Vandaag kreeg ik een telefoontje van de ergotherapeut van mamas afdeling. Ze vertelt mij dat er een daguitstap is gepland voor volgende week woensdag naar Bulskampveld in Beernem. Dat is even schrikken voor mij: voor het eerst sinds haar verblijf in het rusthuis, mag mama mee. Ik ben toevallig die dag vrij en stel voor om ook mee te gaan. Dat vindt zij een goed idee. Want voor een dergelijk uitje met ongeveer twaalf demente bewoners moeten zij kunnen rekenen op helpende vrijwilligers.
Dus duimen dat het zonnetje schijnt en dat het voor iedereen een fijne dag mag worden.
Met mama gaat het steeds bergaf. Er kon, volgens de hoofdver-pleegster, nog een periode optreden waarin de toestand van mama stabiel bleef voor een tijdje. Maar die periode komt niet, mama blijft zeer sterk achteruit gaan.
Toch gaat het met mij de laatste dagen beter. Ik pieker wat minder over mamas ziekte, ik slaap wat beter, en langzaam heb ik minder schuldgevoel als ik op stap ga zonder haar. Verzoenen met Alzheimer dat nooit, maar zou ik eindelijk, stilaan de ziekte wat beter kunnen aanvaarden?
Woensdagnamiddag waren Arsène en ik bij Lydia. Eerst dronken we koffie bij haar ouders, Yvonne en Robert. Daarna gingen we benieuwd kijken naar Lydias in opbouw zijnde appartement. Nadien gingen we in de jachthaven, gezellig met ons drieën aperitieven op een boot en aten s avonds samen bij Lydia. Zonder haar ziekte was mama er zeker bij geweest. Lydia en haar ouders liggen haar nauw aan het hart en vaak was ze van de partij als we samenkwamen.
Nu viel het mij op als ik woensdagavond thuiskwam, dat ik mama toch minder had gemist. Ik had ook genoten zonder dat ze er bij was, en ik voelde mij niet schuldig. Toen ik mama vrijdagmorgen vertelde over het nieuwe appartement van Lydia, begon ze te wenen. Je weent toch niet omdat ik over Lydiavertel? vroeg ik haar. Neen hoor, maar het pakt mij zo snikte ze. Over het koffie drinken bij Yvonne en Robert heb ik gezwegen en even later was mama alles weer vergeten. Ze kon opnieuw lachen.
Zaterdagnamiddag ging ik zelfs zonder mama, samen met Denise naar een boetiek. Onbewust waren we toch met zijn tweetjes ook nog aan het uitzoeken, wat mama graag had gezien. Wat haar zou passen en wat niet. Nadien gingen we bij mama op bezoek.
Toen ik Denise naar huis bracht vertelde ik haar dat het voor mij iets gemakkelijker wordt om dingen te doen zonder mama. Dat ik enkele weken geleden het niet had gekund, met haar op stap zonder mama. Dat mocht en kon niet. Ik zou het aangevoeld hebben alsof ik mama verraadde.Je zit in een rouwproces, Ellen. Neem de tijd om alles teverwerken. Het is zo moeilijk voor je, ik begrijp dat. antwoordde Denise.
Ook de vele uren dat ik met Arsène over mama kon praten, hebben geholpen. Hij stond soms zo machteloos, omdat hij mij wou helpen, maar het niet kon. Meer en meer besef ik dat Alzheimer mamas leven verwoestte, maar ik laat niet toe dat hij ook dat van mij kapot maakt.
Deze week moest ik dan toch beslissen dé plant weg te gooien. Ik heb alles geprobeerd om ze te redden, maar het is niet gelukt.
Het is bijna twee jaar geleden dat Arsène en ik verhuisden. We hebben ons grote huis voor een kleintje geruild. Maar mama kon nu niet meer van haar appartement te voet bij ons langskomen, en al wonen we slechts 1,5 km van onze vorige woning, ze moest nu wel haar auto nemen om tot bij ons te geraken.
Verschillende keren toonden wij haar de weg. Ze wou telkens vooraan in de wagen zitten. Dan kan ik beter op de weg letten! was haar uitleg, wat natuurlijk klopt. En telkens wij bij de nieuwe woonst aankwamen, was ze ervan overtuigd dat het haar de volgende keer zou lukken. We kregen echter verscheidene telefoontjes, mama zenuwachtig, soms in paniek: Ikwou naar jullie komen, maar ben weer verloren gereden. Ik ben weer thuis! En wij gingen haar gewoon weer halen, voor ons geen probleem, maar zelf had mama het er erg moeilijk mee.
We probeerden het toen op een andere manier. Mama zou ons met haar auto volgen van aan haar appartement naar waar wij nu wonen. Maar op het punt dat wij linksaf gingen, volgde mama ons niet en reed gewoon rechtdoor. Dus dat was ook geen goed idee geweest.
En plots, enkele dagen later, reed ze met haar auto de oprit op. Arsène en ik verbaasd, maar blij, mama dolgelukkig. k Heb het gevonden! riep ze uit. Ze haalde een plant uit haar auto: Voor jullie, voor denieuwe woonst! Het was een gevlochten Pachira, een plant die in Oost-Azië gezien wordt als een element dat volgens de leer van Feng Shui welvaart en geluk in huis brengt. Er hing een kaartje aan de plant, door mama geschreven: Van ma en pa. Pa was toen al overleden, maar mama was zo gelukkig dat we er niets van zegden.
Alles had haar zoveel moeite gekost, haar strijd tegen Alzheimer was toen al begonnen. Ik koesterde de plant, maar het mocht niet baten. Langzaam ging ze dood en deze week gooide ik de verdorde resten weg. Maar toch met pijn in het hart. Het was het laatste wat mama ooit zelfstandig voor ons kocht. Twee maanden later, op 4 september, wist ze niet eens meer dat ik jarig was.
Mama zit in een zeteltje in de zithoek. Ze merkt ze mij meteen op. Ze zwaait naar mij en gaat recht staan. Ik ga haar tegemoet. Ze is weer heel blij dat ik er ben. We gaan naar haar kamer. Ze wil me iets vertellen, maar het lukt weer niet. Plots doet ze de handen voor de ogen. Ze huilt: ik kan niet meer spreken Dus daar is ze zich dan toch af en toe van bewust en ik bedenk nog maar eens hoe moeilijk dat voor haar moet zijn. We moeten naar buiten met dat mooie weer en dan zal alles beter gaan, troost ik haar.
We gaan op het terras zitten van de cafetaria. En ons zoetemuiltje heeft weeral zin in een ijsje. Terwijl we wachten op de bestelling, legt ze moeizaam uit dat er een man op bezoek is geweest. Hij kan zeer goed zingen en een mooie man benadrukt ze. Ik vraag hoe oud die man is. Mama draait zich naar de stoel naast haar, waar niemand zit. Zoet, hoe oud is Jef? Zoet was de troetelnaam voor pa. Ziet zij die nu werkelijk naast haar zitten? Je zou denken dat ze hem recht in de ogen kijkt! Ongelooflijk! En ze blijft ook nog even op antwoord wachten. Ze kijkt me terug aan, fronst haar wenkbrauwen, een knikje met haar hoofd in de richting van de lege stoel met de uitdrukking van: die weet het ook niet! En op haar gemak en zonder hulp, lepelt ze de coupe advocaat naar binnen. Goed zeer goed! zegt ze verschillende keren. Daarna rookt ze een sigaretje. Goede sigaret, maar duur hé! zegt ze. Nadien maken we nog met zijn tweetjes een wandeling in het park. Gewoonweg genieten van het zonnetje, arm en arm, genieten van elkaar!
Mama, wij kunnen niet meer samen praten. Ik praat, jij luistert, maar begrijp je wel wat ik jou vertel?
Mama, je kunt niet meer schrijven. De woorden komen niet meer uit je pen. Jouw kruiswoordraadselboek blijft nu al maanden ongeopend liggen.
Mama, je kunt zo moeilijk stappen. Samen winkelen, samen op dinsdag naar de markt Het is allemaal al zo lang geleden.
Mama, eens samen uit eten gaan, je hield er zo van. Maar dat kan ik nu vergeten. Jij trakteerde ons eens graag, met jouw verjaardag, met Moederdag, of gewoon zo maar. Het is allemaal verleden tijd.
Mama, zolang je me maar blijft herkennen, zolang je nog maar weet dat ik jouw dochter ben. Houd dat alstublieft nog een tijdje vol.