39 MARCHE INTERNATIONAL / MALMEDY-MARCHE / MALMEDY 09/07/2011.
39E MARCHE INTERNATIONAL.
MALMEDY-MARCHE.
MALMEDY.
Aan de voet van de Hoge Venen, op een hoogte van 340 meter ligt Malmedy in de vallei van de Warche . Meerdere kleine waterlopen doorkruisen de regio, treuzelen in de weiden of laten zich vallen van de top. Het zijn de schilderachtige landschappen die ons even buiten de paden overvallen.
De natuur is, zonder tegenspraak de grootste te ontdekken rijkdom, mooiste en meest genereuze. De bossen velden en rivieren zijn beschermd. De rust en de stilte overheersen, en geven aan ons de mogelijkheid de dagelijkse beslommeringen te vergeten. Malmedy is de toegangspoort tot de Hoge Venen, harde ruwe uitgestrektheid enig in België. De Hoge Venen tonen voor elk seizoen een verschillend temperament : dor en droog in de zomer, feeëriek onder een mantel van sneeuw in de winter en het mysterieuze van nevel in de herfst.
Basis voor legenden, en natuurreservaat zonder gelijke. De Hoge Venen bezoeken is respect opbrengen terwijl we genieten. Wij vertrekken met de wandeling in het centrum en wandelen langs het oudste huis van Malmedy en dan wandelen we langs de Warche en steken die over aan de brug in de stad met het beeldje van Saint Nepomucene dan wandelen we verder en komen aan de Kruisweg uit 1728 van de kapucijn Albert de Dinant en boven op 97 meter staat de zeshoekige kapel.
Dan wandelen we het bos in met prachtige zichten en langs mooie wegjes. Dan komen we aan de uitkijkt kiosk met een zicht op de stad en de omgeving. Dan komen we aan de zeshoekige kapel en weer klimmen we een eindje. We verlaten het bos en komen in afwisselend landschap stukken bos, weilanden prachtige zichten met veel afwisseling. Dan komen we aan de controle en rust post.
Dan weer verder en komen aan de kapel De Chodes uit 1816. Dan wandelen we verder op het plateau waardoor we prachtige zichten hebben over het landschap. Weer verder en we wandelen langs de weg door de rotsen, wat een werk om de weg door de rotsen te maken, waardoor we weerzijde een rotswand hebben.
Dan wandelen we naar de tweede controle waar we een panorama hebben op de stad en de kathedraal van Malmedy met zijn twee vierkante torens. Nu volgt de afdaling naar het stadscentrum.
We wandelen een stukje over Ravel L45 en dan komen we terug aan de Warche en deze volgen we tot aan ons startplaats. Een mooie en aangename wandeling in deze bijzondere mooie omgeving.
Brouwerij Hayen of de Brouwerij Sint-Rochus was een bierbrouwerij met een jeneverstokerij. Tilman Hayen bezat halverwege de 18e eeuw een kleine brouwerij op het dorpsplein van Ulbeek. Aan de overzijde brouwde de familie Derie. Toen was het een nevenberoep voor deze landbouwers, waar tijd voor was tijdens de winter.
Het bier werd lokaal verbruikt; van verkoop buiten het dorp was nog geen sprake. Bij het overlijden in 1887 van Antonius Hayen, kleinzoon van Tilman, kwam de brouwerij en de boerderij in het bezit van Arthur Hayen. Arthur startte in 1891 de verbouwing van de brouwerij tot een voor die tijd groot en modern complex die hij Brasserie Saint-Roch (brouwerij Sint-Rochus) noemde, naar de patroonheilige van de parochie. Hij bouwde ook de eigenaarswoning in neoclassicistische stijl. De nieuwe brouwerij kwam in 1892 in dienst. Men brouwde twee bieren: de Bock en de Brune. Toenemend succes was ook te danken aan de Duitse brouwmeester Jan Dickmann. In 1908 kamen de Salvator, de Blonde en de Bavière het assortiment uitbreiden. De Salvator en de Bavière droegen duidelijk de stempel van Dickmann. In 1895 werd er nog een jeneverstokerij bijgebouwd. Het kwam er allemaal ter vervanging van een hoeve die nog deels in vakwerk was opgetrokken. In 1908 bouwde Arthur Hayen een mouterij om de eigen gerst te vermouten maar ook moutte hij voor brouwerij Fouarge uit Borgloon en brouwerij Foucart uit Sint-Truiden.
Het bier werd verkocht in eiken vaten en in flessen van 33 en 75 cl. Ooit werkten er in het ganse bedrijf 40 personen en het was een volledig uitgebouwde brouwerij met woonhuis, brouwzaal, stokerij, bottelarij, gist- en lagerhuis, mouterij, stallingen en koetshuis. De concurrentie met de lage gistingsbieren zoals pils was een harde dobber voor brouwerij Hayen. Pierre, een zoon van Arthur Hayen wilde moderniseren maar hij kreeg geen kapitaal van zijn vader. Pierre maakte nog limonade maar hij kon het niet langer rekken dan tot 1939. De stokerij werd reeds in 1919 stilgelegd als gevolg van de wet Vandervelde. Na de Tweede Wereldoorlog ondernam men een poging om activiteiten in de gebouwen opnieuw op te starten. Men destilleerde alcohol uit fruit. De hoge accijnzen deden die poging mislukken. Het ombouwen van de droogast tot drooginstallatie voor fruit mislukte ook. De gebouwen werden aan verschillende eigenaars verkocht. Er kwamen onder meer koelcellen voor een fruitteler .
Een van de schuren van de boerderij werd tot dancing omgebouwd die tot 1976 bestond. Ook een cosmeticabedrijf vestigde zich in de voormalige brouwerijgebouwen. De tuin met beekjes, vijvers en een prachtig paviljoen verwilderde en verdween. Het gebouw mag prat gaan op een unieke, neoclassicistische voorgevel. De bedrijfsgebouwen worden dan weer getekend door een sober, neoromaans uiterlijk met een opvallend poortgebouw. In de hoogdagen bestond het complex uit een woonhuis met bijgebouwen, stallingen, een koetshuis, brouwzaal, een gistingsruimte, een bottelarij, een vatenmakerij en een mouterij. Om die industriële getuigen te bewaren, werd de Oude Brouwerij Hayen geklasseerd als monument.
Vandaag huist in de bottelarij AKSI wat staat voor ArbeidsKansen voor Sociale Integratie, nam in deze prachtige locatie welke geïntegreerd is in de Haspengouwse schoonheid van de natuur de uitdaging aan om het project de Bottelarij te lanceren. Met dit socio-culturele en toeristische luik wil AKSI een aantal nieuwe initiatieven nemen die het bestaande toeristisch en culturele aanbod kunnen uitbreiden en versterken. Belangrijk hierbij is dat in de uitvoering nadrukkelijk gestreefd wordt naar extra tewerkstellingskansen voor kansengroepen. Bezoekers kunnen in de Bottelarij genieten van Limburgse bieren en allerlei streekgebonden dranken en gerechten in een rustiek historisch kader.
Sint- Rochuskerk
Sinds mensenheugenis staat het parochiekerkje van Ulbeek aan het dorpsplein. Na de ingebruikneming van de nieuwe kerk, in 1937-1938 een honderdtal meter meer noordwestwaarts kwam de oude kerk leeg te staan. Ze is geklasseerd en momenteel zijn dossiers lopende voor restauratie. Ulbeek telt dus twee kerken.
De oude kerk aan het stille dorpsplein. De bakstenen gevels rusten op een sokkel van harde silex en kalksteen. De vraag is echter of dit afbraakmateriaal is van een nog ouder gebedshuis? Afgaand op de barokke segmentboogramen is er een vermoeden dat het koortje dateert uit de 17de eeuw en zelfs uit ouder is dan het neoclassicistische schip dat in het midden van de 19de eeuw herbouwd werd. In de voorgevelnis boven de deur staat een verweerd houten beeld van de patroonheilige Sint- Rochus. Naast en achter de voormalige kerk bevindt zich het kerkhof dat als dusdanig nog steeds in functie is gebleven. Hetzelfde geldt ook voor de pastorie. Deze dateert uit 1912 en typeert de toenmalige neontraditionele baksteenstijl. Ondertussen zijn er aan de binnenzijde van de kerk opgravingen gebeurd die een 14de eeuwse vroegere kerk aan het licht bracht.
De inwoners van het Haspengouwse dorpje Ulbeek krijgen een exclusief kerkhof: naast de middenbeuk van hun afgedankte Sint-Rochuskerk komen twintig grafkelders. Een laatste rustplaats die normaal alleen voor koningen en kardinalen is weggelegd. Tegen eind 2011 wil de piepkleine Wellense deelgemeente Ulbeek pronken met wat wellicht de mooiste overdekte begraafplaats van het land wordt. Het heeft nochtans weinig gescheeld of de afgedankte kerk van Ulbeek was met de grond gelijk gemaakt. En de meeste Ulbekenaren zouden dat niet eens erg hebben gevonden: het gebouw was niet echt een pareltje van Vlaamse religieuze architectuur. Omdat het wat schots en scheef verzakt was, hebben ze honderd meter verderop een nieuwe kerk gebouwd. Dat was al in 1938. Sindsdien werd de oude kerk gebruikt voor alles, behalve waarvoor ze gebouwd was: toneelzaal, meubelatelier, stapelplaats... Tot het gebouw helemaal verkrot was, alleen nog goed voor de sloop. Maar eerst mocht de heemkundige kring nog wat in de ondergrond spitten en daar werden restanten van een vroegere kapel gevonden, plus elf skeletten van onbekende Ulbekenaren. Toch wel zonde om dat allemaal weg te vegen, vonden steeds meer dorpsbewoners. En met de hulp van een paar creatieve architecten en de zegen van Monumenten en Landschappen vingen ze twee vliegen in één klap: een uitbreiding van het kerkhof ín de oude kerk.
'Als het af is, zullen ze van overal komen kijken want het hele kader is uniek. De ramen van de kerk worden tot op de grond afgebroken zodat je overal binnen en buiten kunt lopen. De vloer in de middenbeuk wordt vervangen door een glasplaat die zicht geeft op de vroegere kapelfunderingen. Het dak boven het koor wordt weggehaald. De werken zijn volop aan de gang, wij hebben van het bouwverlof geprofiteerd om eens een kijkje te gaan nemen in de oude kerk. Tevens eens even op het kerkhof gelopen en hier staan nog vele gietijzeren grafkruizen, welke nog in zeer goede staat zijn.
Patton Drivers
In de buurt van het Dorpsplein ligt het clubhuis van de Patton Drivers.
Het eerste Patton Pinkster treffen vond plaats in 1987 op de huidige locatie in Ulbeek. Samen met een twaalf tal bestuursleden bouwden ze de club uit tot een van de grootste van België. Een club die gebaseerd is op vriendschap en uitgegroeid is tot één grote gezellige familie met als hoofdgedachte de geest van de bevrijder levend te houden. Het instant houden en restaureren van militaire voertuigen van de periode tussen 1940 en 1945. Enkel Amerikaanse, Britse en Canadese voertuigen van voor 1945 zijn toegelaten.
We kunnen even kennis maken met de eigenaar die ons verteld van de club en de aanwezige voertuigen.
Al is Ulbeek een klein dorpje toch is er veel te zien en te beleven. Je kunt er wandelen en fietsen. De Bokkenrijders wandeling komt hier ook voorbij.
Een andere bijzonderheid is Ulbeek in Bokrijk
Het Haspengouws dorp in het Openluchtmuseum van Bokrijk is gebaseerd op het uitzicht van de dorpsdries van Ulbeek in 1844. Het grondplan van het plein en de schikking van de gebouwen eromheen.
Ulbeek werd in dit project weerhouden om zijn gave Haspengouwse en agrarische identiteit. Een vierzijdig plein met een kerk en een pastorie, twee landbouwbedrijven en twee hoeve-brouwerijcomplexen. Deze waren indertijd in iedere Haspengouwse dorpskom aanwezig. De reconstructie is vooral gebaseerd op de buurtwegenatlas die in 1844 verscheen en waarop ten hoeve van het innen der belastingen elk perceel met zijn bodemgebruik genoteerd zijn. Bovendien dateren uit die tijd ook de eerste officiële Belgische landbouw- en bevolkingstellingen. Zo kun je ontdekken hoe een klein dorp toch nog interessant kan zijn en zeker een bezoek waard.
VIA HEUVELS EN BOOMGAARDEN / GREENSPOT GROOTLOON / REGIONAAL LANDSCHAP VOEREN EN HASPENGOUW. / BORGLOON 07/07/2011.
VIA HEUVELS EN BOOMGAARDEN.
GREENSPOT GROOTLOON.
REGIONAAL LANDSCHAP HASPENGOUW EN VOEREN.
BORGLOON.
Op de Klappoel, het pleintje naast het stadhuis dat vroeger dienst deed als was- en bleekplaats, werd het reliëf hersteld en in de natuurlijke helling werden treden uitgewerkt zodat er een theatervormige ruimte is ontstaan.
Hier vertrekt de wandeling van het Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren. Via heuvels en boomgaarden naar het dorpje Grootloon In de 14 de eeuw kreeg Borgloon, samen met de negen andere goede steden in het oude land van Loon, de rechten, vrijheden en onschendbaarheden van de stad Luik. Na het verlies van zijn hoofdstedelijke functies evolueerde Borgloon van een regionaal marktcentrum naar een bescheiden landbouwdorp. In de 19e en 20e eeuw zijn landbouw en fruitteelt niet meer weg te cijferen. Sinds het ontstaan van het Belgisch spoorwegennet en vooral na de aanleg van de lijn St. Truiden Tongeren (1879) ontbolsterden Borgloon en de regio er omheen zich geleidelijk tot de boomgaard van Vlaanderen.
Tussen de twee wereldoorlogen beleefde de Loonse stationsbuurt zijn economisch en commercieel hoogtepunt. Er waren toen drie fruitgroothandels en vier stroopstokerijen operationeel waarvan het gebouwenbestand tot op heden gedeeltelijk als industrieel-archeologisch erfgoed bewaard bleef. Tot omstreeks het midden van de 20ste eeuw gedijde er op de heuvels rond Borgloon een monocultuur van hoogstammige fruitbomen. Teeltveredeling, modernisering en rationalisatie in de fruitteeltsector zorgden na 1960 voor een snelle overschakeling naar laagstammige fruitteelt. Sindsdien wordt op een geringere teeltoppervlakte een veel hoger rendement bereikt. Naast St. Truiden profileert Borgloon zich thans als de hoofdplaats van de Zuid-Limburgse fruitstreek.
Rond de kerk van Grootloon bevind zich een gordel van hoogstamboomgaarden, en Natuurpunt heeft in de vallei een groot aantal hoogstamfruitbomen. Strijd. Zo zou je deze landschapswandeling kort samen kunnen vatten. Het harde labeur waarmee de bewoners van de Vierkants hoeves hun akkers bewerkten en hun boomgaarden verzorgden. De oorlogen die de Graven van Loon voerden van uit de historische stad Borgloon. De Romeinse troepen die het gebied doorkruisten. De ongelijke strijd tussen de omgeving en de krachten van de natuur. Het resulteerde in een golvend landschap met beboste heuveltoppen, akkers en uitgestrekte hoogstamboomgaarden.
Sporen van deze geschiedenis kom je in fusie Borgloon wel tegen, in Grootloon wandelen we een eind over de Romeinse Heerbaan die ons het prachtig golvend landschap laat zien. De natuur in Borgloon is apart en mooi. Pittoreske dorpjes, glooiende landschappen, prachtige boomgaarden en welige akkers. De ideale plek om te genieten van de natuur. Wij genieten van de wandeling met zijn geschiedenis, zijn historische gebouwen en prachtige natuur. Nog wat oude postkaarten van de Burchtheuvel en omgeving.
MARCHE DE LA FRAISE / LES SPITANTS DE NAMUR / WEPION 06/07/2011.
MARCHE DE LA FRAISE.
LES SPITANTS DE NAMUR.
WEPION.
Wépion is de Waalse hoofdstad van de aardbei. In het dorpje is zelfs een museum te vinden dat is gewijd aan deze vrucht en in het eerste weekend van september wordt in het dorp het feest van de aardbei gevierd.
Wépion is gelegen aan de Maas en langs de oever van de rivier kunt u een vijf kilometer lang jaagpad bewandelen. In de omgeving van het dorp is een ruïne van een klooster uit de 17de eeuw te vinden, de Marlagne. Lodewijk XIV verbleef hier tijdens het beleg van Namen. Tijdens de Franse Revolutie werd het karmelietessenklooster verwoest. Al vlug na ons vertrek komen we aan het Domein Le Moutier we wandelen hde dreef op langs het kerkhof voor huisdieren en dan de brug over en dan komt het kasteel in zicht. Dit domein heeft een hele geschiedenis.
Kasteel Moutier
Dit landelijk domein werd in 1890 opgericht en begin 1900 gerestaureerd. Het bevindt zich op de heuvels boven Wépion en biedt een uitzonderlijk uitzicht op de Maasvallei. In 1908 wordt het domein door een Brusselaar, Aurélien Bayot, overgekocht.
Hij wil het landelijk domein ombouwen tot een kasteel en met de mooiste residenties uit de vallei wedijveren. Aangezien zijn moeder uit Auvergne afkomstig is, vindt hij voor de inrichting van het domein, zijn inspiratie in de Franse stijl. De lijst van de kastelen van Drion, Wasseige en Grosjean breidt zich vanaf nu uit met dit van Bayot dat ondermeer paardenstallingen, opslagplaatsen, drie tuiniershuizen, een wintertuin, een druiven- en een bloemenserre, een park, een villa en een kapel omvat. In die tijd ging Aurélien Bayot reeds zijn hemden in Parijs kopen en zijn handschoenen en dassen in Cannes. Hij maakte talrijke reizen naar Rusland (33) en voor de oorlog waren de generaals van de Tsaar in het kasteel te gast. Op 30 mei 1914 verlaat hij deze wereld. Twee maanden later is het oorlog. Op 4 juni 1920 verkoopt Mevrouw Bayot, de weduwe van Aurélien, de eigendom aan vijf benedictines, waarvan de oudste, zuster Hildegarde die in 1881 werd geboren, moeder overste was. Kasteel Bayot vindt op dat ogenblik de meest onverwachte roeping : " Le Monastère du Mont Vierge " (Het klooster van de Maagdberg), waarvan de naam Moûtier. Ora et Labora, Bidden en Werken. Uitgeverij- en boekbindwerkplaatsen, drukkerij, gelegenheidsbeeldjes, aanmaken van priesterlijke ornementen, ze werken op vol rendement.
De onontbeerlijke eenzaamheid wordt helaas door de omgeving in vraag gesteld. De zusters beslissen het Domein van de Marlagne aan te kopen en op 19 september 1928 komt de eigendom in handen van Mijnheer Joarlette. Het klooster van Mont Vierge keert terug naar haar oorspronkelijke roeping van kasteel die haar door Aurélien Bayot werd toegekend. Dat hij er uiterst fier over was, getuigt de aanwezigheid van de ineengevlochten initialen A B boven de hoofdingang. Ze bevinden er zich nog steeds samen met de religieuze inscripties die men eveneens op de tweede verdieping terugvindt en in één van de eetkamers die de Benedictines van Mont Vierge als kapel gebruikten. Op 21 juni 1931 komt de eigendom van het domein in handen van de heer Victor Lannoy, een Brusselse industrieel, die bovendien gedurende meer dan 40 jaar ambassadeur van de Verenigde Staten zal zijn. Roger Siot, industrieel, stichter en bestuurder van de maatschappij Sambre et Dyle, evenals van talrijke andere firma's, koopt het domein over op naam van zijn echtgenote, Marguerite Elias de Mollein. Dit gebeurde op 15 april 1939.
Kasteel du Moûtier wordt vanaf nu " Château Siot " genoemd en draagt deze naam nu al meer dan 60 jaar. Bij het overlijden van Marguerite Siot komt de eigendom in handen van één van haar dochters, Micky Duysan-Siot die de eigendom komt betrekken. Ze begint onmiddellijk met de verfraaiingswerken van het domein en geeft het terug de naam van de Moûtier.
We verlaten het domein en wandelen verder langs mooi kleine wegen die ons de schoonheid van de streek laten zien. We dalen met de wandeling naar de Maas, aan de overzijde met prachtige rotsen.
Een eindje langs de Maas en dan weer stuk door het bos. Wij wandelen door een ingang van een domein, langs de watermolen en dan klimmen we door het bos en langs de vijvers. Nog even door het domein en dan weer een heel eind langs de Maas. Hier aan de oevers staan prachtige villas en dan komt het kasteel Dave in zicht. Het Kasteel van Dave is gelegen in Dave.
Het bestaat uit een aantal van de oudste gebouwen aan de zijde van de spoorlijn Namen-Dinant, en het 18de-eeuwse kasteel direct aan de Maas. Het is omringd door een park van 7 ha in Engelse stijl, met een aantal zeldzame boomsoorten. De grote bossen aan de westelijke kant van de spoorweg behoren tot het domein en worden om hun hout geëxploiteerd.
Domein en kasteel zijn niet publiek toegankelijk. We wandelen nu terug het dorp in en wandelen langs een paar mooie gebouwen en zo zijn we terug in Wepion. Een prachtige wandeling in een aangename streek.
VAKANTIETOCHT / DE SCHOVERIK / DIEPENBEEK 04/07/2011.
VAKANTIETOCHT.
DE SCHOVERIK.
DIEPENBEEK.
Vertrek met de wandeling in Lutselus en dadelijk met de wandeling de natuur in. Vandaag bewandelen twee natuurgebieden namelijk:
DE DAUTEWEYERS
Dit natuurgebied is 11 ha groot. De sierlijke vijvers zijn het visitekaartje. Verder tref je er hooilanden, elzenbroekbosjes, een vijver en een knotelzenhaag aan. De vijvers ontstonden door ijzerwinning halverwege de 19de eeuw.
Nadien kon de natuur er opnieuw haar plaats innemen. De Dauteweyers is een waterrijk gebied. De randen en de verlandingszones rond de vijvers vormen interessante overgangsgebieden .Verderop zijn er elzenbroekbossen en vochtig weilanden. Elk met zijn specifieke fauna en flora. We treffen hier dan ook vooral planten en dieren aan die water gebonden zijn. De Dauteweyers vormen het ideale decor voor één van de zeldzaamste amfibieën in ons land: de boomkikker.
DE DORPSBEMDEN - POMPERIK
Samen tellen ze 70 ha en strekken zich uit rond de visvijver 'De Pomperik'. Hier kijk je aan tegen sterke elzen en wilgen, in de zomer kan je er de bloemrijke hooiweiden bewonderen. Wandelaars dienen op de paden te blijven. Zo blijven zeldzame planten als kalmoes en orchideeën beschermd. Natuurpunt beheert er 38 ha. De naam Dorpsbemden geeft aan dat het gebied lange tijd in gebruik was als gemeenschappelijke weidegrond.
De gevarieerde bodemstructuur en het feit dat het gebied regelmatig overstroomt, zorgen voor afwisselende plantengroei. Het is vooral deze plantengroei die het gebied zo bijzonder maakt. Enkele zeldzame of interessante plantensoorten zijn kranskarwij, gevlekte orchis, trilgras, groengele zegge, bleke zegge, blaaszegge, pijptorkruid, grote ratelaar, kleine schorseneer, blauwe knoop, hondsviooltje, kruipwilg, wateraardbei en borstelgras. Deze flora zorgt voor een bonte bloemenpracht, ideaal voor een hele lijst dagvlinders. Blauwgraslanden zijn jaarlijks, eenmaal gemaaide onbemeste hooilanden, met een geringe opbrengst, op vochtige voedselarme bodems met wisselende waterstand (s winters drassig en s zomers oppervlakkig uitgedroogd).
Het zijn de schraalste en zeldzaamste graslanden met een uiterst groot natuurbehoudbelang. De blauwachtige kleur is vooral afkomstig van pijpenstrootje, blauwe zegge en tandjesgras. Kenmerkende planten zijn blonde en blauwe zegge, kranskarwij en kleine schorseneer. Begeleidende planten: blauwe knoop, egelboterbloem, melkeppe, wateraardbei, gevlekte orchis en tandjesgras. Al deze planten komen in de Dorpsbemden voor. Deze graslanden zijn in de loop van de 20ste eeuw dramatisch achteruit gegaan omdat ze gebonden zijn aan subtiele evenwichten. Door drainering en bemesting zijn ze bijna volledig verdwenen.
Vaak werden ze ook voor landbouwdoeleinden opgegeven en liet men ze verruigen met als gevolg overheersende zeggen en russen. Ook koekoeksbloem, watermunt en kale jonker komen daar talrijk voor. Door een natuurlijke verrijking van de bodem (nitraten) ontwikkelt zich tenslotte een hoog opschietende ruigtevegetatie met soorten als leverkruid, valeriaan, moerasspirea en engelwortel. Het is aangenaam om hier te wandelen en de verschillende planten te kunnen bezien. Ook verschillende vlinders kunnen we vandaag zien.
Een fijne en aangename wandeling in deze natuurgebieden.
In 1939 deed August Nicolai, toenmalig burgemeester van Wilderen, het licht uit in de oude stokerij. Aan de vooravond van de tweede wereldoorlog zette eigenaar Nicolai de stokerij op non-actief.
Nu is het monument, samen met de oude brouwerij, open voor het grote publiek. In de oude alcoholstokerij van Wilderen leeft de traditie eindelijk verder. Laat je fascineren door de vervlogen geschiedenis. De deur die in 1939 werd gesloten in 2011 terug opengedraaid.
Wat geschiedenis:
De stokerij anno 1890 viel binnen accijnsgebied onder de zogenaamde landbouwstokerijen. Er werd alcohol van 95° gestookt. Deze werd aan jeneverstokerijen over heel België verkocht.
In 1913 breidde de alcoholstokerij uit met een gigantische rectificeerkolom zodat ook ter plaatse een fijn stooksel kon worden gedistilleerd. Vooral de enorme stoomketel valt op. Deze stoommachine van 40 pk is het enige voorbeeld in Limburg van een machine met liggende zuigers. De opgewekte stoom werd gebruikt voor o.a. het opwarmen van het brouwsel. Met de stoommachine werd ook elektriciteit gemaakt. Het was zelfs de bedoeling om ook stroom te leveren aan het dorp zelf.
En ook werd de gehele boerderij van stroom voorzien maar aangezien er 's avonds, wanneer men precies verlichting nodig had, niet gestookt werd, moest de geproduceerde elektriciteit opgeslagen worden in accu's. Ook de schoorsteen is een landmark in Wilderen. De technische installatie is quasi volledig bewaard en vormt daarmee een uniek stuk industrieel erfgoed op Europees niveau.
Een authentiek industrieel monument anno 1743 in het hart van het Truiense streekdorpje Wilderen te midden van uitgestrekte fruitboomgaarden.
Een hedendaagse brouwerij en distilleerderij, een imposante alcoholstokerij uit 1890 en een monumentale Haspengouwse vakwerkhoeve maken deel uit van dit uniek verhaal. Dit prachtig gerestaureerde domein is werkelijk de moeite om te bezoeken, de oude distilleerderij is volledig intact en kan in de weekenden bezocht worden. Een nieuw gebouw werd toegevoegd, maar stoort in het geheel niet, hier word nu lekkere bieren gebrouwen. Wilderen Goud en de Tripel Kanunnik. De vakwerkhoeve is prachtig gerestaureerd en is nu een gezellige taverne. Aan de straatzijde aan de kerk kun je het prachtige woonhuis bewonderen, best een geslaagde herbestemming van een bijzonder industrieel erfgoed.
INTERNATIONALE WANDERUNG / GESONDHEETSDAAG / GEHANSBIERGKNAPPEN. BUTSCHEBURG. / DUDELANGE 02/07/2011
INTERNATIONALE WANDERUNG.
GESONDHEETSDAAG
GEHANSBIERGKNAPPEN.
BUTSCHEBURG. DUDELANGE.
Dudelange: "Smidse van het Zuiden" genoemde stad ligt aan de voet van de berg St-Jean ("Mont St-Jean"). De staalfabriek en de hoogovens zijn vervangen door een koude pletmolen. Op de berg St. Jean, de gedeeltelijk herstelde ruïnes van het oude kasteel en de toeristische toren met wijdse panoramas. Stadsparken "Léi" en "E. Mayrisch". Natuurreservaat "Haardt" met een oppervlakte van 240 ha. Zijn de hoogtepunten van Dudelange.
We vertrekken met de wandeling op de gezondheidsmarkt op het plein voor het indrukwekkend stadhuis. Op het plein met kiosk staan verschillende standen van organisaties die zich bezighouden met gezondheid en gezondheidzorg. We vertrekken met de wandeling in het centrum maar vlug zijn we uit het stadje. Over de ringweg rond het stadje wandelen we naar de prachtige natuur. Als natuurliefhebber komen we in het zuiden van Groothertogdom heel erg aan ons trekken.
Wij kunnen hier ontdekken hoe de natuur stilaan weer de overhand krijgt daar waar de mijnbouw enkele decennia geleden is stilgevallen. Niet voor niets werd het zuiden le bassin minier-mijnbekken genoemd. Hier heeft de mijnbouw en de staalfabrieken zeker een stempel gedrukt op het landschap. Wij wandelen over de brug waardoor we een zicht hebben op de stad en dan klimmen we en komen zo in het natuurreservaat Haard.
VLINDERS
Hier is duidelijk de invloed van de mijnbouw te zien, maar ook hoe de natuur hier terug de overhand bekomt. Er is een bijzonder landschap ontstaan door mensenhanden geschapen. Maar hier is het wel prachtig om te wandelen met de hoge rotswanden, diepe groeven en dan hoe de natuur het terug overgenomen heeft. Wij wandelen door dit prachtig stukje natuur, genieten van de prachtige zichten en de verschillende vlinders die hier voorkomen. Gewoon prachtig. Na een heel eind door dit bijzondere landschap komen we terug in Dudelange.
Een prachtige wandeling met mooie fotos.
KASTEEL DUDELANGE op MONT SAINT JEAN
Kasteel Dudelange, lokaal ook wel bekend als Burg Dudelingen, Chateau du Mont Saint-Jean of Burg Johannisberg, ligt op een 80 meter hoge heuvel, ten westen van het dorp van Budersberg, ten noordwesten van de stad Dudelange in Luxemburg.
De heuvel is vernoemd Mont Saint-Jean (in het Frans), Johannisberg (in het Duits) of Gerhaansbierg (in het Luxemburgs) wegens de kleine kerk gewijd aan Johannes de Doper, die een belangrijke bedevaart plaats is geweest. Het is niet bekend wanneer het eerste kasteel op deze site is gebouwd. Uit Archeologische opgravingen bleekt dat in de Gallo-Romeinse tijd deze site bewoont was. De huidige ruïnes van Dudelange kasteel gaan terug naar het begin van de 15e eeuw. Het werd gebouwd door de Lords van Gymnich nadat de burg, die stond in de stad Dudelange zelf, werd verwoest. De daaropvolgende eigenaren; de Lords van Boulay, Neufchatel, Hunolstein en Isenbourg, het kasteel verfraaid en vergroot. Het kasteel stond bekend als een indrukwekkend kasteel waar beroemde feesten plaatsvonden. Na 1542 werd kasteel aanzienlijk beschadigd toen het werd veroverd en meerdere malen tijdens de oorlog tussen de koningen van Frankrijk heroverde; Francois I en Henri II en Karel V. In 1552 was het eindelijk verwoest door Franse troepen en verloor haar strategische waarde. Van toen af aan werden de ruïnes van kasteel Dudelange gebruikt als een steengroeve voor bouwmateriaal voor de omliggende dorpen.
Op dit moment zijn de ruïnes van kasteel Dudelange niet toegankelijk. Er worden grote werken uitgevoerd om de ruïne te bewaren voor het nageslacht. Er is ook een moderne uitkijktoeren tussen de kerk en de kasteelruïnes om een goed zicht op de hele site te hebben maar ook deze was niet open. Er is al verschillende jaren gewerkt om de ruïne bezoek baar te maken en het zal nog wat tijd vergen voor alles weer open is. Het is een leuke site, hoewel het moeilijk is voor te stellen hoe het eruit gezien moet hebben. Dus de ruïnes is niet erg indrukwekkend, maar de steile wandeling omhoog naar het kasteel is erg mooi. Met de prachtige Kruisweg die beneden aan de parking vertrekt en deze volgt tot aan het kerkje en dan nog even en je ben bij de ruïne. Toch tevreden dat we de ruïne bezocht hebben en hopen ooit nog eens terug te gaan wanneer ze open is en je er in kunt rond lopen.
35e MARCHE DE L'A.M.I. / AMICALE DES MARCHEURS INDEPENDANTS. / HAMME-MILLE 03/07/2011.
35e MARCHE DE LA.M.I.
AMICALE DES MARCHEURS INDEPENDANTS.
HAMME-MILLE.
Hamme-Mille een deelgemeente van Beauvechain, deel van Le Pays de la Dyledoorsneden door een reeks riviertjes die de streek een sterk heuvelachtig karakter bezorgen.
De streek bezit ook een rijkdom aan monumenten, kerken en kapellen. Maar vooral het groot aantal mooie gesloten of langgevelhoeven. Het prachtige Dijleland houdt niet op bij de taalgrens. De Dijle is zowel een Vlaamse als Waalse rivier en heeft een hele reeks schilderachtige bijriviertjes zoals de Train welke we een eindje volgen. Een klein gedeelte van het Meerdalwoud ligt in Hamme Mille. Op de wandeling treffen we verschillende mooie plekjes aan. We vertrekken met de wandeling door de velden. Mooi is het wel het graan dat de velden vult.
We wandelen rustig door de velden en komen dan aan het bos, waar we door wandelen. De streek heeft nog vele holle wegen waar we door wandelen. De bermen staan vol met wilde bloemen waar vlinders op komen. Prachtig om te zien, weer verder een voor ons duikt een prachtige vierkants hoeve op valt wel op in het groene landschap, wit geverfd met een prachtige toegangspoort, het woonhuis uit de jaren 1710 en de toegangspoort een 100 jaar jonger, het is een prachtig geheel. Wat verder opnieuw een indrukwekkende hoeve met een immense schuur en een kapel voor de schuur, mooi!
Weer verder met onze wandeling door de prachtige omgeving met de beboste heuvel flanken en de groene weilanden. Dan komen we in Grez Doiceau en hier wandelen we een eind langs de Train dan gaan we weer een eind langs velden met een zee van bloemen langs de velden, gewoon prachtig. Een Koninginnepage komt langs gevlogen en wat een prachtige vlinder, ben blij dat ik een paar mooie fotos heb kunnen nemen.
Dan komen we in Bossut, waar een prachtige oude school staat. Achter de kerk staat het kasteel van Bossut nu een klooster. Wij wandelen verder en verlaten het dorp weer een eind door de velden en langs een prachtige kasteelhoeve nu een paardenmanege. Nog even door de velden en dan wandelen we Hamme-Mille binnen en eindigt onze wandeling. Een aangename wandeling.
Deze Greenspot is een schitterende afspiegeling van Droog Haspengouw. Een buitengewoon boerenland met uitgestrekte akkers en spaarzame bosjes die als koepels boven de horizon uitsteken. De landelijke sfeer van weleer vind je terug in oude dorpskernen, omringd door monumentale vierkants hoeves en kastelen, met het monumentale kasteel van Heks als pronkjuweel.
Het is nog één van die typische rustige Haspengouwse dorpjes, gelegen in een prachtig en gevarieerd heuvellandschap. Dit stukje Haspengouw heeft nog veel weten te bewaren van de sfeer van weleer en ademt nog steeds op het ritme van de seizoenen. Vanaf een authentieke herberg in Vechmaal vertrekken de drie bewegwijzerde wandelingen. De Horne heeft een lange geschiedenis. Vanaf het begin van de tweede wereldoorlog lieten de vorige eigenaars het gebouw echter volledig verkrotten. In 1988 werd begonnen met de restauratiewerken. Deze verliepen over verschillende jaren en tot vandaag is er nog altijd werk voor de boeg. Herberg de Horne situeert zich in Horne (vandaar de naam) of Heurne St.Pieter; een gehucht van Vechmaal en vroegere Heerlijkheid van het Land van Loon. Reeds in het midden van de vorige eeuw deed het pand, de Horne, dienst als afspanning en herberg. Vroeger noemde men de herberg "au passage du Jourdain" omdat er een, helaas dichtgemaakt, beekje voor het huisje kabbelde. De Franstalige gasten waanden zich hierdoor, waarschijnlijk, na een behoorlijke dosis alcohol, aan de oevers van de Bijbelse Jordaan.
We wandelen vanaf de infoborden richting Het kasteel van Horne was vroeger in het bezit van de Tongerse Familie Bosch, wiens wapenschild nog steeds boven de ingangspoort van de kasteelhoeve prijkt. De kasteelhoeve en kasteel wit geschilderd zijn een heel bijzonder complex dat een lange geschiedenis heeft. Het Kasteel van Horne werd reeds herhaaldelijk gerestaureerd, en is nu in het bezit van de kunstfamilie Gerbrand-Van Tijn. De bijhorende hoeve dateert van 1743 en werd gebouwd door de familie Bosch. Vroeger bevond er zich nog de Kasino, een verdwenen huisje in de speciale (Engelse ?) stijl dat dienst deed als jachtwachtershuis, waar ook de seizoenarbeiders voor de bietenoogst logeerden. Het bijhorend bosje wordt Bosquet genoemd. Wij wandelen voorbij het kasteel en draaien zo het Haspengouwse landschap in. Koeien komen naar ons kijken en op de stroomdraden zitten jonge zwaluwen op een rij. Gewoon prachtig. Vechmaal bezit verschillende vierkants hoeven je komt er verschillende tegen op de wandeling. Hoeve Picard daar kun je lekker hoeve ijs proeven.
Wij wandelen weer een eind verder om dan de dorpskom van Vechmaal te verlaten. We duiken het veld binnen om dan langs De Grotten van Hinnisdael Deze Grotten dateren waarschijnlijk van voor de tijd der Romeinen. Ze maken een geheel uit met de mergel- en silexgroeven van de Jekervallei. De grotten bevinden zich te midden van een bosje op ongeveer 1100 m van de kerk. Daar bevindt zich de ingang van de "Grote Grot" of de grotten van Hinnisdael, zo genoemd naar de vroegere eigenaars. Daar men de grotten ook "kuilen" noemt, is het duidelijk dat de silex aanvankelijk aan de grond gewonnen werd. Pas later is men begonnen met de horizontale uitbating via gangen. Het landschap aan de kuilen is hiervan een treffend voorbeeld. De grotten vormen drie groepen van onderaardse, tamelijke ruime gangen, uitgezaagd in de bovenlaag van de zachte Maastrichterse tufsteen, in de volksmond "mergel" genoemd.
Wij wandelen verder door een prachtige Holleweg en dan langs kasteel van Hennisdael. Volgens een oude legendarische stamboom klimt dit geslacht op tot een zekere Gillis van Hinnisdael, die Graaf Filips van Vlaanderen vergezelde op zijn tocht naar het Heilig Land. Het wapenschild van deze koene ridder, dat trouwens door alle Limburgse van Hinnisdaels werd gevoerd, hangt nog steeds in het Kruisvaartmuseum te Versailles en is "van zwart met in een zilveren schildhoofd drie zwarte vogels, rood gebekt en gepoot". Het is ook nog te zien in het kerkje van Sint-Pieters-Horn bij Vechmaal op de grafsteen van Daniel van Hinnisdael (+1298) en op nog vele andere grafkruisen en monumenten.
De bekendste stamgenoot is wel François Hennisdael, heer van Betho bij Tongeren, die door Keizer Karel V tot graaf verheven werd en gehuwd was met Marie Florence de Berchem, vrouwe van Kraainem en Woluwe. In en buiten onze provincie wonen nog steeds vele geslachten met de naam Hinnisdaels. Het zijn praktisch allemaal afstammelingen van dit voorname geslacht, al is het dan meestal wel via de linkerhand. We wandelen nu terug door het dorpje langs de kerk en zo terug naar ons startpunt. Om de vier maanden controleren we deze wandeling van 6 kilometer en toch blijft ze telkens weer verrassen.
JUBILEUMTOCHT 'TE VOOT' / TE VOOT / GEULLE-MOORVELD. NL. 26/06/2011.
JUBILEUMTOCHT TE VOOT.
TE VOOT
GEULLE-MOORVELD.NL.
Moorveld ligt aan de rand van het plateau in het noorden van de gemeente Meerssen, ingeklemd tussen Maastricht-Aachen Airport en Geulle.
Oorspronkelijk behoorde het dorp bij de gemeente Ulestraten maar sinds de gemeentelijke herindeling van 1982 behoort het tot de nieuwgevormde gemeente Meerssen. We vertrekken met onze tocht in Moorveld en al heel vlug komen we in Geulle is gelegen in het Maasdal. Het dorp is verdeeld in een drietal gedeelten. Het meest westelijke gedeelte is gelegen tussen de rivier de Maas en het Juliana kanaal. Deze oude kern wordt ook wel Geulle aan de Maas genoemd en is met de rest van Geulle verbonden via een brug over het Julianakanaal.
De rest van Geulle is verdeeld in een 'laag' Geulle en een 'hoog' Geulle, plaatselijk ook wel Geulle beneden en Geulle boven genoemd. Beide gedeelten zijn op natuurlijke wijze van elkaar gescheiden door het Geulse bos, dat onderdeel uit maakt van het Bunderbos of ook wel bronnenbos genoemd. Dit bos is zowel nationaal als internationaal zeer bekend om zijn mooie flora en fauna. We wandelen verder door de mooie omgeving. En wandelen door het bos met mooie paden. Dan komen we aan het Julianakanaal. Mooi om te wandelen op de dijk, met zijn bloemen en vlinders.
Dan komen we in Bommelen een deelgemeente van Meerssen met prachtige oude boerderijen en landerijen. Veel afwisseling hebben we hier weilanden, stukken bos met mooie lanen en akkers vol met granen, mooi om te wandelen en te genieten van de omgeving. Wat verder komen we terug aan in Geulle, langs een bos en terug naar ons vertrekpunt. Een mooie wandeling in Nederlands Limburg.
MARCHE DES LEGENDES / LES LEGENDES DE FLORZE. / FLORZE-SPRIMONT 25/06/2011.
MARCHE DES LEGENDES.
LES LEGENDES DE FLORZE.
FLORZE-SPRIMONT.
Het Romeinse tijdperk liet een legendarische getuigenis in de regio van Florzé-Rouvreux na. Een zeer oude traditie beweert dat, toen Julius Caesar, de grote Romeinse veroveraar, hier in het land kwam in het jaar 57 voor Christus, hij naar verluidt door de overvloed aan bloemen in de weiden en bossen verbaast was. Daarom gaf hij deze plaats de naam van "florzee" (zee der bloemen).
Chateau Florze.
Wij vertrekken met de wandeling en komen dan aan het kasteel van Florze. Het kasteel van Florzé was deel van de Seigneurie van Sprimont en gaat terug tot de 13e eeuw. Het werd bewoont door de families van Presseux en vervolgens, in 1497 door de van de Marck van Arenberg. In 1570 behoorde het aan de laatste heer van Florzé, François Guillaume de Loncin. In 1676, behoorde het aan de familie van Argenteau die had geen mannelijke nakomelingen, de dochters van Guillaume van Argenteau die getrouwd was met een Baron de Rahier die erfden het kasteel. In 1794, werd het kasteel gedeeltelijk verwoest in de "battle of Sprimont" tussen Oostenrijkers en Fransen, één van de torens werd verwoest.
In 1825, de Comte Clément van Berlaymont erfde van zijn tante Henriette de Rahier die stierf zonder nakomelingen. Daarna was het de Dumonceau familie die het verworven. De koningin van Spanje Isabelle, echtgenote van Alfonso XII, maakte een reis naar Europa tussen 1867 en 1869. Ze werd uitgenodigd voor een vossenjacht op het château de Florzé. Het kasteel werd vervolgens eigendom van de familie Brixhe, vervolgens in 1904, dat hij werd gekocht door Gérard Kleinermann-Dallemagne. Tijdens de oorlog 40-45, tijdens het Von Rundstedt offensief verbleef Generaal Eisenhower hier een paar uur. Het kasteel is gelegen in een prachtig park en in een groene omgeving. Wij wandelen door een prachtige omgeving veel weilanden en akkers. Wij genieten van de wandeling met zijn prachtige huizen in lokale steen. Een fijne en aangename wandeling in de streek van de legenden.
MARCHE NATIONALE. / COMITE PROVINCIAL DE NAMUR. / COUVIN 19/06/2011.
MARCHE NATIONALE.
COMITE PROVINCIAL DE NAMUR.
COUVIN.
In de oude stad, die ooit omringd werd door stadswallen, zijn nog heel wat sporen van haar oorspronkelijke zichtbaar. Zij getuigen van het belang van de vesting die het Prinsdom Luik in het zuiden begrensde. Couvin was immer één van de drieëntwintig "goede steden" van het prinsdom.
De uitloper van de rots fungeerde als uitkijk- en beschermingspost waar in de Middeleeuwen een burcht werd gebouwd. De fusiegemeente Couvin is een land van riviertjes, meren en diepe bossen en biedt het zuiden van "La Vallée des Eaux Vives" een unieke natuurlijke rijkdom. Drie geografische zones liggen er zij aan zij. Ieder met een eigen landschap, een eigen fauna en een eigen flora : de Venen (La Fagne) met hun zachte, beboste valleien, de Kalksteek (La Calestienne) met haar trotse, rotsachtige heuvels en droge graslanden en tot slot de Ardennen (L'Ardenne) met hun indrukwekkende woudmassief. Met een oppervlakte van 20.000 hectare waarvan 52% bos, is Couvin een van de meest uitgestrekte en beboste gemeente van België.
Genesteld aan de voet van een steile rotsformatie en deinend op het ritme van L'Eau Noire, heeft het dorpje Couvin heel wat sporen van zijn historische verleden bewaard. Groot-Couvin bestaat uit twaalf dorpjes, waarvan het ene nog schilderachtiger is dan het andere. We wandelen verder door het prachtige landschap met velden en bossen. We wandelen verder en komen zo in het dorpje Pesche een typische dorpje met huizen uit kalksteen prachtige streek eigen huizen. In het midden van het dorp de kerk en het klooster.
Hier is onze controlepost, na een korte rust gaan we weer verder en klimmen uit het dorp, soms is het goed om eens achterom te kijken om te genieten van de prachtige zichten die we achter ons laten. Wij duiken het bos binnen om wat later terug aan onze vertrekplaats te komen. Een fijne en aangename wandeling.
PAREL VAN DE JEKERVALLEI / TONGERSE WANDELVRIENDEN. / KANNE-RIEMST 18/06/2011.
PAREL VAN DE JEKERVALLEI.
TONGERSE WANDELVRIENDEN.
KANNE RIEMST.
Het historische mergeldorp even ten zuiden van Maastricht, met vele verborgen schoonheden en een adembenemende natuur, wordt ook wel de parel van de Jekervallei genoemd. Kanne ligt aan de Jeker en wordt in tweeën gespleten door het Albertkanaal.
Het dorp ten het noordoosten van het kanaal heet Neerkanne, ten zuidwesten heet Opkanne. Kanne ligt in het dal tussen de Sint Pietersberg en de Muizenberg. Kanne bestond van oudsher uit Opkanne en Neerkanne. Kanne had dus 2 Heerlijkheden (wij zouden nu gemeente zeggen) maar er was slechts maar 1 parochie de kerk stond min of meer in het midden van die 2 Heerlijkheden. Heer van Neerkanne had daarnaast een eigen gerechtshof dus de Heer van Neerkanne had meer te zeggen dan die van Opkanne. Kasteel van Neerkanne was trouwens een burcht (was allodiaal goed werd voor altijd aan de familie afgestaan) terwijl het kasteel van Opkanne eerder klein was (was trouwens ook een leengoed).
In tegenstellingen tot andere dorpen van Limburg die bijna allen behoorde tot het graafschap van Loon behoorde Kanne tot het Prinsbisdom van Luik door schenking in 965 tot aan de franse revolutie, dit wat betreft Opkanne. Neerkanne stroomafwaarts gelegen werd in leen gegeven aan Wereldlijk Heren. Bij de grensafbakening met Nederland in 1843 koos de toenmalige kasteelheer van Neerkanne voor Nederland waardoor het kasteel nu op Nederlands grondgebied ligt. We wandelen door de prachtige natuur naar de Sint Pieterberg. Met zijn grotten en zijn prachtige natuur.
We hebben een prachtig zicht het Chateau Neercanne of vroeger ook wel kasteel Agimon. In het prachtige Jekerdal net op de grens met België, ligt het enige terrassenkasteel van Nederland, Chateau Neercanne. De fraaie baroktuinen van het 17e eeuwse kasteel zijn verdeeld over vier niveaus, die allen beschermd zijn door Unesco. Vanaf het hoogste terras heeft u een prachtig uitzicht over de tuinen en het schitterende dal.
Wij wandelen achter het kasteel door waardoor we een prachtig zicht hebben op de Jeker en Kanne. Zo komen we terug in Kanne centrum waar een mooie wandeling eindigt.
15e MARCHE POPULAIRE INTERNATIONALE / LE CLUB DE LA TOUR DE CHATELET-SUR-SORMONNE. / CHATELAT-SUR-SORMONNE. FR. 12/06/2011
15E MARCHE POPULAIRE INTERNATIONALE.
LE CLUB DE LA TOUR DE CHATELET-SUR-SORMONNE.
CHATELET-SUR-SORMONNE. FR.
De Franse Ardennen hebben een aantrekkingskracht op ons, kleine dorpjes en prachtige zichten over het landschap, spijtig dat het toch een hele rit ernaar is. maar een paar keer per jaar moet toch lukken.
Chatelet-sur-Sormonne een klein dorpje midden in een prachtig decor. Vertrek tegenover de kerk en dan de velden in. Het is wel mooi om te zien de hoe golvend het landschap is, en hoe de eigendomen om muur zijn.
Gewoon prachtig, wij wandelen verder en komen in Rimogne. In de verte zien we het centrum liggen we komen met de wandeling niet in het centrum. Maar we zien wel het museum van de leisteen op de oude site van de mijn van St Queritin. Rimogne was gekend voor zijn leisteen groeven. Wij wandelen aan de rand van het stadje en komen zo langs prachtige natuur.
We komen in de dorpjes Le Pavé en dan in Bogny. Bogny is een prachtig dorpje met vele typische huizen en een groot kasteel, spijtig dat we geen foto van het kasteel kunnen nemen ligt verscholen in een immens park en grens aan de rivier. Het is er prachtig! We wandelen over de oude brug en gaan verder door het mooie landschap en komen zo in Murtin.
Ook hier weer mooie oude huizen, prachtige vergezichten, na een stevige klim komen we boven aan in het dorp waar we kunnen genieten van de uitzichten over de prachtige streek. Nu wandelen we door een bosrijk gedeelte waarna we terug komen in het dorpje Chatelet-sur-Sormonne.
Hier eindig een mooie en aangename wandeling.
We blijven nog een dagje in de Franse Ardennen, morgen is er een andere wandeling in Autrecourt et Pourron. Wij overnachten in Charleville.
Als we eraan komen gaan we even onze kamer opzoeken en dan gaan we voor een wandeling naar de stad.
Stadbezoek aan Charleville-Mezieres.
Deze dubbelstad heeft meer dan 70.000 inwoners en is daarmee de belangrijkste stad van de Franse Maasvallei. De Maas maakt hier een paar bochten en kronkels die op fraaie wijze het oude Mézières scheiden van het jongere Charleville. Aan de vestingwerken van Mézières is goed te zien dat de stad een militair verleden heeft gehad.
De stad ligt met de rug tegen een steile heuvel, in een bocht van de Maas. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was in Mézières het hoofdkwartier van het Duitse leger ondergebracht. Keizer Willem II verbleef zelf regelmatig in Charleville. De stad heeft enkele mooie bezienswaardigheden. De basiliek Notre-Dame dEspérance (Onze-Lieve Vrouw van de Hoop) mag u niet vergeten. In deze mooie kerk wordt sinds jaar en dag een zwart Mariabeeld vereerd. De kerk werd tussen 1499 en 1610 gebouwd, eerst in gotische, later in Renaissancestijl. Hertog Charles de Gonzague besloot in 1606 het huidige Charleville te bouwen op de plaats van het gehucht Arches. De architect Clément Métazeau ontwierp de stad, met een modern patroon van rechte straten. De stad is als het ware gebouwd om het rond het 126 m lange en 80 m brede Place Ducale. Dit mooie plein lijkt veel op het bekende Place des Vosges in Parijs. Dit plein werd ontworpen door een broer van Métazeau. Aan het Place Ducale bevinden zich vele winkels.
Wij wandelen door de stad tot aan het andere eind waar we aan het station komen, deze buurt is volledig gerenoveerd en het prachtige park voor het station is ook prachtig met een mooie kiosk in het midden, verschillende prachtige gebouwen staan rond het plein, ook komen langs verschillende mooie gebouwen, vooral aan het stadshuis en het plein ervoor staan statige gebouwen, we hebben als we terug keren de Maas verschillende keren overgestoken. We keren terug naar ons hotel en om een fijne avond af te sluiten gaan we in een restaurant lekker eten.
Het restaurant is binnen of je enkele tijd terug in de tijd gaat met vele oude gebruiksvoorwerpen. Het eten is er lekker en veel met een lekkere pint bier bij. Zo kunnen we de eerste dag van ons weekend Franse Ardennen fijn afsluiten.
MARCHE INTERNATIONAL / ASSOCIATION FAMILLE RURALE MARCHE / AUTRECOURT ET POURRON. FR. 13/06/2011
MARCHE INTERNATIONAL.
ASSOCIATION FAMILLE RURALE MARCHE.
AUTRECOURT ET POURRON. FR.
Onze tweede wandeling op deze Pinkstermaandag in een klein dorpje met een lange naam Autrecourt et Pourron. Prachtige natuur met weilanden en akkers, stukken bossen. Mooi. We wandelen langs de spoorweg die ons naar Villers-devant-Mouzon. Een klein dorpje aan de Maas met de kerk en gemeentehuis.
Onze aandacht word getrokken door een gebouw waar Ooievaars op wonen. Een hele verrassing dat hier ooievaars leven, we dachten dat dit een uitzondering is maar we vergissen ons in een volgende dorpje is er ook een nest. Wij blijven wat kijken naar het nest. Twee jonge zitten in het nest. Hoe liefelijk hoe de ouders voor hun jonge zorgen.
We wandelen verder en komen een stukje langs de Maas. Hier is de rivier nog natuurlijk geen hoge betonnen muren maar groene boorden met bomen en struiken. We komen aan de kerk die bijna tegen de Maas aan. We wandelen het dorpje binnen en komen aan de voorzijde van de kerk, dan verder door het dorp met zijn mooie huizen in de typische lichtbruine kleur.
Nog even langs de openbare wasplaats nu een monument maar een halve eeuw terug werd deze nog gebruikt en daardoor zijn in de meeste gemeenten deze wasplaatsen bewaard en nu beschermt als monument. We wandelen door het dorpje terug de natuur binnen, mooi zichten met velden en bomen. Vandaag komen we verschillende vlinders tegen, het dambordje een witte vlinder met zwarte blokken. Mooi!
We dalen naar beneden terug naar het dorpje, mooi om te zien het dorpje beneden in het dal, zo komen we aan het einde van een prachtige wandeling in de Franse Ardennen.
Na de wandeling op de terugweg naar huis komen we aan in het volgende dorpje DOUZY. Ook gelegen aan de Maas met een prachtig plein met kerk en enkele winkels. Op de kerktoren een nest met ooievaars. Wij stoppen hier even om te kijken en te genieten van al het moois dat hier geboden word.
Even tot aan de oevers van de Maas, door de straten van het dorpje en zeker wat kijken naar de kerk met de ooievaars. Het is genieten om deze vogels te kunnen bekijken terwijl ze hun jongen verzorgen. Blijkbaar komen in deze streek verschillende nesten voor. We beëindigen ons bezoek aan Douzy en keren terug naar België.
MARCHE D'APRES-MIDI / LES PEDESTRIANS DE CLERMONT SUR BERWINNE / THIMISTER-CLERMONT 11/06/2011.
MARCHE DAPRES-MIDI.
LES PEDESTRIANS DE CLERMONT SUR BERWINNE.
THIMISTER-CLERMONT.
Het dorpje ligt op de top van een heuvel te midden uitgestrekte omheinde weiden. De imposante kerk torent er hoog bovenuit. Het gebruik van baksteen voor de muren, leien voor de zadeldaken, zandsteen voor de raamlijsten en de hoekstenen bepaalt het architectonisch beeld van het dorp.
De eenvoud van de bouwvolumes wordt oordeelkundig doorbroken door uitgekiende mooie legpatronen in de leien daken te verwerken. En op heel wat daken prijken windwijzers die blijk geven van uiterst talentvol siersmeedwerk. Het dorp van Clermont is ongetwijfeld het meest kenmerkende voor het Land van Herve, door de oude architectuur van de woonsteden en zijn plein met huizen in Luikse Lodewijk-XIII-stijl, de Lodewijk-XIV- Lodelijk-XV-stijl. De kerk (in Maasrenaissance uit het einde van de 16e eeuw) torent hoog boven het plein van op een oorspronkelijk defensieve rotspartij, op de plaats van een vermoedelijk romaans sanctuarium en is gewijd was aan Sint-Jacobus de Meerdere. Het huidige stadhuis werd heropgebouwd in 1888 op de plaats van het oude gerechtshof. Het gebouw, dat schrijlings op de hoofdstraat staat, wordt nu vooral gebruikt voor huwelijken. Vandaar de lokale uitdrukking dat wie in Clermont huwt "op straat trouwt"
Net achter het plein prijkt de mooie gevel van het oude kasteel van Clermont (1635) en de kasteelhoeve lAguesse (Maasrenaissance uit de 17e eeuw); wie richting Froidthier wandelt, komt voorbij het kasteel van Crawhez (1551), een van de zeldzame getuigenissen van de gotische bouwkunst in de regio. Prachtig is het hier in Clermont en niet voor niks draag ze de titel van Plus Beaux Village de Wallonie wij verlaten het centrum van Clermont en komen langs het kasteel van Aguesse dateert uit het midden van de 17e eeuw en werd gebouwd in Maasrenaissance, met een woongebouw op de achtergrond en een inkom bewaakt door een ronde toren.
Een windhaan op de toren in de vorm van een ekster en een driedelige latei boven de inkomdeur zijn kenmerkend voor deze woonstede. De "aguesse", een Waals woord voor ekster, is de bijnaam voor Mathieu Wauthy (l'Agass), die het kasteel halfweg de 17e eeuw bewoonde. Wij wandelen verder en komen aan de spoorbrug van Ligne 38 Nu een Ravel waar het fijn is om op te wandelen een heel eind volgen we deze oude spoorweg. We verlaten de spoorwegzate en komen nu in Froidthier.
Vroeger hield de trein halt in Froidthier, een dorpje dat floreerde ten tijde van het lakenbedrijf dat werd gerund door de familie van mijnheer Mathieu SNOECK en dat werk verschafte aan menige arbeider. Een hevige brand in 1888 legde het bedrijf helemaal in de as. Dat betekende voor vele werknemers het begin van de uittocht naar de streek van Verviers. We komen zo aan de Chapelle des Anges (Engelenkapel), soms ook de « Chapèle es trô » genoemd. De kapel draagt het jaartal 1691, en werd in 1804 gerestaureerd en uitgebreid.
Dan komen we aan het kasteel van Froidthier. Wat verder komen we in Chaumont daar staat een gedenksteen ter ere van de heldhaftige Nieuw-Zeelandse vliegeniers die sneuvelden in een luchtgevecht tijdens de oorlog 1940-1945. We komen langs prachtige oude hoevens. De meerderheid van de oude hoevegebouwen van de gemeente dateren uit de 18e eeuw. Er zijn nog enkele restanten uit de 17e eeuw zichtbaar en veel verbouwingen dateren uit de 19e eeuw. Hierbij werden er vooral drie soorten materialen gebruikt: breuksteen, rode baksteen en kalksteen. Er bestonden in deze streek steengroeven en steenbakkerijen.
Nu komen we terug op de weg naar Clermont, langs het bord van de Mooiste dorpen van Wallonie. Dan komen we terug aan de start van de wandeling. Wij wandelen nog even onder het stadhuis door en nemen de prachtige gebouwen in ogenschouw, nog even naar het kasteel kijken welke onlangs gerenoveerd werd. Van het eerste bouwsel van het kasteel van Clermont zijn er geen schriftelijke bronnen. Deze burcht werd opgetrokken op de "Godefroid" vlakte en omvatte 2 gebouwen: een 3 verdiepingen hoge dikke toren en een bijhuis.
De inkompoort en het uitspringende ronde torentje van het nieuwe kasteel uit 1653 en gerestaureerd in 1783 zijn nog altijd zichtbaar. Dit vrij opmerkelijke geheel verleent een bijzonder karakter aan deze steeg die zich langs de oude ommuring van het kerkhof en het pastoriehuis bochtig een weg baant tot aan het dorpsplein. We wandelen langs deze steeg en komen zo terug aan de vertrekzaal. Een pracht van een wandeling.
MARCHE DE JOUR / AMIS MARCHEURS IVOZ. / IVOZ 05/06/2011.
MARCHE DE JOUR.
AMIS MARCHEURS IVOZ.
IVOZ.
Ivoz ligt aan de Maas, wij wandelen een eindje langs de rivier en genieten van het uitzicht op het water en de voorbij varende schepen.
We wandelen verder en komen aan in Val Saint Lambert. Val-Saint-Lambert is een kristal- en glasfabriek in Seraing, nabij de Luik, die sierglas, glazen en kristallen kunst- en gebruiksvoorwerpen produceert. De fabriek is gevestigd in de site van de vroegere cisterciënzerabdij van Sint-Lambertus (patroonheilige van Luik), gesticht in 1202. De romaanse kapittelzaal en het scriptorium werden gerestaureerd en worden tot vandaag gebruikt. De Franse Revolutie maakte een einde aan het monnikenleven. In 1826 vestigden de stichters van de kristalfabriek zich in de gunstig gelegen site: ruime gebouwen, nabijheid van steenkool, vervoer. De site van kristalfabriek groeide uit tot een dorp met verschillende werkman huizen. Er zijn eind 19de eeuw zo een 180 huizen met tuintjes en een school en ziekenhuis. Er werkten 5.000 mensen en ze maakten 120.000 stuks kristal per dag. Later na de 1ste oorlog verdween de grote toename en het duurde tot de jaren 1960-70 om een heropleving te komen. Vandaag is kristal van Val Saint Lambert een bijzondere glassoort die in heel de wereld gewild en verzameld word.
Met een gloednieuw decor stellen de Kristalfabriek en het Kasteel van Val Saint Lambert ons voor om het glaswerk en de geschiedenis van de site en het kristal te ontdekken. Aan de hand van historische en hedendaagse dragers (plannen, etsen, maquettes, foto's, geluidsfragmenten, traditionele en uitzonderlijke stukken), films en 'live' demonstraties, wordt de bezoeker ondergedompeld in de magische wereld van het kristal. Een metamorfose van de site die spektakel, geschiedenis en techniek combineert. Zeker een bezoekje waard.
Wij vervolgen onze wandeling en wandelen het bos in. Seraing zelf is meer dan 1200 ha bos rijk: een groene zegen zo dicht bij de grote stad. Maar dat bos is toeristisch lang niet zo bekend als de beroemde kristalfabriek van Val-Saint-Lamber. Toch is het een prachtig gedeelte van de wandeling door het bos en door de bosdreven. Een heel eind door het bos om dan weer terug uit te komen aan de ferme de la venne nog even en we komen terug aan ons vertrek. Een fijne en aangename wandeling.
34e GRANDE MARCHE DE L'AMITIE. / LES MARCHEURS DE L'AMITIE LANDENNE. / SCLAYN-ANDENNE 04/06/2011.
34E GRANDE MARCHE DE LAMITIE.
LES MARCHEURS DE LAMITIE LANDENNE.
SCLAYN - ANDENNE.
We vertrekken met de wandeling in Sclayn, een deelgemeente van Andenne.
De vrij uitgestrekte gemeente ligt in een heuvelachtig landschap. De streek is bezaaid met hoeven in arduinsteen, oude kastelen en pittoreske huizen. Wij vertrekken aan de Maas en volgen ze een tijdje zo komen we in Seilles. Hier wandelen we het dorpje in en zien de prachtige huizen in arduinsteen. We wandelen voorbij een groot U-vormige gebouw tegenover de ingang van het kasteel van Seilles, nu een restaurant, we wandelen door de ingang naar het kasteel, prachtig gebouw in arduinsteen met de hoeve gebouwen aan de achterzijde en een prachtige binnenkoer, op de sluitsteen van de ingang lezen 1646. Wij wandelen de wijk op richting Maas. Hier volgen we weer een tijdje de Maas.
Tot we beginnen te klimmen om in het centrum van Seilles te komen met een prachtig parkje en de kerk in het park een prachtige kiosk. Verder klimmen we het dorp uit. We komen aan op het terrein van een oude lood- en zinkfabriek, en in de buurt van uitgestrekte steengroeven bevindt zich het natuurreservaat van Sclaigneux.
Een 50 ha groot natuurreservaat, een pleisterplaats voor allerlei trekvogels, waar bovendien heel wat prehistorische vondsten werden gedaan. Men treft hier verschillende ecosystemen aan. Zo word een vervuilde industriegebied natuurgebied. We hebben hier ook prachtige zichten op de Maas die beneden door het landschap slingert.
Als we het natuurreservaat opwandelen kunnen we ons tegoed doen aan de wilde aardbeien die hier met de duizenden voorkomen, ze zijn lekker en hebben een heel fijne smaak, wij wandelen verder door het gebied met mooie vergezichten. Wij genieten van de omgeving met zijn prachtige natuur. Beneden in het dal staat een prachtig kasteeltje waar een schietclub is, wij horen de schoten. Maar het is hier toch zo mooi.
Hier komt de zeldzame Heideblauwtje nog voor. Wij dalen af en komen zo in Sclaigneux. Langs de rotsen en zo terug langs de Maas. Zo komen we terug aan ons vertrekpunt. Een prachtige en aangename wandeling.
MARGRATENTOCHT / HISTORISCHE BOUWKUNST:VAKWERK / SINT GEERTRUID. 02/06/2011.
MARGRATENTOCHT.
"Historische bouwkunst: Vakwerk"
SINT GEERTRUID.
Margraten bestaat uit tal van prachtige plekken, zoals het Savelsbosch, het Eiland van Banholt, de Herkenrader Grub, de Schone Grubbe, Termaarder Grub, American Cemetery, Noordbeemden en nog veel meer. Ook de nabij gelegen Belgische Voerstreek vorm het prachtige decor van de Margratentocht. In dit landschap ligt de dorpskern Sint Geertruid centraal waar de startplaats is ingericht.
Wij vertrekken en al vlug wandelen we door een prachtige holle weg waar duidelijk sporen van dasburchten zijn, na een poosje komen we in de velden die ons de Belgische grens brengen. Hier kunnen we genieten van de prachtige natuur door de velden en langs de bosrand.
Door het landschap en we komen zo terug aan in Nederland, we komen in Mheer. Hier is rust en controle, maar eerst gaan we ven het kasteel bezoeken. Kasteel Mheer dateert in eerste aanleg uit de 14e eeuw, maar heeft nadien tal van uitbreidingen en veranderingen ondergaan. Het werd in verschillende fasen uitgebreid; van een L-vormige woonburcht groeide het uit tot een U-vormig complex met kelders en twee bouwlagen. De grote binnenplaats wordt omsloten door de kasteelhoeve en het eigenlijke kasteel, het woonhuis van de adellijke familie de Loë.
Het kasteel is vanaf de 14e eeuw in erfopvolging geweest van de familie. De gebieden in Mheer, waaraan de ontstaansgeschiedenis van de kern nog is af te lezen, worden in de toekomst aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Het gaat daarbij om het kasteel- en kerkcomplex, alsmede de beide oorspronkelijke bebouwingskernen ten noorden en zuiden daarvan. Naast dit toekomstig beschermd dorpsgezicht telt de kern Mheer ook nog 39 rijksmonumenten en 5 panden, die zijn aangewezen tot gemeentelijk monument.
Wij wandelen verder en genieten van de prachtige vakwerkhuizen.
Vakwerk is een historische bouwwijze om wanden te maken.
Vakwerk bestaat gewoonlijk uit een stijl- en regelwerk van hout met een invulling. De stijlen van een vakwerkconstructie maken vaak ook deel uit van de gebintconstructie. De invulling bestond oorspronkelijk uit vlechtwerk van wilgentenen, eik, vuilboom of hazelnoot dat werd bestreken met een mengsel van stro en leem. Het vlechtwerk bestond uit verticale houten staken die in gaten en sleuven in de regels werden bevestigd. Hiertussen werden vervolgens twijgen gevlochten. Later werd als invulling ook baksteen gebruikt.
Wij wandelen weer verder en komen zo in Herkenrade ook hier weer prachtige vakwerkhuizen. Ook hier weer ijzeren wegkruizen die beschermt zijn en nog onlangs gerestaureerd. Nog wat verder wandelen en dan komen we terug in Margraten. Een prachtige wandeling.