Inhoud blog
  • Inpakdag
  • een laatste keer de bergen in
  • torre del mar
  • dry rafting
  • apentoerentocht
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Gastenboek
  • Goedemiddag
  • OOk nog de Beste wensen voor 2024
  • Hallo
  • Een goede midweek middag en avond
  • Goedemorgen

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    de hort op

    31-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.sleutelkwesties
    Blij weerzien op zaterdagavond met de jeugd, die moegezeten is door de lange autorit. De slaapplaatsen worden verdeeld, wij behouden de masterbedroom als oudjes van het gezelschap, Margo verkiest donkere duisternis,Thomas en Elke willen onder de sterren slapen op het dakterras. Dat is knus en fris, maar wat ze niet zien is de lange rij kleinvenijnige muggen, die likkebaardend in hun pootjes wrijven, een gastronomische maaltijd, daar, onder dat laken ! Ooh, en daar verschijnt een lekkere bout bovenlakens, wat een feest, zoemzoem, les Belges sont savoureux, pompompom.... Moegetergd, gezoemd en geprikt slaan de jongelui op de vlucht, om twee uur 's nachts, alle muggen buiten, vensters goed dicht, op de broeierige zolderkamer, in een wiegzwevend bed.

    Pieter en Mathieu zijn goed geland vanuit Florida, Trumpland, dat laten ze ons weten. Weinig geslapen, dat wel, want twee huilbaby's in hun buurt op het vliegtuig. Maar, kunnen wij asjeblief zeggen waar de sleutel van het huis in De Pinte is ? Ligt niet waar ze hem verwachten. Elkeen boort zijn geheugen aan, wie heeft wanneer de sleutel voor het laatst gebruikt? We begrijpen het niet. Allerlei doemgedachten en schuldgevoelens dwarrelen neer over de familie, er zal een slotenmaker moeten komen. Tot Pieter zijn gsm wil gebruiken en de sleutel uit de broekzak valt. Probleem opgelost, we halen diep en opgelucht adem. We wandelen naar de Pic du Verges, enig klauterwerk op het einde, maar geen erg, het pad staat goed aangeduid en op de gevaarlijke stukken hangen kabels. Ik moet tot mijn spijt ervaren hoeveel beter de conditie van de anderen is, mijn leeftijd danst me voor de ogen. Hilde kan het niet meer aan, Hilde kan het niet meer aan, bonst mijn hart met zware mokerslagen in mijn keel. Tja, het zij zo, het zal een beetje trager moeten in de toekomst, count your blessings, kijk naar wat je wel nog kan. Vallen bij voorbeeld, een kromme kniesprong en daar zit ik op mijn knieën, in het grind, overtuigd dat een botje in mijn voet gebroken is. Vallen is vrouwelijk vandaag, zowel Margo als Elke schuiven ook onderuit. Maar hun vering is nog zo veel beter, ze staan weer op en huppelen verder. Is het vallen voor de vrouwen weggelegd, sleutels verliezen lijkt een mannelijke erezaak. Thomas maakt een avondtochtje met de fiets en verliest de sleutels van het huisje. Het is al donker als we het ontdekken, dit zaakje lijkt verloren. Maar speurneus Margo geeft niet vlug op en vindt de sleutels...op straat. Oef, tweede keer diep ademhalen.



    31 juli, maandagmorgen is een via ferrata gepland voor de jeugd. Wij werden ook geinviteerd om deel te nemen, maar sinds de rafting van vorig jaar met meerdere onderdompelingen en honderdduizend angsten, pas ik voor avonturensporten. Vroeg (nou ja) in de ochtend worden we gebeld : de klim gaat niet door, trop nuageux. Ontgoocheling in de jongerenrangen, ze mogen terugbellen vanaf 9u30, men zoekt een alternatief. Dat moet bange Benoit geweest zijn, die de pret afbelde, of werkschuwe Wally, zo redeneren we, vanaf nu gaan we alleen nog in zee met frolijke Freddy van de falprefentie, of ouwe Ollie, die goeierd bij wie het zo nauw niet meer steekt. Het wordt kranige Christa, vrijdag nieuwe poging



    Geert en Margo vinden het zalig zwemplekje, waar onze landgenoot op het mosselfeest naar verwees.Idyllisch watertje, diep weggestoken tussen bomen en rotsen, helder beekje, kleine visjes krinkelen en winkelen, maar wat is het water koud! Dat wordt even doorbijten. Gelukkig, de enige die ons hier bezig zien zijn de otter die onder Margo's benen wegdook, de waterpalingslang, op de loer aan het watervalletje, de twinkelende zangvogel, de sjierpende krekel en de kleine visjes, want zoveel theater om in het frisse water te geraken, dat is niet om aan te zien, we zijn daar ontzettend goed in. Elke legt zich te drogen op een reusachtige rots in het midden van het riviertje, ze zal moeten springen om er terug van te geraken. Ze doet dat met verve. Ondertussen zijn we in de ban van de mooie keien en laten die pletsen en ketsen. Als peuter smeet Margo, die in niets wilde onderdoen voor haar broers, de voortand van Thomas in stukken met zo een werpkei. Uren lang heb ik toen gezocht naar het stuk tand, in de hoop dat de tandarts dat er terug aan zou zetten.



    Tot slot : het derde sleutelperikel. Wederom, de sleutel van het huisje is verdwenen. We kunnen niet meer binnen. Waar verloren we die vermaledijde sleutel uit het oog. Thomas en Elke gaan op zoek, wij proberen een invasie in het huis via het venster. Geert doet een paar springachtige pogingen om binnen te geraken maar wordt overruled door Margo die een van haar stelten bevallig binnenzwiert. De rest (van haar lijf)volgt gewillig. De sleutel wordt alweer gevonden. Hij lag onder de chauffeurszetel, uit de handen geslipt.



    Besluit : mannen kunnen geen sleutels bewaren, vrouwen zijn vallende sterren. Maar misschien mogen we niet veralgemenen.

    31-07-2017 om 00:00 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Prugnanes
    Een dorpje dat we nog niet bezochten, zo nietig en verscholen op de kaart. Niet alleen op de kaart, in werkelijkheid ligt dit piepklein ding ook weggestoken achter berg en struik, een klein juweeltje. En vol leven, dat mogen we ondervinden bij het binnenrijden als we onder vuur genomen worden door vurig spelende ridderkinderen. Er is een beschut dorpspleintje, de platanen bladderen hier ook af, een fontein met een vergaarbak. Een man komt ons vertellen dat we best van het water mogen drinken, goed water, pas de soucis. Als we beter kijken zien we dat een hond in het water ligt te spetteren en spartelen. Die heeft de tijd van zijn leven. Wij houden ons toch maar aan de goed gevulde drinkbus. Een motorrijder arriveert. Een Belg, zo blijkt al gauw. Een Vlaming zelfs. Komt vol nostalgie kijken naar een huisje dat hij lang geleden huurde in het dorpje, samen met zijn motorkameraden. Geweldige tijd was dat. Terugblikkend en vooruitkijkend. Dat zijn dikwijls de meest leuke momenten aan op reis gaan. Een oudere dorpelinge komt ook een babbeltje doen. Dat het pleintje een goede plaats is om te vertoeven, hier wordt nog gebuurt. En over de bosbranden. Hoe erg dat ze dat vindt, vooral omdat het kwaad opzet zou zijn. Ze begrijpt niet wat er in die mensen hun hoofd omgaat. Er wordt gefluisterd dat het bonzen zijn van woonprojecten, die de afgebrande stukken willen opkopen en daarvoor links en rechts een brandende lucifer verliezen. De mens op zijn kwaadaardigst. Er klinkt hoefgekletter, een prachtige donkere ezel kondigt zich aan. Vakantiegangers die op stap zijn met Ieoor. Een kleuter zigzagt voorop, brabbelt ons tegemoet, ik versta er niks van. Het deert hem niet, de weg is van hem en van de ezel. Ijaa, ijaa. Jaa, wij moeten ook verder, er is maar één baantje, bergop, de garrigue in. Stevige wind tegen, maar we weten dat dat de belofte inhoudt van stevige wind in de rug als we terugkeren.
    Morgen is het marktdag, dan gaan we weer op pad met fiets en kar, een overvloed aan groenten en fruit kopen, want morgenavond komen Thomas, Elke en Margo met onze auto. Na twee maanden zal dat ongetwijfeld een blij weerzien zijn.

    28-07-2017 om 23:04 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bezoek
    Al donderdag vandaag, de nationale feestdag zit alweer in de vergeethoek van ons brein, al blijven de mosselen en de frieten toch een vage, maar aangename herinnering. De nieuwe chef van het restaurant doet erg zijn best, gaat op zoek naar bovenste beste bintjes en bakt ze in twee keer. Ze waren lekker en overvloedig, bier schonken ze in grote kannen. Naast ons, een Belg van Mechelse afkomst, die een mas heeft en gites verhuurt. Vriendelijke man, heeft ons aanwijzingen gegeven voor een leuke zwemplaats, enkel ingewijden kennen die. We hebben al gezocht, maar niks gevonden. Volgens de man is het een natuurlijke jacuzzi, een watervalletje waar je met je rug kunt onderzitten. Goed voor verlamde vleugeltjes, al hoor ik er niet meer over klagen. Aan onze andere kant zat het plaatselijk Catalaans verzet, weg met de Belgen en alle andere indringers, zo leek het, er kwam geen tegemoetkomend woord over hun lippen. Het enige dat ze ons wilden vertellen was dat ze Catalaans waren en goed op de hoogte waren van de Belgische cultuur, want ze kenden Jacques Brel. Meer dan dat was niet nodig om te kennen, ze gedroegen zich heel erg 'op zichzelf', dit wil zeggen, ze praatten nogal veel achter hun hand, duidelijk niet voor alle oren bestemd, twee oude tantes en een gezette neef die de klaagzangen moest absorberen. Even dacht ik dat ik ze 'nighthawk calling' hoorde fluisteren, maar Wereldoorlog II is toch al een poos gedaan, dus dat moet inbeelding geweest zijn.

    Zondag konden we echt niet langer dralen, er moest een col sneuvelen. Omdat er maar een noemenswaardige col binnen redelijk fietsbereik ligt, hadden we absoluut geen keuzestress, het werd de col de Roq Jalere, net geen 1.000 m, vertrekkend vanuit Sournia, een lieflijk dorpje, ver van de bewoonde wereld. Weinig tot geen volk op de col, geen erg, het uitzicht is er prachtig. Toch 2 mobilhomes gespot, op de top kwamen ze ook bovengesputterd en leken vol ongeloof dat ik voor hen boven was. Ja maar, legde ik hen uit, met mijn electrische fiets is dat 'facile', hoor. Ze twijfelden er aan. Klimmen is nooit facile. En die batterij, die was nu toch op? Ha neen, nog halve batterij en vanaf nu alleen nog bergaf. Tja, dan zijn ze maar voortgereden, richting Prades, dat diep en ver in het dal lag te blinken.

    Dinsdag hebben we ons laten verleiden om nog eens met de bus van 1 euro naar Perpignan te rijden. Geert wilde in de stad wat rondslenteren, het vorig stadsbezoek was hem te veel 'shopping' geweest, te weinig 'seeing'. Heel goed is dat rondslenteren niet gelukt, we bleven plakken in een museum, waar een Picasso tentoonstelling was. Veel volk, veel moois, maar lastig voor de beentjes. En, wat ook lachwekkend was, elk bierviltje, elk servietje waar Picasso in die periode (zijn periode in Perpignan in de jaren vijftig) maar iets op had getekend of gekrabbeld, zelfs al was dat een lelijke vis, stond tentoon. Misschien toch wat over the top. Mijn energie was ondertussen ook de top over, er kon nog net de aankoop van een paar solden sandalen af voor Geert (de man die nog sandalen wil dragen, geweldig vind ik dat). De solden werden afgewezen, de meer comfortabele en dubbel zo dure mochten aan zijn voetjes pronken.

    En woensdag kregen we bezoek. Jan en Lieve, op vakantie in de Luberon, maakten een ommetje langs de Lanquedoc, recht in de klauwen van de wilde Tramontane, de woeiaard dus. En, toeval lijkt soms niet te bestaan, net op dat moment valt in ons huis de frigo uit. Help, zonder frigo kunnen we echt niet leven. Maar, geen nood, daar is Jan. En die prutst en vijst en probeert tot hij jandorie (!) weet wat er aan de hand is. Het slaat ons met verstomming. Niet de frigo, niet het stopcontact van de frigo, maar de waterkoker is de boosdoener. Wat zijn we weeral blij met dit clever bezoek, jochei. Als fikse beloning mogen ze in ons bed slapen, met fris gewassen lakens en een lucht zonder smog. De volgende ochtend moeten ze vroeg uit de veren, want nog heel wat te rijden, tot Vallieres, of is het Valliere of Vogliere en ligt dat bij Annecy of eerder bij Paris of nee, niet zo ver van Ussel ? Ja, dat weten wij niet, en wat erger is, zij ook niet onmiddellijk. Maar, ze geraken er uit, partir geblazen, zwaaizwaai, daar gaan ze, wegversperrende, dwarse koeien tegemoet. Maar dat wisten ze toen nog niet.

    En zo zitten wij weer met ons tweeen te zweten in de zomerse temperaturen van dit zoete Frankrijk. En lezen en dutten en schrijven en tekenen en manillen en scrabblen.

    27-07-2017 om 00:00 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    21-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.fete nationale
    Geert blijft in de ban van zijn linkervleugel. Nu en dan zie ik hem spastisch met zijn linkerarm trekken, het gezicht erbij spreekt boekdelen. Er komt ook een merkwaardig, hoog en scherp vogelgeluid uit zijn, nou ja, mond ter begeleiding van die fladdergymnastiek. Ik vrees dat het boelke ontstekingsvormen begint aan te nemen, zoek in mijn pillendoos iets ter bestrijding, maar vind alleen maar dafalgan 500mg. A priori is hij toch tegen pillengedraai, dus trek ik naar St Paul, de apotheker aldaar, om een pommade contre les entorses de dos. Voltaren dus. Het merkwaardige is dat wrijven en duwen pijnloos is, bewegen daarentegen....en als hij er te veel mee bezig is, wordt zelfs ademen een marteling.

    We hopen beiden dat er beterschap in zit, want fietsen zit er niet echt meer in, temeer omdat er iets mis is met de versnellingen van zijn koersfiets. We zouden naar de fietshersteller moeten, maar die woont 35 km hier vandaan, niet om het hoekje dus.

    We beperken ons tot wandelen bij het avondgloren, als de felle warmte wat weggetrokken is en overgaat in een zwoele, broeierige avond. Er is een mooie, niet al te lastige, vogelwandeling, die langs de Romeinse aquaduct vertrekt en een klein uurtje in beslag neemt. Het is ook daar dat we de dikke zwarte bramen en rode bessen geplukt hebben. De mensen van hier hebben er her en der hun persoonlijke potager, 'lochting' voor mijn schoonfamilie, en er zijn ook wijnvelden, waar de druiven bijna zichtbaar verkleuren van bleek groen naar vermiljoen en donkerblauw. Ik heb een schaar bij mij om wilde bloemen te knippen. In mijn verbeelding staat het wandelpad er vol van, het valt wat tegen. De okergele fenouil in overvloed, maar het is niet echt mijn favoriete bloem. Toch ook een schaarse paarse aar, mij onbekend, en een dahlia-achtige fuchsia bloem. Handvol bloemen, voldoende om mij blij te maken. Tot we aan het begin, of zo U wil het einde, van de weg komen en daar een bord met grote letters zien, heel recent neergepoot, 'cueillete de legumes, fruits et fleurs strictement interdit, chemin prive'. We schrikken, toen we enkele dagen geleden bessen plukten is een rode auto ons twee keer gepasseerd en toen we daarna ook handgrote vijgen wilde proeven, tevergeefs want ze waren geplukt, was die rode auto daar weer. De KGB van Ansignan en wij, de outlaw, de pikkedievende Belgen. Hou ze in de gaten, klaroen door het dorp, ze stelen als raven! Kijk maar, handen vol bloemen uit onze chemin prive. We besluiten om toch maar die bloemen niet weg te gooien, het zijn tenslotte wilde bloemen, niet uit de moestuinen getsjoept. Schuldbewust smokkelen we ze het dorp in. Ook de zilveren judaspenning, verdroogd en plukklaar, zit in het boeket. Wonderlijk mooi, maar door het plaatselijk verbod, plots smeedijzerheet in mijn handen. Ik twijfel om ze toch maar vlug weg te gooien. Geert moet er om lachen, hij neemt het niet zo nauw, misschien zijn er ook andere klampers op pad geweest, plukkers van courgettes en pompoenen en oleanderbloemen. Dat is ver van onze plannen, wat mensen hier met hart en ziel kweken gaan wij niet plukken.

    Vandaag is het nationale feestdag in ons vaderland, en toevallig zie ik een affiche van het plaatselijk restaurant, pas terug heropend, dat ze een feest organiseren ter gelegenheid van dit fete nationale belge. Om acht uur, mosselen met frieten. Inschrijven vooraf. Dat kunnen we onmogelijk negeren, er zouden nogal wat Belgen in het dorp verblijven, alleen, moeilijk te zeggen waar. Vanavond zullen we dat misschien te weten komen, tussen pot en pint. Borden en bestek moeten we zelf meebrengen, frietjes bakken doen zij. Zouden ze dat goed doen ? Ik vraag het me af.

    21-07-2017 om 13:38 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.meer van Caramany
    Ansignan ligt op enkele kilometers van een stuwmeer, de Agly wordt daar brutaal tegengehouden door een stuwdam. Mensenbemoeienissen in de natuur. Toch ben ik er niet kwaad op, want in mijn ogen is er niets zaliger dan op een hete zomerdag zwemmen in open lucht. In Caramany is er een plekje, beschut door wat bomen, waar je zonder problemen het stuwmeer in kunt. Er staat wel een bordje met baignade interdit, maar dat wordt straal genegeerd. Geert is met geen stokken in het water te krijgen, maar wil wel onder een boompje lezen. Zijn welwillendheid gaat er nog op vooruit als we op de aire de loisirs arriveren en er jonge halfblote meisjes rondlopen. Er horen jongens bij, maar die zijn niet bloot. Ze hebben hun tentjes daar opgesteld en lijken goed geinstalleerd. Alleen vraag ik me af, wat doen ze daar een godganse dag? Ik zie ze wat zitten, in kleermakerszit, best dat we niet op visite zijn bij hen want dat kan ik niet meer opbrengen, wat rondlopen, naar het water, hoofd afspoelen, terug naar de tent, hoofd afdrogen, sleuren, boomstam opheffen en wat verder smijten, takken verslepen. Het valt op (ik moet vooral niet beginnen staren, houd ik mezelf streng voor, maar ik ben in de ban) dat het vooral de vrouwtjes zijn die actief zijn, de mannetjes heb ik nog geen poot weten verzetten. Misschien komen die straks in actie als het wild moet gejaagd worden en het territorium verdedigd en de vrouwtjes besprongen. Allemaal te veel op dit uur van de dag. Ik kan ze geen ongelijk geven, het is een lome, zwoele zomerdag.

    17-07-2017 om 19:32 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.brebis
    Quatorze juillet werd ook in Ansignan met feestgedruis gevierd. Dat hoorden we toen tot in ons huisje 'an other brick in the wall' galmde, een optreden van vier pinkfloyders. In dat lawaai konden we toch niet slapen, beter gaan meevieren. Geert, verrassend bedreven in franse small talk, sprak meteen onze verloren gewaande naaste buren aan. Wij dachten dat die mensen in een maison de retraite verbleven of overleden waren, maar ze stonden daar gezond en wel met hun piepkleine muizige hond en hun kleinkinderen, die om beurten met het hondje mochten wandelen. Af en toe wonen ze in Estagel waar ze een tweede huis hebben. Vreemd idee, vind ik dat, een tweede huis op 20 km. Hier is dat niet zo abnormaal, onze andere buren wonen in de winter in het huis dat pal op het onze kijkt, in de zomer wonen ze in het huis ernaast, omdat het frisser is. Een verhuis met de seizoenen, zoals ook de schapen, geiten en koeien elk jaar verhuizen in een massale optocht naar de hogere weiden en tegen de winter in eenzelfde stoet terug naar beneden. De transhumance, een waar spektakel.

    Zaterdag, marktdag. We moeten ons haasten, de dag maakt grote sprongen vooruit. We laden de kar vol met fruit en groenten, nemen een kleine stop bij het café van de tour de france en doen dan de carrefour aan. Voor het grootwarenhuis worden matrassen verkocht. Terwijl ik binnen ben, wordt Geert aangesproken : hoeveel zo'n matras wel kosten mag? Ziet er een bedreven verkopertje uit,met zijn ruiten hemdje en de Haanse rode short die ik hem steeds weer zie dragen. Onafscheidelijk, hij en de short.

    Ik koop fromage de brebis. Ondertussen weet ik al dat dat van een schaap komt, maar waarom staat er dan niet mouton? Wat is een brebis meer dan een mouton? Het antwoord komt uit mijn smartphone gerold, een brebis is een ooi. Dat maakt dat een mannelijk schaap vanaf geslachtsrijpe leeftijd niets meer waard is? Als lammetje kan het nog in de lamsbout, maar later wordt zo'n ram quantite negligeable. Geen herder die zoiets nog wil. Bij de sangliers is het zo dat de mannetjes, eens ze volwassen zijn, niet meer te vreten zijn. Dat vlees stinkt.

    Geert en ik, wij hebben ook eens twee brebissen gehad, dat is een verhaal apart. Onze tuin was groot, te groot naar onze zin, 2 schapen zouden best nuttig zijn om het gras op te eten. Wat kenden wij van schapen? De verkoper zag dat ook en draaide ons twee afzichtelijke beesten in onze nek. De ene, stokoud, kop en nek stijf van de reuma, wankel op de poot. De andere brebis, met een joekel van een navelbreuk en ook niet meer van de jongste. Ze aten gras, dat was mooi. Ze aten ook de moestuin van de buurman leeg. Ze aten de schors van onze fruitbomen. Ze braken in en aten onze kamerplanten op. Ze braken uit en liepen te reutelen op de spoorweg. We hebben ze vlug naar de slachter gebracht. Het vlees, we kregen het allemaal mee naar huis, was oneetbaar. Het jaar daarop probeerden we het met een jong bokje, Seppe heette het. Het zag zichzelf in het schuifraam en beukte die vreemde kleine bok in stukken, glas inbegrepen. We hebben het aan een dierenpark gegeven. De boerenstiel was niet aan ons besteed.

    We nemen vandaag een rustdag, geen gefiets, geen gewandel. Morgen wordt een zonnige dag met weinig wind, we mikken op een col.





    15-07-2017 om 20:41 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    14-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vleugelverlamming

    De kattenhistorie van gisteren blijft me achtervolgen in mijn dromen : ik fiets en fiets en fiets en plots, een kat vanuit de berm door de lucht vliegend naar de andere berm, gevolgd door een tweede en een derde kat en dan nog een en nog een... het regent katten voor mijn ogen. Woehoehoei, hoor ik, vanuit de vliegende kattenberm. Woehoehoei, twee grote handen gooien hulpeloze katten de lucht in, vlak voor mijn neus. Het moet die pestkop van een Woeiaard zijn, die de katten omhoog zwiept. Ik zie twee lachende ogen, een deugnietenlach die ik onmiddellijk herken, het is Sooi, mijn vader, die hier komt duvelen. Katten zijn nooit zijn vrienden geweest, hij bedacht velerlei truukjes om ze uit zijn tuin te houden, wat hem overigens maar slecht lukte, maar dit vind ik toch maar niks. Ik probeer hem aan te spreken, maar het beeld is weg, ik zit al in de volgende scene van mijn dromencorso.

    Meteo france zegt : ensolleille, vent 25 km/h. Geruststellend weerbericht. Onder vent staat nog iets. Raf. 85 km/h. Wat is raf., vragen we ons af. Rafale, zegt Geert, ik denk dat dat windvlaag is, zoek op. Als de kapitein van een schip een bevel geeft moet je als eerste luitenant gehoorzamen, anders begint de huwelijksboot te wankelen, met dreiging tot kapseizen. Ik zoek dus op : rafale. Windstoot. 85 km/h, dat is niet min. Geen dag voor een hoge col (sowieso dragen we geen col, laat staan een hoge), we gaan voor een combi, fietsen en wandelen. Herhaling van gisteren, maar dan elders.



    Het is niet gelogen, die windstoten. We moeten de lange brug over naar Caramany. De wind pakt ons in de flanken op volle kracht. Zwiep, doet mijn fiets. Geert spartelt er zich dapper door, ik durf niet meer fietsen. Te voet dan maar, naar de overzijde, daar is de weg meer beschut door de flanken van de heuvels. Twee meeuwen bieden een vreemde aanblik, ze hangen in de lucht, maar verplaatsen zich geen meter. ze lijken verkalkte sculpturen, op meesterlijke wijze in de lucht opgehangen. Wat zouden die vogels denken? Dat ze aan een normale vlucht bezig zijn, maar dat de omgeving zich mee verplaatst? Dat ze best weten dat ze niks vooruit gaan, maar daar plezier in vinden, zoals wij de jetstream van een jacuzzi?? Dat ze lekker niks moeten doen en de insecten vanzelf in hun bek waaien (als die beesten al insecten eten, is het niet eerder vis, waar ze niet neen tegen zeggen, zo hard waait het nu ook weer niet dat de vissen vanuit het water opwaaien)? Ik weet het niet, ze vertellen het mij niet.

    We moeten nog een stevige klim omhoog, maar de wind zit nu in de rug en dat fietst comfortabel, in een twee drie staan we in Belesta, een mooi dorpje, dat zich opmaakt op het dorpsplein om de quatorze juillet te vieren. Hier vertrekt de wandeling van bijna 3 uur. Zo een wandeling vraagt wel wat zoekwerk maar is toch meestal verrassend goed aangeduid. We zien geen mens, de hele trip lang. Veel bloemen, dat wel. Distels met azuurblauwe bloemen, ik zou ze willen plukken om te drogen, maar ze zijn venijnig prikklaar, de blauwe scabiosa alweer, hoge okergele bloemen, die overal in overvloed staan en waarvan ik me afvraag of het wilde venkel zou zijn, fenouil, naar waar de streek vernoemd wordt, en een zachtgeel bloemetje op lange stengel dat uit een vetplantje opschiet. Bessen ook, ze trekken de aandacht van Geert. Dat ze er zo lekker uitzien, dik en donkerblauw, en dat hij eens eentje zal proeven. Tja, daar moet ik donder en bliksem bij sleuren om te verhinderen dat hij zo'n bes gaat opsmikkelen. Misschien zijn het jeneverbessen, dat kan, dan zijn ze alvast niet lekker, maar evengoed kan het een killerbes zijn, die hem binnen het uur zevenmaal dood doet gaan.

    Het is warm, heet eigenlijk, en de struiken bieden geen beschutting. De hemel kleurt diepblauw, hier en daar een klein wit schaapje en een vreemd langgerekt moederschaap. De wind, minder fel hier, zo lijkt het,breekt het heetgloeiend zinderen van de zon, daar zijn we blij om.

    Geert geeft de rugzak door aan mij, dat gebeurt niet veel. Hij heeft last van zijn rechter vleugeltje. Een vleugelverlamming, zegt hij zelf en wijst tersluiks waar hij een massage verwacht. Het wordt een eerder hardhandige frictie, die mannen, je moet ze niet te veel vertroetelen, want dan dient de ene verlamming na de andere zich aan.

    We hopen op onze terugweg een cafeetje te vinden, waar we de tourperikelen kunnen volgen. Er is niks open, de nationale feestdag houdt hier alles en iedereen in de ban. Het wordt een retour direct, eindstation Ansignan.


    14-07-2017 om 00:00 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.sportelduathlon
    Er zijn twee natuurelementen hier in Ansignan die je maar beter te vriend kunt houden. Het eerste is de zon. Vooral niet uitdagen, die gloeibol, want vernietigend zijn de priemende stralen in je wit vel. Het tweede element is de wind, die kan doen alsof hij niet thuis is en dan plots, achter het hoekje uit volle macht op je inblazen.
    We plannen vandaag een sportduootje : fietsen tot aan de flanken van Caudies de Fenouilledes en van daar een wandeling door een kloof, wiens naam ik onmiddellijk weer vergeet. Als we geluk hebben komen we dan terecht bij de imker-peperkoekenmaker en dat zint ons wel.
    We zijn gelukkig als een kind omdat we weer eens op onze fiets peddelen, aan een rustig tempo, er staat geen beetje wind. Geen beetje wind, lacht de achterbakse woeiaard, en hij springt van achter een rotsige bocht te voorschijn, windkracht vijf vooruit. Alle vijf zijn neusgaten zijn wijd open gesperd, hij woehoehoeit en beuheukt tegen onze relatief ranke lijfjes. Dat is schrikken. En dat wordt wroeten. En dat wordt oppassen, want naast de smalle weg is het diep en vol scherp struikgewas. Niets liever zou de woesteling willen dan mij daarin smijten, een bruin-witte vlag die tegen de beukende takken plakt, hulpeloos als een lege plastic zak.

    Maar ik laat mij hier niet doen. Als hij roept, roep ik terug. Als hij fluit, fluit ik terug. Als hij op mij springt...dan fiets ik gewoon door. Geert heeft het nog lastiger, het klimt ook continu, deze ontspannen rit krijgt de allures van een bergrit. Het waait zo hard dat ik geen auto's meer hoor komen. Dat is helemaal oppassen geblazen (hoe toepasselijk), plots rijdt daar een auto rakelings langs jouw vechtend lichaam en dan hik je nog omhoog ook van het schrikken. Wat zo'n auto met mij doet, doe ik met de huisdieren, zij schrikken zich vierkant als ik plots voorbij kom, zetten het op een luidkeels geblaf, luider dan het woehoehoe van de wind, het wafwoefwaf van de hond. Ik schrik. Poes schrikt nog harder, springt vierklauwens uit de zijberm, njauwauwauw vlak voor mijn wiel in turbostijl de andere berm in. Aiaiai roep ik nog harder dan al dat geroep tesamen. Het laatste wat ik wil is op mijn buik over het asfalt glijden.

    Het klimmen is ondertussen geevolueerd naar vals plat, als je dat niet door hebt, kan zoiets heel ergerlijk zijn. Maar het ergste leed is geleden, we kunnen zelfs een stukje afdalen. Voor alle veiligheid houd ik mijn remmen goed vast.

    De gorges zijn goed beschaduwd en weinig vatbaar voor windstoten. Dit is geen terrein voor de woeiaard, noch voor de zon. Het is aangenaam wandelen, wat brugjes over, het riviertje zuinig kabbelend onder ons. We vinden een hoopje grote bramen langs de kant van de weg. Opletten hiervoor, tekennesten zijn als bramen, las ik onlangs. Onmiddellijk vernietigen stond erbij. Ik zou liever onmiddellijk weglopen, zegt Geert. We kijken nog eens aandachtig, voorzichtig. Die bramen zitten vol kersenpitten. ??? We besluiten dat het geen bramen zijn, geen tekennest, maar uitwerpselen van een sanglier (?), chevreuil (?), yeti (?), het zal ons worst wezen welk beest zijn kersenpitten verpakt heeft in een zwart, blinkend spinsel. Wij waren het niet.
    De imker is niet thuis. Of slaapt. Ondanks ons geklepper met twee belklokken, ons gejoehoe en gehallo, geen levende ziel. Jammer, want zijn honing is zoet, maar zijn aanblik nog zoeter. Een mens zou er alle dagen honing gaan kopen.

    We dalen verder af naar Caudies de Fenouilledes en vandaar naar zijn lievelingsbroer St Paul. De wind, die strekenmaker, heeft zijn kar gekeerd, duwt ons in de rug. We vliegen vooruit,vals plat naar beneden. Geert trapt 50 km per uur, ik houd het bij 35. Ik roep hem toe (maar hij is natuurlijk al lang weg) dat het de bedoeling is om te kijken naar de tour de france in het cafeetje in St. Paul, niet om mee te doen. We zien Thomas De Gendt sneuvelen, we zien hoe Froome zijn leiderstrui verliest. Dat zien we allemaal op een groot scherm in het motardcafe, niet ver van de coiffeur artisan waar Geert volgende week naartoe gaat.



    13-07-2017 om 20:58 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.reddende woeiaard
    Verschillende redders vandaag. Ten eerste de man met de wasmachine. Onze laatste propere kleren zijn al lang niet proper meer, we deppen ons zweet met de laatste handdoek, het tafelkleed zit vol confituurvlekken, maar hoera, daar is de man met de wasmachine. Hoewel de helling voor onze deur meer dan 20 % is, rijdt die man daar vlot op met zijn camionette. We hadden de afmetingen van de oude machine met koordjes genomen (we hebben hier geen meter) en die koordjes in de winkel laten meten. Dat was belangrijk bij het kiezen van het model, want de plaats voor de machine is heel krap. Dus is het even spannend, maar het lukt. Van blijdschap beginnen we te wassen als gekken. Kleine wasjes, grote wasjes, allemaal in 't wasmasjien.

    Geert wil graag de tour de france zien, we verplaatsen ons daarvoor naar St Paul de Fenouillet, het café op de marktplaats. Daar zien we nog net Bodnar ten onder gaan, voor hem geen reddende engel. Toch chapeau voor die man, zo lang stand gehouden tegen beter weten in.

    Als ik op het terras van het cafe de fransen gadesla, dan denk ik steevast dat ze op het punt staan mekaar in de haren te vliegen. Ronkende volzinnen rollen uit mond tegen mond, luid, met gesticulerende armen en handen, mekaar diep in de ogen kijkend. Tot een van de partijen een lach produceert en al de anderen beginnen mee bulderen. Oef, het is een gewoon vrolijke bavarde.

    We moeten ook nog in het plaatselijk warenhuis zijn, onze voorraad eten wordt grauwelijk vlug naar binnen gespeeld, we staan er zelf versteld van. Overmorgen is het quatorze juillet, we mogen er zeker van zijn dat er dan maar weinig open is. Aan de kassa zie ik weer het tafereel van pittige, volmondige conversaties, de caissière doet enthousiast mee, er wordt geroepen, vingers opgestoken van 'pas op, he, manneken, of'... Ik houd mijn adem in. Blijkt dat ze over de leeftijd van een of andere kennis aan het palaveren zijn. (zegt Geert mij die het fernandelfrans verstaat). Uitbundig volk, die fransen.

    De was staat te drogen op het dakterras. Er is behoorlijk wat wind, een droogkast is hier echt overbodig. We zijn nog steeds in de wolken met al dat drogend proper wasgoed en zetten ons ter aanschouwing van zoveel schoons ook op het terras. We hebben een boek speelkaarten gevonden, vragen ons af of we nog kunnen manillen. Dat zijn twee vliegen in een klap : we houden die lekkere was in de gaten en we vullen onze avond (en de glaasjes) met volks vermaak. U vraagt zich wellicht af waarom er wel een 'ten eerste' kwam en nog steeds geen 'ten tweede'. Welaan, hier komt hij. De eerste spelletjes worden vlot door mij gewonnen (heeft niks te maken met mijn kaartkunsten, dan wel met het geluk goede kaarten te krijgen), maar nu is het duidelijk Geert die een grote slag zal slaan. Hij zit ronduit te glunderen achter zijn kaarten en ik voel me al een tweede Bodnar, geklopt voor de aankomst, als plots de hemel mij genadig is en een flinke windstoot op ons afvuurt. Woeiwaai,de wind mengt zich onder het spel, flink wat kaarten in de lucht, spel onspeelbaar en afgeblazen. Het schrikken en de daaropvolgende ontgoocheling in de ogen van mijn tegenspeler zijn kort, maar intens. Mooi om te zien en ik ben verlost van een zware nederlaag. Ik prevel een klein dankjewelleke. De woeiaard bestaat toch echt, me dunkt.



    12-07-2017 om 23:13 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Estagel
    We zijn geen vroeg-uit-de-veren-vogels en vandaag is dat zeker niet anders. De klok van de kerk weet dat en houdt zich in om te kleppen tot negen uur. Dan vindt ze het welletjes en laat haar kunsten horen. Een slag : kwart na. Twee slagen : half uur. Drie slagen : kwart voor. Vier slagen : een uur verder. Vroeger liet ze ook nog eens horen welk uur, maar die zang laat ze nu achterwege. Misschien is ze in de knoop geslagen met het zomeruur en heeft de klokkenregelaar het niet meer goed gekregen.

    Het regent. Wie had dat gedacht? We zetten vlug de manshoge ramen open, de warmte laat zich binnen nog voelen, een beetje frisse lucht zal deugd doen. Wat zullen de struiken en bloemen en bomen gelukkig zijn, het is ongemeen droog. Rivieren moeten alle druppels bijeenrapen om nog stroming te produceren.

    Regen duurt hier meestal niet lang, we zetten ons klaar om naar Estagel te fietsen, 21km verderop. De drukke D117 vermijden we, er is een prachtig binnenbaantje langs het stuwmeer van de Agly. Een enkele verdwaalde auto kruist ons pad. Latour de France,dorp tegen een flank (zoals alle dorpen hier)lacht ons al van ver tegemoet. We spendeerden hier vorig jaar een namiddag bij de rijkswacht om aangifte te doen van een gestolen portefeuille (die van Geert). De portefeuille zat de vorige dag in de fietstas toen we aan een lange fietstocht begonnen en was verdwenen toen we 's avonds terug thuis kwamen. We hadden 's middags in Bucharach gegeten en hadden fiets (met portefeuille) onbewaakt buiten laten staan. Bij die onbewaakte fiets hadden we een man 'gesignaleerd', achteraf noem je dat zo, met wie we een luchtig praatje hadden gedaan. Besluit : Bucharach zit niet alleen vol hippies, het zijn ook stelende hippies. De rijkswachter van dienst schreef alles keurig op en gaf Geert een voorlopig rijbewijs, wat wel van nut kon zijn om huiswaarts te keren. 's Avonds vonden we de portefeuille terug...diep weggestoken, in de fietstas.

    Het was niet het eerste en ook niet het laatste dat we kwijtspeelden. Enkele dagen later kwamen we, wederom, thuis van een fietstocht en de voordeur was op slot. Een goede gewoonte. Alleen, de sleutel was niet meer te vinden. Die moest, samen met zijn gsm, in een klein tasje zitten, achteraan in Geerts fietstruitje. Hier konden we er geen verhaal van dieven en hippies van maken, dit was onze eigen fout. Wat kon er gebeurd zijn ? Er was weer een valpartijtje geweest, Geert die niet uit zijn klikpedalen geraakte en een zijdelingse buiteling maakte enkele meters lager, een stoppelveld in. Zoals ik het hier schrijf begin ik warempel te geloven dat dat vallen van hem ingegeven wordt door een of andere hang naar clownerie, het komt verdacht veel voor. We waren het er over eens, gsm en sleutel lagen in het stoppelveld. Het huis was wel op slot, maar er stond een raam open, vlug naar binnen geklauterd om de autosleutels (oef, die hadden we nog). Vraag : hoe vind je een gsm terug, als je enkel bij benadering kunt zeggen waar die zou kunnen liggen? Juist, ja, we hadden ook die goede inval. In elk geval verhoogde de vondst ons comfort aanzienlijk, want telkens door een raam kruipen om binnen en buiten te geraken, in de herfst van ons leven...

    Maar we zijn nog steeds aan het fietsen, we gaan een wasmachine op de kop tikken in Estagel. De website van de winkel had diverse modellen getoond, we hadden al wat ideeën in ons hoofd. Profi Confort, zo heet de winkel. We vinden geen winkel. We rijden een eindje terug, geen winkel. We vragen het : magasin d'electromenager, c'est ou? Ah, oui, c'est la. De winkel blijkt een piepklein winkeltje te zijn. We staan er bij te lachen. Geen Krefel of Van Den Borre hier in Estagel, familiezaakje, klein maar dapper. We raken er uit, kiezen een model op de computer, levering en plaatsing deze week. Ik ben benieuwd. In de zaak staat een oudere man, die voortdurend met Geert in conversatie gaat, maar onverstaanbaar is. We kunnen hem niet antwoorden. Even later komen we die man terug tegen, de aanhouder wint, hij vraagt van waar we komen met de fiets. Van la Belgique. Ohlalala, zeggen zijn ogen. Combieng de kilometer? Plus que 2000, zeg ik. Ohlalala, zeggen zijn ogen. Moi, zegt hij, en ook 'camion'. Al de rest versta ik niet meer, heeft hij met een camion gereden of is hij onder een camion terecht gekomen (de man loopt met krukken), ik gok op het eerste en zeg ook Ohlalala, wat ook kan passen bij het tweede. Au revoir, zeg ik nog rap. Ciao roept hij uit volle borst. Vriendelijke mensen, die fransen.
    Het is drukkend warm als we terug rijden, kort na de middag, het heetst van de dag. Overal wijnvelden, abrikozenbomen en het typische struikgewas voor deze streek : de garrigue. Ik kijk uit voor wilde thijm, er is weinig te vinden. Als we boven komen bij de laatste klim, komen we pal in een stormwind terecht, het blijft duwen, zelfs bergaf. Het is de voorbode van een knallend onweer. De eerste dikke druppels vallen als ik in de laatste rechte lijn zit. Geert krijgt wat meer op zijn kop, hij rijdt als een kleine duivel, maar ik zie het water langs zijn nek naar beneden lopen. Hoho, wat vind ik dat leuk.







    10-07-2017 om 20:35 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.libelle

    De bramen zijn geplukt, de confituur is gemaakt. Ik kan het eigenlijk geen confituur noemen, het is een coulis, lekker.
    We brengen de dag slapend en etend door. Niet bijster interessant dus. Het meest spectaculaire van de dag was een libelle die binnenritselde, waarschijnlijk door het open raam. Geert durft zo'n beest niet pakken. Ik iets meer, dus heb ik ze proberen evacueren voor ze haar vleugels zou verbranden aan een lamp, waar ze aan verslingerd leek. Ze is uit het raam gevallen. In het beste geval gevlogen, maar haar nekje stond toch wat scheef door mijn handtastelijkheid. Arme libelle. Rosita.
    Morgen schieten we terug in gang, fietsen we een eind ver. Naar Estagel, op zoek naar een wasmachine.
    En oh wonder, vandaag stond er een kraam in Ansignan, textiel zou ik het noemen, gaande van zakdoeken en lakens tot broeken en blouzes en kleedjes. Ik kocht wat handdoeken want schamel is de hoeveelheid die we bij hebben. De verkoopster, een oudere dame, vertelde dat ze vroeger elke maand kwamen. Nu nog twee keer per jaar. De teloorgang van de bejaardentextiel in Ansignan.

    09-07-2017 om 23:17 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.abrikoos
    Het leek wel alsof de gastvrouw gisteravond geraden had waar ik al zo lang zoveel zin in had : een pasta met een stoofpotje van ajuin, tomaten en courgette en fetakaas. Want warempel ze zette ons dat prakkie voor. Ik had haar wel kunnen omhelzen en Geert was goedmoedig aan het brommen, dus dat zat volledig snor.

    We kropen vroeg in bed, wat was het warm, gastvrouw en gastheer er ook bij, met vier in bed, dat kan toch alleen op VTM.

    Het koelt niet veel af 's nachts, we mogen heel blij zijn met 20 graden. Een laken is meer dan voldoende.

    Vandaag is het markt in St Paul de Fenouillet, we gaan groenten en fruit kopen, met fiets en kar. Zo blijven we in de sfeer en in beweging. Het is negen kilometer enkel, een leuk ritje dus. De abrikozen zijn spotgoedkoop, dat wordt confituur maken. Ik ben verzot op zelfgemaakte confituur. Geert ook, maar hij maant mij telkens aan om er geen suiker in te doen. Ja, dan heet dat natuurlijk geen confituur meer, maar gestoofd fruit. Ik probeer het te beloven, maar, eerlijk, het is niet lekker, en ik voeg er een schuddebuik suiker aan toe. Hij heeft dit niet in de gaten en bij het proeven is hij triomfantelijk gelukkig : dit is echt lekker zonder suiker, zegt hij. Ik lach wat vals in mijn vuistje.

    Het dorp lijkt verlaten, we zien geen mens op straat. Het zal wel zo zijn dat binnen enkele jaren meer en meer huizen zullen leeg staan, het zijn vooral oude mensen die hier wonen, en er is geen enkele winkel meer. De bakker komt wel elke dag en een keer per week komt een kleine camion met levensmiddelen. Het is iets, maar het blijft pover voor het leven van elke dag.

    Geert is op verkenning geweest rond het dorp, er zijn dikke bramen voorhanden, ze groeien in het wild en volgens hem zijn ze doornloos. Dat is goed nieuws. Morgen wordt er weer confituur gemaakt.









    08-07-2017 om 19:46 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.daar is de meet
    De nacht was woelig, de wijn en de table d'hotes van gisteravond zullen daar wel voor iets tussen zitten. Ook de Maya's speelden een rol. Mijn grootste angst (nou ja) in een droom : ergens opgesloten zitten in een of andere kamer voor de rest van mijn leven samen met iemand die alle ruimte inneemt. Je mag nog zo je best doen, je wordt platgewalst door drukte, gegesticuleer en getater. Gelukkig was daar een Maya Indiaan in de buurt die het ook niet meer aankon en een grote plakker op de mond van de druktemaker plakte. Rust in huis. Dacht ik. Begon die toch langs zijn oren te praten zeker. Echt goed ging dat niet, maar toch. 'Onfe fieferig' en 'onf eflien' wat 'onze diederik' en 'ons evelien' moest betekenen, het gefaffel hield maar niet op. De Maya sprak vier wijze woorden : deze kan niet mee. In het ruimteschip zal hij bedoeld hebben. Tja, eigenlijk wou ik ook niet mee, zo maar in de ruimte geworpen worden en ik maakte me snel uit de voeten, nu iedereen zich klaarmaakte om in te stappen. Daar zat plots Lisa, mijn moeder, met bezwerende vinger in de lucht : 'een ander moet ook de kans krijgen om iets te zeggen'. Juist, moeder, groot gelijk. En ik belandde terug op aarde en toch wel in mijn bed zeker.

    We kunnen maar moeilijk een einde breien aan ons fietsavontuur en besluiten om via een omweg naar Ansignan te rijden. Niet langs Bugarach dus, maar via twee cols : de col de la Fage, 731 m en de Col de la Redoulade, 753 m. Het worden twee pittige klimmen, het is al bloedheet, de zon heeft ons goed te pakken. Het zweet loopt in mijn ogen, bij Geert druipt het op zijn stuur. Maar het loont zo de moeite. Hoe prachtig is deze streek. En hoe rustig. We komen slechts een levende ziel tegen, een man met een mandje, op champignontocht vermoed ik. We belanden in het dorpje Auriac. Het heeft een mairie, een cafeetje en 39 inwoners. Piepklein. De vrouw van het cafeetje (die misschien eveneens burgemeester is) geeft ons een fietskaart mee van de omgeving, blijkbaar zitten we op een zwarte piste, zwaarste niveau dus. Maar ze zegt er wel fijntjes bij dat het zwaar (en zwart) is voor de fietsers die van de andere kant komen. Voorzichtig zijn, verwittigt ze nog, de afdaling is niet gemakkelijk, elk jaar zijn er accidenten. Het is vooral de gravé die op de baan ligt die het remmen gevaarlijk maakt. Maar eerst nog 4 klimkilometers. Het lijkt hier een vlindertuin, we zien er ontelbare en in alle kleuren. Ze fladderen van bloem tot bloem, ontvouwen hun prachtige vleugels. Alleen daarvoor zou een mens zich in het zweet werken. Ik dank in gedachten de uitvinder van de elektrische fiets. We kunnen op deze manier heel goed samen fietsen. Niet dat we continu in mekaars zog rijden, het klimmen gaat best voor mij, in de afdalingen is Geert niet bij te benen. En zo fietsen we globaal gezien even rap.

    We rijden langs de Gorges de Galamus, een erg smalle baan, langs duizelingwekkende dieptes, de afspanning slechts een halve meter hoog. Als je hier in valt kan je nog een mop vertellen voor je beneden bent. Hoog op de fiets is het aan te raden het midden te houden, vooral omdat de kloof ook nog eens een corridor is voor le vent violent du nord. Dat is nu niet het geval. We zien een paar groepen op weg voor de canyoning, vrolijk en vol moed.

    En dan is het nog 9 km, het laatste stuk naar Ansignan. We arriveren vroeg, onwennig blij, weten niet wat er van te denken. Het was een groot project en het voelt aan als geslaagd. We legden 2.364 km af in 38 fietsdagen.

    De eerste dagen zullen we zwaar moeten afkicken. Dat voelen we nu al.























    07-07-2017 om 20:11 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    06-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.apocalyps
    Het ontbijt is buiten categorie. Alles wat ons mondje wenst springt er bijna vanzelf in. Heel lekker en overvloedig. We horen dat de b&b vorig jaar bij de 20 beste was van heel Frankrijk. Het verwondert me niet. En wat me ook charmeert is dat het vooornamelijk de man is die de b&b runt. Een echte nieuwe man dus. Zijn vrouw werkt als anesthesiste in de kliniek van Carcassonne.

    De rit zal kort maar krachtig zijn vandaag. Een paar klimmetjes, maar evenzeer lange afdalingen. Kan ook moeilijk anders, blijven klimmen zou tot ongekende hoogten leiden en die zijn niet aanwezig. Het begint meer en meer gekend terrein te worden en dat geeft vertrouwen. Eigenlijk volgen we nu even een stuk van de Katharenroute, maar de echte bastions Monsegur, Peyrepertuse, Queribus liggen niet op de weg. Arme Katharen, zij hebben afgezien in de dertiende eeuw. De inquisitie heeft ze met duizenden omgebracht, tot er geen enkele meer overbleef. Grondig werk, dat wel.

    We komen in Couiza, een lager gelegen stadje tussen Limoux en Quillan, en van daaruit trekken we terug de bergen in. Achter de 'pong', naar rechts, heeft men ons gewezen. Het is eventjes druk, maar algauw ebt de drukte van de stad weg en is het weer heerlijk rijden. De zon prikt en brandt, bomen couperen regelmatig al dat zonnegeweld, er zijn ook rotspartijen, graanvelden, wijnranken. Een riviertje slingert zich langs de weg, soms aan onze zijde, soms diep beneden, verstopt tussen struiken en bomen. Af en toe een toerist die aan het water verpoost. Dit is een lieflijk mooie streek. In Rennes les Bains lopen nogal wat alternatievelingen rond, maar ook oudere mensen die wellicht voor de weldadigheid van de thermen gekomen zijn. Het zegt me ook wel wat, een dagje thermen. 'Nu we in de herfst van ons leven zijn','zegt Geert, 'moet dat kunnen'. Ik denk niet dat hijzelf er rap aan zal beginnen. Te veel Pietje Ongeduld.

    We gaan richting Bucharach (boecharatsj). De door de Maya's voorspelde apocalyps van 21 december 2012 kon verhinderd worden voor degenen die in Bucharach waren op die datum. Zij zouden in een soort ruimteschip naar andere tijden en andere dimensies gebracht worden. Het dorp stroomde vol rond de dag des onheils. Mensen wilden gered worden. De apocalyps bleef uit en toen zijn ze maar terug naar huis gegaan. Toch blijft het een dorp en een omgeving met een ongewone aantrekkingskracht. De pic de Bucharach (1200m hoog, een hele boterham om te beklimmen) zou magische eigenschappen hebben. Men beweert dat hij ooit zou geexplodeerd zijn en ondersteboven terug naar beneden gevallen. Hij zou dus op zijn kop staan. Verhalen in overvloed over deze streek. Want wat te denken over de pastoor die de schat van de Tempeliers zou gevonden hebben ergens in Rennes le Chateau? Hij en zijn Marie beschikten plots over veel fondsen van onverklaarbare oorsprong. Waar vandaan, niemand die het weet. Hij zweeg als vermoord en ook zij hield haar lippen stijf op elkaar. We zouden er boeken kunnen over schrijven, maar spijtig genoeg zijn die al geschreven.

    We dromen weg, maar eigenlijk zijn we nog aan het fietsen, ik op mijn 'brommerke' (zo genoemd door Geert als hij moeite heeft om te volgen, waarop ik steevast antwoord dat niemand hem verbiedt om ook een brommerke te kopen, wellicht is dat nog te vroeg, het idee nog onverdraaglijk) en hij op zijn koersfiets met zijn fluo kousjes en schoentjes en zijn getrainde bruine benen.

    We zijn vroeg vandaag, het moet nog drie uur slaan, als we onze kamer bezetten. Ik begin te beseffen : goed van ons, alles samen hebben we 2.300 km. Afgerond.

    06-07-2017 om 17:50 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.het is stil waar het nooit waait
    We schoven gisteravond aan bij de uitbaters voor het avondmaal en kregen een dikke schouderpoot van een varken voorgeschoteld. Een stoofpot die 4 uur geprutteld had, knook en vel inbegrepen. Veel vlees, maar ook aardappelen en wortels en ramenas en een hele resem kruiden, waaronder de mooie steranijs en jeneverbessen. Het was lekker en spoelde goed weg met de karaf wijn. De lippen werden losser, er werd al eens op mekaars schouder geklopt, het was 22 uur als we bedwaarts trokken.
    Windkracht 5 vandaag. Uit het oosten en wij moeten in zuidoostelijke richting, bestemming Limoux. De twee kolossen van honden hebben Geert verkozen tot hun beste vriend en leggen zich op zijn voeten. De gastheer zegt dat we en arriere moeten trappen als we de wind willen verschalken. Hij neemt Geert nog in een innige verstrengeling, (bij mij houdt hij meer afstand) en hoopt dat hij ons spoedig zal weerzien. Wie weet.

    Het is zonnig warm, een enkel schapenwolkje aan de hemel. We keren het kanaal definitief de rug toe, smijten ons in de landelijkheid van de Aude. Hier wordt graan en zonnebloemolie geproduceerd.
    We vorderen langzaam, zetten ons schrap om de uitzinnige wind baas te kunnen. Hij blaast en fluit in mijn oren, probeert me met fiets en al van de baan te stoten, enkele meters lager, het stoppelveld in, hij klettert aan linten en kleppen aan mijn fiets en aan mijn helm en hij maakt me zelfs bang. Moeten wij op die manier, vechtend om baan te houden, op een Route Nationale rijden, met camions, bestelwagens, wilde fransen? Ik zie dat niet zitten en we besluiten onze etappe om te leiden naar kleinere baantjes. Weliswaar iets verder, maar ook veiliger en leuker.
    We slaan af naar Fanjeaux, een mooi stadje, hoog op een flank. De batterij is de helft van haar pluimen al kwijt, we hopen een bar te vinden om ze terug op te laden. Het wordt een moeilijke klim, Geert neemt het woord 'col' in de mond, ja, warempel, de stijging is 14%. Dat is hijgen geblazen. Er komt een bataille de verbes van. Ik rijd te vlug. Ik luister niet, want ik hoor niet. Ik heb oogkleppen aan. Hij laat zijn wensen niet horen, ziet mij overal voorbij rijden, geraakt oververhit in lijf en kop omdat ik nergens stop. We bakkeleien, zenden onze verzoenengelen om te onderhandelen, het raakt opgelost. Het is stil waar het nooit waait.
    Ik ben heel blij met de alternatieve route, het is rustig rijden, het is enkel de wind die ons dwingt de twee handen aan het stuur te houden. De zonnebloemvelden verdwijnen, hier worden volop druiven verbouwd. Limoux is befaamd om zijn blanquette, de oudste schuimwijn ter wereld, per ongeluk uitgevonden bij een mislukte wijnfabricatie.
    De b&b ligt langs de baan en wordt gerund door...Vlamingen. Dat beseffen we eerst niet, dus praten we lustig in het frans tegen mekaar tot de gastheer ons onderling nederlands hoort praten. 'Dan zal ik het ook maar in het nederlands zeggen',lacht hij. Het praat zo veel gemakkelijker, we drinken samen een glaasje, ik breek er eentje, krijg weer een ander (het is geen kristal van zijn overgrootmoeder, gelukkig). Geert is gefascineerd door de jonge leeftijd van de Vlaming en dit in relatie tot de grootte van het huis dat hij bezit. 6 kamers en een gite, het is niet niks. Hoe heeft die dat voor mekaar gekregen? Hij kan het niet begrijpen. Ach, we hoeven niet alles te begrijpen. Wat is is. Denk ik.

    05-07-2017 om 21:25 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    04-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kaphonden
    We hebben moeite om ons bed uit te raken. Het is nochtans al 8.45u en de lucht helderblauw, maar dat weet en zie je niet als je slaapt. De madame rommelt in de keuken van de b&b (zij woont zelf in een huis iets verder op het domein met man en nawas),maar voorlopig zwijgt ze nog. Dat is een groot gemak, want ze praat veel en wat bekakt. Zoals een duif ook veel te veel praat, altijd dat geroekoeroekoeroe, geef mij maar koerkoerkoer, ca suffit. En een ekster dan, maar dat kan je geen praten meer noemen, dat is schorschreeuwen. Neen, dat doet deze madame niet, ze praat meer in de hoogte, haar stem is best aangenaam, maar er zitten veel eupeupeups tussen. Ze wil ons ook twee keer uitleggen wat een nectarine is. We komen uit het noorden, dat is waar, maar we zijn geen hottentotten meer. We krijgen een typisch frans ontbijt, ze heeft heel lekkere confituur van kleine kersen (de kers van de kirsch) en ze maakt haar yoghurt zelf. Die is zo laxerend dat ik het einde van haar betoog niet haal maar de pot op moet. Geert volgt tien minuten later.

    We volgen nog steeds het kanaal, het is van naam veranderd, heet nu Canal du Midi. Het ligt als pas gekookte erwtensoep, nog zelf gemaakte croutons er in en ze is af, aan onze rechterzijde. Weinig of geen varende boten, wel een heleboel woonboten met exotische namen : le haricot noir, cocorico, esmeralda cinq, trop de sauterne... De zon is een inhaalbeweging aan het maken en tracht het bladerdek van -alweer die prachtige platanen- te doorboren, het lukt haar maar half, de weg blijft heerlijk koel. Langs de kant een symfonie in blauw : korenbloemen, scabiosa, nog enkele bloeiende bramen met lila bloemetjes en verderop het warme geel van de eindeloze zonnebloemvelden. Samen met het groene loof een droom van een kleurenpalet.

    Ook in vele kleuren komen ons tegen : fietsende oudere mannen. Zijn ze alleen, geen probleem, ze sportelen wat. Zijn ze met twee, alles in orde : ze voeren dialoog, overlopen de dagorde. Maar zijn ze met drie of meer : aaah! De eerste en ook de tweede kijken ontspannen en trekken de kar, maar verder naar achter vertrokken gezichten, wanhoop in de ogen, tanden bloot en op elkaar geklemd. Het gaat te rap voor die mensen, maar liever doodvallen dan toegeven. Ik heb daar een theorie over. Ze kunnen niet ouder worden. Ze missen het copingmechanisme om te kunnen zeggen : ik word een dagje ouder, vandaag rijd ik eens geen dertig kilometer per uur. We hebben er allemaal last van, zeker in deze tijden der eeuwige jeugd. Maar (deze)mannen stralen het met zulk een weerloze wanhoop uit, ik zou ze willen toe roepen : on vous aime, pas de soucis!

    Het kanaal neemt wat bochten, ik weet niet of dat zo gepland was door die ene ingenieur die er zijn levenswerk van.gemaakt heeft in de jaren stillekes, het verhoogt het pittoreske van de route. Vissers zijn er niet te zien, vreemd, is de vis in de erwtensoep gestorven?

    We hebben gepland om tot Castelnaudary te fietsen en dan een eindje terug te keren naar ons logeeradres, maar het valt anders uit. Het prima fietspad stopt plots en gaat over in onverhard tot smalle streep. Bovendien lijkt het Canal zich te splitsen in zijarmen of poelen, we zitten in de knoei. We volgen een jong koppel, volgens Geert kennen die beslist de weg. Het blijken Zweden te zijn. Geert houdt een geblokte Vtt'er tegen, kan hij ons helpen? Suivez moi, zegt de man in het geel en zo rijdt hij ook, alsof hij in het geel zit. We hotsen en botsen langs kanaal na kanaal tot we er niet meer wijs uit geraken. Une question, zegt Geert, kent gij de weg naar Mas Saints Puelles. Suivez moi, zegt de man en hij koerst alweer verder. En inderdaad daar is het dorp waar we logeren. Waar moeten we zijn? Le Roc, zeg ik. Oh, putain, zegt hij, (ik hoop dat hij niet mij bedoelt), we zijn te ver, suivez moi. Hij keert zijn Vtt kar en daar gaan we weer. Baantje in, baantje uit, hoe gaan wij de weg terug vinden? Voila, wijst hij, le Roc. Lange oprijweg, de man fietst nog altijd voorop, ook al hebben we hem uitbundig bedankt. Je connais ces gens, zegt hij en hij fietst met zwier het erf op. We zijn veel te vroeg, er is niemand thuis. Enkel 2 loebassen van honden staan voor gek te bassen achter een venster. L'homme jaune verdwijnt, zwaait nog eens. Wij staan perpleks, die gele engel heeft meer dan een half uur uit getrokken om ons ter plaatse te brengen. De levende hulplijn van Zuid Frankrijk. Wij zijn die dingen niet gewoon. Ons hectisch leven staat zoiets niet toe. Ik vraag aan Geert wat de man allemaal verteld heeft. Ik denk, zegt hij, dat hij gans zijn leven verteld heeft, maar ik heb er niks van verstaan.

    Er blijkt toch iemand thuis te zijn. De boerderij ziet er erg verwaarloosd uit,.ik houd mijn hart vast voor onze kamer. Maar die is tiptop, volledig in het nieuw, ruim, met zithoek, fris, proper. We eten hier vanavond mee. De honden, met hun kap, hebben beide een infectie opgelopen. In de snikhete week zijn ze le Canal ingesprongen en ze zijn er ziek weer uit gekomen. Ze zijn in behandeling, vandaar die twee zedige kappen. Geen erg, want ze hebben wel een erg grote muil, waar ze nu niks mee kunnen aanvangen.

    Geert kan nog uitgebreid naar de tour de France kijken. Valpartijen inbegrepen. Die koersende mannen toch.

    04-07-2017 om 19:02 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.la vie en rose
    Vooraleer we Toulouse kunnen bezoeken moeten we nu echt eerst een wasje slaan, we zitten door onze kleren, nochtans hebben we ze ook al eens averechts aan gehad. In de garage van de madame staat een wasmachine en een droogkast. Geert smijt een visje, ze bijt niet. Hier verderop is een laverie, ze legt uitvoerig uit waar. Een beetje zoeken brengt ons bij 2 wasmachines en een droogkast in open lucht, onder een afdakje. We smijten gans ons boeltje in de machine, na een kwartier valt ze stil met als boodschap : erreur default nr 45. Daar staan we dan, de vuile kleren zijn kletsnatte halfpropere kleren geworden. We wringen ter plekke alles zo goed mogelijk uit en stoppen het in de droogkast. Waar het na 2 beurten van vijftien minuten nat uitkomt.



    Tijdens al dat wachten heb ik wel even de tijd om Toulouse Lautrec te googelen. Ik kan er veel over vertellen, maar stel voor dat u zelf ook eens wat doet. Toch een merkwaardig figuur, tragisch door zijn dwerggroei (korte benen, normaal lijf, enorme tong, dit alles het gevolg van inteelt onder de adel), groots door zijn onmiskenbaar tekentalent, zich staande houdend door ironie, cassante humor, alcohol en het parijse nachtleven, verstoten door zijn vader die beschaamd was over zijn zoon, levenslang beschermd door zijn moeder, gestorven toen hij 37 was. Hij was niet van Toulouse, hij is geboren in Albi.







    Terwijl wij nog altijd druk doende zijn met onze was, borrelt het idee op om veggie te gaan eten in de buurt voor we naar de stad trekken. Wat is het lang geleden dat we groenten met groenten aten. Een piepklein vogeltje komt kijken, het heeft een scheef pootje, we tonen ons mededogen, maar het draait zijn staart naar ons en legt een klein wit kakje. Stank voor dank.







    Komaan, zeggen we, nu moeten we echt wel naar de stad gaan kijken.



    We komen boven uit de metro aan het wilsonplein (voelen ons onmiddellijk thuis), vlak bij het Capitool (ja, we voelen ons helemaal thuis). Het is een prachtig gebouw, roze tussen al het andere roze. Veel open ruimte, maar ook veel volk. Druk dus. We zoeken de oever van de Garonne op, de stroom is ontzaglijk breed geworden, maar ook rustig, statig, voornaam, met op haar rug enkele rondvaartboten en aan haar oevers jong en oud, keuvelend, joelend, springend, schrijdend...en ook weer datzelfde roze in prachtige gebouwen aan de overzijde. Het blijft druk. We zijn rust gewend en hier lijkt alle lawaai van de wereld samen te komen : het verkeer, het getater, muziek (muzak, zegt Geert, hij vindt het rommel), we drinken haastig op een terras, we willen weg.



    De metro zit vol, geen plaats om te zitten. Er staat een jonge vrouw recht, vraagt of ik wil zitten. Ik kan niet zeggen dat dit de eerste keer is dat dit me overkomt, maar het is wel confronterend. Kordaat en (te) kortaf zeg ik 'non'. Als ik de vrouw nog eens goed bekijk zie ik dat ze aan het wenen is. Ik kijk naar Geert, schuldbewust, hij kijkt naar mij, kijkt naar de vrouw, het medelijden stroomt uit zijn ogen. Ik tik haar zacht aan : 'c'est ma faute que vous...?' Ze schudt van neen. De vrouw die recht over haar zit, pakt haar even bij de schouder. Wenen in het openbaar, het moet kunnen. Maar hoe schamel zijn we als we er moeten mee omgaan. De vrouw stapt uit, ze heeft een zonnebril op.







    We zijn er stil van geworden, maar dat betert al weer vlug als we zien dat Sagan de rit won in de Tour de France. De oermens uit Slovakije met zijn mooie blauwe kijkers.







    03-07-2017 om 21:57 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Toulouse
    Als wij al dachten dat we gisteren een heel bijzonder fenomeen hadden gezien met de aquaduct, hadden we het mis. We zijn nauwelijks 20 km ver, als er weer een aquaduct opduikt, zelfde principe, kanaal kruist Garonne. Het kanaal smal en kalm. De Garonne breed en woest.



    De platanen langs de oever bladderen overvloedig af. De stukken dunne schors liggen als bruine schilfers verspreid op en naast het fietspad. Antiroosshampo helpt hier niet. Eigenlijk is er niets dat de platanen kan helpen, ze zijn ziek en moeten gekapt worden. Er is een boosaardige champignon die hen van binnenuit opvreet. Zo jammer, ik hou wel van die zuiderse bomen



    Het waterpeil van het kanaal is hoog, beetje lager dan het fietspad waar we op rijden. Dat geeft een vreemd effect, het lijkt een lange oprijlaan van geboend beton en met een beetje fantasie denk je daar een kasteel achter en komt een statige koets met versierde Pruisische paarden, die meer ter plaatse trappelen dan ze dichter komen, aangereden. Ik maak voor alle zekerheid een buiging met mijn hoofd. Verder dan dat kan ik niet gaan, het fietspad is niet breed en ik moet fiets en kar op het droge houden.



    We eten over de middag lekker, maar te duur voor wat het is, in een bistro bij een jachthaventje. Gelukkig hebben we nog een lekker abrikozentaartje, uit de hand in de mond, dat compenseert.



    Kan je geen verhaaltje verzinnen voor je blog over Toulouse Lautrec?, vraagt Geert. Oei, Toulouse Lautrec, ik weet niet wie dat is, zal dit moeten opzoeken, de enige Toeloes die ik ken is een poes, maar die is komen te gaan en kende een eerder gewoon levensverhaal.



    Toulouse, de stad dan, komt maar schoorvoetend dichterbij. De kilometers stapelen zich op, misschien is de franse kilometer iets kleiner dan de onze. En dan die pestvogeltjes die een eindje meevliegen en zich vlug in een boom nestelen om 'vite vite vite' te roepen als ze ons zien komen. Was ik een reiger, ik slokte ze naar binnen.



    We komen in de regio Haute Garonne. Water genoeg hier, zowel links als rechts van ons. En vissers die mekaar bijna verdringen, maar zelden een vis aan de haak slaan. Een keer zie ik een wit exemplaar bovenhalen, het ziet er niet uit, een witte vis.



    De stad komt in zicht, het industriegebied verdwijnt, bidonvillewijken verschijnen. Hier en daar zien we tentjes, koterijen, ook hier wonen mensen. We kunnen niet misrijden, het kanaal loopt dwars door de stad en wij doen dat ook, maar dan op de fiets. Vreemd, het lijkt of ik bekende gezichten zie. Loopster Elodie die langs het kanaal jogt, Bent van Looy op een bankje met witte sokken aan, mijn ex-collega Katelijne met snelle pas en boodschappentas (het is toch zondag??),twee keer Georges Moustaki, een bekend gezicht van TV, maar ik kan op haar naam niet komen.... allen verzameld in de immense stad, vierde grootste van Frankrijk. Sportief zijn ze hier wel, er wordt ontzettend veel gejogd en gefietst en gewandeld. We slalommen ons de stad weer uit, het drukste deel toch, logeren in de rand, morgen bezoeken we Toulouse echt. Vandaag is het genoeg geweest, we hebben 94 kilometers gefietst.

    02-07-2017 om 00:00 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. omer bij karel en martine
    Het verhaal van Patricia is nog niet ten.einde. Plots werden we uitgenodigd voor een aperitief en vielen wat puzzelstukjes op zijn plaats. De grote chef was overduidelijk Patricia, haar man was dezelfde man die het toilet repareerde, een tweede man/jongen hun zoon, dan nog een man/jongen met ongekende stamboom en de dame met de vreemde ogenstand, een vriendin-helpster, afkomstig uit de Dordogne, maar later op de avond werd haar geboortestreek plots Toulouse. Voor ons bleef dat gelijk, zelf zat ze er vrolijk bij, al kon ik me niet van de indruk ontdoen dat er achter de vrolijkheid een donkere kant zat. Ze werd trouwens behoorlijk afgesnauwd door Patricia. Het kasteel zal binnen drie maanden niet meer van hen zijn, ze verkochten het voor 900.000 euro aan een familie uit Nice, die met zijn allen naar Lacaze komen wonen, grootouders aan beide kanten incluis. Patricia en haar gevolg verhuist naar Alsace, waar ze vandaan komt, een b&b had en nu terug zal beginnen met b&b. Als we daar passeren zal ze voor ons tartes de flamme bakken. Flammenkuchen. Dat waren haar laatste woorden (die ze aan ons richtte).



    Nu we dit allemaal weten kunnen we opgelucht ademhalen dat we zelf dat kasteel niet per ongeluk kochten en gaan we weer op weg, uitgewuifd door de 2 jongelingen en la femme toulousienne, die ook mee naar Alsace trekt. De hemel zit toe, de zon mag niet buiten vandaag. Maar het regent niet de eerste 35 km en dat is een opluchting van formaat, want zo goed liggen de weerkaarten niet.



    Agen, het stadje waar we eten, heeft een merkwaardig fenomeen : het kanaal waar wij langs fietsen kruist de Garonne en beide gaan onverstoorbaar verder hun eigen weg. Hoe komt dat? De Garonne stroomt onder het kanaal door, want dat wordt via een aquaduct over de rivier geleid. Mooi gedaan , wij rijden met het kanaal mee over de aquaduct, voelen ons trots over zoveel menselijk vernuft. Ik vraag me trouwens af hoe en wanneer zo een kanaal voor de eerste keer volloopt. Komen de pompiers om die geul te vullen ? Regent dat vanzelf vol? En waarom loopt net dat kanaal vol en niet de lager gelegen delen achter de oevers van dat kanaal ? En als het kanaal nog niet af is, maar wel al begint vol te lopen, worden de gravers dan niet overspoeld? Ik denk dat ik beter terug naar school zou gaan om de knepen van de kanaalkunde te leren. Aan Geert moet ik het ook niet vragen. Hoe de economie in Belgie reilt en zeilt, ja, maar over kanalen weet hij niets. Geldkanalen wel, maar dat helpt niet.



    Er is wel wat te zien langs het kanaal. Een wildkampeerder die een vuurtje maakt, meer rook dan vuur, alles is nat, een marcheerder met een enorme rugzak , vijf snoezelende eendjes, een donkere jongen in kleermakerszit waarvan ik even denk dat hij zit te bedelen, maar dat zou wel heel dom zijn, bedelen langs een weg waar bijna niemand komt, een kale kip op de vlucht, een duister persoon met zonnebril zonder zonneschijn (een tsjolder, zegt Geert), een grote vis, dood, een grote vis, springend als een dolfijn, een prachtige grote geitebok, donkerbruin. blinkend van gezondheid en van zin in groen gras en gewillige vrouwtjes (even leek zelfs ik in aanmerking te komen), maar helaas voor hem vasthangend aan een koord. En verderop de zonnenbloemvelden, reeds in bloei, maar in de war omdat hun richtpunt, de zon, maar niet te vinden is en heel af en toe, op glooiende flanken, een wijngaard. Sooi, mijn vader, had lang geleden nog nooit een wijnstruik gezien. Wel was hij thuis in alle gewassen die Kempense grond kan voortbrengen. Hij hield van reizen, wat in die tijd niet zo evident was en zijn eerste 'verre' reis, samen met zijn Liza en een paar van zijn kinderen was naar de moezelstreek. Wat keek hij raar op! Al die bonenstruiken groeiend op de bergflanken. Aten die Duitsers dan zo graag bonen? Het was zijn kennismaking met de druivenstok.



    We moeten naar Merles, een klein dorpje, niet ver voorbij Valence d'Agen (een ander Valence dan dat onder Lyon). Het is hier duidelijk de fruitstreek, appels, peren, kiwi's. De franse kiwi's vind ik nog steeds niet kunnen concurreren met de Nieuw-Zeelandse, maar als ik de inspanningen zie om die vruchten te kweken, dan voel ik toch veel respect. Ook voor de plukkers, meestal immigranten, die voor weinig geld dit werk nog willen doen.



    We komen aan in onze b&b en worden.verwelkomd door...Vlamingen uit Kruibeke. Karel en Martine. Daar drinken we een Omer op. Ze wonen hier acht jaar, gewezen bakkers, en willen nooit meer terug naar het hectische België. Het is ontspannend nog eens doodgewoon Nederlands te horen en te spreken. Het zijn goedlachse, hartelijke mensen, we voelen ons alweer thuis.



    En, wat ik niet mag vergeten vermelden, we hebben de 2.000 km overschreden. Vandaag, na de elfde kilometer.







    01-07-2017 om 22:45 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.jommeke en filiberke
    Chateau de Lacaze, daar logeren we en ik kan er kop noch staart aan krijgen. In mijn hoofd is dit niet te vatten, de overdreven grootte, de muurschilderingen, de overdadige versieringen op muren en plafonds, het lijkt een spookkasteel. Maar spoken bestaan wellicht niet, dus is het zeer vreemd en onwezenlijk dat wij hier verblijven. De vertrekken waar wij toegang toe hebben, of beter die ons toebehoren deze twee dagen, zijn immens. Er is een slaapkamer, een dressing, een badkamer en een salon. Een vleugel dus. Ingericht volgens een grandeur die wij niet kennen, in cremig roze, deuren en kasten en schuifjes, tabletten, inmaakrekken vol tierlantijnen, drie grote ramen vooraan, twee grote ramen achteraan, in hout, met luiken, min of meer onderhouden. Ik kon niet nalaten te roepen : que c'est grand, toen de kasteelvrouw ons binnenliet. Eerlijk, ik was niet op mijn gemak. Het bed was te groot, de douche te ingewikkeld (hoeveel knopjes kan zo'n douche wel hebben?), ik voelde me ziek, had koorts en vroeg Geert met aandrang de kamerdeur op slot te doen. Het had ook met de geur te maken. Muf, en toch doortrokken met een vaal parfum uit sprays en geurzakjes, goed om te verdoezelen maar niet om weg te nemen. Het leek of het jaren geleden was dat er hier nog gasten waren. Waren we Jommeke en Filiberke, dan zaten we nu in een spannende episode van het stripverhaal.

    Wat zou ik graag de boekhouding van deze chateau inkijken, zijn er veel schulden, hebben ze een groot eigen vermogen (buiten de gebouwen),wat zijn hun kosten (veel, mijn gedacht) en opbrengsten (weinig, ook mijn gedacht)... En wie zijn de gastvrouw, ik zal haar Patricia noemen omdat ze ook zo heet, de andere vrouw, wiens ogen hun juiste plaats maar niet lijken te vinden, en die de vleugel hiernaast betrekt, wie is de man op de tractor en de man die het toilet kwam repareren omdat het niet werkte, waarna het plots te veel werkte en toen weer niet (we hebben het zelf ontmanteld nu, het houdt zich koest) ? Kom ik dat hier te weten?

    Het slapen heeft me deugd gedaan, in de ontbijtplaats komt Patricia uit de muur gestapt. Die muur is eigenlijk een deur, maar dat valt niet op met al die krullewieten. Ze heeft twee soorten fruitsap voor ons, de ene is sap van rode biet en nog iets onverstaanbaars en kurkuma. Ik proef ervan en denk (reeds in het frans): il faut apprendre a l'aimer, voor het geval ze zou vragen hoe het is. Geert, voorspelbaar, is er niet zot van. Pourtant, het is bloedzuiverend, dat heeft ze ons gezegd. De andere soort is van het gewone kaliber, sinaassap dus.

    Het is een geval apart, Patricia. De manier waarop ze ons verwelkomde gisteravond, op zijn minst speciaal. Ze kwam ons wapperend tegemoet gelopen (niet in rijgcorset en met lange sleep en een paar narren rond zich) in jeans en op crocs en met een oude, zwarte hond bij zich. De hond waggelde richting Geert, zijn grijze snoet vol verwachting, kwispelend.

    Zij : Attention, il mord, le chien! Ah, il n'a pas beaucoup a manger, parce que vous avez le ventre plat. Kennismaking met enig risico. We lachten een beetje schaapachtig, meer verweer hadden we niet.

    En wat zouden we vandaag zoal kunnen doen, vraagt ze zich na het ontbijt af. Zwemmen in het zwembad, stelt ze grijnzend voor. Douche inclus, want het regent weer voluit. Het is markt vandaag in Aiguillon, vertelt ze, als we willen mogen we haar auto lenen. Maar, opgelet, hij moet wel voorverwarmd worden. Ze toont het ons, geeft de sleutels, 'auto niet op slot doen, is niet nodig' geeft ze nog mee en wappert alweer naar een verre bijbouw. De auto is een Renault Express met reclamelogo van Kronenbourg, hij is zeker twintig jaar oud. Kasteel, hond, auto, allemaal vergane glorie. Toch zijn we blij met het vehikel, het houdt ons droog en in een oogwenk zijn we in Aiguillon. De markt ligt er even miezerig bij als het stadje, maar het heeft lekker en goedkoop gerief. We kopen fruit en brood en een tomaat van 400g, type Coeur de boeuf. De streek is befaamd voor zijn tomaten, les tomates de Marmande. De marktkramers trotseren dapper de lek in hun nek en dat voor een appel en een ei. Wij zijn blij, de rest van de dag hult zich in rust, noblegewijs.















    30-06-2017 om 22:36 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 22/08-28/08 2022
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 08/05-14/05 2017

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!