MARCHE DE L’EMPEREUR.
LES MARCHEURS DU HAIN.
TANGISSART.
Vandaag wandeling in Tangissart een deelgemeente van Court-Saint-Etienne is een groene en heuvelachtige gemeente, die bespoeld wordt door de Dyle, de Thyle en de Orne. Ze mag uitpakken met een netwerk van paden en wegen die fraaie wandelingen bieden. We ontdekken vandaag de prachtige groene omgeving.
We wandelen op “Sentier Touristique” een uitgezette wandeling van de gemeente waar een gedeelte van de wandeling van de club over gaat. Mooie zichten en veel natuur op deze wandeling het heuvelend landschap op zijn best. We zijn hier ook in de streek van de vele bossen en vandaag doorkruizen we er een paar het eerste waar we inlopen is “Bois Goffaux” diepe dalen uitgescheurd in de bossen geven alles een prachtig zicht en dan aan het einde van de beklimming komen we aan een open vlakte waar we de uitgestrekte vlakte kunnen zien en we wandelen er een heel eind op.
Gewoon mooi met aan de horizont het volgen bos. We komen nu op de “Promenade de Bousval”. Die ons naar Bousval brengt. We komen in het centrum aan met de kerk en een prachtige oude hoeve. Bousval heeft een prachtige natuur, uitgesneden dalen van de riviertje Dijle en haar belangrijkste zijrivier, de Cala. De natuur op zijn best want even veder als we het dorpje uitwandelen komen we in het “Bois de la Tasseniere”. En dan wandelen we “Bois d’He” in hier komen vele verschillende soorten paddenstoelen voor. Een oud bos met veel rottend hout waardoor de paddenstoelen rijkelijk groeien.
Nog even verder en dan komen we terug aan in Tangissart waar onze wandeling eindigt.
We zijn hier maar een paar kilometer verwijderd van VILLERS-LA-VILLE.
We gaan toch nog even langs de abdij.
De Abdij van Villers, een uitzonderlijk erfgoed van Wallonië
De Abdij van Villers-la-Ville is uitzonderlijk Waals erfgoed en staat ervoor bekend een van de meest volledige in Europa te zijn, niet omdat ze zo goed is bewaard gebleven, maar omdat men er de overblijfselen aantreft van alle gebouwen nodig voor het kloosterleven, zonder het dan nog te hebben over de spectaculaire hydraulische constructies (de Thyle overbrugd en gekanaliseerd over een lengte van 271 m !). De Abdij van Villers werd gesticht in 1146. Haar majestueuze ruïnes vormen een van de meest indrukwekkende getuigen van het leven van de cisterciënzermonniken.
Monniken en lekenbroeders legden dit verzonken en moerassig gebied droog met een ingenieus hydraulisch systeem, waarin ondergrondse kanalen, molens en vijvers een rol speelden. Het grote klooster uit de 13e eeuw is het centrum van de Abdij. Rondom bevinden zich gebouwen die waren ingericht voor gebed en bezinning maar ook voor het verrichten van handenarbeid. De Abdij toont meerdere architecturale stijlen die elkaar opvolgende in onze contreien. De Abdij kende een tweede hoogtepunt in de 18e eeuw. Toen Frankrijk, dat besloten had zijn naaste buren te laten delen in de voordelen van de Revolutie, onze gewesten binnenviel, koos de abt de zijde van de keizer. Dat was het begin van het einde: op 11 december 1796 werden de kloosterlingen door Franse troepen verdreven. De eigendommen werden openbaar verkocht, en het terrein van de abdij zelf kwam in handen van een zekere La Terrade, een handelaar in bouwmaterialen, die de gebouwen stelselmatig sloopte en het "gerecycleerde" materiaal verkocht.
In 1820 werd het terrein opgekocht door Charles-Lambert Huart, die in 1851 de toelating gaf om de spoorlijn Brussel-Namen dwars door zijn eigendom te laten aanleggen, wat hem een royale vergoeding opleverde. Wat er overbleef van de gebouwen werd verwaarloosd; de tijd en de elementen deden de rest... Uiteindelijk, in 1893, kwam het terrein in handen van de Belgische Staat, die sindsdien grootscheepse reddingswerken liet aanvatten om de ruïne voor verdere aftakeling te behoeden. Vandaag kunnen we tussen de gebouwen doorlopen en genieten van de pracht van deze abdij alhoewel alles ruïne zijn kun je toch zien hoe groots deze abdij was.
De abdijkerk is nog steeds het meest indrukwekkende bouwwerk van het ruïnenveld. Het is 94 m lang en de booggewelven zijn 23 m hoog. Aan de bouw werd begonnen in 1197, nog in romaanse stijl (te zien aan het voorportaal). In opeenvolgende fasen werd er vervolgens in gotische stijl verder gebouwd tussen 1210 en 1267. Daarmee behoort de abdijkerk van Villers tot de eerste gotische gebouwen in België. Uniek is het herhaalde gebruik van ronde vensters ("oculi") in combinatie met lancetbogen. Voorts zijn er imposante ruïnes van de refter en het gastenverblijf (beide uit de 13e eeuw), van het kloosterpand (14e–15e eeuw) en van het classicistische abtenpaleis (18e eeuw). Als je hier rondwandelt overvalt je een gevoel van rust. Je kun volop genieten van de indrukwekkende gebouwen, en ook de nieuwe tuin is bijzonder.
Een middeleeuws geïnspireerd tuin. Op 22 juni 2012 opent de Abdij van Villers haar tuin met geneeskrachtige planten. Niet minder dan 70 geneeskrachtige planten en kruiden worden voorgesteld op een ruimte die omgeven is met hoge muren, in het hart van de ruïnes van de Abdij. De tuin van de Abdij werd aangelegd op een plek die weinig bekend is bij het grote publiek, want ze ligt niet langs het normale bezoekcircuit. De geneeskrachtige planten waren gekozen op basis van de medische werken van Hildegarde van Bingen, een abdis uit de 12e eeuw die in de Rijnstreek heeft geleefd.
We bezoeken ook even de tuin en dan eindig voor ons de wandeling rond de abdij van Villers-la-Ville en ook eindig hier onze wandeldag.
Voor het fotoalbum de link volgen
|