Zondagnamiddag zijn Denise en ik samen bij mama. Mama die een zoen krijgt van mij, een zoen van Denise, is even blij om Denise te zien als mij. Bekende gezichten! Ze sluit zowel Denise als mij in haar armen en kust ons. Ook als Karoline en Marcel even mamas kamer binnen wippen, straalt mama als ze Karoline ziet. Nog een bekend gezicht, nog iemand die haar aandacht schenkt. Daar geniet ons mama van. En ik ben blij voor haar en voor mezelf dat ze deze twee lieve mensen zo vaak rondom haar heeft.
Het valt me op dat mama geen onderscheid meer maakt tussen Denise, Karoline en mij. Als ik haar zo bezig zie, denk ik een beetje jaloers, Ze ziet ons alle drie even graag. Waar ben ik, haar dochter, dan toch gebleven in dat zieke hoofd van haar? Is dat speciale plekje voor mij uit haar hoofd verdwenen? Dat plekje waar ze alle herinneringen aan mij moest bewaren, is dat toch weg? Ik weet het niet meer.
Denise en ik gaan met mama, zittend in haar rijdende zetel, naar de cafetaria. Terwijl we iets drinken, blijft Denise netjes aan tafel zitten, terwijl ik zowat helemaal tegen mamas zetel ga aanleunen. Ik kruip heel dicht tegen haar aan. Ik heb behoefte om haar te voelen, om het uit te schreeuwen: Hé, mama ik ben het, Ellen! Ik wil zo graag dat ze mij kent, ik hunker naar aandacht van haar. Als mama na mijn vele knuffels, eindelijk mijn gezicht in haar handen neemt en mij een dikke zoen heeft, ben ik blij. Blij dat die zoen voor mij is.
Wat kinderachtig toch?
|