MARCHE D’APRES-MIDI. / CERCLE DES MARCHEURS DE SAIVE. / SAIVE 03/06/2017
MARCHE D’APRES-MIDI.
CERCLE DES MARCHEURS DE SAIVE.
SAIVE.
Onze wandeling vertrekt in de kazerne van Saive, Kw DE CUYPER-BENIEST. Juist voor de oorlog, ging het Belgisch leger een kazerne bouwen in Haute-Saive, juist in het midden van het oude park van het kasteel van Méan. Voor vele jonge dienstplichtigen, rijmt Saive gedurende lange tijd met legerdienst. Het is in 1932, bij de versterking van de vestingplaats Luik, dat beslist wordt een nieuw kwartier te bouwen in Saive. Begonnen in 1939 worden de werken onderbroken door de Duitse invasie op 10 mei 1940. Bij de bevrijding wordt ze door enkele Amerikaanse eenheden bezet tot in 1945. Desondanks alleen de blok B afgewerkt was, ontvangt de kazerne vanaf 1946 het 20ème Bataillon de Fusiliers. (als onderrichters voor het 3ème Corps de Forestiers.) In 1951 is de kazerne eindelijk afgewerkt. Zij herbergt artillerietroepen als onderricht centrum. De laatste artillerie eenheid verlaat het kwartier in 1961 en de gebouwen, die te leiden hebben van slecht onderhoud en gebrek aan verwarming vervallen snel. In 1973 beslist het departement defensie de herwaardering van de site en in 1974 vervoegt het Centre d'instruction n° 1 Saive. Zij blijven er 20 jaar. Van 1994 tot 1996 komt het 4ème Bataillon Quartier Général et Transmissions er zich installeren om het hoofdkwartier van de eerste gemechaniseerde Divisie te steunen. Nu volgen er drie jaar van renovatiewerken tot in 2001. Indien het overleven van het kwartier bedreigd werd kent het kwartier sinds mei 2003 een nieuwe jeugd door het aankomen van 2 eenheden die uit Duitsland komen. Het 4de Chasseurs à Cheval en het 2de Jagers te Paard hebben hun blijde intrede gedaan in Saive de 12 mei 2003. Dan door de reorganisatie word de kazerne van Saive verlaten en vandaag zijn er een aantal diensten van de gemeente in ondergebracht en een deel van de gebouwen zijn ze aan afbreken. We vertrekken met de wandeling en in een modderplas zijn de zwaluwen modder aan halen voor hun nesten een geweldig schouwspel. Aan en af vliegen ze, even neerzitten een bekje vol met modder en weer weg. Het zijn huiszwaluwen. Wat verder komen we aan het kasteel de Méan. De familie de Méan speelde gedurende verschillende eeuwen een belangrijke rol in het prinsbisdom Luik. In 1648 verleende keizer Ferdinand III erfelijke adel aan een de Méan. In 1694 werd de titel van baron van het Heilig Roomse Rijk verleend door keizer Leopold I aan Pierre de Mean en zijn vier broers, onder wie Karel de Méan (1604-1674), vader van Jan Ferdinand de Méan. In 1745 verleende de keurvorst van Beieren, Maximiliaan III, de titel graaf de Méan de Beaurieux aan baron Pierre de Méan, het kasteel eens een prachtig domein met boerderij ligt er verlaten en verloederd bij de hoeve is al niet veel beter aan toe tegenover ligt achter een hoge muur een nieuw kasteel. We wandelen verder door het dorpje en genieten van de mooie plekken. Door het dorp en zo terug naar de kazerne waar de wandeling eindigt.
Bij het begin van de XXste eeuw liet de kloosterorde van de Ursulinen een kostschool bouwen, met de bedoeling er meisjes uit de bemiddelde Europese families een waardige opvoeding te geven. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog kwam hieraan een einde. Kort na de oorlog kocht de Belgische Staat het gebouw voor het bescheiden bedrag van 2 miljoen en vestigde er de pupillenschool; in de jaren ‘30 werd de kadettenschool er ondergebracht. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Saffraanberg een belangrijke schakel in het Duitse luchtverweer en deed dienst als hoofdkwartier van de nabijgelegen basis van Brustem. De school behield echter haar pedagogisch karakter en de bezetter gebruikte de school om vrouwen op te leiden tot assistent-luchtverkeersleiders. Tijdens het testen van een nieuw begeleidingssysteem van de geallieerde vliegtuigen ontsnapte de school, als bij wonder, aan een luchtbombardement. In de periode tussen de twee oorlogen werd Evere het centrum voor de opleiding van militair luchtverkeer. In het debacle van mei 1940 gaat de band met de voorganger van de school verloren. Het is pas in 1944 dat de “Belgian Initial Training School” haar deuren kan openen binnen de Belgische afdeling van de Royal Air Force (RAF), te Snailwell (Engeland). Naast de basisopleiding voor piloten vinden we er ook een “Technical Training School”. Pas in oktober ’46 werd de school naar Saffraanberg overgebracht. Maar de “British touch” heeft zich nog jaren nadien doen gelden. Niet alleen werd het uniform van de RAF nog gedragen, maar vooral de onderwijsmethoden ondergingen nog altijd de Britse invloed. De theoretische kennis bleef beperkt tot een minimum ten voordele van een uitgebouwde praktische aanpak, ondersteund door een uitgebreid pakket van didactisch materieel.
De feniks herrijst uit zijn as
Op 8 augustus 1948 worden de gebouwen door een hevige brand verwoest. Alle materieel is totaal onbruikbaar. Van het Ursulinenklooster blijven alleen nog de muren en de kelders over. De Technische School vindt voorlopig onderdak in de Ambiorix-kazerne van Tongeren. Ondertussen start in Saffraanberg de heropbouw. Op de plaats van het voormalig klooster wordt een reusachtig gebouw opgetrokken. In deze koude-oorlogsperiode groeit het aantal leerlingen aan tot 2000. Heel vlug worden houten barakken gebouwd om het gebrek aan lokalen voorlopig te verhelpen. In 1967 heeft het hoofdgebouw met grote problemen af te rekenen: deuren gaan klemmen, ramen springen stuk… het gebouw stort zelfs gedeeltelijk in. Door een lek in de ondergrondse waterleiding spoelen de fundamenten met duizenden liters water weg. Het enorme gebouw is volledig onstabiel. Er moet vlug een oplossing worden gevonden. In 1968 worden uiterst moderne prefab-schoolgebouwen opgetrokken. De blauwgrijze gebouwen, waarvan de levensduur op 15 jaar was geschat, zijn nog steeds in gebruik. Vandaag start onze wandeling hier. Onze vriend Rudy Dessers organiseert er de Saff wandeling voor de 10de keer. Wij vinden het fijn om met hem et gaan wandelen deze wandeling is anders dan deze we gewoon zijn te doen de opbrengst gaat naar verschillende goede doelen. Het is de eerste wandeling sedert mijn operatie van de knie en zullen het maar 5kilometer worden en eens kijken of het gaat. We wandelen een eind op het domein en dan de velden in om een kleine toer rond het domein te maken. Als we terug komen gaan we eten in de kantine en nog even in de vertrekhal. Een prachtige organisatie met meer dan 1800 deelnemers.
Op de grens van de gemeenten Kortessem en Borgloon ligt één van de grootste aaneengesloten bossen van Haspengouw. Hier komen nog tal van oude bosplanten voor. De Winterbeek kronkelt zich een weg door haar bossige vallei. In het zuiden bouwden de heren van het kasteel “Opleeuw” hun jachthuis, nu gekend als het kasteel Belle Vue. De wandelingen vertrekken in het Hemelspark. Aan het startpunt van de wandeling richtte de Vlaamse Landmaatschappij een schitterende natuurspeelplek in voor kinderen en niet alleen voor kinderen maar volwassen kunnen genieten van de natuur in dit prachtige park. Na het Hemelpark wandelen we naar het Bellevuebos dat 105 hectare groot is en vorm één van de grootste bossen in Haspengouw. Het is een mooie wandeling door het bos en er veel afwisseling in soorten en de vele wilde bloemen en kruiden zijn bijzonder en trekken vlinders aan. Een korte afstand leggen we af buiten het Bellevuebos en wandelen een eindje door de velden om dan terug in het bos terecht te komen. Op zondag word deze wandeling officieel geopend en we gaan natuurlijk ook. Het Hemelpark is de plek waar we moeten zijn. Na de toespraken en receptie kunnen we de wandeling ook doen, vandaag zijn Seppe en Jelle erbij en Jozef en Heidi komen ook. Hier kunnen we met verschillende wandelvrienden en greenspotters even kennis maken en dan vatten we de wandeling aan gezellig te samen met Jozef, Heidi en Jelle en Seppe. Een prachtige namiddag.
MARCHE DU 41E ANNIVERSAIRE. / LES MARCHEURS DU GEER. / BASSENGE. 13/05/2017
MARCHE DU 41E ANNIVERSAIRE.
LES MARCHEURS DU GEER.
BASSENGE.
Bassenge: Tot 1963 maakte Bitsingen deel uit van de Vlaamse provincie Limburg, maar het werd na de vaststelling van de taalgrens overgeheveld naar de provincie Luik in Wallonië. In tegengestelde richting werd Voeren overgeheveld. Dat Bassenge gelegen is in een prachtige streek weten we wel maar dat de wandeling ons langs al die mooie plekken brengt is zeker een positieve ervaring. Een stukje langs de mergelwanden waar zeldzame planten en dieren wonen. Op vele plaatsen kunnen we sporen van dassen en vossen zien. Het zijn prachtige stukken waar we langs gaan en stilaan klimmen we naar boven. In de bermen op de vele lentebloemen zitten vlinders, het landkaartje en bonte zandoogje kunnen we vastleggen op de foto. Eens boven wandelen we op het plateau veranderd het landschap in grote vlakke stukken met akkers. Maar daarom niet minder mooi, de blauwe lucht met wolken is zo mooi. Dan komen we in Roclenge. Op het plein voor het gemeentehuis met een prachtig oorlogsmonument en kiosk. De jeker –Geer- loop door het dorpje en wij wandelen het dorp uit langs het vervallen kasteel en dan klimmen we een heel eind om zo langs weilanden wandelen ook hier weer prachtige zichten op de omgeving. Wat een prachtige omgeving velden en akkers die nu al allemaal groen staan maar ook de gele bloemen van de koolzaad geven alles een prachtig zicht. We wandelen verder en komen zo in Wonck; is een landbouwdorp in Droog-Haspengouw dat zich stilaan ontwikkelde tot een woondorp. Landbouw is er vooral aanwezig in de vorm van akkerbouw, veeteelt en fruitteelt, ligt in het dal van de Jeker. Er zijn nog een aantal gesloten hoeven uit de 18de en de 19de eeuw. De controle is in een prachtig gebouw, spijtig dat we niet kunnen achterhalen wat het oorspronkelijk was. Na de rust weer verder en we komen aan de Moulin Deborre is eveneens een watermolen met een onderslagrad op de Jeker en dateert van 1716. Nog een klein stukje wandelen en we zijn terug op ons vertrek. Een prachtige wandeling.
43E INTERNATIONALE VOLKSWANDERUNG. / WANDERCLUB AMEL. / MEDELL. 07/05/2017.
43E INTERNATIONALE VOLKSWANDERUNG.
WANDERCLUB AMEL.
MEDELL.
Medell in de Belgische Eifel is als gebied eigenlijk een onderdeel van de oostelijke Belgische Ardennen maar omdat het zich in het Duitstalige deel bevindt en landschappelijk een soort overgangsgebied met de Duitse Eifel vormt, wordt het als de Belgische Eifel aangeduid. De streek valt samen met het zuidelijke deel van de Duitstalige Gemeenschap en de volkstaal is van oudsher het Duits of het Luxemburgs, dat ook in het aangrenzende deel van Groothertogdom Luxemburg wordt gesproken. De Belgische Eifel behoort tot de hogere gedeeltes van de Ardennen bepaalde toppen komen boven de zeshonderd meter uit. Ook is het gebied dichtbebost, met vooral naaldbomen, maar dunbevolkt. Medell is een deelgemeente van Amel. Onze wandeling loop over het grootste gedeelte door bossen. Wat wel prachtig is, de blauwe bosbes staat in bloei met kleine rode bloempje. We wandelen een heel eind door het bos en dan komen we in Meyerode. Hier verschillende prachtige oude huizen, kapellen en kruizen op vele plekken. Hier veranderd ons uitzicht wel heel erg van bos naar weilanden zover het oog reikt. Langs stille veldwegen en weinig verkeer op de andere wegen wat het wandelen hier heel aangenaam maakt, genieten van al het moois wat deze wandeling ons bied komen we toch weer aan het einde van onze tocht. De Belgische Eifel is zeker de moeite om eens te bezoeken en om er prachtige wandelingen te maken.
39E MARCHE INTERNATIONALE. / LA SAVATE MARCHINOISE. / MARCHIN. 06/05/2017
39E MARCHE INTERNATIONALE.
LA SAVATE MARCHINOISE.
MARCHIN.
De wandeling vertrekt op Place de Belle-Maison. Een prachtig plein met kerk kiosk omgeven door prachtige huizen. Vooral het kasteel dat er op uit komt is bijzonder. Het bestaat uit het nieuwe en oude kasteel. Het kasteel Belle-Maison is een klassiek gebouw, gebouwd tussen 1726 en 1734. De kapel heeft een rococo decoratie: stucwerk en opmerkelijke houtwerk. Het meubilair en de inrichting van het kasteel zijn origineel. In het park kunt u genieten van de meer dan 600 jaar oude kastanjeboom. Het oude kasteel : De vierkante gebouw dat dateert uit de 17e eeuw gebouwd van zandsteen en kalksteen. De hoofdingang opent naar de binnenplaats van het nieuwe kasteel. Het nieuwe kasteel: U hoge bouw van 1726 tot 1734. De bouw in steenrood en zeer witte kalksteen op. Binnen in het kasteel is de decoratie van zeldzame kwaliteit. Op de begane grond zijn verschillende kamers met een opmerkelijke stucwerk rococo plafond met marmeren schouwen en schilderijen. De kamer van de bisschoppen en de kelder. Jachtkamer met opmerkelijke gewelven gepleisterd in de wandbekleding in tegels van aardewerk. De kapel : werd in 1734 ingericht door Vasalli (datum aan het plafond) in de Italiaanse barokstijl. De beschrijving laat ons vermoeden dat dit een prachtige kasteel is maar we kunnen niet binnen gaan kijken is privé bezit. Al vlug wandelen we de velden in, weilanden zover het oog rijkt. Hier en daar komt het gele van het koolzaad tussen al dat groen en hier en daar een huis en boerderij, wat prachtig. We wandelen verder en komen zo in Grand Marchin. Ook hier ene prachtig grasplein met een kiosk en gemeentehuis, hier verschillende prachtige kunstwerken en in het oude gemeentehuis een tentoonstelling die we even bezoeken en dan verder. Hier ook weer die prachtige huizen in natuursteen. Verschillende boerderijen heel mooi. Dan hebben we controle en rustpost. En dan weer verder door de velden met koolzaad zo mooi de gele velden in het golvend landschap. Nog wat verder en wij komen terug aan ons vertrek. Een mooie en aangename wandeling.
MEIKLOKJESTOCHT. / DE SCHOVERIK. / DIEPENBEEK. 01/05/2017
MEIKLOKJESTOCHT.
DE SCHOVERIK.
DIEPENBEEK.
Onze wandeling vandaag start op Rooierheide. Een stukje geschiedenis:
Het gebied was eeuwenlang een heidegebied ten noorden van Diepenbeek en de Demer, zoals het ook nog is weergegeven op de Ferrariskaart uit de jaren 1770. De Atlas der Buurtwegen uit het midden van de 19de eeuw duidt de gehuchtjes Miserik en Ginderover aan. In 1912 werd in Rooierheide het klooster van Royerheide gebouwd, wat een aanzet gaf tot de ontwikkeling van het gehucht. In 1933 werd hier de Heilig Hartkerk van de passionisten opgetrokken. In de jaren 30 werd het gebied doorsneden door het Albertkanaal. Het gehucht groeide verder uit, onder meer door de industriële ontwikkeling van het nabijgelegen Genk, richting Dorpheide. Ten zuidwesten van Rooierheide werd de campus Diepenbeek van de Universiteit Hasselt aangelegd.
De start is op het Patersplein neven de Heilig Hartkerk.
De Paters Passionisten kwamen in 1912 naar Rooierheide, waar ze het onderwijs en de geestelijke verzorging organiseerden. In 1915 kwam er een school, geleid door de Zusters van het Heilig Hart van Maria, uit Hannuit. Deze was aanvankelijk voor jongens en meisjes, maar in 1928 opende ook een school voor jongens en in 1933 werd de kerk gebouwd. Pas in 1958 werd Rooierheide een zelfstandige parochie. Het klooster van de Passionisten werd in 2003 verkocht, hierin kwamen serviceflats. De laatste Passionist, de pastoor, vertrok in 2004. Een gedenkplaat herinnert aan hun inzet.
We wandelen door het park dat heraangelegd word, verschillende vijvers en dan verlaten we het park en wandelen langs de Stiemer. Verder door een bosje en dan steken we het Albertkanaal over. En dan de Maten in.
De Maten tussen Genk en Hasselt is een van de merkwaardigste natuurgebieden van Vlaanderen.
Je kan hier wandelen in een bonte verzameling landschappen die ontstaan zijn tussen de vele vijvers. De zachte natuurlijke helling van de Stiemerbeekvallei vormt de zijflank van de vijvers in De Maten. Door de flauwe hellingsgraad konden reusachtige rietvelden ontstaan. Zij zijn een ideale woonplaats voor riet- en moerasvogels. In de beekvallei in Diepenbeek ligt nog schitterende natuur. Dankzij Natuurpunt en de gemeente Diepenbeek kan je er genieten van de rust en bloemenpracht. Water speelt een belangrijke rol in het gebied. Het zuivere water van de Dauteweyers vormt het ideale decor voor een van de zeldzaamste amfibieën in ons land: de boomkikker.
We genieten van de wandeling door de Maten langs de vijvers over de heidevelden gewoon prachtig. Dan komen we terug op de Rooierheide. Einde van een mooie wandeling.
41e MARCHE INTERNATIONALE DES VERT ET BLANC. / CERCLE MARCHEURS DES VERT ET BLANC. / LIMBOURG. 30/04/2017.
41e MARCHE INTERNATIONALE DES VERT ET BLANC.
CERCLE MARCHEURS DES VERT ET BLANC.
LIMBOURG.
Vandaag een wandeling in het prachtige stadje Limbourg. We vertrekken in Hévremont. Wist niet dat dit zo een prachtig dorpje was. We komen langs de Saint-François d`Assise kapel. Prachtig midden in het dorp met mooie oude huizen rond. Een dorpje uit de prentenboek. De huizen van het dorpje stammen uit de 17e en 18e eeuw en zien er uit alsof de tijd er stil is blijven staan. We wandelen nu de velden in, het heuvelachtige plateau met de verspreide bewoning die kenmerkend is voor de treek: enkele woningen rondom de kerk en voor de rest boerderijen die tussen de velden en akkers verspreid liggen. Deze eerder bescheiden, functionele boerenwoningen spreken aan door hun charme en door hun volmaakte integratie in het landschap. Typische voor deze streek zijn ook de wilde hagen. Ze werden niet enkel aangeplant om eigendommen of landerijen af te bakenen. Zij spelen eveneens een belangrijke rol in de vrijwaring van de plaatselijke flora en fauna. Zonder deze wilde hagen zou een wandeling door de velden veel van haar charme verliezen. De vallei van de Vesder met zijn charme en de Vesder ontstaat in de veenmoerassen en stroomt naar Limbourg. Wij kunnen de kerk en kasteel van Limbourg zien vanop de wandeling. Verstopt in de heuvels rondom Eupen en Malmedy vlakbij het grote stuwmeer la Gillepe in de Ardennen ligt ineens dit prachtige oude dorpje. Limbourg , of te wel Limburg in het Vlaams, is een werkelijk prachtig oud plaatsje gebouwd bovenop de heuvels rondom Eupen. De huizen van het dorpje stammen uit de 17e en 18e eeuw en zien er uit alsof de tijd er stil is blijven staan. Limbourg is gebouwd rondom een centraal marktpleintje met daaromheen enkele kleine straatjes. Op het plein staat het stadhuis de waterpomp en het belangrijkste en enige café, restaurant van het dorp. Veel toeristen zul je hier nog niet treffen, veel bekendheid kent het dorpje nog niet. Het is een erg leuk dorp om even door te wandelen en eventueel ook een korte wandeling door de omgeving te doen. De vergezichten die je vanuit het dorp hebt zijn werkelijk prachtig. Wij wandelen rond het centrum door de prachtige natuur. We wandelen nu door het “Bois d’ Hevremont” en dan verder komen we in Pirhettes een oude boerderij met een vijver voor en de voordeur een kop van een man met pijp gewoon mooi en dan zijn we terug op ons vertrek een prachtige wandeling.
36e MARCHE DES ETOILES. / LES KANGOUROUS DE FALISOLLE. / FALISOLLE. 29/04/2017
36e MARCHE DES ETOILES.
LES KANGOUROUS DE FALISOLLE.
FALISOLLE.
We vertrekken met onze wandeling in Falisolle en beginnen te wandelen langs het oude station, een mooi gebouw. We komen zo in Arsimont. Een landbouwdorpje vele velden staan geel van de koolzaad wat een mooi zicht. Langs de kerk en het kerkplein met het oorlogsmonument. Nog een heel eind langs velden en dan het stukje bos in, door de prachtige omgeving. Weer een eindje verder langs de kapel en langs een huis met vele landbouwmateriaal aan de gevel, wel mooi. Blijkbaar zitten we in een streek waar nog vele kapellen staan en ze zijn nog goed onderhouden, stukjes erfgoed dat door e mensen behouden blijft. We komen langs de boskapel en kunnen even binnenkijken, wat een prachtig beeld van Maria en het kindje Jezus, wat een prachtig kleed met geborduurde tekeningen en zowel Maria als het kindje een gouden kroon met edelstenen, zo een prachtig verzorgde kapel. Een stukje bijzonder erfgoed. Dan wandelen we het bos in. We wandelen een heel eind door het bos. Nog een eind langs de velden en huizen, waar een prachtige kat aan het venster zit, en dan terug naar ons vertrek. Het is een korte wandeling mijn knie blijft pijn doen, gelukkig kan er later op de maand iets aan gedaan worden. Afwachten en hopen dat het beter word. Voorlopig korte wandelingen.
Stavelot en het water : sinds altijd heeft het water ritme gegeven aan het stadje met de Amblève en zijn oude brug, de fonteinen en zijn wasplaatsen, zijn vijvers waar de herinnering aan de 19de- eeuwse leerlooierijen zich weerspiegelt. Voor ons ligt de stad met zijn prachtige vakwerkhuizen, zijn steegjes en oude gebouwen, vandaag wandelen we langs het stadsgedeelte om de directe omgeving van Stavelot te verkennen. We wandelen een heel eind langs de huizen, met een prachtig kasteeltje spijtig dat het er zo verwaarloost bij ligt. Dan komen we voorbij een van de huizen waar een kop van de “Blanc Moussis” hangt. De Blanc Moussis, gekleed met een witte kapmantel en een rode lange neus ze zijn een vereniging die met half vasten in de carnavalstoet meelopen. Dan een heel eind door de prachtige natuur, bossen en weilanden. In de verte een grote boerderij zo alleen in de weilanden zo mooi. Dan komen we in “Cheneux” een prachtig dorpje met nog verschillende vakwerkhuizen, wat kan dit toch mooi zijn. Hier hebben we ook de rustpost. Na de rust weer verder, bossen weilanden afwisselend. We wandelen nu Spoorlijn 44 op, vandaag een fietspad/wandelpad. De spoorlijn die Pepinster verbond met Stavelot, De lijn was 36,8 km lang. Sinds 1973 verbindt de spoorlijn Pepinster met Spa en is de lijn nog slechts 12,5 km lang. Op 23 mei 1971 was het resterende stuk tussen Pepinster en Géronstère geëlektrificeerd. De maximumsnelheid bedraagt 70 km/u. Op het opgebroken deel werd van Sart-lez-Spa tot Stavelot een half verhard pré-RAVeL fiets-/wandelpad aangelegd (17 Km). Voor we Stavelot inwandelen moeten we door de spoortunnel. Een heel eind over de fietsroute en dan draaien we af om terug naar ons vertrek te gaan nog even voorbij een prachtige kasteeltje en dan zijn we terug op ons vertrek. Een mooie en aangename wandeling in Stavelot.
OM EN ROND BORGLOON. / LOONSE TSJAFFELEERS. / BORGLOON. 22/04/2017
OM EN ROND BORGLOON.
LOONSE TSJAFFELEERS.
BORGLOON.
Borgloon, een gezellig stadje, gelegen in het glooiend Haspengouw, eens een versterkte stad van waaruit de graven van Loon regeerden over hun graafschap. Kunst, erfgoed en een prachtig landschap zijn drie basisingrediënten voor een verrassend bezoek aan Borgloon. Talrijke bezienswaardigheden verwijzen dan ook naar het rijk cultuur-historisch verleden. Als hoogst gelegen historisch stadje van Vlaanderen geniet je van prachtige panorama’s over het fruitlandschap. Honderdduizenden fruitbomen, geherwaardeerde hoogstamboomgaarden boordevol witte bloesems, uitgestrekte aardbeienvelden, hier ruikt alles naar vers groen en lente. Dat levert magische momenten op. Van het openspringen van de bloesems tot het plukken van de rijpe vruchten. Waardoor in het verleden Borgloon de Bakermat van de stroop was en is. Begin vorige eeuw was Borgloon de bakermat van de stroopfabricatie, waardoor de Lonenaren de bijnaam ’strooplekkers‘ kregen. De oude stoomstroopfabriek is één van de laatste restanten van de industriële verwerking van fruit tot stroop. Vandaag word er stroop gemaakt op de site, de vraag is hoelang nog. Vandaag is Borgloon ook gekend om zijn PIT kunstwerken. Kunst met Pit in het landschap van Borgloon Kunst, erfgoed en landschap zijn drie basis ingrediënten voor een verrassend cultuurbezoek aan Borgloon. Het artistiek kunstproject Pit van Z33- huis voor actuele kunst, is uniek in Vlaanderen en ver daarbuiten. De kunstwerken in het landschap laten voorbijgangers en bezoekers anders naar de omgeving kijken. Het landschap bevat immers vele verhalen die niet altijd onmiddellijk zichtbaar zijn. Momenteel zijn er een achttal spraakmakende kunstwerken te bewonderen. Waaronder het beroemde wereldwijd gekende Doorkijkkerkje. The Guardian plaats het doorkijkkerkje op de eerste plaats van de 10 beste plekjes in België om te bezoeken.
Winning tip: See-through church, Borgloon
This chapel/art installation by Belgian architects Pieterjan Gijs and Arnout Van Vaerenbergh is modelled on the traditional village church, but constructed from horizontal steel plates so that from some angles, it appears solid, while from others it dissolves into the landscape. We visited on a bitterly cold December day, with snow still on the ground, but were awed by the beauty and tranquillity of the spot (in Limburg province). A quasi-religious experience, or simply a very pretty hidden treasure.
Zo word een wandeling door en rond Borgloon een belevenis om verder te vertellen, de bloesems die het landschap omtoveren tot één grote witte boeket. Wat een prachtige streek wonen we toch en dank zij de Loonse Tsjaffeleers kunnen duizenden wandelaars hier komen wandelen en genieten.
Vertrek achter het voetbalplein van Jesseren. We worden het veld in geleid en wandelen over een veldweg waar ik nog nooit geweest ben, gewoon mooi en aan de ene zijde velden en aan de andere kant beemden. De ruilverkaveling heeft hier een grote beemd aan de natuur gegeven en na een paar jaar zal dit hier prachtig worden. We wandelen verder en krijgen in de verte Gorsopleeuw te zien. Vlaanderen bezit hier en daar toch nog wel indrukwekkende stukjes natuur. Het natuurreservaat “Zammelen” is er zo ééntje. De Mombeek slingert er op natuurlijke wijze doorheen de vallei. Doorheen de tijden heeft de rivier zich in het leemplateau ingesneden. In de hellingen komen daardoor krijtlagen aan de oppervlakte. de combinatie van water, leem, kalk en zand trekt heel wat zeldzame planten en diersoorten aan zoals de sterk geurende daslook en ook prachtige orchideeën. Dan wandelen we het natuurreservaat van Zammelen binnen. De wandeling komt aan de kerk van het piepkleine Zammelen een landbouwgehucht van Vliermaal. Het telt een kerkje een zaaltje en een tiental huizen, de tijd is hier blijven stilstaan. Wij vertrekken aan de kerk en dadelijk wandelen we het natuurreservaat binnen, het is duidelijk dat wij hier nog in het vochtige Haspengouw zijn op de rand van het plateau. Prachtig wandelen over de houten wegjes die ons met droge voeten door het vochtige landschap brengen, mooi is het wel met de vijvers, wij wandelen door de velden en langs boomgaarden. De rijke leemgrond van Haspengouw bestond vroeger uit graslanden. Om de opbrengsten van de weiden te verhogen plantte men er vanaf de 19de eeuw hoogstamfruitbomen op. Men koos toen vooral voor stevige soorten zoals Keulenman, sterappelen en dubbele Flip peren, en Kernielse kersen. In de jaren 1970 schakelden de fruitkwekers massaal over op laagstam. De kweek en de pluk werd gemakkelijker maar het landschap ging achteruit, de prachtige boomgaarden verwenen als sneeuw voor de zon, nu 40 jaar later word alles in het werk gesteld om deze boomgaarden te bewaren, ze zijn een speciale biotoop, waar vogels en kleine zoogdieren leven. De kleine steenuil heeft oude fruitbomen nodig om in te broeden, ook de eikelmuis vind hier zijn thuis. De wandeling brengt ons richting oude spoorweg. In 1957 werd het trein vervoer stopgezet en in 1971 werden de sporen opgebroken en geleidelijk aan veroverde de natuur de oude spoorberm, waardoor nu mooie en waardevolle stukken natuur zijn. Wij wandelen verder over het oude spoorweg en dan wandelen we naar de Sint-Annavallei. Wij maken een halt aan de vijver van Natuurpunt hier kunnen even rusten op de banken en genieten van de prachtige natuur. Dan moeten we weer verder. We wandelen nu een eind op de weg naar Jesseren maar we slaan links in om zo terug op de spoorweg te komen, hier midden in het veld een prachtig hoeve met een gedeelte in vakwerk. Dan langs de uitkijkplatform waar we kunnen kijken naar de dassen. Nu de fietsroute op langs het kasteeltje en het station nog even en we eindigen onze wandeling.
Wellen ontstond vermoedelijk in de Frankische tijd (5e-7e eeuw), toen veeboeren zich vestigden aan de Herk. In de Middeleeuwen en tijdens het Ancien Régime was de ‘Loonse heerlijkheid’ Wellen (deel van het Land van Loon) zowel op administratief, juridisch als kerkelijk vlak afhankelijk van de abdij van Munsterbilzen. Tijdens het Ancien Régime bestond de parochie Wellen uit drie dorpen: Wellen, Vrolingen (dat toebehoorde aan de heren van Meldert) en Abswellen (viel onder de proosdij van Maaseik). Wellen is het epicentrum van de Bokkenrijders van Zuid-Limburg. Het fenomeen Bokkenrijders dateert van de 18de eeuw. Het grote kapitaal zat in die tijd bij kasteelheren, grootgrondbezitters, adel en clerus. De bevolking moest hard zwoegen. Hun karige loon werd hen dan nog regelmatig door vreemde soldaten en avonturiers ontnomen. Het handelsmerk van de Bokkenrijders was de brandbrief: hierin dreigden ze met brand tenzij de bedreigde een zekere som overmaakte. Ze waren echter minder crimineel en wreed dan beweerd werd. In onze moderne tijd zouden we spreken van ‘kruimeldiefstallen’. Van grote rooftochten was nooit sprake. Volgens de legende zweefden De Bokkenrijders ’s nachts op bokken door de lucht. Dit verhaal werd althans via foltering uit de verdachten geperst. Het is gebaseerd op een Germaans volksgeloof, waarbij demonen in een dierlijke gedaante in een storm door de lucht raasden. In het christendom werden deze demonen assistenten van de duivel genoemd. De rechterlijke macht (indertijd was de geestelijke en wereldlijke heer van Wellen de abdis van Munsterbilzen) trad hard op tegen De Bokkenrijders. De vonnissen (1774-1776) van 27 ter dood veroordeelde Bokkenrijders uit Wellen werden voltrokken op twee verschillende plaatsen; in Munsterbilzen en in de Bonderkuil in Wellen. We vertrekken met de wandeling in het centrum en wandelen langs de neogotische kloosterkapel (gebouwd in 1899) bleef bewaard en kreeg een multifunctionele, culturele bestemming. Het is een sfeervolle plaats waar vergaderingen, bijeenkomsten en tentoonstellingen plaatsvinden. Specialisten typeren het gebouw als ‘een totaalkunstwerk van architectuur en toegepaste kunsten’. Waardevol zijn vooral de decoratieve schilderingen op de plafonds en de muren. De kleurrijke ramen illustreren de glas-in-loodtechniek. En dan wandelen we verder naar Herten. Met een 80-tal inwoners was Herten jarenlang de kleinste gemeente van Wellen. Toch had deze gemeente een kerk, een brouwerij en een watermolen. Een gemeentehuis was er echter niet. Tijdens de laatste legislatuur (1970-1976) was wijlen Armand Neven burgemeester van deze mini-gemeente. Diezelfde Armand Neven is ook de bezieler van de Wellense en Hertense industrie. Wat begon in de late jaren dertig, met een bescheiden houtzagerij voor fruitkisten, is ondertussen uitgegroeid tot een internationaal bedrijf: ANL Plastics producent van plasticverpakkingen voor voedingswaren, heeft fabrieken in Frankrijk, Polen en Herten. Dan wandelen we een heel eind door de natuur en langs velden, boomgaarden en plantage. Dan komen we aan de mot is een kunstmatige heuvel, in de 15e eeuw opgeworpen om zich te verschansen voor de vijand. Bovenop een mot stond vaak een houten palissade (een aaneengesloten rij van in de grond geslagen palen of staken, die dienst doet als omheining). Bovendien was een mot omgeven door water. Nu wandelen we verder tot we in het natuurreservaat de Broekbeemd die pal in het centrum van Wellen ligt. Een prachtig stukje beemd met als parel op de kroon een voor Vlaanderen zeer zeldzaam natuurtype, het kalkmoeras. Richting Alken snijdt dan weer de Grote Beemd door het dorp, een valleigebied waar het goed toeven is en het woongebied van een Europees bedreigde soort, de kamsalamander. En wij beheren nog een derde natuurgebied, de Ulbeekse bossen. Een bosrestant die je nog kan terugvinden op de oude kaarten van Feraris. Dit schitterende eiken-haagbeukenbos is dan weer van een heel ander type natuur. Vooral de voorjaarsbloeiers stelen hier de show. Ook de hooglanders die hier grazen zijn bijzonder. Zo komen we de molen. Het huidig molenhuis dateert van 1775. Het is samen met het 20e-eeuwse woonhuis onder één zadeldak verenigd. Alhoewel de molen sinds 1973 buiten werking is, is ze nog steeds maalvaardig: ze maakt deel uit van het Vlaams industrieel erfgoed. De molen is een graanwatermolen van het onderslagtype met een molenrad van 5 meter doorsnede. Bij één omwenteling van het molenwiel draait de molensteen 12 keer rond. Nog even en we zijn terug aan ons vertrek. Een mooie en aangename wandeling in het Land van de Bokkenrijders.
MARCHE DES CROUSTILLONS. / MORTIER C’EST L’PIED. / MORTIER. 15/04/2017
MARCHE DES CROUSTILLONS.
MORTIER C’EST L’PIED.
MORTIER.
We wandelen vandaag in Mortier. In de zaal komen we Leon tegen al een hele tijd geleden dat we hem nog gezien hebben. Fijne ontmoeting. Dan wandelen we door de prachtige omgeving. Alles fris groen wat kan het toch allemaal mooi zijn. Weer verder en in de verte de mijn van Blegny. Dan weer verder door de smalle wegjes en langs de bosranden zo mooi. Ook hier en daar staan nog hoogstambomen die in bloei staan. Dan controle in een oude hoeve prachtig om daar nog andere wandelvrienden te ontmoeten altijd fijn. Dan een heel eind door de natuur langs beekjes en stegen. Zo mooi. Spijtig dat we maar een korte afstand kunnen wandelen mijn knie blijft parten spelen. We komen aan het natuurreservaatje “La Richelette”. Een heel eind langs de beek waar een mooie natuur rond ligt. Een mooie en fijne korte wandeling en als beloning van de club een zakje met paaseieren. Een prachtige wandeling met vele vrienden.
De promotie van de wandeling op verschillende toeristische diensten geven de indruk dat het kasteeldomein Rullingen nog steeds toegankelijk is, wat niet meer het geval is. Het kasteeldomein van Rullingen is nu in privé handen en er is weinig te zien van het kasteel en omgeving.
Landschapswandelingen Rullingen
Het kasteeldomein van Rullingen, omringd door boomgaarden en uitgestrekte akkers, is samen met het fruitspoor, het natuurgebied Meersbeemden, het kasteel en de hoeve van Kuttekoven en de kapel van Oetersloven, één van de pareltjes in een gevarieerd landschap in het hart van Haspengouw. Een landschap dat een flinke stempel kreeg opgedrukt door de Herk en de Rullingenbeek.
Wat niet wegneemt dat het toch een mooie wandeling is en blijft vertrek van de wandeling in Borgloon aan de voetbalvelden. Wij vertrekken aan Puthofveld om zo op de route te komen richting Kuttekoven. De bomen staan in bloei en wat kan er mooier zijn om tussen et wandelen, genieten van de witte gloeit. Peren, kersen staan volop in bloei, en vooral de hoogstambomen zijn prachtig is nog altijd een bijzonder zicht. Wij wandelen nu het Fruitspoor op richting Kuttekoven, hier is de natuur ook ontwaakt en alles is er fris groen. Vlinders fladderen rond en we komen ook een hazelworm tegen wat kan de natuur toch verassen. We volgen nu een eind de spoorweg en wandelen naar de Meersbeemden.
Het gebied, dat beheerd wordt door Natuurpunt, is gelegen in het dal van de Herk. Hier waren vanouds vochtige beemden die als hooiland werden gebruikt. Mede door het opstuwen van water ten behoeve van het nabijgelegen watermolenbedrijf van de Nieuwe Molen bleven de beemden zeer nat. In het begin van de 21e eeuw werden beekherstelwerkzaamheden uitgevoerd waardoor de Herk weer meer meandert en er ook weer overstromingen kunnen plaatsvinden. Er werden glooiende oevers aangelegd en het vroegere kleinschalig landschap werd hersteld. Er werden poelen gegraven en populieren- en dennenplantages werden gerooid. Daarvoor in de plaats werden inheemse boomsoorten als els aangeplant.
We wandelen langs de Nieuwe Molen, spijtig dat dit stukje industrieel erfgoed zo in verval is en dan verlaten we het natuurreservaat en draaien de weg op die ons naar Rullingen brengt. Hier komen we nog langs verschillende hoogstamboomgaarden wat een pracht, en dan komen we aan het kasteel van Rullingen, veel kunnen we niet meer zien van het kasteel, toch spijtig dat dit stukje geschiedenis uit handen gegeven is door de provincie en nu in privé handen is zodat we niet meer door het prachtige park kunnen, spijtig maar het zij zo. Verder wandelen we nu tot we weer aan het fruitspoor komen en draaien hier nu naar Kuttekoven. Als is Kuttekoven een klein dorpje een kleine 80 inwoners zijn er verschillende bezienswaardigheden.
De Sint-Jan-de-Doperkerk is een neoclassicistische dorpskerk uit 1840. De kerktoren dateert uit de 13e eeuw en is het enige overblijsel van de vroegere romaanse kerk die op dezelfde plaats stond. De toren is sinds 1935 een beschermd monument terwijl de kerk zelf in 2004 beschermd werd. De huidige kerk is sinds november 2006 gesloten vanwege de bouwvallige staat waarin ze verkeert.
De voormalige pastorie uit 1726. In 1768 werd het gebouw verhoogd met een verdieping. Ook de oude pastorie is sinds 2004 een beschermd monument. In 2012 is er met een renovatie gestart.
Hoeve en oud kasteel De Clee. Oorspronkelijk was dit een hoeve uit de 17e eeuw en behoorde ze toe aan de Abdij van Herkenrode. In de 19e eeuw werd de hoeve uitgebouwd tot een kasteel met herenhoeve. Het geheel is sinds 2004 een beschermd monument.
Het eclectisch Kasteel De Klee uit 1904-1907. Het kasteel werd grotendeels vernield door een brand in 1933 maar werd daarna volledig gerestaureerd. Het kasteel is sinds 2004 een beschermd monument.
Al deze prachtige bezienswaardigheden kom je tegen op deze wandeling. Op een bepaald plek heb je zicht op de kastelen De CLee; kasteel Rullingen en kasteel de Hulsberg. Vooral in de winter en voorjaar kun je deze zien als de bomen nog geen bladeren hebben. Nog even verder wandelen en we zijn terug op ons vertrekpunt. Het fijne van deze wandelingen is dat je niet noodzakelijk moet vertrekken aan de vertrekpunten je kunt de wandeling ergens starten je komt er toch altijd weer terug. Het is ondanks het verlies van het kasteel domein Rullingen nog altijd een mooie wandeling.
Problemen met de knie blijven duren daarom vandaag weer een korte wandeling. Hoeselt word het. In Hoeselt, een krans van schilderachtige dorpjes, heerst een ongekende rust in een ongerepte en tevens zeer afwisselende natuur. Tijdens de wandeling ervaren we aan den lijve dat we ons op de grens van Droog en Vochtig Haspengouw bevinden. De rijke diversiteit die Vochtig Haspengouw ons biedt aan landschappelijke bakens zijn het sterke reliëf van vlakke plateaus afgewisseld met smalle, vochtige beekvalleien, droge heuvelruggen, bosjes, holle wegen en kasteelparken binnen vrij korte afstand. En verder een mooi kleinschalig en heuvelachtig landbouwgebied met akkers en fruitbomen. Holle wegen komen in Hoeselt nog veelvuldig voor worden deskundig beheerd en hebben een rijke variatie aan flora en fauna. Zeer waardevol zijn ze. Bepaalde landschapsdelen hebben hun kleinschalig hagenpatroon behouden. Ook de omgeving van de Hel, de omgeving van de Goosstraat, het oude Tramtracé en het Steenbroek hebben een rijk hagen- en houtkantenareaal. Vaak zijn dit fourageer gebieden voor diverse vogelsoorten die minder frequent zijn. Niet alleen de natuur is hier alom tegenwoordig ook verschillende monumenten. We komen langs de Jeugdkapel gelegen op de heuvel. Aan het uiteinde van de Wo'lstrwo't bouwden de jeugdbewegingen van Hoeselt in 1938, onder leiding van kapelaan Vliegen, de Jeugdkapel. In de achtergevel van de kapel werd een veldkruis ingemetseld, dat even verderop met nog andere kruisen in het Biesenveld stond en herinnerde aan een moorddadige vechtpartij uit de 16de eeuw. We klimmen even de trappen maar we kunnen niks zien binnen de kapel deze is afgesloten met een deur. Dan maar verder met onze wandeling. Dan wandelen we Demervallei 'De Motmolen' in Bilzen binnen dit is een prachtig natuurgebied. Dit terrein heeft ook een cultuurhistorische waarde door de aanwezigheid van de ruïne van de Motmolen. Het natuurgebied omvat ecologisch zeer waardevolle terreinen, bestaande uit een kwelgebied met elzenbroekbos, graslanden en verruigd rietland. In het broekbos vinden wij massaal eenbes, gevlekte aronskelk, vogelmelk en keverorchis. In het natte gedeelten staat er moerasspirea, moesdistel, dotterbloem en herfsttijloos. In een groot deel is er een sterke ontwikkeling van een rietland. Kleine karekiet, ijsvogel, buizerd en boomvalk zijn er regelmatige broeders. We wandelen langs de plek waar de molen stond veel is er niet meer te zien gelukkig staat e r een infobord. We wandelen dit prachtige gebied uit en keren terug naar Hoeselt. Op het plein aan de kerk is er het domein Burghof, aan de noorderzijde van het Wagemanshof bevonden zich in de 17de eeuw 2 kastelen. Tegen het plein aan bevond zich de riante woning van Arnold de Moffarts, gehuwd met Lutgarde de Heusch. De grafsteen van beiden wordt nog bewaard in het portaal onder de kerktoren. Kasteel de Brouckmans. Een tweede kasteel Bethaniakasteel. In 1622 bouwde Walter de la Montaigne, diplomaat en griffier in Luik, een vierkantig waterslot met twee torens en noemde het ‘Bethania’. Na een bewogen leven overleed hij in 1633 in Hoeselt. Het kasteel kwam in handen van een zusterorde, de Orde van Calvarieberg. De orde verbleef effectief in Hoeselt tot het einde van de 17de eeuw. Begin 18de eeuw kwam het in handen van ridder Jean Antoine de Voet. De aankoop van het kasteel betekende bijna het faillissement van de Voet. Gelukkig kon zijn dochter Maria MargaretaTheresia de Voet trouwen met de zoon van de naburige rijke kasteelheer, Louis de Brouckmans. De beide kastelen werden alzo verenigd in één domein. Bethania verviel verder en werd in het midden van de 19de eeuw afgebroken, met uitzondering van de ingangspoort en –toren. Het kasteel van de Brouckmans werd in 1756 grondig verbouwd en aangepast aan de mode van die tijd. De datumsteen boven de poort herinnert hieraan. Martha de Brouckmans, de laatste nazaat van dit geslacht die op het kasteel woonde, verkoopt haar kasteel aan de Zusters van Voorzienigheid. Het herbergt thans het klooster van de Zusters van Voorzienigheid. Bijzonder op het plein is ook de kiosk. Op de voormalige dries, kiosk, bestaande uit een rieten dak gedragen door platanenstammen, en bekroond met een kleine, gelijkaardige lantaarn. De kiosk komt reeds voor op een foto uit het begin van de 20ste eeuw. We steken het plein over en keren terug naar ons vertrek.
43E MARCHE DES PINGOUINS. / LES PINGOUINS DE BELLAIRE. / BELLAIRE. 08/04/2017
43E MARCHE DES PINGOUINS.
LES PINGOUINS DE BELLAIRE.
BELLAIRE.
Vandaag een korte wandeling in Bellaire, mijn knie blijft pijn doen en daardoor een kleine 6km. Toch blij dat we hier kunnen wandelen door de omgeving. Ons eerste plekje is de kapel en dan verder. Door de straat met de japanse kersenlaren die er prachtig bij staan dikke bloesems geven alles een mooi uitzicht. Dan verder door een prachtige steeg nu alles uitloop en het frisse groen overal tegenwoordig is. Op het einde een prachtig huis met een haan op het dak, dan een heel eind door weilanden en veldwegen gewoon prachtig. Overal staan bloemen in de prachtigste kleuren wat kan het toch mooi zijn als je even de tijd neemt om rond te kijken en te genieten. Dan komen we in Queue-du-Bois een eind door het dorp tot we terug Bellaire inwandelen. Hier een oude school met interessante ingang maar spijtig is het allemaal wat onderkomen, wel een bijzonder beeld in de straat. Voorbij het oorlogsmonument en een paar kapellen en dan zijn we terug op ons vertrek. Een korte maar toch een fijne wandeling.