MARCHE DES TROIS SOURCES / LES AMIS DU HENRY FONTAINE / GRAND HALLET 11/07/2009
MARCHE DES TROIS SOURCES
LES AMIS DU HENRY FONTAINE GRAND-HALLET.
GRAND-HALLET.
Grand-Hallet ligt in het noordwesten van de gemeente Hannuit. Grand-Hallet is een landbouwdorp in Droog-Haspengouw met nog veel akkerbouw en veeteelt.
Wij wandelen door het dorp in de dorpskom staan nog verscheidene gerestaureerde oude huizen die gebouwd werden in tufsteen die in de plaatselijke groeve gedolven werd. De wandeling brengt ons langs een veldweg naar de grote witte kasteelhoeve, dan wandelen we verder en komen aan verschillende grote boerderijen, heel duidelijk dat we hier in Haspengouw zijn.
Dan wandelen we weer een eind door de velden en langs de Henri-Fontainebeek en komen aan de Molen van Henri-Fontaine, ook wel Nieuwe Molen genoemd, is een bovenslag watermolen aan de Henri-Fontainebeek, een zijtak van de Kleine Gete. De molen bestaat al sinds de 13de eeuw en werd een korenmolen in het begin van de 14de eeuw.
Ze werd vernield in 1467 maar pas opnieuw opgebouwd in 1649. In 1869 werd er een nieuw metalen rad aangebracht. Tussen 1988 en 1992 werd de molen gerestaureerd en is ze terug maalvaardig gemaakt. In de molen is het Musée de la Boîte en Fer Blanc lithographiée gevestigd. Dan wandelen we verder en komen terug aan in het dorp. Hier weer verschillende mooie huizen, langs de kerk en dan eindigt een mooie landelijke wandeling.
Wij wandelen nog even verder, want een beetje verder ligt een prachtige kasteelhoeve de moeite waard om even langs te gaan. In deze landelijke omgeving krijgen we weer prachtige vlinders voor de lens we laten je mee genieten.
VAKANTIETOCHT / DE SCHOVERIK / DIEPENBEEK 06/07/2009
VAKANTIETOCHT
DE SCHOVERIK.
DIEPENBEEK.
Vertrek van de wandeling in Lutselus, en dadelijk wandelen we langs de beek het natuurreservaat binnen. Fijn om in het bos te wandelen, langs de beek op en dan verder langs velden en weilanden.
Langs een klein paadje door het maïsveld, aangenaam is het om er te wandelen, veel kun je niet vertellen over velden en weilanden, hier en daar wat dieren in de weilanden, en dan wandelen we een stukje richting Diepenbeek dorp. Hier staan nog enkele vakwerkhuizen die liefelijk gerestaureerd zijn. Dan weer een stukje langs een landweg naar de Pomperikvijver, deze vijver ontstond voor de ophoging van de Verbindingslaan uitgevoerd in 1966, het is een 15 meter diepe visvijver je kunt de Pomperik beschouwen als een verlengstuk van de aanliggende Dorpsbeemden.
We wandelen verder en lopen een eind over de houten paadjes die hier aangebracht zijn zodat men hier ook kan wandelen als het nat weer is. Het is mooi op deze houten weg je passeert verschillende mooie plekken die je anders niet zou zien, hierdoor kun je ook de verschillende watervogels zien. Wat verder komen we langs de vijvers, een reiger zit er te loeren om een visje te vangen, stokstijf staat hij in het water en wacht geduldig zijn moment af om dan pijlsnel toe te slaan.
We verlaten de vijvers en komen weer langs een mooi vakwerkhuis. Zo komen we weer aan ons vertrekpunt. Een prachtige wandeling, wij hebben vandaag weer verschillende prachtige vlinders gezien. Zo eindigt een prachtige wandeling.
CLUB OMNISPORTS MAIRIE / CHEMERY SUR BAR / FRANKRIJK. 05/07/2009.
CLUB OMNISPORTS MAIRIE.
CHEMERY SUR BAR.
FRANKRIJK ARDENNEN.
In Chémery en omgeving wonen nog zon 450 mensen. Hoewel het inwonersaantal de laatste jaren niet meer achteruit gaat is dit dorp een voorbeeld van wat een oudere inwoner een village dortoir noemt. s Morgens en s avonds is er nogal wat beweging van autos en schoolbussen, maar overdag is het er doods.
De inwoners begeven zich in grote getale naar Sedan voor hun werk of voor inkopen. De kerk van Chémery is voornamelijk in Romaanse stijl gebouwd (12de eeuw). Het is een typisch voorbeeld van landelijke Romaanse bouwstijl, met een grondplan gebaseerd op een basilica. Gewoonlijk is de kerk gesloten.
Wij wandelen het dorp uit langs het kanaal waar boten ons passeren. Het Canal des Ardennes verbindt de Maas met de Aisne. Het werd gegraven tussen 1823 en 1837 en is 88 km lang. In de omgeving van Chémery loopt het kanaal in de vallei van de rivier Bar. Om de hoogteverschillen te overwinnen zijn er 44 sluizen, daarvan zijn er 37 aflopend naar de Aisne. Onderweg hebben we prachtige uitzichten over de Voorardennen en over het Canal des Ardennes. Landbouw hebben ze hier veel op de groene malse weiden waar koeien grazen.
We hebben veel prachtige zichten over het landschap. Na een tijdje komen we terug in Chemery langs de kerk en het plein met de overdekte markt wel een mooi plekje. Zo eindig hier een prachtige wandeling, in de omgeving zijn nog mooie gebouwen en dorpjes te bezoeken
. CHATEAU ROCAN Op een rustige gelegen heuvelhelling passeren we een aktieve boerderij met daarnaast het kasteel van Rocan. De oudste delen van het château du Rocan dateert uit de 16de eeuw. De gebouwen die rond het relatief kleine hoofdgebouw liggen werden later toegevoegd. Het is een privé-domein, niet te bezoeken.
CHAUMONT Wat verder komen we aan het dorpje Chaumont is wel een erg raar dorpje. Het heeft ons hart een beetje gestolen. Momenteel worden de meeste huizen weer gerenoveerd. Dat moet gebeuren in een stijl die aansluit bij de harmonische architectuur van Chaumont. Achter de zandstenen muren is echter nu meestal een laag van industriële cementsteen verborgen.
Merkwaardig zijn de opschriften boven de deurlijsten. Deze opschriften dateren uit 1939-1940 toen het Franse leger hier kazerneerde bij de verdediging van de zuidelijke Maasoever. Opschriften als 'Chez Maxim's of 'Caverne des Grognards' doen wel vreemd aan. Achter de kerk staat nog een mooi gerestaureerd huis, vroeger was dit het schooltje van Chaumont. Het dorp heeft nooit meer dan 100 inwoners gehad. In feite is Chaumont al sinds 1828 toegevoegd aan het grotere dorp Noyers.
Het dorp wordt ook wel eens Chaumont-Saint-Quentin genoemt om het onderscheid te maken met andere Chaumonts in Frankrijk. Saint-Quentin was de naam van een versterkte hoeve. De oorsprong van de stoere dorpskerk gaat terug tot de 11de-12e eeuw. Boven in de versterkte toren zijn een paar schietgaten. De kerk kon dus ook voor verdediging dienen. In de kerkmuur staat ook nog een vervallen waterput.
Een wandeling door het kleine dorp geeft ons een bijzondere indruk van de mooie huizen en de omgeving. Het is werkelijk prachtig hier in dit monumentale dorp. Een prachtige dag in de Franse Ardennen.
Wat is er mooier dan op een zomerse dag te gaan wandelen in de Ardennen. Aan het kruispunt van de Romeinse heirweg Riems-Keulen en de weg die twee steden van het Romeinse keizerrijk Trier en Aken verbindt. Op de rand van een plateau dat boven de Warche uitsteekt, op een hoogte van 556 meter. Te midden van een aantal kleine gehuchten en dorpjes in het natuurpark Hautes Fagnes-Eifel. De rust die hier heerst is nog indrukwekkend, de wandeling door de prachtige natuur is bijzonder mooi.
Een gedeelte van de wandeling volgt de Cultuurroute van de Eifel, met info borden die het leven in de Eifeldorpen. Langs de randen van de wegen staan bloemen die alles nog mooier maakt genieten is het. Wij worden beloont met prachtige vergezichten en weidse landschappen. Dan weer een stukje langs de weilanden en dan weer een stuk door het bos.
Veel afwisseling op deze wandeling. Ook Jefke geniet volop van zijn wandeling. Langs de boswegen zien we veel verschillende vlinders echt mooi is het. De natuur op zijn best. Bloemen kleuren de bermen die bruisen van leven. We wandelen rustig verder en genieten van alles wat de natuur en het landschap ons bied.
Als we Hunningen weer binnen wandelen kunnen we de bouwkunst van Eifel bewonderen. Als je ziet met hoeveel zorg en vakmanschap de woningen gebouwd zijn dan kun je alleen maar het vakmanschap waarderen. Wij komen zo terug op ons vertrekpunt, genoten van de prachtige wandeling.
Het dambordje (Melanargia galathea) is een dagvlinder uit de subfamilie Satyrinae de zandoogjes en erebia's. Het dambordje, die zijn naam ontleend aan de tekening van de vleugels die enigszins op een dambord lijkt, komt voor in Centraal- en Oost-Europa en wordt als dwaalgast beschouwd in Nederland en België. De vlinder geeft de voorkeur aan droge graslanden als leefgebied; gezien de zeldzaamheid van dit natuurtype in Vlaanderen hoeft het niet te verwonderen dat ook de verspreiding van deze soort beperkt is. In Vlaanderen is de verspreiding beperkt tot de Voerstreek en het zuidoosten van Limburg. De vliegtijd is van juni tot en met augustus. Het dambordje drinkt graag de nectar uit de Scabiosa-soorten en het knoopkruid. De vrouwtjes laten hun eitjes in de vlucht vallen.
Grote vuurvlinder (Lycaena dispar)
De grote vuurvlinder (Lycaena dispar) is een dagvlinder uit de familie Lycaenidae, de kleine pages, vuurvlinders en blauwtjes. De spanwijdte van de vlinder bedraagt tussen de 27 en 32 millimeter. Van de mannelijke vlinder zijn de vleugels bijna geheel oranjerood met een enkel zwart vlekje. De voorvleugels van de vrouwtjes zijn eveneens oranjerood maar zwart gevlekt en de achtervleugels grotendeels zwart.
RANDONNEE DE MOUZON / LES CAPUCINS / MOUZON FRANCE 21/06/2009.
RANDONNEE DE MOUZON
LES CAPUCINS
MOUZON FRANCE.
Mouzon is een oeroude neerzetting. Gelegen langs de Maas daar waar de oude Gallische weg (later de Romeinse weg) van Trier naar Reims de rivier oversteekt. Als dank voor zijn doop in 496 schenkt Clovis een groot stuk land (ongeveer het huidige kanton Mouzon) aan de bisschop van Reims.
Bij de opdeling van het Frankische Rijk in 843 komt Mouzon te liggen tussen het Germaanse Rijk (Lotharingen) en het Franse Rijk. In 971 laat de bisschop van Reims een Benedictijnenabdij bouwen in het huidige Mouzon. Er wordt ook een eerste kerk gebouwd. Een grote brand in 1212 verwoest de helft van Mouzon (dat in die tijd grotendeels uit dicht bij elkaar gebouwde houten huizen bestaat).
Met man en macht wordt de volgende decennia aan een nieuwe kerk gebouwd, in een tijd waar het katholicisme op een hoogtepunt was. Het huidige kerkgebouw dat je nu nog ziet was daarvan het resultaat, gebouwd in de stijl van die tijd, hooggotiek. De volgende eeuwen bereikt Mouzon zijn glorietijd. Als machtscentrum in Oost-Frankrijk wordt het stadje enkel voorgegaan door Reims. (In die tijd was Sedan nog geen deel van Frankrijk). Gezien de grensligging wordt Mouzon in de loop der eeuwen ook versterkt met wallen en bewaakte toegangspoorten.
Dat belet niet dat ondermeer de troepen van Karel V en later ook de Spanjaarden Mouzon een tijd bezetten. Door zijn omwallingen en poorten kon het stadje s avonds volledig worden gesloten. Nog één van die poorten is overgebleven, de Porte de Bourgogne. Het is maar 5 minuten wandelen van de kerk tot deze toegangspoort. De fundamenten van de toren gaan terug tot de 12de eeuw, uiteraard was het bij militaire conflicten een strategisch doel. De toren werd dan ook later verscheidene malen heropgebouwd. In de toren is nu een klein museum, veel kans dat je voor een gesloten deur staat echter. Onderweg naar de poort zie je ook goed overblijfselen van de verschillende stadsomwallingen.
Let ook even op de huizen langs de weg. De stijl van nogal wat huizen doet wat denken aan de woningen in Lotharingen of de Gaume. Soms hebben ze ook het bouwjaar boven de deurlijst. Ze zijn vaak 18de of begin 19de eeuws. Het is de moeite waard om even door wat zijstraatjes te slenteren en de sfeer op een paar binnenplaatsen van Mouzon op te snuiven. Het stadje ontwikkelt zich in de late middeleeuwen verder als een bloeiende handelsnederzetting in de streek. Tijdens de Franse Revolutie in 1789 worden na 800 jaren de monniken verjaagd. De bezittingen van de abdij worden aangeslagen en verkocht. In de 19de eeuw profiteert Mouzon mee van de bloeiende textielnijverheid en de opkomende metaalindustrie. In de 20ste eeuw had Mouzon erg te lijden onder het geweld van beide oorlogen, waarbij zware verwoestingen plaats vonden. Mouzon is een compact stadje en je wandelt er dan ook snel rond. De gotische kerk is meestal open voor bezoek. Links daarvan zie je oude abdijgebouwen, voornamelijk opgetrokken in 1660 nadat de vorige verwoest werden tijdens een belegering. Het is momenteel een rusthuis. Als je aan de kerk links de straat inwandelt kom je langs het viltmuseum. Dit voormalige atelier was gespecialiseerd in een apart textielproduct: Vilt (vervaardigd uit wol). Vlakbij het museum, in het gebouw met de ronde duiventoren, is de VVV van Mouzon gevestigd. Als we de ronde rond het stadje gedaan hebben wandelen we de prachtige omgeving van Mouzon met de vallei van de Maas als hoogtepunt met prachtige vergezichten.
Wat later komen we aan de Gallo-Romeinse opgravingen van Flavier, hier kunnen we rustuig eens rondkijken n via een ijzeren brug kunnen boven de opgravingen gaan kijken, we wandelen verder en komen aan de toegangspoort van Mouzon, Tour Porte de Bourgogne we wandelen terug door het stadje de brug over en komen zo aan de abdijtuinen De tuinen die aan de voet van de voormalige abdij van Mouzon liggen, waren voor de monniken een geliefd oord om te bidden, maar zij teelden er natuurlijk ook groenten, fruit en aromatische planten. De Abdij werd rond 1789 tot burgergasthuis omgebouwd en doet vandaag de dag dienst als bejaardenhuis voor Mouzon. De voormalige abdij heeft de moestuin behouden, die geleidelijk tot siertuin met klassiek ontwerp is geworden. Wat verder en dan komen we terug aan ons vertrekpunt. Gewoon een prachtige wandeling in een bijzonder mooi stadje, klein maar fijn waar je veel details kunt zien, elke deuropening is een verhaal apart. En de natuur is hier uitzonderlijk prachtig. Wij hebben vandaag prachtig vlinders gezien. Een mooie wandeling in de Franse Ardennen.
De bovenste vleugel van het mannetje is 17-18 mm lang, die van het vrouwtje is groter. De bovenkant van de vleugel is donkerbruin met oranje vlekken bij de achterkant. De vrouwtjes hebben tevens grote niervormige vlekken op de voorvleugel.
Op de oranjebruine onderkant van de vleugel zitten omrande, sabelvormige, donkeroranje vlekken, die van de bovenrand in de richting van de onderrand wijzen. De sleedoornpage heeft maar één generatie per jaar. De vlinder vliegt van eind juli tot in oktober. Sleedoorn en soms gecultiveerde prunus-soorten zijn de waardplanten. De vlinder legt de eitjes in de oksels van takken op de grens van oud en jong hout, waar de eitjes overwinteren. De eitjes zijn wit en plat en hebben een gribbeld patroon.
In het voorjaar komen de eitjes uit en vreten de rupsjes de knoppen van binnen uit, later vreten ze van het blad. De rupsen verpoppen eind juni of begin juli op de grond onder afgevallen bladeren. Mieren begraven de poppen in oppervlakkige holletjes. De oude naam van deze vlinder was berkenpage en hoewel ook de wetenschappelijke naam daarop duidt, blijkt dat de berk geen waardplant van de sleedoornpage is. Wel kiest de mannetjesvlinder graag markante bomen in de omgeving als vliegplaats, en daartoe kan de berk goed dienen.
Originele boerenhuizen uit de laatste 5 eeuwen, prachtige tuinen, indrukwekkende multimedia-installaties en speciale voorstellingen garanderen een leuke daguitstap in de openlucht.
Slechts enkele kilometers buiten de stad Salzburg kunt u zich onderdompelen in de unieke sfeer van het boerenleven van toen. We brengen onze dag door tussen de bonte boerentuintjes, huisjes, molens en almhutten uit de laatste 5 eeuwen. De huizen zijn afkomstig uit heel Oostenrijk en werden hier zorgvuldig terug opgebouwd.
In de schaduw van de machtige Untersberg vinden we een grote verzameling van boerderijen en stukjes volkskunst uit alle hoeken van de provincie Salzburg samen gevoegd tot een gemakkelijke verkende wandeling van 10 kilometer. De buitengewone "collectie" werd verzameld uit de gehele provincie, afgebroken, vervoerd naar Großgmain en opnieuw gebouwd in de originele staat - zij omspant meer dan 500 jaar van volkskunst en architectonische tradities van het platteland Salzburg.
De gebouwen zijn aangevuld met bijpassende meubels, een dorp school is volledig ingericht en trekker oldtimers aantonen hoe de boeren werkten ongeveer 50 jaar geleden (in Opper-Oostenrijk 10 jaar geleden).
De boerderijen zijn door de traditionele omheiningen uit de Alpengebieden omringd en een aantal van de boerderijen hebben boomgaarden en velden. De vijvers in het Freilichtmuseum worden gebruikt voor de exploitatie van de molen, waar - op speciale gelegenheden - meel wordt gemaakt.
Wij kiezen voor de grote toer van 10 kilometer. Een prachtige dag in de het museum je heb een hele dag nodig om al het prachtige te zien.
De Obersalzberg is een circa 1000 meter hoge berg, gelegen in de Beierse Alpen nabij Berchtesgaden, in het zuiden van de Duitse deelstaat Beieren. De naam Obersalzberg komt van de zoutmijnen die zich onder deze berg bevinden en die vanaf 1517 in productie zijn.
Deze berg is voornamelijk bekend geworden vanwege haar bewoner Adolf Hitler. Een historisch uitzichtpunt hoog boven het Berchtesgadener Land, van op de Kehlsteinhaus opent zich voor ons een panorama over 200 kilometer. Martin Bormann schenkt het huis aan Adolf Hitler voor zijn 50ste verjaardag. Als je het bouwwerk bezoekt kun je moeilijk geloven dat dit imposante bouwwerk met zijn meter dikke grondmuren in 12 maanden bebouwd werd. Het werd gebruikt om officiële gasten te ontvangen. Hitler zelf kwam niet veel in het Kehlsteinhaus.
Na de oorlog werden alle andere gebouwen die met de Nazi te maken hadden opgeblazen en verwijderd, alleen het Kelhsteinhaus werd bewaart, waardoor dit prachtige bouwwerk bewaard is gebleven. Maar niet alleen het huis is een staaltje van bouwkunst, de straat vanaf Obersalzberg tot aan het Kelhsteinhuis is uniek in de wereld. Het geweldige hoogte onderscheid word door een bochtige straat overwonnen die door mensen handen uit de bergwand gehouwen werd, een hele onderneming als je weet dat er niks dan rotsen en bossen waren.
Alles moest op de rug naar boven gedragen worden, verschillende tunnels werden aangelegd en tot op de ingang van de tunnel naar het huis. De weg van de parkeerplaats tot aan het Kehlsteinhaus is een hele belevenis. Eenmaal boven met de bus aangekomen, staan we voor de 124 meter lange tunnel afgewerkt met marmer die ons naar de lift brengt. De prachtige in met messingbeklede lift brengt ons 124 meter omhoog binnen in het Kehlsteinhuis. Eenmaal boven worden we overdonderd door de pracht van de omliggende bergen, indrukwekkend, hier is het genieten van de natuur, wij wandelen naar de top van de Kehlsteinberg het bergpanorama is betoverend. Wij maken een rondwandeling op de top van de berg met indrukwekkende zichten.
Wij nemen ook de tijd om het huis even te bezoeken en dan nemen we de voetweg naar de parkeerplaats. Dit is een goede beslissing die ons de prachtige omgeving laat zien. Wij dalen af langs de wandelweg en genieten van de prachtige omgeving. Dan komen we aan de bus die ons weer naar beneden brengt.
Een hele belevenis is dit bezoek en wandeling aan het Kehlsteinhuis. Wij gaan ook het museum van Oberzalsberg bezoeken, hier kunnen we de geschiedenis van het Derde Rijk en hoe de Obersalzberg een belangrijke plaats in deze geschiedenis ingenomen heeft. Wij bezoeken ook de bunker, het is een hele belevenis om hier rond te lopen, wat opvalt is de stilte in het museum, alhoewel er heel veel volk is.
De geschiedenis van het Derde Rijk heeft zijn sporen nagelaten. Wij wandelen nog wat rond in de omgeving. Oberzalsberg is zowel een mooie en aangename plaats, maar ook een plaats die een plaats heeft in de geschiedenis en die tot nadenken doet.
PAREL VAN DE JEKERVALLEI / TONGERSE WANDELVRIENDEN / KANNE-RIEMST 20/06/2009
PAREL VAN DE JEKERVALLEI.
TONGERSE WANDELVRIENDEN.
KANNE-RIEMST.
De Tongerse Wandelvrienden wandelen in de gemeente Riemst en wel in Kanne, het dorpje bekent voor zijn mergelgrotten en de vele mergelhuizen.
De wandeling brengt ons naar de kapel in mergel, de Heilige Grafkapel is een prachtig gebouw in mergel, wij wandelen nog even verder en komen zo aan de ingangweg naar het kasteel van Neerkanne. Dit kasteel ligt op Nederlands grondgebied. Een kleine wijngaard ligt naast het kasteel en wij wandelen het bos binnen langs de mergelwanden, hier heeft men vroeger een wegje uitgehakt in de rots en de jaren hebben dit stilaan uitgeslepen.
Zo komen we in het natuurpark van Kanne. St Pietrsberg is een prachtig wandelgebied met veel afwisseling en prachtige zichten over het Albertkanaal en de weide omgeving. De mergelberg is door de jaren heen een aantrekkelijk plek geweest voor de mensen, eerst werden stenen uit de berg gehakt en daardoor ontstonden grotten met kilometers gangen, waarvan een gedeelte toegankelijk is. De boeren gebruiken de grotten ook voor opslag van hun gerief. Op Nederlands grondgebied zijn aan aantal grotten gebruikt door het Nederlandse leger.
Maar ook de vleermuizen hebben de grotten ontdekt en voor velen een jaren lange verblijfplaats, deze grotten zijn nu beschermt grondgebied en alleen voor de vleermuizen toegankelijk. We wandelen terug naar Kanne om dan de steenweg over te stekken en wandelen het natuurgebied Thier de Caster binnen.De oude kasteelhoeve ligt boven op de Caster, het draag verschillende wapenschilden.
Nu ligt het kasteel van Neercanne voor ons en hebben van hier uit prachtige zichten op de bouw en de tuinen. We komen dan weer terug naar het kanaal en gaan zo weer Kanne dorp binnen waar we onze wandeling begonnen zijn. Een prachtige wandeling in een van de mooiste en unieke plekjes van Limburg.
De oudste Enzianbrennerei van Duitsland, nodig iedereen uit om eens te komen kijken en proeven. De brandewijn wordt gestookt van de Enzian: De Grote Gele Gentiaan. De tot 1 meter lange wortelstok is vlezig verdikt (5 cm) en rijk aan suikers als Gentiobiose en aan waardevolle bitterstoffen (Gentianopicrine en Amarogentine).
Deze laatste twee bieden de plant bescherming tegen aanvreten door dieren. Voor medische doelen wordt de plant gebruikt als bittermiddel, zoals als eetlustopwekkend middel, en als onderdeel van likeur, speciaal gentiaanlikeur. Voor de fabricage van gentiaanlikeur wordt vooral de gedroogde wortel van deze soort gebruikt.
Na de bloei in de herfst trokken de wortelzoekers de almen op zoek naar de Enzian al van in 1602 werden in Berchtesgaden enzianlikeur gestookt. Bij het betreden van de branderij worden we vriendelijk onthaal en word ons het verhaal van het stoken verteld, een film laat ons zien hoe dit gebeurde en hoe het nu gebeurd.
Vandaag worden er meer dan 30 verschillende likeuren gestookt. Na de film kunnen we rijkelijk proeven van de verschillende likeuren. We kijken wat rond in de winkel, en natuurlijk nemen we een paar flessen mee. Buiten staat de oude Brennhütte, vroeger gebeurde het stoken op de almen zelf in zulke hutten. De in 2000 afgebroken en weer opgebouwde alten Almkaser is nu een Brennhüttenmuseum.
Op de weide staan ook nog Enzian planten. Vandaag worden de Enzian wortelen zelden nog geoogst op de bergen en almen ze zijn beschermt, de stokerij heeft eigen velden waar de Enzian gekweekt wordt. En zo de wilde soorten beschermt blijven.
WANDELING NAAR DE ALMBACHTKLAMM / BISCHOFSWIESEN-MARIA GERN-DURRLEHEN-ALMBACHTKLAMM.
WANDELING NAAR DE ALMBACHTKLAMM.
Bischofswiesen ----- Maria-Gern------Durrlehen-----Almbachklamm en terug.
Van onze verblijfplaats, gelegen aan het wandelknooppunt kunnen we deze wandeling starten. Even door het bos en dan door de almweide en hier zien we de prachtige Kerk van Maria-Gern liggen wij wandelen ernaar toe en dan volgen we de Wandelweg naar de Almbachklamm.
Maria Gern
Het bezoek van Almbachklamm is een speciale ervaring. We wandelen tot aan de kloof die door de Beierse Ingolstadt Pioniers toegankelijk gemaakt in 1894 en binnen een maand de weg door de 3 km lange kloof volbrachten, met een verschil van circa 200 meter tussen de Theresienwiese Hermitage en het einde van de kloof meer dan 320 niveaus, een tunnel, 168 m en 29 bruggen zo ontstond de Nischenweg.
Op deze manier is de Almbachklamm veilig en toegankelijk, en leidt ons langs de oevers van de Almbachs. De Almbachklamm werd tot 1963 in gebruik om hout naar beneden te voeren. De boomstammen en het brandhout tot een lengte van 4,50 m werd door de smalle kloof vervoerd. Voor dit doel werd - van 1834 - 1836 op het bovenste gedeelte van de kloof een 14 m hoog, 6 meter breed en 17 m lange dam gebouwd, dit ter ere van koningin Theresia van Beieren, echtgenote van Louis I. "Theresiensdam" genoemd.
Achter deze dam kon tot 15.000 vierkante meter van het water opgeslagen worden, die bij het openen van de sluisdeur tot een enorme stijging in de kloof tot gevolg had en het hout in de kloof gegooid werd door de kracht van het water naar beneden gebracht. Hoewel het bovenste gedeelte van de Almbachklamm nog steeds vrij groot is word de kloof smaller vanaf de "Sulzer Waterval", die vanaf een 114 m hoge rots valt.
Vaak is de rivierbedding slechts twee tot drie meter breed. Vanaf o de grootste houten en ijzeren bruggen kunnen we diepte van de kloof zien en in het heldere bergwater van de Almbaches zien we in de heldere wateren levendige bergforel. Maar natuur en bloemenvrienden komen aan hun trekken, omdat op de hellingen van gemengd bos bijna de gehele alpenflora vertegenwoordigd is. Ook vlinderliefhebbers kunnen hier verschillende soorten waarnemen.
Het 3km lange Almbachklamm met zijn watervallen is een van de mooiste en wildste, romantische kloven in de Beierse Alpen. Het bezoek van Almbachklamm is een speciale ervaring. Aan het einde van de kloof komen we aan de herberg Almbachklamm.
Hier bevind zich de "kogelmolen" al meer dan 300jaar en is een van de laatste kogelmolens in Duitsland. Hier houden we even halt. In de herberg genieten we van een Bayerische Dampfnudel.
Na een beetje rust vatten we de terugweg aan, door de bossen en dan langs de oude boerderijen. Zo komen we terug aan in Maria-Gern hier rusten we nog wat en genieten van de Bayerische muziek.
Nog een laatste stuk wandelen de zon gaat al onder en dit geeft prachtige beelden. Een prachtige dag met een wandeling die bij de top wandelingen behoort.