Ik ben Bompapatje
Ik ben een man en woon in Wilrijk/Antwerpen (België) en mijn beroep is Gepensioneerd bediende.
Ik ben geboren op 02/10/1953 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Bier, amateurtoneel en schrijfselen.
Ik heb mezelf voorgenomen om gezond en volledig bij mijn verstand 120 jaar te worden
Hier se, hier se een bezoeker se.....
Welkom in mijn nederige blog...
Iets drinken?... Als je een biertje wenst, klik dan even op de foto onder de datum en kies maar... keuze genoeg. Gezondheid!
15-07-2014
Bierindex
Bompapatje's bierindex van bestaande en verdwenen bieren uit binnen- en buitenland Laatste update op 15 juli 2014 om 09.uur 00 (voorlopig) totaal: 2187 Bieren
Zet voor de gelegenheid jullie politiekgekleurde brillen eens af. Kijk eens met gewone mensenogen naar wat er gebeurt.
De straten zien zwart-geel-rood … Overal vlaggen, wimpels, vaandels en spandoeken. De mensen lopen er vrolijk bij. Allen verenigd door diezelfde driekleur… zwart-geel-rood. Pleinen, cafés, clublokalen en zelfs woonkamers lopen vol.
WE LOVE YOU BELGIUM
Geestdrift, spanning en verwachting staat op ieders gezicht te lezen…. zelfs strijdlust…Verbroedering alom.
WE LOVE YOU BELGIUM
Menige pint zal voorzekers teveel gedronken worden… hese kelen zonder twijfel... Niets, maar dan ook niets kan voorlopig de pret bederven…
WE LOVE YOU BELGIUM
Walen, Brusselaars, Duitstaligen en migranten… samen één… Belgian united… zwart-geel-rood!...
WE LOVE YOU BELGIUM
Eendracht maakt macht ... Geen leeuw, geen haan, of wat dan ook zal die samenhorigheid vandaag verbreken. Zelfs bij verlies zal het verdriet samen gedragen worden.
WE LOVE YOU BELGIUM
Jullie beleidsmakers kunnen met je federalisme, confederalisme of separatisme dit landje uiteen doen vallen, maar laat ons a.u.b. dan toch dit samenhorigheidsgevoel behouden… al was het maar als een etnografische, archeologische folklore. Houden jullie in de politiek maar het brood, maar laat de spelen aan het volk.
Langzaam sterft wie slaaf van sleur wordt, elke dag hetzelfde pad beloopt, niet van doel verandert, de kleur van zijn kleren niet durft te veranderen, en niet met vreemden praat.
Langzaam sterft wie hartstocht schuwt, voor zwart op wit kiest en liever de puntjes op de i heeft dan kolkende gevoelens, die ogen weer doen vonken, glimlachjes vrijwaren van verveling, harten behoeden voor val en tranen.
Langzaam sterft wie de tafel niet ondersteboven keert als zijn werk hem ongelukkig maakt, die niet verzaakt aan zekerheden om een droom na te jagen, niet ten minste één keer in zijn leven zich permitteert wijze woorden in de wind te slaan.
Langzaam sterft wie niet reist, niet leest, niet naar muziek luistert, zichzelf niet aardig vindt.
Langzaam sterft wie zijn eigenliefde vernietigt, wie geen hulp aanvaardt.
Langzaam sterft wie zijn dagen vult met weeklachten over zijn droevig lot of de obstinate regen.
Langzaam sterft wie een project opgeeft nog voor het is aangevat, geen vragen stelt bij wat hij niet kent of geen antwoord geeft op vragen over wat hem vertrouwd is.
Het leven kost veel meer moeite dan louter ademhalen.
Enkel brandend geduld zal ons in staat stellen stralend geluk te veroveren.
Als ik mijn eigen psycholoog zou zijn, stelde ik bij mezelf de volgende diagnose…WILD RIVER SYNDROME…
Blijkbaar ben ik ooit met mijn levenskano in een voor mij veel te wilde rivier gestapt… vol goesting om alles aan te gaan… overtuigd om alles aan te kunnen...
Peddelend in het wilde water….uitdagende stroomversnellingen doorstaan… draaikolken omzeild… rotsen vermeden en bochten genomen…
Hoe dikwijls ben ik dan toch met mijn hoofd tegen die rotsen gestoten?
Hoe vaak ben ik wel niet kopje onder gegaan?
Maar elke keer opnieuw boven water gekomen, adem gehapt en verder gepeddeld… en nog eens… en nog eens… en nog eens…
Blind voor de medepassagiers die mee kopje onder gingen…
Doof voor de waarschuwingen langs de kant…
Koppig…verstand op nul…blik op oneindig… spieren gespannen, de peddel stevig in de hand… de eigen pijn verbijten… de vermoeidheid negeren…
Uiteindelijk opnieuw kopje onder… worstelen, maar niet boven komen… verdrinken in mijn eigen wilde rivier.
De dagelijkse sleur fysiek kapot mentaal labeur maar goesting nog volop Waar is m'n jeugd gebleven de pijn is overal nog zoveel om te leven ambities bovenal Maar klagen doe ik niet met mij gaat alles goed neen klagen moet ik niet dat geeft me zoveel moed Nog rennen en veel vallen
Met de oudste heerlijk dichten met de ander fantaseren met het ventje forten bouwen en met 't meisje in de pan in spanning wachten op broer of zus met de laatste wordt het lente Ik weet dat ik nogal zagen kan maar ze houden mij goed bezig 't is zo zalig en plezant telkens anders maar ook weer niet want in ben hun Bompapatje en elk van hen mijn hartedief.
Bijna dagelijks passeer ik langs het Kiel. Bij elke Antwerpenaar gekend als ‘de kleurdoos’ van Axl Peleman.
Zelf noem ik het ‘Danger Zone’. Niet omwille van de verschillende kleuren en rassen die daar wonen, winkelen en werken, maar omdat al dat kleur, leeftijd, geslacht, geloof en geaardheid daar zomaar kriskras door elkaar loopt; alsof er geen verkeersreglement bestaat, alsof regels en hoffelijkheid tegenover de andere weggebruiker niet gelden… Men kuiert er rustig over het fietspad alsof men in z’n eigen tuin wandelt… staan te chillen in groepjes over de volledige breedte van het voet- en fietspad… parkeert z’n auto eender waar… moeders GSM-en naar hartenlust, terwijl hun kroost, niets vermoedend van enig gevaar, speelt op straat… pubers het leuk vinden om voorbijrijdende fietsers te doen schrikken… ouderen de straat oversteken zonder kijken. Het gebeurt vaak dat mensen blindelings uit het plaatselijke shoppingcenter stormen, recht de straat over, om toch maar hun bus of tram te halen. Dagelijks moet ik meermaals plots m’n remmen dichtknijpen om een ongeluk te vermijden… menigmaal heb ik schrik gehad om te vallen op die levensgevaarlijke paaltjes tussen het fietspad en de rijweg… dikwijls heb ik dan nog het verwijt gekregen ‘racist’ te zijn, omdat ik al eens commentaar durfde geven toen het mij weer eens te veel werd… enfin… DANGER ZONE dus.
Maar wat we deze week te zien kregen, slaat echt alle verbeelding… Rood licht ter hoogte van het kruispunt Zwaantjes (sowieso al een gevaarlijk kruispunt voor wie linksaf de steenweg op moet). Ik stop keurig achter een andere fietser. Even voorbij de lichten staat, op de laad- en los zone, een politieauto. De agenten maken aanstalten om in hun wagen te stappen, maar zijn niet gehaast… plots komt er een jonge bromfietser met hoge snelheid aangereden , scheert rakelings langs ons… slalomt gevaarlijk tussen enkele overstekende voetgangers… stuurt vervolgens (blijkbaar bewust) recht op de politieagent rechts van het voertuig af…ontwijkt die dan nipt, draait zich om, zonder echt vaart te minderen en steekt z’n middelvinger op… geeft nog wat gas bij… en weg is hij.
Nu zou toch elke normale, gezond denkende burger verwachten dat die politieagenten de achtervolging inzetten… niet dus… begrijpen wie het begrijpen kan… DANGER ZONE dus.
Al gemerkt?.... Natuurlijk! … want het kan bijna niet anders...
Tegenwoordig drinken acteurs op TV enkel nog 'niets' uit een lege kop of beker. Ze zijn er dan ook nog zo onhandig mee dat het opvalt... straffer nog, gisteren keek zelfs de camera even mee tot op de bodem van een (zogenaamde) kop koffie; waarna de actrisse nog een beetje ging roeren met die ‘duidelijk’ lege (zelfs propere) tas.
OK, er moet bespaard worden, maar als een kop koffie of thee er al niet meer af kan... Dit is zo belachelijk dat ik mij er telkens weer aan stoor. En niet alleen omdat regisseurs en/of toneelmeesters er geen nota van nemen, maar eveneens dat (beroeps)acteurs zelfs geen moeite doen om het te verbergen... Zelf speel ik ook (amateur)toneel en regiseer ik ook al eens, maar zoiets zou ik nooit toestaan... NOOIT!
Toneel spelen, of het nu op de planken is of voor een camera, moet mijn inziens nog altijd geloofwaardig blijven... Stel je maar eens voor dat men ook wijn, frisdrank of bier uit een leeg glas gaat drinken... of uit een leeg bord eten...
Denken de huidige programmamakers nu echt dat, wij kijkers, allemaal idioten zijn... quantité négligeable...waarvoor details totaal overbodige balast zijn?
Gelukkig zijn zulke traantjes snel en onopgemerkt weggepinkt.
Het was mooi weer gisteren en z'n papa was gaan sporten... Of Bompapatje mee wou gaan supporteren?... Natuurlijk!... En wij weg, samen met de mama. Onderweg fantaseerden we er - zoals gewoonlijk - goed op los. Zo zijn we het er over eens dat die Hindoetempel precies een zandkasteel is... En omdat we zo trots zijn op z'n papa, die zo’n super-sporter is, spraken we af om later, als we alle twee groot zijn, ook super-sporters te worden en natuurlijk wereldkampioenen. De pret kon niet op, toen we ter plaatse aankwamen en daar ook nog eens een echte toffe speeltuin troffen... Alleen maar originele tuigen om op te klimmen... met water of met zand te spelen... evenwichtsoefeningen... verstopperken... en gaten om gekke gezichten door te steken. Elke keer moesten we ons haasten om op tijd aan de kant te staan om de papa te zien voorbij fietsen; ploeterend door het strand. Gelukkig was de mama daar om ons op tijd te roepen. Als z'n papa dan voorbij kwam riepen we uit volle borst... maar 't ventje had zichzelf niet gehoord... En dan snel terug naar de leuke speeltuigen... tot de volgende ronde. Toen we uiteindelijk weer in de auto zaten op weg naar huis, was zijn eerste opmerking:" dat was plezant hé... dat gaan we nog eens doen, OK?"... En dat Bompapatje's hart smolt (alweer)... We zongen (vooral die kleine vent dan) nog wat van Piet Piraat en zo en één of ander liedje over een olifant (dat hij volgens mij ter plaatse verzond). We zagen onderweg ook nog zo'n 'oldtimer' die, volgens ons, wel zeker HONDERD jaar oud moet zijn... en we blijven er bij: "die Hindoetempel is echt wel precies een zandkasteel".
Het rare is dat geen van ons twee er ook maar één keer aan gedacht heeft of de mama haar niet een beetje als het vijfde wiel aan de wagen gevoeld moet hebben.
Thuis, als we aan de Mimi het relaas van de uitstap deden , werd Bompapatje toch wel een beetje emotioneel... Gelukkig zijn zulke traantjes snel en onopgemerkt weggepinkt. 's Avonds speelden we nog Cirque Du Soleil en zo en was er ook nog die andere kleine pagadder, die met haar lieve oogjes veel zegt, lacht als een volleerde verleidster en waar de deugnieterij zo van afdruipt... Daar gaan we ook nog veel plezier mee beleven... daar ben ik zeker van. De twee oudste kleinkinderen zijn al pubers, maar fantaseren doen we nog... En... er zijn er twee nog op komst dit jaar... Dus dat beloofd....
Ach wat is het toch zalig op Bompa(patje) te mogen zijn...
Ook al schrijfsel ik zo graag in een vers of een verhaal passies hebben we allemaal alleen de tijd is soms de vraag. Mijn tweede passie is toneel verdwijnen in een ander mens een mooie rol is wat ik wens al is het niet professioneel. Ik moest kiezen tussen twee een productie staat op 't spel en 't wordt weer geen bagatel maar 't is beslist; ik speel mee. Daarom wordt het hier wat stil op het blog van Bompapatje wel zo af en toe een kladje misschien over een 'bananen'schil We zijn begonnen aan het stuk 'jaar in, jaar uit' van onze Gerd het verhaal heeft hij geleverd en zet ons nu al onder druk.
Het prenatale verhaal van een 3de in de rij van 12
Februari 1949... Alle Coenen-spermo's (de mannetjes) en -sperma's (de vrouwtjes) liggen klaar aan de start. Allemaal met hun mooiste zwempakje aan (zo'n wit met een staartje; zoals die nu nog altijd in de mode zijn). Ik had mij extra voorbereid om de race te winnen... me lekker warm gezwommen, tijgervet en strechen zoals en echte kampioen. Met hoeveel we juist waren weet ik niet meer precies, maar ik herinner mij vaag een menigte voor zover het oog kan reiken. Gelukkig stond ik helemaal voorin en had het einddoel al in zicht... de enige echte YCel... Haar ging ik veroveren en de nummer 1 worden van de Coenen-kids. De sponsor en gulle schenker, de heer A.C uit H - een O.O. bij het A.B.L. - had zijn pistool al geladen en opgericht... Het startschot klonk en met z'n allen schoten we vooruit... dringend, wringend en duwend door de smalle eerste bocht het duister in. Al snel waren ik en een paar sperma's op voorsprong; van spermo's geen spoor... zij hadden de wedstrijd reeds verloren... Nog twee koplopers; ik en een jonge Sperma die zichzelf Jeannine noemde. Daar stonden we dan met z'n tweetjes... Wie zou er als eerste naar binnen gaan?... Och ja... Toen al was ik een echte gentleman: "Ladies first" hoor ik me nog altijd zeggen... en keerde terug naar de balroom, waar ondertussen alle anderen zich weer hadden verzameld. Een beetje teleurgesteld en vooral boos op mezelf, dacht ik al aan een degelijk trainingsplan om bij de volgende wedstrijd alleen aan te komen. 9 Maanden later werd Jeannine geboren als oudste dochter.
September 1950... Deze keer goed getraind en met een kei goed plan lig ik geconcentreerd aan de start alle concurrenten te taxeren. Ik was er zeker van; deze keer zou ik de winnaar zijn... Alles verliep naar wens... we hadden al vlug met twee een mooie voorsprong op de achtervolgers. Mijn medevluchtster, Sperma Monique, raakte zo stilaan uitgeput... Ik rook mijn kansen... Maar helaas, kon ik dit keer niet onmiddellijk de ingang vinden van de YCel en werd dus op de valreep geklopt... Mezelf vervloekend en hemel en aarde bezwerend dat dit nooit meer zou gebeuren, keerde ik dan maar opnieuw naar de balroom, waar alle spermo's en sperma's zich konden laten masseren en op krachten komen. En 9 maanden later werd Monique geboren als tweede dochter en eerste zus.
Januari 1953... Ik was in topvorm... ongelofelijk!!... In de groep noemde iedereen me 'de kannibaal'... Alle kermiskoersen had ik ondertussen gewonnen. Het was duidelijk; dit keer ben ik de 'top favoriet'... geen enkele sperma zou mij de loef afsteken en van de nog veel te jonge en onervaren spermo's had ik niets te vrezen... "I will be the boy number 1". Na het startschot van A.C uit H., schoot ik vooruit en had al meteen enkele meters voorspong. De ervaring had mij geleerd om nooit om te kijken en m'n eigen tempo te blijven gaan. Hijgend en puffend kwam ik dan ook als eerste aan en al snel had ik de ingang gevonden... Net voor ik binnen wilde gaan, stond ze daar... Reginake... met haar blink-blink oogjes mij aan te staren... "broer?... please!?" probeerde ze nog... Maar nee hoor... Dit keer was het mijn beurt... Ik ga dit jaar niet terug naar de balroom!... Derde keer, goede keer!
9 maanden later ben ik dan snel/snel geboren als eerst zoon... Boy number 1...
De volgende wedstrijd was al in december van datzelfde jaar en dus amper 11 maanden na mij was Reginake ook al daar... Het eerste jaar heeft ze geen woord gesproken; alsof ze nog altijd boos was op mij, maar later zijn we toch nog goeie vrienden geworden. Op het palmares voor de volgende wedstrijden staan: Micheline, Ines, Luc, Marleen, Brigitte, Eric en Dominique...
En Nini, die de Schepers-wedstrijd had gewonnen, werd tijdens de schoolvakanties ingehuurd als onze nummer 12, tot grote tevredenheid van iedereen.
Voila, zo weet iedereen nu hoe dat 'prenatale verhaal van de 3de in de rij van 12' juist in elkaar zit. Vermits drie keer scheeps recht is, ben ik dan later ook in de scheepvaart terecht gekomen.
Wanneer je denkt dat alles mis gaat, je geen einde aan de tunnel ziet... geboren bent voor 't ongeluk
en alleen maar onheil voelt. Als alles zwart wordt voor je ogen en geluk je nooit eens toelacht... depressie of burn-out je leven deelt en voorspoed alleen voor d' ander is.
Zwarte sneeuw...
of altijd regen.
Niets valt mee...
alleen maar tegen. Dan komt plots en onverwacht
en in de tunnel schijnt aan 't end het geluk dat op je wacht...
al het onheil afgewend.
Eindelijk begint de zon te schijnen en lacht het geluk je volop toe... Tijd voor burn-in zou ik zeggen
En wij maar zagen en klagen, terwijl er ver van ons bed weer doden vallen
Over fileleed en openbaar vervoer teveel regen en te weinig zon dure reizen en belastingen onze job en werkelozen op facebook en op twitter We zagen en klagen, terwijl er ver van ons bed weer doden vallen Over communautaire geschillen en zo hangjongeren en gasboetes hondenpoep en sluipverkeer migranten en homofielen maar ook over het TV-aanbod Wij maar zagen en klagen, terwijl er ver van ons bed weer doden vallen
We zien het alle dagen op televisie lezen het elke dag in de krant horen het wel 10 keer per dag op de radio ja... winden ons op om zoveel ellende maar doen uiteindelijk niets Maar we blijven wel zagen en klagen, terwijl er niet eens zo ver van ons bed weer doden vallen We storen ons aan hoofdoeken en djellaba's aan mannen met baarden in lange gewaden aan spelende kinderen of oudjes op de tram we klikken over het centje voor de vuilnisman en haten de haan van de buren en de duiven op het plein
Gaan wij dan altijd blijven zagen en klagen, terwijl er helemaal niet zo ver van ons bed toekomstige slachtoffers geboren worden?
Als ik God was geweest, dan groeiden de kinderen aan de bomen... Dan kon je ze plukken... en laten rijpen... tot volwassen mensenfruit. Geen vrouw had zoveel pijnen en weeën hadden niet bestaan... Ze konden de vruchten laten rijpen in die onbevlekte moederschoot... tot (h)eerlijke kleine mensjes. De vaders zouden moeten wroeten, om 't vrouwenleed van vroeger... Voor hun kroost moesten ze zwoegen,
één maal per maand tot bloedens toe...
tot heel hun lijf er pijn van doet. Maar God ben ik dus nooit geweest.
Als man en vader blijf ik me schamen, om zoveel leed en barensweeën. En voor die hechte moeder-kinderband
is mijn mannenverstand veel te klein.
Vergeef me God voor deze woorden,
Ik weet wel dat Eva in die appel beet,
maar 't was de schuld van Satan, toch?
Die historie... is nu al veel te lang geleden...
verjaart de straf voor al die vrouwen dan nog niet?
Spelen met de kinderen zij worden nooit eens moe en speelt bompa met de kinderen is het een heel gedoe
Dure spullen zijn niet nodig want we spelen zonder grenzen kartonnen dozen kan zonodig of in de gootsteen vrolijk plenzen Spelen met de kinderen en bompa wordt wel moe maar speelt verder met die bengels tot overgeven toe
- we mailen elkaar op 't werk, ook al zitten we naast elkaar. - we gaan elkaar op straat uit de weg, maar op Facebook zijn we vrienden. - we kennen elkaar niet eens, maar twitteren er op los. - we hebben behoefte aan elkaar, dus sturen we smsjes.
- Telefoneren doen we niet zo graag en praten oppervlakkig. - We hebben elkaar niets zinnigs te zeggen, maar willen altijd en overal bereikbaar zijn. - In gezelschap blijft het akelig stil... te wachten tot 'iemand' eens iets zegt. - Een briefje schrijven is zo ouderwets, maar krijgen graag een kaartje met de Kerst.