Vooraleer ik vrijdagmorgen naar mama ga, wil ik eerst naar de dokter. Ik voel me niet zo goed en ik heb keelpijn. De dokter stelt een zware keelontsteking vast en een beginnende verkoudheid en legt me meteen verbod op om naar mama te gaan. Ze is ook al jaren mamas huisdokter, en heeft dus weet van alle problemen. Ze heeft gisterennet haar inspuiting tegen de griep gekregen, vertelt ze mij, dus nu mag je zeker niet naar haar toegaan. Zelfs het ganse weekend niet! Dat was ik dan ook niet meer van plan want ik wil zeker niet het risico lopen mama te besmetten.
Onze huisdokter is iemand die heel nauw bij haar patiënten betrokken is. Dat blijkt nog maar een keer als ze mij met veel emotie zegt: Het was gisteren de eerste keer dat ze mij niet herkende. Ze gaat snelachteruit hé?
Ron Buitenhuis - Alzheimer Song - Ein Huipke Miens (Een Hoopje Mens)
Onlangs vond ik per toeval op YouTube het filmpje met het ontroerend luisterlied Ein Huipke Miens. Een prachtig liedje van de Roermondse singer-songwriter en journalist Ron Buitenhuis over de enorme impact die de ziekte van Alzheimer heeft.
Omdat ik vreesde dat de meeste van mijn Vlaamse bloglezers het Limburgse dialect niet best zullen verstaan, vroeg ik per e-mail aan Ron of ik het filmpje Nederlands mocht ondertitelen en op mijn blog plaatsen. Mijn toestemming heb je, want ik weet maar al te goed hoe mensen in situaties als de jouwe, zich voelen , mailde mij Ron al s anderendaags terug. En hij was ook nog zo lief om de Limburgse tekst even snel voor mij te vertalen. Wat een schat!
Het is zeerzeker de moeite waard om een bezoek te brengen aan de website van Ron Buitenhuis: http://ronbuitenhuismusic.nl/ U kunt er luisteren (en legaal downloaden) naar een aantal van zijn sfeervolle liedjes.
EIN HUIPKE MIENS (Een hoopje mens)
Noe de wereld om dich haer- besteit oet eine stool - en ein bed
Nu de wereld om je heen, bestaat uit slechts een stoel en een bed
En de oere van de klok - en de daage van ut joar - neet bestoan
En de uren van de klok en de dagen van het jaar, niet meer bestaan
Noe de kleur van dien gezich - en ut beeld van dien verstandj -
zeen vervaag.Noe bös doe
Nu de kleur van je gezicht en de beelden van je verstand, zijn vervaagd. Nu ben jij
Te - ruuk gebrach - Tot ein huipke miens
Tot ein kindj van veer - En auch zo teer
Terug gebracht, tot een hoopje mens,
tot een kind van vier en ook zo teer
Noe de wermte van dien sjtum - en ut vuur van diene wil - zeen gedouf
Nu de warmte van je stem, en het vuur van je wil, zijn gedoofd
Noe de klank van diene lach - en de passies van dien hert -
zeen versteind.
Nu de klanken van je lach en de passies van je hart, zijn versteend
Noe de krachte van dien henj - en de gratie van dien lief
Zeen vergoan. Noe bös doe
Nu de krachten van je handen en de gratie van je lijf, zijn vergaan
Nu ben jij .
Te - ruuk gebrach - Tot ein huipke miens
Tot ein kindj van veer - En auch zo teer
Terug gebracht, tot een hoopje mens,
tot een kind van vier en ook zo teer
Maar veer loate dich neet los - auch al kens ze os neet meer
Doe bliefs toch veur altied - ozze grote man
Maar we laten je niet los, ook al ken je ons niet meer
Je blijft toch voor altijd onze grote man
Auch al bös ze noe allein - bliefs toch altied in os hert
Ozze kanjer - ozze vrundj - ozze eige pap
Ook al ben je nu alleen, je blijft toch in ons hart
Als ik woensdagnamiddag de parking van het rusthuis oprij, zie ik Denise en mama arm aan arm wandelen in het park. Denise is pas sinds gisteravond thuis van een weekje Spanje en nu al bij mama op bezoek. Ik sla het tweetal even gade en ik zou bijna denken dat ze samen honderduit praten. Ik weet natuurlijk wel beter, maar het plaatje dat ik zie, is zo compleet, zo mooi. Twee hartsvriendinnen aan de babbel. Dan is Denise aan het praten, dan is mama weer aan het woord.
Ik haast mij naar hen. Denise krijgt van mij een dikke kus en dan is mama aan de beurt voor een dikke knuffel. Maar ze heeft echter weinig interesse in mij. Het duurt een tijdje vooraleer ze mij een zoen wil geven. Eerst wil ze mij zelfs geen arm geven en gaat ze nog wat dichter tegen Denise aanleunen. Zou ze haar dan toch de afgelopen week gemist hebben?
We wandelen nog wat en gaan dan naar de cafetaria. Na de reisverhalen, vertelt een stralende Denise me stiekem dat mama heel blij was haar terug te zien. Ze had, zoals Denise altijd doet vooraleer ze mamas kamer binnenstapt, eerst op de deur geklopt en mama had duidelijk gezegd: Kom binnen. En mama had blij verrast, gezegd: Oh, wie we daar hebben en ze hadden elkaar stevig omhelsd. Het was net een beetje zoals vroeger, mijmert Denise, als ik bij haar op bezoek kwam ophaar appartement Ik merk dat ook in de cafetaria mama niet van Denise kan afblijven. Voortdurend streelt ze zachtjes over Denise haar arm, of legt ze lief haar hand tegen Denise haar wang. Op een bepaald moment gaat mama rechtstaan, neemt Denise vast en drukt een dikke zoen bovenop haar hoofd. Het is zo vertederend, zo kinderlijk lief. Denise en ik kijken elkaar aan en we stellen bijna tegelijkertijd allebei heel stilletjes en vertwijfeld dezelfde vraag: Er moet toch nog ietszijn? ...
Als we met zijn drietjes opstappen en Denise van ons wil afscheid nemen, lijkt alles weer plots uit mamas hoofd verdwenen. Ze kijkt Denise met lege ogen aan en ze is er niet meer toe te bewegen om haar een afscheidskus te geven. Hoe kan het nu van de ene minuut op de andere zoveranderen? vragen Denise en ik ons af.