "De grootste risicofactor voor verkeersongevallen is slaaptekort. We slapen nu meer dan een uur minder dan 50 of 100 jaar geleden. Mensen die minder dan vijf uur slapen, hebben veel vaker verkeersongevallen, zonder dat ze ziek zijn. De tweede factor zijn ziekten, waaronder slaapapneu, dat heel vaak voorkomt. Narcolepsie is heel zeldzaam (vijf personen op de 10.000) maar vormt ook een risicofactor. En ook de inname van bepaalde drugs of geneesmiddelen zoals slaapmiddelen, anti-allergische medicatie en opioïde pijnstillers. Als de arts slaapmiddelen voorschrijft, moet hij de patiënt op dat probleem wijzen."
Slaapapneu bij volwassenen is te wijten aan overgewicht en tabaksgebruik. "In de meeste studies waarin men apneupatiënten vergeleek met een controlegroep hield men rekening met het lichaamsgewicht en hadden de apneupatiënten meer verkeersongevallen dan de anderen", legt de longarts uit. De eerste studie over dit verband dateert van 1988 en toonde al aan dat patiënten met slaapapneu zeven keer meer risico liepen op een ongeval. Ze hebben ook significant meer ongevallen op het werk en thuis.
Wat het gewicht betreft: elke persoon die problemen heeft om zich te bewegen, zal meer ongevallen hebben dan de anderen. Maar zelfs nu overgewicht een heuse epidemie wordt, komen er meer niet-obesen naar de raadpleging, zegt Daniel Rodenstein. "Komt dat omdat er meer mensen zijn met slaapapneu of omdat de mensen meer consulteren omdat het probleem beter gekend is?"
Na een behandeling met positieve luchtdruk (CPAP) daalt het aantal ongevallen bij mensen met slaapapneu gelukkig significant. Het verhoogde risico verdwijnt dan volledig.
"Verkeersongevallen blijven zeldzaam en we willen deze patiënten dus niet verbieden om met de auto te rijden. Ze moeten kunnen rijden op een veilige manier, voor zichzelf en voor de andere weggebruikers", zegt Rodenstein.
Op het congres werd ook gehamerd op het belang van een uniformisering van de wetgeving. "België heeft een goed systeem waarin slaapapneu is opgenomen: tussen de diagnose en de behandeling geldt er een rijverbod. Maar dat verbod kan worden aangepast. De arts kan bv. zeggen: 'U mag overdag de kinderen naar school rijden, maar u mag niet rijden op de autosnelweg of 's nachts.' Zodra de behandeling wordt opgestart, vervalt het verbod."
"België is een van de enige landen met zo'n regelgeving. Een Italiaanse of een Roemeense chauffeur met slaapapneu mag bij ons dus wel rijden. We pleiten voor een uniforme Europese wetgeving, zoals bv. al het geval is voor het dragen van een bril. Slaapapneu blijkt nochtans een grotere risicofactor te zijn voor ongevallen dan gezichtsproblemen. We hopen dat de Europese overheden orde op zaken stellen vóór de invoering van het Europese rijbewijs in 2013."
Een ongeval op de tien zou het gevolg zijn van slaperigheid, concentratieverlies of onoplettendheid, deels veroorzaakt door slaapapneu.
Bron: Artsenkrant Nr. 1930 - 27.06.2008, Martine Versonne. Belgian Association for Sleep Research and Sleep Medicine: www.belsleep.org
|