Mensen die te veel alcohol drinken, gaan er na verloop van tijd chronisch belabberd bijlopen. Dat komt onder andere omdat ze hun dagnachtritme verstoren, zoals met een dierexperiment duidelijk is aangetoond.
foto: seniorennet
Alcohol verstoort de centrale biologische klok, die zich bevindt in een kern in de hersenen. Deze klok zorgt ervoor dat allerlei processen in het lichaam gesynchroniseerd blijven op de afwisseling van dag en nacht. Stoornissen van de biologische klok worden onder andere in verband gebracht met een verhoogd risico van hart- en vaatziekten, kanker en depressie.
Wat alcohol precies met de klok doet, werd onderzocht bij hamsters. Ook bij deze dieren wordt de activiteit door licht en donker geregeld, met dien verstande dat ze vooral ’s nachts actief zijn. De studiepopulatie bestond uit drie groepen, waarvan er één zuiver water dronk, een tweede water met 10% alcohol, en de derde een oplossing van 20% alcohol. De dieren dronken naar believen. Oorspronkelijk leefden ze volgens een regelmatig ritme met 14 uur licht en 10 uur duisternis per etmaal.
Tegen het einde van de donkere periode, ongeveer drie uur voor de dieren zouden gaan slapen, staken de onderzoekers een zacht licht aan, dat vergelijkbaar was met het ochtendgloren. Als je zoiets in normale omstandigheden met een hamster doet, dan gaat hij op het gewone ogenblik slapen, maar wordt vroeger wakker. De lichtstimulatie verplaatst de biologische klok naar voren.
De resultaten wezen uit dat hamsters die alcohol dronken, moeilijker op de zachte lichtstimulatie reageerden dan de andere dieren. Ze werden veel minder vroeger wakker. Toen de dieren na twee tot drie dagen geen alcohol meer kregen, reageerden ze andermaal afwijkend: onder invloed van lichtstimulatie begonnen ze dit keer vroeger te ontwaken dan de controledieren. De stoornis bleef nog drie dagen bestaan.
Toegepast op de mens betekent dit volgens de auteurs dat mensen die drinken niet meer adequaat reageren op daglicht, zodat hun biologische ritme verstoord raakt. Het gevolg hiervan kan zijn deze personen actief zijn als anderen slapen, en omgekeerd. Gedacht wordt dat blootstelling aan helder licht ’s morgens kan helpen om resynchronisatie te bewerkstelligen. Ook na stoppen van de alcoholconsumptie blijven de stoornissen van het dagnachtritme aanhouden, wat een factor kan zijn bij de moeilijkheden die men ondervindt om een alcoholstop vol te houden.
Bron: De Huisarts 15/10/09 nr 938, Dr. Michèle Langendries ScienceDaily (How alcohol blunts ability of hamsters to rise and shine, Am J Physiol Regul Integr Comp Physiol. 2009 Sep;297(3):R729-37).
|