40E MARCHE INT. DES PANTOUFLARDS. / LES PANTOUFLARDS DE VILLERS-L'EVEQUE. / VILLERS-L'EVEQUE. 18/01/2014
40E MARCHE INT. DES PANTOUFLARDS.
LES PANTOUFLARDS DE VILLERS-L’EVEQUE.
VILLERS-L’EVEQUE.
Villers-l'Evêque is een Haspengouws landbouw- en woondorp. Vele boerderijen liggen hier in het centrum van het dorp. Ook de Onze-Lieve-Vrouwkerk ligt aan het pleintje dat omgeven is door boerderijen.
We wandelen het dorp uit en je ziet dadelijk dat je hier in het Waalse Haspengouw bent vlakke akkers, velden doorkruist door veldwegen. Wat verder komen we aan de Ezelbeek – Grand Rova een zijriviertje van de Jeker dat door Awans vloeit. En door naar Villers - L’Eveque, ze vloeit ook door “Les Marnieres” een voormalige mergelgroeve. Daar vloeit ze verder naar Tongeren om in de Jeker uit te komen.
We wandelen verder steeds weer velden en akkers om in Othee, we komen zo aan op het plein voor de kerk en daar staat het monument voor de gesneuvelden. We wandelen verder en komen in Froidmont, de enige bergje in het landschap is de Romeinse tumulus. Wat verder hebben we een panoramazicht op Tongeren. Nog wat verder door de velden en zo wandelen we verder en komen zo in Hagoir, met zijn grote hoeven. Wat verder zijn we terug in Othee met de romp van de kasteekmolen. De Kasteelmolen van Othée werd in 1859 opgericht door de toenmalige kasteelbewoners van Othée. Het bouwjaar 1859 treffen we aan in een gevelsteen boven de toegangsdeur. De molen is even groot als de klassieke stenen molens maar is uitzonderlijk van vorm: een vierzijdige romp met een ronde bovenbouw. De eigenaardige bouwtrant van de molen werd speciaal aangepast aan de stijl van het (nu verdwenen) kasteel.
De molen pompte het drinkwater op voor het kasteel met de aanpalende boerderij en bevoorraadde eveneens de fonteinen van de kasteelvijver. De benedenverdieping van de molen diende tot bergplaats om de voedselvoorraden en dranken van de kasteelbewoners vers en fris te houden. In de eerste wereldoorlog werd de Kasteelmolen als uitkijkpost gebruikt door zowel het Belgische als het Duitse leger. Toen in 1931 het dorp op het waterdistributienet aansloot werd de molen stilgelegd.
Sindsdien geraakte hij, zonder verder onderhoud, blootgesteld aan weer en wind stilaan in verval. Vandaag is de romp gerestaureerd en staat er prachtig bij. Gelukkig is dit bijzonder bouwwerk bewaard alleen spijtig dat het dak en wikken verdwenen zijn. We wandelen weer verder langs een paar oude boerderijen eentje draagt de sluitsteen Noel Byar- 1766. We wandelen verder en komen zo terug in Villers-L’Eveque waar onze wandeling eindigt.
PAREL VAN HASPENGOUW. / DE LOONSE TSJAFFELEERS. / BOMMERSHOVEN. 13/01/2014.
PAREL VAN HASPENGOUW.
DE LOONSE TSJAFFELEERS.
BOMMERSHOVEN. BORGLOON.
Bommershoven lag aan de belangrijke heirbaan Tongeren-Tienen-Kassel, die thans nog steeds als weg wordt gebruikt (tracé Loonderweg-Moerenstraat-Oude Kassei). Bovendien doorkruisten twee antieke wegen, die van Bilzen-Waremme en de vanuit Tongeren noordelijk lopende weg, het grondgebied van de gemeente.
In het begin van deze eeuw werden op de plaats Wilder resten van een Romeinse villa opgegraven. Ook het herengoed "Tenhove" zou ontstaan zijn uit een Romeinse villa. De gehuchten Bommershoven en Haren waren zelfstandige Loonse gemeenten, die onder de jurisdictie stonden van de Loonse schepenbank van Haren-Bommershoven. Pas vanaf 1844 vormen zij één gemeente. Wij vertrekken met de wandeling in het cultureel centrum.
Hier bevond zich de belangrijke stroopfabriek Lowette, daterend uit midden 19de eeuw, gesloten in 1969 en sindsdien grondig gewijzigd. Wij wandelen het veld in om naar Vechmaal te wandelen, waar we maar even wandelen en draaien terug richting Bommershoven. We komen langs de zogenaamd "Biezenhof", gesloten hoeve, eertijds afhankelijk van de landcommanderij Alden Biesen. Eerste vermelding in 1309. Aan de winning was een laathof verbonden. Uit de pacht blijkt dat het één van de rijkere hoeven van de Orde was. Wat verder komen we langs de Rode Hoeve, gesloten hoeve; bakstenen complex rond een rechthoekig gekasseid erf met centrale mestvaalt. Rechts, een ommuurde tuin. Woonhuis uit de eerste helft van de 18de eeuw en dienstgebouwen uit de eerste helft van de 19de eeuw.
Weer een beetje verder de voormalige pastorie van circa 1860. Ernaast ligt de Parochiekerk Sint-Alfonsus gebouwd in 1841-44. De kerk vervangt de oudere Sint-Annakapel, die op dezelfde plaats stond. En dan komen we langs het Kasteel van Bommershoven. Herenhuis met hoeve, gelegen naast de kerk, en gebouwd in 1759-61 door Marcel-Gérard Magnée. Het oorspronkelijke complex bestond uit drie losstaande vleugels. Parkaanleg gedeeltelijk in formele stijl, gedeeltelijk in landschapsstijl, daterend uit de tweede helft van de 19de eeuw. Dan wandelen we weer terug naar de start, maar we komen nog langs de kleine kapel, gelegen bij de overgang naar de Oude Kassei en gebouwd door de familie Naveau de Marteau in het eerste kwart van de 20ste eeuw, in neotraditionele stijl. Boven de deur drie hardstenen gevelstenen met centraal tweemaal het wapen Naveau en jaartal 1902; de cijfers links en rechts vormen samen 1924. Tegenover de kapel het monument voor de gesneuvelden van WOI. Monument voor de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog met voorstelling van een ruïne met hardstenen gedenkplaat en hardstenen beeld van een liggende soldaat. En dan zijn we terug aan het CC. Hier eindigt onze wandeling in Bommershoven. .
Wandelen kan men prachtig in Ransdaal door het Ransdalerveld, met deels verharde paden en vele rust- en picknickplaatsen met afwisselende vergezichten over het Geuldal en de oude mijnstreek.
Een bijzonder gebouw is de kerk, in 1932 werd de huidige kerk gebouwd, het langgerekte gebouw is opgetrokken in Kunradersteen ('Craubergersteen'), Limburgse mergel en Naamse steen in de stijl van het traditionalisme met enkele details die als postmodernistisch avant-la-lettre kunnen worden gezien. Het gebouw bestaat uit een enigszins on-Limburgs aandoende toren met zadeldak. We wandelen verder door het prachtige landschap. En in de verte zien we de windmolen staan, weer verder en we komen in Fromberg met een prachtige hoeve.
En wat verder komen we in Wijlre. Wijlre ligt fraai langs de Geul. De aanblik van het dorp wordt overheerst door de meer dan honderd jaar oude Brand Bierbrouwerij. Ook is het stoomtreintraject van de Zuid-Limburgse Stoomtrein Maatschappij een onderdeel van het dorpje. Brand Bier, de Limburgse volksdrank, wordt in Wijlre gebrouwen. Het bereidingsproces is pure vakmanschap. De bereiding kent echter vele stappen en ook de grondstoffen zoals het bronwater, zijn smaakbepalend.
Het huidige kasteel is een herenhuis gelegen op een omgracht terrein. Op de zijgevel aan de straatzijde is een opvallend grote zonnewijzer en aan de achterzijde zijn enkele terrassen uit 1910. Het kasteel heeft een voorplein dat vanaf de straatzijde bereikbaar is via poort voorzien van een oude wapensteen en een stenen boogbrug. Aan het voorplein liggen verder drie van een mansardedak voorziene dienstvleugels uit de 18e eeuw. Rondom het kasteel ligt een prachtige tuin in landschapsstijl die is ontworpen en aangelegd in 1810 door de bekende Maastrichtse architect en stadsbouwmeester Mathias Soiron (1748-1834). Langs de brouwerij zien we de watermolen met twee waterraden.
De Molen van Otten is gelegen aan een molentak van de Geul. De geschiedenis van de molen gaat terug tot 1275, toen gebouwd als een banmolen van de heerlijkheid Wijlre. De eerste schriftelijke vermelding is echter van een clerus uit 1420. Een rekening voor het herstel van de molen door de toenmalige Heer van Wijlre, Gerard Scheiffart van Merode, maakt melding van het jaar 1485. Van oudsher was deze watermolen een koren- en oliemolen. Het huidige molengebouw en het bijbehorende woonhuis dateren uit 1776 zoals de muurankers aangeven. In dat jaar werden de bestaande gebouwen geheel verbouwd en werd er tevens een boerderij en een brouwerij of panhuis bijgebouwd. Eigenaren van het complex waren in die tijd de heren van de vrije rijks heerlijkheid Wijlre. Vandaag is de familie Otten eigenaar. Het is een prachtig monument.
We wandelen verder en komen dan in Stokhem hier prachtige vakwerkhuizen, dan weer verder een eindje langs de Geul. Wat verder in Engwegen en Schoonbron en dan weer een eindje om terug in Ransdaal te komen waar de mooie wandeling eindigt.
27E MARCHE DE LA CHOUFFE. / FORT MARCHEURS EMBOURG. / EMBOURG. 11/01/2014.
27E MARCHE DE LA CHOUFFE.
FORTS MARCHEURS EMBOURG.
EMBOURG – CHAUDFONTAINE.
We vertrekken in het centrum van Embourg bij de kerk welke al een hele he-geschiedenis heeft. Het vorige kerkgebouw werd jammer genoeg op 19 maart 1896 volledig vernield door brand. De gemeenteraad besluit haar te herbouwen op de huidige plaats, tussen een weiland tussen de grote weg en het klooster, dat eigendom is van de kerkfabriek. De eerste steen wordt gelegd op 19 maart 1899. De neo-gotische bouw is het werk van architect Monseur d'Ayeneux. Ze wordt ingewijd in het voorjaar van 1900 door mgr. Doutreloux.
We wandelen het dorp uit en gaan langs een prachtige hoeve. Het wapenschild met 3 rode rozen en de datum 1630 geeft aan dat het een bijzondere hoeve was. Wat verder komen we aan het monument van de gesneuvelden en langs de tank en het Fort Embourg, is een van de twaalf forten rond Luik opgericht voor de verdediging van de stad Luik in de late negentiende eeuw op initiatief van Belgische generaal Henri Alexis Brialmont. Het fort stamt uit 1888.
Wij wandelen ven de ingang in en kijken even binnen de muren van het fort. Dan wandelen we het fort op en kunnen zo van boven op het fort kijken. Weer wat verder en we wandelen nu in het “Bois D’oblustaine” het is een afwisselend parkoers, dan weer een stevige klim en dan weer het dal in. Omgeven door de natuur is het aangenaam om te wandelen.
Als we het bos verlaten wandelen we Beaufays binnen en dan wandelen we het “Bois de Chaudfontaine binnen. Hier onze controlepost en we ontmoeten onze vrienden met een gezellige babbel. Weer verder langs de prachtige typische huizen uit de streek. We klimmen nu een eindje en komen dan aan het kasteel van Embourg en zijn park vandaag is het gemeentehuis nog even verder en we komen zo aan het einde van onze wandeling.
NATUURRESERVAAT SINT PIETERSBERG. / LANAYE. / SINT PIETERSBERG. 10/01/2014
NATUURRESERVAAT SINT PIETERSBERG.
LANAYE.
SINT PIETERSBERG .
TUSSEN JEKER EN MAAS.
Op de westhelling van de Maas vind je een mozaïek van kalkgraslanden en bossen. Dankzij hun microkllimaat herbergen de kalkgraslanden een weelderige bloemenpracht van typische kalksoorten met poëtische namen zoals het gele zonneroosje, de lenteganzerik of de pimpernel. Maar ook spectaculaire orchideeën zoals het soldaatje of de poppenorchis. Meer dan 500 soorten vliesvleugeligen zijn geïnventariseerd, vooral bijensoorten. Maar ook vlinders, kevers en sprinkhanen zijn zeer talrijk, enkele van hen zijn vrij zeldzaam. Dit is voor vele soorten het meest noordelijke deel van hun verspreidingsgebied.
In Lanaye werd in 2005 een frisse, nieuwe permanente natuurtentoonstelling ingericht. Je leert er op interactieve wijze alles over de geologie, de geschiedenis en het ecologisch systeem van dit uitzonderlijk gebied. Het is ook de vertrekplaats voor geleide wandelingen in het natuurgebied. De info over de wandeling laat ons vermoeden dat dit een pracht van en wandeling gaat worden. Wij vertrekken met de wandeling op de Place Roi Albert, Lanaye. Midden in het dorpje. We wandelen verder en steken de Maas over en wandelen een eindje langs de rivier op. We zien voor ons de splitsing van de Maas en het Albertkanaal. Dan klimmen we de bossen in. We wandelen hier op de grens tussen België en Nederland.
De Thier de Lanaye is een van de steile hellingen aan de oostkant van het Belgische deel van de Sint-Pietersberg. Thier is het lokale woord voor de steile hellingen van de Sint-Pietersberg. Naast de Thier de Lanaye bestaan er ook nog de Thier de Nivelle in het zuiden en de Thier de Vignes in het noorden. Het gebied bestaat eigenlijk uit twee delen, namelijk het deel bovenaan de helling met zijn kalkgraslanden en de ingangen van de ondergrondse kalksteengroeves. Aan de voet van de helling ligt grond die afkomstig is van het Albertkanaal. Deze grond is hier aan het eind van de jaren 1960 gestort en waarop zich een zeer orchideeenrijke vegetatie heeft gevestigd. De ondergrond van de Thier de Lanaye wordt gevormd door Maastrichter kalksteen. Deze werd afgezet in een ondiepe, warme zee gedurende het Krijt-tijdperk (135-65 miljoen jaar geleden). De kalksteen is in het verleden afgegraven als bouwsteen. Hiervan getuigen nog de vele onderaardse kalksteengroeves.
Deze liggen op twee niveau ´s. Onderaan de helling, ter hoogte van het Albertkanaal, liggen enkele kalksteengroeves. De poort hiervan is echter gesloten. Hogerop, ter hoogte van de slinger in de weg tussen Lanaye en Eben-Emael, liggen de vele ingangen van open groeves (17 in totaal) die allemaal dood lijken te lopen. Opvallend is de vele vuursteen in het plafond van deze groeve. Waarschijnlijk is dit de reden geweest dat de relatief lage gangen niet verder zijn gedolven. Door de harde vuursteenbanken kon men namelijk niet graven. In het verleden zijn de groeves ook gebruikt als stal voor de schapen, met name in de wintermaanden. De Thier de Lanaye bestaat grotendeels uit kalkgrasland. Het gebied omvat met 5 hectare van deze bijzondere begroeiing het grootste kalkgrasland in de omgeving.
De Belgische Sint-Pietersberg, en dan met name het gebied van de Thier de Lanaye, is beroemd vanwege de vele soorten orchideeën die er voorkomen. De meeste orchideeën groeien aan de voet van de helling, in een open grasland nabij het Albertkanaal. Vanop de top van de helling hebben we en prachtig panorama op de rivier en op Nederland het is hier wel prachtig en zeker op een zonnige winterdag. We dalen terug af om aan de graslanden te komen we wandelen nu verder, hier een openvlakte met landbouw. Weer klimmen we de helling op. Wat een prachtig landschap we komen weer boven op de helling met de mergelgroeven, hier is het een reservaat gewoon prachtig op te wandelen. We verlaten het reservaat en dalen af naar Lanaye. Zo komen we terug in het centrum van het dorpje.
Wij wandelen nog even naar de Maas aan de overzetveer. Tot april ligt ze stil, de kunt deze wandeling ook vanuit Eijsden (Nederland) doen. Wij kunnen van hier het kasteel van Eijsden zien toch prachtig nog een eindje langs de Maas en dan wandelen we terug naar ons vertrek, wat een prachtige wandeling dit is kun je niet beschrijven je moet ze zelf doen en ervan genieten.
22E MARCHE DE L'EPIPHANIE. / LES ROTEUS DI HOUSSAIE. / BEYNE-HEUSAY. 08/01/2014.
22E MARCHE DE L’EPIPHANIE.
LES ROTEUS DI HOUSSAIE.
BEYNE-HEUSAY.
Wandeling in Beyne-Heusay vertrekt in het centrum van het dorpje, langs het historische stadshuis. Bijzonder zijn de beelden in de nok van het stadshuis. Dan vertrekken we voor onze wandeling een heel eind langs prachtige huizen en boerderijen. Dan langs het kasteel van Fleron, waar de Foyer van Fleron in bevind, wat verder langs het gemeentehuis ook gehuisvest in een prachtig oud gebouw.
Dan verder langs de typische huizen van de streek. Aan de huizen hangt een schildje met “ Une ville a la campagne” “Fleron” een mooi schildje met beelden van het stadje. Ook hier komen we nog getuigen van de steenkoolmijnen voor , een terril op de achtergrond. Dan komen we langs de Saint-Denis kerk met zijn geklasseerde orgel spijtig dat we de orgel niet kunnen bekijken de kerk is gesloten. Hier ook mooie oude gebouwen in baksteen met hardstenen raam omlijstingen. Wel mooi om te bekijken.
Hier en daar zijn er nog overblijfsels van vakwerk spijtig dat de houten balken opgevuld zijn met bakstenen, maar gelukkig zijn de gebouwen toch bewaard. Wat verder komen we aan L’Aventine een geklasseerde site uit 1670. Deze Vierkants hoeve is een prachtig geheel. De hoeve heeft een bijzonder wapenschild. Dan komen we in de open ruimte met prachtige zichten over het landschap. Dan komen we op de rustpost. Na rust weer op weg. We komen in Queue-du-Bois. Nu klimmen we een heel eind waar we een prachtig panorama over de streek krijgen als beloning. Wat een zichten over het landschap en we zien ook de terrils in het landschap, ze duiken op in het landschap als reuze molshopen. We wandelen door het landschap om dan in Jupille-Sur-Meuse te komen. We komen en tweede maal op onze rust post aan.
We wandelen weer verder en stekken de “Ravel – Ligne38” over. Lijn 38' is de oude spoorlijn die het Land van Herve doorkruist en die ooit Chênée met Plombières verbond. Nu is ze geïntegreerd in het RAVeL net en voorbehouden aan wandelaars. Ze ontpopte zich ondertussen tot een van de mooiste groene wegen van België.
Nog even wandelen we verder en komen terug langs het stadshuis van Beyne en zo eindigt een mooie wandeling.
Onze wandeling vandaag in Vijlen. “Welkom in Vijlen, het bergdorpje van Nederland” zo heet vijlen ons welkom als het dorp inrijden. Vanuit Hopschet vertrekt onze wandeling met een prachtige vakwerkhuis. Alle afstanden lopen richting het Vijlenerbos, het hoogstgelegen bos van Nederland, langs de Zevenwegenweg (met zijn 4 eeuwen oude wintereik) naar het gebouw van Staatsbosbeheer.
We passeren “het huis van Prins Hendrik” wie was deze Prins? Hendrik Wladimir Albrecht Ernst (Schwerin, 19 april 1876 – Den Haag, 3 juli 1934), Prins der Nederlanden, Hertog van Mecklenburg, geboren als Heinrich Wladimir Albrecht Ernst, Hertog van Mecklenburg, Vorst van Wenden, Schwerin, Ratzeburg, Graaf van Schwerin, Heer van de landen Rostock en Stargard, was de echtgenoot van koningin Wilhelmina der Nederlanden. We dalen na het huis naar beneden waar we weer mooie vakwerkhuizen te zien krijgen. We zijn hier op de Vijlerberg. Dan een heel eind door de prachtige natuur om naar het Vijlerbos te gaan waar de controlepost is.
We wandelen dan weer verder door het bos en komen via de Groenenweg, langs prachtige vakwerkhuizen, in Rott. Hier ook weer mooie vakwerkhuizen en een vakwerkboerderij met een bakoven, wat niet veel meer gezien word. Rott is een van de oorspronkelijk zeven 'rotten' (buurtschappen) van het dorp Vijlen. Rott bestaat uit een dertigtal huizen aan één lange, glooiende straat die dezelfde naam draagt. Met prachtige vakwerkhuizen.
We wandelen langs de waterpomp en het ene na het andere vakwerkhuis gaan we voorbij tot aan een stenen kruis uit 1653. We wandelen verder en komen zo in Helle. Ook hier weer de witte vakwerkhuizen de ene al mooier dan de andere en piekfijn onderhouden, wel een pracht om naar te kijken en om door te wandelen.
In de verte zien we de kerk van Vijlen deze is de hoogst gelegen kerk van Nederland. Nu komen we langs een grote wijngaard en dan wat verder zijn we terug in het dorp. Langs de kerk “Sint Martinus” en dan zijn we weer op ons vertrek. Een prachtige wandeling in Vijlen
BILZEN LIVE. / DE DEMERSTAPPERS. BILZEN. / BILZEN 04/01/2014.
BILZEN LIVE.
DE DEMERSTAPPERS. BILZEN.
BILZEN.
Bilzen is gelegen in vochtig-Haspengouw in de vallei van de bovenloop van de Demer op een hoogte van ongeveer 50 meter, naar het westen aflopend tot 40 meter. De oostelijke oever is vrij steil (Borreberg, Katteberg) en loopt op tot 88 meter hoogte. De belangrijkste natuur- en recreatiegebieden zijn Park Haffmans en daarop aansluitend de Katteberg.
We vertrekken met de wandeling aan het station. En dadelijk hebben we een prachtig stukje natuur om in te wandelen. We wandelen Katteberg binnen. Dit groengebied is genoemd naar een vroegere hoeve 'de Kat'. Men onderscheidt er 2 landschapstypes: enerzijds de vallei met weilanden langs de Demer en anderzijds zijn er de beboste flanken aan de rand. Door de aanwezigheid van zo'n 60-tal verschillende planten, circa 40 soorten water- en overplanten en meer dan 80 soorten struikgewas en bosplanten, is dit gebied van uitzonderlijke biologisch waarde. De Katteberg is ook een recreatiegebied met imposante visvijvers. Ook hier is het dierenparkje “Katteberg” met een verzameling kleine dieren een plek die druk bezocht word door jongen ouders met kleine kinderen.
Wij wandelen weer verder komen langs een paar mooie oude vakwerkhuizen dan komen we op de oude trambedding. Hier loopt ook de verbindingsroute van Bilzen naar Alden Biesen. De wandeling loopt over het tracé van de vroegere tramlijn die de Genkse steenkoolmijnen verbond met het Luikse industriegebied. De aanleg van de tramlijn werd gestart in 1908. Om het hoogteverschil tussen het station en het gehucht Leten te overbruggen, werd over een afstand van 700 meter een aarden berm aangelegd, dwars door de Katteberg. Over de Demer werd een dubbele boogbrug in metselwerk gebouwd. De stoomtram werd in bedrijf genomen in 1910 en zorgde voor een enorme toename van het reizigersverkeer in de streek. De tram werd definitief buiten gebruik gesteld in augustus 1948 en de tramsporen werden opgeruimd in 1952. Om dit 'tram'gegeven te benadrukken werd een trambank in cortenstaal geplaatst en werden er recent aan de ingang van de Katteberg aanplantingswerken gedaan zodat men de idee krijgt in een tunnel te belanden. We wandelen de tramlijn af om in het park van Bilzen te komen.
Park Goed Claes ligt pal aan de Demer. In de 16de eeuw was dit de tuin van de woning van de familie De Matthijs, die drie eeuwen lang furore maakte in het rechtswezen en de hoge ambtenarij in Bilzen en omgeving. Omstreeks 1820 werd de eigendom verworven door Charles Raphaël Carrey de la Grange. In 1847 liet hij het oude huis afbreken en opnieuw opbouwen in de stijl zoals we het nu kennen. In 1903 werden woning en tuin verkocht aan Paul Henri Claes – Neyt, vrederechter in Bilzen. Het Goed Claes werd door de staat aangekocht in 1985 en gerestaureerd in 1993-1994. In de tuin staan enkele zeer oude en merkwaardige bomen, zoals een treures, een Japanse notenboom en een rode paardenkastanje.
Ook in het park de Bilzermolen. Deze 16de-eeuwse graanmolen is nog volledig intact en maalvaardig. Ze wordt aangedreven door een waterrad. De watermolen is momenteel voorzien van een vistrap die de vissen de mogelijkheid geeft om te paaien in het stroomopwaarts gedeelte van de Demer. Wij komen nu terug in het centrum van Bilzen met achter het voormalige stadhuis ligt de Sint-Mauritiuskerk. De huidige vorm van de kerk is een neogotische hallekerk, waarbij het schip en de neogotische zijbeuken van gelijke hoogte zijn, zodat er geen luchtbogen aanwezig zijn ter ondersteuning van de middenbeuk. Voor de bouw van de kerk maakte men gebruik van een zachte en poreuze mergelsteen. Het interieur is fraai gerestaureerd in neogotische stijl en traditie. Het hele interieurconcept werd herdacht: de mooie laatgotische beeldenschat werd geïntegreerd in barokke elementen. Merkwaardig en opvallend is het rijke neogotische koloriet van glasramen en modern schilderwerk. Onder de toren werd een museale ruimte gecreëerd met een duidelijke link naar de landcommanderij Alden Biesen.
De kerk is open en wij nemen ruim de tijd om de kerk te bezoeken. Na de kerk komt het stadhuis. Het stadhuis van Bilzen is op architecturaal vlak één van de oudste van Limburg. Het dateert uit de periode 1686-1689 en is opgetrokken in Maaslandse stijl, naar een ontwerp van Lambert Derick uit Anheit nabij Hoei. Het gebouw onderging een duidelijke invloed van de Luikse architectuur. Dit komt ondermeer tot uiting in de voorgevel die volledig opgericht is in Naamse kalksteen, net zoals de omlijsting van de rondboogdeur en de kruisramen. In 1998 werd het interieur helemaal herdacht en aangepast aan de hedendaagse noden. Onder de pui geeft een poortje toegang tot de kelderverdieping, waar vroeger een gevangenis was. Oorspronkelijk maakte het stadhuis deel uit van een huizenrij die het marktplein afsloot.
Op het einde van de 19de eeuw werden de aanpalende huizen gesloopt, waardoor het stadhuis een alleenstaand gebouw werd. Voor het stadhuis staat het perron, in de volksmond ‘het piegelke’. Bovenop deze zuil prijkt een pijnappel, symbool van gerechtigheid en een kruis als teken van het opperste gezag van de prins-bisschop van Luik. In 1170 had de graaf van Loon aan Bilzen stadsrechten toegekend. Na de annexatie door het prinsbisdom Luik in 1366 werd Bilzen in zijn rechten bevestigd als één van de Luikse ‘goede steden'.
Bij wijze van symbool werd op de markt een perron opgericht. Het werd vernieuwd in 1768 en ontmanteld door de Fransen in 1798. In 1968 werd in de Demerlaan een kopie van het oude perron gebouwd ter herdenking aan de oorlogsslachtoffers. In april 2006 werd het uiteindelijk naar de markt overgebracht. Nog even het plein overstekken en dan komen we terug aan ons vertrek. Een mooie wandeling.
Het dorp zelf is gelegen in het beekdal van de Eyserbeek, die bij het zuidelijker gelegen dorp Bocholtz ontspringt. Dit dal kent steile hellingen, met boven op de heuvelplateaus weidse uitzichten. Tegen een van deze hellingen is een woonwijk gebouwd. Een miljoen jaar geleden stroomde de rivier de Maas nog door Simpelveld. Alleen de Vrouwenheide en de Huls bevonden zich toen als eilanden boven de waterspiegel. We vertrekken met de wandeling dicht bij het station van de ZLSM.
Een stukje geschiedenis: De Miljoenenlijn, een toegankelijk monument Een kwart eeuw geleden ging de kogel door de kerk: vijf begeesterde mannen richtten op 24 maart 1988 de Zuid-Limburgse Stoomtram (later Stoomtrein) Maatschappij op. Zij konden het niet verkroppen, dat de toenmalige minister Neelie Smit-Kroes een dag eerder had besloten om de spoorlijn Kerkrade-Simpelveld op te heffen. Het ‘Miljoenenlijntje’ moest behouden blijven. Deze spoorverbinding, die in 1923 voor veel geld (vandaar de naam) was aangelegd om het kolenspoor uit 1872 van de Domaniale Mijnen in de Oostelijke Mijnstreek in Simpelveld aansluiting te geven op Nederlands oudste grensoverschrijdende spoorverbinding, de Aachen-Maastrichter Eisenbahn uit 1853, en daarmee naar de rest van Nederland, was immers een spoormonument van grote cultuur-historische waarde. Een als rijksmonument geklassificeerd ensemble van station, seinhuizen, watertoren en draaischijf in thuisbasis Simpelveld, waar de klassieke beveiliging, soms hersteld en gerestaureerd, nog steeds in werking is.
We verlaten het station en gaan de velden verkennen in de verte zien we een mooie windmolen. Weer wat verder met de wandeling. Door het afwisselend landschap golvend en verrassend. Zo komen we in Baneheide,, is een buurtschap van Bocholtz. Baneheide heeft een typisch Limburgs dorpsgezicht met een waterpoel, een waterputhuisje, boerderijen opgetrokken uit Kunradersteen, vakwerkhuizen en op de kruising evenals op de gevel van de Heihoeve een houten kruisbeeld. Hier weer prachtige natuur en zo afwisselend dat de tijd vliegt.
En komen zo aan “de GrenzRouten” Op de GrensRouten beleeft u het landschap, de cultuur en de geschiedenis van de Drielandenregio. Of u nu wandelt door het open heggenlandschap in Oost-België, langs de oude beuken aan de historische "Landgraben" (oude aardewal op de grens), door het prachtige Geuldal of over de heuvels in het Limburgse Heuvelland.
Wij zijn nu in ORSBACH. Het dorp ligt op het Duitse deel van het Plateau van Bocholtz. In het dorp ligt een oude middeleeuwse burcht die tegenwoordig als woning in gebruik is. Burg Orsbach ligt in het centrum van het dorp tussen de kerk St. Peter en het dorpsplein. Burg Orsbach, vermoedelijk gebouwd in de 15e eeuw, is één van de oudst bewaard gebleven woonhuizen van Aken. Als meest westelijke grenswachttoren van het Akense rijk was de burcht op de belangrijke verkeersverbinding naar Maastricht de eerste buitenpost van Aken.
Vanuit hier kon men de weg naar het westen zien die bij de Maashaven van Maastricht eindigde en waarover de konvooien naar de bekroningen en andere historische evenementen in Aken trokken. In een historische notitie wordt vermeld dat de burgemeester van Aken de vanuit het westen arriverende gasten hier in de burcht ontving om hen naar de stad te begeleiden. Uit andere bronnen blijkt dat de Burg Orsbach als zetel van het sinds de 13e eeuw belangrijke Akense geslacht Van Orlousberghe diende. Na een bewogen geschiedenis werd het gebouw in 1969 door de familie Hucke van de gemeente Laurensberg gekocht en zo van de al geplande sloop gered. Wat verder de kerk die open is en een bezoekje waard is, we nemen de tijd om even binnen te gaan.
Weer verder en we wandelen nu echt op de grens tussen Nederland en Duitsland we komen verschillende grensstenen tegen, betonen paaltjes met D en NL op. We vervolgen onze route en komen zo in Bocholtz. Door het dorp langs de kerk en het plein. Ook hier is de kerk open en er staat een geweldige grote kerststal, een heel bijzondere kerststal waar je wel een tijdje nodig heb om alles eens te bekijken. Even rond kijken in de kerk en dan weer verder.
Weer een eindje verder en we komen zo aan het kasteel van Bocholz. Kasteel Bocholz: Kasteel de Bongand Het kasteel is in het begin van de 16e eeuw gebouwd op de fundamenten van een omgrachte voorganger uit de 14e eeuw. Het kasteel kreeg toen een vierkant grondplan met vier vleugels om een binnenplaats en een poorttoren in het midden van een van die vleugels. Later is op elk van de vier hoekpunten een ronde toren bijgebouwd. In de 19e eeuw is het kasteel verkleind tot een kwart van de oorspronkelijke opzet, waarbij slechts één van de ronde torens, de poortoren en de vleugels tussen de ronde toren en de poorttoren overbleven.
De overblijvende vleugel en de poorttoren werden aan beide zijden voorzien van een kopse gevel. Het gehele gebouw is opgetrokken uit bakstenen met daartussen over de gehele hoogte mergelstenen speklagen, waardoor het een Maaslandse Renaissance uiterlijk heeft. De ingangspoort in de poorttoren is voorzien van een laatgotische hardstenen omlijsting. Aan de zijde van de binnenplaats bevinden zich overblijfselen van twee galerijen uitgevoerd in vroegrenaissance stijl en voorzien zuilen. Inwendig heeft het kasteel een laatgotische schouw. Bij het kasteel ligt een in 1701 uit kalkbreuksteen opgetrokken U-vormige hoeve. Rond het kasteel is een park aangelegd. We wandelen weer verder en komen in Bocholzerheide hier controle, en ook hier gratis Oliebollen en een gratis drankje. Na de rust weer verder en niet zo ver meer komen we in Simpelveld en nog een kleinen inspanning en we zijn terug aan ons vertrek. Wat een mooie wandeling met prachtige zichten , natuur en cultuur.
MARCHE DES CRECHES. / LES 21 GEMMENICH. / GEMMENICH. 28/12/2103
MARCHE DES CRECHES.
LES 21 GEMMENICH.
GEMMENICH.
Onze wandeling in Gemmenich vandaag zal de laatste zijn die we in België wandelen in 2013. We vertrekken in Gemmenich. Gemmenich ligt in het dal van de Geul. Centraal in het dorp staat de Sint-Hubertuskerk, met een bijzonder houten retabel uit de 12de eeuw.
Het hoogste punt van Gemmenich is echter de 50 meter hoge Boudewijntoren, een uitkijktoren aan Belgische zijde van het Drielandenpunt, bovenop de Vaalserberg. Bezienswaardig is verder de boerderij uit 1733 waar de ouders van de beroemde componist César Franck woonden. We verlaten Gemmenich en vlug komen we in Morsenet-Chapelle. In Moresnet bevindt zich ook het befaamde Viaduct van Moresnet, in de spoorlijn Aken - Wezet (thans nog alleen voor goederenvervoer). Het is een opvallende verschijning omdat het hoog boven het dorpje uittorent. Maar eerst komen we aan de kruisweg van Moresnet-Chapelle. De verering van de Maagd in Moresnet vindt zijn oorsprong in 1750, na de genezing van de jonge Arnold Franck, een epilepticus. Omstreeks 1875 kwamen de Vaders Franciscanen uit Aken, op de vlucht voor de “Kulturkampf”, zich hier vestigen. Zij namen de pelgrimstochten naar Notre-Dame du Petit-Chêne voor hun rekening. Hun uitstraling nam hand over hand toe. Johannes Ruiter, de Vader Abt, trachtte de Mariaverering te verbinden met de cultus van Sint-Franciscus van Assisi en ontwierp een kruisweg. Het bouwwerk werd verwezenlijkt.
Het landschap werd volledig hertekend. Alle hoogtes en de berg van de 12de statie werden aangelegd op een vlak terrein, met de hulpmiddelen uit die tijd en dank zij het vrijwilligerswerk van vele omwonenden. Iedere statie heeft zijn eigen kenmerken. De gewelven en de muren van de grotten bestaande uit ringvormige putstenen zijn aan de buitenzijde bekleed met lavablokken. De plechtige inhuldiging van de Kruisweg vond plaats op 25 mei 1902, maar werd definitief voltooid op 13 september 1903. Wij wandelen door het domein en langs de kapel.
Wat verder zien we de beroemde brug van Morsenet. Het viaduct van Moresnet is een 1200 meter lange spoorwegbrug over het dal van de Geul in Moresnet. Het is een van de bekendste spoorbruggen van België en van Europa. De brug is onderdeel van spoorlijn 24 (Montzenroute Antwerpen-Aken), die speciaal gebouwd is voor het transport van Duitse artillerie en troepen naar het front tijdens de Eerste Wereldoorlog in 1915-1916. Vanwege de slechte staat van onderhoud mochten de treinen de laatste jaren nog maar met 15-20 km/u over de brug rijden. Tussen 2002 en 2005 werd het viaduct echter gerenoveerd. De brugdelen werden vervangen en de pijlers werden gerestaureerd. De brug sluit in het oosten aan op de Gemmenichertunnel die onder de Vaalserberg doorgaat. In het westen ligt het spooremplacement van station Montzen met daarachter de Tunnel van Remersdaal. Het viaduct bestaat uit 22 stalen dubbelsporige brugdelen, steunend op 2 landhoofden, 5 steunpijlers en 16 gewone pijlers uit stampbeton (een nieuwe techniek in die tijd). Elk van de brugdelen is 48 meter lang en weegt ongeveer 260 ton.
We wandelen verder door het prachtige landschap afwisselend landbouw en weilanden. Ook op de heuvelflanken zijn er bossen die in het golvende landschap nog mooie uit laat komen. We wandelen verder en wat later komen we in het dorp Gemmenich aan, hier weer mooie ardeense huizen. Ook nog een paar mooie vakwerkhuizen staan hier en het is genieten van al het moois dat we op de wandeling te zien krijgen. Nog even en we beëindigen een mooie wandeling.
Tweede Kerstdag wandeling in Geulle, een wandeling die jaarlijks terug komt. De plaatsnaam is afgeleid van de rivier de Geul. Deze mondde in het verleden bij de oude dorpskern, Geulle aan de Maas (ook wel aangeduid als 'Aan de Maas') uit in de Maas.
We wandelen het dorpje uit door de velden en bossen. We wandelen het Bunderbos in. Het Bunderbos strekt zich uit over een afstand van zo'n 5,5 km tussen Elsloo en Bunde, en bedekt een oppervlakte van zo'n 144 hectare. Het bos bevindt zich op de oostelijke helling van het Maasdal en bedekt daar een aantal Maasterrassen. Plaatselijk komen er hoogteverschillen voor van 80 meter. Samen met aangrenzend bosgebied vormt het Bunderbos een Natura 2000-gebied onder de naam Bunder- en Elsloërbos. Het is een afwisselend parkoers dan weer wat klimmen en dan weer dalen. Wat verder komen we in Kasen.
De buurtschap Kasen bestaat al sinds de 16e eeuw. De naam verwijst naar het eikenbos dat vroeger het grootste deel van het plateau tussen Bunde en Geulle bedekte. De Oud-Nederlandse woorden ‘Cas’ (eiken) en ‘wyn’ (landgoed) zijn op den duur samengetrokken tot Kasen. Hier is het landschap vlakker en meer akkers en weilanden. We wandelen door Kasen en komen zo in Moorveld. Hier ook weer mooie plekjes en ook grote boerderijen. Mooi om door et wandelen. Nog wat verder komen we terug in Geulle aan en eerst nog even langs de watermolen van Geulle, de Molen van Hulsen of Onderste Molen van Hulsen is een watermolen die gebruik maakt van het water van het riviertje de Molenbeek. Vroeger werd de Molenbeek de Walsenbeek genoemd. Gedurende bijna drie eeuwen werd deze watermolen, samen met de Bovenste Molen, Kasteel Geulle en een groot aantal landgoederen vererfd in adellijke families. In de jaren 1878-1879 werd de Onderste Molen afgebroken en herbouwd, waarna tevens hier een boerenbedrijf gevestigd was. Tot 1960 is de molen commercieel gebruikt. De molen is een bovenslag molen en diende om koren te malen. Nog even en we komen terug aan ons vertrek.
GEULHEM: GROTWONINGEN – GEULHEMMERGROEVE.
Jaarlijks zijn de Geulhemmergroeve en de rotswoningen voor het publiek geopend met Kerstmis, waarbij de ondergrondse ruimtes en gangen sfeervol verlicht zijn. Omdat onze wandeling hier niet ver vanaf is nemen we de gelegenheid te baat om deze toch wel uitzonderlijke woningen te bezoeken. Deze liggen in Geulhem is een gehucht in de voormalige gemeente Berg en Terblijt, thans gemeente Valkenburg aan de Geul en ligt tussen de plaatsen Houthem en Berg ingeklemd. Naast de Geulhemmermolen, die thans in gebruik is als café, bevinden er zich in de directe omgeving de onderaardse gangenstelsels van de Geulhemmerberg: de Geulhemmergroeve. In het verleden werden gedeelten van deze door mergelwinning ontstane groeven gebruikt als grotwoningen. Een deel van de grotwoningen is gerestaureerd en tijdens groepsrondleidingen te bezichtigen. Bij de ingang van de Geulhemmergrot is een mergelstenen beeld geplaatst van een blokbreker, de ambachtsman die in het verleden met behulp van vaak primitieve werktuigen de blokken mergel ondergronds won. We parkeren even buiten het dorp en wandelen langs de mergelwand waar verschillende grotten uitgehouwen zijn, we komen langs het oorlogsmonument Bronsdaelgroeve.
De Bronsdaelgroeve is een oorlogsmonument aan de Geulweg vlak bij de ingang naar de Curfsgroeve. Het bestaat uit een nog goed herkenbaar, deels ondergronds complex dat de Duitsers bouwden voor reparatie van vliegtuigmotoren. Het complex is deels ondergronds aangelegd in een aantal grotere en kleinere mergelgroeven aan de voet van en omringd door hellingbossen langs de Geul.
In 1944 voerden de geallieerden zware bombardementen uit op Duitsland Rijk met als doel de Duitse oorlogsindustrie lam te leggen. De Duitsers reageerden daarop door bomvrije werkplaatsen voor de Luftwaffe in te richten. Opdracht voor de bouw werd gegeven door het opperbevel van de Luftwaffe. Volgens de plaatselijke overlevering zouden hier de “Vergeltungswaffen” V-I en V-II zijn gefabriceerd. In feite ging het om een groot opgezette reparatiewerkplaats voor BMW-motoren voor bommenwerpers. Maandelijks zouden tweehonderd tot tweehonderdvijftig motoren worden gerepareerd. Men heeft vanaf maart 1944 de groeven aangepast om ze geschikt te maken voor de huisvesting van oorlogsindustrie. De leiding bij de bouw had de zogenaamde Organisation Todt, een belangrijk militair bouwbedrijf van het Derde Rijk.
Deze zette ter plekke veel dwangarbeiders in uit onder andere de Noordoostpolder. Het complex was tamelijk omvangrijk. Men legde betonnen vloeren in de groeve, verhoogde de gangen en verstevigde de pilaren. Er waren werkplaatsen met in totaal 13.000 m2 netto vloeroppervlak omvang, waarvan 9.200 m2 ondergronds. In aangrenzende kleine groeven werden bomvrije werkplaatsen en een bomvrij benzinestation gebouwd. Er was een volledig uitgeruste smalspoorverbinding die de werkplaats verbond met Meerssen en met de op enige afstand gelegen testfaciliteiten voor gerepareerde motoren. Daarbij hoorden een aantal laadperrons met hijskranen, een onderhoudswerkplaats voor voertuigen en zelfs een ondergrondse schuilplaats (“De ster van Parijs”) voor de locomotief van de smalspoorlijn.
Verder werden de wegen in de omgeving en op het complex verbeterd en zelfs de spoorwegverbinding Maastricht – Aken werd vanwege dit project verbeterd en geschikt gemaakt voor zware transporten. Het was de bedoeling dat men in ploegendiensten volcontinu zou gaan draaien. Amerikaanse eenheden namen echter op 15 september het gebied rond Meerssen in, toen de werkplaatsen in de Bronsdaelgroeve nog maar gedeeltelijk waren afgebouwd en in gebruik genomen.
Curfsgroeve
De Curfsgroeve is een dagbouwgroeve. De groeve is in handen van de firma Ankerpoort. In de groeve werd tot 2009 kalksteen gewonnen voor de productie van kunstmest door DSM. De beste kwaliteit mergel wordt voor rookgasontzwaveling gebruikt. De kalksteen wordt gewonnen door middel van springladingen. In 2009 werd de dagbouwproductie beëindigd en werd het volledige gebied heringericht als natuurgebied. In de groeve komen nu al verschillende (streng!) beschermde diersoorten voor als de ijsvogel, oehoe, en vroedmeesterpad. Daarnaast is de aanwezigheid van vos, steenmarter, bunzing, konijn en ondergrondse woelmuis vastgesteld. Er zijn vermoedens dat ook de eikelmuis in de bosschages van de groeve voor zou komen. We wandelen verder door het dorpje met prachtige mergelhuizen.
Grotwoning.
De grotwoningen te Geulhem waren meestal open gekapte ruimtes of ingangen van groeves. Vaak maakte men hiervoor gebruik van korte, doodlopende gangetjes. Men trok hiervoor een muur op en zo had men voor weinig geld een woning. Een gat in het plafond diende als schoorsteen. Het waren dus woningen voor de armeren uit de samenleving, meestal voor de mensen die hun brood verdienden met het kappen van mergel. In het verleden was het voorkomen van grotwoningen in Zuid-Limburg een relatief normaal verschijnsel. Enkele woningen in Geulhem zijn tot 1931 bewoond geweest. Men betaalde destijds een huur van 4 cent per maand of 50 cent per jaar. Uit 1863 is een huurcontract bekend waarvoor een grotwoning een huur van 3 gulden per jaar werd gerekend en dat was destijds veel geld. Enkele van de rotswoningen zijn in 1976 gerestaureerd. De woningen waren somber ingericht, soms waren de muren en zoldering met kalk gewit of lichtblauw gekleurd. Eén van de grotwoningen had zelfs twee verdiepingen. De vloer van de woning lag enkele meters boven de landweg. Twee steile paadjes leiden naar de ingang. Bij de grotwoning hoorden een kippenhok en een bakoven op de bovenverdieping.
Geulhemmergroeve
De Geulhemmergroeve is een ondergrondse steengroeve waaruit vroeger mergelsteen uit de bodem werd gehaald. De groeve bestaat uit een onderaards gangenstelsel van ongeveer 25 kilometer. Door de eeuwen heen is ze in verschillende tijden door mensen in gebruik geweest als schuilplaats In de groeve zijn er door de tijd allerlei muurschilderingen aangebracht en bevinden zich er verschillende ruimtes. Sinds 17 mei 1971 ligt het beheer van de Geulhemmergroeve bij vrijwilligers. Op 25 november 1976 is er ten behoeve van het beheer en de instandhouding van de Geulhemmergroeve en de nabijgelegen rotswoningen een stichting opgericht: "De Rotswoning".
Kapel
In de groeve bevindt zich onder meer een historische schuilkapel die dateert uit de Franse overheersing. In november 1794 veroverden de Fransen vestingstad Maastricht en lijfden tegelijk de wijde omgeving mee in de Franse Republiek. De Fransen sloten vele kloosters en alle priesters waren verplicht om de eed op de constituatie af te leggen om daarmee de loyaliteit te tonen ten aanzien van de Franse overheersers. In Zuid-Limburg weigerden vele priesters deze eed af te leggen en gingen ondergronds, figuurlijk, maar ook letterlijk in de schuilkapel in de Geulhemmergroeve. Een van hen was de pastoor Joannes Schepers van Berg en Terblijt, sinds 1774 pastoor van deze parochie. Zijn kerk werd met een gerechtelijk bevel gesloten en dook onder in de ondergrondse groeve.
In het geheim werd er door een inwoner van Berg en Terblijt, Joannes Claessen, een kapel uitgehakt in de Geulhemmergroeve. Hier werden twee jaar lang H-missen opgedragen. Ook werd er in de groeve de jaarlijkse processie gehouden. In 1801 keerde de pastoor terug naar de kerk in het dorp. In 1803 overleed hij.
Oranje Galerij
In 1907 werd er in de Geulhemmergroeve door beeldhouwer Lamour en kunstschilder Hartigh de Oranje Galerij gemaakt. Deze galerij bestaat uit houtskool-muurschilderingen en medaillons van mergel met portretten van de Oranjes. De portretten van koninginnen Juliana en Beatrix zijn later door de stichting gemaakt. In 1997 zijn de medaillons verplaatst naar een andere plek in de groeve vanwege instortingsgevaar. Ook zijn er nog blokbrekermuseum en Fossielenmuseum. Het is een aangenaam bezoek en het is zeker de moeite om eens te doen.
EINDEJAARSTOCHT. / AVIAT SINT TRUIDEN. / NIEUWERKERKEN. 23/12/2013
EINDEJAARSTOCHT.
WC. AVIAT SINT TRUIDEN.
NIEUWERKERKEN.
Nieuwerkerken is een landelijke gemeente, gelegen in het noordwesten van Limburgs Haspengouw. Uitgestrekte fruitboomgaarden bepalen het dorpsbeeld. Je kan hier prachtige wandelingen maken over holle wegen, doorheen zeldzame natuurreservaatjes, langs oude kastelen, vierkantshoeves en molens, afgewisseld met enkele adembenemende vergezichten.
Al vlug komen we aan het kasteel Nieuwenhoven, was sinds eind van de 13de eeuw het speelhof en zomerverblijf van de abten van de Sint-Trudoabdij van Sint-Truiden. Vanaf de 18de eeuw verbleven ze er permanent. In de loop der eeuwen werd het kasteel versterkt, vergroot en herhaaldelijk verbouwd. De huidige hoeve dateert uit de 17de eeuw. Het kasteel werd opnieuw verbouwd in de 19de eeuw in Engelse neogotische stijl maar werd gedeeltelijk vernield door een brand in 1932. Het wagenhuis tussen kasteel en hoeve werd verbouwd tot woonhuis. Vandaag zijn er restauratiewerken bezig.
Rondom het kasteel ligt het bos van Nieuwenhoven, van oudsher het Galgenbos genoemd. Het landschap heeft nog de structuur van de 19e-eeuwse Engelse landschappelijke tuin. Toen het bos begin jaren 70 van de 20e eeuw dreigde te worden verkaveld, verwierf de provincie Limburg het gebied in 1972, behalve het kasteeldomein met park en vijvers. De provincie heeft het gebied uitgebreid tot ongeveer 160 hectare en er een bezoekerscentrum ingericht. Dit gebied is nu het Provinciaal Domein Nieuwenhoven. Het werd bewoond door de adellijke familie de Moffarts. Wij wandelen nu het domein van Nieuwenhoven binnen door het bos en over de loopplanken nog even om kijken om het kasteel van een beetje afstand te bekijken.
We verlaten het bos en voor ons komt de Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw van Kortenbos tevoorschijn. De Basiliek van Kortenbos is een één beukige barokke kruiskerk met een schip, Het gebouw is opgetrokken uit baksteen met verwerking van mergelsteen. De zware, vierkante oosttoren heeft een kroonlijst op halve hoogte en rondboogvormige muuropeningen op verschillende hoogten. De tweede geleding is verlevendigd met mergelstenen hoekbanden en speklagen, onderbroken door twee mergelstenen, rondboogvormige galmgaten onder een centrale wijzerplaat. De achtzijdige lantaarn wordt bekroond door een peervormige spits, geflankeerd door vier slanke peervormige hoektorentjes.
Wij gaan even een bezoekje brengen in de kerk. De kerk heeft een zeer rijke barokke inrichting, die grotendeels in originele staat bewaard is gebleven. Het interieur doet sterk denken aan dat van de abdijkerk van Averbode, waarmee de kerk sinds jaar en dag verbonden is. Zeer bijzonder zijn de tien biechtstoelen van Antoon Baeyens uit Mechelen (circa 1651). De biechtstoelen zijn geheel ingewerkt in de eikenhouten lambrisering, die de wanden van het hele kerkschip en een deel van de transeptarmen bedekt. De lambrisering omvat ook de westelijke hoofdingang en twee rijk bewerkte deuren ter weerszijden daarvan. De eiken preekstoel dateert uit 1647. De communiebank in Lodewijk XIV-stijl is jonger (ca 1724). Op het koor bevinden zich enkele armstoelen in Lodewijk XV-stijl. Na het bezoek wandelen we verder en komen aan een grote hoeve. Het is Hoeve Casselaere uit 1736, met het wapenschild van Barbara de Riviere d’Arschot, abdis van Herkenrode. Een zelfde wapenschild vinden we in Kuttekoven op de hoeve. Het advies van de abdis was “VIRTUS CORONAT OPUS” Doorzettingsvermogen bekroont elke onderneming.
We wandelen nu weer verder komen opnieuw langs een grote Vierkants hoeve met prachtig poortgebouw en wat verder langs een van de weinige bewaarde vakwerkhuizen. Nog even verder en we zijn terug op ons vertrek einde van een prachtige wandeling.
nu 't rouwrumoer rondom jou is verstomd de stoet voorbij is, de schuifelende voeten nu voel ik dat er 'n diepe stilte komt en in die stilte zal ik je opnieuw ontmoeten en telkens weer zal ik je tegenkomen we zeggen veel te gauw: het is voorbij Hij heeft alleen je lichaam weggenomen niet wie je was en ook niet wat je zei ik zal nog altijd grapjes met je maken we zullen samen door het stille landschap gaan nu je mijn handen niet meer aan kunt raken raak je mijn hart nog duidelijker aan.
KERSTWANDELING. / TERUG OP STAP POST. / KIEWIT - HASSELT 22/12/2013.
KERSTWANDELING.
TERUG OP STAP POST.
KIEWIT – HASSELT.
De wandeling van vandaag brengt ons naar Kiewit naar het Natuurdomein Kiewit, gelegen in het oosten van het gehucht, is het natuurcentrum van de stad Hasselt en heeft een oppervlakte van zowat 100 ha. Er werd een fietspad aangelegd naar het Provinciaal Domein Bokrijk dat aansluit op het Domein Kiewit. Op dit domein is een kinderboerderij gelegen en is er een grasproject waarvoor Galloway-runderen gebruikt worden.
We wandelen vanuit het vertrek naar de grenspaal uit 1666 tussen Hasselt en Zonhoven, paalsteen genaamd, aan het einde van de Paalsteenstraat.
Een bijzonder stukje erfgoed. Een stukje geschiedenis: In 1330 schonk Lodewijk IV van Loon de heidegronden, gelegen tussen Zonhoven en Hasselt aan deze laatste met de bepaling dat de grens ging tot waar men gewoon was te weiden met de beesten. Deze vage bepaling zorgde ervoor dat er meerdere honderden jaren felle grenstwisten bleven bestaan tussen de twee gemeenten. Zonhoven was van oordeel dat de heidegronden nooit de graaf toebehoord hadden en dat hij ze dus niet kon schenken. Het kwam hierbij soms tot een hevige strijd met zware vernielingen die leidden tot langdurige en dure processen, gevoerd voor allerhande rechtscolleges. Na nieuwe schermutselingen beval Maximiliaan Hendrik van Beieren, de prins-bisschop van Luik, op 23 juli 1666 de oprichting van 21 grenspalen om zo de grens definitief en duidelijk af te bakenen maar dit bleek niet te helpen: grenspalen werden uitgerukt en opnieuw werden er langdurige processen gevoerd.
De prins-bisschop zag zich zelfs verplicht om een militair detachement te zenden om de gemoederen te bedaren. In 1761 werden opnieuw zware vernielingen aangebracht door een groep van zo'n 600 Zonhovenaren omdat Hasselt stukken grond had verkocht uit het betwiste gebied. In 1811 kwam het uiteindelijk tot een minnelijke schikking: de betwiste gronden bleven administratief bij Hasselt horen maar de gemeente Zonhoven werd eigenaar van de gronden. In 1822 werden nog een aantal gebieden geruild tussen de gemeenten en om de bereikbaarheid van de Zonhovense eigendommen op Hasselts grondgebied te garanderen verbond Hasselt er zich toe om een weg aan te leggen langse de oostgrens ervan (de huidige Zavelvennestraat). Deze toestand bestaat anno 2014 nog steeds: zo zijn de gronden van het Vliegveld Kiewit en omgeving, die administratief tot Hasselt behoren, nog steeds eigendom van de gemeente Zonhoven.
Van hieruit wandelen we de natuur in prachtige natuur met veel afwisseling, vijvers en grote stukken bos. Wat een rijkdom aan watervogels kunnen we hier beizen en ook de witte reiger is hier aanwezig, het is genieten van al dat moois en we nemen ruim de tijd om het te bekijken. We komen dan in het gebied dat “3water” genoemd word.
Het doel van dit project is: Het project 3WATER past binnen Natura2000, een Europees netwerk van gebieden waarin men streeft naar het in stand houden van de Europese plant- en diersoorten (biodiversiteit) in samenhang met menselijke activiteiten. Het project 3WATER wil in het kerngebied van de Wijers (In de Midden-Limburg) met natuurinrichtingswerken het oorspronkelijke vijverlandschap en leefomgeving voor heel wat bijzondere planten- en diersoorten herstellen of in stand houden en richt zich specifiek op de doelsoorten roerdomp en de boomkikker.
De verscheidenheid van soorten is hier bijzonder, vogels, planten en bomen, een bijzonder gebied. Zo kunnen we genieten van een prachtige wandeling en ook nog iets leren.
14E NAMUR ILLUMINEE. / WALLONIA-NAMUR. CLUB DE MARCHE. / NAMUR. 21/12/2013
14E NAMUR ILLUMINEE.
WALLONIA-NAMUR. CLUB DE MARCHE.
NAMUR.
Op 11 december 1986 werd Namen de hoofdstad van Wallonië en van zijn 3,5 miljoen inwoners, in het hart van het Europa van de Regio’s. De Waalse Regering vestigde zich langs de rivier met het Parlement aan de overkant bij de samenvloeiing van Samber en Maas, die de mensen aantrekt sinds de oertijd. We wandelen door het historische hart van de stad.
En we zien de prachtig gerenoveerde historische gebouwen. Bij de samenvloeiing van de Samber en de Maas weeft zich een web van steegjes aan de voet van de Citadel van Namen. Ze torent boven de stad uit en biedt ons mooie uitkijkpunten over de stad en de Maas en de Samber. In Namen staan veel historische gebouwen die teruggaan op de 18de eeuw en die dankzij een perfect renovatie hun oorspronkelijke gedaante hebben behouden. Een van de belangrijkste monumenten die zeker het bezoeken waard zijn is de Barokke kerk van Saint-Loup, zetel van de Jezuïeten. De kerk werd opgetrokken tussen 1621 en 1645 en is een mooi voorbeeld van religieuze architectuur met een invloed van de Italiaanse Renaissance.
De Place du Marché aux Légumes is een mooi vertrekpunt om de oudste gebouwen van de stad te ontdekken, met de typische (bak)stenen gevels. Wanneer we door de Rue du Président, Rue Ruplemont en Rue Fumal wandelt, zien we de oudste en interessantste gebouwen. In nummer 20 van de Rue Ruplemont valt bijvoorbeeld het Oratorium van de Armen op uit 1660 en in de Rue Fumal bevindt zich het Huis van de Poëzie.
De stad is met zijn in 1868 gebouwde Koninklijk theater van Namen goed voor een honderdtal voorstellingen en concerten per jaar. De wandeling laat ons met al deze monumenten kennis maken en hoe meer de wandeling vorder hoe later het word en hoe donkerder het word en de gebouwen worden nu verlicht, toch mooi en ook de passage langs de kerstmarkt is wel mooi. Een prachtige wandeling in Namen, met al de prachtige gebouwen.