Inhoud blog
  • Inpakdag
  • een laatste keer de bergen in
  • torre del mar
  • dry rafting
  • apentoerentocht
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Gastenboek
  • Goedemiddag
  • OOk nog de Beste wensen voor 2024
  • Hallo
  • Een goede midweek middag en avond
  • Goedemorgen

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    de hort op

    13-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.sportelduathlon
    Er zijn twee natuurelementen hier in Ansignan die je maar beter te vriend kunt houden. Het eerste is de zon. Vooral niet uitdagen, die gloeibol, want vernietigend zijn de priemende stralen in je wit vel. Het tweede element is de wind, die kan doen alsof hij niet thuis is en dan plots, achter het hoekje uit volle macht op je inblazen.
    We plannen vandaag een sportduootje : fietsen tot aan de flanken van Caudies de Fenouilledes en van daar een wandeling door een kloof, wiens naam ik onmiddellijk weer vergeet. Als we geluk hebben komen we dan terecht bij de imker-peperkoekenmaker en dat zint ons wel.
    We zijn gelukkig als een kind omdat we weer eens op onze fiets peddelen, aan een rustig tempo, er staat geen beetje wind. Geen beetje wind, lacht de achterbakse woeiaard, en hij springt van achter een rotsige bocht te voorschijn, windkracht vijf vooruit. Alle vijf zijn neusgaten zijn wijd open gesperd, hij woehoehoeit en beuheukt tegen onze relatief ranke lijfjes. Dat is schrikken. En dat wordt wroeten. En dat wordt oppassen, want naast de smalle weg is het diep en vol scherp struikgewas. Niets liever zou de woesteling willen dan mij daarin smijten, een bruin-witte vlag die tegen de beukende takken plakt, hulpeloos als een lege plastic zak.

    Maar ik laat mij hier niet doen. Als hij roept, roep ik terug. Als hij fluit, fluit ik terug. Als hij op mij springt...dan fiets ik gewoon door. Geert heeft het nog lastiger, het klimt ook continu, deze ontspannen rit krijgt de allures van een bergrit. Het waait zo hard dat ik geen auto's meer hoor komen. Dat is helemaal oppassen geblazen (hoe toepasselijk), plots rijdt daar een auto rakelings langs jouw vechtend lichaam en dan hik je nog omhoog ook van het schrikken. Wat zo'n auto met mij doet, doe ik met de huisdieren, zij schrikken zich vierkant als ik plots voorbij kom, zetten het op een luidkeels geblaf, luider dan het woehoehoe van de wind, het wafwoefwaf van de hond. Ik schrik. Poes schrikt nog harder, springt vierklauwens uit de zijberm, njauwauwauw vlak voor mijn wiel in turbostijl de andere berm in. Aiaiai roep ik nog harder dan al dat geroep tesamen. Het laatste wat ik wil is op mijn buik over het asfalt glijden.

    Het klimmen is ondertussen geevolueerd naar vals plat, als je dat niet door hebt, kan zoiets heel ergerlijk zijn. Maar het ergste leed is geleden, we kunnen zelfs een stukje afdalen. Voor alle veiligheid houd ik mijn remmen goed vast.

    De gorges zijn goed beschaduwd en weinig vatbaar voor windstoten. Dit is geen terrein voor de woeiaard, noch voor de zon. Het is aangenaam wandelen, wat brugjes over, het riviertje zuinig kabbelend onder ons. We vinden een hoopje grote bramen langs de kant van de weg. Opletten hiervoor, tekennesten zijn als bramen, las ik onlangs. Onmiddellijk vernietigen stond erbij. Ik zou liever onmiddellijk weglopen, zegt Geert. We kijken nog eens aandachtig, voorzichtig. Die bramen zitten vol kersenpitten. ??? We besluiten dat het geen bramen zijn, geen tekennest, maar uitwerpselen van een sanglier (?), chevreuil (?), yeti (?), het zal ons worst wezen welk beest zijn kersenpitten verpakt heeft in een zwart, blinkend spinsel. Wij waren het niet.
    De imker is niet thuis. Of slaapt. Ondanks ons geklepper met twee belklokken, ons gejoehoe en gehallo, geen levende ziel. Jammer, want zijn honing is zoet, maar zijn aanblik nog zoeter. Een mens zou er alle dagen honing gaan kopen.

    We dalen verder af naar Caudies de Fenouilledes en vandaar naar zijn lievelingsbroer St Paul. De wind, die strekenmaker, heeft zijn kar gekeerd, duwt ons in de rug. We vliegen vooruit,vals plat naar beneden. Geert trapt 50 km per uur, ik houd het bij 35. Ik roep hem toe (maar hij is natuurlijk al lang weg) dat het de bedoeling is om te kijken naar de tour de france in het cafeetje in St. Paul, niet om mee te doen. We zien Thomas De Gendt sneuvelen, we zien hoe Froome zijn leiderstrui verliest. Dat zien we allemaal op een groot scherm in het motardcafe, niet ver van de coiffeur artisan waar Geert volgende week naartoe gaat.



    13-07-2017 om 20:58 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.reddende woeiaard
    Verschillende redders vandaag. Ten eerste de man met de wasmachine. Onze laatste propere kleren zijn al lang niet proper meer, we deppen ons zweet met de laatste handdoek, het tafelkleed zit vol confituurvlekken, maar hoera, daar is de man met de wasmachine. Hoewel de helling voor onze deur meer dan 20 % is, rijdt die man daar vlot op met zijn camionette. We hadden de afmetingen van de oude machine met koordjes genomen (we hebben hier geen meter) en die koordjes in de winkel laten meten. Dat was belangrijk bij het kiezen van het model, want de plaats voor de machine is heel krap. Dus is het even spannend, maar het lukt. Van blijdschap beginnen we te wassen als gekken. Kleine wasjes, grote wasjes, allemaal in 't wasmasjien.

    Geert wil graag de tour de france zien, we verplaatsen ons daarvoor naar St Paul de Fenouillet, het café op de marktplaats. Daar zien we nog net Bodnar ten onder gaan, voor hem geen reddende engel. Toch chapeau voor die man, zo lang stand gehouden tegen beter weten in.

    Als ik op het terras van het cafe de fransen gadesla, dan denk ik steevast dat ze op het punt staan mekaar in de haren te vliegen. Ronkende volzinnen rollen uit mond tegen mond, luid, met gesticulerende armen en handen, mekaar diep in de ogen kijkend. Tot een van de partijen een lach produceert en al de anderen beginnen mee bulderen. Oef, het is een gewoon vrolijke bavarde.

    We moeten ook nog in het plaatselijk warenhuis zijn, onze voorraad eten wordt grauwelijk vlug naar binnen gespeeld, we staan er zelf versteld van. Overmorgen is het quatorze juillet, we mogen er zeker van zijn dat er dan maar weinig open is. Aan de kassa zie ik weer het tafereel van pittige, volmondige conversaties, de caissière doet enthousiast mee, er wordt geroepen, vingers opgestoken van 'pas op, he, manneken, of'... Ik houd mijn adem in. Blijkt dat ze over de leeftijd van een of andere kennis aan het palaveren zijn. (zegt Geert mij die het fernandelfrans verstaat). Uitbundig volk, die fransen.

    De was staat te drogen op het dakterras. Er is behoorlijk wat wind, een droogkast is hier echt overbodig. We zijn nog steeds in de wolken met al dat drogend proper wasgoed en zetten ons ter aanschouwing van zoveel schoons ook op het terras. We hebben een boek speelkaarten gevonden, vragen ons af of we nog kunnen manillen. Dat zijn twee vliegen in een klap : we houden die lekkere was in de gaten en we vullen onze avond (en de glaasjes) met volks vermaak. U vraagt zich wellicht af waarom er wel een 'ten eerste' kwam en nog steeds geen 'ten tweede'. Welaan, hier komt hij. De eerste spelletjes worden vlot door mij gewonnen (heeft niks te maken met mijn kaartkunsten, dan wel met het geluk goede kaarten te krijgen), maar nu is het duidelijk Geert die een grote slag zal slaan. Hij zit ronduit te glunderen achter zijn kaarten en ik voel me al een tweede Bodnar, geklopt voor de aankomst, als plots de hemel mij genadig is en een flinke windstoot op ons afvuurt. Woeiwaai,de wind mengt zich onder het spel, flink wat kaarten in de lucht, spel onspeelbaar en afgeblazen. Het schrikken en de daaropvolgende ontgoocheling in de ogen van mijn tegenspeler zijn kort, maar intens. Mooi om te zien en ik ben verlost van een zware nederlaag. Ik prevel een klein dankjewelleke. De woeiaard bestaat toch echt, me dunkt.



    12-07-2017 om 23:13 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Estagel
    We zijn geen vroeg-uit-de-veren-vogels en vandaag is dat zeker niet anders. De klok van de kerk weet dat en houdt zich in om te kleppen tot negen uur. Dan vindt ze het welletjes en laat haar kunsten horen. Een slag : kwart na. Twee slagen : half uur. Drie slagen : kwart voor. Vier slagen : een uur verder. Vroeger liet ze ook nog eens horen welk uur, maar die zang laat ze nu achterwege. Misschien is ze in de knoop geslagen met het zomeruur en heeft de klokkenregelaar het niet meer goed gekregen.

    Het regent. Wie had dat gedacht? We zetten vlug de manshoge ramen open, de warmte laat zich binnen nog voelen, een beetje frisse lucht zal deugd doen. Wat zullen de struiken en bloemen en bomen gelukkig zijn, het is ongemeen droog. Rivieren moeten alle druppels bijeenrapen om nog stroming te produceren.

    Regen duurt hier meestal niet lang, we zetten ons klaar om naar Estagel te fietsen, 21km verderop. De drukke D117 vermijden we, er is een prachtig binnenbaantje langs het stuwmeer van de Agly. Een enkele verdwaalde auto kruist ons pad. Latour de France,dorp tegen een flank (zoals alle dorpen hier)lacht ons al van ver tegemoet. We spendeerden hier vorig jaar een namiddag bij de rijkswacht om aangifte te doen van een gestolen portefeuille (die van Geert). De portefeuille zat de vorige dag in de fietstas toen we aan een lange fietstocht begonnen en was verdwenen toen we 's avonds terug thuis kwamen. We hadden 's middags in Bucharach gegeten en hadden fiets (met portefeuille) onbewaakt buiten laten staan. Bij die onbewaakte fiets hadden we een man 'gesignaleerd', achteraf noem je dat zo, met wie we een luchtig praatje hadden gedaan. Besluit : Bucharach zit niet alleen vol hippies, het zijn ook stelende hippies. De rijkswachter van dienst schreef alles keurig op en gaf Geert een voorlopig rijbewijs, wat wel van nut kon zijn om huiswaarts te keren. 's Avonds vonden we de portefeuille terug...diep weggestoken, in de fietstas.

    Het was niet het eerste en ook niet het laatste dat we kwijtspeelden. Enkele dagen later kwamen we, wederom, thuis van een fietstocht en de voordeur was op slot. Een goede gewoonte. Alleen, de sleutel was niet meer te vinden. Die moest, samen met zijn gsm, in een klein tasje zitten, achteraan in Geerts fietstruitje. Hier konden we er geen verhaal van dieven en hippies van maken, dit was onze eigen fout. Wat kon er gebeurd zijn ? Er was weer een valpartijtje geweest, Geert die niet uit zijn klikpedalen geraakte en een zijdelingse buiteling maakte enkele meters lager, een stoppelveld in. Zoals ik het hier schrijf begin ik warempel te geloven dat dat vallen van hem ingegeven wordt door een of andere hang naar clownerie, het komt verdacht veel voor. We waren het er over eens, gsm en sleutel lagen in het stoppelveld. Het huis was wel op slot, maar er stond een raam open, vlug naar binnen geklauterd om de autosleutels (oef, die hadden we nog). Vraag : hoe vind je een gsm terug, als je enkel bij benadering kunt zeggen waar die zou kunnen liggen? Juist, ja, we hadden ook die goede inval. In elk geval verhoogde de vondst ons comfort aanzienlijk, want telkens door een raam kruipen om binnen en buiten te geraken, in de herfst van ons leven...

    Maar we zijn nog steeds aan het fietsen, we gaan een wasmachine op de kop tikken in Estagel. De website van de winkel had diverse modellen getoond, we hadden al wat ideeën in ons hoofd. Profi Confort, zo heet de winkel. We vinden geen winkel. We rijden een eindje terug, geen winkel. We vragen het : magasin d'electromenager, c'est ou? Ah, oui, c'est la. De winkel blijkt een piepklein winkeltje te zijn. We staan er bij te lachen. Geen Krefel of Van Den Borre hier in Estagel, familiezaakje, klein maar dapper. We raken er uit, kiezen een model op de computer, levering en plaatsing deze week. Ik ben benieuwd. In de zaak staat een oudere man, die voortdurend met Geert in conversatie gaat, maar onverstaanbaar is. We kunnen hem niet antwoorden. Even later komen we die man terug tegen, de aanhouder wint, hij vraagt van waar we komen met de fiets. Van la Belgique. Ohlalala, zeggen zijn ogen. Combieng de kilometer? Plus que 2000, zeg ik. Ohlalala, zeggen zijn ogen. Moi, zegt hij, en ook 'camion'. Al de rest versta ik niet meer, heeft hij met een camion gereden of is hij onder een camion terecht gekomen (de man loopt met krukken), ik gok op het eerste en zeg ook Ohlalala, wat ook kan passen bij het tweede. Au revoir, zeg ik nog rap. Ciao roept hij uit volle borst. Vriendelijke mensen, die fransen.
    Het is drukkend warm als we terug rijden, kort na de middag, het heetst van de dag. Overal wijnvelden, abrikozenbomen en het typische struikgewas voor deze streek : de garrigue. Ik kijk uit voor wilde thijm, er is weinig te vinden. Als we boven komen bij de laatste klim, komen we pal in een stormwind terecht, het blijft duwen, zelfs bergaf. Het is de voorbode van een knallend onweer. De eerste dikke druppels vallen als ik in de laatste rechte lijn zit. Geert krijgt wat meer op zijn kop, hij rijdt als een kleine duivel, maar ik zie het water langs zijn nek naar beneden lopen. Hoho, wat vind ik dat leuk.







    10-07-2017 om 20:35 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.libelle

    De bramen zijn geplukt, de confituur is gemaakt. Ik kan het eigenlijk geen confituur noemen, het is een coulis, lekker.
    We brengen de dag slapend en etend door. Niet bijster interessant dus. Het meest spectaculaire van de dag was een libelle die binnenritselde, waarschijnlijk door het open raam. Geert durft zo'n beest niet pakken. Ik iets meer, dus heb ik ze proberen evacueren voor ze haar vleugels zou verbranden aan een lamp, waar ze aan verslingerd leek. Ze is uit het raam gevallen. In het beste geval gevlogen, maar haar nekje stond toch wat scheef door mijn handtastelijkheid. Arme libelle. Rosita.
    Morgen schieten we terug in gang, fietsen we een eind ver. Naar Estagel, op zoek naar een wasmachine.
    En oh wonder, vandaag stond er een kraam in Ansignan, textiel zou ik het noemen, gaande van zakdoeken en lakens tot broeken en blouzes en kleedjes. Ik kocht wat handdoeken want schamel is de hoeveelheid die we bij hebben. De verkoopster, een oudere dame, vertelde dat ze vroeger elke maand kwamen. Nu nog twee keer per jaar. De teloorgang van de bejaardentextiel in Ansignan.

    09-07-2017 om 23:17 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.abrikoos
    Het leek wel alsof de gastvrouw gisteravond geraden had waar ik al zo lang zoveel zin in had : een pasta met een stoofpotje van ajuin, tomaten en courgette en fetakaas. Want warempel ze zette ons dat prakkie voor. Ik had haar wel kunnen omhelzen en Geert was goedmoedig aan het brommen, dus dat zat volledig snor.

    We kropen vroeg in bed, wat was het warm, gastvrouw en gastheer er ook bij, met vier in bed, dat kan toch alleen op VTM.

    Het koelt niet veel af 's nachts, we mogen heel blij zijn met 20 graden. Een laken is meer dan voldoende.

    Vandaag is het markt in St Paul de Fenouillet, we gaan groenten en fruit kopen, met fiets en kar. Zo blijven we in de sfeer en in beweging. Het is negen kilometer enkel, een leuk ritje dus. De abrikozen zijn spotgoedkoop, dat wordt confituur maken. Ik ben verzot op zelfgemaakte confituur. Geert ook, maar hij maant mij telkens aan om er geen suiker in te doen. Ja, dan heet dat natuurlijk geen confituur meer, maar gestoofd fruit. Ik probeer het te beloven, maar, eerlijk, het is niet lekker, en ik voeg er een schuddebuik suiker aan toe. Hij heeft dit niet in de gaten en bij het proeven is hij triomfantelijk gelukkig : dit is echt lekker zonder suiker, zegt hij. Ik lach wat vals in mijn vuistje.

    Het dorp lijkt verlaten, we zien geen mens op straat. Het zal wel zo zijn dat binnen enkele jaren meer en meer huizen zullen leeg staan, het zijn vooral oude mensen die hier wonen, en er is geen enkele winkel meer. De bakker komt wel elke dag en een keer per week komt een kleine camion met levensmiddelen. Het is iets, maar het blijft pover voor het leven van elke dag.

    Geert is op verkenning geweest rond het dorp, er zijn dikke bramen voorhanden, ze groeien in het wild en volgens hem zijn ze doornloos. Dat is goed nieuws. Morgen wordt er weer confituur gemaakt.









    08-07-2017 om 19:46 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.daar is de meet
    De nacht was woelig, de wijn en de table d'hotes van gisteravond zullen daar wel voor iets tussen zitten. Ook de Maya's speelden een rol. Mijn grootste angst (nou ja) in een droom : ergens opgesloten zitten in een of andere kamer voor de rest van mijn leven samen met iemand die alle ruimte inneemt. Je mag nog zo je best doen, je wordt platgewalst door drukte, gegesticuleer en getater. Gelukkig was daar een Maya Indiaan in de buurt die het ook niet meer aankon en een grote plakker op de mond van de druktemaker plakte. Rust in huis. Dacht ik. Begon die toch langs zijn oren te praten zeker. Echt goed ging dat niet, maar toch. 'Onfe fieferig' en 'onf eflien' wat 'onze diederik' en 'ons evelien' moest betekenen, het gefaffel hield maar niet op. De Maya sprak vier wijze woorden : deze kan niet mee. In het ruimteschip zal hij bedoeld hebben. Tja, eigenlijk wou ik ook niet mee, zo maar in de ruimte geworpen worden en ik maakte me snel uit de voeten, nu iedereen zich klaarmaakte om in te stappen. Daar zat plots Lisa, mijn moeder, met bezwerende vinger in de lucht : 'een ander moet ook de kans krijgen om iets te zeggen'. Juist, moeder, groot gelijk. En ik belandde terug op aarde en toch wel in mijn bed zeker.

    We kunnen maar moeilijk een einde breien aan ons fietsavontuur en besluiten om via een omweg naar Ansignan te rijden. Niet langs Bugarach dus, maar via twee cols : de col de la Fage, 731 m en de Col de la Redoulade, 753 m. Het worden twee pittige klimmen, het is al bloedheet, de zon heeft ons goed te pakken. Het zweet loopt in mijn ogen, bij Geert druipt het op zijn stuur. Maar het loont zo de moeite. Hoe prachtig is deze streek. En hoe rustig. We komen slechts een levende ziel tegen, een man met een mandje, op champignontocht vermoed ik. We belanden in het dorpje Auriac. Het heeft een mairie, een cafeetje en 39 inwoners. Piepklein. De vrouw van het cafeetje (die misschien eveneens burgemeester is) geeft ons een fietskaart mee van de omgeving, blijkbaar zitten we op een zwarte piste, zwaarste niveau dus. Maar ze zegt er wel fijntjes bij dat het zwaar (en zwart) is voor de fietsers die van de andere kant komen. Voorzichtig zijn, verwittigt ze nog, de afdaling is niet gemakkelijk, elk jaar zijn er accidenten. Het is vooral de gravé die op de baan ligt die het remmen gevaarlijk maakt. Maar eerst nog 4 klimkilometers. Het lijkt hier een vlindertuin, we zien er ontelbare en in alle kleuren. Ze fladderen van bloem tot bloem, ontvouwen hun prachtige vleugels. Alleen daarvoor zou een mens zich in het zweet werken. Ik dank in gedachten de uitvinder van de elektrische fiets. We kunnen op deze manier heel goed samen fietsen. Niet dat we continu in mekaars zog rijden, het klimmen gaat best voor mij, in de afdalingen is Geert niet bij te benen. En zo fietsen we globaal gezien even rap.

    We rijden langs de Gorges de Galamus, een erg smalle baan, langs duizelingwekkende dieptes, de afspanning slechts een halve meter hoog. Als je hier in valt kan je nog een mop vertellen voor je beneden bent. Hoog op de fiets is het aan te raden het midden te houden, vooral omdat de kloof ook nog eens een corridor is voor le vent violent du nord. Dat is nu niet het geval. We zien een paar groepen op weg voor de canyoning, vrolijk en vol moed.

    En dan is het nog 9 km, het laatste stuk naar Ansignan. We arriveren vroeg, onwennig blij, weten niet wat er van te denken. Het was een groot project en het voelt aan als geslaagd. We legden 2.364 km af in 38 fietsdagen.

    De eerste dagen zullen we zwaar moeten afkicken. Dat voelen we nu al.























    07-07-2017 om 20:11 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    06-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.apocalyps
    Het ontbijt is buiten categorie. Alles wat ons mondje wenst springt er bijna vanzelf in. Heel lekker en overvloedig. We horen dat de b&b vorig jaar bij de 20 beste was van heel Frankrijk. Het verwondert me niet. En wat me ook charmeert is dat het vooornamelijk de man is die de b&b runt. Een echte nieuwe man dus. Zijn vrouw werkt als anesthesiste in de kliniek van Carcassonne.

    De rit zal kort maar krachtig zijn vandaag. Een paar klimmetjes, maar evenzeer lange afdalingen. Kan ook moeilijk anders, blijven klimmen zou tot ongekende hoogten leiden en die zijn niet aanwezig. Het begint meer en meer gekend terrein te worden en dat geeft vertrouwen. Eigenlijk volgen we nu even een stuk van de Katharenroute, maar de echte bastions Monsegur, Peyrepertuse, Queribus liggen niet op de weg. Arme Katharen, zij hebben afgezien in de dertiende eeuw. De inquisitie heeft ze met duizenden omgebracht, tot er geen enkele meer overbleef. Grondig werk, dat wel.

    We komen in Couiza, een lager gelegen stadje tussen Limoux en Quillan, en van daaruit trekken we terug de bergen in. Achter de 'pong', naar rechts, heeft men ons gewezen. Het is eventjes druk, maar algauw ebt de drukte van de stad weg en is het weer heerlijk rijden. De zon prikt en brandt, bomen couperen regelmatig al dat zonnegeweld, er zijn ook rotspartijen, graanvelden, wijnranken. Een riviertje slingert zich langs de weg, soms aan onze zijde, soms diep beneden, verstopt tussen struiken en bomen. Af en toe een toerist die aan het water verpoost. Dit is een lieflijk mooie streek. In Rennes les Bains lopen nogal wat alternatievelingen rond, maar ook oudere mensen die wellicht voor de weldadigheid van de thermen gekomen zijn. Het zegt me ook wel wat, een dagje thermen. 'Nu we in de herfst van ons leven zijn','zegt Geert, 'moet dat kunnen'. Ik denk niet dat hijzelf er rap aan zal beginnen. Te veel Pietje Ongeduld.

    We gaan richting Bucharach (boecharatsj). De door de Maya's voorspelde apocalyps van 21 december 2012 kon verhinderd worden voor degenen die in Bucharach waren op die datum. Zij zouden in een soort ruimteschip naar andere tijden en andere dimensies gebracht worden. Het dorp stroomde vol rond de dag des onheils. Mensen wilden gered worden. De apocalyps bleef uit en toen zijn ze maar terug naar huis gegaan. Toch blijft het een dorp en een omgeving met een ongewone aantrekkingskracht. De pic de Bucharach (1200m hoog, een hele boterham om te beklimmen) zou magische eigenschappen hebben. Men beweert dat hij ooit zou geexplodeerd zijn en ondersteboven terug naar beneden gevallen. Hij zou dus op zijn kop staan. Verhalen in overvloed over deze streek. Want wat te denken over de pastoor die de schat van de Tempeliers zou gevonden hebben ergens in Rennes le Chateau? Hij en zijn Marie beschikten plots over veel fondsen van onverklaarbare oorsprong. Waar vandaan, niemand die het weet. Hij zweeg als vermoord en ook zij hield haar lippen stijf op elkaar. We zouden er boeken kunnen over schrijven, maar spijtig genoeg zijn die al geschreven.

    We dromen weg, maar eigenlijk zijn we nog aan het fietsen, ik op mijn 'brommerke' (zo genoemd door Geert als hij moeite heeft om te volgen, waarop ik steevast antwoord dat niemand hem verbiedt om ook een brommerke te kopen, wellicht is dat nog te vroeg, het idee nog onverdraaglijk) en hij op zijn koersfiets met zijn fluo kousjes en schoentjes en zijn getrainde bruine benen.

    We zijn vroeg vandaag, het moet nog drie uur slaan, als we onze kamer bezetten. Ik begin te beseffen : goed van ons, alles samen hebben we 2.300 km. Afgerond.

    06-07-2017 om 17:50 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.het is stil waar het nooit waait
    We schoven gisteravond aan bij de uitbaters voor het avondmaal en kregen een dikke schouderpoot van een varken voorgeschoteld. Een stoofpot die 4 uur geprutteld had, knook en vel inbegrepen. Veel vlees, maar ook aardappelen en wortels en ramenas en een hele resem kruiden, waaronder de mooie steranijs en jeneverbessen. Het was lekker en spoelde goed weg met de karaf wijn. De lippen werden losser, er werd al eens op mekaars schouder geklopt, het was 22 uur als we bedwaarts trokken.
    Windkracht 5 vandaag. Uit het oosten en wij moeten in zuidoostelijke richting, bestemming Limoux. De twee kolossen van honden hebben Geert verkozen tot hun beste vriend en leggen zich op zijn voeten. De gastheer zegt dat we en arriere moeten trappen als we de wind willen verschalken. Hij neemt Geert nog in een innige verstrengeling, (bij mij houdt hij meer afstand) en hoopt dat hij ons spoedig zal weerzien. Wie weet.

    Het is zonnig warm, een enkel schapenwolkje aan de hemel. We keren het kanaal definitief de rug toe, smijten ons in de landelijkheid van de Aude. Hier wordt graan en zonnebloemolie geproduceerd.
    We vorderen langzaam, zetten ons schrap om de uitzinnige wind baas te kunnen. Hij blaast en fluit in mijn oren, probeert me met fiets en al van de baan te stoten, enkele meters lager, het stoppelveld in, hij klettert aan linten en kleppen aan mijn fiets en aan mijn helm en hij maakt me zelfs bang. Moeten wij op die manier, vechtend om baan te houden, op een Route Nationale rijden, met camions, bestelwagens, wilde fransen? Ik zie dat niet zitten en we besluiten onze etappe om te leiden naar kleinere baantjes. Weliswaar iets verder, maar ook veiliger en leuker.
    We slaan af naar Fanjeaux, een mooi stadje, hoog op een flank. De batterij is de helft van haar pluimen al kwijt, we hopen een bar te vinden om ze terug op te laden. Het wordt een moeilijke klim, Geert neemt het woord 'col' in de mond, ja, warempel, de stijging is 14%. Dat is hijgen geblazen. Er komt een bataille de verbes van. Ik rijd te vlug. Ik luister niet, want ik hoor niet. Ik heb oogkleppen aan. Hij laat zijn wensen niet horen, ziet mij overal voorbij rijden, geraakt oververhit in lijf en kop omdat ik nergens stop. We bakkeleien, zenden onze verzoenengelen om te onderhandelen, het raakt opgelost. Het is stil waar het nooit waait.
    Ik ben heel blij met de alternatieve route, het is rustig rijden, het is enkel de wind die ons dwingt de twee handen aan het stuur te houden. De zonnebloemvelden verdwijnen, hier worden volop druiven verbouwd. Limoux is befaamd om zijn blanquette, de oudste schuimwijn ter wereld, per ongeluk uitgevonden bij een mislukte wijnfabricatie.
    De b&b ligt langs de baan en wordt gerund door...Vlamingen. Dat beseffen we eerst niet, dus praten we lustig in het frans tegen mekaar tot de gastheer ons onderling nederlands hoort praten. 'Dan zal ik het ook maar in het nederlands zeggen',lacht hij. Het praat zo veel gemakkelijker, we drinken samen een glaasje, ik breek er eentje, krijg weer een ander (het is geen kristal van zijn overgrootmoeder, gelukkig). Geert is gefascineerd door de jonge leeftijd van de Vlaming en dit in relatie tot de grootte van het huis dat hij bezit. 6 kamers en een gite, het is niet niks. Hoe heeft die dat voor mekaar gekregen? Hij kan het niet begrijpen. Ach, we hoeven niet alles te begrijpen. Wat is is. Denk ik.

    05-07-2017 om 21:25 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    04-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kaphonden
    We hebben moeite om ons bed uit te raken. Het is nochtans al 8.45u en de lucht helderblauw, maar dat weet en zie je niet als je slaapt. De madame rommelt in de keuken van de b&b (zij woont zelf in een huis iets verder op het domein met man en nawas),maar voorlopig zwijgt ze nog. Dat is een groot gemak, want ze praat veel en wat bekakt. Zoals een duif ook veel te veel praat, altijd dat geroekoeroekoeroe, geef mij maar koerkoerkoer, ca suffit. En een ekster dan, maar dat kan je geen praten meer noemen, dat is schorschreeuwen. Neen, dat doet deze madame niet, ze praat meer in de hoogte, haar stem is best aangenaam, maar er zitten veel eupeupeups tussen. Ze wil ons ook twee keer uitleggen wat een nectarine is. We komen uit het noorden, dat is waar, maar we zijn geen hottentotten meer. We krijgen een typisch frans ontbijt, ze heeft heel lekkere confituur van kleine kersen (de kers van de kirsch) en ze maakt haar yoghurt zelf. Die is zo laxerend dat ik het einde van haar betoog niet haal maar de pot op moet. Geert volgt tien minuten later.

    We volgen nog steeds het kanaal, het is van naam veranderd, heet nu Canal du Midi. Het ligt als pas gekookte erwtensoep, nog zelf gemaakte croutons er in en ze is af, aan onze rechterzijde. Weinig of geen varende boten, wel een heleboel woonboten met exotische namen : le haricot noir, cocorico, esmeralda cinq, trop de sauterne... De zon is een inhaalbeweging aan het maken en tracht het bladerdek van -alweer die prachtige platanen- te doorboren, het lukt haar maar half, de weg blijft heerlijk koel. Langs de kant een symfonie in blauw : korenbloemen, scabiosa, nog enkele bloeiende bramen met lila bloemetjes en verderop het warme geel van de eindeloze zonnebloemvelden. Samen met het groene loof een droom van een kleurenpalet.

    Ook in vele kleuren komen ons tegen : fietsende oudere mannen. Zijn ze alleen, geen probleem, ze sportelen wat. Zijn ze met twee, alles in orde : ze voeren dialoog, overlopen de dagorde. Maar zijn ze met drie of meer : aaah! De eerste en ook de tweede kijken ontspannen en trekken de kar, maar verder naar achter vertrokken gezichten, wanhoop in de ogen, tanden bloot en op elkaar geklemd. Het gaat te rap voor die mensen, maar liever doodvallen dan toegeven. Ik heb daar een theorie over. Ze kunnen niet ouder worden. Ze missen het copingmechanisme om te kunnen zeggen : ik word een dagje ouder, vandaag rijd ik eens geen dertig kilometer per uur. We hebben er allemaal last van, zeker in deze tijden der eeuwige jeugd. Maar (deze)mannen stralen het met zulk een weerloze wanhoop uit, ik zou ze willen toe roepen : on vous aime, pas de soucis!

    Het kanaal neemt wat bochten, ik weet niet of dat zo gepland was door die ene ingenieur die er zijn levenswerk van.gemaakt heeft in de jaren stillekes, het verhoogt het pittoreske van de route. Vissers zijn er niet te zien, vreemd, is de vis in de erwtensoep gestorven?

    We hebben gepland om tot Castelnaudary te fietsen en dan een eindje terug te keren naar ons logeeradres, maar het valt anders uit. Het prima fietspad stopt plots en gaat over in onverhard tot smalle streep. Bovendien lijkt het Canal zich te splitsen in zijarmen of poelen, we zitten in de knoei. We volgen een jong koppel, volgens Geert kennen die beslist de weg. Het blijken Zweden te zijn. Geert houdt een geblokte Vtt'er tegen, kan hij ons helpen? Suivez moi, zegt de man in het geel en zo rijdt hij ook, alsof hij in het geel zit. We hotsen en botsen langs kanaal na kanaal tot we er niet meer wijs uit geraken. Une question, zegt Geert, kent gij de weg naar Mas Saints Puelles. Suivez moi, zegt de man en hij koerst alweer verder. En inderdaad daar is het dorp waar we logeren. Waar moeten we zijn? Le Roc, zeg ik. Oh, putain, zegt hij, (ik hoop dat hij niet mij bedoelt), we zijn te ver, suivez moi. Hij keert zijn Vtt kar en daar gaan we weer. Baantje in, baantje uit, hoe gaan wij de weg terug vinden? Voila, wijst hij, le Roc. Lange oprijweg, de man fietst nog altijd voorop, ook al hebben we hem uitbundig bedankt. Je connais ces gens, zegt hij en hij fietst met zwier het erf op. We zijn veel te vroeg, er is niemand thuis. Enkel 2 loebassen van honden staan voor gek te bassen achter een venster. L'homme jaune verdwijnt, zwaait nog eens. Wij staan perpleks, die gele engel heeft meer dan een half uur uit getrokken om ons ter plaatse te brengen. De levende hulplijn van Zuid Frankrijk. Wij zijn die dingen niet gewoon. Ons hectisch leven staat zoiets niet toe. Ik vraag aan Geert wat de man allemaal verteld heeft. Ik denk, zegt hij, dat hij gans zijn leven verteld heeft, maar ik heb er niks van verstaan.

    Er blijkt toch iemand thuis te zijn. De boerderij ziet er erg verwaarloosd uit,.ik houd mijn hart vast voor onze kamer. Maar die is tiptop, volledig in het nieuw, ruim, met zithoek, fris, proper. We eten hier vanavond mee. De honden, met hun kap, hebben beide een infectie opgelopen. In de snikhete week zijn ze le Canal ingesprongen en ze zijn er ziek weer uit gekomen. Ze zijn in behandeling, vandaar die twee zedige kappen. Geen erg, want ze hebben wel een erg grote muil, waar ze nu niks mee kunnen aanvangen.

    Geert kan nog uitgebreid naar de tour de France kijken. Valpartijen inbegrepen. Die koersende mannen toch.

    04-07-2017 om 19:02 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.la vie en rose
    Vooraleer we Toulouse kunnen bezoeken moeten we nu echt eerst een wasje slaan, we zitten door onze kleren, nochtans hebben we ze ook al eens averechts aan gehad. In de garage van de madame staat een wasmachine en een droogkast. Geert smijt een visje, ze bijt niet. Hier verderop is een laverie, ze legt uitvoerig uit waar. Een beetje zoeken brengt ons bij 2 wasmachines en een droogkast in open lucht, onder een afdakje. We smijten gans ons boeltje in de machine, na een kwartier valt ze stil met als boodschap : erreur default nr 45. Daar staan we dan, de vuile kleren zijn kletsnatte halfpropere kleren geworden. We wringen ter plekke alles zo goed mogelijk uit en stoppen het in de droogkast. Waar het na 2 beurten van vijftien minuten nat uitkomt.



    Tijdens al dat wachten heb ik wel even de tijd om Toulouse Lautrec te googelen. Ik kan er veel over vertellen, maar stel voor dat u zelf ook eens wat doet. Toch een merkwaardig figuur, tragisch door zijn dwerggroei (korte benen, normaal lijf, enorme tong, dit alles het gevolg van inteelt onder de adel), groots door zijn onmiskenbaar tekentalent, zich staande houdend door ironie, cassante humor, alcohol en het parijse nachtleven, verstoten door zijn vader die beschaamd was over zijn zoon, levenslang beschermd door zijn moeder, gestorven toen hij 37 was. Hij was niet van Toulouse, hij is geboren in Albi.







    Terwijl wij nog altijd druk doende zijn met onze was, borrelt het idee op om veggie te gaan eten in de buurt voor we naar de stad trekken. Wat is het lang geleden dat we groenten met groenten aten. Een piepklein vogeltje komt kijken, het heeft een scheef pootje, we tonen ons mededogen, maar het draait zijn staart naar ons en legt een klein wit kakje. Stank voor dank.







    Komaan, zeggen we, nu moeten we echt wel naar de stad gaan kijken.



    We komen boven uit de metro aan het wilsonplein (voelen ons onmiddellijk thuis), vlak bij het Capitool (ja, we voelen ons helemaal thuis). Het is een prachtig gebouw, roze tussen al het andere roze. Veel open ruimte, maar ook veel volk. Druk dus. We zoeken de oever van de Garonne op, de stroom is ontzaglijk breed geworden, maar ook rustig, statig, voornaam, met op haar rug enkele rondvaartboten en aan haar oevers jong en oud, keuvelend, joelend, springend, schrijdend...en ook weer datzelfde roze in prachtige gebouwen aan de overzijde. Het blijft druk. We zijn rust gewend en hier lijkt alle lawaai van de wereld samen te komen : het verkeer, het getater, muziek (muzak, zegt Geert, hij vindt het rommel), we drinken haastig op een terras, we willen weg.



    De metro zit vol, geen plaats om te zitten. Er staat een jonge vrouw recht, vraagt of ik wil zitten. Ik kan niet zeggen dat dit de eerste keer is dat dit me overkomt, maar het is wel confronterend. Kordaat en (te) kortaf zeg ik 'non'. Als ik de vrouw nog eens goed bekijk zie ik dat ze aan het wenen is. Ik kijk naar Geert, schuldbewust, hij kijkt naar mij, kijkt naar de vrouw, het medelijden stroomt uit zijn ogen. Ik tik haar zacht aan : 'c'est ma faute que vous...?' Ze schudt van neen. De vrouw die recht over haar zit, pakt haar even bij de schouder. Wenen in het openbaar, het moet kunnen. Maar hoe schamel zijn we als we er moeten mee omgaan. De vrouw stapt uit, ze heeft een zonnebril op.







    We zijn er stil van geworden, maar dat betert al weer vlug als we zien dat Sagan de rit won in de Tour de France. De oermens uit Slovakije met zijn mooie blauwe kijkers.







    03-07-2017 om 21:57 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Toulouse
    Als wij al dachten dat we gisteren een heel bijzonder fenomeen hadden gezien met de aquaduct, hadden we het mis. We zijn nauwelijks 20 km ver, als er weer een aquaduct opduikt, zelfde principe, kanaal kruist Garonne. Het kanaal smal en kalm. De Garonne breed en woest.



    De platanen langs de oever bladderen overvloedig af. De stukken dunne schors liggen als bruine schilfers verspreid op en naast het fietspad. Antiroosshampo helpt hier niet. Eigenlijk is er niets dat de platanen kan helpen, ze zijn ziek en moeten gekapt worden. Er is een boosaardige champignon die hen van binnenuit opvreet. Zo jammer, ik hou wel van die zuiderse bomen



    Het waterpeil van het kanaal is hoog, beetje lager dan het fietspad waar we op rijden. Dat geeft een vreemd effect, het lijkt een lange oprijlaan van geboend beton en met een beetje fantasie denk je daar een kasteel achter en komt een statige koets met versierde Pruisische paarden, die meer ter plaatse trappelen dan ze dichter komen, aangereden. Ik maak voor alle zekerheid een buiging met mijn hoofd. Verder dan dat kan ik niet gaan, het fietspad is niet breed en ik moet fiets en kar op het droge houden.



    We eten over de middag lekker, maar te duur voor wat het is, in een bistro bij een jachthaventje. Gelukkig hebben we nog een lekker abrikozentaartje, uit de hand in de mond, dat compenseert.



    Kan je geen verhaaltje verzinnen voor je blog over Toulouse Lautrec?, vraagt Geert. Oei, Toulouse Lautrec, ik weet niet wie dat is, zal dit moeten opzoeken, de enige Toeloes die ik ken is een poes, maar die is komen te gaan en kende een eerder gewoon levensverhaal.



    Toulouse, de stad dan, komt maar schoorvoetend dichterbij. De kilometers stapelen zich op, misschien is de franse kilometer iets kleiner dan de onze. En dan die pestvogeltjes die een eindje meevliegen en zich vlug in een boom nestelen om 'vite vite vite' te roepen als ze ons zien komen. Was ik een reiger, ik slokte ze naar binnen.



    We komen in de regio Haute Garonne. Water genoeg hier, zowel links als rechts van ons. En vissers die mekaar bijna verdringen, maar zelden een vis aan de haak slaan. Een keer zie ik een wit exemplaar bovenhalen, het ziet er niet uit, een witte vis.



    De stad komt in zicht, het industriegebied verdwijnt, bidonvillewijken verschijnen. Hier en daar zien we tentjes, koterijen, ook hier wonen mensen. We kunnen niet misrijden, het kanaal loopt dwars door de stad en wij doen dat ook, maar dan op de fiets. Vreemd, het lijkt of ik bekende gezichten zie. Loopster Elodie die langs het kanaal jogt, Bent van Looy op een bankje met witte sokken aan, mijn ex-collega Katelijne met snelle pas en boodschappentas (het is toch zondag??),twee keer Georges Moustaki, een bekend gezicht van TV, maar ik kan op haar naam niet komen.... allen verzameld in de immense stad, vierde grootste van Frankrijk. Sportief zijn ze hier wel, er wordt ontzettend veel gejogd en gefietst en gewandeld. We slalommen ons de stad weer uit, het drukste deel toch, logeren in de rand, morgen bezoeken we Toulouse echt. Vandaag is het genoeg geweest, we hebben 94 kilometers gefietst.

    02-07-2017 om 00:00 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. omer bij karel en martine
    Het verhaal van Patricia is nog niet ten.einde. Plots werden we uitgenodigd voor een aperitief en vielen wat puzzelstukjes op zijn plaats. De grote chef was overduidelijk Patricia, haar man was dezelfde man die het toilet repareerde, een tweede man/jongen hun zoon, dan nog een man/jongen met ongekende stamboom en de dame met de vreemde ogenstand, een vriendin-helpster, afkomstig uit de Dordogne, maar later op de avond werd haar geboortestreek plots Toulouse. Voor ons bleef dat gelijk, zelf zat ze er vrolijk bij, al kon ik me niet van de indruk ontdoen dat er achter de vrolijkheid een donkere kant zat. Ze werd trouwens behoorlijk afgesnauwd door Patricia. Het kasteel zal binnen drie maanden niet meer van hen zijn, ze verkochten het voor 900.000 euro aan een familie uit Nice, die met zijn allen naar Lacaze komen wonen, grootouders aan beide kanten incluis. Patricia en haar gevolg verhuist naar Alsace, waar ze vandaan komt, een b&b had en nu terug zal beginnen met b&b. Als we daar passeren zal ze voor ons tartes de flamme bakken. Flammenkuchen. Dat waren haar laatste woorden (die ze aan ons richtte).



    Nu we dit allemaal weten kunnen we opgelucht ademhalen dat we zelf dat kasteel niet per ongeluk kochten en gaan we weer op weg, uitgewuifd door de 2 jongelingen en la femme toulousienne, die ook mee naar Alsace trekt. De hemel zit toe, de zon mag niet buiten vandaag. Maar het regent niet de eerste 35 km en dat is een opluchting van formaat, want zo goed liggen de weerkaarten niet.



    Agen, het stadje waar we eten, heeft een merkwaardig fenomeen : het kanaal waar wij langs fietsen kruist de Garonne en beide gaan onverstoorbaar verder hun eigen weg. Hoe komt dat? De Garonne stroomt onder het kanaal door, want dat wordt via een aquaduct over de rivier geleid. Mooi gedaan , wij rijden met het kanaal mee over de aquaduct, voelen ons trots over zoveel menselijk vernuft. Ik vraag me trouwens af hoe en wanneer zo een kanaal voor de eerste keer volloopt. Komen de pompiers om die geul te vullen ? Regent dat vanzelf vol? En waarom loopt net dat kanaal vol en niet de lager gelegen delen achter de oevers van dat kanaal ? En als het kanaal nog niet af is, maar wel al begint vol te lopen, worden de gravers dan niet overspoeld? Ik denk dat ik beter terug naar school zou gaan om de knepen van de kanaalkunde te leren. Aan Geert moet ik het ook niet vragen. Hoe de economie in Belgie reilt en zeilt, ja, maar over kanalen weet hij niets. Geldkanalen wel, maar dat helpt niet.



    Er is wel wat te zien langs het kanaal. Een wildkampeerder die een vuurtje maakt, meer rook dan vuur, alles is nat, een marcheerder met een enorme rugzak , vijf snoezelende eendjes, een donkere jongen in kleermakerszit waarvan ik even denk dat hij zit te bedelen, maar dat zou wel heel dom zijn, bedelen langs een weg waar bijna niemand komt, een kale kip op de vlucht, een duister persoon met zonnebril zonder zonneschijn (een tsjolder, zegt Geert), een grote vis, dood, een grote vis, springend als een dolfijn, een prachtige grote geitebok, donkerbruin. blinkend van gezondheid en van zin in groen gras en gewillige vrouwtjes (even leek zelfs ik in aanmerking te komen), maar helaas voor hem vasthangend aan een koord. En verderop de zonnenbloemvelden, reeds in bloei, maar in de war omdat hun richtpunt, de zon, maar niet te vinden is en heel af en toe, op glooiende flanken, een wijngaard. Sooi, mijn vader, had lang geleden nog nooit een wijnstruik gezien. Wel was hij thuis in alle gewassen die Kempense grond kan voortbrengen. Hij hield van reizen, wat in die tijd niet zo evident was en zijn eerste 'verre' reis, samen met zijn Liza en een paar van zijn kinderen was naar de moezelstreek. Wat keek hij raar op! Al die bonenstruiken groeiend op de bergflanken. Aten die Duitsers dan zo graag bonen? Het was zijn kennismaking met de druivenstok.



    We moeten naar Merles, een klein dorpje, niet ver voorbij Valence d'Agen (een ander Valence dan dat onder Lyon). Het is hier duidelijk de fruitstreek, appels, peren, kiwi's. De franse kiwi's vind ik nog steeds niet kunnen concurreren met de Nieuw-Zeelandse, maar als ik de inspanningen zie om die vruchten te kweken, dan voel ik toch veel respect. Ook voor de plukkers, meestal immigranten, die voor weinig geld dit werk nog willen doen.



    We komen aan in onze b&b en worden.verwelkomd door...Vlamingen uit Kruibeke. Karel en Martine. Daar drinken we een Omer op. Ze wonen hier acht jaar, gewezen bakkers, en willen nooit meer terug naar het hectische België. Het is ontspannend nog eens doodgewoon Nederlands te horen en te spreken. Het zijn goedlachse, hartelijke mensen, we voelen ons alweer thuis.



    En, wat ik niet mag vergeten vermelden, we hebben de 2.000 km overschreden. Vandaag, na de elfde kilometer.







    01-07-2017 om 22:45 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.jommeke en filiberke
    Chateau de Lacaze, daar logeren we en ik kan er kop noch staart aan krijgen. In mijn hoofd is dit niet te vatten, de overdreven grootte, de muurschilderingen, de overdadige versieringen op muren en plafonds, het lijkt een spookkasteel. Maar spoken bestaan wellicht niet, dus is het zeer vreemd en onwezenlijk dat wij hier verblijven. De vertrekken waar wij toegang toe hebben, of beter die ons toebehoren deze twee dagen, zijn immens. Er is een slaapkamer, een dressing, een badkamer en een salon. Een vleugel dus. Ingericht volgens een grandeur die wij niet kennen, in cremig roze, deuren en kasten en schuifjes, tabletten, inmaakrekken vol tierlantijnen, drie grote ramen vooraan, twee grote ramen achteraan, in hout, met luiken, min of meer onderhouden. Ik kon niet nalaten te roepen : que c'est grand, toen de kasteelvrouw ons binnenliet. Eerlijk, ik was niet op mijn gemak. Het bed was te groot, de douche te ingewikkeld (hoeveel knopjes kan zo'n douche wel hebben?), ik voelde me ziek, had koorts en vroeg Geert met aandrang de kamerdeur op slot te doen. Het had ook met de geur te maken. Muf, en toch doortrokken met een vaal parfum uit sprays en geurzakjes, goed om te verdoezelen maar niet om weg te nemen. Het leek of het jaren geleden was dat er hier nog gasten waren. Waren we Jommeke en Filiberke, dan zaten we nu in een spannende episode van het stripverhaal.

    Wat zou ik graag de boekhouding van deze chateau inkijken, zijn er veel schulden, hebben ze een groot eigen vermogen (buiten de gebouwen),wat zijn hun kosten (veel, mijn gedacht) en opbrengsten (weinig, ook mijn gedacht)... En wie zijn de gastvrouw, ik zal haar Patricia noemen omdat ze ook zo heet, de andere vrouw, wiens ogen hun juiste plaats maar niet lijken te vinden, en die de vleugel hiernaast betrekt, wie is de man op de tractor en de man die het toilet kwam repareren omdat het niet werkte, waarna het plots te veel werkte en toen weer niet (we hebben het zelf ontmanteld nu, het houdt zich koest) ? Kom ik dat hier te weten?

    Het slapen heeft me deugd gedaan, in de ontbijtplaats komt Patricia uit de muur gestapt. Die muur is eigenlijk een deur, maar dat valt niet op met al die krullewieten. Ze heeft twee soorten fruitsap voor ons, de ene is sap van rode biet en nog iets onverstaanbaars en kurkuma. Ik proef ervan en denk (reeds in het frans): il faut apprendre a l'aimer, voor het geval ze zou vragen hoe het is. Geert, voorspelbaar, is er niet zot van. Pourtant, het is bloedzuiverend, dat heeft ze ons gezegd. De andere soort is van het gewone kaliber, sinaassap dus.

    Het is een geval apart, Patricia. De manier waarop ze ons verwelkomde gisteravond, op zijn minst speciaal. Ze kwam ons wapperend tegemoet gelopen (niet in rijgcorset en met lange sleep en een paar narren rond zich) in jeans en op crocs en met een oude, zwarte hond bij zich. De hond waggelde richting Geert, zijn grijze snoet vol verwachting, kwispelend.

    Zij : Attention, il mord, le chien! Ah, il n'a pas beaucoup a manger, parce que vous avez le ventre plat. Kennismaking met enig risico. We lachten een beetje schaapachtig, meer verweer hadden we niet.

    En wat zouden we vandaag zoal kunnen doen, vraagt ze zich na het ontbijt af. Zwemmen in het zwembad, stelt ze grijnzend voor. Douche inclus, want het regent weer voluit. Het is markt vandaag in Aiguillon, vertelt ze, als we willen mogen we haar auto lenen. Maar, opgelet, hij moet wel voorverwarmd worden. Ze toont het ons, geeft de sleutels, 'auto niet op slot doen, is niet nodig' geeft ze nog mee en wappert alweer naar een verre bijbouw. De auto is een Renault Express met reclamelogo van Kronenbourg, hij is zeker twintig jaar oud. Kasteel, hond, auto, allemaal vergane glorie. Toch zijn we blij met het vehikel, het houdt ons droog en in een oogwenk zijn we in Aiguillon. De markt ligt er even miezerig bij als het stadje, maar het heeft lekker en goedkoop gerief. We kopen fruit en brood en een tomaat van 400g, type Coeur de boeuf. De streek is befaamd voor zijn tomaten, les tomates de Marmande. De marktkramers trotseren dapper de lek in hun nek en dat voor een appel en een ei. Wij zijn blij, de rest van de dag hult zich in rust, noblegewijs.















    30-06-2017 om 22:36 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.le canal des deux mers
    Donderdag 29 juni

    Het belooft een zware dag te worden. De gastheer fronst zijn wenkbrauwen als we opperen dat de zon er nog kan doorkomen en (met accent op de e, wat ik hier niet kan zetten) de rit zal zo'n 85 km ver zijn. Toch vertrekken we monter, net zoals onze mede-loges. Die vertrokken zo monter dat ze de achterklep van de auto lieten openstaan. Doet me denken aan Thomas en ik, in het putteke van de winter, 's morgens vroeg, op weg naar het autorijexamen. Enkele meters gereden, maar wat was het donker, we zagen geen hand voor onze ogen, zouden de lichten niet branden? Bleek de motorkap nog open te staan. Ze was nog vlug even geopend om de onderdelen te bestuderen en in onze nervositeit vergeten sluiten. Het examen werd een even grote sisser, niet mogen deelnemen wegens papieren niet in orde.

    De truuk met het douchegordijn als regenjas voor de fietskar is pico bello gelukt, we zijn trots als een natte gieter, wanneer de eerste regenbui op ons neerspat. We beginnen alvast met wat fout te rijden, maar een vriendelijke oudere man zet ons perfect op de goede baan. Eens we het kanaal van de Garonne vinden, is het simple comme bonjour : de groene fietsbordjes volgen.

    De batterij heeft al heel wat moeten assisteren, er waren een paar klimmetjes, we zullen ze opladen in een van de veelvuldige bars langs dit toeristisch parcours. Niet dus. Elk dorpje dat we tegenkomen is doods. Pas de commerces. We zien in de verte nat en aandoenlijk parasols wapperen, opschrift boissons et glaces. De parasols zijn open, de bar is dicht. Maar, zegt de man, hij heeft een abri, we mogen er schuilen. De abri is het toilet. Eigenlijk een meevaller want we moeten zo nodig.
    Van miserie eten we wat brood en een banaan uit de hand aan de voet van een kerk. Er staat een schamele bank, nat.

    Zienderogen begint de batterij te slinken, mijn warmtepeil ook. Mijn handen zijn dood, gevoelloos van de natte kou, mijn voeten leven nog, maar zijn ook doorweekt. Geert voelt zich nog behoorlijk warm (Spaans bloed). Het fietspad ligt bezaaid met afgevallen bladeren, takken en stukken schors van de platanen die de route zo heerlijk ombreux maken bij zonneschijn. Het moet hier flink gewaaid hebben.

    We moeten toch echt een bar vinden. Geert gaat bij elk dorpje op prospectie zodat ik geen nodeloze kilometers moet doen. Ik vind een dikke Duitser op een boot, die electriciteit aftapt van een paal op de oever. Ik vraag hem of ik even mee mag aftappen of hoe zo'n ding werkt. Je moet dat gaan aanvragen bij de gemeente, zegt hij en dan heb je lange tijd electriciteit voor 2 euro. Maar omdat ik het zo schoon vraag: hij kan me een half uur aansluiten. Stekker in, lampje brandt niet. Nog eens proberen, lampje brandt niet. Iets mis met de oplader, zegt hij. Tot hij zijn eigen laptop probeert. Hij heeft helemaal geen toevoer van electriciteit. Hij schiet in een Duitse colere, zijn jas aan, recht naar de Gemeinde, sehr teuer, zwei euro fur nur ein uhr. Gedaan met zijn rustig visnamiddagje. Zijn vrouw beziet het stoicijns, met of zonder electriciteit, ze zit daar te niksen, diep in de boot. Ik overweeg om ook wat electriciteit te gaan vragen aan de gemeente, Geert ziet dat niet zitten.
    We vinden een restaurantje in Mas d'Agenais, een iets groter stadje. We mogen er iets drinken en onze batterij opladen, maar na 50 minuten moet ze sluiten. 50 minuten geeft niet veel energie, maar we zijn dankbaar voor wat we krijgen.

    Af en toe krijgen we nu een streepje zon, het neemt de ergste koude weg. De wind wakkert aan, een felle zijwind.

    Het gaat weer slecht met de batterij, het gaat ook niet goed met mij, ik voel me ziek, misselijk en al mijn rugspieren doen pijn. We rijden verkeerd, er is kort maar krachtig wederzijdse irritatie. Ondertussen is het al zeven uur, voor acht uur worden we verwacht in Chateau Lacaze, tegen Aiguillon. De batterij geeft het op, net als we het stadje binnenrijden. Geert neemt het laatste stukje over. Hier vinden we wel een oplaadpunt. We stoppen bij cafe les Tch'ts (ik dacht dat zij in het Noorden wonen),waar een paar mannen zich de ziel uit het lijf roepen bij het kaarten. Ongelooflijk hoeveel lawaai een man kan maken. Geert eet een menu, ik wroet wat in mijn eten en vind ondertussen een apotheker die me iets geeft contre les maux digestifs. Nog vijf kilometer te gaan. Er staan er al 100 op de teller.















    30-06-2017 om 17:43 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.niet lekker
    Geen blog vandaag, ik voel me niet lekker. De hele dag regenbuien en etappe van 100 km. Ons beetje misrekend.
    Morgen rustdag.

    29-06-2017 om 20:48 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.boeuf pop

    Carmelle, de gastvrouw, vriendelijk en zoet als een echte caramel, offreert ons een typisch frans ontbijt en weet over elk produkt iets te vertellen : de brioche, specialiteit van de streek, klaargemaakt met pastis, honing van de buren, confituur van druiven en appels/kweeperen, die men hier raisiné heet (on l'aime ou on le deteste), de yoghurt van een plaatselijke boer...onze ochtend is goed begonnen. De kapster wacht, Virginie is haar naam, een vrouw met levenswijsheid en empathie. We praten over dementie, hoe dit iedereen kan overvallen, rijk of arm, slim, dom, slecht, wreed en in die zin een rechtvaardige aandoening is, maar toch ook heel 'injuste',wat ik als onrechtvaardig begrijp omdat het mensen en hun omgeving zo meedogenloos treft. Juist gezien vind ik dat. Ondertussen verlost ze ook nog mijn hoofd van zijn tapis plein, omzeilt de weerborstels en vraagt 30 euro. Vlug en vaardig en goedkoop.

    We gaan vandaag op zoek naar een regenjas voor onze fietskar. Doen we dat niet, dan riskeren we een bassin d'eau mee te zeulen als het nog durft te stortvlagen (katten spouwen, noemt Liza dat).

    Carmelle is al aan het rondbellen naar sportzaken om een dekzeil voor de kar te vinden, zonder resultaat. Wij opteren voor een brico, oplossing ter plaatse te bedenken. Dat voert ons 18 km verderop, wederom langs de fietssnelweg, tot in Bazas (de stad van Juul Kabas). We staan even voor een spçitsing, wedden om een café gourmand of het links of rechts is. Ik win (een halve café gourmand, want ja, die reeenogen!).

    Bazas heeft een kathedraal en op het plein ervoor ligt het restaurant Boeuf Pop, aanbevolen door de gastvrouw. Het is hier de gereputeerde streek van rundsvlees. We zijn niet zo'n vleeseters, maar hier zullen we ons maar eens laten gaan. Ik ga voor een steak tartaar, Geert voor piÚce de boeuf. Hij mag kiezen, 200 of 400 gram. Dat laatste is te veel, het zou zijn oren uitkomen. Boeuf Pop zit stampvol, goed teken. De steak tartaar ziet er walgelijk uit, moest ik niet overtuigd zijn dat het hier goed is, ik zou er niet aan beginnen. Maar het is huisbereid en ik maak de bedenking dat het waarschijnlijk ook zeer puur is, zonder roodgetinte additieven en zonder mayonnaise of andere sausen a volonte. Het smaakt wel lekker, vooral als ik mijn ogen toe doe. Dat laatste valt best mee, want er is plots bliksem, zware donderslag, het licht valt uit en ik zie de tartaar niet meer. De mensen hier blijven er rustig onder, ook als het een tweede keer gebeurt. De bakken water die daarna uit de lucht vallen stemmen ons vrolijk. Wat nu valt kan seffens niet meer vallen. We hebben wat wijn gedronken, het maakt me altijd lacherig. Het wordt de slappe lach als ik denk aan de folder van de b&b, die zegt dat Francois, de gastheer vermoed ik, massages aan bed geeft. Ik probeer er niet aan te denken, maar het zou eigenlijk niet eens een slecht idee zijn, want mijn kuiten zijn heel verzuurd...van het trappen doen in de vuurtoren twee dagen terug.

    We vinden een oplossing voor de fietskar : we kopen een fluo douchegordijn. Dat gaan we straks met knippen en plakken (cut en paste) tot een waterdicht frakske omtoveren. Hopen we.

    Het stadje waar we logeren heeft enig historisch belang want pape Clement V is hier geboren. Deze paus kwam regelmatig in Viilandraut terug waar hij enkele vertrekken van een doening bewoonde. Ik heb begrepen dat er op dat moment 2 pausen waren, een in Rome en deze Clement in Avignon. Hoe die overeenkwamen, dat weet ik niet, het moet een duobaan geweest zijn. Clement V had ook nogal wat last met de franse koning Filip le Bel, die boos was op de Tempeliers omdat ze hun rijkdom niet met hem wolken delen. Hij zette druk op Clement, die handenwringend niet meer wist wat te doen, want hij was niet a priori tegen de Tempeliers. Toch heeft hij maar gedaan alsof en die bende rijkaards veroordeeld. Toen de laatste Tempelier zijn hoofd op het kapblok legde, klaar voor de hakbijl heeft die arme veroordeelde  in een ultieme helderziendheid geroepen dat roi et pape dra voor het tribunaal Gods zouden moeten verschijnen! Die 'dra' was heel goed gezien, de koning stierf na een maand, pape Clement na 7 maanden.

    In de b&b hebben enkele weken geleden voor de eerste keer 6 Chinezen gelogeerd. Die gasten komen hierheen om wijngaarden op te kopen, wijnen te importeren in China en big business daarmee te doen. Ze zijn rijk, maar ze hebben ook gewoontes die ons petje te boven gaan. Tijdens le petit dejeuner spuwden ze voortdurend op de grond. Carmelle was er ontdaan van.  Ze hadden 'champagne' bij zich uit Slovakije, die moest geproefd worden. Maar omdat het zo ontieglijk warm was in hun auto, spatte die 'champagne' in het rond toen ze de fles openden. Hij werd direct geklasseerd als 'slecht'. 

    28-06-2017 om 22:06 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (11 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.weg van de zee
    Prima ontbijt bij Agnes. Des crepes, du pain, salade de fruits et.....caramel fleur de sel. Ik ben er gek op. Geert moet er niks van weten. De gustibus et coloribus non est disputandum. Aan de ontbijttafel ook Spanjaarden uit Girona. Ze gaan richting Loire. Raden ons ten stelligste af om in Spanje te willen fietsen. Mountainbiken, dat zeker wel, Girona is een VTT paradijs.

    We trekken vandaag het binnenland in, door de bossen van de Landes. Het is geen sinecure om de start van het fietspad te vinden, de fransen zijn soms erg nonchalant in hun bewegwijzering. Geert vindt een fietspad....dat uitkomt in een winkelcentrum. Zijn Spaans bloed laat borrelend van zich horen, wat gegrom en gerommel, donder en hellepreek, de bui waait voorbij. We vinden onze route :een fietspad, vrij van auto's tot op onze plaats van bestemming, een echte fietssnelweg, goed geasfalteerd, goed bewegwijzerd vanaf nu.



    Er is bar slecht weer voorspeld, met onweer en hagel(slag), we fietsen flink door. Als kind zou ik hier niet graag de baan opgestuurd zijn, zeker niet bij valavond. In elke boom kan je een monster zien, hoog boven je hoofd. Met hun lange, zwiepende armen, bedekt met schubbig mos, en eindigend in meerdere tentakels kijken ze dreigend en krakend op je neer, en elk moment kunnen ze toeslaan. En nergens straatverlichting. Hier is donker nog echt donker.



    Er zijn maar weinig dorpjes in dit uitgestrekt bosgebied en als er al zijn lijken ze zo geisoleerd dat ze een zekere eenzaamheid en tristesse uitstralen. Ik vraag me af wie hier woont, wat ze doen en of de jongeren hier kunnen aarden. We zien een paar tieners, 3 jongens en een meisje en ik moet denken aan het boek van Lize Spit. Ik hoop dat de tijden nu anders zijn, ook hier in het landelijk Frankrijk.

    We moeten even schuilen voor een natte drash, van korte duur, maar een die maar een paar minuten nodig heeft om je zwabberzwabber te doen voelen. Onze schuilplaats is een kleine oosterse take away, met enkele stoelen voor wie ter plaatse wil eten. We nemen nems en gems, niemand weet wat het is, maar het smaakt. De man heeft de typisch oosterse vriendelijke glimlach, zegt dat hij ook van fietsen houdt. Zijn televisie toont continu eentonig gekweel van een koppel dat al zingend met de handen draait en fladdert, op de maat, en daarbij ook nog eens pasjes links en rechts synchroon uitvoert. Nicole en Hugo op oosterse wijze. Achteraan een hele school backing movers, ook draaiend en schuifelend. Wat een romantiek.

    Het weer is vriendelijker dan we vreesden, buiten de stortbui van daarnet regent het een vol kwartier door, de rest van de rit blijft het droog. Toch rijden we aan een hoog tempo (Geert zegt dat het onze snelheidsrecorddag is), en komen in de late namiddag aan in Villandraut, een stadje waar nog leven in zit, getuige hiervan het aantal handelszaken, waaronder een kapper. Omdat mijn haardos al een tijd de afmetingen aanneemt van een kamerbreed tapijt en ronduit Trumpiaans begint te worden, zeur ik al een tijdje over een kapper. Welaan, hier is er een. De gastvrouw belt haar stante pede op, morgen mag ik gaan. Benieuwd wat dat gaat worden.

    27-06-2017 om 21:40 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    26-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.chariot presque dans l'eau
    Augustin is van 's morgens vroeg al een vrolijke frans en hij spreekt frans op zijn fernandelst. Ik begrijp er geen jota van, maar dat deert hem niet. Goed adresje om te overnachten, grote pot verse fruitsla bij het ontbijt, hij doet dat goed.



    Alleen spijtig dat het regent vandaag. Maar, zegt Augustin, het is niet vilaine, het weer, het gaat beteren, we zullen het wel zien.



    We kunnen het hem niet meer zeggen maar hij heeft gelijk. De hemelsluizen sluiten, een.waterzonnetje breekt door.



    De fietspaden kunnen beter dit stuk, we hobbelen over Mac Adam en proberen de putten zo veel mogelijk te vermijden. De bomen zien er niet veel beter uit. Welke orkaan heeft hier huisgehouden? Weinig bomen hebben een kruin, de meeste staan gebroken zij aan zij, nog een gier erbij en we zitten in een strip van Lucky Luke. Veel dood hout op de grond ook, opruimwerken zouden hier nuttig zijn.



    De bossen blijven onze dag vullen, we naderen la dune Pilat, de hoogste duin ter wereld (of toch zeker van Frankrijk) en de andere duinen willen niet onderdoen. Ze concurreren 'om het hoogst', voor ons geen probleem, we voelen ons op een roetsjbaan in Walibi : in volle snelheid naar beneden en dan een beetje bijbenen om terug boven te geraken. Het is leuk rijden. Ik vraag me af of België voor mij nog voldoende aantrekkelijk gaat zijn, na al die mooie, uitgestrekte groenigheid en eindeloze blauwigheid.



    We zijn op weg naar Cap Ferret, dat is een landtong die tussen de zee en de monding van de Gironde ligt. Helemaal op het puntje van de tong geraken we niet, maar toch tot de phare, die we voor 6 euro mogen beklimmen. De vuurtoren is 53 m hoog en dat zijn behoorlijk wat trapjes. Er wordt gepuft, voor ons en achter ons en wij doen vrolijk mee. Boven, hoog en droog, zien we Arcachon liggen. Daar moeten we naartoe, met de boot.



    We worden verzocht de kar los te koppelen, de fietszakken los te maken en bagage van het fietsrek te nemen. Want, het kan allemaal in het water vallen. Wie wel bijna in het water valt omdat ze overladen is met alles wat in het water kan vallen, ben ik, struikelend over een trapje. Ik houd er een blauwe arm aan over. Le chariot, de fietskar dus, wordt op het dek gezet, de fietsen ook. Dra wordt de eigenaar van de chariot opgeroepen om ook op het dek te klimmen en de kar vast te houden, want ze zou wel eens in het water kunnen rollen. Geert boven op het dek. Met zijn fietsschoentjes. Niet de kar maar de man bijna in het water als de boot heftig begint te schommelen. Een echte ferry ware toch handiger geweest, maar we halen de overzijde met ons hele hebben en houden. Oef.



    Het wordt nog wat zoeken naar onze b&b, het adres zorgt voor verwarring, maar Agnes wacht ons op met een flink stuk zeep en een tip voor een plaatselijk restaurant. Met haar groeten mogen we daar een gratis aperitief verwachten. Pineau de charente dan maar. Alleen, we durven beiden niet zeggen dat Agnes ons gestuurd heeft. Het kost ons 12 euro.







    26-06-2017 om 23:00 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zoet of zout ?
    Wat een feestgedruis deze morgen. Parade van de duizenden motards voor ons hotel. Heel het dorp staat te kijken, er wordt gewuifd, gejuicht, het lijkt de Bevrijding van 1945. Ik vraag me af wat al die stoere ridders in het dagelijks leven doen. En de chicks (ja, nu gebruik ik dat woord ook al), die in netkousen paraderen en triomfantelijk of ijzig op hun stalen ros zitten. We wringen ons uit het verkeerskluwen, proberen een binnenwegje uit en dat lukt wonderwel. Terug de Velodyssee op, tocht door de bossen. Het is warm, we horen de krekels tsjirpen. Waarom doen ze dat toch, uren en uren aan een stuk? Of zouden ze mekaar aflossen zoals soldaten op een schip? Het fietspad is van zeer goede kwaliteit, breed en mooi effen geasfalteerd. Het rijdt heel gemakkelijk, we lijken te vliegen. Onderweg komen we nog een lone wolf tegen, man alleen, we zagen hem gisteren ook al. Hij herkent ons, slaat een babbeltje. Voor hem is het de laatste dag fietsen, hij keert morgen huiswaarts. Dat zal net op tijd zijn om het slecht weer, dat op komst is, te vermijden.

    Tegen de middag hebben we al 40 km in de benen, we zijn in Maubuisson, aan een groot meer. Het is er druk, maar niet hinderlijk, we blijven er wat luieren op het witte zandstrand. Ik vraag me af of dat water zout of zoet zou zijn. Ik lees in het routeboekje dat het naburig meer zoet is én verbonden door een kanaal met dit meer. Betekent dat dan dat dit ook zoet is of kan het ook zout zijn en behoudt elk meer zijn eigenheid? Ik lik voozichtig van mijn ene been dat pootje gebaad heeft, ja, dit smaakt zout. Toch nog niet overtuigd. Misschien is het wit zand opgebaggerd uit de zee en komt de zoute smaak daarvan. Tja, ik weet het niet en laat het maar zo, er zijn grotere vraagstukken dan dat.

    Het laatste stuk van ons parcours is een zalig stuk. Het gaat op en af, er zit zelfs een klimmetje van 10% bij, met veel bombarie aangekondigd. Het rijdt leuk en het is prachtig, volledig in het groen, met de zon die door het gebladerte schijnt en vreemde tekeningen op het asfalt projecteert. We fietsen tegen elkander op, ik verlies keer op keer de demarrages. Ja zeg, mijn billen zijn ook geen tomboonenbillen zoals die van Geert. Hij kirt dat ik nog veel moet trainen. Zolang hij maar niet 'chick' tegen me zegt.

    We komen aan in Lacanau l'Ocean, chez Augustin. Die heeft geen kamer voor ons, maar wel een appartementje. We zeggen niet nee, wat een luxe. Achter een gordijn, beneden op terras, blinkt zelfs een jacuzzi. 'Dees' komt niet meer goed.

    25-06-2017 om 21:48 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    24-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.15.000 motards
    Om kwart voor negen stipt wordt er op de kamerdeur geklopt en krijgen we ontbijt op bed. De mensen van het hotel doen duidelijk hun best om het de gasten naar hun zin te maken.



    De fietsroute loopt een hele tijd pal naast het strand, maar opgelet, daar zijn de falaises terug, we voelen het aan de klimmetjes. Ze zijn kort en soms nijdig, maar altijd word je beloond met een afdaling. Dalen op de fiets heeft voor mij veel gemeen met skiën, het geeft een zalig gevoel van snelheid zonder al te veel inspanning, je moet controle houden want te snel eindigt ergens ondersteboven naast de piste. En je kunt al eens links en rechts kijken en zien hoe alles voorbij zoeft. De snelheid die ik haal op de fiets zal ongeveer dezelfde zijn als bij het skiën, maximum 50 km/uur. Geert gaat daar galant een stuk boven, hij is als een valk die zich op een prooi stort. Ik denk dat hij tot 70 km/uur durft gaan. Een keer heb ik dit weten misgaan, bocht gemist en in de bramen beland. Maar bijna altijd schat hij zichzelf goed in. Dat zeg ik tegen mezelf als hij weer eens voorbij komt gefladderd. En als hij valt is het met stijl. Vandaag ook, volgens hem is het mijn schuld omdat ik te plots rem en hij de tijd niet heeft om uit zijn klikpedalen te geraken. Volgens mij rijdt hij te kort achter mij. Tweede couplet dus, valpartij zonder erg, hij verstaat de kunst.



    We zetten over met de bac van Royan (heeft prachtige oude villa's langs de kustlijn) naar Le Verdon, een half uur op de boot, die deze keer de afmetingen heeft van een echte ferry. Het valt ons op dat er nogal wat motards ook de boot nemen. Vooral bij het uitrijden van de ferry worden we vergast (in elke betekenis van het woord) op een vroemvroemvroemconcert, hoe luider hoe liever. Voor hen toch.



    We komen een koppel tegen uit Amsterdam, van daar vertrokken, met veel minder bagage dan wij. Geoefende fietsers. En altijd is er daar de zee, schuimend en wiegend en blinkend tot in de oneindige verte. En de goudgele stranden, langgerekt, weinig bezaaid met zonnende, spelende mensen, hier is plaats in overvloed. En langs de stranden, de pijnbomen, op hun lange stengels hoog boven onze hoofden, de geur van de Kempen. Waar is de tijd gebleven dat we als kind in de landduinen van de Lilse Bergen gingen spelen ? De duinen zijn er nog, vandaag staat er een omheining rond.



    We eten een dagschotel en de dienster vertelt ons dat in Montalivet-les-Bains een grote happening voor motards is. Vandaar al dat gevroem. En vandaar dat we ter plekke geen logeeradres vonden.



    We kijken onze ogen uit als we in het badplaatsje aankomen : wat een parade van moto's en moto's en moto's. We eten een ijsje en bekijken de begankenis. Heel veel zwart leer, kettingen, snorren, tatoeages mooi en lelijk, dikke buiken.... En daar zijn de chicks, roept Geert. Ik kijk tersluiks naar hem, dat is ook de eerste keer dat ik hem dat woord hoor gebruiken, mijn feministische inborst voelt zich gekweld, maar hij is geheel in vervoering. Dit is echt schoon materiaal. We horen dat er 15.000 motards verwacht worden en als we naar ons hotel verder fietsen horen we nog lang het gebrom van de zware motoren. Voor onze kamers staan twee Harley Davidsons te blinken. Geen stofje en geen schrammetje. En daar komen er nog twee. En daar...is de grasmaaier van het hotel in volle actie. Niet elk gebrom is 150 pk.



    Montalivet is befaamd als mekka voor naturisten. De combinatie met al die Hells Angels, ik probeer er niet aan te denken.

    24-06-2017 om 21:40 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 22/08-28/08 2022
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 08/05-14/05 2017

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!