MARCHE DES JONQUILLES. / FOOTING CLUB FOSSES ASBL. / SART-EUSTACHE 11/03/2012.
MARCHE DES JONQUILLES.
FOOTING CLUB FOSSES ASBL.
SART-EUSTACHE.
Sart-Eustache landelijk met inde vallei velden en weilanden en op de heuvelruggen bossen.
Prachtig golvend landschap met hier en daar een grote hoeve passend in het landschap. Vandaag een zonnige dag maar met wolken geeft mooie fotos. ook als we langs het beekje wandelen door het bos mooi. Aangenaam om door te wandelen brugje over en weer brugje over is zelf wat speels om te wandelen. Dan weer een eind door de weilanden met bossen op de achtergrond.
We komen in Cocriamont een klein dorpje met prachtige oude huizen, een manege en kasteeltje. Wel prachtig gelegen. Wat verder twee poesen liggen te zonnen op de bank voor het huis, simpele dingen maar toch zo mooi. Weer verder langs dorpswegen en steken het riviertje over weer het bos in, een heel eind verder komen we er weer uit en gaan naar de tweede controlepost weer in een paardenhotel. We vervolgen onze weg en komen zo terug in Sart-Eustache.
Wij willen graag nog even het kasteel van Sart-Eustache zien om een paar fotos te maken. Een vierkante rode bakstenen toren, een toren in natuursteen met nog sporen van de ophaalbrug en een groot bakstenen gebouw. Een beetje verder nog een vierkante bakstenen huis alles gelegen in een prachtige omgeving. Hier eindigt voor ons de wandeling in Sart-Eustache.
MARCHE DES PRIMEVERES. / AL VILE CINSE BERNEAU. / BERNEAU. 10/03/2012.
MARCHE DES PRIMEVERES.
AL VILE CINSE BERNEAU.
BERNEAU.
Berneau een deelgemeente van Dalhem, ooit een oude vestingsstad en hoofdstad van het graafschap Dalhem.
Berneau bezit een klein museum met voorwerpen uit de Gallo-romeinse tijd. Spijtig vandaag niet open, we starten aan de bij gelegen zaal om het dorpje en de omgeving te verkennen. De gemeente bezit verschillende oude panden uit de 17de en 18de eeuw. In het centrum staat het Chateau des Comtes de Borchgrave van oorsprong 14de eeuws gravenkasteel. Thans is het in restauratie.
We wandelen het dorp uit onder het viaduct en dan het natuurreservaat in. Het natuurreservaat van Berneau gelegen aan de Berwijn, 11 ha met interessante avifauna en kalk minnende flora. Prachtige natuur, glooiend landschap en kleine hoeven uit vervlogen tijd. We komen zo in Bombaye - Bolbeek. Oorspronkelijk spraken de inwoners van Bolbeek één van de plaatselijke Nederlandstalige dialecten in Overmaas, die wegens het toebehoren aan de Republiek onder Hollandse invloed raakte. Bolbeek kende vanaf de achttiende eeuw echter een geleidelijke verfransing. In de negentiende eeuw was het dorp volledig Franstalig.
We wandelen door de prachtige omgeving genieten van de mooie gebouwen. Komen aan de kapel midden op de weg een mooie kapel en wel uniek gelegen. Ook in het centrum prachtige oude boerderijen. Na de controle gaan we verder door het landschap genietend van al het moois dat je tegen komt. Wat verder komen we in Neufchateau. Het landschap op zijn best, de grote hoeves met duidelijke verwijzing naar de adellijke families.
Mooi wat verder en we zijn terug in Bombaye, met de dubbel kasteelhoeve de steenweg over terug door het natuurreservaat en het kasteel van Berneau duikt voor ons op nog even en we hebben ons eindpunt bereikt. Een mooie en aangename wandeling.
Het pittoreske dorpje Zammelen, deelgemeente van Kortessem, regeert aan de rand van het Haspengouws leemplateau over de vallei van de kronkelende Mombeek. Een combinatie van water, leem, kalk en zand zorgt ervoor dat in dit waardevol natuurgebied afwisselende beemden, typische hooilanden, mysterieuze moerassen en broekbosjes een bijzondere aantrekkingskracht uitoefenen op zeldzame plant- en diersoorten. Dit is op en top vochtig Haspengouw!
De wandeling loopt langs verschillende natuurgebieden. In het natuurgebied Herkwinning, in de vallei van de Mombeek, is de das de belangrijkste bewoner. Zelden zal je dit schuw dier overdag ontmoeten. In het gehucht Zammelen heerst absolute rust en het natuurgebied van Zammelen heeft de Mombeek zich diep in het leem plateau ingesneden en kronkelt op natuurlijke wijze door het landschap.
We lopen ook door het natuurgebied Sint-Annavallei over lijn 23. Deze spoorlijn werd in 1879 geopend om voor de afvoer van appelen en peren te zorgen. Na de tweede wereldoorlog, met de opkomst van het vrachtvervoer, werd de lijn gesloten en al meer dan dertig jaar is de spoorlijn ontmanteld. Wij wandelen een eind langs de oude lijn 23 en komen zo het station van Jesseren.
Bij de opening van de lijn in 1882 was er enkel een stopplaats die vanuit het Station Piringen werd beheerd. De treinen stopten er enkel op de marktdag. Vanaf 1884 kwam er een dagelijkse dienstregeling. In 1886 werd de stopplaats opgewaardeerd tot spoorweghalte en in 1891 werd het een station met eigen beheer. Na de sluiting van de spoorlijn in 1957 werd het gebouw ingericht als een café. Tegenwoordig is het een woning. Wat verder komen we aan het goederenstation. Het goederenstation bediende de stroopfabriek "Grande Siroperie Limbourgeoise" die aan het stationsplein gevestigd was. De fabriek werd in 1999 afgebroken, het goederenstation is nog steeds aanwezig. Voormalige stroopfabriek van de Société Anonyme La Grande Siroperie Limbourgeoise. het grootste gedeelte van de gebouwen is verdwenen. Alleen aan de zijde van het stationsplein rest een bakstenen vleugel onder zadeldak, met geschilderd opschrift: FABRIQUE DE SIROPE... wat verder ligt het Kasteel van Jesseren.
Wij wandelen een eind verder over de spoorwegzate richting Gors-Opleeuw dat we links laten liggen om zo terug naar Zammelen te wandelen. Door het natuurgebied en over het planken pad. We klimmen terug naar de kerk waar onze wandeling eindigt. Zammelen is een wandel- en natuur paradijs.
NACHT VAN DE GESCHIEDENIS:DRANK / BROUWERIJ WILDEREN. / WILDEREN. 20/03/2012.
NACHT VAN DE GESCHIEDENIS: DRANK.
BROUWERIJ WILDEREN.
WILDEREN.
Een authentiek industrieel monument anno 1743 in het hart van het Truiense streekdorpje Wilderen te midden van uitgestrekte fruitboomgaarden. Een hedendaagse brouwerij en distilleerderij, een imposante alcoholstokerij uit 1890 en een monumentale Haspengouwse vakwerkhoeve maken deel uit van dit uniek verhaal.
De brouwerij van Wilderen vertelt ons een vroege geschiedenis, die ons helemaal terugvoert tot het jaar 1642. De winning van Wilderen was een economische productie-eenheid die in eigen behoeften voorzag. Met het hout van de bomen timmerde men de schuur, met de grond leemde men de muren van de boerderij, schapen en runderen zorgden voor melk, wol en leer. Landbouw en veeteelt zorgden voor voedsel. De grote winningen zoals die van Wilderen hadden hun eigen brouwketels waarvan de draf dan weer richting ossenstal ging en daar bevindt zich nu de brouwerij anno 2011.
Als er in de winning al veel en hard gewerkt werd, zo kon men er ook uitbundig feestvieren!!! Vooral met kermissen, en wel verschillende dagen aan een stuk. Onder de genodigden was er een bultenaar die vooraleer in zijn roes in slaap te vallen, de gewoonte had luidruchtig te zingen: "Een heel klein kanneke, voor een heel klein manneke. Goed volgetapt is gauw uitgelapt!" Daar men zelf brouwde was het niet moeilijk deze dorstige kozijn te laven! De brouwerij stond op de plaats waar later het bakhuis, de melkerij en het washuis gebouwd werden. Deze gebouwen zijn reeds verdwenen maar enkele jaren geleden kon men nog de dichtgemetselde keldergaten van de brouwerij zien. In de oude alcoholstokerij van Wilderen leeft de traditie eindelijk verder. Laat je fascineren door de vervlogen geschiedenis.
Zij hebben de deur die in 1939 werd gesloten in 2011 terug opengedraaid. De stokerij anno 1890 viel binnen accijnsgebied onder de zogenaamde landbouwstokerijen. Er werd alcohol van 95° gestookt. Deze werd aan jeneverstokerijen over heel België verkocht. In 1913 breidde de alcoholstokerij uit met een gigantische rectificeerkolom zodat ook ter plaatse een fijn stooksel kon worden gedistilleerd. Vooral de enorme stoomketel valt op. Deze stoommachine van 40 pk is het enige voorbeeld in Limburg van een machine met liggende zuigers. De opgewekte stoom werd gebruikt voor o.a. het opwarmen van het brouwsel. Met de stoommachine werd ook elektriciteit gemaakt. Het was zelfs de bedoeling om ook stroom te leveren aan het dorp zelf. En ook werd de gehele boerderij van stroom voorzien maar aangezien er 's avonds, wanneer men precies verlichting nodig had, niet gestookt werd, moest de geproduceerde elektriciteit opgeslagen worden in accu's.
Ook de schoorsteen is een land mark in Wilderen. De technische installatie is quasi volledig bewaard en vormt daarmee een uniek stuk industrieel erfgoed op Europees niveau. Grondstof voor de stokerij was gemout graan, in dit geval vooral gerst. De winning zelf bestond uit een alcoholstokerij, brouwerij & mouterij. Een rondleiding onder deskundige leiding van Mike is een hele beleving, de verhalen en de liefde voor dit monument zijn uit zijn woorden te horen.
Een gezellig afsluiten gebeurt in de gerestaureerde vakwerkschuren, een stukje historisch bouwwerk zorgvuldig hersteld in zijn oorspronkelijke staat. Het proeven van Wilderen Goud in zijn speciaal glas en de Tripel Kanunnik moet zeker op het programma staan. Gezeten in de schuur waar het haardvuur knettert gewoon een bijzondere beleving.
HERDENKINGSTOCHT TOINE VANDERSPICKEN. / W.S.V. DE SCHOVERIK. / DIEPENBEEK. 04/03/2012.
HERDENKINGSTOCHT TOINE VANDERSPICKEN.
W.S.V. DE SCHOVERIK.
DIEPENBEEK
Koorddansen op de Demer, dat doet Diepenbeek. Op het fijne lijntje dat Haspengouw scheidt van de Kempen. Al profileert Diepenbeek zich de laatste jaren steeds meer als onderdeel van Haspengouw. In het zuiden van de gemeente zijn er de vruchtbare Haspengouwse akkerlanden en weiden. Zandgronden met niet veel meer dan heide en vennen kenmerken de noordelijke kant van de gemeente. Wij vertrekken met de wandeling in Rooierheide waar het klooster omgevormd is tot rusthuis. Het park blijf toegankelijk voor de wandelaars en we wandelen voorbij de vijvers en verlaten het park. Wij verlaten het dorp en stekken het kanaal over. Een eind door de natuur en we komen langs één van de bunkers die bedoelt waren als bewaking van het kanaal. Vandaag zijn ze een deel van de omgeving geworden. Nog een eind door de bosjes en dan keren we terug naar ons vertrek. Het is maar een korte wandeling omdat ons Jefke erg ziek is.
15E ROMMELARENTOCHT. / DE ROMMELAAR. / HOESELT. SINT-HUIBRECHTS-HERN. 25/02/2012.
15DE ROMMELARENTOCHT.
DE ROMMELAAR.
HOESELT.- SINT-HUIBRECHTS-HERN.
In Hoeselt, een krans van schilderachtige dorpjes, heerst een ongekende rust in een ongerepte en tevens zeer afwisselende natuur en dat we ons op de grens van Droog en Vochtig Haspengouw bevinden.
De rijke diversiteit die Vochtig Haspengouw ons biedt aan landschappelijke bakens zijn het sterke reliëf van vlakke plateaus afgewisseld met smalle, vochtige beekvalleien, droge heuvelruggen, bosjes, holle wegen en kasteelparken binnen vrij korte afstand. En verder een mooi kleinschalig en heuvelachtig landbouwgebied met akkers en fruitbomen. Het Steenbroek. Op vrij korte tijd werd dit gebied vlakbij Vrijhern -in beheer van de Nationale Boomgaarden Stichting- uitgebouwd tot een pareltje van hoogstamboomgaarden, gemengde hagen, houtkanten en hooiweiden. We wandelen door Hern en komen langs een paar mooie vakwerkhuizen. Prachtig om te zien wat verder komen we aan het Kasteel Schalkhoven.
Het oorspronkelijk waterkasteel werd in 1588 gebouwd door Rijkaard van Elderen. Rond 1770 werd het verbouwd en ingericht in classisistische stijl. De grote achterliggende kasteelhoeve, in Maaslandse renaissance, is deels uit de 16de eeuw, maar werd in de 18de eeuw sterk verbouwd. Het kasteel was achtereenvolgens eigendom van de families Vanelderen, Vaes, van Eijll, de Heusch, Barthels, du Vivier en de Borman. Het is gelegen in een prachtige omgeving met een park en veel landbouwgronden. Wat verder wandelen we de Oude tramweg op, vandaag word deze beheer door natuurreservaten, langs de tramhalte en oude stoomzagerij.
Op elke belangrijke plekken staan borden met oude postkaarten en zo hebben we en zicht op het oude dorp en de gebouwen die er nog staan of stonden. We wandelen weer verder en keren terug naar het centrum van het dorp langs de kerk en zo komen we terug aan ons vertrek. Een mooie wandeling in Sint Huibrechts-Hern.
nu 't rouwrumoer rondom jou is verstomd de stoet voorbij is, de schuifelende voeten nu voel ik dat er 'n diepe stilte komt en in die stilte zal ik je opnieuw ontmoeten en telkens weer zal ik je tegenkomen we zeggen veel te gauw: het is voorbij Hij heeft alleen je lichaam weggenomen niet wie je was en ook niet wat je zei ik zal nog altijd grapjes met je maken we zullen samen door het stille landschap gaan nu je mijn handen niet meer aan kunt raken raak je mijn hart nog duidelijker aan.
MARCHE D'HIVER. / LES FOUGNANS. / CELLES-HOUYET. 19/02/2012.
MARCHE DHIVER.
LES FOUGNANS.
CELLES-HOUYET.
Voor de oorsprong van Celles, dat verdoken ligt in het dal van een vallei omgeven door vier heuvels, moeten we heel ver terug in de tijd. Met de komst van de monnik Hadelin in 669 beleeft Celles zijn hoogtepunt. De Saint-Hadelinkerk is een prachtige staaltje van romaanse bouwkunst. Op de heuvel die boven de kerk uittorent, ligt de Saint-Hadelinhermitage. Deze twee zullen we na de wandeling eens bezoeken.
Celles is ook van Les Plus Beaux Villages de Wallonie. We wandelen het dorp uit en als we omkijken zien we hoe prachtig dit dorp is met zijn heel typische huizen van breuksteen waarvan ramen en deuren omlijst zijn met gehouwen steen, zijn uitstekend bewaard en getuigen van heel wat smaak. Wij volgen een eindje Promenade de la sabliere en komen zo aan het punt Les Reches Voies ook hier weer een mooi panorama op het dorp. Waarom dit gedeelte de wandeling van het zand heet is duidelijk wanneer we aan de zandkuil komen, de exploratie is dan wel gestopt maar het is een indrukwekkende plek, de verschillende kleuren geven het een speciaal effect.
We wandelen verder door het golvend landschap met veel afwisseling, stukken bos dan weer wat landbouwgrond. Nog steeds wandelen we op de route de la sabliere en komen aan het punt Bois Marcaux wat verder zijn we in Grande Trussogne we moeten ons niet laten leiden door de naam van het dorpje want Grande is het niet enkele huizen in het veld. We dalen hier af en komen zo in het bos met mooie boswegen waar het fijn is om te wandelen. De donker bossen met ervoor de groene weilanden is wel een mooi contrast.
Wat verder komen we langs een grote boerderij en dan is er ee rust post, weer verder door het mooie landschap en komen zo aanLes combles een groep gebouwen rond de grote kasteelhoeve. Weer verder door de velden en langs bossen en zo komt Celles terug in Zicht. We wandelen voorbij Le Fontaine Saint-Hadelin wij wandelen nu terug het dorp binnen en bezoeken de kerk.
De Saint-Hadelinkerk (11de eeuw) : de crypte, de 11de eeuwse koorstoelen, een 12de eeuws wijwatervat, glas-in-loodramen, een stenen oksaal, een stenen kruisweg. Daarna beklimmen we de berg naar De Saint-Hadelin hermitage, langs de trappen naar boven staat een mooie kruisweg, spijtig dat enkele stuk zijn en omliggen. Boven aan de hermitage hebben een prachtig zicht op de gemeente en de omgeving. Terug naar beneden en zo eindigt hier een pracht van een wandeling in een bijzonder kader.
Het bloedrode, diep kelkvormige vruchtlichaam, de groeiwijze (op hout) en de vroege groei zijn kenmerkend voor deze soort. Het vruchtlichaam is twee tot zes cm breed en heeft een ronde tot langwerpige kelkvorm. De binnenkant is glad, bloed- tot scharlakenrood; de rand is licht okerkleurig en ietwat gekarteld. De buitenkant is fijnviltig, in het begin wittig van kleur, later vaalroze en tenslotte okergeel wanneer de paddestoel oud is en begint te verdrogen. In het algemeen is de steel vijf tot zes cm lang, vier tot vijftien mm dik, kort en cilindrisch - het komt ook voor dat hij vrij lang en wigvormig is. In uitzonderlijke gevallen is hij zelfs helemaal niet ontwikkeld. De steel is stevig, buigzaam, donzig tot fijnbehaard, vuilwit tot vaalroze. Het vlees is wittig, vrij dun, bij jonge exemplaren wasachtig maar nooit broos. Later wordt het vlees taai.
Deze kelkzwam groeit van februari tot april op het vochtige, dode hout van bomen en struiken, vooral op takken van de beuk, de iep maar ook op rosaceeën (meidoorn, sleedoorn, kersenboom). Hij hecht zich vast aan takken die op of gedeeltelijk onder de grond liggen. Rode kelkzwammen komen vrij algemeen voor, met name op grote hoogte en in heuvelachtige gebieden. Ze verschijnen vrij snel na het smelten van de sneeuw en vormen in het landschap een schitterend voorjaarstafereel. Deze paddestoel is eetbaar, maar de smaak is matig. Opmerking : Sarcoscypha austriaca en Sarcoscypha jurana hebben beide veel weg van de rode kelkzwam. De austriaca groeit voornamelijk op takken van de espenboom, acacia, wilg, esdoorn en de jurana vooral op die van de linde. Deze drie Europese soorten zijn alleen met de hulp van een microscoop van elkaar te onderscheiden.De info heb ik bekomen op de website van WORLDEXPLORER
38e MARCHE DU FORT DE BATTICE. / MARCHEURS DU FORT BATTICE. / BATTICE. 18/02/2012
38E MARCHE DU FORT DE BATTICE.
MARCHEURS DU FORT DE BATTICE.
BATTICE.
Wij vertrekken met de wandeling in het centrum van Battice, met zijn prachtige gemeentehuis werd gebouwd in 1716. Tussen 1790 en 1794 was het Hof van Justitie van Herve er gevestigd. Na 1880 door een groter gebouw vervangen dat diende als eerste gemeentehuis, maar in augustus 1914 werd het verwoest door de Duitser. Het gebouw brandde af. In 1923 werd het huidige gebouw heropgebouwd. Op de buiten muur bevinden zich twee stenen met het wapen van Charles Joseph, graaf d'Aspremont Lynden en de heer van Crèvecoeur (datum: 1716) en een andere steen met het wapen van Caldenbourg en Barbieus (datum: 1642). Deze twee stenen zijn van het kasteel van Crèvecoeur. Deze werden ook verwoest in augustus 1914 door de Duitsers. Wij wandelen het dorp uit en gaan richting Charneux.
Langs stille wegen en prachtige boerderijen komen we in het centrum van Charneux. Prachtige boerderijen die laten zien hoe rijk de streek eens was. Komen zo aan de kerk spijtig deze kerk is al sinds1959 gesloten, op het kerkhof verschillende oude grafkruizen. Wij wandelen weer verder en komen langs Chateau de Beauregard een uit de 18de eeuw kasteel gelegen in een prachtige omgeving. We wandelen weer verder langs veldwegen en door de weilanden langs de kleine voetpaden die Het Land van Herve rijk is.
Weer wat verder en we komen langs het industriegebied terug in Battice. Op een van de gebouwen staat een plaket dat verwijst naar het mijn verleden van de streek Charbonnages Reunis de la Minerie-Battice: 23-09-1890 tot 14-05-1960 nog wat verder en we komen terug op ons vertrek. een mooie en aangename wandeling in Het Land van Herve
40E MARCHE INT.HOEGNE ET VESDRE. / HOEGNE ET VESDRE. / CORNESSE - PEPINSTER 05/02/2012.
40E MARCHE INT. HOEGNE ET VESDRE.
HOEGNE ET VESDRE.
CORNESSE-PEPINSTER.
Zon, blauwe hemel wel koud maar met een laagje sneeuw over het landschap wat is er mooier in de winter. We vertrekken met de wandeling in Cornesse een deelgemeente van Pepinster.
We wandelen van het centrum weg en in de verte zien we het kasteel van Cornesse. Het met gele natuursteen gebouw valt wel op. We wandelen door de velden en genieten van de prachtige wintertaferelen. Wat een mooie vergezichten. We komen in Wegnez aan de kerk met een paar mooie huizen. Dan weer een heel eind door de prachtige natuur.
Dan komt Soiron in zicht. We wandelen het dorp binnen, Soiron, met zijn schitterende kasteel, ligt te midden de heuvels, velden en boomgaarden die afwisselend met doorlevende hagen en groepjes bomen zijn afgezoomd. Bij de traditionele woningen, die zoals vaker in het Land van Herve in de Maaslandse renaissancestijl zijn gebouwd, heeft men gebruik gemaakt van baksteen, zandsteen en kalksteen voor de omlijsting van deuren en ramen.
We verlaten het dorp en wandelen door de vallei van de Ruisseau en komen zo aan de kapel Du Fierain nog wat verder door de prachtige velden en weilanden, prachtige vergezichten over het prachtige landschap.
Wat verder komen we op het drie dorpenpunt Soiron, Chene en St Germain Haspice. Nog wat verder dalen we af naar Cornesse we wandelen langs het kasteel het dorp in en hier eindigt onze wandeling.
KROKUSTOCHT. / DE DEMERSTAPPERS BILZEN. / SCHOONBEEK. 15/02/2012
KROKUSTOCHT.
DE DEMERSTAPPERS BILZEN.
SCHOONBEEK.
Schoonbeek is een gehucht van de voormalige gemeente Beverst, dat in 1977 gefuseerd werd met de stad Bilzen. Het noordelijk deel van het gehucht, dat aan de stad Genk grenst, is nog grotendeels bebost.
Het Waterkasteel van Schoonbeek is een in U-vorm gebouwde renaissancekasteel en heeft een grote tuin. Naast het kasteel ligt een vijver die uitmondt in een gracht, waarover een ophaalbrug naar de toegangspoort leidt. De oudste kern van het kasteel dateert uit de middeleeuwen: in 1333 behoorde het kasteel toe aan het graafschap Loon. Op de wandeling ook nog een paar mooie vakwerkhuizen.
Wat verder komen we in het domeinbos Schoonbeek. De bossen van Schoonbeek liggen op schrale, zure zandgronden met daartussen nattere, moerassige stukken. Vroeger werden vooral naaldbomen aangeplant; meer dan 60% is bezet met grove den. Er zijn ook enkele bosbestanden met Corsicaanse den, lariks, fijnspar of andere naaldbomen. Amerikaanse eik werd ook veel geplant, maar samen met de Amerikaanse vogelkers wordt deze ongewenste woekersoort nu bestreden. Van nature komen loofboomsoorten voor zoals zomereik, berk, zwarte els, lijsterbes, sporkehout.
We wandelen door de brede lanen in het bos en we wandelen tussen de paadjes door het bos, aangenaam om te wandelen als we het bos verlaten zijn we vlug terug aan ons vertrek, een aangename woensdagwandeling.
WINTERTOCHT / WC STRUCHTER BOYS / SCHIN OP GEUL. NL. 12/02/2012.
WINTERTOCHT.
WC STRUCHTER BOYS.
SCHIN OP GEUL. NL.
Het lieflijke dorpje Schin op Geul ligt ten zuidoosten van Valkenburg. Een plaatsje dat we bekijken vanaf de Schaesberg of vanaf de Keutenberg een prachtig panorama is dan de beloning. In Oud-Valkenburg liggen de kastelen Genhoes en Schaloen. Naast dit laatste bouwwerk ligt het befaamde heempark "Kasteeltuin Oud-Valkenburg". Aan de andere kant van de weg biedt het bijna 2000 hectare grote natuurgebied "het Gerendal" u een ruimte van rust, flora en fauna.
Ook is in dit gebied de bekende orchideeëntuin vol zeldzame exemplaren te bewonderen. Maar vandaag is alles bedekt met een wit laagje sneeuw. We wandelen wat verder en vlug komen we in Oud- Valkenburg. Het dorp is gelegen tussen Valkenburg en Schin op Geul. De oorsprong van Valkenburg ligt waarschijnlijk in Oud-Valkenburg. De kerk van Oud-Valkenburg is gewijd aan Johannes de Doper en dateert gedeeltelijk uit de 11e eeuw. In Oud-Valkenburg bevinden zich twee kastelen, Kasteel Genhoes en Kasteel Schaloen. Wij wandelen door het dorpje en door de velden met prachtige zichten op de omgeving.
Een beetje verder komen we aan Kasteel Schaloen. Het kasteel is gelegen in de beemden van de Geul in Oud-Valkenburg. De gracht rond het woonhuis wordt gevoed met water van de molenbeek, een Geultak, die in de 16e eeuw de echte loop van de Geul vormde. Achter een poorthuis komt men op een plein, waaraan het kasteel en een voorburcht zijn gelegen. Op de molenbeek draait een, uit mergelsteen gebouwde watermolen uit 1699, de Schaloensmolen. Deze banmolen doet tegenwoordig alleen dienst als demonstratiemodel. In de kasteeltuin heeft de plaatselijke vereniging van het IVN een Limburgse heemtuin. Kasteel Schaloen wordt in 1375 in officiële akten genoemd. In 1575 werden de hoektorens, die met dit romantische kasteel door twee boogbruggen verbonden waren, toegevoegd. Het in de Spaans-Nederlandse oorlog verwoeste kasteel werd in 1656 herbouwd en kreeg de vorm van een rechthoekig huis. Het poortgebouw is uit 1701. Verdere uitbreidingen kwamen in 1721 en 1738 tot stand. Het kasteel is in 1894 in neogotische stijl gerestaureerd. De laatste adellijke bewoner heeft tot 1934 in het kasteel gewoond. We wandelen de dreef af en komen aan de Slothoeve, 1701 en later, omgeeft drie zijden van een zeer breed voorplein. Boven de poort een fronton en een torentje. Voor de brug naar de hoeve een rijk inrij hek met gemetselde hoekposten en vleugelstukken uit de XVIIIde . Wij wandelen even rond op het plein en keren dan terug naar het parkoers van de wandeling.
Wat verder zien we kasteel Genhoes, bestaat uit een laatgotische originele vleugel met een aangebouwde zware hoektoren (waarschijnlijk het oudste deel) en een later aangebouwde dwarsvleugel aan de achterzijde. Het geheel is uit mergelsteen opgetrokken en geheel omgracht. Het kasteel is toegankelijk via een bogenbrug naar de hoofdingang in de oudste vleugel. Deze hoofdingang is voorzien van een barokke ingangspartij. Aan de noordzijde bevindt zich buiten de omgrachting nog een kasteelhoeve. Aan deze hoeve is een inrijpoort aangebouwd voor het gehele complex. Wij zien het kasteel van aan de Geul straks na de wandeling gaan we ven van dichtbij kijken. We wandelen verder langs de Geul en zien de achterzijde van Kasteel Oost, straks komen we aan de voorkant van het kasteel. Nog wat verder wandelen we Valkenburg binnen.
Sinds 1833 is Valkenburg als toeristenplaats ontdekt. Het burchtachtige stationnetje lokte veel reizigers tot uitstappen. Ze ontdekten dan ook de indrukwekkende kasteelruïne met veel natuurschoon in de nabije omgeving. Valkenburg wordt ook wel "Bad" Valkenburg of "Mergelstad" genoemd. De warm gele kleur komt u zowel ondergronds als bovengronds in het stadje en haar directe omgeving tegen. De naam Valkenburg zou refereren aan de middeleeuwse jacht met valken, die gemeengoed was bij de adel. Belegeringen en veroveringen kenmerken de geschiedenis van Valkenburg. Toch blijft het Land van Valkenburg min of meer zelfstandig onder Brabants toezicht. Van het Kasteel Valkenburg op de Heunsberg is nu niet meer dan een ruïne over. In december 1672 wordt het verwoest door terugtrekkende Hollandse troepen, welken vluchtten voor het oprukkende Franse leger, en niet meer opgebouwd. Slechts twee stadspoorten (de Berkelpoort en de Grendelpoort) en een deel van de stadswallen overleven de vernietiging. Het vermoeden bestaat dat Diederik van Heinsberg een van de heren van deze burcht was. Vanuit de burcht werd Valkenburg vele jaren bestuurd door de Heren van Valkenburg. We wandelen weer verder en komen aan het station van Valkenburg.
Station Valkenburg is gelegen aan het traject Maastricht - Heerlen en geldt als het oudste nog bestaande van Nederland. Het uit mergelblokken opgetrokken gebouw werd ontworpen door Jacobus Enschedé en werd geopend op 23 oktober 1853. De Museumtrein van de ZLSM heeft er een loket en het heeft een gezellig buffet. Na een korte pauze in het station wandelen we verder. Valkenburg heeft verschillende grote hotels in prachtige oude gebouwen.
Wij wandelen verder en hebben een prachtig zicht op het Kasteel Valkenburg, is een kasteelruïne en tevens een van de weinige hoogteburchten in Nederland. Het kasteel ligt op de Heunsberg, een uitloper van het plateau van Margraten. Wij verlaten Valkenburg en komen langs Kasteel Oost. Kasteel Oost is een kasteel annex landhuis, gelegen aan de Oostergats bij het riviertje de Geul. Het kasteel is heeft een landhuisachtig uiterlijk in neoclassicistische stijl, ontstaan na een ingrijpende verbouwing tussen 1839 en 1840.
Het okerkleurige, in mergel opgetrokken kasteel, bestaat uit een hoofdgebouw met een voorgevel die symmetrisch is uitgevoerd en heeft een ietwat naar voren springend middenrisaliet met fronton. In de timpaan staat een alliantiewapen. De drie gebouwen, welke in een U-vorm liggen, omgeven een "cour dhonneur" die toegankelijk is van de Oosterweg via een monumentaal toegangshek geflankeerd door twee pilaren met hierop stenen leeuwen. Aan de oostzijde van het kasteelcomplex bevindt zich nog een koetshuis dat tegenwoordig als restaurant dienst doet. Wat verder komen we langs het Geologisch Monument Groeve Kasteel Oost Op deze plaats is in het verleden kalk gewonnen. De Kalksteen werd al voor de komst van de Romeinen gebruikt voor het bemesten (mergelen) van akkers en weilanden. Vanaf de Romeinse tijd werd deze kalksteen gebrand en gebruikt als metsel- en pleisterkalk. Door de vroegere winning van de kalksteen is hier een mooie doorsnede van de ondergrond te zien.
Nu wandelen we een heel eind langs de Geul. Opnieuw langs de andere zijde van de kastelen Genhoes en Schaloen. Weer een eind verder komen we aan de brug met de beeldengroep. Het is een Calvariegroep die zich op een kruispunt van (wandel)wegen bevindt aan de rand van het Schaelsbergerbos. De beeldengroep staat aan het wandelpad van Schin op Geul naar Valkenburg langs de rivier de Geul, waar er een bruggetje over de beek ligt naar Oud-Valkenburg toe. Ook komen hier twee bospaden samen waarvan er een naar De Kluis voert die achter de Drie Beeldjes bovenop de helling van de Schaelsberg gelegen is. De Calvariegroep bestaat uit een houten kruis met Christus op een hardstenen niskapelletje voor de H. Rochus, geflankeerd door twee kapelletjes met beelden van Maria (links) en Johannes (rechts). De kruisiging dateert uit ongeveer 1900 en heeft een klein zadeldak. De kapelletjes dateren volgens de inscripties uit 1739 en bestaan uit een hardstenen sokkel met bovenbouw.
Verder langs de Geul en dan komen we terug in Schin op Geul. Door het dorpje en terug aan ons vertrekpunt.
Na de afstempeling van onze wandelboekjes rijden we ven naar het Kasteel Genhoes. Van oudsher was het kasteel het stamkasteel van de heren van Valkenburg. Genhoes betekent: "Hèt Huis of huis bij uitnemendheid". Deze benaming treffen we ook vaak aan bij andere Limburgse huizen. In de 11de eeuw betrof het hier "hèt huis" van Oud-Valkenburg. Ooit moet op de plaats waar het huidige kasteel staat het domein hebben gestaan van de ridders van Valkenburg, voordat ze hun latere vesting op de Heunsberg in Valkenburg bouwden. Tussen 1545 en 1560 bouwde Johan I van Strijthagen, gehuwd met Sophia van Cortenbach, kasteel Genhoes (Oud-Valkenburgerweg).
Het is in de 18e eeuw verbouwd. Het was het stamslot van de Heren van Valkenburg. Geheel omgracht. Kasteel Genhoes (betekent versterkt huis) is waarschijnlijk ontstaan uit een in de 11e of 12e eeuw gebouwde woontoren. Het oudste gedeelte van het imposante slot is gotisch, de voorgebouwen zijn in Limburgse barok, terwijl de boogbrug romaans is. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog is het kasteel in 1577 door brand verwoest. In het begin van de 17e eeuw vindt een algemeen herstel plaats. De slothoeve dateert uit de 18e eeuw. Landgoed Genhoes is in 1955 aangekocht door Natuurmonumenten. In juli en augustus organiseert zij excursies naar dit landgoed en naar het nabijgelegen Schaesbergerbos. Bij het landgoed hoort naast het kasteel een boerderij met graslanden en boomgaarden. Dit alles is vanaf de toppen van de nabijgelegen hellingen zeer fraai te overzien. Ook de Geul, die slingerend als een zilveren draad in het landschap ligt, is vanaf die hellingen mooi te bekijken.
40e MARCHE DE LA BERWINNE. / LES PEDESTRIANS DE CLERMONT SUR BERWINNE. / THIMISTER-CLERMONT 11/02/2012.
40E MARCHE DE LA BERWINNE.
LES PEDESTRIANS DE CLERMONT SUR BERWINNE.
THIMISTER-CLERMONT.
Het dorpje ligt op de top van een heuvel te midden uitgestrekte omheinde weiden. De imposante kerk torent er hoog bovenuit. . De kerk die is gewijd aan Sint-Jacobus de Meerdere torent boven de landelijke omgeving. Ze dateert uit 1632 en wordt omarmd door meer dan 100 oude grafkruisen.
Het dorp van Clermont is ongetwijfeld het meest kenmerkende voor het Land van Herve, door de oude architectuur van de woonsteden en zijn plein met huizen in Luikse Lodewijk-XIII-stijl, de Lodewijk-XIV- Lodelijk-XV-stijl. Het gebruik van baksteen voor de muren, leien voor de zadeldaken, zandsteen voor de raamlijsten en de hoekstenen bepaalt het architectonisch beeld van het dorp. De eenvoud van de bouwvolumes wordt oordeelkundig doorbroken door uitgekiende mooie legpatronen in de leien daken te verwerken. En op heel wat daken prijken windwijzers die blijk geven van uiterst talentvol siersmeedwerk. Als de place de la Halle behoort tot de meest pittoreske pleintjes van het Herveplateau, dan is dat vooral omdat de meeste monumenten, huizen en overblijfselen intact zijn gebleven. Het plein werd in 2001 overigens volledig gerestaureerd. Rond het plein werden er in de loop van de eeuwen huizen en hoeven gebouwd, onder meer in Maasrenaissance en in Lodewijk-XIII-stijl. Het huidige stadhuis werd heropgebouwd in 1888 op de plaats van het oude gerechtshof.
Het gebouw, dat schrijlings op de hoofdstraat staat, wordt nu vooral gebruikt voor huwelijken. Vandaar de lokale uitdrukking dat wie in Clermont huwt "op straat trouwt". Een steegje langs de kerk leidt naar de heerlijke burcht uit 1635. Net achter het plein prijkt de mooie gevel van het oude kasteel van Clermont. Van het eerste bouwsel van het kasteel van Clermont zijn er geen schriftelijke bronnen. Deze burcht werd opgetrokken op de "Godefroid" vlakte en omvatte 2 gebouwen: een 3 verdiepingen hoge dikke toren en een bijhuis. De inkompoort en het uitspringende ronde torentje van het nieuwe kasteel uit 1653 en gerestaureerd in 1783 zijn nog altijd zichtbaar. Dit vrij opmerkelijke geheel verleent een bijzonder karakter aan deze steeg die zich langs de oude ommuring van het kerkhof en het pastoriehuis bochtig een weg baant tot aan het dorpsplein. Wij steken het dorpsplein over en dalen af tot aan de kasteelhoeve. Het kasteel van Aguesse dateert uit het midden van de 17e eeuw en werd gebouwd in Maasrenaissance, met een woongebouw op de achtergrond en een inkom bewaakt door een ronde toren. Een windhaan op de toren in de vorm van een ekster en een driedelige latei boven de inkomdeur zijn kenmerkend voor deze woonstede. De "aguesse", een Waals woord voor ekster, is de bijnaam voor Mathieu Wauthy (l'Agass), die het kasteel halfweg de 17e eeuw bewoonde.
Wij wandelenlangs het kasteel en dalen verder af naar de oude spoorweg ligne 38. Deze oude spoorlijn, die in 1957 definitief voor het treinverkeer werd afgesloten, vormt nu een opmerkelijk wandelparcours in het Land van Herve. Het ongeveer 7 km lange parcours dat over Thimister-Clermont loopt behoort tot de mooiste wandelroutes. Dit van beton gespaard gebleven parcours combineert een aparte landelijke charme met groene ingebedde zones en verhoogde spoorwegbermen van waar men een prachtig uitzicht heeft over de omringende natuur van het plateau van Herve. Wij volgen de spoorweg een heel eind om zo van de prachtige winterse zichten te genieten. We zo komen we in La Minerie, dankt zijn naam aan het feit dat er zich op het grondgebied verschillende putten bevonden waar steenkool werd gewonnen. In 1827 kende de Hollandse regering aan de families JEANSSON en MOREAU de concessies van LES BURES toe. Die concessies werden later geëxploiteerd door de « CHARBONNAGES REUNIS DE LA MINERIE », een vennootschap die de meeste putten van Battice, Herve, Charneux en natuurlijk ook La Minerie uitbaatte. Enkele honderden meter verder baadt het gehucht Bèfve in de kalme rust die uitgaat van Les Filles de la Croix, een rust- en verzorgingstehuis dat de gemeente Thimister-Clermont in 1993 aankocht en nu wordt beheerd door het OCMW.
Bochtige paden en hobbelige wegen brengen ons naar de velden en weilanden die nu prachtig zijn met een laag sneeuw. Verschillende boerderijen komen we op onze wandeling tegen. De meerderheid van de oude hoevegebouwen dateren uit de 18e eeuw. Er zijn nog enkele restanten uit de 17e eeuw zichtbaar en veel verbouwingen dateren uit de 19e eeuw. Hierbij werden er vooral drie soorten materialen gebruikt: breuksteen, rode baksteen en kalksteen. Er bestonden in deze streek steengroeven en steenbakkerijen. We vervolgen onze wandeling en komen in Froidthier de meest groene entiteit en een ideale plek voor wandelaars, meer bepaald de gehuchten Corbillon, Winandchamps, Les Trixhes, Bruyères en Chaumont. Wij wandelen langs het kasteel en op enkele honderden meter vindt men de Chapelle des Anges (Engelenkapel), soms ook de « Chapèle es trô » genoemd.
De kapel draagt het jaartal 1691, en werd in 1804 gerestaureerd en uitgebreid. Weer verder langs een beek die we een tijdje volgen, hier weer mooie winterse beelden. Nog even door het landschap en dan wandelen we Clermont weer binnen nog even en we zijn op ons vertrek. een mooie en aangename wandeling in een van de Mooiste dorpen van Wallonië.
DAUTENPAD en PANNENKOEKENTOCHT / DE SCHOVERIK / DIEPENBEEK 03 EN 06/02/2012
DAUTENPAD.
DE SCHOVERIK.
DIEPENBEEK.
De wandelpaal, gelegen op de hoek van de Kapelstraat en de Varkensmarkt is de officiële vertrekplaats en aankomst van de verschillende wandelingen.
Wij starten voor het Dautenpad, maar we wandelen eerst even langs het plein met gemeentehuis en kerk. Even voorbij Huis Schoofs dit dubbelhuis gebouwd in het begin van de 19de eeuw vroeger het Brouwershuis Schoofs nog steeds vermeld in het bovenlicht, tegenover het gemeentehuis waarvan de bouw in 1914 gestart is en in 1916 klaar was. Langs het gemeentehuis de kerk. Al in de 11e eeuw stond er reeds een stenen kerk met er ronds het kerkhof. De 65 meter hoge kerktoren werd omstreeks 1500 voltooid, het schip is van 1777. Koor en kruisbeuken in 1862. Wij verlaten het plein en vatten de eigenlijke wandeling aan. We verlaten het dorp en komen langs het fonteintje steken de spoorweg over en komen aan het Kasteel van Diepenbeek
Verweerd door weer en wind, zie je de oude slottoren (donjon). Deze toren werd gebouwd rond het jaar 1400 en is een overblijfsel uit de middeleeuwen. Het 17de eeuwse kasteel naast de toren doet al jaren dienst als notariaat maar was ooit de verblijfplaats van de rentmeesters van de Duitse Ridderorde van Alden Biesen. Deze 15de-eeuwse bakstenen burchttoren telt vier niveaus. De gelijkvloerse verdieping is overwelfd en herbergde de voorraden. De eerste verdieping diende als keuken, ontvangst- en leefkamer. Vanuit de traptoren bereik je op niveau twee het slaapgedeelte, in oorsprong omgeven door een weergang. Niveau drie is een latere toevoeging. De oude burcht die bij de toren hoorde is reeds lang verdwenen, het huidige kasteel werd gebouwd door de landkommandeur van Alden Biezen in 1663. Wat verder dalen we het natuurreservaat binnen en volgen een eindje de Demer.
Prachtig is het besneeuwd landschap en komen zo aan de Dautenvijvers. We wandelen langs de Dautenvijvers deze ontstonden door ontginning van ijzererts Vanaf 1869 maakt men melding van ontginning in Diepenbeek. Het erts werd voor een groot deel uitgevoerd naar de smeltovens van Luik en het Rijnland. Gewassen en geladen kostte het erts in 1870 voor 1000kgr / 6,30 frank. Nu is het een uniek natuurgebied met een verscheidenheid aan watervogels. De vijvers zijn bijna toegevroren en de eenden en andere watervogels zitten samen op de enige plekken die nog open zijn, mooi om te zien. We wandelen weer verder nog langs een mooi gerestaureerd vakwerkhuis. Dan komen we aan de watermolen Sapitelmolen, De huidige benaming "Sapitelmolen" is een verbastering van "Kapittelmolen", daar de molen afhing van het Sing-Lambertuskapittel van Luik. Hij wordt voor de eerste maal vermeld in 1272. De Watermolen ligt op de Demer. Nog wat verder en wij zijn terug aan ons vertrek. Nog even de stempels halen in het Paenhuis.
PANNENKOEKENTOCHT
DIEPENBEEK.
De maandag wandeling van De Schoverik vertrekt te Terloght, het zonnige weer is heel bijzonder met de sneeuw op het landschap. De hel blauwe lucht en de mooie omgeving zijn fijn om in te wandelen. Een stuk door de velden en een eind door het bos. Ook even langs het Jongebos en langs een paar mooie vakwerkhuizen. Een korte maar mooie wandeling afgesloten met een lekkere pannenkoek.