MARCHE D’APRES-MIDI./ LES HERMALLIS. / HERMALLE-SOUS-HUY. 05/09/2015.
MARCHE D’APRES-MIDI.
LES HERMALLIS.
HERMALLE-SOUS-HUY.
In het oude centrum van het dorp bevinden zich het Kasteel van Hermalle-sous-Huy en de Ferme castrale van Hermalle-sous-Huy met twee musea. We wandelen door het dorpje in het centrum staan verschillende beschermde huizen. Maar vooral het kasteel is bijzonder.
Het kasteel is van zandsteen, kalksteen en baksteen gebouwd en heeft een hoefijzervorm rond een voorplein. Het heeft twee ronde torens op drie niveaus, alsook twee vierkante torens en is door een slotgracht omgeven. "Ferme castrale" is de oude versterkte hoeve van het kasteel van Hermalle waarvan de oudste delen dateren uit de 12de eeuw. Vanaf 1993 worden in de hoeve de bibliotheek en museum van de gastronomie, het museum "Postes restantes", de plaatselijke VVV, een taverne en een tweedehandsboekhandel gecreëerd. Het oude hoofdgebouw is een privé-woning en de oude mesthoop is een kleine tuin geworden. De Ferme castrale is gelegen in een natuurgebied. We wandelen door het prachtige landschap en klimmen steeds wat hoger en zo zien we beneden in de vallei de Maas doorstromen.
We wandelen wat verder en genieten van het landschap, langs een klein kasteeltje spijtig dat het er vervallen bij staat hopelijk word het terug in orde gebracht. Weer verder dalen tot bijna aan de Maas weer een mooie zicht op de Maas met haar brug en de steile hellingen. Dan weer een stevige klim het bos in. Boven weer een prachtige zicht op de Maas. Verder met de wandeling.
Vanop de helling een zicht in de verte de abdij van Flône .
De stichting van de abdij gaat terug tot 1075, toen drie lekenbroeders zich hier terugtrokken op een stuk gerond, hen geschonken door Hendrik I van Verdun, prinsbisschop van Luik. De monniken kanaliseerden het riviertje de Flône, bouwden enkele watermolens, en stichtten een herberg voor reizigers over de heerweg van Tongeren naar Aarlen.
Wat verder aan de overzijde van de Maas het Kasteel Rorive.
De Maas stroomt rustig voorbij de façade van het Kasteel Rorive. Dit kasteel ligt in het midden van een groot park.
Vanop de hoogte een zicht op de ruïne van de kerk. We dalen terug naar beneden langs de ruïne van de kerk ”De notre dame” , ze zijn afbraakwerken aan doen aan de kerk. Dan dalen we af en wandelen door de velden en komen aan een prachtige hoeve.
“Ferme de Hottine”die afhankelijk van de Flône abdij was. De hoevetoont trots de ingangpoort van haar portaal bij de beek van Oxhe.
Nog even verder wandelen een we zijn terug aan ons vertrekpunt. Wat een mooie wandeling. We hebben nog wat tijd over en hebben op onze wandeling een infobord gezien waar men verwijst naar de kerk van Amay. Er valt wat te bezien we parkeren op het plein voor de kerk en kijken even rond in het dorp. Dan een bezoekje aan de “Collegiale kerk van Saint-Georges et Sainte-Ode”
De hoofdbeuk en de uitbouw stammen uit 1089. Het is in 2001 prachtig gerestaureerd. De collegiale kerk staat pal in het centrum van Amay, met zijn trotse profiel en typische silhouet, als een lang schip dat uitloopt in de imposante voorbouw, met drie majestueuze torens en scherpe klokkentorens. Het gebouw stamt uit de Ottoniaanse tijd. De kerk werd gebouwd rond 1089 maar onderging in de loop der eeuwen verschillende gedaanteveranderingen.
Wat blijft er nu eigenlijk over van de originele bouw? Eigenlijk weinig: het hoge middenschip, aan beide zijden doorbroken door vijf rondboogvensters, en twee zijtorens. De middentoren is pas van na 1525. In de 18de eeuw werd het gebouw grondig onder handen genomen onder abt Lambert Walthère van den Steen. In deze verbouwing verliest de kerk haar oorspronkelijk zeer strenge karakter. De torens, die voordien geen openingen hadden behalve schietgaten en enkele vensters op de hogere verdiepingen, worden opengewerkt door twee monumentale poorten. De kruisbeuk wordt versierd en verfijnd. De daken worden verhoogd en het profiel verzacht. In feite wordt de kerk vanaf 1765 aangepast aan de 'mode van de dag'. Vóór de huidige collegiale kerk stond op deze plek een kerk uit de Late Middeleeuwen, die op haar beurt rustte op een oude Romeinse nederzetting. De ontdekkingen van de Archeologische kring 'Hesbaye-Condroz' tonen aan dat de huidige site gedurende 18 opeenvolgende eeuwen gebruikt werd als plaats ter verering, eerst van heidense goden, later van Christus. Het primitieve Romaanse karakter van de kerk is niet meer zichtbaar aan de binnenkant van de kerk, maar we vinden er wel sporen van in het mooie architecturale geheel. Rond 1641 worden sierlijke toscaanse zuilen geplaatst om de hoofdbeuk te ondersteunen. Nog geen eeuw later wordt het oude Romaanse, platte plafond vervangen door de huidige gewelven (onder abt baron de Wanzoulle). Het koor werd in 1725 aangepast, wat blijkt uit de twee aanwezige jaartallen: één ervan is in steen gegrift en bevindt zich aan de buitenkant van de koorgang. Dit eerste jaartal is zichtbaar vanuit de binnenplaats van de kloostergangen. Het tweede jaartal bevindt zich in een medaillon van de sluitsteen van het koor.
De collegiale kerk herbergt verschillende waardevolle schatten: beeldhouwwerken uit de 17de en 18de eeuw, reliekhouders, bas-reliëfs, koorlessenaars van koper en grafstenen die ons herinneren aan de tijd dat Amay een avouerie was. Vier monumentale doeken (3x4 m) bevinden zich in het koor van de kerk: (De vlucht naar Egypte, Christus en de Samaritaanse, de doop van Christus en De verheerlijking). Deze doeken werden geschilderd tussen 1725 en 1729. Bij het schilderen moest rekening gehouden worden met het resultaat van de verbouwingen die er hadden plaatsgevonden. De schilder was door de aanwezigheid van de deuren van de sacristie tussen twee doeken verplicht om het onderwerp buiten het centrum te plaatsen, ofwel naast de deuren, ofwel erboven. De schilders in kwestie waren Englebert Fisen voor de personages en Jean-Baptiste Juppin voor de landschappen. Een ander, kleiner doek bevindt zich boven het altaar aan de noordzijde. Dit tafereel beeldt de Liefdadigheid van de Heilige Ode uit en is eveneens van de hand van Fisen, die er in 1681 een bestelling voor ontving van René François de Sluse, abt van Amay.
De sarcofaag van Sancta Chrodoara
In het midden van het koor is een groot venster in de vloer aangebracht, waardoor u de sarcofaag van Sancta Chrodoara kunt bewonderen. De sarcofaag werd in 1977 ontdekt en vormt een hoogtepunt van de Merovingische kunst. Het deksel is aan vier zijden bewerkt en gemaakt van kalksteen uit de streek rond Saint-Dizier. De vijfde zijde is glad gepolijst. Aan de bovenzijde zien we een afbeelding van een vrouwelijke figuur, gekleed in een lang gewaad en met een stok in de rechterhand. De tekening is van een opmerkelijke kwaliteit en de uitvoering is zeer verfijnd. De platte kant en de zijkanten werden opgesierd met vlechtwerk en plantenmotieven. De sarcofaag van Sancta Chrodoara is hoogst uitzonderlijk. Het kunstwerk is zowat uniek in zijn genre, omdat in die tijd slechts zelden sarcofagen gemaakt werden met menselijke afbeeldingen, juist omdat dit bijzondere artistieke vaardigheden vereiste. En deze kwaliteit komt in de sarcofaag van Amay zeer goed naar voren. Op een van de wanden van het deksel is een inscriptie te lezen waaruit we kunnen opmaken dat Chrodoara, een adellijke persoon, heiligdommen verrijkte met haar eigen bezittingen. De sarcofaag is vrijwel leeg, omdat men na de ontdekking ervan de relikwieën heeft overgeplaatst naar de relikwieënkast.
De relikwieënkast van Sainte-Ode
De schat van de collegiale kerk omvat de relikwieënkast van Saint-Georges en Sainte-Ode (enkel te bezichtigen op de Open Monumentendagen), uit 1240-1250. Hierin zijn de relikwieën ondergebracht van Sainte-Ode en andere illustere figuren. De puntzijden zijn voorzien van afbeeldingen van Saint-Georges en Sainte-Ode. Op de lange zijden zien we de twaalf apostelen. De bovenkant is versierd met zes zilveren bas-reliëfs, die het levensverhaal vertellen van de twee heiligen. Op een van de bas-reliëfs vinden we een afbeelding van drie schelpen op de knapzak van een pelgrim. Dit is de eerste afbeelding die we in deze streek vinden van een pelgrim van Saint-Jacques.
12E MARCHE DE SEMAINE. / LES MARCHEURS DES ECHOS DE LA MEHAIGNE. / WASSEIGES. 02/09/2015.
12E MARCHE DE SEMAINE.
LES MARCHEURS DES ECHOS DE LA MEHAIGNE.
WASSEIGES.
Het dorp Wasseiges ligt aan de Mehaigne, die tot op een vijftigtal meter aan het dorpsplein voorbij stroomt en op deze plek regelmatig buiten haar oevers treedt.
Onze wandeling gaat direct de velden in, veel akkers en hier en daar een plukje bomen. We wandelen een heel eind over de Romeinse weg. Hier de Tumuli du Soleil, twee grafheuvels en het ensemble gevormd door deze heuveltjes aan de Romeinse weg. Dan komen we in Ambresin een Haspengouws landbouwdorp gelegen aan de Mehaigne. Het dorp leeft vooral van de landbouw (suikerbieten, graan, aardappelen). Vanaf de tweede helft van de 19e eeuw was er een suikerfabriek waar vele inwoners werk vonden. De suikerfabriek had via de voormalige spoorlijn 143 een goede verbinding met Namen en Tienen. De fabriek werd gesloten in 1976.
Wat verder in Ambresinaux mooie oude huizen, eigenlijk kleine boerderijen. We komen aan een pleintje, de bank, de vuilbak zijn beschilderd en bewerkt wel mooi. Dan komen we aan de rustpost. We wandelen verder en komen terug in Ambresin op de Rue de soleil. Een grote boerderij op de hoek van de straat een inrijpoort en woonhuis zeer mooi. Wat verder op de rue de Soleil, Ambresin was reeds vroeg bewoond. In het noorden van de huidige deelgemeente lag namelijk de Romeinse heerbaan Tongeren-Bavay.
In de buurt zijn twee tumuli bewaard gebleven: de Tumuli du Soleil. Aan de oever van de Mehaigne zijn de resten van een Romeinse villa teruggevonden. Dan weer een grote boerderij geheel witgeverfd en met een ronde toren. Wat verder en we komen in rue de la sucrerie. Even het witte gebouw bekijken het is de het voormalige suikerfabriek.
Dan een heel eind door de velden, en dan terug naar ons vertrek, wat een mooie wandeling met vele mooie gebouwen.
42E MARCHE EN HESBAYE. / LA SAVATE ALLEUROISE. / ANS. 30/08/2015
42E MARCHE EN HESBAYE.
LA SAVATE ALLEUROISE.
ANS.
Ans dankt zijn welvaart aan de kolenindustrie. Het is vanaf de dertiende eeuw dat steenkool in de ondergrond van Ans gedolven werd. In 1896 waren niet minder dan vier kolenmijnen in bedrijf in de stad. We wandelen een stukje door het dorp.
br>
Hier en daar een mooi huis en dan is het dalen en klimmen. We wandelen nu Luik binnen langs oude kleine gangen en straatjes wel mooi. Dan komen we aan de “Sentiers des coteaux FAVECHAMPS” De Coteaux de la Citadelle zijn een landelijk gebied van ruim 90 hectare ligt deels in het historische centrum van Luik, waarvan bijna de helft worden geclassificeerd als natuurlijk erfgoed van Wallonië. De site heeft meer dan zestig monumenten geclassificeerd erfgoed door het Waalse Gewest en heeft 13 km bewegwijzerde wandelingen.
Favechamps is een landelijk gebied van 4 ha van district Pierreuse in Luik. Hij is één van de acht locaties die deel uitmaken van de Coteaux de la Citadelle. Het is een pad van 610 meter die uitkomt in de rue Pierreuse bij de “Ferme de la Vache” en het komt uit op het pad van de Citadel na een opgaande flank met een hoogteverschil van 45 meter. Het loopt langs het zuiden en westen, een landelijk gebied waar vijfhonderd meter van het historische hart van de stad Luik - de Place Saint-Lambert - de koeien, de geiten en ezels grazen. In het bovenste gedeelte, een uitzicht op - zowel landelijke als stedelijke - van de stad.
La Ferme de la Vache.
Nu eigendom van het OCMW, herstelde het oude gebouw, dat dateert uit het begin van de XVIIde eeuw, heeft zijn oorspronkelijke charme behouden. Met de oude stenen muren die de hele plaats omringen ademt een romantische sfeer. De plek ademt een gevoel van welzijn uit en is een groene zone. Begrijpelijkerwijs dat het OCMW van Luik er een sociale integratie project van biologische tuinieren, gemeenschappelijk gebiedsontwikkeling en de ontwikkeling van een natuurgebied combineert. De site is aanvankelijk bezet door het Engels kanunniken van de orde van het Heilig Graf van 1644. In de loop der eeuwen hebben de gebouwen meerdere keren van eigenaars veranderd en de naam " La Ferme de la Vache." verworven in de XIX e eeuw, als zuivelfabriek. In 1854 is het pand aangekocht door de Civil Hospices en verhuurd aan de opeenvolgende eigenaars die daar biologische tuinieren beoefenden, en dat tot 1966. Het zal tot in 1981 duren tot het word onderbracht in het Waalse Gewest, maar het zal tot 1996 duren dat het OCMW van Luik de site restaureert, nadat de site verlaten was voor meerdere jaren.
We dalen nu af door de smalle straten met oude huizen zeker het oudste gedeelte van Luik. Dan komen we weer aan een prachtig stukje Luik, langs oude muren en oude gebouwen wat is het hier prachtig een groene zone boven de stad, en wat een zichten over de stad gewoon buitengewoon mooi. Door smalle steegjes dalen we af naar de oude stad en komen zo aan “Montagne de Bueren” is één van de bekendste plekken in Luik. Trappen zijn gelegen in het historische centrum van Luik. 374 trappen voeren naar boven. Dan komen we in het centrum van Luik.
Als grootste toeristische stad van Wallonië bezit Luik talloze te ontdekken rijkdommen. De Maas die de stad van zuid naar noord doorkruist, de steile, beboste heuvels die haar omringen en haar opvallende reliëf die veel originele perspectieven opleveren, en haar typische wijken verlenen de stad Luik bijzonder veel charme. Door de stad langs het stadhuis, en dan komen we aan de Place Saint Lambert.
Het Paleis van de Prins-bisschoppen is gelegen aan het plein dat in 1794 ontstond na de afbraak van de vroegere Sint-Lambertuskathedraal. Door de straten van het centrum en dan langs de buitenstraten waar de winkels open zijn en dan nog een stukje verder en dan komen we terug aan ons vertrek wat een mooie wandeling.
KELCHTERHOEF-HEIDETOCHT. / SAMEN UIT SAMEN THUIS. / HOUTHALEN HELCHTEREN. 29/08/2015.
KELCHTERHOEF-HEIDETOCHT
SAMEN UIT SAMEN THUIS.
HOUTHALEN HELCHTEREN.
De naam Kelchterhoef is afkomstig van de samenstelling 'Calechtre' (de naam van het bos) en 'hova' (Oudnederlands voor hoeve). Net als Hengelhoef, kwam het domein Kelchterhoef al vroeg in handen van de Norbertijnen.
In 1228 schonk de jonge graaf Arnold IV van Loon grond en moeras - waar zich voordien een bos met de naam 'Calechtre' bevond - aan de Norbertijnen van Floreffe, die er al Hengelhoef uitbaatten. De Norbertijnen bouwden al snel de 'Abdijhoeve' en introduceerden een systeem van afwisselende teelten en rustperiode om de verarmde bodem te herstellen. Het waren ook bedreven schapenfokkers en imkers en ze kweekten runderen en vis. Hun methodes werden geleidelijk door de plaatselijke bevolking overgenomen. Tot in de 16e eeuw beheerden de Norbertijen zelf hun domein, daarna stonden pachters in voor de uitbating van het goed. Aan deze pachters danken de hoeves hun verscheiden natuurpracht. De pachters moesten immers jaarlijks 50 eiken planten om te zorgen dat er steeds genoeg plantengroei aanwezig was. Na 1798 kwam Kelchterhoef in handen van verschillende privé-eigenaars tot de gemeente het domein kocht in 1954.
We vertrekken met de wandeling aan de kantine van “De Plas” recreatiepark 'De Plas', met zijn zwemvijver van 20 ha en het zandstrand met afgebakende zwemzone, en prachtige natuur. We zijn ook in het “Natuurreservaat Ten Haagdoorn” Dit uniek natuurgebied van 800 ha met heide, bossen, landduinen, vijvers en vennen is gelegen langs de Laambeek op het Kempens plateau. We wandelen vanuit de plas naar een oude hoeve en dan langs de vijvers wat is het hier mooi, een houten pad brengt ons over de vijver en de natuur is hier prachtig.
Dan een heel eind door een gedeelte met een één zijde bos en de andere zijde akkers met maïs. Dan komen we terug aan de plas en aan het einde van deze toch wel prachtige wandeling.
MARCHE D’APRES-MIDI. / LES MARCHEURS DU GEER. / EBEN-EMAEL. 22/08/2015.
MARCHE D’APRES-MIDI.
LES MARCHEURS DU GEER.
EBEN-EMAEL.
Eben-Emael de eerste gedachte erbij is het Fort, de toren van Eben-Ezer. Maar ook de prachtige natuur en de mergel. We vertrekken met de wandeling in het dorpje en dan wandelen we de velden in.
Maar eerst komen we nog langs de Église Saint-Georges in Eben. Dan wandelen we het bos in eerst een flinke klim. Om boven op het plateau te komen en vergezichten over het landschap. Landbouw en struwelen van bosjes. Wat verder een natuurreservaat met steile hellingen waar schapen op grazen. Een heel eind door de prachtige natuur en dan komen we aan de mergelgroeve. Dan wandelen we weer een heel eind tot we aan het Fort van Eben Emael komen.
Dit uniek gelegen en uitstekend bewapend sperfort, met 17 ondergronds met elkaar verbonden bunkers beschouwde men destijds als oninneembaar. Het Fort Eben-Emael maakte als belangrijke schakel in de Fortengordel rond Luik en de Belgische voorverdediging, naast de KW-stelling en de Stelling van Antwerpen, tot 1940 deel uit van de Belgische verdedigingsstrategie tegen een militaire dreiging uit het Oosten. De praktijk toonde dat de hoge Belgische verwachtingen van het fort onterecht waren. Op 10 mei 1940 slaagden 86 goed geoefende Duitse Fallschirmjäger er in door verrassing, snelheid en innovatieve militaire technieken (gebruik van zweefvliegtuigen en toepassing van een nieuw wapen: de holle lading) om in een "dode hoek" (namelijk bovenop het fort) te landen en het geschut van het fort in vijftien minuten uit te schakelen. Na anderhalve dag belegering moest het fort (1200 manschappen) capituleren. De aanval op het Fort Eben-Emael gaf het startsein aan de Achttiendaagse Veldtocht en ruimer gezien de Slag om Frankrijk (van Duitse zijde Fall Gelb en Fall Rot genoemd). Op 22 juni 1940, na amper 6 weken strijd, leidde dit tot de capitulatie van Frankrijk. In de militaire literatuur spreekt men van De meidagen van '40.
We hebben hier ook controle en rustpost. Na de rust weer verder langs de historische molen Loverix. Nog een even en w e zijn terug aan ons vertrek. We wandelen nog langs een paar prachtige oude hoeven en dan eindigt onze wandeling.
Zwartberg was de zetel van de gelijknamige steenkoolmijn, die in 1910 werd geopend, waarvan in 1925 de productie goed op gang kwam, en die in 1966 werd gesloten. De plaats, vernoemd naar het reeds bestaand toponiem Zwarte Berg, heeft er zijn ontwikkeling aan te danken. Na de mijnsluiting bleven nog een terril en enkele kleinere gebouwen bestaan.
We wandelen vandaag in deze toch wel historische en voor Limburg eens zo welvarende streek. De mijnstreek, veel ademt nog de geschiedenis van het mijnverleden uit. We wandelen vanuit het centrum naar de prachtige natuur een stukje natuur van het “Limburgs Landschap”. Het natuurgebied Hengelhoef, de aangeplante dennenbossen, stille getuigen van de mijnindustrie, wisselen elkaar af met gemengde loofbossen met beuk, ruwe berk en zomereik. Langs de vijvers, tussen de bossen, hooi- en weilanden kronkelt de Roosterbeek zich door Hengelhoef.
Daar vertoeft ook de zeldzame beekoeverlibel, die voor de afzet van haar eitjes zuurstofrijk stromend water nodig heeft. Onder de twee hoogspanningslijnen die het gebied doorkruisen komen heideterreinen voor. Ze worden o.a. beheerd via begrazing door onze kudde Kempense heideschapen. Op een van de landduintoppen liet de vrome familie de Beeckman de Vieusart-Wittouck een kapel bouwen, opgedragen aan de Moeder Gods. Die duinen ontstonden tijdens de laatste ijstijden door de overheersende westenwind die tijdens droge perioden het naakte zand van drooggevallen beek- of rivierbeddingen wegblies. We wandelen een eindje langs de vijvers en komen aan het Bezoekerscentrum Hengelhoef van Limburgs Landschap vzw.
Het is een gerenoveerd Kempisch hoevetje in vakwerkbouw uit de 19de eeuw. Het deed ooit dienst als woning voor de boswachter. Het is een prachtplek, we nemen even de tijd om hier een rust in te lassen en te genieten van al het moois dat hier te zien is. Prachtige zitbanken onder de grote oude boom genieten van een lekkere kop koffie is ook vakantie in eigen streek.
Na de pauze weer verder langs de bijenkassen, wat een activiteit van de bijen, wat verder de heidetuin met een heidehut waar de mensen in verbleven tijdens hun verblijf op de heide. We wandelen nu verder door de prachtige natuur en genieten ervan, terug komen we langs de vijvers en zo komen we terug aan ins vertrek. Een mooie wandeling bij het Limburgs Landschap. Bedankt WSV Winterslag om ons dit mooi stukje natuur te laten ontdekken.
PANNENKOEKENTOCHT. / DE LOONSE TSJAFFELEERS. / BORGLOON. 16/08/2015.
PANNENKOEKENTOCHT.
DE LOONSE TSJAFFELEERS.
BORGLOON.
Vandaag wandelen we in onze eigen stad. Alhoewel de toestand vandaag niet rooskleurig is in Borgloon (op bestuurlijk vlak) willen we toch met de Loonse Tsjaffeleers door onze mooi natuur wandelen. We wandelen de stad uit en ons eerste monument dat we tegen komen is de Gasthuiskapel.
Deze kapel behoorde tot het wijdverbreid netwerk van "gasthuizen" dat de hospitaalridders of johannieters in de 12-13de eeuw in onze contreien uitgezet hebben. Ze waren bedoeld als rust- of overnachtingsplaats voor pelgrims. De Romaans-gotische kapel was o.m. de begraafplaats van de Loonse graaf Lodewijk I (+ 1171) en zijn echtgenote gravin Agnes.
Vandaag is het een tentoonstellingsruimte voor kunst. We wandelen verder steken de steenweg over en wandelen langs het nieuwe kerkhof met het kunstwerk van Wesley Meuris, ‘Memento’. Is een onderdeel van “Pit - kunst in de open ruimte van Borgloon”
Pit brengt kunst in de open ruimte in Haspengouw. Het project is het eerste in de Z-OUT reeks, het ambitieuze beeldenproject van Z33. De kunstwerken zullen passanten en bezoekers anders naar de omgeving doen kijken. Het landschap bevat immers vele verhalen die niet altijd onmiddellijk zichtbaar zijn. De werken worden geplaatst langs bestaande fiets- en wandelroutes in de regio Borgloon.
We wandelen voorbij het kerkhof en dalen dan af om het kasteel van de Hulsberg op de heuvel te zien staan.
Kasteel Hulsberg.
Kasteel Hulsberg werd in 1882 gebouwd op een heuvel waarvan de top 108m boven de zeespiegel uitsteekt. Omwille van deze heuvelsite is het kasteel een opvallend oriëntatiepunt in het landschap.
We wandelen langs de hoogstamboomgaarden die hier op de helling van het kasteel staan om dan aan de kapel die ligt te midden van de velden, op een omhaagd perceel. De Lorettokapel.
Kapel en kluis van Hulsberg worden in 1689 gebouwd door Nicolaas Poislevache, deken van het kapittel van Borgloon, die de bedevaart naar Loreto in Italië maakte. De kluis was oorspronkelijk gelegen op de top van de Hulsberg, waar thans het kasteel staat. De eerste kluizenaar is Martin Derwael, genaamd Joseph. Eind 18de eeuw is Samuel Ulens eigenaar, die de kluis in 1810 aan Claes, eigenaar van het kasteel van Rullingen, verkoopt. Bij de aanvang van de bouw van het kasteel van Hulsberg in 1882 worden de gebouwen afgebroken en heropgebouwd aan de voet van de Hulsberg. De laatste kluizenaar overleed in 1897. De kluis deed nog enige tijd dienst als landbouwbedrijf; thans blijft alleen de kapel bewaard. Een gevelsteen binnen in het gebouw vermeldt de oprichting van de eerste kapel en het jaartal 1689.
We wandelen door de velden en langs de plantage naar ons volgende dorpje Gotem.
Langs de dorpsschool, de kerk en pastorij en het kasteel. Kasteel Fonteinhof
Het begon in de vroege Middeleeuwen toen er reeds een vestiging was op het Fonteinhof. Het Fonteinhof is door een eeuwenoude lindendreef verbonden met het uit de 13e eeuw daterende Sint-Niklaas en Dionysius kerkje van Gotem. In die tijd moest de kasteelheer de kerk bouwen en de pastoor aanduiden en betalen. Hierdoor is dit de enige plaats in Limburg waar de poort van de kerk en de poort van het Fonteinhof recht tegenover elkaar staan, ideaal om met de familie in suite naar de kerk te lopen gelijk dat vroeger gedaan werd. Het huidige poorthuis dateert van 1729 en was toen de opbrengst eigendom van de burgemeesters van Hasselt. In de glorietijd besloeg het Fonteinhof ongeveer 1500 hectare en hadden ze ongeveer 30 boerenpaarden. Op het einde van de 19e eeuw trouwde een dochter van de familie Briers met ridder de Lamine de Bex uit Luik die ingenieur was. Deze heer ontwikkelde fruitpersen en zo ontstond in 1914 het bekende Looza fruitsap op het Fonteinhof te Gotem. Het was hier gevestigd tot 1936. In de jaren tachtig werd Looza verkocht en toen begon het verval van het Fonteinhof.
Vandaag hebben de nieuwe eigenaren het geheel gerestaureerd en is nu hotel/feestzaal. We wandelen verder langs velden en weilanden, langs een onlangs aangelegde wijngaard en de fruitlijnnaar Rullingen.
Een van de meest ingrijpende gebeurtenissen in de omgeving was de aanleg van de spoorweg Tongeren-Sint-Truiden, de zogenaamde fruitlijn, in 1879. Na de tweede wereldoorlog nam het economisch belang van de spoorverbinding af. De sporen werden over heel de lijn gedurende de jaren 1970 en 1971 opgebroken. Vanaf 1994 werd op de spoorwegzate een fietsroute aangelegd.
We wandelen een eindje langs de spoorweg en draaien dan naar het domein van het kasteel van Rullingen.
Het kasteel van Rullingen is een waterkasteel uit de 17de eeuw. Het domein rond het kasteel is één van de 12 Limburgse natuurgebieden. Dit 13 ha grote domein omvat het kasteel met slotgracht, een geometrische Franse tuin, een parkbos, een waardevolle hoogstamboomgaard met honderden fruitbomen en een heuse wijngaard van 1 ha.
Tot voor kort was het kasteel en bos eigendom van de provincie, maar nu is het privé eigendom en is een van de laatste keren dat we hier kunnen wandelen door het park. De wandeling van het Regionaal Landschap Rullingen zal binnenkort een nieuwe vertrekplaats krijgen en zal het kasteel van Rullingen en park niet meer bezocht worden. Spijtig dat er weer een parel aan de kroon van Borgloon verloren gaat en overgaat in privé handen. We wandelen nog even door Kuttekoven en langs het natuurreservaatje Kuttekoven komen we terug aan ons vertrek en eindigt een prachtige wandeling.
42e MARCHE DES BEAUTES LOCALES. / LES TRAFTEUS – HOUSSE. / HOUSSE. 15/08/2015
42e MARCHE DES BEAUTES LOCALES.
LES TRAFTEUS – HOUSSE.
HOUSSE.
We wandelen een eindje door het dorp en langs een paar mooie huizen. Dan een eind door de het bos. Mooi om door te wandelen, dan een lange klim door het bos.
Dan komen we in Saint Remy langs de kerk en de pastorij van 1728. Er staat een wapenschild boven de deur met het jaartal. We wandelen verder en komen aan een watermolen. Wat verder wandelen we door de velden waar het graan al afgedaan is. De zomer vliegt voorbij. De rollen stro liggen te wachten om naar de boerderij gebracht te worden.
Dan weer een eindje door de bossen, het is wel een prachtige wandeling met veel afwisseling, weilanden, akkers en bossen door de dorpjes om dan terug aan onze controlepost te komen. Na de rust weer een heel eind door de weilanden, klimmen en dalen en prachtige zichten over het landschap.
In de verte de mijn van Blegny, is een opvallend zicht in het landschap. Nog een eindje verder en we komen terug aan ons vertrek. Toch een fijne wandeling in Housse.
41E MARCHE DE LA GODASSE. / LA GODASSE OUPEYE. / OUPEYE. 09/08/2015
41E MARCHE DE LA GODASSE.
LA GODASSE OUPEYE.
OUPEYE.
Oupeye heeft echter haar landelijke karakter bewaard. Met uitzondering van Hermalle-sous-Argenteau, een niet-leenroerig goed van het hertogdom Brabant, hingen de dorpen van Oupeye af van het prinsbisdom Luik. Een klooster van cisterciënzerinnen werd in 1238 gesticht in Vivegnies en bleef er gevestigd tot aan de Franse Revolutie.
Het hoofdgebouw van het kasteel van de Heren van Oupeye uit 1176, werd in de 17de eeuw verbouwd door de Luikse wapenhandelaar Curtius. De dorpen, die vroeger uitsluitend agrarisch waren, namen in de 19de eeuw in beperkte mate deel aan de industrialisering van het Luikse bekken. In de gemeente doet het van oorsprong middeleeuwse kasteel tegenwoordig dienst als cultureel centrum. Wij wandelen het dorp uit en al vlug kun je zien dat dit dorp zijn landelijk karakter bewaard heeft en dat er nog veel aan landbouw gedaan wordt.
We klimmen wat en komen op de plek “Haute Voie” hier prachtig panorama over de velden. We wandelen verder door de velden om in Haccourt te komen we wandelen nu tot aan de molen met de kapel. De molen Valoir gelegen op de Grand Aaz is een bovenslag watermolen al in 1417 was er sprake van een watermolen op deze plaats en in 1863 werd het stenen gebouw gebouwd het is een gesloten hoeve.
We wandelen wat verder en komen aan de kerk van Haccourt. Sint-Hubertuskerk is een prachtig kerkje uit de 18e eeuw (behalve de toren die uit 1870 dateert), met een bijzonder fraaie torenspits. De muur, die het heuveltje waarop de kerk staat omringt, zou uit de 7e of 8e eeuw dateren. De muur zelf is gemaakt uit stenen die uit een afgebroken Romeinse villa komen. De muur met de poort is het restant van een burchtruïne. Wat verder komen we aan de rustpost. We wandelen weer verder en komen hier op een stukje van de GR5. Door de velden en weilanden, ondanks dat het hier landbouwgebied is het toch mooi om te wandelen veel afwisseling nu weer een stukje langs de velden, akkers.
Boven op de heuvel staat een bunker. We wandelen verder. Altijd of en toe eens omkijken je ben verrast wat je achter je gelaten heb ook hier een prachtig panorama op Vise. Weer verder en een heel eind klimmen. Als we boven komen beneden ons een prachtig zicht. We dalen af en komen in het dorpje. Weer door de velden langs een prachtige hoeve, nog een beetje verder door de velden en we zijn in Heure le Romain.
Ook hier volop velden met afgereden graanvelden, het stro op grote rollen en bij elkaar gezet. Nog even verder door de velden en dan komen we terug in Oupeye, hier eindigt de mooie wandeling.
MARCHE DES HAUTES ROCHES. / MARCHEURS DE HAUTES ROCHES. DOURBES. / DOURBES. 08/08/2015.
MARCHE DES HAUTES ROCHES.
MARCHEURS DE HAUTES ROCHES DOURBES.
DOURBES.
Dourbes is een klein dorpje vlak bij de Viroin, geboren uit de fusie van l'Eau Blanche et de l'Eau Noire. We zijn verrast om de kerk te vinden aan de ene kant van het dorp. Deze afwijking heeft zijn oorsprong in de 18e eeuw. Op dat moment is het dorp verdeeld in twee heerlijkheden, languit langs de Viroin. De mensen van Dourbes-le-Val, uitgeput door talloze overstromingen, verbannen naar Dourbes-le-Mont. Sindsdien zijn de kerk en de publieke pomp niet langer het centrum van het dorp.
We vertrekken met de wandeling door het prachtige dorp met zijn bijzondere huizen. Dan wandelen we het dorp uit en krijgen de ruïne van het kasteel te zien. We wandelen verder door de prachtige natuur tot we aan de “Haute Roche” komen. Wat een prachtig panorama vanop deze plek. We komen aan het kasteel Haute Roch
Het kasteel van Haute Roche was een kleine burcht waarvan het lot steeds verbonden was met dat van het kasteel van Fagnolles.
Het graafschap Dourbes en Fagnolles was prinselijk eigendom. In 1555, tijdens het beleg van Mariembourg en de oorlog tussen Keizer Karel en Henri II, worden Dourbes en Fagnolles vernield. De burcht die op de top van een uitlopende rots lag, werd van het plateau gescheiden door een brede gracht. Een deur met 2 torentjes en een hefbrug vormden de enige toegang.
Vandaag vormt de ruïne een bijzondere plek in het landschap. We moeten even terug keren op het parkoers om onze wandeling verder te zetten.
We wandelen verder door het afwisselend landschap stukken met bos en grote akkers met graan. Waarvan al vele geoogst zijn. Dan weer verder en komen we in het
Le Parc naturel Viroin-Hermeton
Het 12000 ha grote natuurpark Viroin-Hermeton, omvat het volledige territorium van de gemeente Viroinval met zijn acht lieflijke dorpjes. In tegenstelling tot een natuurreservaat, waarin men zich voornamelijk bezighoudt met het bewaren van de natuur en het erfgoed, worden hier de duurzame economische ontwikkeling, ruimtelijke ordening en bewustmaking voorop gesteld om zo tot een samenhangend beleid van het gebied te komen.
We wandelen nu een eind langs de spoorlijn van Stoomtrein van de 3 valleien
De lijn 132 Mariembourg - Treignes doorkruist de valleien van de Brouffe, het “Witte” en het “Zwarte Water”; deze laatsten vormen samen de Viroin (vandaar “Stoomtrein der drie Valleien”) en loopt achtereenvolgens door de dorpen van Nismes, Olloy sur Viroin, Vierves en Treignes. Deze 14 km lange spoorlijn loopt door het landschap van de Viroin.
We komen langs de steengroeve en wat verder steken we de spoorlijn over, opletten of de stoomtrein niet aankomt. Weer verder door het bos. Dan komen we aan de hoge rots en nog even en we wandelen zo weer Dourbes binnen. Wat een pracht van een wandeling. We zijn heel dicht bij Mariemburg en het station van de stoomtrein van de 3 valleien.
We gaan even een bezoekje brengen.
Het depot van Mariembourg is gebouwd in rode baksteen en het dak is van beton. De architectuur van het depot is nogal eigenaardig, het gebouw is in rotonde vorm. De rotonde van Mariembourg is de laatste die nog gebruikt wordt en deze herbergt een deel van het materiaal van de vereniging. De loods telde van origine 6 sporen. Momenteel zijn er 5 in gebruik. Onder spoor 2 vinden we een put om inspectie en onderhoud van de machines te kunnen doen. Een draaischijf heeft Mariembourg nooit gekend. Een driewegwissel verschaft toegang tot de loods. Op het terrein vinden we een watertoren en een waterkraan die worden gebruikt om de stoomlocomotieven te bevoorraden. Ter hoogte van de waterkraan ligt een tweede werkput. In de nabijheid vinden we ook het kolenpark en een kraan om te laden uit 1910. Tegenover het kolenpark is de reserve van aanmaakhout.
Aan de andere kant van de NMBS sporen vinden we een klein huis van de spoorwegovergang-wachter, bezet door de vereniging. Het vertrek van de treinen is vanaf één van de perrons. Tenslotte vinden we op het terrein het ontvangstgebouw. En aan de achterkant van de rotonde, dicht bij de watertoren is een uitgebreide parking die gereserveerd is voor bezoekers. Wij wandelen wat in en rond het depot, kunnen wat mooie foto’s maken van de treinen en zien de aankomst van de stoomtrein, het water tanken en het bijvullen van de kolen, het is steeds weer een fijne beleving om deze toch wel bijzondere stoomtreinen bezig zien. Een fijne dag in deze toch wel bijzondere streek.
L’AOUTIENNE. / LES MARCHEURS DE L’AMITIE LANDENNE. / BONNEVILLE. 05/08/2015.
L’AOUTIENNE.
LES MARCHEURS DE L’AMITIE LANDENNE.
BONNEVILLE.
Onze wandeling vertrekt in het centrum van het dorpje, dicht bij de kerk Saint-Firmin, word aanroepen tegen reuma en andere tintelend.
Omringd door zijn oude begraafplaats, de kerk dateert deels uit de 11e eeuw, de toren en de voorkant van het schip. Het heeft inderdaad alle kenmerken van vele kerken gebouwd in de regio in het kielzog van de Abdij van Cornelimunster. Wat verder zien we het kasteel van Bonneville.
Dit in "L" vormige kasteel, voorafgegaan door een park, tegenover de kerk. Gebouwd in meerdere malen, uit verschillende tijdperken met kalkstenen blokken, het gebouw vormt een plein geflankeerd door drie vierkante torens, één van die dateert uit 1538. De prachtige gevel in traditionele Maaslandse stijl nodigt ons uit om een subtiele combinatie van rode baksteen en met horizontale speklagen in kalksteen te ontdekken. De bouw van de hoofdvleugel (noordzijde van de kerk) werd in het begin van de 17e eeuw, uitgevoerd door Jacques Zuallart, Heer van Sclayn en Bonneville. In 1690, zijn zoon Tilman Zuallart werd volledig geruïneerd door de verdere bouw van het kasteel en is verplicht om de eigendom over te dragen aan zijn belangrijkste schuldeiser Jean-Hubert Knight Tignée. Sindsdien is het kasteel van Bonneville door erfopvolging doorgegeven, tien generaties tot zijn directe afstammeling en de huidige eigenaar, de ridder Baudouin de Theux. Een klassiek geïnspireerde Franse tuin van de 18e eeuw vrijwel onveranderd sinds haar oprichting beslaat ongeveer drie hectare, noorden en westen van het gebouw.
We wandelen door het dorp met prachtige kalkstenen huizen. En dan een heel eind door de prachtige natuur tot we in Thon komen.
Gelegen aan de oevers van de Samson, een bijriviertje van de Maas. Het dorp is opgenomen in de lijst van de mooiste plaatsjes in Wallonië (Les Plus Beaux Villages de Wallonie). Het dorp ligt op een hoogte in een decor van groen en kreupelhout in de Samsonvallei. De kern van het dorp waarin kalksteen overheerst, heeft zijn charme van weleer weten te bewaren. De meer dan 100 meter hoge rotsen, die in 1944 onder monumentenzorg werden geplaatst, bieden een schitterend uitzicht over de streek en vormen een ontzagwekkende vestingmuur van Visékalksteen.
Boven op de rots de ruïne “fort van Samson”
De versterkte plaats van Samson waarvan je alleen de ruïnes ziet zou de stad zijn naam gegeven hebben. Ideaal gelegen op een klif met uitzicht op de weg Gramptinne werd bezet door de Romeinen; Julius Caesar zou een versterkte kamp vestigen. Opgravingen hebben aangetoond dat er graven, munten en voorwerpen uit de bezetting van de site door de Franken en de Merovingers. Fort Samson was verdeeld in drie delen: rotsachtig terrein, een erf en gemeenschappelijke delen en een ophaalbrug, de residentie van de Heer en zijn donjon. De dorpelingen waren vrijgesteld van belastingen, in ruil voor het fort. Het werd zonder succes belegerd door de Noormannen in de 9e eeuw. De laatste belegering van het kasteel vond plaats in de 16e eeuw, in de tijd van Don Juan van Oostenrijk. Het kasteel werd uiteindelijk gesloopt op bevel van koning Karel II van Spanje in 1690.
We kunnen vandaag nog de ruïne zien boven op de rots. We wandelen wat verder en kunnen de hoge rotsen zien en opeens stoppen ze hier draaien we af naar het riviertje Samson.
Zo komen we in Maizeret. Nu een heel eind door de prachtige natuur wat een vergezichten, gewoon mooi en aangenaam om door te wandelen. Weer verder komen we in Goyet. Aan het Château de Goyet is controle. Dit is een oud herenhuis uit de achttiende eeuw, twee verdiepingen kalksteen, met het opschrift: "Hospice opgericht in 1867 door Marie-Louise-Virginia." Vandaag nog altijd een rusthuis.
Na de rust weer een heel eind door de prachtige natuur tot we aan “Fond del Core” komen. Vanaf hier is het licht klimmen door de velden om terug in Bonneville te komen. Langs achter het kasteel en kasteelhoeve. Langs de kerk en dan terug op ons vertrek. Wat een pracht van een wandeling.
STRUCHT-TOCHT. / WC STRUCHTER BOYS. / SCHIN OP GEUL. 02/08/2015
STRUCHT-TOCHT.
WC STRUCHTER BOYS.
SCHIN OP GEUL.
Het lieflijke dorpje Schin op Geul ligt ten zuidoosten van Valkenburg. Een plaatsje dat u beslist eens moet bekijken vanaf de Schaesberg of vanaf de Keutenberg. Een prachtig panorama is dan de beloning voor uw klimtocht. In Oud-Valkenburg liggen de kastelen Genhoes en Schaloen. Naast dit laatste bouwwerk ligt het befaamde heempark "Kasteeltuin Oud-Valkenburg".
Aan de andere kant van de weg biedt het bijna 2000 hectare grote natuurgebied "het Gerendal" u een ruimte van rust, flora en fauna. Vanuit de voetbalkantine vertrekken we met de wandeling in dit toch wel mooie dorpje. We wandelen een stukje langs de Geul en steken deze over. We klimmen een eindje en langs ons zien we het treinstation van Schin op Geul een station van de Miljoenenlijn. Nog een eindje klimmen en dan door de velden, mooi het groene gras en de blauwe hemel. Voor ons een vergezicht over het landschap.
We komen in Koulen, hier prachtige vakwerkhuizen. Wat verder komen we aan een oud huis met een bijzondere spreuk “Wie kan keeren de vinger des heeren” maar uitgebeeld met een kan en vinger. We wandelen verder door het landschap en komen zo in Dolberg. Door de velden verder langs een plantenkwekerij en we komen zo in Heek. Ook hier mooie hoeven en vakwerkhuizen, toch bijzonder hoeveel vakwerkhuizen hierin de streek bewaard zijn gebleven. Op naar het volgende dorpje of gehucht “Hellebeuk”. Zo verlaten we dan weer het dorpje op naar het volgende Hulsberg. Hulsberg waar overigens ook tal van grote hoeven en panden – noemen we de hoeve Wissengracht - nog getuigen van een trots verleden.
In het oudste gedeelte van de kern staat in een sfeervolle omgeving de parochiekerk van de H. Clemens. De kerk in neo-romaanse stijl, werd in 1820 gebouwd en is in 1908 uitgebreid. In 1930 werd het schip van de kerk vernieuwd naar een ontwerp van architect Jos Cuypers. Hier op dit prachtige pleintje tegenover de kerk houden we even halt en iets verder staat de prachtige “Hof van Hulsberg” deze voormalige hoeve is nu een taverne. Bijzonder is het hier, op een bord op straat: “echtgenoot creche” wel een ludieke actie. Verder met de wandeling.
We wandelen door de landschap en gaan nu richting Valkenburg. In de verte zien we Valkenburg liggen en de ruïne van het kasteel. Verder door het bos naar “de Schaelsberg” hier bevind zich “De Kluis” Het gebouw, op deze schitterende plek in het hellingbos gelegen, was gedurende twee en een halve eeuw het onderkomen van kluizenaars. Vanaf de restauratie in 1976 wordt de 'Kluis' jaarlijks door duizenden mensen bezocht. Voor de een is het een meditatieplek, voor de ander een plek van bijzondere historische betekenis. Het is een bijzondere plek in het bos met een rijke geschiedenis. Één van de weinige bewaarde kluizen in de streek.
Wij nemen de tijd om even te bezichtigen en binnen staan ook waardevolle voorwerpen en die veel vertellen over de geschiedenis. Buiten staat de kruisweg, het was in de tijd van kluizenaar Smitsmans in 1843, dat deze buitenkruisweg ten oosten van de Kluis met 14 witte kapelletjes werd opgericht. Ze staan er erg devoot en vormen één geheel met de schilderachtige en bijzonder stemmige omgeving.
We wandelen verder en dalen af naar Walem, nog even verder en we staan terug in Schin op Geul waar onze wandeling eindigt, een pracht wandeling.