PANNENKOEKENTOCHT. / DE LOONSE TSJAFFELEERS. / BORGLOON. 16/08/2015.
PANNENKOEKENTOCHT.
DE LOONSE TSJAFFELEERS.
BORGLOON.
Vandaag wandelen we in onze eigen stad. Alhoewel de toestand vandaag niet rooskleurig is in Borgloon (op bestuurlijk vlak) willen we toch met de Loonse Tsjaffeleers door onze mooi natuur wandelen. We wandelen de stad uit en ons eerste monument dat we tegen komen is de Gasthuiskapel.
Deze kapel behoorde tot het wijdverbreid netwerk van "gasthuizen" dat de hospitaalridders of johannieters in de 12-13de eeuw in onze contreien uitgezet hebben. Ze waren bedoeld als rust- of overnachtingsplaats voor pelgrims. De Romaans-gotische kapel was o.m. de begraafplaats van de Loonse graaf Lodewijk I (+ 1171) en zijn echtgenote gravin Agnes.
Vandaag is het een tentoonstellingsruimte voor kunst. We wandelen verder steken de steenweg over en wandelen langs het nieuwe kerkhof met het kunstwerk van Wesley Meuris, ‘Memento’. Is een onderdeel van “Pit - kunst in de open ruimte van Borgloon”
Pit brengt kunst in de open ruimte in Haspengouw. Het project is het eerste in de Z-OUT reeks, het ambitieuze beeldenproject van Z33. De kunstwerken zullen passanten en bezoekers anders naar de omgeving doen kijken. Het landschap bevat immers vele verhalen die niet altijd onmiddellijk zichtbaar zijn. De werken worden geplaatst langs bestaande fiets- en wandelroutes in de regio Borgloon.
We wandelen voorbij het kerkhof en dalen dan af om het kasteel van de Hulsberg op de heuvel te zien staan.
Kasteel Hulsberg.
Kasteel Hulsberg werd in 1882 gebouwd op een heuvel waarvan de top 108m boven de zeespiegel uitsteekt. Omwille van deze heuvelsite is het kasteel een opvallend oriëntatiepunt in het landschap.
We wandelen langs de hoogstamboomgaarden die hier op de helling van het kasteel staan om dan aan de kapel die ligt te midden van de velden, op een omhaagd perceel. De Lorettokapel.
Kapel en kluis van Hulsberg worden in 1689 gebouwd door Nicolaas Poislevache, deken van het kapittel van Borgloon, die de bedevaart naar Loreto in Italië maakte. De kluis was oorspronkelijk gelegen op de top van de Hulsberg, waar thans het kasteel staat. De eerste kluizenaar is Martin Derwael, genaamd Joseph. Eind 18de eeuw is Samuel Ulens eigenaar, die de kluis in 1810 aan Claes, eigenaar van het kasteel van Rullingen, verkoopt. Bij de aanvang van de bouw van het kasteel van Hulsberg in 1882 worden de gebouwen afgebroken en heropgebouwd aan de voet van de Hulsberg. De laatste kluizenaar overleed in 1897. De kluis deed nog enige tijd dienst als landbouwbedrijf; thans blijft alleen de kapel bewaard. Een gevelsteen binnen in het gebouw vermeldt de oprichting van de eerste kapel en het jaartal 1689.
We wandelen door de velden en langs de plantage naar ons volgende dorpje Gotem.
Langs de dorpsschool, de kerk en pastorij en het kasteel. Kasteel Fonteinhof
Het begon in de vroege Middeleeuwen toen er reeds een vestiging was op het Fonteinhof. Het Fonteinhof is door een eeuwenoude lindendreef verbonden met het uit de 13e eeuw daterende Sint-Niklaas en Dionysius kerkje van Gotem. In die tijd moest de kasteelheer de kerk bouwen en de pastoor aanduiden en betalen. Hierdoor is dit de enige plaats in Limburg waar de poort van de kerk en de poort van het Fonteinhof recht tegenover elkaar staan, ideaal om met de familie in suite naar de kerk te lopen gelijk dat vroeger gedaan werd. Het huidige poorthuis dateert van 1729 en was toen de opbrengst eigendom van de burgemeesters van Hasselt. In de glorietijd besloeg het Fonteinhof ongeveer 1500 hectare en hadden ze ongeveer 30 boerenpaarden. Op het einde van de 19e eeuw trouwde een dochter van de familie Briers met ridder de Lamine de Bex uit Luik die ingenieur was. Deze heer ontwikkelde fruitpersen en zo ontstond in 1914 het bekende Looza fruitsap op het Fonteinhof te Gotem. Het was hier gevestigd tot 1936. In de jaren tachtig werd Looza verkocht en toen begon het verval van het Fonteinhof.
Vandaag hebben de nieuwe eigenaren het geheel gerestaureerd en is nu hotel/feestzaal. We wandelen verder langs velden en weilanden, langs een onlangs aangelegde wijngaard en de fruitlijnnaar Rullingen.
Een van de meest ingrijpende gebeurtenissen in de omgeving was de aanleg van de spoorweg Tongeren-Sint-Truiden, de zogenaamde fruitlijn, in 1879. Na de tweede wereldoorlog nam het economisch belang van de spoorverbinding af. De sporen werden over heel de lijn gedurende de jaren 1970 en 1971 opgebroken. Vanaf 1994 werd op de spoorwegzate een fietsroute aangelegd.
We wandelen een eindje langs de spoorweg en draaien dan naar het domein van het kasteel van Rullingen.
Het kasteel van Rullingen is een waterkasteel uit de 17de eeuw. Het domein rond het kasteel is één van de 12 Limburgse natuurgebieden. Dit 13 ha grote domein omvat het kasteel met slotgracht, een geometrische Franse tuin, een parkbos, een waardevolle hoogstamboomgaard met honderden fruitbomen en een heuse wijngaard van 1 ha.
Tot voor kort was het kasteel en bos eigendom van de provincie, maar nu is het privé eigendom en is een van de laatste keren dat we hier kunnen wandelen door het park. De wandeling van het Regionaal Landschap Rullingen zal binnenkort een nieuwe vertrekplaats krijgen en zal het kasteel van Rullingen en park niet meer bezocht worden. Spijtig dat er weer een parel aan de kroon van Borgloon verloren gaat en overgaat in privé handen. We wandelen nog even door Kuttekoven en langs het natuurreservaatje Kuttekoven komen we terug aan ons vertrek en eindigt een prachtige wandeling.
42e MARCHE DES BEAUTES LOCALES. / LES TRAFTEUS – HOUSSE. / HOUSSE. 15/08/2015
42e MARCHE DES BEAUTES LOCALES.
LES TRAFTEUS – HOUSSE.
HOUSSE.
We wandelen een eindje door het dorp en langs een paar mooie huizen. Dan een eind door de het bos. Mooi om door te wandelen, dan een lange klim door het bos.
Dan komen we in Saint Remy langs de kerk en de pastorij van 1728. Er staat een wapenschild boven de deur met het jaartal. We wandelen verder en komen aan een watermolen. Wat verder wandelen we door de velden waar het graan al afgedaan is. De zomer vliegt voorbij. De rollen stro liggen te wachten om naar de boerderij gebracht te worden.
Dan weer een eindje door de bossen, het is wel een prachtige wandeling met veel afwisseling, weilanden, akkers en bossen door de dorpjes om dan terug aan onze controlepost te komen. Na de rust weer een heel eind door de weilanden, klimmen en dalen en prachtige zichten over het landschap.
In de verte de mijn van Blegny, is een opvallend zicht in het landschap. Nog een eindje verder en we komen terug aan ons vertrek. Toch een fijne wandeling in Housse.
41E MARCHE DE LA GODASSE. / LA GODASSE OUPEYE. / OUPEYE. 09/08/2015
41E MARCHE DE LA GODASSE.
LA GODASSE OUPEYE.
OUPEYE.
Oupeye heeft echter haar landelijke karakter bewaard. Met uitzondering van Hermalle-sous-Argenteau, een niet-leenroerig goed van het hertogdom Brabant, hingen de dorpen van Oupeye af van het prinsbisdom Luik. Een klooster van cisterciënzerinnen werd in 1238 gesticht in Vivegnies en bleef er gevestigd tot aan de Franse Revolutie.
Het hoofdgebouw van het kasteel van de Heren van Oupeye uit 1176, werd in de 17de eeuw verbouwd door de Luikse wapenhandelaar Curtius. De dorpen, die vroeger uitsluitend agrarisch waren, namen in de 19de eeuw in beperkte mate deel aan de industrialisering van het Luikse bekken. In de gemeente doet het van oorsprong middeleeuwse kasteel tegenwoordig dienst als cultureel centrum. Wij wandelen het dorp uit en al vlug kun je zien dat dit dorp zijn landelijk karakter bewaard heeft en dat er nog veel aan landbouw gedaan wordt.
We klimmen wat en komen op de plek “Haute Voie” hier prachtig panorama over de velden. We wandelen verder door de velden om in Haccourt te komen we wandelen nu tot aan de molen met de kapel. De molen Valoir gelegen op de Grand Aaz is een bovenslag watermolen al in 1417 was er sprake van een watermolen op deze plaats en in 1863 werd het stenen gebouw gebouwd het is een gesloten hoeve.
We wandelen wat verder en komen aan de kerk van Haccourt. Sint-Hubertuskerk is een prachtig kerkje uit de 18e eeuw (behalve de toren die uit 1870 dateert), met een bijzonder fraaie torenspits. De muur, die het heuveltje waarop de kerk staat omringt, zou uit de 7e of 8e eeuw dateren. De muur zelf is gemaakt uit stenen die uit een afgebroken Romeinse villa komen. De muur met de poort is het restant van een burchtruïne. Wat verder komen we aan de rustpost. We wandelen weer verder en komen hier op een stukje van de GR5. Door de velden en weilanden, ondanks dat het hier landbouwgebied is het toch mooi om te wandelen veel afwisseling nu weer een stukje langs de velden, akkers.
Boven op de heuvel staat een bunker. We wandelen verder. Altijd of en toe eens omkijken je ben verrast wat je achter je gelaten heb ook hier een prachtig panorama op Vise. Weer verder en een heel eind klimmen. Als we boven komen beneden ons een prachtig zicht. We dalen af en komen in het dorpje. Weer door de velden langs een prachtige hoeve, nog een beetje verder door de velden en we zijn in Heure le Romain.
Ook hier volop velden met afgereden graanvelden, het stro op grote rollen en bij elkaar gezet. Nog even verder door de velden en dan komen we terug in Oupeye, hier eindigt de mooie wandeling.
MARCHE DES HAUTES ROCHES. / MARCHEURS DE HAUTES ROCHES. DOURBES. / DOURBES. 08/08/2015.
MARCHE DES HAUTES ROCHES.
MARCHEURS DE HAUTES ROCHES DOURBES.
DOURBES.
Dourbes is een klein dorpje vlak bij de Viroin, geboren uit de fusie van l'Eau Blanche et de l'Eau Noire. We zijn verrast om de kerk te vinden aan de ene kant van het dorp. Deze afwijking heeft zijn oorsprong in de 18e eeuw. Op dat moment is het dorp verdeeld in twee heerlijkheden, languit langs de Viroin. De mensen van Dourbes-le-Val, uitgeput door talloze overstromingen, verbannen naar Dourbes-le-Mont. Sindsdien zijn de kerk en de publieke pomp niet langer het centrum van het dorp.
We vertrekken met de wandeling door het prachtige dorp met zijn bijzondere huizen. Dan wandelen we het dorp uit en krijgen de ruïne van het kasteel te zien. We wandelen verder door de prachtige natuur tot we aan de “Haute Roche” komen. Wat een prachtig panorama vanop deze plek. We komen aan het kasteel Haute Roch
Het kasteel van Haute Roche was een kleine burcht waarvan het lot steeds verbonden was met dat van het kasteel van Fagnolles.
Het graafschap Dourbes en Fagnolles was prinselijk eigendom. In 1555, tijdens het beleg van Mariembourg en de oorlog tussen Keizer Karel en Henri II, worden Dourbes en Fagnolles vernield. De burcht die op de top van een uitlopende rots lag, werd van het plateau gescheiden door een brede gracht. Een deur met 2 torentjes en een hefbrug vormden de enige toegang.
Vandaag vormt de ruïne een bijzondere plek in het landschap. We moeten even terug keren op het parkoers om onze wandeling verder te zetten.
We wandelen verder door het afwisselend landschap stukken met bos en grote akkers met graan. Waarvan al vele geoogst zijn. Dan weer verder en komen we in het
Le Parc naturel Viroin-Hermeton
Het 12000 ha grote natuurpark Viroin-Hermeton, omvat het volledige territorium van de gemeente Viroinval met zijn acht lieflijke dorpjes. In tegenstelling tot een natuurreservaat, waarin men zich voornamelijk bezighoudt met het bewaren van de natuur en het erfgoed, worden hier de duurzame economische ontwikkeling, ruimtelijke ordening en bewustmaking voorop gesteld om zo tot een samenhangend beleid van het gebied te komen.
We wandelen nu een eind langs de spoorlijn van Stoomtrein van de 3 valleien
De lijn 132 Mariembourg - Treignes doorkruist de valleien van de Brouffe, het “Witte” en het “Zwarte Water”; deze laatsten vormen samen de Viroin (vandaar “Stoomtrein der drie Valleien”) en loopt achtereenvolgens door de dorpen van Nismes, Olloy sur Viroin, Vierves en Treignes. Deze 14 km lange spoorlijn loopt door het landschap van de Viroin.
We komen langs de steengroeve en wat verder steken we de spoorlijn over, opletten of de stoomtrein niet aankomt. Weer verder door het bos. Dan komen we aan de hoge rots en nog even en we wandelen zo weer Dourbes binnen. Wat een pracht van een wandeling. We zijn heel dicht bij Mariemburg en het station van de stoomtrein van de 3 valleien.
We gaan even een bezoekje brengen.
Het depot van Mariembourg is gebouwd in rode baksteen en het dak is van beton. De architectuur van het depot is nogal eigenaardig, het gebouw is in rotonde vorm. De rotonde van Mariembourg is de laatste die nog gebruikt wordt en deze herbergt een deel van het materiaal van de vereniging. De loods telde van origine 6 sporen. Momenteel zijn er 5 in gebruik. Onder spoor 2 vinden we een put om inspectie en onderhoud van de machines te kunnen doen. Een draaischijf heeft Mariembourg nooit gekend. Een driewegwissel verschaft toegang tot de loods. Op het terrein vinden we een watertoren en een waterkraan die worden gebruikt om de stoomlocomotieven te bevoorraden. Ter hoogte van de waterkraan ligt een tweede werkput. In de nabijheid vinden we ook het kolenpark en een kraan om te laden uit 1910. Tegenover het kolenpark is de reserve van aanmaakhout.
Aan de andere kant van de NMBS sporen vinden we een klein huis van de spoorwegovergang-wachter, bezet door de vereniging. Het vertrek van de treinen is vanaf één van de perrons. Tenslotte vinden we op het terrein het ontvangstgebouw. En aan de achterkant van de rotonde, dicht bij de watertoren is een uitgebreide parking die gereserveerd is voor bezoekers. Wij wandelen wat in en rond het depot, kunnen wat mooie foto’s maken van de treinen en zien de aankomst van de stoomtrein, het water tanken en het bijvullen van de kolen, het is steeds weer een fijne beleving om deze toch wel bijzondere stoomtreinen bezig zien. Een fijne dag in deze toch wel bijzondere streek.
L’AOUTIENNE. / LES MARCHEURS DE L’AMITIE LANDENNE. / BONNEVILLE. 05/08/2015.
L’AOUTIENNE.
LES MARCHEURS DE L’AMITIE LANDENNE.
BONNEVILLE.
Onze wandeling vertrekt in het centrum van het dorpje, dicht bij de kerk Saint-Firmin, word aanroepen tegen reuma en andere tintelend.
Omringd door zijn oude begraafplaats, de kerk dateert deels uit de 11e eeuw, de toren en de voorkant van het schip. Het heeft inderdaad alle kenmerken van vele kerken gebouwd in de regio in het kielzog van de Abdij van Cornelimunster. Wat verder zien we het kasteel van Bonneville.
Dit in "L" vormige kasteel, voorafgegaan door een park, tegenover de kerk. Gebouwd in meerdere malen, uit verschillende tijdperken met kalkstenen blokken, het gebouw vormt een plein geflankeerd door drie vierkante torens, één van die dateert uit 1538. De prachtige gevel in traditionele Maaslandse stijl nodigt ons uit om een subtiele combinatie van rode baksteen en met horizontale speklagen in kalksteen te ontdekken. De bouw van de hoofdvleugel (noordzijde van de kerk) werd in het begin van de 17e eeuw, uitgevoerd door Jacques Zuallart, Heer van Sclayn en Bonneville. In 1690, zijn zoon Tilman Zuallart werd volledig geruïneerd door de verdere bouw van het kasteel en is verplicht om de eigendom over te dragen aan zijn belangrijkste schuldeiser Jean-Hubert Knight Tignée. Sindsdien is het kasteel van Bonneville door erfopvolging doorgegeven, tien generaties tot zijn directe afstammeling en de huidige eigenaar, de ridder Baudouin de Theux. Een klassiek geïnspireerde Franse tuin van de 18e eeuw vrijwel onveranderd sinds haar oprichting beslaat ongeveer drie hectare, noorden en westen van het gebouw.
We wandelen door het dorp met prachtige kalkstenen huizen. En dan een heel eind door de prachtige natuur tot we in Thon komen.
Gelegen aan de oevers van de Samson, een bijriviertje van de Maas. Het dorp is opgenomen in de lijst van de mooiste plaatsjes in Wallonië (Les Plus Beaux Villages de Wallonie). Het dorp ligt op een hoogte in een decor van groen en kreupelhout in de Samsonvallei. De kern van het dorp waarin kalksteen overheerst, heeft zijn charme van weleer weten te bewaren. De meer dan 100 meter hoge rotsen, die in 1944 onder monumentenzorg werden geplaatst, bieden een schitterend uitzicht over de streek en vormen een ontzagwekkende vestingmuur van Visékalksteen.
Boven op de rots de ruïne “fort van Samson”
De versterkte plaats van Samson waarvan je alleen de ruïnes ziet zou de stad zijn naam gegeven hebben. Ideaal gelegen op een klif met uitzicht op de weg Gramptinne werd bezet door de Romeinen; Julius Caesar zou een versterkte kamp vestigen. Opgravingen hebben aangetoond dat er graven, munten en voorwerpen uit de bezetting van de site door de Franken en de Merovingers. Fort Samson was verdeeld in drie delen: rotsachtig terrein, een erf en gemeenschappelijke delen en een ophaalbrug, de residentie van de Heer en zijn donjon. De dorpelingen waren vrijgesteld van belastingen, in ruil voor het fort. Het werd zonder succes belegerd door de Noormannen in de 9e eeuw. De laatste belegering van het kasteel vond plaats in de 16e eeuw, in de tijd van Don Juan van Oostenrijk. Het kasteel werd uiteindelijk gesloopt op bevel van koning Karel II van Spanje in 1690.
We kunnen vandaag nog de ruïne zien boven op de rots. We wandelen wat verder en kunnen de hoge rotsen zien en opeens stoppen ze hier draaien we af naar het riviertje Samson.
Zo komen we in Maizeret. Nu een heel eind door de prachtige natuur wat een vergezichten, gewoon mooi en aangenaam om door te wandelen. Weer verder komen we in Goyet. Aan het Château de Goyet is controle. Dit is een oud herenhuis uit de achttiende eeuw, twee verdiepingen kalksteen, met het opschrift: "Hospice opgericht in 1867 door Marie-Louise-Virginia." Vandaag nog altijd een rusthuis.
Na de rust weer een heel eind door de prachtige natuur tot we aan “Fond del Core” komen. Vanaf hier is het licht klimmen door de velden om terug in Bonneville te komen. Langs achter het kasteel en kasteelhoeve. Langs de kerk en dan terug op ons vertrek. Wat een pracht van een wandeling.
STRUCHT-TOCHT. / WC STRUCHTER BOYS. / SCHIN OP GEUL. 02/08/2015
STRUCHT-TOCHT.
WC STRUCHTER BOYS.
SCHIN OP GEUL.
Het lieflijke dorpje Schin op Geul ligt ten zuidoosten van Valkenburg. Een plaatsje dat u beslist eens moet bekijken vanaf de Schaesberg of vanaf de Keutenberg. Een prachtig panorama is dan de beloning voor uw klimtocht. In Oud-Valkenburg liggen de kastelen Genhoes en Schaloen. Naast dit laatste bouwwerk ligt het befaamde heempark "Kasteeltuin Oud-Valkenburg".
Aan de andere kant van de weg biedt het bijna 2000 hectare grote natuurgebied "het Gerendal" u een ruimte van rust, flora en fauna. Vanuit de voetbalkantine vertrekken we met de wandeling in dit toch wel mooie dorpje. We wandelen een stukje langs de Geul en steken deze over. We klimmen een eindje en langs ons zien we het treinstation van Schin op Geul een station van de Miljoenenlijn. Nog een eindje klimmen en dan door de velden, mooi het groene gras en de blauwe hemel. Voor ons een vergezicht over het landschap.
We komen in Koulen, hier prachtige vakwerkhuizen. Wat verder komen we aan een oud huis met een bijzondere spreuk “Wie kan keeren de vinger des heeren” maar uitgebeeld met een kan en vinger. We wandelen verder door het landschap en komen zo in Dolberg. Door de velden verder langs een plantenkwekerij en we komen zo in Heek. Ook hier mooie hoeven en vakwerkhuizen, toch bijzonder hoeveel vakwerkhuizen hierin de streek bewaard zijn gebleven. Op naar het volgende dorpje of gehucht “Hellebeuk”. Zo verlaten we dan weer het dorpje op naar het volgende Hulsberg. Hulsberg waar overigens ook tal van grote hoeven en panden – noemen we de hoeve Wissengracht - nog getuigen van een trots verleden.
In het oudste gedeelte van de kern staat in een sfeervolle omgeving de parochiekerk van de H. Clemens. De kerk in neo-romaanse stijl, werd in 1820 gebouwd en is in 1908 uitgebreid. In 1930 werd het schip van de kerk vernieuwd naar een ontwerp van architect Jos Cuypers. Hier op dit prachtige pleintje tegenover de kerk houden we even halt en iets verder staat de prachtige “Hof van Hulsberg” deze voormalige hoeve is nu een taverne. Bijzonder is het hier, op een bord op straat: “echtgenoot creche” wel een ludieke actie. Verder met de wandeling.
We wandelen door de landschap en gaan nu richting Valkenburg. In de verte zien we Valkenburg liggen en de ruïne van het kasteel. Verder door het bos naar “de Schaelsberg” hier bevind zich “De Kluis” Het gebouw, op deze schitterende plek in het hellingbos gelegen, was gedurende twee en een halve eeuw het onderkomen van kluizenaars. Vanaf de restauratie in 1976 wordt de 'Kluis' jaarlijks door duizenden mensen bezocht. Voor de een is het een meditatieplek, voor de ander een plek van bijzondere historische betekenis. Het is een bijzondere plek in het bos met een rijke geschiedenis. Één van de weinige bewaarde kluizen in de streek.
Wij nemen de tijd om even te bezichtigen en binnen staan ook waardevolle voorwerpen en die veel vertellen over de geschiedenis. Buiten staat de kruisweg, het was in de tijd van kluizenaar Smitsmans in 1843, dat deze buitenkruisweg ten oosten van de Kluis met 14 witte kapelletjes werd opgericht. Ze staan er erg devoot en vormen één geheel met de schilderachtige en bijzonder stemmige omgeving.
We wandelen verder en dalen af naar Walem, nog even verder en we staan terug in Schin op Geul waar onze wandeling eindigt, een pracht wandeling.
LES RANDONNEURS DE LA HAUTE MEUSE. / AGIMONT. / HEER-SUR-MEUSE. 01/08/2015
LES RANDONNEURS DE LA HAUTE MEUSE.
AGIMONT.
HEER-SUR-MEUSE.
Onze wandeling vandaag in het puntje van België op de grens met Frankrijk. We vertrekken in het dorpje Heer. De oude witgekalke huizen laten zien dat we hier dicht bij Frankrijk zijn.
Aan de overzijde van de Maas zien we boven op de oever het Fort van Givet liggen, van hieruit is het toch wel een heel groot complex. Wij wandelen een heel eind langs de Maas en komen aan het douanehuis van België, het is mooi bewaart al is het maar een klein huis. We stekken de grens over.
We wandelen het reservaat “Entre Meuse & mares” binnen. Een gebied tussen de steile oever en de Maas, stukken zijn zeer drassig en we worden gewaarschuwd hier niet binnen te gaan en op de wandelwegen et blijven, het is wel een mooie plek. We wandelen nu een heel eind langs de Maas en de andere kant Givet. We wandelen nu Givet binnen en een kanaal vloeit hier Givet binnen, vroeger moest dit een prachtige toegang tot de stad geweest zijn maar vandaag enkel nog een paar muren. We wandelen nu de stad binnen we wandelen klein Givet binnen langs de kerk en dan verder naar het centrum.
We komen eigenlijk niet in het centrum van het oude Givet we gaan dadelijk naar “Mont d’Haurs” een natuurreservaat dat hoog boven op de rots een prachtig zicht geeft op Givet. Maar het is ook een bijzonder natuurplek, planten en dieren die hier leven zijn bijzonder door de kalkrots. Van hier hebben we ook een mooi zicht op het fort aan de overzijde.
We komen aan de controlepost en wat verder de 11de eeuwse uitkijktoren Tour Grégoire. Deze toren werd gebouwd op de heuvel van Haurs en zou eveneens een prachtig uitzicht bieden op de stad, het kasteel en enkele Belgische dorpen. We wandelen nu op de berg rond om zo aan de toren te komen, we gaan even tot aan de toren om van het prachtige zichten te genieten. We prachtig, na het bezoek dalen we terug af. Door kleine straten met mooi huizen en langs een leegstaand fabriek we steken het kanaal over naar Tivoli.
Dan beginnen we aan de klim in de natuur om boven op het plateau te komen en hier worden we beloont met vele vlinders en een paar koninginnenpages. Wat zijn dit toch prachtige vlinders. Nu dalen we weer een eind af om in het domein Massembre te komen, dit vakantiedorp wandelen we door en dan weer verder door de prachtige omgeving.
We komen aan een oude hoeve en hier is de laatste controle nog een paar kilometer door de prachtige omgeving en we zijn weer terug aan ons vertrek. Wat een pracht van een wandeling zeker de verplaatsing waard.
12E MARCHE DES VACANCES. / LES MARCHEURS DE LA MAGNE. / SOUMAGNE. CEREXHE. 26/07/2015
12E MARCHE DES VACANCES.
LES MARCHEURS DE LA MAGNE.
SOUMAGNE. CEREXHE.
Vandaag een wandeling in Cerexhe. Een landelijke wandeling met veel groen, wat toch altijd een plus is. Grote stukken met graan die al aan rijpen is en die al bruin kleurt. Steken fel af tegen de groene weilanden en stukken bosjes.
Toch mooi om te kijken over het landschap. De koeien liggen rustig te slapen en genieten van de zon. We komen voorbij een paar mooie ardense boerderijen. Ze zijn omgeven door boomgaarden. Maar vooral de vergezichten zijn zo mooi en het is genieten. Als w ede weg afdalen en voor ons het mooie landschap voor ons opduikt moeten we toch even stoppen om het tot ons door te laten dringen hoe mooi het hier is. In de verte de terril van Blegny. We zijn hier dan ook in het voormalige mijngebied van Luik.
Wij wandelen nu verder richting Blegny langs een oude hoeve met twee evenwijdige grote gebouwen. Verder wandelen we naar Heuseux. Hier enkele mooie oude huizen. Dan komen we in Evegnée-Tignée. Hier toch ook weer mooie gebouwen.
Dan steken we een beekje over en wandelen door het mooie landschap weer verder langs een prachtige kasteel dat nu school is en de bijhorende kasteelhoeve. Wij zijn hier een paar jaar geleden nog geweest en toen was de hoeve in verval nu is ze prachtig gerestaureerd. Wat verder en we komen terug aan ons vertrek. Een fijne wandeling met heel veel natuur.
WANDELEN TUSSEN JEKER EN MAAS. / OVER BERG EN DAL. / MAASTRICHT. 22/07/2015
WANDELEN TUSSEN JEKER EN MAAS.
OVER BERG EN DAL.
MAASTRICHT.
De Sint-Pietersberg is het plateau gelegen tussen de lage valleien van Jeker en Maas. De kalkachtige ondergrond van deze streek werd gevormd tijdens de Krijtperiode, meer dan 65 miljoen jaar geleden, in een zeemilieu waarin dieren goed gedijden, zoals blijkt uit de ontdekking van talrijke fossielen waaronder de befaamde mosasaurus. In de loop der eeuwen ontstond in deze streek geleidelijk aan een typische plantengroei, de kalkgraslanden, vooral door het gebruik van de hellingen als weilanden voor schapen en geiten.
Omdat hier gemiddeld weinig neerslag valt, de zon meer schijnt, de hellingen goed beschut liggen en de kalkbodem sterk doordringbaar is, komen er op de Sint-Pietersberg veel zeldzame dier- en plantensoorten voor. Het gaat om soorten met vaak een zuiderse oorsprong, zoals de muurhagedis, bepaalde orchideeën en talrijke insecten. Om deze unieke biotoop van de kalkgraslanden te behouden moet er regelmatig opschietend struikgewas en bos gekapt worden. Eenmaal ontbost, onderhouden de sterke mergellandschapen deze graslanden. Door eeuwenlange mergelontginning is er in dit gebied een indrukwekkend ondergronds gangenstelsel ontstaan dat thans een van de belangrijkste overwintering centra is geworden voor duizenden vleermuizen uit heel West-Europa. Over het hele gebied liggen ook tientallen open mergel-, krijt en silexgroeves verspreid. Van zodra de ontginning in een groeve stopt, neemt de natuur op spectaculaire wijze weer de bovenhand.
Natuurmonumenten streeft ernaar de waardevolle kalkgraslanden en heischrale graslanden te herstellen en uit te breiden. In Nederland is er nog maar 20 ha. kalkgrasland, waarvan ruim 5 ha. op de Sint-Pietersberg. Er groeien zeldzame planten als kalketrip, kaardebol en wilde marjolein. In 2004 werd de bijenorchis gezien, een orchidee die sinds 1900 hier niet meer voorkwam. Om de toestand van de kalkgraslanden optimaal te houden graast er een kudde mergellandschapen. De wandeling vertrekt aan het Fort Sint Pieter. Fier boven op de Sint-Pietersberg beschermt het fort al ruim 300 jaar de stad Maastricht tegen de vijand. Het fort is één van de hoogtepunten op de berg. In 1936 geeft de gemeente het fort een nieuwe bestemming, mede om toeristen aan te trekken. Als werkverschaffing wordt er puin geruimd en er komt een restaurant, dat later weer wordt gesloten. Tussen 2006 en 2012 krijgt het fort het oorspronkelijke uiterlijk terug bij een ingrijpende restauratie. Bewust kiest men ervoor bepaalde delen niet te reconstrueren maar ruïne te laten. Zo blijft de geschiedenis zichtbaar en is er ook plaats voor bijzondere planten en dieren.
Dan wandelen we verder over de grasland met bloemen en dan weer een prachtig zicht op de Apostelhoeve en de wijnberg. Weer een eindje door de natuur en komen aan Hoeve Nekum. Hoeve Nekum wordt voor het eerst vermeld in archieven die dateren uit 1304. Het gaat hierbij om een grensbeschrijving van het graafschap Vroenhoven. De hoeve wordt hier vermeld onder de naam: "Hoeff van Nyedekom". Wat oud Nederlands is voor: hoeve van beneden in het dal. Van de eerste bebouwing resten alleen nog de funderingen. De gebouwen zelf zijn tijdens oorlogsgeweld verwoest. De huidige monumentale hoeve dateert uit circa 1600 en omvat een aantal grote gebouwen die rondom een binnenhof zijn gesitueerd, waarbij de grote monumentale toegangspoort de hoeve een kasteelachtig voorkomen verleent. Sinds 1934 wordt de Hoeve bewoond door de familie Bollen. Momenteel wordt het bedrijf geleid door Math en Elsa Bollen. Van oudsher is Hoeve Nekum een gemengd landbouwbedrijf met veeteelt en akkerbouw. De totale bedrijfsomvang bedraagt 60 ha . Enkele percelen liggen op de zeer steile hellingen van de Louwberg. Deze percelen waren vroeger in gebruik als grasland voor het vee. Nu staan hier de wijnstokken. In 1988 is begonnen met de aanleg van de wijngaard. Wijngoed Hoeve Nekum is daardoor het op één na oudste wijngoed van Nederland.
We wandelen voorbij steken de weg over en klimmen naar de Apostelhoeve. De Apostelhoeve is een van de bekendste wijngaarden van Nederland. In het Jekerdal werden al vanaf de middeleeuwen wijndruiven verbouwd, tot de 'Kleine IJstijd' daar omstreeks 1600 een einde aan maakte. De fruitteler Hugo Hulst besloot op De Apostelhoeve in 1970 weer een wijngaard aan te leggen. Daarmee is De Apostelhoeve het oudste nog functionerende wijnbedrijf van Nederland. Tegenwoordig wordt een oppervlakte van 6 hectare voor wijnbouw gebruikt. Op de bodem, die bestaat uit kiezel en mergel met daaroverheen een laag löss, worden de volgende druivenrassen geteeld: riesling, auxerrois, rivaner en pinot gris. Daarvan worden uitsluitend witte wijnen gemaakt, die een frisse, minerale smaak hebben en qua stijl en productie verwant zijn met wijnen uit de Elzas.
We wandelen even het domein op en dan weer verder komen aan de Jeker en steken de voetbrug aan de Lombokmolen. De molen is een midden slagmolen en ligt op de linkeroever van de rivier en bestond vroeger uit twee molengebouwen. De voorste molen was tot 1850 in gebruik als graanmolen, de achterste was een oliemolen. Alleen van de voorste is de gietijzeren maalstoel met daarop het ijzeren molenrad uit 1937 nog aanwezig. Daarom wordt tegenwoordig alleen dit gebouw aangeduid als de Molen van Lombok. Het molenrad heeft een middellijn van 4,96 m en een breedte van 0,88 m.
De molengebouwen zijn uit mergelstenen opgetrokken, deels voorzien van zogenaamde speklagen van natuursteen afgewisseld met een band van mergel. Nu nog even langs de Jeker en het Jekerdalpark en wat verder komen we terug aan het Fort en onze startplek. Een prachtige wandeling die we samen met Jelle gedaan hebben.
2E MARCHE DE LA FETE NATIONALE. / LA CARACOLE ANDENNAISE. / ANDENNE. 21/07/2015.
2E MARCHE DE LA FETE NATIONALE.
LA CARACOLE ANDENNAISE.
ANDENNE.
De vrij uitgestrekte gemeente Andenne ligt in een heuvelachtig landschap. De streek is bezaaid met hoeven in arduinsteen, oude kastelen en pittoreske huizen. We vertrekken met de wandeling en komen zo aan de begraafplaats van Belgische begraafplaats der Gefusilleerden. Mooi onderhouden en onlangs nog wat verfraaid, een plek waar je stil van word.
Dan verder en we wandelen een heel eind langs de Maas. Dan komen we in Gives. Achter de hoge muren komt het kasteel te voorschijn, we wandelen tot aan de ingang en even kunnen we oprijlaan op gaan om te kijken. Ligt wat verwaarloosd erbij en een paar huizen ervoor staan leeg. Weer verder dan de natuur in met een paar stevige klimmen en als beloning prachtige vergezichten. Een heel eind door de weilanden langs bossen en lanen wat mooi is het toch hier, dan komen we terug benden in het dal en de controle post is nu dicht bij wij nemen het wegje naar de “Moulin de Kevret” Het gebouw is een oude watermolen van het jaar 1420 gelegen in een prachtige vallei aan de rand van het bos. Nog even verder en aan de grote vijver is de controlepost.
Na de rust weer door de bossen en weilanden zo naar het centrum van Andenne. Als we door het centrum wandelen komen we talrijke bezienswaardigheden tegen, zoals de oude huizen uit 17de en 18de eeuw, de fontein van Sainte-Begge-1637- het vroegere stadhuis-1772- place du Perron en de place des Tilleuls, de porte Saint-Etienne en de romaanse kerk ‘eglise des Sarrasins’ -12de eeuw.
Wij nemen even de tijd om de kerk te gaan bekijken. Een mooie kerk met prachtige altaren en houtsnijwerk aan de preekstoel en de biechtstoelen. Een mooi interieur en zo verlaten we de kerk en het mooie plein met bloemen nog even en we zijn terug aan ons vertrek. Wat een prachtige wandeling.
MARCHE DES 2 RIVIERES. / MARCHE CLUB PEPINS. / PEPINSTER. 19/07/2015
MARCHE DES 2 RIVIERES.
MARCHE CLUB PEPINS.
PEPINSTER.
Aan het uiteinde van het dal van de Vesder ligt Pepinster, een mooi stadje omgeven door talrijke boomgaarden en waar het heerlijk wandelen is. De « église Saint-Antoine l’Ermite » heeft een verbazingwekkend interieur en een bijzonder sobere buitenkant. Zeker een omweg waard, want deze kerk is de énige echte getuige van religieuze neogotische stijl in Wallonië. Een vaak miskend detail !
We wandelen de Vesder over en dan een heel eind langs de rivier en dit is prachtig. Dan even verlaten we de oever en komen langs een paar mooi gebouwen in natuursteen war zijn deze toch mooi, ze passen geheel in de omgeving. Wat verder een kasteeltje met een kapel aan gelegen in een park. Dan wandelen we het bos in, en komen zo weer even aan de rivier. Het water zit er bruin uit door de regen van de laatste dagen. Dan komen we in Theux.
Vele prachtige huizen in Theux en een klein kasteeltje en kleine wegjes. Gewoon mooi om door te wandelen. Dan weer de vrije natuur in weer mooi nu veel dalen en klimmen wat stukjes bos en weilanden en dan een ferme klim maar de beloning is een prachtig zicht, hier even blijven staan om van het uitzicht te genieten. Wanneer we afdalen voor ons een kasteelhoeve wat verloederd wat spijtig is. Dan wandelen we er voorbij en ja hoor het ligt er verloederd bij spijtig zo een groot domein en zo prachtig gelegen in het landschap.
Dan weer verder dalen, klimmen en dalen naar de rivier toe, is wel wonderlijk hoe water zo een vallei heeft kunnen uitslijpen door de rotsen. Nog even en we zijn terug in Pepinster en een eindje langs de Vesder en we zijn terug aan ons vertrek. Het was een straffe wandeling maar toch mooi alleen spijtig dat het zon druilig weer is.
38E MARCHE DES CHARMILLES. / CLUB DE MARCHE DES CHARMILLES. / XHOFFRAIX. 18/07/2015
38E MARCHE DES CHARMILLES.
CLUB DE MARCHE DES CHARMILLES.
XHOFFRAIX.
We gaan vandaag een wandeling maken in Xhoffraix. We vertrekken in het centrum van het dorpje. Even verder een oude vakwerkhoeve waar tussen de balken alles opgevuld is met bakstenen, het is een groot gebouw. Wat verder een typische woning uit natuursteen en de bovengedeelte in vakwerk.
En dan komen we langs de “Charmilles” dit zijn huizenhoge hagen die voor de huizen staan om ze te beschermen tegen de koude en hevig winden in deze streek in de winter het zijn groene muren ter bescherming. Netjes geschoren en piekfijn onderhouden.
Dan verlaten we het dorpje om de natuur te gaan verkennen langs boswegjes. Al vlug wandelen we het “Parc naturel Hautes Fagnes – Eifel” binnen wat een prachtige zichten over de hoogste vlakte van België. Natuur op zijn best, langs de bekende plankenpaadjes door de natuur, veel vlinders komen we tegen, maar de zichten over het landschap zijn adembenemend.
De Hoge Venen
De Hoge Venen zijn ongetwijfeld één van de meest ongerepte stukjes natuur van de Ardennen en de Eifel. Door het strenge klimaat van deze streek, de hevige neerslag, de lange koude winters en een lage gemiddelde temperatuur (6,1°) zijn uiterst zeldzame plantensoorten uit Noord-Europa, de bergstreken en het Atlantische gebied hier behouden gebleven. Het huidige veenlandschap is grotendeels ontstaan onder invloed van de mens.
De oude landbouw- en veeteeltpraktijken, zoals het weiden, het bestrijden van kreupelhout, het binnenhalen van hooi en de ontginning van turf hebben geleid tot de vorming van open ruimten. Tot in de middeleeuwen daarentegen waren de Hoge Venen nog voor 90% bebost. Vanaf omstreeks 1840 (in de Pruisische periode) werd heel wat heideland herbeplant met sparren. Dit heeft geleid tot een aanzienlijke afname van de veenoppervlakte, voorheen de enige niet beboste zone. Dit kwam doordat het water naar de oppervlakte steeg, wat de vorming van een turf laag bevorderde. Deze kon zelfs een hoogte van enkele meters bereiken. De Hoge venen zijn de enige natuurlijke biotoop die tot vandaag is blijven bestaan. De handhaving ervan vereist aanzienlijke beschermingsmaatregelen.
Om de fauna en flora van de Hoge Venen te behouden, werd een oppervlakte van 4.500 ha beschermd als natuurreservaat (reeds in 1957). Dat reservaat kreeg in 1966 het Europees diploma voor natuurbehoud.
Hoe zouden we onze wandeling door dit prachtige gebied kunnen beschrijven?
Tijdens deze schitterende wandeling gaan we op verkenning in een bijzonder woest gebied. We trekken onmiddellijk, via knuppelpaadjes, naar de “Fagne du Freineu”. Het pad voert aanvankelijk door een open landschap, maar wat verderop moet u door een duister bos. Plots duiken, als een eilandje temidden van een leger sparren, de “Six Hêtres” (zes beuken) voor ons op, vroeger een rustplaats voor de herders van de omstreken. Een aandenken aan het landschap van vroeger, dat toen bestond uit uitgestrekte weilanden en heidevelden. Een knooppunt van wegen, waarlangs, tijdens de 17e eeuw, ijzer vanuit het Eifelgebied naar de smederijen van de Luikse regio werd getransporteerd. De natuur is er bijzonder woest.
Nu eens verdwijnt de weg tussen het struikgewas, dan weer houden knuppelpaden ons op het droge. Verderop heeft de Trôs Maret zich in de vallei ingegraven en een echte mini-canon gevormd. Over de volledige lengte kunnen we genieten van watervalletjes die ricocheren op een ondergrond van kwartsiet en zandsteen.
Na bijna de gehele wandeling over de Hoge Venen wandelen we naar Longfaye. Verder met onze tocht hier veranderd het landschap, we wandelen langs hoge rotsen over houten brugjes en dan dalen we af naar Xhoffraix waar deze toch wel bijzonder mooie wandeling eindigt.
Als het wandelen in Borgloon is gaan we meestal van bij ons thuis uit te voet naar het vertrek, ook vandaag doen we dit. We wandelen van het centrum van Borgloon naar de start in Voort. Voort ligt op de rand van de vallei van de Herkebeek en de Motbeek, welke laatste iets ten zuiden van de kom van Voort ontspringt. Het grootschalige landschap buiten de beekdalen behoort tot droog-Haspengouw. Hier worden voornamelijk granen en suikerbieten verbouwd. Het kasteelpark en de heerbaan zijn verdere elementen in het golvende landschap, dat een hoogte heeft van ongeveer 80 meter.
Na dat we ons ingeschreven hebben vatten we de wandeling aan we komen langs de dreef het kasteel van Voort. Het kasteel is gelegen in een zeer mooi park, dat vrijwel de hele vallei van de Herkbeek op het grondgebied van Voort beslaat. Het is aangelegd in Engelse stijl, de voormalige slotgracht werd omgevormd tot vijver. Een aantal merkwaardige, oude bomen, onder meer beuken, eiken en platanen. Toegang aan de zijde van de Romeinse Kassei via een smeedijzeren hek met initialen T B (Tornaco de Beghein) tussen geblokte, hardstenen pijlers; een tweede ingang tussen dito pijlers aan de zijde van de Benaetsstraat. Het eigenlijke kasteel wordt in november 1943 door brand verwoest. Het wordt niet meer heropgebouwd, zodat alleen de dienstgebouwen bewaard bleven. Het eigenlijke, thans verdwenen kasteel was, te oordelen naar de bewaarde foto's, een U-vormig, classicistische gebouw uit het derde kwart van de 18de eeuw, twee bouwlagen onder schilddak (leien). Het bevond zich ten noordoosten van de nog bestaande gebouwen.
We gaan verder en krijgen het kasteel van de Hulsberg en de Loreto kapel te zien. Gebouwd in 1882, op de plaats van de oude kluis van Hulsberg. Ruim gebouw in eclectische stijl, gelegen in een park in landschapsstijl; van de oorspronkelijke bomen resten nog een aantal exemplaren. Door zijn hoge ligging beheerst het kasteel de hele omgeving, en is in alle richtingen van ver zichtbaar. We wandelen wat verder en komen dan langs de Kapel en kluis van Hulsberg worden in 1689 gebouwd door Nicolaas Poislevache, deken van het kapittel van Borgloon, die de bedevaart naar Loreto in Italië maakte. De kluis was oorspronkelijk gelegen op de top van de Hulsberg, waar thans het kasteel staat. De eerste kluizenaar is Martin Derwael, genaamd Joseph. Eind 18de eeuw is Samuel Ulens eigenaar, die de kluis in 1810 aan Claes, eigenaar van het kasteel van Rullingen, verkoopt. Bij de aanvang van de bouw van het kasteel van Hulsberg in 1882 worden de gebouwen afgebroken en heropgebouwd aan de voet van de Hulsberg. De laatste kluizenaar overleed in 1897. De kluis deed nog enige tijd dienst als landbouwbedrijf; thans blijft alleen de kapel bewaard. Een gevelsteen binnen in het gebouw vermeldt de oprichting van de eerste kapel en het jaartal 1689. Op oude foto’s zijn de bomen nog te zien die rond de kapel stonden maar deze zijn enkele jaren geleden allemaal weg gedaan.
We wandelen voorbij de kapel en langs de boomgaarden en plantage. Terwijl het kasteel hoog boven ons uit troont. Op de helling naar het kasteel nog steeds prachtige hoogstambomen waar koeien onder grazen, een stukje Haspengouwse geschiedenis. Zo wandelen we nu terug naar ons vertrek. Het is altijd een plezier om in onze eigen stad te wandelen en telkens weer worden we verrast met mooie zichten die we nooit beu worden.