Warsage - Weerst ligt enkele kilometers ten zuiden van 's-Gravenvoeren in het Land van Herve, op een hoogte van ongeveer 125 meter. Het is een golvend landschap, gekenmerkt door weilanden en boomgaarden. In het zuidoosten liggen het Bois du Roi en het Bois de Winerotte. Oorspronkelijk spraken de inwoners van Warsage één van de plaatselijke Nederlandse/Limburgse dialecten in Overmaas. Warsage kende vanaf de achttiende eeuw echter een geleidelijke verfransing. Mogelijk speelde de burgemeestersfamilie Fléchet hierbij een rol (zie beschrijving monument hieronder). Bij de vaststelling van de taalgrens is het, onder meer op basis van omstreden talentellingen, in 1963 toegekend aan het Franstalig Wallonië. De deelgemeente behoort formeel tot het Franstalige gebied en kent geen taalfaciliteiten. In Weerst is sprake van een situatie van min of meer feitelijke tweetaligheid. Formeel wordt door de overheid, onderwijs, kerk etc. de Franse taal gehanteerd maar een groot deel van de inwoners spreken naast het Frans ook Nederlands of Limburgs. Door de nabijheid van de Nederlandstalige Voerstreek wordt de positie van het Nederlands/Limburgs ondersteund. Wij parkeren voor de Sint-Pieterskerk en perron. Monument uit 1908 voor vier generaties Fléchets, die over een periode van 100 jaar burgemeesters van Weerst waren. Het monument op de place du Centenaire heeft de vorm van een Luikse perron, hoewel Warsage nooit onderdeel van het prinsbisdom Luik is geweest. De architect is Paul Tombeur. De sokkel van het monument bevat vier borstbeelden; dat van Ferdinand Fléchet is van de Luikse beeldhouwer Joseph Rulot. We wandelen van hier uit de velden en weilanden in en verder komen we in Neufchateau. Hier wandelen we langs een prachtig kasteeldomein en wat verder langs de watermolen. De Moulin de Gros-Pré is een voormalige watermolen die reeds vermeld werd in 1636. De molen is omgebouwd tot woonhuis maar de plaats waar het waterrad zich bevond is nog steeds zichtbaar. Weer veder met onze wandeling en komen zo in Mortoux. Door het dorp stroomt de Rau d'Asse die in Mortroux uitmondt in de Berwijn, een zijrivier van de Maas. Mortroux ontwikkelt zich stilaan tot een woondorp maar er is nog veel landbouw aanwezig. De grote boerderij in het centrum is nu landbouw en B&B. wat verder komen we aan de oude “Seigneurie de Mortroux”, deze grote boerderij in het centrum is nu landbouw en B&B. Wat verder komen we aan de De Moulin de Nelhain langs de Berwijn is een watermolen met onderslagrad die dateert van 1819. De molen maalt niet meer maar de inrichting en het waterrad zijn nog aanwezig. Weer wat verder komen we in Bombaye. Een prachtige dorpje met vele oude boerderijen. We komen dan aan de “Refuge pour anes” een ezel opvang voor de verwaarloosde ezel. In het dorp worden door de Brasserie de Warsage drie biersoorten gebrouwen: de Warsage triple (8,5% vol. alc.), Warsage brune (9% vol. alc.) en Warsage blonde. We proberen deze eens en het is lekker. Na de laatste controle gaan we verder komen we terug aan onze vertrek een mooie en aangename wandeling.
Vandaag opening van de nieuwe “Verborgen moois “ wandeling in Kermt. Haspengouw en Voeren zijn streken vol bijzondere plekjes. Al dit verborgen moois verdient de volle aandacht van het regionaal landschap en zijn inwoners. In Kermt zijn de Herkenrodebossen nog zo’n bijzonder plekje. In de 17de en 18de eeuw waren de Herkenrodebossen eigendom van de abdij van Herkenrode. Het gebied bestond toen nog grotendeels uit één groot boscomplex met aan de randen weilanden en hooilanden met hagen en bomenrijen. De Cisterciënzerzusters haalden er hun hout voorraad en lieten hun vee grazen. De vele afwateringsgrachtjes en houtwallen zijn sporen uit dit verre verleden. Inmiddels zijn heel wat delen van het bos omgevormd naar akkers en weilanden. Vandaag is het landschap een mozaïek van bossen en restanten van het oude landbouw gebruik zoals hooilandjes, hagen, houtkanten, knotbomen en poelen. De afwisselende landschap, dat zich eeuwenlang ongestoord kon ontwikkelen, vormt het leefgebied voor heel wat dier- en plantensoorten. Vele diersoorten komen in deze oude bossen leven en hebben hier een prachtig gebied om te overleven, de wespendief komt elk voorjaar hier broeden, hij overwinterd in tropisch Afrika. Een andere bijzondere bewoner is de hazelmuis, dit oranjebruine, donzige nachtdier heeft een behaarde staart die bijna even lang is als haar lichaam zo een 8 cm. Met deze lange staart verplaats hij zich tussen de struiken, ze maken één broednest en verschillende slaapnesten in stekelige struiken zoals bramen en sleedoorn. Beide soorten zijn gevoelig voor verstoring en hebben een afwisselend landschap nodig. Dit mooie gebied is nu opengesteld voor het publiek met bewegwijzerde wandelingen, één belangrijke vraag blijft steeds op de wandelpaden en verstoor het dierenleven er niet. Zo hebben we vandaag kennis kunnen maken met dit prachtige gebied. Verborgen Moois Herkenrodebossen is zeker een prachtig wandelgebied met respect voor de natuur en zijn bewoners.
In het openluchtmuseum “Roscheider Hof” ontdekken we de landelijke cultuurgeschiedenis van Saar en Moesel, van Eifel en Hunsruck evenals het Duits-Luxemburgs-Lothringse grensgebied. Deze omgeving vertoonde historisch gezien tot in de 20ste eeuw een eenheid. Huizen, schuren en stalen werden afgebroken en in het museum weer opgebouwd om het leven van de gewone mensen te laten zien. Thematische tentoonstellingenin het vroegere staatsdomein Roscheid geven ons de mogelijkheid zich systematisch te informeren over de vroegere levenswijze. Of het nu in de schoolklas van 1912, in de kruidenierszaak of in de kapperszaak uit het jaar 1950 was, hier wordt een wereld zichbaar, die nog twee generaties geleden alledaags was. Na het bezoek nemen we de tijd om in de “Hofschranke” een lekkere maaltijd te nemen met een heerlijke Hefe Weize. Zo eindigt een prachtige dag in Konz.
Vandaag een wandeling in Duitsland, aan de Moezel in Konz-Krettnach. We wandelen gedeeltelijk op de Moselsteig maar ook door de prachtige natuur van de hoger gelegen gedeelten waar bos de hoofdtoon heeft maar vooral de prachtige zichten op de Moezel met zijn wijngaarden zijn top. De zijpaden van de Moselsteig zijn perfect voor iedereen die zich verheugt op een wandeling waarbij de Moezel als ronde tour op één dag of in een paar uur willen verkennen. Iets afgelegen van de Moezel en de Saar wordt u ontvoerd naar heel andere, heerlijke landstreken die u kunt bewandelen op een overeenkomstig hoog premiumniveau. Hetzelfde geldt voor de droompaden aan de Terrassenmoezel. Ze hebben mooie namen als Burchtpad, Laysteig, Felsensteig of Bergschluchtenpfad en zorgen voor zin in fantastische wandeltochten. Via terrassen en steile hellingen lopen ze door schilderachtige dorpen aan de Moezel met vakwerkhuizen, kapellen en kloosters of naar imposante burchten aan de Moezel. Een streek om te ontdekken en zeker in de herfst op een zomerse dag als deze. We wandelen door de wijngaarden die prachtig geel kleuren met hier en daar een streep rood. Gewoon genieten en rond kijken het fototoestel in de aanslag om elk mogelijke mooi plekje vast te leggen. We klimmen vanuit Krettnach de wijnbergen op en elke stap is weer bijzonder, prachtige zichten over het wijnlandschap. Slingerend tussen de wijngaarden klimmen we naar onze eerste controle aan de kapel. Hier even rust en genieten van het prachtige landschap voor ons. Wijngaarden zo ver het oog rijkt aan onze zijde van het dal en tegenover een heel ander zicht groene weilanden met hier en daar wat bomen en op de hogere gelegen delen bos. Wat een pracht. Dan klimmen we weer een eindje en bereiken de bomengrens hier eindig zoals het plots begon de wijngaarden, we wandelen het bos in heel wat anders, paddenstoelen op ons weg, op de open plekken nog vlinders gespot wat prachtig toch. We wandelen verder en zo plots als de bossen begonnen zo plots zijn we weer in de wijngaarden. We dalen nu af door de wijngaarden tot we weer een prachtig spektakel te zien krijgen, op de muren kruipen tientallen hagedissen oudere met jongen je weet niet waar eerst te kijken zoveel wat prachtig toch ze liggen en kruipen in de warme zon en genieten van de warmte. Wij blijven wat staan om te kijken zo mooi. Dan dalen we af naar het dorp waar deze toch wel prachtige wandeling eindigt.
Met de voormalige steenkoolmijn van Waterschei (Thor) als uitvalsbasis vind je, op de grens van Genk, As en Opglabbeek, een gebied met bijna alle elementen die de Hoge Kempen zo typisch maken: mijnsteenbergen te midden van heidevelden en dennenbossen, een beekvallei (Stiemerbeek), jeneverbesstruweel (Heiderbos) en landduinen (Klaverberg). Opvallende gebouwen kruiden hier het landschap: van de voormalige kinderkolonie in As, tot de steenkoolmijn van Waterschei of de mijnkathedraal van Zwartberg. Geen wonder dat het gebied deel zal gaan uitmaken van het Nationaal Park Hoge Kempen. Wandelgebied Thor ParkThor Park biedt naast het erfgoed ook een unieke park- en natuuromgeving van 30 hectare. Het vormt een prachtig decor voor allerlei vormen van ontspanning. Bovendien kan je vanuit Thor Park het landschap van het Nationaal Park Hoge Kempen verkennen te voet of via het Limburgs fietsroutenetwerk. Vlakbij liggen de Schansbroek, de Klaverberg en natuurlijk het Kolenspoor. Het landschap combineert unieke natuurelementen met de prachtige industriële mijngebouwen en de tuinwijken, die opgenomen zijn in de aanvraag voor classificatie als UNESCO-werelderfgoed. Bezienswaardigheden onderweg: Mijngebouwen van Waterschei. Mijndepot Waterschei (mijnmuseum). Mijnterrils van Waterschei deze prachtige bezienswaardigheden hebben we kunnen zien op de wandeling maar vooral de natuur is bijzonder genieten van de vele prachtige zichten op en rond de terrils. Wat een prachtige wandeling die we afsluiten in de cafetaria van het mijnmuseum met een donker Kompel.
32E MARCHE DE L’DERENE MASTOKE. / LES CASTORS DES COMOGNES DE VERDRIN. / DAUSSOULX. 08/10/2017.
32E MARCHE DE L’DERENE MASTOKE.
LES CASTORS DES COMOGNES DE VERDRIN.
DAUSSOULX.
Daussoulx is een deelgemeente van Namen. Het ligt aan de oude spoorlijn Namen-Tienen, die tegenwoordig deel uitmaakt van het fietspadennetwerk RAVeL-2. Daussoulx is een agrarische gemeente met verspreide boerderijen. Het oude dorpscentrum staat op de lijst van beschermde monumenten. Vandaag verkennen we deze gemeente en de omliggende dorpen, en we zijn niet alleen vandaag onze Jelle gaat ook mee. Wat fijn dat hij nog eens meegaat wandelen met ons. We wandelen door het dorp langs velden en weilanden, ook langs de autostrade maar we hebben niet de indruk dat we er langs wandelen de zichten over het landschap zijn prachtige. We komen ook nog bunkers van de verdediging rond Namen. We komen zo aan onze eerste controlepost, verschillende bekende wandelaars zijn er en het is altijd fijn om hen et ontmoeten en zo onze vriendschap te bewaren. Na de rust verder met onze wandeling tegenover de controlepost een mooie kapel. Dan het dorp in. Champion. Wat een prachtig dorpje met een oud klooster nu school maar de gebouwen zijn goed bewaard en rond de school verschillende prachtige gebouwen, dan verlaten we het dorpje. Langs de kerk en kerkhof met een groet kapel op en dan de straat af langs een huis waar Jelle toch even moet blijven staan. Een rode Ferrari en een gele Porsche hier moet hij toch even mee op de foto. Weer verder en weer langs een prachtig kapel heel spits en slank maar wel prachtig. Verder langs de weg en wandelen Cognelee binnen. Dit dorp bezit enkel merkwaardige hoeven. De ferme de la Grande Cense, een groot omheind complex uit de 18de eeuw, en ferme de Jette-Fooz, die vroeger afhankelijk was van de abdij van Boneffe. We wandelen voorbij de hoeve en krijgen weer enkele bunker te zien dan weer verder en genieten van de mooie omgeving. De boeren zijn volop aan het werk op de velden. Zo komen we terug in ons vertrekdorp. Nog even en wij zijn op het einde van onze wandeling. Een toffe wandeling samen met onze Jelle.
Fusie Borgloon telt een aantal prachtige kastelen. In de toekomde tijd zal ik er een deel van op mijn blog plaatsen. Mijn eerste kasteel is Het Fonteinhof .
Een stukje geschiedenis: Het begon in de vroege Middeleeuwen toen er reeds een vestiging was op het Fonteinhof. Het Fonteinhof is door een eeuwenoude lindendreef verbonden met het uit de 13e eeuw daterende Sint-Niklaas en Dionysius kerkje van Gotem. In die tijd moest de kasteelheer de kerk bouwen en de pastoor aanduiden en betalen. Hierdoor is dit de enige plaats in Limburg waar de poort van de kerk en de poort van het Fonteinhof recht tegenover elkaar staan, ideaal om met de familie in suite naar de kerk te lopen gelijk dat vroeger gedaan werd. Het huidige poorthuis dateert van 1729 en was toen de opbrengst eigendom van de burgemeesters van Hasselt. In de glorietijd besloeg het Fonteinhof ongeveer 1500 hectare en hadden ze ongeveer 30 boerenpaarden. Op het einde van de 19e eeuw trouwde een dochter van de familie Briers met ridder de Lamine de Bex uit Luik die ingenieur was. Deze heer ontwikkelde fruitpersen en zo ontstond in 1914 het bekende Looza fruitsap op het Fonteinhof te Gotem. Het was hier gevestigd tot 1936. In de jaren tachtig werd Looza verkocht en toen begon het verval van het Fonteinhof.
En nu: Op 22 september 2003 kochten Hilde en Hendrik Reyskens - Vanholst het als monument geklasseerde en in landschappelijk waardevol agrarisch gebied gelegen Fonteinhof.De uitdaging om het Fonteinhof nieuw leven in te blazen, het weer een functie en een doel te geven en hierbij zijn ziel te bewaren, hebben zij met beide handen aangenomen. vandaag is het prachtig gerestaureerd en is er een hotel/feestzaal in gevestigd.
17E MARCHE AU PIED DU TERRIL. / MORTIER C’EST L’PIED. / BLEGNY. 07/10/2017
17E MARCHE AU PIED DU TERRIL.
MORTIER C’EST L’PIED.
BLEGNY.
Vandaag wandelen in Blegny. Vertrek op het domein van “Blegny-mine”. De steenkoolmijn van Blegny gelegen nabij Trembleur in de gemeente Blegny. Het is een publiekelijk toegankelijke mijn die erkend is als Unesco werelderfgoed.
De mijn heeft twee schachten, die hier tot 8 niveaus omlaag reiken, met een diepste punt van 530 m. Alleen niveau 1 en 2 (op -30 m en -60 m) staan nog boven het grondwater. Schacht nr 1 dient tegenwoordig als toegangspunt van de ondergrondse rondleiding. De tweede schacht Marie l'Espérance is in gebruik voor de ventilatie van de galerijen, hier is ook een museum ingericht. Verder zijn er exposities in de voormalige werkplaats en de kolenwasserij. Naast de mijn ligt de terril van Blegny met een hoogte van 43 m, waarop de steenresten gestort werden. De eerste schacht werd in 1779 afgediept. De Société Anonyme des Charbonnages d'Argenteau nam in 1919 de concessie weer op. Tijdens de Duitse invasie in mei 1940 werd schacht 1 en de kolenwasserij door het Belgische leger opgeblazen, de exploitatie ging door via schacht Marie. Tussen 1942 en 1948 werden de vernielde schacht en kolenwasserij herbouwd. Op het hoogtepunt in 1970 produceerde de mijn 232 000 ton steenkool met een personeelsbestand van 680 personen. Tot 1980 werd de mijn uitgebaat door SA des Charbonnages d'Argenteau-Trembleur. Na de sluiting werd de mijn voor het publiek opengesteld als toeristische attractie. Op 17 december 2015 werd de mijnconcessie formeel beëindigd verklaard door de Waalse regering.
We verlaten het domein en wandelen de natuur in. Langs weilanden en velden komen we zo in het volgen dorp waar we langs een huis lopen waar een oude vliegtuigmotor staat, één van de laatste in zijn soort en er staat een bord bij met de nodige uitleg. Vandaag zullen we meer van deze oudere technieken te zien krijgen. We wandelen verder en komen zo in het dorpje met mooie oude huizen we komen zo aan op de rustpost waar verschillende wandelvrienden ook aankomen het is altijd fijn om elkaar terug te zien. Na de rust gaan we verder met onze wandeling. Een heel eind door een vallei met op de hellingen bos, we komen aan een huis en hier staan verschillende Citroëns samen. Verschillende 2pk’s. wat mooi om te zien. Wij weer verder, we wandelen een heel eind door de vallei en steken de “La Sainte Julienne” beek over en volgen ze een heel stuk. Hier en daar staat er en prachtig huis tussen de bomen op de heuvels wat is dit toch mooi. Dan komen we aan de vijvers en het recreatie domein. Een groep ganzen en eenden maken veel geluid en ze komen af om wat eten, op de parking staan tientallen oude militaire voertuigen. Wij blijven nog een heel eind door het bos wandelen en ook hier weer vele paddenstoelen. Zo komen we aan in Argenteau langs de oude statie en naar de controle in het Scar fabriek.
De zetel van Argenteau is een "massief industrieel gebouw dat, zoals een kasteel uit de Middeleeuwen, waakt over de nabije Maasvallei". Dit gebouw dat in 1980 door SCAR werd aangekocht, werd gebouwd in het begin van de eeuw en heeft verscheidene inrichtingen gekend naarmate de "Molen van Moureau" zich verder ontwikkelde. De linkervleugel van de molen dateert van 1955.
Dit is een van de mooiste industriële gebouwen aan de Maas en doet denken aan een kasteel het moest de rijkdom van de eigenaars uitstralen. Na de controle opnieuw een heel eind door het bos tot we aan de kapel komen.
De kapel van Wixhou is een neobyzantijnse kapel uit 1850 in de gemeente Wezet, die staat op de plek van een oudere kapel. De kapel is gelegen aan de Rue de Wixhou, iets ten noorden van Argenteau. De naam Wixhou zou een verbastering zijn van het Germaans wi-hout (gewijd hout). Er zou sprake geweest zijn van een vrouw die -in 1683- hout sprokkelde en daarbij een Mariabeeld ontdekte. Als zodanig werd het een bedevaartplaats. De kapel is dan ook gewijd aan Notre-Dame aux Bois-Bénits (Onze-Lieve-Vrouw van het gewijd hout). Het miraculeuze Mariabeeldje is ongeveer 10 cm hoog en bevindt zich in de kapel. Er zijn twee blazoenen boven het portaal: het linker wapen heeft een groot kruis met een wapenschild en vier Sint-Jacobsschelpen. Op ieder kwartier staan vijf kruizen van Jeruzalem. Dit zijn de wapens van de familie van Argenteau. De kapel is eigendom van de familie Van Zuylen, bewoners van het Kasteel van Argenteau.
Weer verder met onze wandeling en we wandelen door de weilanden terug naar Blegny de mijn gebouwen komen weer in het zicht en we wandelen het domein op en zo eindig deze mooie wandeling.
De gemeente Simpelveld ligt centraal gelegen in Zuid Limburg. Omringd door groen, ruimte en een verkwikkende rust is Simpelveld het ideale startpunt voor wandeltochten. Al wandelend genieten van de prachtige natuur. We wandelen vanuit de start en al vlug zijn we in de velden en daar boven op de heuvel staat de windmolen de Vrouwenheide. Op de Vrouwenheide staat verder de monumentale windmolen Op de Vrouweheide. Deze molen werd in 1858 op een belt (een kunstmatige heuvel) gebouwd. Dit om nog meer wind te kunnen vangen. Het is met 216 meter boven NAP de hoogstgelegen windmolen van Nederland. In 1945 brandde de molen finaal uit. Pas in 1980 begon de restauratie en werd daarmee de hoogst gelegen molen van Nederland. De molen is momenteel in gebruik als woning. Wij verder met onze wandeling door de prachtige natuur, we wandelen verder door een bosje dan weer langs weilanden met koeien. Dan komen we in Baneheide. Baneheide heeft een typisch Limburgs dorpsgezicht met een waterpoel, een waterputhuisje, boerderijen opgetrokken uit Kunradersteen, vakwerkhuizen en op de kruising evenals op de gevel van de Heihoeve een houten kruisbeeld. Bijzonder in deze streek zijn de waterputten, ook zwingelput of draaiput genaamd.
Een zwingelput of draaiput is een waterput met een (houten) opbouw (het puthuisje) waarin een katrol- of lier-mechanisme bevestigd is om water uit de grond boven te halen. Boven op de vaak stenen put werd een houten opbouw met dak gebouwd waarin een houten rol bevestigd werd waaromheen het touw gedraaid werd. Deze houten rol werd met de hand aangedreven door een grote zwingel, waarmee het water naar boven werd "gezwingeld". Zwingelputten komen onder andere veelvuldig voor in Nederlands Zuid-Limburg waar de meeste zwingelputten te vinden zijn in dorpen en buurtschappen die gelegen zijn op de hogere delen van het landschap. In dorpen waar men geen beschikking had over een beek werd dan een put aangelegd om toch water te hebben voor het vee, de was of het huishouden. De putten zijn vaak in gebruik geweest totdat de dorpen werden aangesloten op de waterleiding. Vanwege de cultuur-historische waarde zijn een aantal van deze putten bestempeld als rijksmonument.
Nu wandelen we het bos in en een hele poos blijven we in dit prachtige bos wandelen duizenden paddenstoelen komen we tegen. Wat een verscheiden- heid aan paddenstoelen komen we hier tegen. Prachtig om te ontdekken en dan komen we aan het Kasteel Nijswiller.
Toen het kasteel werd gebouwd werd hiervoor een strategische plek gekozen aan de oeroude handelsroute Maastricht-Aken en aan de Selzerbeek. Het huidige kasteel omvat een hoofdgebouw, het eigenlijke kasteel, en een neerhof. Het kasteel heeft een grote vierkante woontoren met hieraan een oostelijke vleugel. Op een hoek van de vleugel bevindt zich, aansluitend aan de woontoren, een achthoekige 16e-eeuwse traptoren. De woontoren heeft een achtkantige spits met hierop een windvaan welke is voorzien van het familiewapen van Van Eynatten, een der vroegere bewoners. De neerhof ligt aan de oostzijde van het kasteel en bestaat uit drie aaneengesloten vleugels waarop de jaartalankers 1774 en 1785 zichtbaar zijn. Aan de zuidzijde van het kasteel bevindt zich een park met daarin een Mariagrot en restanten van de vroegere kasteelgracht.
We wandelen voorbij het kasteel en een paar grote boerderijen en dan via een holleweg weer verder. Vanaf hier krijgen we meer open velden en weilanden met prachtige vergezichten over het landschap. We komen aan een infobord waar de geschiedenis word verteld van het “de Hoeve en laathof Holzet.” Een heel eind door de velden en weilanden om dan aan de spoorweglijn te komen. We gaan nu richting station van Simpelveld en dan zijn we terug aan ons vertrek. Een prachtige wandeling in Simpelveld.
HERFSTTOCHT. / DE SCHOVERIK. / DIEPENBEEK 02/10/2017
<br<HERFSTTOCHT.
DE SCHOVERIK.
DIEPENBEEK.
De maandelijkse wandeling van de Schoverik vertrekt in buurthuis op Terlogt. Wij wandelen verder en komen aan de Kranebos wijngaard met een 380 wijnstokken. Verder langs de velden waar nu de maïs staat te rijpen, dan een eindje door het bos en hier veel paddenstoelen. Wat een verscheidenheid. Wij wandelen nu in het Jongebos. Het is een vrij jong bos en hoe dat komt word nu verteld.
Het historisch stabiele bos fungeerde steeds als park- en jachtdomein van het gelijknamige Loons leengoed. De bouwheer van het huidig kasteel, baron Van der Meer, liet er - zo wordt verteld - zeventigduizend bomen aanplanten. Het aanpalende, bestaande loofbos was immers gerooid omdat de bouw van het kasteel grote hoeveelheden hout vereiste. Dat werd vooral gebruikt als brandhout in de ovens van de steenbakkerij. De bakstenen werden er uit plaatselijke klei vervaardigd. De tertiaire zand- en kleilagen, die zich hier op geringe diepte onder de zandleemmantel bevinden, werden ontgonnen, hetgeen in de vijver achter het kasteel resulteerde. Aanvankelijk werd het planmatig aangelegde bos intensief beheerd: bomen werden gesnoeid, hakhout verwijderd en de dreven onderhouden. Sinds de Tweede Wereldoorlog werd reeds zo’n 30 ha tot weiland omgevormd. Aan de overkant van de Winterbeek ligt een dennenbosje, vergelijkbaar met dennenbossen in de Kempen. Op de vochtigste plaatsen staan populieren en elzenbroeken. Thans zijn park en bos door een extensief onderhoud enigszins verwilderd en hebben zij een semi-natuurlijk uitzicht, landschappelijk echter niet minder aantrekkelijk. Het is een gesloten bos met halfopen randzones. De randzones, vooral in westelijke en noordelijke richting (De Wale Weyde), zijn overblijfselen van een meer gesloten bos. Oude bomen, bomenrijen en houtkanten doorheen de vochtige weidegronden zijn landschappelijk waardevolle restanten, verspreid voorkomende bosjes en struikgewas belangrijke structuren in de halfopen zones. Het agrarisch bodemgebruik in de omgeving bestaat - omwille van de slechte natuurlijke drainage en de hoge bodemvochtigheid - hoofdzakelijk uit weilanden terwijl de akkerbouw in de eerste plaats op veeteelt afgestemd is. De (laagstammige) fruitteelt is hier aan de noordrand van Vochtig-Haspengouw beperkt.
We wandelen door het bos en dan weer verder door weilanden en zo komen we terug richting van de start nog eerst langs een vakwerkhoeve die in restauratie is zo blijft er een stukje geschiedenis bewaard. Zo eindigt onze maandelijkse wandeling in Diepenbeek.
40E MARCHE FRANCHIMONTOISE. / LES MARCHEURS FRANCHIMONTOIS. / THEUX. 01/10/2017
40E MARCHE FRANCHIMONTOISE.
LES MARCHEURS FRANCHIMONTOIS.
THEUX.
In de Gallo-Romeinse tijd heette Theux "Tectis". Theux werd later de hoofdplaats van het Markgraafschap Franchimont. Dit was een heerlijkheid binnen het prinsbisdom Luik. Het domein van Theux werd in 898 door koning Zwentibold, koning van Lotharingen, aan de bisschop van Luik geschonken. In de twaalfde eeuw werd deze heerlijkheid het Markgraafschap Franchimont. Het Kasteel van Franchimont in Theux was de zetel van het markgraafschap. Theux is vooral bekend vanwege het "zwarte marmer van Theux", een zeldzame lokale hardsteen die hier in de 16e, 17e en 18e eeuw werd gedolven en die vooral gebruikt werd voor grafmonumenten en andere beeldhouwwerken. Vanop de start hebben we een prachtig zicht op de rots waar château-fort de Franchimont staat. We wandelen verder door het bos prachtig maar hier is het wel pittig geregeld een stevige klim. Stukken tussen de rotsen die bedekt zijn met mos toch mooi. In het bos staan honderden paddenstoelen, vele verschillende soorten wat het allemaal zo fijn maakt. We proberen zoveel mogelijk verschillende verschillenden paddenstoelen op foto te zetten. We wandelen verder tot aan de controlepost, dan weer verder komen Peter tegen al een heel tijdje niet gezien en weer verder. Nog een heel eind door het bos tot we in Sassor komen. Ook hier weer prachtige huizen en boerderijen, hier hebben we onze tweede controlepost. Even rusten en dan weer op pad. Nu beginnen we aan onze weg naar het Kasteel van Franchimont. We komen aan het plein voor het kasteel en nemen een kijkje op de binnenplaats van het kasteel, wij hebben spijtig genoeg geen tijd over om het kasteel zelf te gaan bezoeken, wij wandelen daarom verder rond het kasteel. Het Kasteel van Franchimont is een middeleeuws fort dat in de 11de eeuw gebouwd werd op een rotsachtige uitloper die uitkijkt op drie valleien ten noorden van de Ardennen. De huidige overblijfselen van dit voormalige fort van het Prinsbisdom Luik zijn de impressionante getuigen van en sterk middeleeuws fort dat aangepast was aan het begin van de Moderne Tijd. Het kasteel uit de 11e en 12 eeuw vormde de kern van een fort dat omringd was door een enorme verdedigingsmuur sinds het begin van de 16e eeuw. Dit bouwwerk is een van de weinige voorbeelden van de evoluties van de verdedigingssystemen tijdens de Renaissance, waarbij vooral gebruik werd gemaakt van bunkers en ondergrondse toegangsgangen. De hoogteburcht werd gebouwd nadat de bisschop van Luik de wereldlijke macht kreeg in een deel van zijn bisdom. Het moest Luik langs de oostzijde beschermen. Aanvankelijk was het niet meer dan een kazerne. De grootste uitbouw gebeurde in de 16e eeuw onder prins-bisschop Everhard van der Marck. Kort nadien was de artillerie zodanig verbeterd, dat het kasteel kon beschoten worden uit de omliggende heuvels; bijgevolg verloor het zijn militaire rol. Het kasteel was ook de zetel van het markgraafschap Franchimont; het deed dienst als gevangenis voor de vijf bans van het markgraafschap. Onder de Franse bezetting werd het kasteel tot nationaal bezit verklaard en verkocht aan een ondernemer die het ontmantelde en uitbaatte als steengroeve. Vandaag is het een van de mooiste ruïnes in het landschap rond Luik. Wij gaan verder en een weinig later komen we terug aan ons vertrek. Een pracht van een wandeling.
33E MARCHE DES CLAP SABOTS. / LES CLAP SABOTS DE POUSSET. / MOMALLE. 30/09/2017.
33E MARCHE DES CLAP SABOTS.
LES CLAP SABOTS DE POUSSET.
MOMALLE.
We vertrekken met de wandeling in het centrum van Momalle, de kerk Notre-Dame de l'Arbre. De kerktoren heeft een gedraaide torenspits. Een gedraaide toren(spits), getordeerde of schroefvormige toren(spits) is een toren waarvan de spits in spiraalvorm gedraaid is. Deze is doorgaans gedekt met leien. Er zijn ongeveer honderd torens van dit type in Europa bekend. Ze behoren tot de club van de Vereniging van de “des Clochers Tors d'Europe” een prachtige plein met tegenover de kerk het schoolgebouw en rond de kerk een kerkhof met verschillende kapellen van de aderlijke families. We verlaten de startplaats en begeven ons op weg. Langs grote Haspengouwse boerderijen. We gaan verder een romp van de windmolen staat midden in het veld, vandaag is het een woning geworden. Dan een heel eind door het veld en daar staan we opeens voor een grote boerderij de kippen en pauwen lopen vrij rond, hier komt toch geen verkeer, wij verder met onze wandeling. We komen zo in Fexhe-le-haut-Clocher. Op deze plaats werd in 1316 de Vrede van Fexhe gesloten waarmee prins-bisschop van Luik Adolf van der Mark een deel van zijn macht verloor. In het dorp staat een monument die deze gebeurtenis vermeld. We wandelen verder door het dorp met grote boerderijen. En een prachtige Sint-Martinuskerk. Dan weer verder velden en weilanden en we keren nu terug naar Momalle. We gaan even op het kerkhof kijken naar de grote kapellen van de adellijke families, ze zijn in zeer goede staat en wel onderhouden, dragen de wapenschilden van de familie. Mooi. Zo eindigt onze wandeling in Momalle.
DE KAJAANTOCHT. / W.C. AVIAT. / SINT TRUIDEN 25/09/2017
DE KAJAANTOCHT.
W.C. AVIAT.
SINT TRUIDEN.
Vandaag wandelen in St Truiden een eerste gedeelte door de velden en weilanden. We wandelen langs de watermolen de Stayenmolen op de Molenbeek. Witgeschilderde, bakstenen gebouwen gegroepeerd rondom het erf, dat vanaf de straat bereikbaar is via een gekasseide oprit. De Molenbeek stroomt onder het erf door, en loopt achter de gebouwen onoverdekt verder. Huidig uitzicht der gebouwen uit de 19de eeuw. Het molenhuis is een hoog gebouw van drie bouwlagen. Wij wandelen langs de molen en gaan zo langs de spoorweg naar de Halmaal H2O XL tentoonstelling in het overstromingsgebied in Halmaal. Zestien kunstenaars zijn de uitdaging aangegaan een creatie te maken met als thema: “Water: bedreiging en bron van leven”. De vallei van de Molenbeek biedt de mogelijkheid om bovenstaand thema te illustreren. Bij de keuze van de locaties in het natuurgebied werden er aan de deelnemers geen noemenswaardige beperkingen opgelegd, behalve die welke het functioneren van het overstromingsgebied in de weg zouden staan. Een uitgestippeld wandelpad met de aanduiding van de locaties nodigt uit om de ganse tentoonstelling te exploreren, maar ook door middel van een korte tekst de inhoud van het werk aan te voelen. In Halmaal is water niet alleen een bron van leven of ergernis, maar tevens een bron van inspiratie. Wij wandelen door de tentoonstelling en langs de grote vijver en dan wandelen we Halmaal binnen. Waar we controle en rust hebben. Er is een boerderij waar een tentoonstelling is en we gaan even een kijkje nemen. Lokale kunstenaars stellen tentoon in boerderij Houwaer. We gaan even rond en maken wat foto’s toch een paar prachtige beelden en de uitleg van de eigenaar is toch wel fijn. Na de controle gaan we verder met onze wandeling. Nog een eindje door de velden en dan door de stad terug naar ons vertrek. Een aangename wandeling in St Truiden.
30E MARCHE D’AUTOMNE. / LES DJALES D’ANHEE. / BIOUL. 24/09/2017.
30E MARCHE D’AUTOMNE.
LES DJALES D’ANHEE.
BIOUL.
Vandaag wandelen we in een bijzondere streek “La Haute Meuse Dinantaise” dit is een streek met heel wat troeven. Natuur en architectuur gaan hand in hand. Ook in Bioul met zijn prachtige kasteel, later wat meer daarover. Maar met een heel speciale plek en zeker een hoogtepunt van de streek “De Tuinen van Annevoie” maar eerst gaan we wandelen in Bioul. Door de velden en in de verte tussen de bomen de torens van het kasteel. We wandelen door de streek en als we op de eerste controle komen krijgen we een prachtige attractie. Een stoet van oude tractoren, er is blijkbaar een event met en de stoet trekt door het landschap er zijn enkele prachtige exemplaren bij, we blijven even staan om de stoet voorbij te laten gaan, en wij kunnen genieten van deze prachtige oude tractoren. We wandelen verder en komen aan in Warnant. Het dorpsplein is prachtig heringericht met prachtige oude huizen een monument voor een bekende inwoner en het kerkhof met een gedenkplaats voor Franse soldaten en voor Canadese soldaten. Op het kerkhof staan ook een paar kapellen van adellijke families. Wij moeten weer verder. Nu een heel eind door het bos met vele verschillenden paddenstoelen. Weer een heel eind verder om weer op ons vertrek aan te komen.
We stoppen even aan het kasteel van Bioul.
Het kasteel van Bioul is een kasteel gelegen in het dorp Bioul in de provincie Namen. Het kasteel stamt uit de elfde eeuw en was tot de dertiende eeuw eigendom van de familie Orbais. In de zestiende eeuw en tot 1708 was het kasteel in handen van het huis van Brandenburg. William Nicolas Moreau restaureerde het kasteel en het park in 1776. François Vaxelaire, oprichter van het warenhuis Au Bon Marché, kocht het kasteel in 1909 en liet door de architecten Edmond Franken-Willemaers en Leon Cabarche grote renovaties uitvoeren in de stijl van de zestiende eeuw. In 1956 werd het kasteel opnieuw gerenoveerd door kleinzoon François Vaxelaire, voorzitter van de GIB-groep. Hij liet de tuin aanleggen door landschapsarchitect René Pechère.
We rijden even verder tot aan “ Les Jardins D’Annevoie”.
Gelegen in de streek van de Hoge Maas, waar rivieren en wouden in harmonie samenleven, vormen de Tuinen van Annevoie een heuse parel in een prachtig groene streek. In deze schitterende tuinen versmelt de grandeur van de Franse stijl wonderwel met de Engelse romantiek en de Italiaanse verfijning. En dit adembenemende park geeft zijn pracht slechts mondjesmaat prijs: naarmate wij erdoor wandelen, ontdekt hij steeds meer bijzonderheden en wordt hij verrast door de uitzonderlijke veelheid aan contrasten. Een wandeling met als voornaamste ingrediënten ontspanning en frisheid temidden van watervallen, fonteinen, majestueuze, oude bomen, perfect gesnoeide haagbeuk, valse grotten met “trompes l’oeil”, een typisch Waalse kunstvorm. Een wandeling ver van de beslommeringen van het dagelijkse leven, een rustig oord, het resultaat van een man die lang geleden verliefd was geworden op zijn omgeving. En toch is deze tuin niet verstard. Integendeel, de tuin leeft meer dan ooit en wordt nog constant verbeterd. Een werkelijk unieke plek waar het water al 250 jaar zonder onderbreking en zonder enige machine stroomt. Niets zal uw reis naar de 18de eeuw verstoren. Via een klein paadje verdwijnt de moderne tijd om plaats te maken voor de sfeer van vroeger. De sfeer van eenvoudig en vergeten genot: rust, kuieren, en genieten van een mooi moment.