In langzame leegte
kruipt de tijd nog trager
over de verveling van de gewoonte
Niets boeit moeite gespaard
tot een hoopje ellende
Om eruit te kruipen
heeft ze de eerste zonnestralen
broodnodig
zoalsde glimlach van een kind
een strelende hand
het fluiten van een vroege vogel
tot ze ontdooit
tussen sneeuwklokjes
in een wintertuin.
Ingrid Lenaerts
|