Voerendaal vormt samen met Kunrade de overgang van het verstedelijkte gebied van Heerlen aan de oostelijke zijde naar het landelijke gebied aan de andere zijden. Het jonge karakter van het dorp komt vooral doordat in de 20e eeuw veel gebouwd is, in het begin door de steenkoolwinning in het gebied.
Rondom Voerendaal zijn verschillende kastelen, kasteelboerderijen en herenhuizen te vinden, waarvan kasteel Cortenbach waarschijnlijk het belangrijkst was. Andere kastelen zijn Haeren, Puth, Rivieren en Terworm (al ligt dit laatste kasteel tegenwoordig op grondgebied van de gemeente Heerlen). We wandelen door het dorp en zien verschillende huizen in geel-grijze steen. De steen is afkomstig van de steengroeven in Kunrade.
De Kunrader Kalk wordt gevonden bij Kunrade, en dagzoomt in de heuvels van Zuid-Limburg (Nederland). Het gesteente lijkt qua uiterlijk veel op krijtgesteente of "Limburgse mergel", dat iets zuidelijker, in het Mergelland, gedolven wordt. Kunrader Kalksteen is harder dan het meeste krijtgesteente, omdat het zand bevat. Het is in het verleden veel gebruikt als bouwmateriaal. Kunrader Kalksteen is gebruikt in vele boerderijen, kastelen en kerkgebouwen. Wij wandelen door het dorp en we genieten van de prachtige huizen en dan even door de velden en een bosje komen we aan het kasteel CORTENBACH. Kasteel Cortenbach is één van de vijf kastelen van Voerendaal. Het kasteel is tegenwoordig particulier bezit en niet voor het grote publiek te bezichtigen. De oorspronkelijke middeleeuwse burcht, waarvan uit de resten het huidige kasteel is opgebouwd, en de bijbehorende kasteelhoeve stammen beide uit de 14e eeuw. De enige overblijfselen van de burcht zijn onder andere twee ronde torens die vervaardigd zijn uit de plaatselijke Kunradersteen, vermoedelijk de hoektorens van de voorburcht. Daarnaast is er nog een deel van de walmuur overgebleven. Het huidige kasteel is rond 1713 als herenhuis gebouwd door de Akense handelaar Herman Lamberts nadat hij het oude liet slopen. In 1776 is het nog eens grotendeels herbouwd. De eigenaar daarvoor heeft het op zijn beurt van de familie Van Cortenbach gekocht. De voorburcht heeft een karakteristieke toegangspoort met een uivormige torenspits, er is een agrarisch bedrijf gevestigd. We wandelen door het park en hebben een mooi zicht op de vijvers en kasteel.
We wandelen door het veld en vlug komen we het LANDGOED TERWORM. Het huidige complex dateert grotendeels uit de 17e eeuw toen de oude 15e-eeuwse, verdedigbare voorganger werd omgebouwd tot een woonverblijf. Het kasteel heeft twee vleugels in een T-vormig grondplan en ligt, tezamen met een voorburcht, op een geheel omgracht terrein, waarbij het uiterlijk van een waterburcht ontstaat. De vleugels zijn geheel voorzien van zadeldaken die aansluiten op trapgevels en tuitgevels. Het hoofdgebouw is aan de voorzijde bereikbaar via een mergelstenen boogbrug uit 1843 naar de hoofdingang. Aan de achterzijde heeft het op elk hoekpunt een arkeltorentje en hier bevindt zich eveneens een boogbrug die via een achteruitgang toegang geeft tot de kasteeltuin. De uitspringende hoektoren, gelegen op de overgang tussen beide vleugels, is het oudste deel van het kasteel en dateert nog uit de 15e eeuw. Deze was aanvankelijk als ronde toren gebouwd, maar is in de 17e eeuw achthoekig ombouwt. De voorburcht bestaat uit een U-vormige nederhof met daarin opgenomen een twee verdiepingen hoog poortgebouw uit 1670, zoals aangegeven door jaarankers. Het poortgebouw heeft een hardstenen valbrugfront en is voorzien van een leien piramidedak. Het is het oudste deel van de voorburcht en is bereikbaar via een boogbrug uit ca. 1850. De westvleugel uit 1716 is eveneens als zodanig gedateerd met jaarankers, terwijl de zuidvleugel is voorzien van een sluitsteen met het jaartal 1718. In de noordvleugel bevindt zich een gevelsteen uit 1621, welke afkomstig zou zijn van de hoeve Eijckholt. We wandelen even over he plein voor het kasteel en hebben een mooi zicht op de gebouwen.
We wandelen verder en komen in de Kasteeltuinen. De kasteeltuin is een reconstructie aan de hand van opgravingen van en onderzoek naar de Franse rococotuin welke in 1787 door Graaf Vincent van der Heyden-Belderbusch was aangelegd. Oude leifruitrassen, rozen en lavendel, samen met buxus vormen de authentieke beplanting en geven de structuur aan. De tuin is openbaar en is gratis toegankelijk. Het is mooi om even door de tuinen te wandelen en naar de orangerie te gaan kijken. We wandelen verder en gaan nu door het dal van de Geleenbeek. Zo komen we terug in Voerendaal. Hier eindigt een mooie en aangename wandeling.
AU PAYS DE LA TRAPPE. / LES CULS DE JATTE DU MAUGE. / ROCHEFORT. 25/08/2012.
AU PAYS DE LA TRAPPE.
LES CULS DE JATTE DU MAUGE.
ROCHEFORT.
Vandaag een rit naar Rochefort voor een wandeling, een bezoek aan de stad zelf en ook even de abdij van Rochefort. Op onze rit naar Rochefort komen we langs Aye.
Hier een prachtig gebouw Le Manoir dAye. De Manoir is een landhuis in traditionele architectuur. Het dateert van 1699-1700 en wordt gevormd door een grote woning die omringd wordt door bijgebouwen. Het werd beschadigd tijdens de oorlog en verbouwd tussen 1920 en 1927. Het veranderde meerdere keren van eigenaar en werd opnieuw verbouwd tussen 1967 en 1970.
Het werd gebouwd in baksteen en blauwe steen op een kalkachtige ondergrond en telt een hoofdgebouw (waarvan de derde verdieping verdween tijdens de tweede verbouwingswerken), bergplaatsen voor koetsen en wagens rond de binnenplaats, een schuur en een tweede woning westwaarts. Er is ook nog een oude waterput op de binnenplaats. Alles is een indrukwekkend geheel met de ronde toren waarvan de basis in hardsteen en de bovenste deel in bakstenen. Het was de moeite om hier even te stoppen. Wat verder komen we in het dorpje Humain.
Hier weer een prachtige kasteel ook even stoppen voor een paar fotos. Het kasteel, gebouw in klassieke stijl van 1756, ligt in het midden van een groot park met meerdere vijvers en wordt omringd door muren. Dit privaat eigendom werd in 1944 tijdens de Slag van de Ardennen verbrand en in zijn oorspronkelijke stijl gerestaureerd. Zetel onder de Oude Regeling van het graafschap van de Rots, het werd gebouwd door Charles-Antoine de Rossius, heer van Humain. Aan de ingang van het domein staan twee gekroonde zuilen uit de 19de eeuw.
Het kasteel heeft een U-vorm en telt meerdere vleugels: het hoofdgebouw, verdeeld in drie traveeën door zuilen, en lagere bijgebouwen uit de 18de eeuw. In het park staat er een kleine observatietoren uit de 18de eeuw die een prachtig zicht biedt over de vijvers en de hele vallei. Men draaide er in de jaren 1990 een film van Maigret. We rijden verder en komen dan in Rochefort, niet in de stad maar juist erbuiten. We vertrekken met de wandeling en wij wandelen de hele tijd rond de stad. In de bossen en de langs de velden.
Aan het einde van de wandeling komen we aan een kapel waar we een prachtig zicht hebben op de stad Rochefort. We rijden tot aan de rand van de stad en wandelen dan even het centrum binnen. Rochefort gelegen aan de Lomme met prachtige gebouwen, de grote kerk en prachtig stadhuis maar vooral het kasteel van Rochefort en de overblijfselen van het Gravenkasteel van Rochefort. Vroeger, het grootste kasteel van de Famenne.
Nu, een belangrijke historische en archeologische vindplaats... Rochefort ontleende zijn naam aan de versterkte burcht (rocha fortis) door de eerste Heren van Rochefort, de Montaigus, op een rotsachtige heuveltop gebouwd. Het kasteel kende een evenementvolle levensloop; meermaals belegerd vanwege zijn strategische positie, omgebouwd tot paleis, genationaliseerd en door pragmatische inwoners als steengroeve gebruikt, en nu een belangrijke archeologische en historische vindplaats. Wij wandelen door de stad en genieten van de mooie gebouwen. We willen ook even een bezoek brengen aan de abdij Notre-Dame de Saint-Rémy behoort tot de cisterciënzers van de strikte observantie, de trappisten.
Net als in sommige andere trappistenkloosters in België en Nederland brouwen de monniken van deze abdij bier, Rochefort. In 1899 richtten ze een kleine brouwerij op, geholpen door de knowhow van de moederabdij. Paulin Cattoir, monnik van Rochefort kreeg reputatie na de Eerste Wereldoorlog. In 1952 werd een zware investering gedaan wat zowel de kwaliteit als de kwantiteit van het geproduceerde bier deed stijgen. De brouwerij werd de voornaamste bron van inkomen van de abdij. In de jaren zeventig werd opnieuw een volledige vernieuwing doorgevoerd. Rochefort is een van de zeven abdijen die het label 'Trappistenbier' mogen gebruiken. Wij kunnen enkel even langs de gebouwen gaan waar restauratie werken bezig zijn. Ook de kerk kunnen we bezoeken, de brouwerij is niet te bezoeken. Een dag in Rochefort is zeker de moeite om te doen, een mooie wandeling, een stadsbezoek en bezoek aan de abdij. Een prachtige dag.
GREENSPOT HEKS. / LANGS BOERENERVEN. / REGIONAAL LANDSCHAP HASPENGOUW EN VOEREN. 23/08/2012.
GREENSPOT HEKS.
LANGS BOERENERVEN.
REGIONAAL LANDSCHAP HASPENGOUW EN VOEREN.
De omgeving van het kleine dorp Heks bestaan grotendeels uit akkers. De beekvalleien kleuren de kaart blauwgroen en het landschap plooit zich tussen de valleien en de houtige hollewegen die vanuit de dorpskernen vertrekken.
We vertrekken in Vechmaal, aan de taverne de Hoorn. We wandelen door het prachtig Haspengouwse landschap. We wandelen langs de boomgaarden en akkers en wandelen zo richting Bommershoven, alhoewel we niet in Bommershoven komen is het de moeite om een paar honderd meters verder te wandelen om zo aan de kerk en kasteel te komen, maar wij wandelen vandaag over de oude tramweg op die gebruikt werd om bieten te vervoeren tot aan de hoeve Monnikenhof.
We wandelen nu voorbij de en gaan dan naar de Tranendreef is de dreef van het kasteel van Heks waar nu een tentoonstelling van PIT is de tranendreef is een dreef waar boomtenten hangen en waar je kunt overnachten. Heel speciaal. Alles is er voorzien, WC, banken voor te eten om je te wassen. Alles is er in een mooi decor. We wandelen nu verder en gaan richting Heks deze weg leid ons naar het kasteel van Heks. We draaien het veld in en wandelen weer verder door de velden en komen zo aan hoeve Manshoven en Manshovenbos.
Nu wandelen terug richting Heks en we komen in het dorp hier verschillende boerderijen, Heks is nog een van de landbouwdorpen waar nog vele het beroep van landbouwer uitoefenen. Weer verder en terug de velden in, we wandelen nu door de natte beemden, hier hebben ze een planken pad aangelegd zodat we met droge voeten kunnen doorwandelen. Het is wel een mooi stukje natuur.
Nu weer een stukje verder en we komen terug in Vechmaal. Langs het gehucht Horne. We komen aan de kapel, deze parel van Horne zou gebouwd zijn waar eertijds een Romeinse villa stond. Hiervan kan men nog overblijfsels terugvinden vermits er in de muren Romeinse pannen verwerkt zijn. De kapel is toegewijd aan de H. Petrus en werd reeds voor 1296 opgericht door de bewoners van deze kleine heerlijkheid om alzo in de mogelijkheid te zijn ter plaatse mis te horen op zon- en feestdagen.
De kapel werd gebouwd met vierkante silexstenen in regelmatige lijnen en is voorzien van een rechte koornis uit de 13e eeuw. Er zijn aanduidingen dat er vroeger grote vensters in de muren gestaan hebben die echter nadien weer toegemetseld werden en vervangen door de huidige kleinere rechthoekige vensters. De kapel werd in 1554-1556 gerestaureerd, zoals blijkt uit het jaartal 1554 dat boven de ingangsdeur met ingedrukte boog is aangebracht. Links ervan staat de hoeve Gielen een pracht van een boerderij. Weer verder en even later staan we weer aan de infoborden van de wandeling waar onze mooie wandeling eindigt.
34E MARCHE INT. / CLUB DES MARCHEURS DE BELLEVAUX. / BELLEVAUX. 18/08/2012.
34E MARCHE INT.
CLUB DES MARCHEURS DE BELLEVAUX.
BELLEVAUX.
Mooi zonnig weer, blauwe hemel en aangename temperaturen. Ideaal wandelweer. Op een bijzonder mooi plek Bellevaux nabij Malmedy.
Veel prachtige plekken om te wandelen vertrek aan de rand van het dorp en dan klimmen we het dorp uit langs mooie huizen zo typische voor de streek, dikwijls staan er bloembakken op de vensterplanken waardoor alles nog mooier word. Het is prachtig te zien als je de weg opkomt en de bebloemde huizen voor je ziet. Weer wandelen we verder. Mooie vergezichten over het prachtige landschap, weilanden en bossen zover het oog rijkt, tocht geweldig.
Nog even langs de weg en langs een vakwerkhuis en dan wandelen we het bos in. Hier weer mooie zichten over het landschap langs een bijenhuis en weer een huis met vakwerk. Wat een zichten krijgen we hier mooi de groene weilanden omring door struiken en hagen. Weer komen we langs een prachtige boerderij, de onderste lagen zijn hard steen en daarop vakwerk, prachtig verzorg en met liefde in eren gehouden bewaard voor de volgende generaties.
Zo komen we in Beaumont. Hier is rust en controle. We wandelen even door het dorp ook hier weer prachtige huizen in hardsteen en vakwerk. Nu wandelen we het bos in een heel ander uitzicht de hoge dennenbomen en hier en daar een open plek waar koeien grazen, wat is het toch fijn om hier te wandelen en van het afwisselend landschap te genieten. Nu wandelen langs een bosweg met bloeiende heide weer iets anders om naar te kijken en van te genieten.
Een eind door het bos en zo komen we aan de rand van Malmedy. Nu draaien we weer terug richting Bellevaux en stekken de Ambleve over en zo komen we terug aan ons vertrekpunt. Een prachtige wandeling met veel afwisseling, genieten van de natuur en de omgeving. De zon mee op ons pad gewoon super.
MARCHE DES MOISSONS. / LE JOYEUX MARCHEURS DE FLAWINNE. / SUARLEE. 15/08/2012.
MARCHE DES MOISSONS.
LE JOYEUX MARCHEURS DE FLAWINNE.
SUARLEE.
Een mooie zonnige wandeldag met hel blauwe hemel, brengt ons vandaag naar Suarlee.
Een klein dorpje met een kerk en veel natuur. Bossen en weilanden brengen ons naar de mooie omgeving, genieten van het mooie weer maakt deze wandeling bijzonder. In de verte tussen de bossen een kasteel, het eerste van verschillende die we vandaag gaan zien weer verder met onze wandeling. Uitgetstrekte weilanden met groepjes bomen en struiken geven het landschap een prachtig zicht. We komen zo in Floriffoux. In de verte zien we de schachtbok van de mijn. Het is een mooi landschap hier golven en groen, verder wandelen we weer en komen zo terug in Suarlee.
Hier grote vlakten met gemaaid vlas die nu mooi kleuren in het landschap. Ook de graanvelden zijn geoogst en enorme rollen stro op de velden. Weer verder en we komen aan de kasteelhoeve met vierkante hoektoren wel mooi om te zien weer wat verder met onze wandeling. We wandelen nu langs grote vijvers en dan langs de rivier. Nu komen we aan het kasteel van Suarlee met een grote vijver en park het kasteel heeft twee vierkante torens.
Nu klimmen we een eindje langs het kasteel op. Boven hebben we een prachtig zicht op de rivier en het dal. Nu wandelen we een heel eind door het bos gewoon prachtig om door te wandelen. We komen zo aan in Flawinne. Grote landerijen en boerderijen in lokale steen velden met rollen stro, weer een eindje verder komen we aan Ferme de Morivaux. Een prachtige kasteelhoeve. We stekken de steenweg over en keren terug naar ons vertrek. Een mooie en aangename wandeling in een fijne streek.
ZOMERTOCHT. / WC. DE STROOPLEKKERS BORGLOON. / KERNIEL-BORGLOON 13/08/2012.
ZOMERTOCHT.
WC. STROOPLEKKERS BORGLOON.
KERNIEL-BORGLOON.
Een stukje geschiedenis en wetenswaardigheden van mijn geboortedorp.
Oudste vermelding als Kirnile (1279). Kerniel ligt op de zogenaamde steilrand van Borgloon, die het massief van Borgloon ten noorden begrenst. Dit talud van het Haspengouws plateau vormt de grens tussen Droog-Haspengouw ten zuiden en Vochtig-Haspengouw ten noorden, tevens tussen Laag- en Midden-België; hier daalt het zuidelijk gelegen Haspengouws plateau op zeer abrupte wijze naar het noorden, tot 60 meter. Het landschap is heuvelachtig met hoogteverschillen van 60 tot 110 meter. De Romeinse weg van Tongeren naar Taxandria doorkruiste het grondgebied van de gemeente. Kerniel behoorde tot het persoonlijke domein van de graven van Loon, dat na 1366 overgaat naar de Bisschoppelijke Tafel van Luik. Het was geen afzonderlijke heerlijkheid. In 1739 verpachtte prins-bisschop Georges-Louis de Berghes Kerniel samen met Rullekoven aan de barones van Mettekoven. Op het grondgebied van Kerniel bevond zich de belangrijke Loonse heerlijkheid Haebroek. Op gerechtelijk gebied ressorteerde Kerniel onder de rechtbank van Graethem onder Borgloon. Op het grondgebied bevonden zich de Loonse laathoven Sint-Servaas, toebehorend aan het Sint-Servaaskapittel van Maastricht, en van Colen of Coelen. Uit het cijnshof Rulicoven ontstond het gehucht Rullekoven.
Op bestuurlijk gebied waren Kerniel en Rullekoven twee afzonderlijke gemeenten met elk een jaarlijks verkozen burgemeester. De Sint-Pantaleonskerk was oorspronkelijk afhankelijk van de kerk van Gorsleeuw; vóór 1278 wordt ze van de parochie van Gorsleeuw afgescheiden. De pastoors van Gorsleeuw hadden er het begevingsrecht tot 1487, waarna het overgaat op de kruisheren van Kolen. De tienden waren, samen met die van de moederkerk, in het bezit van de Sint-Laurentabdij van Luik en van de pastoor van Gorsleeuw. In 1487 wordt de parochie van Kerniel geïncorporeerd in het klooster van de kruisheren van Colen. Vanaf deze periode wordt de kerk bediend door één van de religieuzen van het klooster. Rullekoven beschikte over de Sint-Martinuskapel, afhankelijk van de parochie Gors-Opleeuw, thans verdwenen. Het kruisherenklooster van Colen, zogenaamd Mariae Laudes of Marinlof, ontstond in 1438.
Kerniel is steeds een landbouwgemeente geweest, met de nadruk steeds meer op de fruitteelt. De industrie beperkte zich tot een paar brouwerijen en een stroopfabriek. In 1963 werd begonnen met wijnbouw, een teelt die sinds de middeleeuwen uit de streek was verdwenen. Kerniel bezat een station op de spoorlijn Sint-Truiden-Tongeren, die functioneerde van 1879 tot 1957. In 1970-71 werden de sporen opgebroken, het station werd afgebroken.
Het primitieve stratenpatroon bleef vrijwel ongewijzigd behouden, behalve wat betreft de Zilverstraat, de huidige kern van het dorp, die een 19de-eeuwse (eerste helft)-verbindingsweg schijnt te zijn; zij komt niet voor op de Ferrariskaart (1771-77); zij omvat de kerk en de school, en heeft de dichtste bebouwing, voornamelijk dorpswoningen en boerenburgerhuizen. Ook de Odiliastraat is een latere toevoeging: zij ontstond bij het thans verdwenen station.
Een klein dorp met toch een rijke geschiedenis. Verschillende grote boerderijen die het rijke landelijk leven weergeven, zoals vele andere gemeenten bezat Kerniel een stroopstokerij en brouwerij waarvan nog enkele documenten bewaard zijn. de wandeling brengt ons naar Abdij van Colen, de oude spoorwegzate en de wijngaard. Het is een mooi dorp en dikwijls denk aan het liedje van Wim Sonneveld Mijn Dorp gelukkig zijn de veranderingen hier niet zo ingrijpend geweest. Maar toch zijn de kleine dorpswinkels en cafés verdwenen. Alleen de fruitboeren zijn gebleven.
De grootste kern van de gemeente vormt Nuth. In deze kern, gelegen in een vallei van de Geleenbeek, is ook het gemeentehuis gevestigd. Het is de meest bedrijvige kern door de aanwezigheid van o.a. het bedrijventerrein De Horsel. Hier vertrekt vandaag onze wandeling. Opmerkelijke historische bouwwerken in en rond de kern Nuth zijn kasteel Reijmersbeek, huize de Dael, dat vroeger de benaming Oelsbroeck kende, het landhuis Nierhoven uit 1679 en de gerestaureerde en in gebruik zijnde windmolen langs de Valkenburgerweg. Bijzonder is ook de buurtschap Terstraeten die aangewezen is als beschermd dorpsgezicht.
Het eerste monument dat we tegen komen is het kasteel Reijmersbeek stamt uit de zestiende eeuw, maar het huidige uiterlijk is grotendeels uit de achttiende eeuw. Rond Kasteel Reijmersbeek bevindt zich de hoeve Reijmersbeek. De hoeve Reijmersbeek is deel van een agrarisch bedrijf. De Hoeve is in 1705 gebouwd en is doorgetrokken omdat dit eerst de achterkant was van het kasteel en dit nu de voorkant is. De hoeve bestaat uit het poortgebouw en twee delen die de U-vorm van de hoeve vormen.
We wandelen verder en komen zo aan de grote vijver Mulderplas. We wandelen verder en komen zo in de Geleenbeekdal, waar het mooi wandelen is. zo komen we Thull-Schinnen. Hier komen we aan de Alfa Bierbrouwerij Joseph Meens stichtte in 1870 in buurtschap Thull vlakbij Schinnen de Meens Bierbrouwerij. De brouwerij werd gecombineerd met een boerderij. Het brouwen van bier en het verkopen van bostel leverde samen met het boeren een beter inkomen. Hoewel het oprichtingsjaar doet vermoeden dat er van het begin af aan 'Beiersch' bier werd gebrouwen, maakte men eerst enkele hooggegiste soorten en schakelde de brouwerij rond de eeuwwisseling over op Beiersch (ondergistend) bier. Tot 1960 werd Alfa bier enkel in de omgeving gedronken. Daarna groeide de welvaart en was Alfa bier in heel Nederland verkrijgbaar. De vierde generatie Meens geeft nu leiding aan het inmiddels grotendeels gemoderniseerde bedrijf dat het ambachtelijk brouwen niet uit het oog is verloren. Er komen steeds meer seizoenbieren op de fust. Op internationaal gebied is Alfa ook bezig. In 1993 startte de export naar Duitsland, Amerika en Engeland, later ook naar Griekenland en Italië. We wandelen verder en wat verder komen we aan Muldermolen.
De Muldermolen in Schinnen is voor veel inwoners van Schinnen bekend. Jarenlang kon je hier van alles voor in en om de tuin kopen. Van draad tot konijnenvoer. Het pand staat precies tegenover de oude slikvijver van de Staatsmijn Emma, die enkele jaren geleden is omgetoverd van een slikvijver met gevaar voor eigen leven tot een prachtig recreatiegebied. In dit gebied was een oude molen gelegen en enkele boerderijen. Gedurende enkele jaren werd in dit gebied mijn slik en mijnsteen geloosd afkomstig van de voormalige Staatsmijn Emma in Hoensbroek. Nadat de mijnen waren gesloten was het terrein in handen gekomen van DSM en ontstond er een natuurgebied met zeldzame plantengroei. In de jaren '90 is het gebied overgegaan van DSM naar de gemeente Schinnen en is het gebied deel uit gaan maken van Landschapspark 'De Graven'.
Dit heeft er onder meer toe geleid dat het hele gebied opnieuw werd ingericht met wandelpaden, het terugbrengen van de in het gebied stromende Geleenbeek in haar natuurlijke loop (gedurende de periode dat in het gebied mijn slik werd gestort, is de Geleenbeek gekanaliseerd en om het gebied heen geleid) en het aanleggen van een grote visvijver in het voormalige slik. We wandelen nog wat verder door de prachtige omgeving, nog wat verder komen we terug in het Nuth. Hier eindig onze wandeling.
Dourbes kijkt naar het zuiden en koestert zich in de zon, hoog boven de vlakte waar de Viroin een van zijn bijrivieren ontmoet. Vanaf de kerk, naar de hoogte toe, werden geleidelijk aan huizen gebouwd aan beide zijden van de hoofdweg zodat weg en woningen uiteindelijk als het ware een T vormen.
De hoeven bestaan uit drie kernen van gebouwen; de woonruimte, de stallen en de schuur. Hun bouwtrant doet deken aan die van het landelijke Lotharingen. Voor de naast elkaar gelegen gevels wordt een vrije ruimte voorzien die hen scheidde van de weg. Daar stonden de landbouwwerktuigen en werd de mest opgestapeld. In Lotharingen gaf men aan dat voorhof de naam usoir we vertrekken met de wandeling in het dorp met prachtige huizen, de dorpspompen staan er nog steeds nu gebruik als bloembakken maar toch mooi bewaard. We wandelen het dorp uit en boven op de rotsen hebben een prachtig zicht op de ruïne van het kasteel Haute Roche geleidelijk word het overwoekerd door het groen maar toch blijf het een indrukwekkend zicht.
We wandelen verder en komen aan het natuurreservaat Ardenne en Gaume de Haute Roche hier de de in het oog springende rotsen van Fays. Dan wandelen we een heel eind langs de rivier en dan klimmen we dal uit. Door een prachtig bos. We komen aan de oude spoorweg die nu als toeristische spoorlijn gebruikt word door de stoomtreinen. We wandelen weer verder een stukje langs de velden en bossen en komen zo in Nismes. Langs het oude spoorwegstation en we klimmen even en komen in het natuurreservaat van Dourbes.
Hier is het prachtig uitgestrekte weilanden met een overvloed van bloeiende planten met een overvloed van vlinders. De eerste keer dit jaar dat we zoveel verschillende vlinders op een plaats zien, gewoon buiten gewoon. Maar ook de prachtige zichten die we hier hebben zijn prachtig. Wij bevinden ons hier op de rotsen met diepe dalen en insnijdingen, ongelooflijk hoe mooi het is.
Het reservaat La Montagne-aux-Buis is een rijke kalkrijke grasland met vele verschillende planten. We wandelen verder en komen zo terug in Dourbes, een prachtige wandeling in een uitzonderlijke natuurlijke omgeving. We willen nog even naar Mariembourg om het stoomtrein te bezoeken, je kunt er altijd gratis gaan kijken naar de treinen en de bijzondere locomotievenloods , in rotonde vorm. De cafetaria is ook open.
STOOMTREIN DER 3 VALLEIEN
Reeds in 1816 opperde ene Thomas Grey, die zijn naam gaf aan de Greystraat in Etterbeek, de idee om een spoorweg met paardentractie te bouwen om Belgische steenkool naar Holland te transporteren.
Zo waren rond 1830 enige lijnen aangelegd in de streek van Bois du Luc, Grand Hornu, Flénu . Rond 1835 werd de paardentractie door stoomtractie vervangen. Op 5 mei 1835 vond dan de inhuldiging plaats van de eerste spoorlijn , bestemd voor personenvervoer, tussen Brussel en Mechelen. Vanaf 1835 bestudeerde de overheid diverse mogelijkheden om de natuurlijke rijkdom , voornamelijk ijzererts en leisteen, uit het gebied tussen Samber en Maas te vervoeren naar Charleroi en verder. In April 1845 werd zodoende de NV Chemin de fer de lentre Sambre et Meuse naar engels recht opgericht. Zij bouwde en exploiteerde de lijn Charleroi Vireux. Deze lijn werd in diverse fasen geopend (Charleroi Walcourt 27-11-1848, Walcourt Silenrieux 06-11-1853, Cerfontaine - Mariembourg 08-06-1854 en Mariembourg Vireux (Frankrijk) 15-06-1854. In 1854 fuseerde de Entre Sambre et Meuse met de Chemin de fer dAnvers Rotterdam tot de Grand Central Belge. Op 1 1- 1897 werd deze door de Belgische Staat overgenomen. Tot 1902 was Vierves het grensstation met Frankrijk. Vanf dan werd Treignes het grensstation waar , op het hoogtepunt van haar bestaan, zeven opstelsporen en een draaischijf werden opgericht. Rond 1925 werd de lijn op dubbelspoor gebracht. Hiervan zijn her en der nog enkele overblijfselen te vinden.
Langzamerhand werd de trafiek kleiner en kleiner; de lijn werd op 29 september 1963 gesloten voor reizigersverkeer tussen Mariembourg en Vireux. Het goederenvervoer hield het nog vol tot 12 oktober 1977 . Het stukje spoorlijn dat nu door de stoomtrein der drie Valleien wordt uitgebaat droeg eertijds het lijnnummer 132.
Van Mariembourg naar Treignes De lijn 132.
De lijn doorkruist de valleien van de Brouffe, het Witte en het Zwarte Water; deze laatste vormen dan de Viroin (vandaar Stoomtrein der drie Valleien) en loopt drie verschillende geografische gebieden - de FAGNE een grote depressie van leem op een ondergrond van leisteen. Het is een dunbevolkte streek overdekt met wouden en , weinig vruchtbare, veenweiden. Mariembourg is hier gelegen.
MARIEMBOURG.
In 1546 , onder Maria van Hongarije, zuster van Karel V, werd de vesting Mariembourg opgericht. Het fort moest de streek beschermen tegen Frankrijk. In 1659 werd Mariembourg Frans eigendom (Lodewijk XIV, verdrag der Pyreneeën).
In 1815 werd de vesting aan het koninkrijk der Nederlanden. In 1830 werd het een Belgische gemeente. Het stratenplan van Mariembourg vertoont de typische kenmerken van een vestingstadje ; stervormige straten dien op een centraal plein samenkomen. De vesting werd in 1855 ontmanteld. In Mariembourg was tevens een belangrijk contingent spoormannen gehuisvest. De ster van Mariembourg werd hier immers gevormd door de spoorlijnen naar Chimay, Couvin, Doische (maasvallei) en Vireux.
De spoorweginstallaties van de vzw in Mariembourg.
De installaties van NMBS en de VZW Stoomtrein der Drie Valleien zijn volledig van elkaar gescheiden. Diverse reglementen verbieden immers een gezamenlijke exploitatie.
De locomotievenloods , in rotonde vorm, is samen met deze van Florennes de enige van het Belgische net in die vorm. De loods telde 6 sporen, waarvan er momenteel terug 5 in dienst zijn. Een driewegwissel verschaft toegang tot de loods. Een draaischijf heeft Mariembourg nooit gekend. Wel is er een (gedeeltelijk buiten dienst) keerdriehoek. De watertoren annex waterkraan evenals het kolenpark (de kolenkraan dateert uit 1910 !!!)vervolledigen het geheel.
L'AOUTIENNE. / LES MARCHEURS DE L'AMITIE LANDENNE. / MARCHES-LES-DAMES. 08/08/2012.
LAOUTIENNE.
LES MARCHEURS DE LAMITIE LANDENNE.
MARCHE-LES-DAMMES.
De naam Marche-les-Dames verwijst naar een voormalige cisterciënzerinnenabdij, de abdij Notre-Dame du Vivier, die op deze plaats gesticht werd in het begin van de 12e eeuw door de echtgenoten van Naamse kruisvaarders die samen met Godfried van Bouillon waren vertrokken. Naar verluidt bleven de dames wier man niet terugkeerde, definitief in het klooster. Marche-les-Dames kreeg vooral bekendheid door de tragische dood van de Belgische koning Albert I, die hier graag kwam klimmen, en op 17 februari 1934 bij een ongeval van de rotsen stortte, en ter plaatse overleed.
Ligt aan de linkeroever van de Maas, en men vindt er de mooiste klimrotsen uit de omgeving. Door deze unieke omgeving waar zowel water, bos als rots zich in één decor verenigd hebben is het prachtig wandelen. Wij vertrekken met de wandeling aan de rand van het dorp en dadelijk wandelen we de velden in. Wat verder wandelen we door het bos en komen aan de abdij.
Abdij Notre-Dame du Vivier
Abdij Notre-Dame du Vivier. De voormalige abdij Notre-Dame du Vivier was een cisterciënzerinnenabdij in Marche-les-Dames. De abdij werd volgens sommige bronnen gesticht in 1103 door de echtgenotes van Naamse kruisvaarders die samen met Godfried van Bouillon waren vertrokken. Zij wiens man niet terugkeerde, bleven permanent in het klooster. In 1146 werd de abdij bezocht door abt Bernard van Clairvaux. In de 13e eeuw verbond de abdijgemeenschap zich dan ook met de cisterciënzers. De abdij werd ontbonden op 1 september 1796, de abdij werd verkocht maar door vrienden van de orde gekocht. Ook nadien bleven de gebouwen in gebruik door verschillende ordes en organisaties verbonden met de Rooms-katholieke Kerk. Zo bleven onder andere van 1981 tot 2000 de Monialen van de Monastieke Familie van Betlehem, Maria Ten-Hemel-Opgenomen en de Heilige Bruno in deze abdij alvorens te verhuizen naar Opgrimbie. Vandaag staat het klooster leeg en word naar een nieuwe bestemming gezocht. Een andere wetenswaardigheid is dat in 2008 de abdij een van de locaties waar de film Soeur Sourire werd gedraaid.
Wij wandelen nu het bos in en klimmen tot boven. De zichten over de rivier zijn prachtig. Hier komen we hagedissen tegen prachtige dieren, weer wandelen we verder en dalen naar beneden door het bos. En we komen zo een tweede keer in de abdij. Wij maken van de gelegenheid gebruik om even op het domein rond te lopen en te kijken naar de gebouwen toch spijtig dat alles leeg staat, de abdijkerk word gebruik door de parochie.
We verlaten de abdij voor de laatste kilometers van onze tocht. We komen aan de versterkte kasteelhoeve La Ferme Wartet of Ferme des Dames deze kasteelhoeve verkeerd in een trieste toestand verval overal, tot kort was er nog een landbouwbedrijf actief maar vandaag is alles verlaten. Uit oude fotos blijkt de grandeur van deze hoeve met de kleine grafkapel. De grafstenen van de adellijke familie staan er nog eigenlijk is dit een trieste plek hoe belangrijk erfgoed verloren gaat. Hopelijk zal de eigenaar de nodige restauratie uitvoeren. Wij zijn zo aan het einde van onze mooie wandeling.
MARCHE DU PRESIDENT. / LES SPARTIATES DE GLEMBLOUX. / BOSSIERE. 05/08/2012
MARCHE DU PRESIDENT.
LES SPARTIATES DE GLEMBLOUX.
BOSSIERE.
Bossiere is een deelgemeente van Glembloux. Gelegen in de streek Tussen Samber en Maas gelegen tussen de heuvels van de Maasvallei en het door de industrie getekende bekken van Charleroi. Deze oude streek was vaak het toneel van oorlogen en invallen. Gelukkig treft men er nog enkele getuigen aan van dit roemrijke verleden, kastelen, versterkte hoeven en eeuwen oude kapellen.
De streek tussen Samber en Maas en van de Orneau bestaat hoofdzakelijk uit rustige landbouwdorpjes. Ze vormen een harmonisch geheel met de heuvels die met meidoornhagen begroeid zijn. Bossiere is zo een heerlijk dorpje dat bewaard gebleven is. de huizen in lokale steen zijn een parel in het landschap. Landbouw is en blijft een van de hoofd bezigheden in de streek, de akkers staan vol met gouden aren, we wandelen door de velden en komen aan de kapel van het kasteel, kapel Sainte-Anne.
We wandelen weer verder en kunnen en glimp opvangen van het kasteel het ligt verscholen tussen de bomen. Het is wel een uitgebreid domein met kasteel en kasteelhoeve. Wat verder komen we in Ferooz. Hier landbouw wat de hoofdzaak is grote landbouwbedrijven komen hier voor. Veel natuur komen we hier wel tegen, verschillende vlinders krijgen we te zien.
We wandelen door de streek en genieten we van de prachtige omgeving. We komen zo in Mazy. We komen langs het kerkhof waar mooie grafmonumenten staan van de adellijke families. Nog langs een paar oude grote huizen en boerderijen en zo gaan we weer verder en komen aan de kasteelhoeve uit XVI-XVII eeuw Ferme dHermoye we wandelen weer verder en klimmen het bos in waar we een mooi zicht hebben op het kasteel. Mooi is het hier wel prachtige bossen. Dan wandelen we Bossiere terug binnen en hier eindig voor ons een mooie en aangename wandeling.
Op onze terug weg naar huis komen we langs Kasteel van LIMONT wij stoppen even om het gebouw even te bekijken. Vandaag is het een hotel en kunnen we even op de binnenplaats rondwandelen. In een prachtige rustgevende omgeving met een mooi wandelpark van zeven hectare en een eenden- en ganzenvijver ligt het hoevekasteel van Limont.
Het werd begin negentiende eeuw gebouwd voor belangrijke Luikse notabelen die het de naam château gaven. Begin jaren negentig werden het kasteel en de paardenstallen gerenoveerd. De toren in het park is op zijn eigen al prachtig, en het ziet er geheel verzorg en aangenaam om in rond te wandelen. Wat bijzonder is zijn de vele vlinders op de bloemen. 45 Kleine Vossen zitten op de struiken.
Het was zeker de moeite om er eens te stoppen en even rond te kijken. Zo eindig een mooie en aangename wandeldag.
MARCHE INTERNATIONAL. / MARCHEURS DE LA BASSE-MEUSE. VISE / VISE 04/08/2012.
MARCHE INTERNATIONAL.
MARCHEURS DE LA BASSE-MEUSE VISE.
VISE.
Visé, op de rechteroever van de Maas, is een van de 28 zogenaamde Bonnes Villes -Goede Steden- van Luik die in de middeleeuwen het voorrecht verkreeg om voor haar eigen veiligheid te zorgen.
In de 14de eeuw werd de stad met vesrtingen omwald, die echter geen geluk zouden brengen. Verschillende oorlogen brachten ongeluk over de stad, maar vooral heeft Visé het meest geleden tijdens de Eerste Wereldoorlog. Enkele dagen na het begin van de vijandelijkheden maakte het Duitse leger zich van de stad meester om haar haast volledig plat te branden. Onmiddellijk na het einde van de oorlog begonnen de inwoners van Visé met de wederopbouw van hun bouwkundig erfgoed. Het Stadhuis is hier een geslaagd voorbeeld van: in 1924 werd het in de oorspronkelijke Maaslandse renaissancestijl gereconstrueerd.
Wij vertrekken voor de brug van de Maas en steken zo de Maas over. We wandelen een heel eind langs de Maas en voorbij de oude Moulin de Visé. En dan komen we aan het Stadshuis. Een prachtig gebouw met zijn bolvormige klokkentoren. Nu wandelen we door de straat en zien het standbeeld voor de gesneuvelden. Dan komen we op het plein voor de kerk. Een van de waardevolste schatten van Visé is echter het schrijn van Saint-Hadelin dat vol eerbied bewaard wordt in de collegiale kerk van St.-Martin. Dit schrijn, dat beschouwd wordt als het oudste bekende goudsmeedwerk (XIde en XIIde eeuw) we bezoeken de prachtige kerk.
Met de muurschilderijen met het verhaal van de overbrenging van het schrijn van Hadelin. Wij verlaten de kerk en komen op het onlangs gerestaureerde plein voor de kerk. Er staat een beeld van een Vrouw met Ganzen. We wandelen verder en verlaten nu de stad en gaan de boer op. We komen aan de Lorette kapel. Een van de mooiste kapellen uit de streek, ook de oude kluis staat er nog.
Wij kunnen even binnen kijken een eenvoudige maar mooie kapel. Weer wandelen we verder. Nu komen we in Richelle. Dan weer verder langs de velden en weilanden tot we weer in Visé komen. Terug over de brug en zo komen we weer aan ons vertrek. Een mooie wandeling met een prachtige zichten over de Maas en zijn vallei.
GREENSPOT GROOTLOON. / VIA HEUVELS EN BOOMGAARDEN. / REGIONAAL LANDSCHAP HASPENGOUW EN VOEREN. / GROOTLOON-BORGLOON. 03/08/2012.
GREENSPOT GROOTLOON.
VIA HEUVELS EN BOOMGAARDEN.
REGIONAAL LANDSCHAP HASPENGOUW EN VOEREN.
GROOTLOON-BORGLOON.
De landschapswandelingen vertrekken in het centrum van het middeleeuwse stadje Borgloon dat rond een heuvel is opgebouwd. In de elfde en twaalfde eeuw kozen de graven van Loon deze strategische plek voor de bouw van hun verstrekte motte bucht die vanop 118meter boven de zeespiegel een weids zicht op het gevarieerde landschap geeft. De landschappelijke diversiteit in dez regio is groot door de overgang tussen de zandleemstreek in het noorden en de vruchtbaardere leemstreek in het zuiden. Rond Borgloon groeien vooral boomgaarden, terwijl op de drogere leemgronden bieten, aardappelen en granen worden geteeld. Achter de heuvels staan de hoogstamboomgaarden van Grootloon gedrapeerd rond het Sint Servaeskerkje. Het pastorale plaatje is compleet door de onder het fruit grazende runderen. Holle wegen sturen ons door de vruchtbare akkers van droog Haspengouw die je zo mooi kunt bewonderen vanop het natuurreservaat de Bollenberg.
Vertrek vanuit centrum Borgloon achter het stadshuis. Verlaten het centrum om zo de steenweg over te steken ne zo wandelen we richting Bollenberg. Vandaag kijken we meer naar de kleine beestjes die we tegen komen op de wandeling, vooral als we richting Bollenberg gaan vlinders, bijen en de penseelkevers. Het is mooi om te zien hoeveel verschillende insecten hier zitten.
Ook dit is wandelen op de Greenspot. Wat later komen we aan de kunstwerken van PIT. Het eerste kunstwerk is de Twijfelgrens.
Wat uitleg: In Borgloon toont Fred Eerdekens (BE) een geplooide lijn in het landschap. Langs de Romeinse Kassei vind je een houtachtige sculptuur waarin je enkel wanneer je vanuit de juiste positie kijkt het woord twijfelgrens kan lezen. Fred Eerdekens gebruikt taal wel vaker als medium voor zijn kunstwerken. Tegelijkertijd is zijn werk een reflectie over hoe taal werkt. Voor Twijfelgrens moet je het juiste standpunt innemen om het verborgen woord te kunnen lezen en tot inzicht te komen.
Als je even verpoost op deze plek heb je een prachtig zicht over het Haspengouwse landschap. We wandelen verder en komen dan aan het mooiste kunstwerk van deze wandeling.
Wat uitleg: Een kerk voor het landschap Eén van de blikvangers van pit is de doorkijkkerk van het Belgische architectenduo Gijs Van Vaerenbergh (Pieterjan Gijs en Arnout Van Vaerenbergh). Reading between the Lines is 10 meter hoog en bestaat uit 100 op elkaar gestapelde lagen staalplaat in de vorm van een Loons kerkje. De constructie weegt maar liefst 30 ton. De speciale constructiewijze zorgt ervoor dat het landschap altijd zichtbaar blijft doorheen de kerk, zowel van op afstand als van dichtbij. De kerk is hierdoor wel aanwezig, maar ook afwezig in het landschap.
We wandelen voorbij het kerkje en dalen terug af naar de Steenweg die we oversteken dan klimmen terug naar het centrum van Borgloon, voorbij de burchtheuvel en dan langs het Speelhof en de Markt waar deze wandeling eindigt.
36E INTERNATIONALE SOMMERWANDERUNG. / WANDERFALKEN WEYWETZ. / WEYWERTZ. 29/07/2012.
36E INTERNATIONALE SOMMERWANDERUNG.
WANDERFALKEN WEYWETZ.
WEYWERTZ.
Zomerwandeling in Weywertz.
Prachtige streek om te wandelen met uitzonderlijke natuur. Uitgestrekte vlakten met weilanden en bosranden gewoon prachtig. We verlaten de skihut en wandelen door het prachtige landschap en komen zo in het dorpje Outrewarche. Hier mooie huizen uit lokale natuursteen. Dan wandelen we een eind over de oude spoorweg waar het ook mooi wandelen is. soms zijn we verwonderd om de mooie plekjes die we tegen komen, een oud huisje gelegen achter een hoge haag, wit geschilderd een postkaartje waardig.
Weer verder we wandelen nu een eind op het parkoers van de Warche Tour de nieuwe wandelweg Warche Tour, die de stuwmeren op de Warche verbindt tussen Bütgenbach en Robertville. We wandelen in een natuurreservaat en langs de Warche voor de opname van echte safarifotos. Het is een steil en sportief pad dat loopt door plaatsen met soms niet zo gemakkelijke toegang en over aangelegde knuppeldammen hier en daar, maar welk plezier is het deze onvermoede plaatsjes in de natuur te mogen ontdekken. Dit maakt de wandeling bijzonder. Controle op de brug over de Warche waarna we het natuurreservaat binnen wandelen.
We steken de overvolle Warche over hier en daar is hij al buiten zijn oevers getreden, wij wandelen verder. Een eind langs de rivier op waardoor we een mooi zicht hebben op de vallei, dan begint voor ons de beklimming uit de vallei, we klimmen door het bos omhoog. We komen aan de Mühlenstrasse, hier staat de grote witgeschilderd watermolen een pracht van een gebouwengroep. Weer verder langs de weg en zo komen we terug aan onze vertrekplaats de skihut. Een pracht van een wandeling in de Oostkantons.
9E GRANDE MARCHE DES VACANCES. / LES MARCHEURS DU LA MAGNE-SOUMAGNE. / CEREXHE-SOUMAGNE. 28/07/2012.
9E GRANDE MARCHE DES VACANCES.
LES MARCHEURS DU LA MAGNE-SOUMAGNE.
CEREXHE-SOUMAGNE.
Zoals vele andere dorpjes in het Land van Herve heeft Soumagne zijn bouwkundig erfgoed kunnen bewaren in een prachtig groen kader.
Niet alleen het bouwkundig erfgoed is bewaard maar ook het industriële erfgoed, de kolenmijn La Belle-Fleur, charbonnage du Bas-Bois is goed bewaard en is een bezienswaardigheid in het groene landschap. We wandelen uit het dorpje Cerexhe en volgen de route La flamerie du puits et des biscuits een prachtig parkoers door de groene omgeving. We komen in Melen. Hier komen we langs een grote boerderij prachtig gelegen midden in de boomgaard. Verschillende boerderijen passeren ons. De ene al mooier dan de andere. Met indrukwekkende inrijpoorten en al.
We komen zo aan de oude spoorwegzate die we een eindje volgen, weer komen we langs een prachtige boerderij met vakwerk. Weer verder langs de spoorwegzate tot we aan het oude station van Melen komen. Hier verlaten we de spoorwegzate en wandelen de velden en weilanden in. Weer een prachtig stukje natuur. Een heel eind door de weilanden hier kun je zien hoe mooi het Land van Herve wel is.
Zo komen we in Melen aan de kerk ook hier weer prachtige oude hoeven en weer wandelen we verder door de weilanden. Nog even door de prachtige omgeving en komen zo terug aan ons vertrek. Een mooie en aangename wandeling.
36E MARCHE DES CHARMILLES. / CLUB DE MARCHE DES CHARMILLES. / XHOFFRAIX-MALMEDY. 22/07/2012.
36E MARCHES DES CHARMILLES.
CLUB DE MARCHE DES CHARMILLES.
XHOFFRAIX-MALMEDY.
Xhoffraix, de wandeling door een van de mooiste plekken van de streek. Xhoffraix ligt vrij hoog. We dalen dan ook al vlug naar de vallei. Al vlug krijgen we prachtige panoramas te zien. Vooral de zichten op de vallei van de Warche zijn prachtig.
We steken verschillende houten brugjes over en hebben steeds weer mooie zichten. En de afwisseling die we krijgen op deze wandeling zijn telkens weer een genot. Vergezichten over de weilanden en de beboste hellingen. Dan weer een eind door de bos en weer steken we een houten brugje over. Dan weer een stevige klim. In de Ardennen zijn de bergen niet hoog, maar daarom niet minder veeleisend voor ons wandelaars. In een bocht zijn de bomen gerooid om een mooi uitzicht op de vallei van de Warche te krijgen. We zien de rivier door het landschap slingeren. Ons wandelparkcours loopt verder langs de heuvelkam.
Een smal padje brengt ons naar het kasteel van Reinhardstein. Verlaten en vernield heeft het Kasteel van Reinhardstein na 150 jaar, in 1970 haar rede van bestaan teruggevonden. Het is gelegen in het hart van de Oostkantons, ten zuiden van de hoge Venen, het Waalse gedeelte waar ze de rivier de Warche op haar indrukwekkende rots domineerde, op 800 m. hoogte stroomafwaarts van het stuwmeer van Robertville. Uitverkoren bij de Kelten, heeft deze site haar geheimen dag en nacht bewaard. Het is aantrekkelijk en intrigerend.
Wij wandelen even door de ingang het kasteeldomein op het is prachtig, al is het geen originele burcht maar een reconstructie. Alleen de fundamenten zijn van de originele burcht. Een Nederlandse professor heeft Rienhardstein gebouwd naar voorbeelden van andere burchten uit de streek. Maar het resultaat mag er wezen. Wij verlaten het domein en klimmen weer de vallei uit. Wat een prachtig stuk natuur is dit hier, wel goed opletten waar we gaan het is nogal een gevaarlijk stukje. We moeten ons vasthouden aan kabels die gespannen zijn langs het smalle wandelpad.
Het is een echte avonturen parcours. Het si klimmen en dalen tot we weer aan de rivier komen gewoon prachtig parkoers. Nog een heel eind langs de Warche, wat verder langs de waterval en we blijven langs de Warche. Een prachtig stukje natuur volgen we tot we weer aan de eerste huizen van Xhoffraix komen. Nog even en we zijn terug aan ons vertrek. Een prachtige wandeling in de Ardennen langs de prachtige rivier de Warche.
10E MARATHON DU CONDROZ NAMUROIS. / LA CARACOLE ANDENNAISE. / ANDENNE. 21/07/2012.
10E MARATHON DU CONDROZ NAMUROIS.
LA CARACOLE ANDENNAISE.
ARDENNE.
Een wandeling is voor mij niet alleen afstand afleggen. De historie en legendes van de streek boeien mij ook. Zo ook de geschiedenis van deze streek.
DE OORLOG OM EEN KOE.
Hoe een onschuldig rund een hele streek in rep en roer zette. In het jaar 1273 vonden de spanningen, die zich reeds een hele tijd tussen het graafschap Namen en het prinsbisdom Luik hadden opgehoopt, eindelijk een voorwendsel om tot uiting te komen. Een zekere Engoran, landbouwer van Jallet, had namelijk een koe gestolen die hij op de markt vanAndenne wilde gaan verkopen. Helaas werd hij doorde bestolenen, een burger van Ciney, herkend en in een val gelokt, waarna hij werd gevonnist en zonder veel plichtplegingen opgehangen. Om zijn onderdaan te wreken, ontketende de graaf van Namen een oorlog die de Condroz teisterde. Onder leiding van hun respectievelijke heren, de graaf van Namen en de prins-bisschop van Luik, stortten de boeren van Andenne en van Ciney zich in hevige onderlinge gevechten. Deze oorlog verwoestte maandenlang vele dorpen te vuur en te zwaard. Wel zestig dorpen gingen eraan ten onder en er werden meer dan 10.000 doden geteld. Pas na de tussenkomst van de koning van Frankrijk, Filips de Stoute, hield de strijd op.
Vandaag zijn er geen sporen meer van deze oorlog te zien. Maar de vele kastelen, versterkte hoeven zijn een bewijs van de rumoerige tijden welke deze streek doormaakte, zelfs in de tweede wereldoorlog werd hier hevig strijd gestreden. Vandaag is het gelukkig een vredige streek waar het aangenaam is om te wandelen, er kunnen genieten van natuur is er zeker bij.
De huizen in lokale steen zijn prachtig om te zien. Wij wandelen een heel eind door het prachtig golvend landschap van de Condroz. We komen zo terug in Andenne. We komen op het plein voor de collegiale kerk. De indrukwekkende, neoclassicistische collegiale Sint Begga werd gebouwd in kalksteen van het Maasland en staat in alle rust op een mooi plein ver van de stedelijke drukte. We bewonderen de fraaie voorgevel van de kerk van op het voorplein omringd met burgerhuizen waarvan een aantal bewoond werden door de kanunnikessen die hier de dienst uitmaakten van de middeleeuwen tot de Franse revolutie. Sint Begga (in de volkstaal Sainte Bèche) stichtte hier rond 692 het eerste klooster van de stad. Ze was de overgrootmoeder van Pepijn de Korte en de zuster van Gertrudis van Nijvel.
In de kerk is de verering van de heilige nog steeds levendig. Spijtig dat de kerk gesloten is, anders konden we er even een kijkje gaan nemen. De collegiale kerk is opgenomen in het Bijzonder Erfgoed van Wallonië. Het plein beplant met honderden bloeiende bloemen, een beeld van Koning Albert, een fontein. Een andere monument is de bron Sainte-Begge heeft altijd bestaan. Het monument dat er boven staat, dateert uit de zeventiende eeuw. Deze fontein werd vroeger Fontein met de kuikens (fontaine aux Poussins) genoemd, als verwijzing naar de legende van de heilige Begga, en staat op de place du Chapitre, links van de collegiale bij de porte Saint-Étienne. Bovenop de fontein kreeg in een erker met traliewerk een beeld van de heilige beschermheilige een plaats. Deze fontein bestaat uit verschillende bekkens die ondertussen versleten en uitgehold zijn door het water en door de wrijving van de wasvrouwen die met hun honden door de collegiale kwamen om er hun was te doen. Er staat trouwens een opschrift boven de rechteringang van de collegiale: «LES CHIENS HORS DE LA MAISON DE DIEU» (geen honden in het huis van God).
Een kleine anekdote: op een bepaald ogenblik stond er aan deze ingang een wachter die deze dames moest verplichten om rond de kerk te gaan. We wandelen over het plein en komen dan aan het plein voor het stadhuis. Wat opvalt zijn de vele bloemen die hier overal staan.
Het stadhuis met ervoor de kiosk en mooie huizen rond het plein toch mooi. Nog ven en we zijn terug op ons vertrek. Een mooie tocht met prachtige natuur, historische gebouwen en verschillende verhalen.
17E KORENWOLFTOCHT. / WSV. DE VELDLOPERS. / GULPEN. 15/07/2012.
17E KORENWOLFTOCHT.
WSV. DE VELDLOPERS.
GULPEN.
Een van de mooiste dorpen van het Heuvelland ligt in het dal van de Geul en de Gulp. De Gulpenerberg torent met een hoogte van 158meter boven het dorpje uit, bovenop staat een Mariabeeld.
Het oudste monument is de stompe Oude Kerktoren, die dateert uit de 12de eeuw. Hij maakte waarschijnlijk deel uit van de versteking van het stadje. Wij verlaten Gulpen en gaan de velden in, mooi om te wandelen. We komen aan een groot complex een vakwerkhuis uit de 17de eeuw. Weer wandelen we verder en komen zo in Wahlwiller. Een van de voornaamste gebouwen is de kerk met zijn bijzondere geschilderde kruisweg. En we gaan weer verder een korte tijd door het dorpje en dan komen we in Partij. Ook hier weer prachtige oude gebouwen en boerderijen. Een van de gebouwen is de oude kasteelhoeve met boven de ingang een wapenschild van adellijke familie.
Een eind wandelen we dan door de velden en langs de weilanden en komen aan een zeer grote oude boerderij. Het is een indrukwekkend gebouw. Dan weer langs de akkers met graangewassen, gewoon mooi om te zien, even klimmen en dalen door het golvend landschap. We wandelen nu weer richting Gulpen. In de graskanten staan veel bloemen waardoor we hier wel verschillende vlinders zien, het Koevinkje komt hier veel voor. Nog even en we zijn terug in het centrum van Gulpen, we wandelen langs de Pannenkoekenmolen en een gerestaureerde oude vakwerkhuisje.
Dan komen we langs de Gulpener Bierbrouwerij. De brouwerij werd in 1825 opgericht door Laurens Smeets onder de naam Gulpener Bierbrouwerij de Gekroonde Leeuw. Op 14 september 1826 werd het eerste bovengistend bier afgeleverd. Tot vandaag word er bier gebrouwen in Gulpen. Wij steken de steenweg over en wandelen naar het centrum van Gulpen. De gezellige terrasjes zit vol met mensen die van de mooi omgeving genieten, zo eindigt een mooie wandeling in Gulpen.