Een paar weken geleden dachten we nog dat 2020 een typisch Belgisch kwakkelzomertje zou brengen. Ondertussen weten we wel beter. Niet alleen zitten we ondertussen al met de derde dag code rood voor de temperatuur en de wetenschap dat het nog wel minstens tot donderdag of vrijdag zal duren voor de dagtemperaturen onder de 30° zullen uitkomen. Tot dan blijft het bakken en braden en kunnen we ons in de tropen wanen. Mijn Musa ensete (rode bananenboom) produceert nu elke week een blad van anderhalve meter lang. Ons boompje heeft daarvoor wel enkele litertjes water en de nodige meststoffen van doen, maar toch. Zulke planten met hun mega bladeren verdampen redelijk wat water dat moet aangevuld worden. Hetzelfde geldt voor de tetrapanax. Het verschil is dat de laatste in volle grond staat, want winterhard, maar dan wel in de schaduw. Alhoewel je hem dus als vaste plant kan beschouwen moet je hem bij deze temperaturen toch dagelijks een emmertje water geven. Maar dat heb ik er graag voor over.
Van water gesproken. Ik kan me niet herinneren vroeger naar een regendag te hebben uitgekeken, tegenwoordig is dat enigzins anders. 't Kan verkeren zei Bredero !!!
Tetrapanax in volle grond, op de voorgrond Dioon (een zeldzame plant uit de familie van de cycaspalmen).
De Spaanse vlag is een grote nachtvlinder (5-7 cm) die ook overdag actief is. Deze zuidelijke gast was tot voor kort heel zeldzaam in onze contreien. Nu duiken ze meer en meer op verspreid over Vlaanderen. In Nederland zijn ze, op een enkele uitzondering na, beperkt tot het zuiden van de provincie Limburg. Vanuit het Waalse deel van de Sint Pietersberg nabij Maastricht koloniseren ze beetje bij beetje de omgeving. Het is zo'n beetje hetzelfde verhaal als het Scheefbloemwitje. De Spaanse vlag is één van de "gelukkige" nachtvlinders die beschermd worden met een Europese Habitat-richtlijn. Cruciaal voor deze vlindersoort zijn zuidelijk gerichte hellingen me een warm microklimaat en geschikte planten.
Mijn aandacht werd gisterenavond getrokken door iets rood dat voorbij fladderde. Nu zijn er niet zoveel rode vlinders waar ik woon, dus ik direct op zoek. In een conifeer naast de hibiscusstruik was het bingo. In rust zie je enkel zwarte vleugels met een soort lichtgeel strepenpatroon. Het rood zie je pas als de vlinder wat actiever wordt en zijn vleugels wil openplooien. Lievelingsbloemen van deze vlinder zijn koninginnenkruid en vlinderstruik die hier allebei vertegenwoordigd zijn. De rupsen hebben het meer voor smeerwortel, vergeet-me-nietjes of bramen. Daarmee zijn die bramen waar ik het mee aan de stok heb toch nog voor iets goed !
Hé hé, 22° in de schaduw ! Zaaalig ! Maar je moet er wel vroeg voor opstaan tegenwoordig. Volgens het weerbericht gaan we straks naar code rood met temperaturen van 37-38° in de Kempen. Een mens zou voor minder denken dat hij in de tropen is. Het leuke is dat je niet moet aanschuiven op een veel te drukke luchthaven, geen Corona formulieren moet invullen, zelfs mondmaskers zijn hier niet verplicht !
Gisteren hebben we de tuinvijver moeten bijvullen. Het waterpeil is zover gezakt dat de moeraszone dreigde droog te vallen en dat hebben de oeverplanten niet zo graag. Alleen is het een paar uur pompen om enkele cm te winnen. Het zou dringend eens mogen regenen, geen stortbui maar malse regen, liefst een hele nacht. Op welke (betrouwbare) website kan ik die bestelling plaatsen ?
De twee oudste Berners doen nog een dutje, alleen de jongste is nog enigzins actief. Zou hij een krokodil gezien hebben in de vijver, of is het toch maar een gewone kikker ?
De grote rupsendoder heeft een op het eerste zicht zeer fragiel lichaam met een achterhelft die er zo zou kunnen afvallen. Maar vergis je niet : dit is een monster dat zo uit een horrorfilm zou kunnen komen. Deze graafwesp is tot gruwelijke dingen in staat: ze verlamt en ontvoert – in verhouding – gigantische rupsen naar haar nest om toekomstige larven te voeden.
Wanneer het vrouwtje bevrucht is, graaft ze een nest in het zand dat bestaat uit een steile gang (tot 20 cm lang) die uitmondt in een nestkamer. De ingang wordt afgesloten met een steentje. Vervolgens gaat ze op zoek naar een rups, die ze meebrengt naar het nest. Het nest wordt geopend en geïnspecteerd voordat ze de rups naar binnen sleurt. Pas wanneer het voedsel voor de toekomstige larve afgeleverd is, legt de rupsendoder een ei op de rups. De nestgang wordt nu volgepropt met zand en met de kop aangestampt. Een steentje en wat camouflagemateriaal maken het geheel af. Op die manier zijn de eitjes en larven niet alleen onvindbaar voor predatoren, maar beletten de wespen ook dat andere rupsendoders met hun rupsen gaan lopen. Als het eitje uitkomt voedt de larve zich met de nog levende rups. Eens volwassen voeden ze zich vreedzaam met nectar alsof er niks aan de hand was.
Deze avond toen de temperatuur langzaam begon te dalen kwam er nog eens een glasvleugelpijlstaart op bezoek. Ze beginnen hier regelmatig op te duiken (vorig jaar voor het eerst) en dit jaar al een keer of vijf. Dit vlindertje uit het zuiden voelt zich kiplekker bij de huidige hoge temperaturen ! Klimaatopwarming of toeval ?
Straks gaan we de oven in, het kwik zal vlotjes de 30° passeren en dat zullen we geweten hebben ! De tuin zet zich schrap, vooral het gazon zal in de klappen delen ! We hebben preventief de robotmaaier buiten dienst genomen, kan ie ook even zomervakantie genieten. De bedoeling is dat de sprietjes wat langer worden en zo schaduw op de grond tussenin geven zodat deze het vocht langer kan vasthouden. We zullen wel zien wat het geeft, ik hou mijn hart vast. Kan dat eigenlijk wel, je hart vasthouden ? Momenteel valt het, dankzij sproeien, nog redelijk mee maar een buitje zou welkom zijn. Op de onderste foto zie je mijn hoofdkwartie voor de volgende dagen. Onder het dak van het tuinpaviljoentje is het relatief koel, het dak zelf wordt van de felste zon afgeschermd door de eikenboom. Met een aantal koele drankjes erbij zullen we het wel overleven zeker ?
De Franse veldwesp is van andere wespen te onderscheiden door het iets afgeplatte, slankere lichaam, meer oranje voelsprieten en een overwegend zwarte kleur met gele dwarsstrepen. Mannetjes zijn van vrouwtjes te onderscheiden doordat ze gekromde uiteinden van de voelsprieten hebben en daarnaast hebben mannetjes groene ogen en de vrouwtjes zwarte ogen. De Franse veldwesp wordt ongeveer 12 tot 18 millimeter lang en is het hele jaar te zien, de koningin overwintert op beschutte plaatsen in bomen maar ook wel in huizen.
Deze sociale wesp wordt steeds vaker in België en Nederland gesignaleerd. Zij hebben een sociale levenswijze en leven in een volk van meestal minder dan honderd stuks. Het grote verschil tussen de Franse veldwesp en de “limonade” wespen die wij kennen is dat zij meestal geen overlast bezorgen en een open nestbouw hebben. Daardoor zijn zij goed te observeren. Het zijn dus "brave" tuinwespen die een levenswijze hebben die sterk op die van bijen lijkt.
Op de tweede foto zie je een Franse veldwesp (rechts) en een Gewone knoopwesp (links). De twee waren geen dikke vriendjes want ze hadden het regelmatig met elkaar aan de stok. Overigens kan je de knoopwesp ook terugvinden onder de naam Grote snuittordoder. Kan je nog volgen ?
Onze twee jongelui genieten vandaag nog even van het zonnetje. De volgende dagen worden een ander verhaal ! Met zo'n dikke zwarte bontjas aan en temperaturen boven 30° hou ik ze dan overdag zoveel mogelijk binnen. Ik zou niet willen dat ze een hitteslag opdoen. Ze kunnen hun speeltijd verschuiven naar de avonduren als de warmte dragelijker wordt en overdag een siesta houden !
De zomer nadert zijn hoogtepunt. De dagen zijn weliswaar al terug wat korter geworden maar de temperaturen gaan de volgende dagen nieuwe hoogtes opzoeken. De prairieborder is zowat het enige deel van de tuin dat daar weinig of geen last van ondervindt. De Rudbeckia's laten tegen 's avonds weliswaar soms hun hoofdjes hangen na een hete dag maar staan tegen 's morgens terug mooi kaarsrecht. Nog even en dan staat de sedum ook mee in bloei. De bijtjes en hommeltjes zullen er blij mee zijn want die zijn er gek op. De siergrassen staan er nu ook op hun best bij. We hebben deze zomer nog geen onweer gehad dat heel de boel platlegde. Sommige van die siergrassen zoals de Miscanthus zijn een beetje opdringerig aan het worden. Ik vrees dat we er na de zomer effe met de grove borstel moeten doorgaan anders hebben we volgend jaar een tuin met alleen nog siergrassen. Als we diversiteit willen houden moet er af en toe ingegrepen worden. Daarom net is een tuin nooit "af" !
We hebben het al eens over bruine en oranje zandoogjes gehad maar er is nog een derde vertegenwoordiger van de familie die zo nu en dan eens langs komt. Alhoewel vrij algemeen voorkomend komen bonte zandoogjes toch niet zo regelmatig op visite in Bernerhof. Het zijn wel een fraaie vlindertjes en ze zijn een pak makkelijker te fotograferen dan hun familieleden want ze zijn meestal veel minder schuw. Vooral het oranje zandoogje is wat dat betreft een echte zenuwlijder die geen 10 seconden kan stilzitten. Dit bont exemplaar zat gisterenavond rustig te genieten van de laatste zonnestralen, enkele minuten later zat hij er nog steeds !
Het bonte zandoogje is eigenlijk meer een bosvlinder die toch ook regelmatig de tuinen in trekt. Het is één van de weinige soorten vlinders waar er de laatste jaren meer van zijn dan vroeger. Ze zijn dan ook niet kieskeurig om hun eitjes af te zetten. Verschillende soorten grassen die in de halfschaduw moeten staan voldoen prima. De rupsjes zijn grasgroen en vallen dan ook niet op in het gras zodat ze relatief veilig zijn voor vogels.
Magnolia grandiflora is een grote groenblijvende heester afkomstig uit het zuiden van de VS. De zuiver witte bloemen bloeien midden in de zomer zodat ze niet bevriezen zoals wel eens gebeurt bij hun voorjaarsbloeiende familieleden. Magnolia's behoren tot één van de oudste bloeiende plantenfamilies op aarde. Hun bloemen worden in de natuur bevrucht door bepaalde kevertjes, niet door bijen of hommels. Dat komt omdat er in de beginjaren van de magnolia's nog geen bijen of hommels waren. Er zweefden toen vooral grote libellen en bepaalde kevertjes door het luchtruim. Vogels werden ook pas veel later "uitgevonden". De geurende bloemen van M. grandiflora worden tot 20 cm in diameter, zo groot als ondertasjes! De struik wordt zo'n 25-30m groot in zijn natuurlijke habitat. Hier blijft het wel wat bescheidener. De grote glanzende bladeren blijven het jaar rond aan de heester hangen.
Vroeger werd gezegd dat M. grandiflora het hier in de winter niet kon redden. Dat kan dus wel mits enkele voorzorgen. Zorg dat de plant enigzins beschut staat tegen de oostenwind, een aantal uren zonlicht krijgt en op een niet te zware grondsoort staat. Volgens de literatuur moet er liefst wat kalk in de grond aanwezig zijn maar hier op mijn zure zandgrond gaat het ook goed. De aanzet voor de bloemknoppen van volgend jaar wordt nu al gezet. Met de grote hitte en vooral droogte van vorige zomer zijn er een aantal van verdroogd zodat we dit jaar minder bloemen hebben. We proberen dus dit jaar de plant wat extra water te geven om volgend jaar meer bloemen te hebben. Als tuinier moet je vooruitziend zijn !
Het was gisteren blijkbaar de derde warmste dag ooit in ons landje. Het was in ieder geval te warm voor de lelies. Zit je daar een heel seizoen met de verrekijker op te kijken om leliehaantjes te jagen en als ze dan eigenlijk in bloei staan zie je ze zo verschrompelen. Het was geen kwestie van uitdrogen maar letterlijk verbranden door de zonneschijn. Zelfs de knoppen van nog niet geopende bloemen werden op enkele uren tijd bruin aan één kant. Vorig jaar hadden we ook al iets soortgelijks maar nu is het volgens mij nog iets erger gesteld. Volgend jaar maar beter zeker ? Eenzelfde verhaal bij de herfstanemonen; die hebben ook de volle laag gehad !
Het kwik ging hier dan ook vlotjes voorbij 38° in de schaduw (gemeten op een plekje waar nooit zon komt). Vandaag zou het (maar) 30° worden, heerlijk koel vergeleken met gisteren ! De sproeier heeft gisterenavond overuren moeten maken om al dat verdampte water te compenseren.
In de prairietuin is de schade meegevallen, de Rudbeckia's zijn terug mooi netjes rechtop gekomen en Verbena is volgens mij zelfs waarschijnlijk atoombombestendig ! Het was overigens niet allemaal kommer en kwel; de Zuidafrikaanse bloemtjes en planten dachten waarschijnlijk even terug thuis te zijn en zetten hun beste beentje voor.
'Elk nadeel heb zijn voordeel', wie zei dat nu indertijd weer ?
Zilveren blaaskop, zouden ze dat tegen mij zeggen zou er waarschijnlijk ruzie van komen maar dit beestje trekt zich daar niks van aan. Biologen zijn toch creatieve mensen, hoe kom je anders aan al die rare namen? Onze zilveren blaaskop behoort tot de familie van de blaaskopvliegen en is direct te herkennen aan, je raadt het nooit, ... zijn oranjerode poten ! Het is een algemene verschijning in onze tuinen. De volwassen vlieg is vreedzaam maar de larven parasiteren en leven op/van steenhommels. Blij dat ik niet zo'n hommel ben !
Zo stilaan gaat de prairieborder naar zijn hoogtepunt. Verbena bonariensis bloeit al heel de zomer en zal hiermee nog wel een tijd doorgaan. De purperen phlox past daar qua kleur goed bij. En het warme geel van Rudbeckia zorgt voor het nodige vuurwerk. Op de herfstasters is het nog even wachten net als op de sedum maar ondertussen zijn de hommels en bijtjes best tevreden met wat er nu te vinden is. Er zijn ook nog vlinderstruiken en hibiscus voor de fijnproevers die geen nectar van verbena lusten.
We zullen vandaag eens rondkijken voor een koel plekje waar we morgen kunnen wegkruipen als het 35° wordt. Ik heb zo al een idee !
Wil je weten of het later op de dag gaat onweren ? Zoek dan in de tuin naar de kleine rode weekschildkever ! Vind je het beestje rustend op een blad dan is er niks aan de hand, zit het aan de onderzijde van een blad dan kan je er 100% zeker van zijn dat er de volgende uren een onweer langskomt. Ze zijn wat dat betreft veel accurater dan het KMI of buienradar. In de volksmond worden ze ook soms ook soldaatjes genoemd.
Soms zitten ze urenlang te paren op een blad, liefst van schermbloemigen. Ze leven van nectar maar ze durven even goed een passerend insect oppeuzelen. De larven die op de grond leven eten o.a. ook slakken. Da's nu eens een kevertje naar mijn hart !!!
Elk jaar voer ik vanaf het prille voorjaar een oorlogje tegen het leliehaantje. Als je dat even niet doet zijn de gevolgen voor de lelies desastreus: enkel de stengel wordt niet opgevreten door de rode sloeries en hun vettige zwarte larven. Maar als dan ergens in juli de eerste lelies ontluiken zie je dat al die moeite niet voor niets geweest is ! Welke bloem kan zo'n prachtige vormen combineren met zulk kleurenpalet en daar bovenop nog eens een hemels parfum de tuin insturen?
Ik denk dan soms terug aan een zinnetje uit een liedje van wijlen Wim De Craene. In "Tim" zingt hij: "Hier heeft de mens gewonnen", en voor één keer lijkt het ook zo want meestal is de natuur oppermachtig.
En nu een paar dagen genieten van al dat moois. Sorry leliehaantjes maar volgend jaar begint de strijd opnieuw!
Neen, ik heb het niet zelf verzonnen, het beestje bestaat echt. Ik moet toegeven dat ik er tot eergisteren ook nog nooit van gehoord had, laat staan eentje gezien ! Als je naar de kop van het beestje kijkt zie je direct hoe ie aan zijn naam is gekomen.
Het is een nachtvlindertje behorende tot de familie van de snuitmotten. Doorgaans zijn ze 's nachts actief maar deze was op klaarlichte dag op pad. Anders had ik hem waarschijnlijk gemist want sinds mijn pensionering zijn mijn activiteiten 's nachts eerder beperkt! Dat het een "hem" is, ben ik vrij zeker van want de vrouwtjes zijn doorgaans veel donkerder van tekening.
En zo krijgen we regelmatig nieuwe verrassingen in de tuin, beestjes waarvan we het bestaan zelfs niet vermoedden. Ondertussen staat de teller al over de 200 verschillende diersoorten. Het merendeel daarvan zijn vlinders en libellen gevolgd door hommels en bijen. Bij de iets grotere beestjes wordt het lijstje aangevoerd door vogels.
Een jaar geleden zaten we bij zo'n 40° in de schaduw te puffen. Ettelijke planten en struiken kropen van miserie de grond in en hielden het voor bekeken. Met zo'n 25° is de temperatuur dit jaar heel wat draaglijker. Wat gebleven is is echter de droogte. Vrijdag was regen voorspeld maar behalve 5 druppels voor en 10 na de middag is het kurkdroog gebleven. Gisterenavond heb ik ontdekt dat mijn nieuwe phloxen er maar belabberd bijstaan. Direct een extra scheut water gegeven en duimen dat het goedkomt. De oudere exemplaren, die beter ingeworteld zijn zien er nog wel ok uit. Deze voormiddag zagen ze er al terug wat beter uit, het was op het nippertje !
Voor afgelopen nacht werden bakken water voorspeld (20 mm) en het KMI waarschuwde voor wateroverlast. Het werden er 2.5 mm, daar zal wel niemand in verdronken zijn zeker ? We zullen vanavond de sproeier nog maar eens bovenhalen ! Heeft er iemand soms een choreografie liggen voor een authentieke regendans, je mag het me altijd doormailen !
Ondertussen is de jongste de tuin ondersteboven aan het bewonderen
De bijenwolf is een grote wesp waarbij de mannetjes veel kleiner blijven dan de vrouwtjes. De kleur is zwart met gele poten en een gele onderbroken bandering op het achterlijf. De grote kop is duidelijk ingesnoerd en de antennes zijn plat en breed. Overigens is er ook een kever met dezelfde naam maar daar gaat het hier niet over. De bijenwolf dankt zijn naam aan het feit dat hij bijen vangt. De mannetjes zijn onschuldige bloembezoekers, die dol zijn op guldenroede. Het grotere vrouwtje echter is in staat met haar gevoelige reukzintuigen een bij van andere insecten te onderscheiden. Als ze een bij heeft gevonden, blijft ze boven de bij hangen tot het juiste moment daar is om aan te vallen. Dan stort de wesp zich op de bij, en met haar poten grijpt ze de bij vast. Tegelijkertijd geeft de wesp de ongelukkige bij een verlammende steek, en perst haar gif door het lichaam van haar slachtoffer. Eventuele nectar loopt uit de monddelen van de bij en worden door de wesp opgedronken. Zo legt de wesp een aantal van deze verlamde bijen in haar nest, en legt op een ervan een eitje. Het nest bestaat uit een gang waaraan een aantal kamers liggen, voor iedere larve één. Wanneer het eitje uitkomt, eet de wespenlarve de bijen één voor één op. Omdat deze niet zijn gedood maar zijn verlamd, zijn ze nog vers en worden levend gegeten ! Het aantal honingbijen bepaalt tevens het geslacht; een of twee bijen geeft een mannetje, bij meer bijen wordt de larve een vrouwtje, deze zijn ook groter.
Wie beweerde dat vrouwen hun mannetje niet konden staan ?
Ik ben Roger
Ik ben een man en woon in de Kempen (België) en mijn beroep is jong gepensioneerde.
Ik ben geboren op 29/05/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, fotografie, zeewateraquarium, modelbouw, ....