Het landschap vertelt Haspengouw en Voeren, de mens vormt zijn landschap.
Kasteel Widooie/Tongeren - Over God, grenzen en het geven van namen in Widooie
Het regionaal landschap brengt samen met het Centrum voor Agrarische Geschiedenis een boek uit over de landschapsgeschiedenis van Haspengouw en Voeren. Om dit boek te promoten zal de klapcaravan halt houden in Rijkhoven, Millen, Widooie, Brustem en Borgloon. In elk dorp organiseren ze bovendien leuke activiteiten.
Het landschap in onze streek is het groeiende en bloeiende product van eeuwenlange geschiedenis en gebruik. Het regionaal landschap heeft, samen met het Centrum voor Agrarische Geschiedenis, de laatste 200 jaar van deze landschapshistorie onderzocht. Stadsarchieven werden uitgepluisd, oude fotos werden verzameld en streekbewoners werden bevraagd. Het resultaat van het onderzoek kan je lezen in het boek Het landschap vertelt Haspengouw en Voeren, de mens vormt zijn landschap'.
Vandaag word Kasteel Widooie de plek to be.
In Widooie bevinden zich een kasteel (16401652) en een kasteelhoeve (1755), de vroegere proosdij van Corbie, beide in Maaslandse renaissancesstijl uitgevoerd. Nu wordt dit complex het kasteel van Widooie genoemd.
Het kasteel van Widooie behoorde aan de abdij van Corbie (Amiens) en de oudste vermelding dateert uit 1559, Het werd in 1588 verkocht aan de Tongerse burgemeester Hendrik Vaes die met de restauratie begon. Deze werd in 1662 voltooid door Richard Veas, zoals aangeduid op de gevelsteen met wapenschild boven de inrijpoort. De hoektoren, poortgebouw en aansluitend woongedeelte dateren uit 1662, Een zijgevel met trappen werd in Maaslandse stijl uitgevoerd en de geveltop toont bloemen uitgewerkt in mergel.
Een stukje geschiedenis van het kasteel:
Het kasteel werd in 1670 door een brand vernield. Andere bronnen vermelden het jaartal 1675 en de troepen van Lodewijk XIV als de grote boosdoeners. Het strekte zich uit ten zuiden van de huidige gebouwen, waar nu de tuin is. Het werd niet meer heropgebouwd. Naar verluidt werd het oorspronkelijke boerderijgedeelte tot kasteel omgevormd. De hoektoren dateert uit dezelfde periode als de inrijpoort (1662). Naast de hoektoren zie je bovenop het dak een klein klokkentorentje, waarmee destijds de maaltijden van het personeel aangekondigd werden. Het woonhuisgedeelte werd in de tweede helft van de 18de eeuw grondig gewijzigd. Typisch zijn de kalkstenen omlijstingen met trapeziumvormige sluitblok boven de ramen. De muuropeningen in de zuidelijke gevel schijnen te dateren van circa 1770, die aan de zijde van het erf zijn van recentere datum. In deze gevel bevindt zich een wapenschild van Hendrik Vaes met datering 1640 en erboven een mergelstenen gevelsteen met datering 1755, een verwijzing naar de classicistische verbouwing van dit gedeelte. De trapgevel die dit gedeelte (oosten) afsluit evenals de gelijkaardige trapgevel van de schuur zijn van oudere datum en dienen geplaatst in de bouwcampagne van Hendrik Vaes (begin 17de eeuw). De geveltop is voorzien van kleine, mergelstenen reliëfs met gestileerde bloemen.
Deze schuur werd tijdens de eerste maand van de tweede wereldoorlog (mei '40) door een brandbom getroffen en leed ernstige schade. De oostelijke stalvleugel (afgebrand op 09/09/2001, twee dagen voor de beruchte 11 september in Amerika, in de brand werden 20 oldtimers tot schroot herleid) en de stalvleugel ten noorden van de inrijpoort dateren van het einde van de 17de eeuw. Het geheel is opgetrokken in Maaslandse renaissancestijl (de 'stijlzuiverheid' wordt verstoord door de vergrote vensters en de eruit weggenomen kruisen, terwijl anderzijds ook de speklagen onderbroken zijn). In 1912 liet de eigenaar een opvallende koestal bouwen in neo-maasstijl
Het kasteel van Widooie is nog steeds bewoont door de adelijke familie.
In de periode 1911-1930 (bevolkingsregisters) wordt het kasteel o.a. bewoond door Charles de Schaetzen die gehuwd is met Mathilde d'Udekem d'Acoz, waarmee een verband gelegd is tussen Widooie en de koninklijke familie. Charles de Schaetzen was de jongste oom van de laatste burgemeester van Widooie: Stany de Schaetzen van Brienen. Zijn echtgenote Mathilde d'Udekem d'Acoz was familie van de gelijknamige prinses. Dat is evenwel niet het enige verband. Jaren later zullen de dochter van Norbert de Schaetzen van Brienen, de huidige bewoner van het kasteel, en prinses Mathilde d'Udekem d'Acoz samen op kot zitten te Brussel.
De weg van het kasteel van Widooie naar het paleis van Laken in acht stappen.:
Mathilde d'Udekem d'Acoz (Widooie) x Charles de Schaetzen Arnold d'Udekem d'Acoz x Thérèse Du Bois Louis d'Udekem d'Acoz x Fulvie de Posson Gerard d'Udekem x Justine de Posson (gemeenschappelijke voorouders) Jacques d'Udekem d'Acoz x Alice de Kerchove Maximilien d'Udekem d'Acoz x Angélique Van Eyll Charles d'Udekem d'Acoz x Suzanne De Smet Patrick d'Udekem d'Acoz x Anne Marie Komorowski Prinses Mathilde d'Udekem d'Acoz (Laken) x Prins Filip, Hertog van Brabant, Prins van België.
21 E MARCHE DU STRUVIAUX. / LES SANGLIERS DU SAMSON / MOZET 25/04/2011.
21E MARCHE DU STRUVIAUX.
LES SANGLIERS DU SAMSON.
MOZET.
Mozet, dat middenin de velden en bossen op de zuidhelling van de prachtige Samsonvallei ligt, is een voorbeeld van typische Condrozarchitectuur.
De oude dorpskern wordt gedomineerd door de klassieke Saint-Lambertkerk van blauwe hardsteen die in 1775 werd herbouwd. Het grijs van de kalksteen en het zwart van de leien overheerst in heel het dorp en verleent het een onmiskenbare charme. De oude dorpskern, gelegen rond de kerk op een heuveltje, is karakteristiek vanwege de straatjes met de kleine kalkstenen huizen en leistenen daken. Wij wandelen langs de Tronquoy, een rustig riviertje dat door het dorp loopt, staan twee belangrijke hoeven met gesloten binnenplaatsen. We komen aan hoeve van Royer.
Oorspronkelijk het verblijf van de heren van Mozet vormt dit landhuis een geheel van 17e-18e-eeuwse gebouwen die in een vierkant zijn opgebouwd. Ze werden opgetrokken uit kalksteen. Frappant is de aanwezigheid in het noordoosten van een mooie vierkanten hoektoren met twee verdiepingen (renaissance in de typische stijl van het Maasbekken) die in 1979 geklasseerd werd. Verder is er nog een schuur uit 1601 en andere gebouwen uit het eind van de 18e eeuw. Wij wandelen verder en klimmen naar het hoogste punt van het dorp waar we langs het kasteel van Mozet.
Oorspronkelijk een oude heerlijkheid met een donjon uit de 13e-14e eeuw, werd deze vierhoek in kalksteen en omringd door slotgrachten opgetrokken in de 17e eeuw. Het gebouw bevat nu nog enkel een deel van de oorspronkelijk noordkant, geflankeerd door twee ronde torens. De westelijke en oostelijke vleugels die uit de 18e eeuw dateren, kregen in 1868 en 1962 een grondige opknapbeurt. Enkel het gemetselde deel van de ruwbouw herinnert nog aan de Middeleeuwen. U komt binnen langs een duivenhuisportaal, met aanpalend de hoevegebouwen. Al hoewel de wandeling niet naar het kasteel gaat wandelen we er toch even naar toe om de ingang van de hoeve te zien met duiventil. Keren terug op parkoers, wij wandelen een heel eind door een park met meidoornhagen, welke nu prachtig in bloei staan en heel fel ruiken. Hier is ook de controlepost.
Wij nemen even de tijd om in het park op de bank te zitten en al het moois in ons op te nemen, blijkbaar zijn we niet de enige die daar zo over denken. Na een poosje wandelen we verder en komen we in Goyet een gehuchtje van Mozet. Op een heuvel, in de schilderachtige vallei van de Samson, heersend over dal en dorp, staat het kasteel van Goyet. Het werd gebouw in 1865. Vandaag zijn er grondige restauratie werken bezig met veel zorg uitgevoerd met veel respect voor de originele stijl.
Wij dalen verder af naar het gehucht zelf. Langs het kasteel uit 1867 nu Foyer St. Antoine een rusthuis. Voor het gebouw vloeit de Samson. Hier is gezellig om even te verpozen en we gaan even op het terrasje van de enige taverne zitten om van het uitzicht te genieten, het is vrij rustig en aangenaam om te vertoeven, na een korte koffiepauze wandelen we verder. Hier ook weer prachtige oude huizen in kalksteen, verder wandelen we en komen aan de Grotten van Goyet De site van Goyet maakt deel uit van de rijke prehistorie van Wallonië, een regio gekend voor zijn kalkrotsen, valleien en talloze grotten. De grotten van Goyet zijn gelegen in een rots massief aan de samenvloeiing van de Strouvia en de Samson. De site van Goyet heeft een lange geschiedenis van bewoning gekend: eerst holenberen en holenleeuwen, nadien lynxen, wolven en vossen. Later kwam de mens. Eerst de Neandertaler tijdens het midden-paleolithicum, gevolgd door de Cro-Magnon of Homo Sapiens in het laat-paleolithicum. Uiteindelijk gebruikte de mens van het neolithicum Goyet als begraafplaats. Een plek met een lange geschiedenis, moeten deze toch eens gaan bezoeken, maar vandaag hebben we er niet de tijd voor en ook zijn we er niet op gekleed. Verder wandelen we richting Maizeroulle.
Hier krijgen we prachtige zichten over het landschap en zien hoe mooi deze streek wel is. hier en daar een grote boerderij midden in het groen. Wat prachtig toch de weilanden vol met koeien die ons aanstaren. Tussen de bomen de torens van het kasteel van Faulx. Wie de Samsonvallei richting Goyet afdaalt en het dorpje Faulx doorkruist, ontdekt aan zijn linkerkant een echt sprookjeskasteel.
Het kasteel in gotische stijl werd gebouwd op het einde van de 13e eeuw. Aan het eind van de Middeleeuwen raakte het in verval. In de 19e eeuw startte architect Henri Beyaert met een uitgebreide restauratie. Hij droeg er zorg voor dat de oude torens bewaard bleven en vernieuwde de linkergevel in renaissancestijl. Spijtig dat we van dit sprookjes kasteel niet veel kunnen zien, gelukkig kun je wel wat fotos vinden op het internet. Ook oude postkaarten laten zien hoe mooi dit kasteel is. Wij wandelen verder en komen zo terug in Mozet waar de Douxflammehoeve voor ons opduikt.
Met zijn massieve hoektoren die al in 1289 vermeld wordt als oude riddertoren, heeft dit vierzijdige gebouw uit de 17e-18e eeuw een zekere feodale allure. Deze hoeve ontleent zijn mooie naam aan de familie die het goed op het eind van de 16e eeuw overnam. Nu klimmen we verder langs de kerk en de mooie huizen, het is de moeite om even achterom te kijken naar de prachtige gebouwen in de vallei, nog even en we zijn terug aan ons vertrek. Wat een prachtige wandeling in een streek die tot de verbeelding spreekt. Dat Mozet behoort tot Les Plus Beaux Villages de Wallonie is niet verwonderlijk door zijn rijke erfgoedwaarde. In 1994 werd de vzw De Mooiste Dorpen van Wallonië boven de doopvont gehouden. Ze promoot sindsdien via een aantal heel diverse dorpen en landschappen een beeld van een landelijk Wallonië dat waardering verdient en dat in stand moet worden gehouden. Een prachtige wandeling in een prachtige streek.
BLOESEMTOCHT / DE LOONSE TSJAFFELEERS / BORGLOON 24/04/2011.
BLOESEMTOCHT.
DE LOONSE TSJAFELEERS.
BORGLOON.
De wandeling vertrekt in de Fruitveiling, maar wij starten met de wandeling op de controlepost te Borgloon. Wij wandelen de Stationsstraat in en dalen af naar de Stoomstroopfabriek. In 1879 werd de spoorlijn Sint Truiden Borgloon Tongeren in gebruik genomen waardoor de ontwikkeling van de fruitteels en de fruitverwerking in een stroomversnelling kwam.
In de stationsbuurt kwamen niet minder dan 3 stroopfabrieken, Stroopfabriek Meekers, Wijnants-Groenendaels en Klein Panis. De stoomstroopfabriek Wijnants-Groendaels won de Monumentenstrijd in 2007 en na decennia van leegstand en verkommering kwam er opnieuw in oktober 2006 de geur van Loonse Stroop over de Stationsbuurt. De familie Bleus generaties van stroopstokers in Vrolingen kwamen naar Borgloon om opnieuw Loonse Stroop te maken. De gemeente die eigenaar is van de gebouwen startte met de restauratie van de site, wat nog vele jaren zal duren. In 2010 werd de fabrieksschouw terug gerestaureerd en in zijn oude glorie hersteld. Als we de Stationsstraat afwandelen zien we de schouw heel duidelijk. Zo komen we aan de stoomstroopfabriek.
Voor degene die even de tijd nemen om een kijkje te nemen worden beloont met het zicht op de koperen kookketels waar de stroop in gestookt word. Wij wandelen nu verder en verlaten Borgloon en wandelen richting Kerniel. Wij komen langs Tivolie, eens één van de voornaamste boerderijen van de streek en een gekende plaats. Deze boerderij komt ook veel voor op oude postkaarten. Wij wandelen nu verder en komen nu in Kerniel, hier wandelen we de Kalversteeg in die naar de Abdij van Colen leidt. Weggedoken in het heuvelend Haspengouwse landschap midden in de fruitstreek straalt de Abdij "Mariënlof" vrede en rust uit. In de loop der jaren is ze een vaste waarde geworden in Zuid-Limburg. Oorspronkelijk gesticht voor en bewoond door de Kruisheren, opgeheven met de Franse Revolutie, wordt de Abdij sedert 1822 bewoond door de cisterciënzerzusters, als voortzetting van de Abdij Woutersbrakel in Waals-Brabant. Het cisterciënzerideaal werd er hoog gehouden en nog steeds beleeft. Mariënlof, mensen komen en gaan, mensen om de schatten te bewonderen, mensen om te bidden, mensen met hun vragen en problemen, mensen om één of meerdere dagen te genieten van de rust en de stilte. Een wandeling rond de abdij laat ons de pracht van de gebouwen zien. De tuin is een plek waar je tot rust kunt komen en genieten van de vallei van Colen welke ons het prachtige golvend landschap van Haspengouw laat zien.
Wij wandelen door de kerkwegel en komen zo aan de Cohlenbergse Wijnbouwers, als we even achterom kijken hebben we een prachtig zicht op de abdij. Wij wandelen verder verlaten Kerniel en gaan naar Boeshoven, wij passeren hier een paar van de mooiste hoeven van de streek. Wij wandelen nu het veld in een hier hebben we nog enkele laagstam appels die in bloei staan. Wij wandelen weer verder en krijgen een prachtig zicht op Borgloon.
Nog even langs het centrum van Borgloon en dan terug naar de school waar voor ons de wandeling startte. Wij willen nog wat van het mooie weer genieten en nemen nog een stukje van de omloop naar het kasteel van Rullingen. Het is een prachtige dag en een mooie en aangename wandeling.
MARCHE DE LA CITE DES PORIAS / BOTT-IN D'ESNEUX / TILFF 23/04/2011
MARCHE DE LA CITE DES PORAIS.
BOTT-IN DESNEUX.
TILFF.
"Dit dorp, een van de oudste van het Land van Luik, is ook een van de grootste en belangrijkste [...] gelegen op de rechteroever van de rivier de Ourthe omgeven door hoge bergen geef het een vorm van eenzaamheid. " (Saumery de geneugten van het Pays de Liège, 1743). In 1743 werd Tilff al omschreven als een prachtige plek. Vandaag is het nog altijd zo. De natuur is prachtig en het stadje op zij eigen is heel mooi met prachtige gebouwen. Een bijzonder gebouw is Chateau Brunsode.
Het kasteel Brunsode ligt aan de rand van het stadje Tilff van Luik komend. Het wordt ook kasteel Lieutenant genoemd en dankt zijn naam aan één van de vroegere bewoners. Het is een vierkant gebouw met een dak in leisteen en omringd door twee torens in Lodewijk de 13e stijl. Het oude bijgebouw is in Luikse renaissance stijl gebouwd en dateert uit de 15e eeuw. Men heeft toegang via een opening in één van de vier muren van het hof, welke omgeven is door hoekige torens (niet voor publiek toegankelijk). Ten zuiden van het kasteel bevinden zich de bijgebouwen en het bijenmuseum. In het park bloeit de Daslook met zijn prachtige witte bloemen.
Wij vetrekken met de wandeling en komen eerst een stukje langs de Ourthe. Waar we genieten van de prachtige natuur langs het water. Ook hier weer kun je zien hoe de rivier zich door de rotsen gescheurd heeft en daardoor een prachtig landschap achter gelaten. Dan komen we in Mery. De rechteroever en de linkeroever van het dorp zijn met elkaar verbonden door een brug. Op de linkeroever sluit de bebouwing van het dorp aan op deze van het dorp Hony.
Bezienswaardig is het Château du Monceau. Het kasteel van Monceau ligt vlakbij het dorp Méry en dateert uit de 17e eeuw. Het is een origineel gebouw, omgebouwd in 1648, omgeven door twee torens in Maaslandse- Renaissance stijl en wordt reeds in de 15e eeuw al genoemd. Wij komen ook langs Quai des pêcheurs: oude visserswijk. Sommige huizen uit de 18e eeuw zijn gebouwd van puddingachtige landstenen, zand- en kalksteen. Wij klimmen uit het dorp en komen zo in het bos, ook hier weer de doordringende geur van look.
In de verte zien we Abbaye de Brialmont. Het eerste kasteel van Brialmont zou gebouwd zijn in 1260 op de Sint Anna rots en bestond slechts uit één bewoonbare toren. In de 17e eeuw is het hoofdgebouw aan de toren gebouwd. Nadat het kasteel gedeeltelijk verwoest werd in 1677, heeft het zijn huidige vorm gekregen als gevolg van verschillende verbouwingen. Sinds 1961 is het kasteel een abdij geworden voor de cisterciënzer monniken het is prachtig om te zien.
Wij wandelen door het bos en komen zo terug in Tilff. Een prachtige wandeling door en prachtige streek.
39e MARCHE INTERNATIONALE / CLUB DE MARCHE WALLONIA-NAMUR / JAMBES 17/04/2011.
39E MARCHE INTERNATIONALE.
CLUB DE MARCHE WALLONIA-NAMUR.
JAMBES.
Jambes strekt zich over een lengte van circa 7 kilometer uit over de rechteroever van de Maas; aan de overzijde ligt het oude stadscentrum van Namen en de samenvloeiing van de Maas en de Samber. Jambes is met drie verkeersbruggen en een brug voor het spoorverkeer verbonden met Namen. De oudste van deze bruggen, de Pont de Jambes, dateert uit de 11e eeuw. Wij vertrekken met de wandeling in de school van de Genie.
Zij draagt de naam van de Reserve Luitenant van de Genie DEWISPELAERE, die zijn leven gaf op 12 mei 1940 door de brug van YVOIR te laten springen onder vijandelijk vuur. Wij verlaten de kazerne en wandelen door de straten van Jambes. En komen aan de Ferme de Sedent. Hier woont er een kunstenaar die het hele gebouw prachtig gerestaureerd hebben. Dan wandelen we verder door de prachtige streek met veel groen en komen aan de vijvers van La maison de Geronsant een opleidingscentrum. Hier hebben we controle en zijn verbaast van het kasteel en de hoeve. Hier staan de gebouwen van de voormalige Abbaye de Geronsart De stichting van de priorij Géronsart dateert uit 1128 . Een groep van Augustijner kanunniken van de Abdij Flône (nabij Luik ) vestigde zich in Sart Gerard Géronsart. Kaars Nicolas (1754-1837), oorspronkelijk afkomstig uit Genappe , was de opvolger van Taziaux in 1794 , en de laatste abt van Géronsart. De Franse Revolutie bereikte de Maas regio is opgenomen in de Franse Republiek in 1795. De wet van 15 Fructidor( was de 12de en laatste maand van de Republikeinse kalender, 18/8-16/9)werd toegepast, en zoals vele andere religieuze gemeenschappen werd Abbey Géronsart op geheven. Het pand werd verkocht in 1797.
Vandaag is de hoeve in restauratie en het kasteel ligt er verloedert bij. Toch is het hele domein prachtig. Wij wandelen verder en aan de overzijde hebben we een prachtig zicht op de Citadel van Namen. Van hieruit kunnen we zien hoe groot de hele citadel is. Nog wat verder wandelen we door het prachtige bos met het frisse groen van de lente. We komen nu in Erpent met een prachtige grote hoeve. Wat verder komen we aan de kasteel -hoeve welke prachtig gelegen is. Het is een prachtig gebouw. Voor ons vliegen de zwaluwen, wat prachtig nu is de lente definitief in het land. Dan komen we aan het rode kasteeltje, prachtig het chateau de Erpent ligt in een mooi park en is prachtig verzorgd. Nu komen we voor de tweede maal aan de controlepost, wij gaan even kijken naar de ingang van de hoeve van de abdij van Geronsart. Er zijn werken bezig om de kasteelhoeve op te knappen, hopelijk word dit prachtige gebouw bewaard voor de toekomst en krijgt het een nuttige invulling.
Wij wandelen terug langs de vijver en dan de terug aan de controlepost. Na een tijdje verlaten we het domein van Geronsart en wandelen verder. Wij wandelen nu terug naar Jambes maar eerst komen we nog langs het museum van de Genie. Spijtig dat het gesloten is anders hadden we het even kunnen bezoeken. Wij kunnen wel enkele voertuigen zien staan. Nu dalen we af naar Jambes en komen terug aan in de kazerne. Een fijne wandeling in Jambes met een mooi en aangenaam parkoers.
33e GRANDE MARCHE INT. / STAVELOT MARCHE CLUB / STAVELOT 14/04/2011.
33E GRANDE MARCHE INT.
STAVELOT MARCHE CLUB.
STAVELOT.
Rondom een archeologische vindplaats geklasseerd als buitengewoon patrimonie van Wallonië, toont Stavelot een beschermende oude stadskern van de VIIIde eeuw, met zijn majestueuze marktplaats, zijn stenen- en vakwerkhuizen, zijn sporen, zijn steegjes en fonteinen. Als echt cultureel-historisch hartje van de Hoge Venen, leeft de stad op het ritme van zijn 3 musea en zijn permanente culturele animatie waaronder exposities, internationale muziekfestivals, Franse liederen, jazz, verhalen, theater en grote folklorische feesten zoals de « Laetare » met zijn « Blanc Moussis », één van de meest beroemde carnavals van België.
Voorheen een Prinsdom Abdij, is de streek van Stavelot nu een groot Ardeens Woud. Vanuit de venen van Hockai tot Coo, waar de mooie Amblève sprankelt , biedt zij grandioze landschappen aan, alsook tientallen kilometers wandelingen die langs legendarische wegen, naar rustige dorpjes leiden. Door de eeuwen heen hebben de mens en de natuur het zicht van Stavelot bewerkt. Wij wandelen verder en klimmen naar de oude spoorweg die nu een prachtige wandel en fietsweg. Wij wandelen een heel eind over deze prachtige wandelweg en we genieten van de prachtige zichten over het prachtige landschap. Wij wandelen het bos binnen en kunnen de mooie lentebloemen bewonderen, de witte klaver, de bloemen van de Blauwe bosbessen.
Wij verlaten het bos en gaan de uitgestrekte weilanden opzoeken, toch mooi de jonge paarden in de weide. In de verte zien we Circuit de Spa van Francorchamps. Wij blijven in de prachtige natuur wandelen, de bloeiende gele brem ook wel bezemkruid is prachtig om te zien, de bosmieren zijn in volle actie het zijn zeer nuttige diertjes. We wandelen door de prachtige natuur met bossen en grote open vlakken. In de verte komt Stavelot in zicht. De abdij ligt beneden. Wij wandelen verder en genieten van de prachtige omgeving met typische Ardeense huizen. Nog een stuk door een prachtige bos met brugjes en we komen langs een prachtig vakwerkhuis. Zo komen we terug in Stavelot langs het kasteel Montys. Het is zo een prachtige stadje dat we nog even door het centrum wandelen, met zijn vakwerkhuizen, zijn fonteinen en smalle straatjes.
Het plein voor de Sint Sebastiaanskerk met prachtige oude huizen en een prachtige fontein op het plein, we kunnen de Sint-Sebastiaanskerk bezoeken. De Sint-Sebastiaanskerk in Stavelot verwijst meer naar Remaclus dan naar Sebastiaan. De bouw van de kerk begon in 1750; ze werd in 1754 ingewijd. Ze herbergt het schrijn van Remaclus uit 1268 in het koor en een beeld van de heilige in de rechterzijbeuk. Een deel van het meubilair is uit de 18e eeuw, aangevuld met meubilair uit de eerste parochiekerk en uit de abdij van Stavelot. In de kerk staat een beeld van Sebastiaan, een doopvont uit de 16e-17e eeuw en een bewaarengel van de hand van Jean del Cour. In de schatkamer vinden we Meesterwerken van de Maaslandse Kunst, de Schrijn van Sint Remacle en de Relikwiebuste van de heilige Poppon.
Ook de buitengewone 19de eeuwse orgels zijn te bezichtigen. Wij wandelen verder door de straten met mooie oude winkels, versierd voor het komend Paasfeest. Wij komen dan aan de Abdij van Stavelot. De sleutelperiode van de oprichting ervan valt samen met de regeerperiode van de abt Poppon. Het plan werd opgevat in de dubbele essentie van kloosterkerk en bedevaartskerk en is zo gebleven tot het eind van de XVIIIde eeuw. De hoofdbeuk wordt voorafgegaan door een indrukwekkende toren, gerestaureerd in 1534, waarvan echter enkel de benedenverdieping van ongeveer 15 meter hoog overblijft.
Vervolgens leidt de hoofdbeuk (gedeeltelijk opgegraven) naar het monnikenkoor, dat opnieuw in vroegere staat kon worden teruggebracht dankzij het speurwerk van de archeologen. De overblijfselen van de abdijkerk uit de XIde eeuw, die onlangs werden blootgelegd en begrijpelijk gemaakt voor de leek. Alles kun je rustig bekijken, als je het museum wil bezoeken moet je betalen wat zeker niet overdreven is voor de 3 museums die er zijn. Wij wandelen nog wat rond de site en dan keren we terug naar onze vertrekzaal.
Een prachtige wandeling met een bezoekje aan Stavelot, vrienden ontmoeten en wat samen bijpraten een dagje wandelen is meer dan alleen maar stappen.
33e MARCHE PRINTANIERE DES STCHROUMFS / LES HERMALLIS / HERMALLE-SOUS-HUY 27/03/2011.
33E MARCHE PRINTANIERE DES STCHROUMFS.
LES HERMALLIS.
HERMALLE-SOUS-HUY.
Het dorp van Hermalle-sous-Huy strekt zich uit langs de Maas, grens tussen Haspengouw en Condroz het begin van Ardennen. Dit Val Mosan (Maasdal) net als Haspengouw en Condroz zijn leuke streken waar we hoeven en kastelen, kerken en abdijen, musea en attracties, weilanden en bossen tegenkomen.
Ook in Hermalle, het kasteel met zijn slotgrachten en zijn monumentale hoeve is omgeven door elegante huizen uit de 17e en 18e eeuw - in het bijzonder het geboortehuis van architect Jean-Gille Jacob. De "Ferme castrale" De vierkante gesloten hoeve, met een geplaveid en met bloemen beplant binnenplein dateert hoofdzakelijk uit de 17e en 18e eeuwen. Het hoofdgebouw - ten noorden - heeft een toren-portaal vroeger door een valbrug beschermd. Dat was gedurende geruime tijd de hoofdtoegang tot het kasteel. Deze toren heeft een gebogen poort en een stufstenen cartouche uit 1642. De herenfamilie die dit kasteel oorspronkelijk heeft gebouwd als haar woonst, was schatplichtig aan het feodale hof van Luik. Tegen 1100 was het eigendom van Michel de Hermalle, heer van Chaumont, Engis en Les Awirs. Later in die eeuw gaat het over in handen van de familie de Warfusée en vervolgens door vererving in de handen van Arnold de Lumen, Jean de Wavre de Brabant en, eind 14de eeuw, Englebert de Haccourt. Voordat het in 1853 toeviel aan baron de Potesta zijn er nog verschillende eigenaars de revue gepasseerd. Het kasteel zelf werd in 1315 met de grond gelijkgemaakt tijdens de oorlog tussen de Awans en de Waroux. In de 17de eeuw werd het heropgebouwd.
Het kasteel is dichtbij de kerk gebouwd, midden in het centrum van Hermalle. Eromheen ligt het gedeeltelijk ommuurde kasteelpark. Het huidige kasteel is in hoefijzervorm gebouwd, rond een binnenhof. Om het kasteel is een slotgracht gegraven. Verder is er een voorhof, waarrond koetshuizen en paardenstallen gelegen zijn. Deze bijgebouwen dateren van de 19de eeuw. Het rechthoekige basisplan is middeleeuws en, zoals het in die tijd gebruikelijk was, voorzien van 4 torens. Bij de heropbouw tijdens de 17de eeuw is gebruik gemaakt van zandsteen, kalksteen en baksteen. Het gebouw werd ook aangepast aan de stijl die in de Maasvallei gangbaar was, met twee rechthoekige torens. De kasteelboerderij dateert van de 17de en 18de eeuw. In 1975 werd ze stilgelegd en raakte ze in verval. De huidige eigenaars hebben de boerderij echter nieuw leven ingeblazen als toeristische site, bestaande uit een museum, een culinaire bibliotheek en het postmuseum. Het huidige gezicht van het dorp wordt in de 17de en 18de eeuw getekend, door de bouw van de boerderij met de twee torens, de 'Cense Casal'; de Ans-boerderij (1630); de kasteelhoeve 'Maison de la Boverie' (1642); de woonst van de kapelaan (1676); de postherberg (1720).
Verder zijn er nog enkele particuliere woningen het bekijken waard. We noemen hier de schitterende geklasseerde pastorij, die werd gebouwd door de vader van Jean-Gilles Jacob, en verder het Héna-huis. Het centrum van Hermalle is een schitterend architecturaal geheel, dat de grootste zorg verdient. Vanuit het centrum wandelen we naar Aux-Fontaines, met weilanden en akkers en hier en daar een grote boerderij, wat verder komen we in Aux-Houx. Ook hier weer grote oude boerderijen maar hier wandelen we het bos in, Haponry genoemd gelegen op een hoogte van 230 meter. Prachtige zichten in het bos met geregeld een holle weg die vol met bloemen staat, als we bos verlaten staan we terug in Hermalle en de torens van het kasteel komen in zicht. Zo komen we aan het einde van een mooie wandeling.
38 MARCHE INT. DU PLAYA - TROTT / CLUB MARCHEURS PLAYA - TROTT. / MONTZEN 26/03/2011.
38E MARCHE INT. DU PLAYA-TROTT.
CLUB MARCHEURS PLAYA-TROTT.
MONTZEN.
Montzen was de bakermat voor een voorspoedige en vruchtbare geschiedenis. Het was zonder twijfel een van de oudste platteland centra van het Land van HERVE. Volgens oude kronieken uit 1075 was Montzen de zetel van een belangrijke rechtbank met bevoegdheden over o.a. de plaatsen "Kelmis, Gemmenich, Hombourg, Moresnet, Teuven en Sippenaeken." In de tijd waren er een hoog gerechtshof onder de macht van de leenheer, vijf handelsrechtbanken en een feodaal gerecht genaamd naar de H. Anna.
Vertrek aan het prachtige dorpsplein. Het gaat hier om een heel groot gemeenteplein. Samen met de muziekkiosk, een fontein en een monument voor de slachtoffers van de twee oorlogen vormt dit plein een homogeen geheel waarrond oude huizen naast weelderige bouwwerken en een decanale kerk met klokkentoren opgetrokken zijn. De uitsprong van de kerk in renaissancestijl is gewijd aan de Heilige Steven. De St Stephanus Kerk, Classicistische Stijl (1780) Toren van 1865. Wij kunnen een bezoekje brengen aan de kerk, deze is binnen ook beschermt en de moeite om eens te bezoeken. Prachtige verzorgde kerk met mooie altaren en versieringen.
Wij wandelen het dorp uit en komen langs prachtige landerijen, de pracht van het Land van Herve toch prachtig de boerderijen die een worden met de natuur en verscholen tussen de heuvels, als aan gewandeld komt zie eerst hun daken en stilaan komen ze in het zicht gewoon prachtig. We wandelen verder en komen aan de Mijn van Schmalgraf.
De mijn Schmalgraf, gelegen in het dal van de Hohnbach nabij La Calamine, werd in de 15e eeuw Comborn genoemd. Later heette ze ook wel Drieschschacht of Klousterschacht. De laatste exploitatie liep van 1868 tot 1932. De mijn had een diepte van 190 meter, hetgeen uitzonderlijk diep is voor Belgische ertsmijnen. Tussen 1862 en 1867 werd een mijngang gegraven, om zo het transport van het erts naar de ertswasserij in Preußisch Moresnet te vergemakkelijken. Deze mijngang werd genoemd naar de toenmalige directeur, Oskar Bilharz, en heette Oskarstollen. Vanaf de Oskarstollen werd parallel aan de Hohnbach een smalspoor gebouwd die het erts verder transporteerde. In de dagbouwgroeve langs de Hohnbach werkten toen ongeveer 30 mijnwerkers. In de onderaardse groeve werkten nog eens 120 mijnwerkers. In totaal werd in de mijn 645.979 ton ruw erts gewonnen. In de mijn Schmalgraf werd vooral schalenblende gedolven vanwege het lood (galeniet). Toen de loodwinning onrendabel werd, werd de mijn gesloten. Tegenwoordig zou de mijn niet meer gesloten zijn, omdat er nog voldoende zink in zit om de mijn rendabel te blijven exploiteren. Het schachtgebouw van de mijn staat nu op particulier terrein. Voor de Oskarstollen ligt nu een prachtige zinkweide. Oorspronkelijk was dit een soort doline, die volgestort is met laagwaardig erts en afvalgesteente. Nu kunnen we er rustig van de natuur genieten er is een rustbank aangebracht en info borden.
Wij wandelen verder en komen aan een prachtige Holleweg die volstaat met voorjaarsbloemen. We komen dan in het prachtige staatsbos Hohnbachtal In het Hohnbachtal richting Eyneburg en Kelmis zien we de bijzondere flora van wilde narcissen. Het dal van de Hohn is één van de meest bijzondere natuurreservaten in Noordoost-België. Het gebied wordt gekenmerkt door de Hohbach die in de bovenloop door intensief gebruikte weilanden en in de benedenloop door natuurlijke loofbossen meandert. Hier heeft de rivier zich 30 tot 40 meter in het omliggende gebied ingesneden. Met name op het gebied van de voorjaarsflora is het gebied zeer rijk. Van grote invloed op het gebied is de winning van zink- en looderts geweest. Er ligt een aantal restanten hiervan zoals een tweetal mijngangen en een spoortracé waarover het erts werd vervoerd. De rotsen in het dal van de Hohn worden gevormd door kalksteen. Omdat de stenen bij opschuren mooi beginnen te glanzen en een blauwe kleur krijgen, wordt deze steen ook blauwsteen genoemd. Veel huizen in de omgeving zijn eruit gebouwd. De rivier kent prachtige, natuurlijke meanders en heeft zich tot een diepte van 30 a 40 meter in het omliggende gebied ingesneden. Wij wandelen door dit prachtige natuurgebied. Het is genieten van al dat moois. We nemen ruim onze tijd om alles in ons op te nemen, wij hebben tijd zat. Wij wandelen verder en verlaten het bos en voor ons duikt Ridderburg Eyneburg op.
De Eyneburg, is een van de belangrijkste historischen gebouwen van Oost-België en een van de mooiste gebouwen van het Geuldal. Het samenspel tussen de Geulbeek en de indrukwekkende stenen massa rondom, biedt dit Middeleeuws kasteel een aanblik, die naar een gelijke zoekt. In de volksmond wordt de Eyneburg, liefdevol Emmaburg genoemd; de betekenis berust op een verhaal uit de 19e eeuw; Emma, een dochter van Keizer Karel de Grote, zou hier haar geliefde Eginhardt getroffen hebben. Dit verhaal kan historisch niet onderbouwd worden. De oudste delen van het kasteel zijn uit de 13e eeuw. Op dat tijdstip was het kasteel in bezit van het riddergeslacht van Eyneberghe .In 1660 brandde dit kasteel bijna compleet uit, het werd weer opgebouwd gedurende deze eeuw en het werd nog mooier en nog groter. De verschillende werkzaamheden, verbonden diverse bouwgedeelten en vleugels op een asymmetrische manier, zo kwam het tot een in elkaar passende speelse dak constructie. De laatste grote verbouwing werd rond 1900 , door de toenmalige bezitter, de Akense stofhandelaar Theodor Nellessen doorgevoerd, die de onderkomen bouwwerken onder het oog van de middeleeuwse bouwwijze in een nieuw jasje stak. Ook de huidige kapellen waren uit deze tijd. In 2001 ging het Kasteel in privé bezit over en werd het toegankelijk gemaakt voor het publiek, met als doel een centrum te vormen voor het Middeleeuws leven. Vandaag is het een prachtig geheel.
We wandelen verder en wandelen een stukje over de Limburgerweg en komen zo in Astenet. Ook hier weer prachtige stukken natuur en bijzondere bloemen langs de rivier de Geul. Wij komen aan Grube Fossey deze mijn werd gestart in 1878 en zou 45 jaar lang uitgebaat worden, er werden gangen gegraven tot op een diepte van 200meter. Maar door het overvloedige water en drijfzand werd de mijn stilgelegd. In 2008 werd de ingang gerestaureerd en een parkje aangelegd. Nu is het een stille getuige van de tijd van de ertsen winning. Wij wandelen verder door het prachtige landschap. Nu komen we terug aan de Eyneburg, maar nu wandelen we onder de burg door langs de Geul, waardoor we een prachtig zicht hebben op de burg boven ons. Op een oude foto kun je zien hoe mooi het hier was en hoe groot ,deze ridderburg was.
Wij wandelen verder en komen aan de Sint Rochus kapel uit begin van de 17de eeuw. Wat verder komen we langs de grootste ijzerwegbrug van het land. Het viaduct van Montzen bestaat uit 22 stalen dubbelsporige brugdelen, steunend op twee landhoofden, vijf steunpijlers en zestien gewone pijlers van gewapend beton. Elk van de brugdelen is 48 meter lang en weegt ongeveer 260 ton. De relatief korte geschiedenis van het viaduct is nogal bewogen geweest. Het werd in de oorlog van 14-18 gebouwd en moest de oorlogsinspanningen ondersteunen door een snelle aanvoer van troepen en materieel naar de fronten in Vlaanderen mogelijk te maken. Met dat doel werd vanaf 1916 de spoorlijn van Aken via Montzen en Visé naar Tongeren aangelegd. Vanwege de ongunstige terreinomstandigheden werd het viaduct hierin een zeer belangrijke schakel. De sterke glooiing van het Geuldal dwong de ingenieurs tot de bouw van deze gigantische constructie, die met zijn lengte van meer dan een kilometer een voor die tijd enorme technische uitdaging vormde.
Wij wandelen weer een eindje verder en komen zo terug richting Montzen waar deze prachtige wandeling eindigt.
LANDSCHAPSWANDELING GROOTLOON / REGIONAAL LANDSCHAP HASPENGOUW EN VOEREN / VIA HEUVELS EN BOOMGAARDEN /GROOTLOON-BORGLOON 15/04/2011
LANDSCHAPSWANDELING GROOTLOON.
REGIONAAL LANDSCHAP HASPENGOUW EN VOEREN.
VIA HEUVELS EN BOOMGAARDEN.
GROOTLOON BORGLOON
Het verborgen leven in de boomgaard.
Talrijke hoogstamboomgaarden, dikwijls met hagen omzoomd: kan een decor nog idyllischer zijn?
De eikenmuis, in de volksmond ook wel fruitratje genoemd, en de steenuil vinden alvast van niet. Zij voelen zich tussen de boomgaarden prima in hun vel met pels of pluimen. De das beschouwt dit gebied als een gigantisch restaurant waar hij s nachts kan smullen van het afgevallen fruit. Door de aanwezigheid van diverse poelen werd de ideale leefomgeving geschapen voor allerlei amfibieën.
Natuurpunt, de provincie Limburg en de stad Borgloon verwierven dankzij de ruilverkaveling Grootloon zon 40ha hoogstamboomgaarden. De omzoming van de boomgaarden met hagen maakt het landschapsbeeld er alleen maar mooier op. Dankzij de nieuwe aanplantingen van hoogstamfruitbomen en de verzorging van oudere bomen moet het mogelijk zijn om dit traditionele landschap voor de toekomst te bewaren. De wandeling vandaag geeft ons al een indruk hoe de toekomst zal uitzien, de hoogstambomen geven de mooiste bloesems, het zijn prachtige beelden waarvan wij jullie willen laten meegenieten.
Wij wandelen van Bolderberg naar Grootloon via de Romeinse kassei en terug naar Borgloon. Genietend van de bloesems pracht. Het heuvelend landschap laat ons genieten van de prachtige panoramas over het Haspengouwse landschap. De wandeling vertrekt in het centrum van Borgloon achter het stadhuis en hier komen we ook terug aan.
De mooiste wandeling is de gele rechthoek (12,5km) of het orangje kruis (8,5 km) beide wandelingen komen over Bolderberg en door de prachtige weilanden achter het kerkje van Grootloon, waar je ook langs de verschillende poelen komen, waar je naar de kikkers kunt kijken. Een prachtige wandeling in een uitzonderlijk mooie jaargetijde.
MARCHE DU PRINTEMPS / MARCHEURS COUDE A COUDE NEUPRE / NANDRIN 20/03/2011
MARCHE DU PRINTEMPS.
MARCHEURS COUDE A COUDE NEUPRE.
NANDRIN.
Nandrin gelegen in de Luikse Condroz, bestaat uit de vroegere dorpen Villers-le-Temple, Saint-Séverin, Yernée-Fraineux, Nandrin en een gedeelte van Abée-Scry (Quatre Bras). Nandrin, vroeger hoofdzakelijk een landelijk gebied wordt hoe langer hoe meer een residentiële zone. Haar geschiedenis loopt terug tot de Romeinse periode. De wandeling vertrekt in het centrum van het dorp met zijn prachtige plein.
Tegenover in een grote weide staat een woontoren (donjon) daterend van het eind van de 12de eeuw, het was de zetel van de jurisdictie. De toren, gebouwd in blokken kalksteen, werd in de 16de eeuw vervolledigd met een woonruimte met vooraan twee torens in Maaslandse stijl die nu verdwenen zijn. Ernaast staat de grote kasteelhoeve met op de sluitsteen 1697. Op het plein de grote waterpomp en het beeld voor de gesneuvelde helden. Verschillende grote boerderijen laten zien dat het hier vroeger zeer veel landsbouwbedrijvigheid was, aan de kerk is het Gemeentelijk Museum voor het Condruzisch plattelandsleven een levendig bewijs van spijtig dat het niet open is voor te bezoeken.
Wij verlaten het dorp komen nog verschillende prachtig boerderijen tegen, dan komen we in Fraineux, met een kasteeltje uit 1686, wij wandelen verder en komen dan aan het Kasteel van Fraineux Aan een oude toren werd, in de 18de eeuw, een woonst in baksteen toegevoegd. Het blazoen op het fronton werden verwijderd. Op de voorgevel werd een steen met jaartal 1664 en de wapens van de heer van Fraineux ingemetseld. Een mooi bebost park met een vijver omringd de gebouwen: kasteel, bijgebouwen en boerderij. Aan de rand van het park staat een kapel opgetrokken in 1619 door Philippe de Saint-Esprit, heer van Fraineux vanaf 1594.
Wij wandelen verder langs de beek welke een prachtige stukje wandeling is naar Villers-le-Temple. Het dorp dankt zijn naam aan de Tempeliers. Vanaf 1260 vindt men er sporen van een commanderij waarvan de zetel het oude kasteel was waarvan nog enkele overblijfsels te zien zijn. Heden zijn nog twee torens te zien, de omheiningsmuur, de gemeenschappelijke gebouwen die in woonhuis werden verbouwd (privédomein) nadat het een luxe hotel-restaurant is geweest net alsook de kerk gebouwd in 1260 waaraan talrijke toevoegingen werden gedaan waaronder een barokke decoratie (ongeveer 1760), schenking van de commandeur uit die tijd, Laure le Tonnelier de Breteuil.
Van het oude kasteel herbouwd in de 16de en 17de eeuw blijven de twee noordelijke torens over en elementen van een derde die in blokken kalksteen werd opgetrokken. Wat verder komen we aan de Manor de la Tour. Ook bekend als kasteel met een brouwerij, omdat bij de ingang in 1880 een brouwerij ontstond. De donjon uit de 12de eeuw en de bijhorende gebouwen zijn de moeite waard. Ook hier is de kasteelhoeve nog aanwezig, heel de beurt rond het kasteel adem geschiedenis uit en verschillende prachtige oude gebouwen staan er.
We komen aan het Gentilhommiere uit de XVIII XIX eeuw. We verlaten het mooie dorpje en zetten onze wandeling verder naar Scry. Langs een prachtig wit kasteel spijtig kunnen we niet dichter bijkomen, het is privé, nu draaien we de velden in en wandelen terug naar Nandrin. Wat verder komen we terug in het dorp en komen we op het plein met de kasteelhoeve, hier eindigt onze prachtige wandeling in de Condroz.
Vanaf nu is het de moment om de bloesems in Borgloon en Haspengouw te bezoeken! De kersen- en perenbloesems staan volop open. De appelbloesems verwachten we vanaf dit weekend. Als het mooi weer blijft, dan zijn er de hele paasvakantie bloesems! Het zijn prachtige beelden.
LENTETOCHT. / DE LOONSE TSJAFFELEERS / HOEPERTINGEN 14/03/2011.
LENTETOCHT.
DE LOONSE TSJAFFELEERS.
HOEPERTINGEN.
Hoepertingen ligt in het westen van de gemeente Borgloon aan de weg van Sint-Truiden naar Tongeren. De dorpskom van Hoepertingen ligt ten noorden van de steenweg. Hoepertingen heeft zich ontwikkeld van een Haspengouws landbouwdorp tot een woondorp met lintbebouwing langs de steenweg. In het oosten van de deelgemeente stroomt de Herk. De zuidgrens wordt gevormd door de oude Romeinse heerweg van Tongeren naar Tienen. Hoepertingen telt verder nog twee kleine gehuchten: Tereycken in het noorden en Helshoven in het zuiden.
KASTEEL VAN HOEPERTINGEN
Borgloon telt maar liefst 12 kastelen in verschillende stijlen en bekleedt met deze hoge concentratie een unieke positie in België. Vandaag op onze wandeling komen twee kastelen tegen, we vertrekken aan het Kasteel Mariagaarde was ooit een versterkte middeleeuwse burcht. De oudste vermelding gaat terug tot 1150. In de 17de en 18de eeuw werd het verbouwd tot een prachtig adellijk herenhuis. Van dit 17de eeuwse complex bleven enkel het poortgebouw en de hoektoren bewaard. Momenteel wordt het kasteel gebruikt als centrum voor vorming, bezinning, streekverkenning, kunstbeoefening en cultuurtoerisme. Tegenover de classicistische Sint-Vedastuskerk uit 1788. De kerk werd gebouwd in opdracht van de abdis van de abdij van Herkenrode. De romaanse toren dateert uit de 12de eeuw en is een overblijfsel van de eerste kerk. Het gotische koor uit de 15de eeuw is een overblijfsel van de tweede kerk. De kerk werd in 1927 volledig gerestaureerd.
In het dorp komen ook nog verscheidene 17de en 18de-eeuwse boerderijen waaronder de d'Awanswinning die uit een oude 17de-eeuwse kern werd vergroot naar een U-vormig complex in 1799. In de tweede helft van de 19de eeuw werd het een gesloten hoeve. Wij verlaten het centrum en wandelen het landschap in, een genieten van de Haspengouwse natuur. Langs velden en boomgaarden en zo komen we dan in Rijkel. Zo komen we aan het kasteel. Oorspronkelijk was het eerder een hoeve vervolgens een kasteel of een burcht. Het oudste gedeelte is de oostvleugel stammend uit de 16e eeuw. Die was opgevat als een laatgotisch herenhuis met trapgevels.
KASTEEL VAN RIJKEL
In de loop van de 17e eeuw, toen het geheel eigendom was van de familie de Hinnesdael, werd het geheel uitgebreid tot een U-vormig waterkasteel, met 3 hoektorens. Gedurende de 18e eeuw (ondertussen zijn we bij de familie van baron Pierre-Antoine de Thiribu) volgden er verdere aanpassingen, waarbij o.a. de ophaalbrug in 1785 verdween. Vandaag staat het prachtige kasteel leeg en er worden werken binnen uitgevoerd maar de omgeving is werkelijk aan verkommeren. Spijtig een kasteel waar zoveel geld van de gemeenschap in gestoken in staat nu leeg.
PAANHUIS
Wij wandelen door de kastanje dreef naar het oude kapelke en dan het dorp uit we wandelen terug naar Hoepertingen via de oude spoorweg. Dit is een mooi stukje natuur en zo komen we terug in het dorp. Nu komen we aan het "Paanhuis", banbrouwerij van de heerlijkheid. Gebouwd door de heren van Scharenberg, heren van Hoepertingen van 1617 tot 1688; het wapen in de gevelsteen boven de deur is dat van Willem van Scharenberg (✝ 1632) en zijn vrouw Guillemette-Anne de Lynden. Het gebouw dateert waarschijnlijk uit midden XVII. Zo komen we terug aan het kasteel. En aan het einde van onze wandeling.
Wij hebben nog enkele mooie foto's van Helleborussen uit de tuin
De lente heeft nu wel duidelijk voet aan de grond. De Bloesems beginnen nu volop in het Haspengouwse landschap te verschijnen, de vroege pruimenlaren, peren en vroege kersen staan volop in bloei, nog een paar zonnige dagen de de rest volg. Een paar mooie beelden van de bloesem in Borgloon - Kuttekoven.
MARCHE DES COMPAGNONS DE SAINT-HUBERT / LES COMPAGNONS DE SAINT-HUBERT / AUBEL 12/03/2011
MARCHE DES COMPAGNONS DE SAINT-HUBERT.
LES COMPAGNONS DE SAINT-HUBERT.
AUBEL.
Aubel biedt aan de toerist in het hart van het Land van Herve niet alleen een landschap van boomgaarden en wandelroutes, maar ook een bijzonder patrimonium dat zeker niet onopgemerkt mag blijven. In het centrum herinneren enkele opmerkelijke woningen aan het rijke verleden van het stadje. Eeuwenlang was de markt van Aubel het belangrijkste handelscentrum van het Land van Herve. Onze wandeling vertrekt in het centrum van Aubel.
Het is wel een prachtig landschap met de koeien in de wei, het golvend landschap. Wij wandelen verder en komen op de oude spoorlijn 38. De oude NMBS lijn 38 (genoemd "van het land van Herve ") was vroeger de verbinding tussen Luik (Chênée) en Plombières (Bleyberg) over Hombourg, waar in het oude station het toekomstige spoorwegmuseum ontstaat met een verzameling van oude spoorwagens en locomotieven op een vernieuwde spoorinfrastruktuur. De lijnen 38 is een groen juweeltje die men te voet kan doen. Wanneer men het land van Aubel verlaat door tussen de hagen en de weiden van deze grasstreek te sluipen en kort vóór het binnenstormen onder de brug van de straat die Henri-Chapelle met Visé verbindt, loopt het spoor over een betonbrug bestaande uit een enkele boog, die het belangrijkste kunstwerk van de lijn is. Een tiental meters verder bevond zich de halte van "Merckhof", geopend van 1902 tot 1920. Vandaag word de plek gemerkt met een naamplaat Merkhof wij verlaten de spoorweg en gaan nu naar Merckhof Aubel.
Hier word op het nieuwe rondpunt het verhaal verteld van Merckhof gedurende de oorlog 1940-44. Op een oude postkaart is te zien dat hier de grens was tussen Duitsland en België. Op het nieuwe rondpunt staan de 3 grensstenen. Wij wandelen het prachtige landschap in. En komen aan Ferme de Belieren een pracht van een hoeve gelegen in een mooie dal met een kabelend beekje dat er door vloeit. Dan een heel eind door de velden en we komen terug op de spoorweg Ligne38. We verlaten wat later de spoorweg om het dorp in te wandelen dan komen we langs de boerderij waar Ardense Trekpaarden gekweekt worden zo word hier een stukje Ardens erfgoed bewaard.
Een beetje verder komen we aan Chateau de Vieljaeren uit de XIII eeuw. Veltjaeren ligt verscholen in een lagergelegen gebied ten zuiden van de weg Aubel-Hombourg en ten westen van de weg Henri Chapelle-Teuven. Van alle oude versterkte burchten uit het hertogdom Limburg, is dit misschien een van de interessantste. Het heeft namelijk zijn oorspronkelijke karakter behouden; een kleine ringmuur omsluit een woongedeelte en twee naar achter toe gebouwde vleugels, twee rijen grachten liggen om het geheel heen waartussen een muur stond die niet meer bestaat.
Alleen de eerste gracht is nog geheel intact en met water gevuld. De tweede gracht is gedeeltelijk drooggelegd. Het woongedeelte is vanuit het zuiden bereikbaar over een stenen gemetselde brug met twee gotische bogen, die gevolgd wordt door een smal bruggetje dat de vroegere ophaalbrug vervangt. Zijn zware pijlers. die levens als steunberen dienen, zijn van binnen in de boerderij nog zichtbaar. De oude raam nissen in de voorgevel zijn in de negentiende eeuw vervangen door (gelukkig) kleine, eenvoudige ramen. De raam nissen in de oostelijke zijgevel, die uit vier kleine venstertjes bestaan. hebben hun oorspronkelijke stijlen en kruis behouden. Een ervan heeft twee bogen en dat duidt op het begin van de zestiende eeuw. We wandelen verder en achteromkijkend hebben we nog een prachtig zicht op het kasteel, en we komen aan de kasteelhoeve dÖveschte. Een indrukwekkende hoeve in U-vorm met een heel grote stallingen.
We wandelen verder en nu komt Henri Chapelle in zicht en wat verder en we komen aan het Amerikaanse Kerkhof. Nu dalen we af en komen zo terug in Aubel met zijn Siroperie Meurens. Nog voorbij de plaats waar vroeger de statie stond en dan even verder zijn we terug aan ons vertrekpunt. Een fijne en aangename wandeling in Aubel.
Alden Biesen heeft een lange en rijke geschiedenis, vandaag is het precies 40 jaar geleden dat Alden Biesen bijna geheel van de kaart verdween.
Bilzen, dinsdag 8 maart 1971.
Er breekt brand uit in het kasteel van Alden Biesen. De schade is enorm. Zal het kasteel ooit nog in zijn glorie hersteld kunnen worden? Vandaag, precies 40 jaar later, kent iedereen het antwoord op die vraag.
Naar aanleiding van 40 jaar brand organiseert de landcommanderij Alden Biesen in samenwerking met de stad Bilzen de fototentoonstelling Brand Alden Biesen, 8 maart 1971. De tentoonstelling geeft de bezoeker een realistisch beeld van Alden Biesen vóór de brand, tijdens de brand en van de wederopbouw.
Een bezoek aan de tentoonstelling en een wandeling in dit prachtig landschap op een zonnige winterdag is zeker een aanrader. De Greenspot Alden Biesen is het uitstekend middel om deze twee activiteiten te combineren.
Alden Biesen is de naam van een historische landcommanderij in Rijkhoven, Bilzen. Het 56 ha metende domein vormt het grootste kasteelcomplex tussen de Loire en de Rijn. Het ontstaan van Alden Biesen is nauw verbonden met het Graafschap Loon. In een groots gebaar van voorbedachte gulheid schonken graaf Arnold III van Loon en zijn zus Mechtildis van Are, de abdis van Munsterbilzen met instemming van haar kapittel in 1220 aan de Duitse Orde een kapel te Biesen met al haar rechten en aanhorigheden nu gelegen in Rijkhoven. Zo is het voor ons als Lonenaren een beetje wandelen in een stukje geschiedenis van het Graafschap Loon.
Wij zijn gekomen om te wandelen en kiezen de wandeling blauwe ruit die ons rond het weidse landschap van het kasteel brengt. Wij kunnen ook daardoor het kasteel van alle kanten zien. Wij starten onze wandeling aan de parking waar ook de infoborden van de wandeling staan. Wij wandelen voor het kasteel door met een prachtig zicht op het hele complex. Wij draaien voor het kasteel de natuur in, hier kunnen we zien hoe prachtig het kasteel in de natuur ligt. Wij genieten van de wandeling en volgen de Blauwe ruit. Wandelen over de vijver langs het planken pad en dan langs de oude boomgaarden. Wij stekken de weg over langs de parking en dan het park van Alden Biesen in. Ook hier weer de oude boomgaarden die bewaard worden voor de toekomstige generaties.
Hier hebben we een prachtig zicht op de het apostelhuis. Wij wandelen verder langs holewegen en boomgaarden om dan aan de ingang van het Apostelhuis te komen, wij wandelen door de lange dreef naar het kasteel. Wij gaan nu het smeedijzeren hek de binnenkoer van kasteel binnen, waar een paar oude brandweerwagens staan, wij gaan nu de tentoonstelling bezoeken, deze is gratis toegankelijk en een paar prachtige vertrekken die gerestaureerd zijn ook toegankelijk.
De tentoonstelling geeft ons een beeld van de brand en hoe het kasteel er uit zag na de brand, gelukkig heeft de Vlaamse overheid het geheel gekocht en terug gerestaureerd. Wij brengen een bezoek aan het appartement van de landcommandeur en zaal Cuvelier. Het is een unieke kans om deze prachtige kamers te bezoeken, niet altijd zijn ze open voor het publiek.
Het is een hele beleving om deze prachtige vertrekken te kunnen bezoeken, om de houten vloer niet te beschadigen moeten we slofjes aan gedaan worden. Wij bekijken de tentoonstelling nog en verlaten dan het kasteel om onze wandeling te beëindigen. Wat een prachtige namiddag hebben we gehad en we hebben ook nog wat geschiedenis opgedaan.
MARCHE DES JONQUILLES / FOOTING CLUB FOSSES. / SAINT - GERARD 06/05/2011
MARCHE DES JONQUILLES.
FOOTING CLUB FOSSES.
SAINT-GERARD.
Op 20 km van Namen en Charleroi ligt de abdij die kunst, gastronomie, ontspanning en gezelligheid perfect weet te combineren. Deze duizendjarige locatie is ideaal voor de start van onze wandeling.
We vertrekken aan de abdij en stekken nde straat over langs het pad van de kerk en dan de natuur in. Dat de lente in het land si kun je wel zien, de jonge lammeren lopen in de wei een mooie schouwspel. Dan een eind langs de bosrand en dan het bos in, overal staan sneeuwklokjes bij bosjes. We verlaten het bos en voor ons duikt een enorme boerderij op en langs een dreef van bomen komen we in Maison St Gerard.
We wandelen door de landelijke gemeente en afwisselend bos en weilanden wel mooi. Langs prachtige huizen en dan langs de mooie gebouwen van Saint-Gerard. We komen terug aan in de abdij, wij nemen de tijd om de omgeving van de abdij te ontdekken, zeker even gaan kijken naar de abdijhoeve en de wijngaard. De achterzijde van de abdij is eigenlijk de voorkant met fronton. Het uitzicht op de omgeving en de wijngaard is zeker de moeite.
We wandelen terug naar de vertrekhal. Het si een mooie en aangename wandeling geworden en hebben zeker genoten van de prachtige omgeving. Na de wandeling nog even naar Mettet. We stoppen op het plein van het stadje en wandelen even rond langs de toren, het plein en het stadshuis. Een heel mooi geheel. Na ons bezoek aan Mettet keren we naar huis. Een fijne en aangename dag is zo weer voorbij.
L'APRES-MIDI ENTRE OURTHE ET MEUSE / LES ROUBALEUS SERAING / OUGREE-SERAING 05/03/2011.
LAPRES-MIDI ENTRE OURTHE ET MEUSE.
LES ROUBALEUS SERAING.
OUGREE-SERAING.
We vertrekken met de wandeling en komen aan de Militaire Begraafplaats voor soldaten van 1914-1918.
Hier liggen 210 soldaten te begraven. Wij wandelen verder en al vlug komen we in Sart Tilman. In de dichte rand rond Luik ligt het openluchtmuseum van Sart-Tilman dat als ambitie heeft natuur en architectuur dichter bij mekaar te brengen in het teken van de hedendaagse kunst. De museumcollectie is op beeldhouwwerk en monumentale schilderkunst gericht en illustreert vooral de diversiteit van de hedendaagse creaties in Franstalig België, die uit vaste waarden en beloftevolle talenten bestaan.
Het openluchtmuseum van Sart-Tilman is om meer dan één reden bijzonder. Er zijn geen muren, geen loket, geen bewakers, het ligt buiten de platgetreden paden van de spektakelcultuur en het zorgt er mee voor dat het geniale van de plek, die zo gunstig is voor de intieme ervaring van het kunstwerk, in ere wordt hersteld. Wij wandelen langs een paar van deze beelden, maar onze wandeling 15 kilometer lang gaat door het prachtige bos van Sart Tilman. Langs prachtige lanen, boswegen met geregeld een klim en altijd door het bos.
De voorjaarsbloeiers kleuren het bos blauw en het is mooi om te bezien. We wandelen door het bos en dan komen we langs het monument voor de gesneuvelden soldaten en dan komen we terug aan onze vertrekplaats. Het was een prachtige wandeling volledig in het bos van Sart Tilman.