"Het verhaal van Zuster Kat Fael." Of hoe een gevonden poezennestje nog goed terecht komt! (klik op bovenstaande foto) ---------------------
Growing old is mandatory. Growing up is optional. ----- Ouder worden is onvermijdelijk. Volwassen worden niet!
Als je op de groene button klikt kom je op de site van het baby-poezen-opvangcentrum van "Den Dierenvriend". Hét adres om een jonge poes te adopteren! Ga eens kijken en zeg het voort aan andere dierenvrienden aub!
Zoek je een speciaal onderwerp waarover ik ooit iets schreef? Tik dan hieronder een trefwoord in!
Zoeken in blog
Klik op het envelopje om mij een mailtje te sturen
We don't stop playing because we get old... We get old because we stop playing! -------------- We stoppen niet met te spelen omdat we oud worden... We worden pas oud als we stoppen met spelen!
Je kan maar 1 week tegelijk bekijken op mijn blog. Anders gaat het te traag open. Wil je zien wat er vorige week op stond? Klik dan op de data hier onder!
In elke 50-plusser zit een verbijsterde teenager die zich afvraagt wat er gebeurd is.
Leonardo da Vinci (1452-1519)
Italiaans kunstenaar
Als ik in de hemel kom, dan wil ik
daar graag een kat op schoot hebben.
Jan Wolkers (°26-10-1925)
Nederlands schrijver en columnist.
Katten haten dichte deuren; het
maakt niet uit aan welke kant ze staan. Als ze buiten zijn willen ze naar binnen, en
als ze binnen zijn willen ze naar buiten.
Lilian Jackson Braun (1916)
Amerikaans schijfster
Laten we eerlijk blijven; de meesten van ons
vinden het wel leuk als onze katten een tikje gemeen zijn. Ik zou me in ieder geval niet echt op mijn
gemak voelen in het gezelschap van een kat die in huis rondliep met een heilige
uitdrukking op zijn snuit.
Beverly Nichols (1898-1983) Engels
Schrijfster
Eén kat
leidt tot de volgende.
Anoniem
Katten bereiken
moeiteloos wat wij mensen niet kunnen: door het leven gaan zonder lawaai te
maken. Ernest Hemingway (1898-1961) Amerikaans
schrijver
Er zijn twee
manieren om de ellende te ontvluchten: muziek en katten. Albert Schweitzer (1875-1965) Theoloog,
filosoof en dokter.
Katten schijnen uit te gaan van het principe
dat het nooit kwaad kan om te vragen wat je
wilt.
Anoniem
Katten zijn
delicate wezens en ze kunnen de meest uiteenlopende kwalen krijgen, maar ik ben
nog nooit een kat tegengekomen die aan slapeloosheid
leed. Joseph Wood Krutch(1893-1970)
Amerikaans schrijver
Als u in een
gracht valt kunt u best angstig miauwen, want een kat willen we wel eens
redden. Toon
Verhoeven
Lang geleden werden de katten als goden
gezien. Dit zijn ze nooit vergeten.
Anoniem
Cat Proverbs
You will always be lucky if you know how to make friends with
strange cats. Colonial
In a cat's eye, all
things belong to cats. English
No matter how
much cats fight, there always seems to be plenty of kittens. Abraham Lincoln
Dogs come when they're called; cats take
a message and get back to you later. Mary
Bly
There are two means of refuge from the
miseries of life: music and cats. Albert
Schweitzer
Settling a dispute through the law is like losing a cow
for the sake of a cat. Chinese
A cat goes to a
monastery, but still she remains a cat. Congolese
The cat is a saint when there are no mice
about. Japanese
The cat is a lion to the
mouse. Albanian
A house without either a cat or
a dog is the house of a scoundrel. Portuguese
The kind man feeds his cat before sitting
down to dinner. Hebrew
Handsome cats and fat
dung heaps are the sign of a good farmer. French
Beware of people who dislike cats. Irish
Who cares well for cats will marry as happily as
he or she could ever wish. French
An old cat
will not learn how to dance. Moroccan
A cat
will teach her young ones all the tricks, except how to jump backwards. Netherlands Antillean
When the mouse laughs at the cat,
there's a hole nearby. Nigerian
As every cat
owner knows, nobody owns a cat. Ellen Perry
Berkeley
If you play with a cat, you must not mind her
scratch. Yiddish
To live long, eat like a cat,
drink like a dog. German
A cat has nine lives;
for three he plays, for three he strays, and for the last three he
stays. English-American
A cat with a straw tail
keeps away from fire. English
Those that
dislike cats will be carried to the cemetery in the rain! Dutch
After dark all cats are leopards. Native American (Zuni)
If stretching were wealth, the
cat would be rich. African
One should not send
a cat to deliver cream Yiddish
The cat--moon
eats the gray mice of night. Western
Europe
When the cat's away, the mice will play. Western Europe
It's for her own good that the cat
purrs. Irish
Cats don't catch mice to please
Khoda(God). Afgani
Fat cats and thin birds can
share a yard, but thin cats and fat birds no way! Rosicrucian
Like the cat in the tree, getting caught up
in the chase can leave us in an awkward place. Rosicrucian
The cat laps the moonbeams in the bowl of
water, thinking them to be milk. Zen Saying
If
men were now to turn their hostility towards the cat, it would not be long
before the domestic cat became a wild animal. Nigeria
In even a cat the Buddha-nature exists. Japanese Buddhist
It is useless to show the gold piece
to a cat. Zen Saying
Nature breaks through the
eyes of the cat. Irish
It's a brave bird that
makes its nest in the cat's ear. Hindi/Indian
A
rat who gnaws at a cat's tail invites destruction. Chinese
He who does not feed his cat will feed rats.
Dogs are
dogs, but cats are people.
When the cat and mouse agree, the grocer is ruined. Iranian
Beware of the cat that licks from the front but claws from
behind. Old English Proverb
A trapped cat becomes a lion. Old English
Proverb
Life's like cat vomit; if you don't clean it up right away,
you're going to step in it. Xnterna
Drowsing, they take the noble attitude of a great sphinx, who,
in a desert land, sleeps always, dreaming dreams that have no end. Charles Baudelaire
Of all God's creatures, there is only
one that cannot be made slave of the leash. That one is the cat. If man could be
crossed with the cat it would improve the man, but it would deteriorate the
cat. Mark Twain
One cat just leads to another. Ernest
Hemingway
The cat is nature's beauty. French
The dream of cats is all mice. Egyptian
I have studied many philosophers and many cats. The wisdom of
cats is infinitely superior. Hippolyte Taine
No heaven will not ever Heaven be; unless my cats are there to
welcome me. Scottish
Dogs see people as companions; cats see people as staff.
It is better to feed one cat than many mice. Norwegian
The cat does not negotiate with the mouse. Robert K. Massie
You see, the wire telegraph is a kind of a very, very long cat.
You pull his tail in New York and his head is meowing in Los Angeles. Do you
understand this? And radio operates exactly the same way: you send signals here,
they receive them there. The only difference is that there is no cat. Albert Einstein
When the cat is not home, the mice will dance on the
table. Dutch
When a Cat adopts you there is nothing to be done about it
except put up with it until the wind changes. T.S.
Eliot
A cat in her house has the teeth of a lion. Somali
A kitten can catch only a baby mouse. Ghana
The naming of cats is a difficult matter. It isn't just one of
your holiday games. You may think at first I'm mad as a hatter when I tell you a
cat must have three different names... T.S. Eliot
I love cats because I enjoy my home; and little by little, they
become its visible soul. Jean Cocteau
God is really only another artist. He invented the giraffe, the
elephant and the cat. He has no real style, He just goes on trying other
things. Pablo Picasso
The man who carries a cat by the tail learns something that can
be learned in no other way. Mark Twain
What greater gift than the love of a cat? Charles Dickens
Katten laten pootafdrukken achter op je hart. Uit "Citaten voor een katten liefhebber."
Het begrip rust komt tot uiting in een zittende kat. (Jules Renard)
Het enige mysterie aan katten is waarom ze ooit besloten hebben huisieren te worden. (Compton Mackenzie)
Als een een hond op je bed springt, doet hij dat omdat hij graag bij je wil zijn. Als een kat op je bed springt, doet ze dat omdat ze je bed zo lekker zacht vindt. (Alisha Everett)
Het is onmogelijk om niet vertederd te raken bij de aanblik van een of meer kittens. (Cynthia E. Varnado)
De kat zou's mans beste vriend kunnen zijn, maar ze zou zich nooit verlagen om dat toe te geven.
Probeer nooit koppiger te zijn dan een kat. (Ropbert A Heinlein)
Laat iets van de rust van een kat op mij overgaan. (David Harold Rowbothom)
Je bent pas iemand als je door een kat bent genegeerd.
Katten : net zo soepel als hun schaduw, de wind krijgt geen vat op ze.
Ze glippen slank en stil, door spleten, kleiner dan zijzelf. (A S J Tessimond)
Het verschil tussen katten en honden is dat honden komen als ze geroepen worden, terwijl katten een boodschap aannemen en later contact opnemen.
Ik meen het oprecht als ik zeg dat ik van katten hou... Een kat is een dier dat meer menslijke gevoelens heeft dan de meeste andere dieren. (Emily Bronte)
Vrouwen en katten doen waar ze zin in hebben, en mannen en honden kunnen daar maar beter mee leren leven. (Alan Holbrook)
Eén reden waarom kattenliefhebbers volgens mij katten bewonderen, is hun superioriteitsgevoel. Het lijkt alsof ze overal een meester in zijn, ongeacht wat ze doen of pretenderen te doen. Zelden zie je een kat die in verlegenheid verkeert. Ze hebben geen geweten, en ze hebben nooit ergens spijt van. Misschien zijn we stiekem jaloers op ze. (Barbara Webster)
Katten zijn bedoeld om ons te leren dat niet alles in de natuur een functie heeft.
Als je de beste zitplaats in huis wilt, zul je de kat moeten verplaatsen.
Katten zijn slimmer dan honden. Je krijgt acht katten nooit zo gek dat ze een slee door de sneeuw gaan trekken. (Jeff Valdez)
Onlangs heeft iemand me een schattig katje gegeven... en nu is het katje van mening dat iemand mij aan hem heeft gegeven. (Evelyn Underhill)
Het viel als snel op dat de kat nergens te bekennen was als er iets gedaan moest worden. (George Orwell)
Katten die een goed tehuis hebben, zijn eraan gewend dat er de hele tijd tegen hen wordt gepraat. (Lettice Cooper)
Van alle schepselen Gods is er maar 1 dat zich niet laat onderwerpen. Dat is de kat. Als de mens gekruist zou kunnen worden met de kat, zou dat voor de mens een verbetering betekenen, maar voor de kat een verslechtering. (Mark Twain) Katten zijn net als mannen : enorme charmeurs. (Walter Savage Landor)
Het is nauwelijks te geloven, maar sommige mensen beweren dat hun katten bijna menselijk zijn - en dat bedoelen ze dan als een compliment.
Wat katten het belangrijkst vinden aan mensen is niet hun vermogen om voedsel te produceren (want dat vinden ze vanzelfsprekend), maar hun amusemenstwaarde. (Geoffrey Household)
Ik zou een kat nooit kunnen kwetsen, ook al kan ik tegen mensen soms ronduit agressief zijn. (A.L. Rowse)
Geen huis is compleet zonder het getrippel van kleine kattenpootjes.
Is het niet prachtig hoe katten vrienden kunnen maken en mensen kunnen beïnvloeden zonder ook maar ooit een boek te lezen.
De kat heeft honger als zij met een broodkorst genoegen neemt. Katten zijn mysterieuze wezens. Er gaat meer in die hersentjes om dan we beseffen. (Sir Walter Scott)
Als ik met mijn kat speel, dan is het niet echt duidelijk of ik me nu met haar amuseer, of zij met mij. (Michel Eyquem De Montaigne)
Mijn poezenverhalen vinden jullie door in de linkerkolom op de foto van de betreffende poes te klikken. En als je op "Poezenstrips" klikt kan je lezen wat mijn poezen onderling allemaal zitten te roddelen... Mijn reisverhalen van Thailand, Egypte en Noorwegen staan ook in de zijkolom. "Mijn Jeugdherinneringen" beschrijven de jaren 60 in Antwerpen. Veel plezier!
31-01-2011
Reisverhaal Ellaidhoo deel 14.
Vrijdag, 21 januari 2011.
14. Druk, druk, druk.
Een mens wordt dat snel gewoon. Zon luxeontbijt met uw echtgenoot in de rol van roomboy. Ik word wakker met een tasje thee en een glas fruitsap naast mijn bed. Terwijl ik mijn ergste kop- en nekpijn verdrijf haalt hij een gezond ontbijt, dat we samen keuvelend en naar de vissen kijkend oppeuzelen als oude Romeinen op ons terras. We moeten wel oppassen dat we er ook niet als oude Romeinen worden uitzien natuurlijk...
Daarna bekeken we mijn roggenoogst van gisterenavond, en er zitten een paar prachtexemplaren bij. De mooiste is die waar een tonijn zijn natte rug boven water steekt en in die zwarte glans worden de wolkenhemel en wijzelf weerspiegeld. Het lijkt wel een surrealistisch schilderij. Moest die foto met een serieus apparaat gemaakt zijn zodat ge er dat detail uit zou kunnen knippen ze zou in National Geographic kunnen verschijnen. Echt een geweldige toevalstreffer. De andere fotos zijn ook tof. Vooral de close-ups van de bruine rog zijn bedelende hondenogen. Tot en met zijn irissen zijn zichtbaar. En die blik!!!
Grappig ook dat platvissen zich als borden op mekaar kunnen stapelen. Ge ziet ze echt in laagjes liggen. Hun grote probleem is wel dat hun mond onderaan zit en dat de tonijnen hun bek vooraan hebben en dan nog veel sneller kunnen zwemmen ook. Vandaar dat de roggen zo slim zijn om tegen de kant op trachten te kruipen en zo als eerste aan de vis te geraken. Een race met de gewone roofvissen verliezen ze toch.
Vanmorgen bleek Pandora ook terug normaal te werken. Ze ging open, en vooral ze sloot zich ook terug af. We konden fotos opladen want ze accepteerde zelfs de USB-stick, ze herkende zelfs de muis! Misschien had ze gisteren en eergisteren gewoon een PMS-ke.
Loom en lui zijn we voor het duikcentrum eens gaan kijken wat er daar onderwater te beleven valt. Omdat daar de meeste duikers in t water gaan en de beginnelingen hun eerste duiklessen krijgen is het rif er in iets minder goede staat, maar het kleine leven, de begroeingen op de betonnen muren maakt dan weer alles goed.
Het licht was mooi, de zee kalm, het water stond betrekkelijk laag, het leken me de ideale omstandigheden om nog eens wat macrofotos proberen te maken. Maar ik heb er toch de pak nog niet van terug. Het gaat moeizaam. Ik zie niet goed genoeg. In alle gaatjes groeien minuscule plantjes en leven wormpjes en koralen in de gekste kleuren. Nuances waarvan op een foto niet veel van overschiet...
Jullie hebben ook enorm veel geluk : er zitten hier heel weinig doopvontschelpen. Ge zult er dus niet mee overstelpt worden. Ik vond er eentje waarop de lichtinval goed was, maar het was een heel zenuwachtig beestje, ze liet niet in zich binnenkijken, ze klapte elke keer onmiddellijk dicht. Ze stond duidelijk op haar privacy. Toen ze eindelijk aan mijn apparaat gewend was kreeg ik terug wat hoop. Ik stelde mijn afstand in, dat komt in zon geval op 1mm aan, en telkens ik klaar was om af te drukken beet er een kleine zwarte vis in mijn elleboog. Foto naar de bliksem. Keer op keer op keer. Ik denk dat ik dat kereltje vanavond ga opeten.
Kompleet verzilt - want ik had met mijn langdurig onderwater op de loer liggen weer flink wat zee binnengehapt - heb ik zitten genieten van een colaatje op de warme houten trap van het duikcenter. Wat een leven! Voetekes in t zand, pareoke rond uw lijf, volle zon op uwen bol, blik op oneindig (ja dat kan ook niet anders met die contactlenzen van Paul in mijn ogen) en wegdromen maar...
Een snelle lunch. De gasten die hier maar drie of vijf dagen zijn schransen zich te pletter, maar als ge drie weken blijft dan weet ge dat ge nog alle tijd hebt om van alles eens te proeven en volstaat een bordje. En een dessertbordje natuurlijk. Ah ja. Zó sober houd ik het nu ook niet.
Ondertussen zagen we weeral twee volle watervliegtuigjes landen op het ponton ver in zee. Alweer 24 nieuwkomers. En een flinke afvaardiging, zoals steeds aangevoerd door Prem, hen verwelkomend toezwaaiend op het ponton. Het is hier nogal een komen en gaan. Op de gekste uren staat de staff op de pier. Bij alle aankomers, bij alle vertrekkers. Iedereen wordt uitgezwaaid, dat hoort bij de persoonlijke service.eze keer waren het twaalf individuele koppels. Ik begrijp niet waarom ze per se voor het watervliegtuig kiezen. Een enkele vlucht kost maar liefst 129 dollar per persoon! Ik denk dat de speedboot maar een fractie van die som kost. En uiteindelijk hebt ge toch maar een uur tijdswinst want van dat drijvend ponton moet ge toch nog altijd met een bootje tot aan het eiland varen.
Donald snorde voorbij en ik vroeg of Paul straks op de cocktail-party wat moest zingen. Hij was zo blij als een kind dat zijn feest live-muziek ging krijgen. Er ging onmiddellijk voor gezorgd worden dat de gitaar om 7 uur ter plekke zou zijn. Wat ik heel fijn vond, dan moesten wij Robert niet gaan zoeken.
Nu we plots weer een volle agenda hebben vanavond - Paul voetballen om 5 uur, optreden om half 8, en dan het feestdiner zijn we snel aan onze namiddagsnorkel begonnen. Paul zwom dapper uit de lagune de volle zee in. Maar ik amuseerde me zo goed in de lagune dat ik geen zin had om een gevecht met de stroming aan te gaan. Het was zo mooi en fijn in het zeer lage water tussen de waterbungalows dat ik daar ben blijven hangen. Het is een totaal andere wereld dan het koraalrif maar op zich ook even uniek door het leven dat er zich in afspeelt. De bodem bestaat uit stenen, zand, en grote en kleine brokjes versplinterd koraal. En heel die bodem beweegt! Ik kan me niet voorstellen wat zich hieronder nog allemaal moet afspelen. Er worden bergjes zand opgeworpen door een of andere zeebewoner die ge nooit te zien krijgt. De kleine steentjes bewegen door beestjes die hun nest maken of gangen graven. Het is allemaal heel mysterieus.
Om de paar meter komt ge wel enkele zeestaartjes tegen die zich soms tot aan het oppervlak kronkelen, maar een dier van 20 centimeter is hier al bij de groten. Op de stofzuigerslangen na. Ik heb er eentje van wel 3 meter lang ontdekt. Ik heb hem zelf van staart tot kop gefilmd. Er kwam maar geen einde aan. De kop is als een anemoon die bestaat uit een tiental tentakels met fijne haartjes op. Ritmisch bewegen ze aan een heel hoog tempo, en stoppen eten in de mond. Het stopt nooit. Als ge het dier ergens in t midden oppakt dan wordt dat stukje slap en dun, maar owee als ge hun kop aanraakt. Op een fractie van een seconde zijn al de tentakels ingeklapt en schiet er nog een klein gaatje over waarin alles verdwenen is. De rest van de slang krimpt vervolgens in mekaar tot er nog geen meter overschiet. De textuur van zijn huid is ook enorm fijn. En zo zacht.
Er lagen ook veel dikke vette zeekomkommers. Hun vel overdekt met zand en koraalresten. Ge kunt ze afstoffen en dan komt hun mooie gele, bruine of zwarte huid vol kleine putjes tevoorschijn. Ze zijn zwaar en log en liggen weerloos, lichtjes ineengekruld, in uw hand.
De met mossen begroeide stenen vormen kastelen. Gevangen luchtbellen houden de groene en bruine sprieten gestrekt, als stalagtieten die naar de hemel boven het wateroppervlak willen reiken Het lijken kastelentorentjes versierd met kristallen ballonnetjes. En daartussen zweven dan visjes van minder dan een centimeter. In sommige holtes zijn spinnewebben geweven. God mag weten van welk dier. Iets grotere vissen grazen abstracte patronen in de blokken waarop de pijlers van de waterbungalows verankerd zijn. Onbewust scheppen ze kunstwerken.
In een van de vele gaten die naast de betonblokken gegraven zijn vond ik een kleine inktvis. Maar hij wou niet gestoord worden in zijn dutje. Toen ik vroeg om te poseren sloeg het kleine bruine dier wit uit van colère. Ik begrijp dat, ik zou ook niet graag door een reus gewekt worden. En terwijl ge daar heel stil hangt te wachten, met uw buik op de stenen, want genoeg water om te zwemmen is er ondertussen al niet meer, komt daar dan toch plots een kleine haai voorbij geschoten. Hij negeerde me kompleet, en hem volgen kon ik al helemaal niet want ik lag daar als een machteloze zeekomkommer. Elke plotse beweging kon mijn knie of buik openhalen en dat had ik er niet voor over. Ik zie er ondertussen al weer melaats genoeg uit.
Ik was doorkoud geworden door zo veel, geconcentreerd stil te liggen dat ik plots rillingen kreeg en maar richting strand begon te evolueren. Mijn terugtocht werd bekroond door een van de grappigste visjes ooit. Een centimeter of drie barstenvol leven. De ADHD-er onder vissen. Hij kronkelde als een slang, of als de afgehakte staart van een gekko, maar dan in versneld tempo. Het bleek zijn manier van zwemmen. Ocharme die zijn ruggegraat. Het was een mooi dier, bruin met gele vlekken. Hij leefde duidelijk solitair. Tja, wie zou nu ook met zon zenuwpees getrouwd willen zijn. Ik mag er niet aan denken hoe die zijn eieren legt. Die moeten wel een meter in t rond vliegen. Nestwarmte moet die zijn kroost niet direct verwachten. Die beestjes worden gewoon geboren met een trauma.
Rillend kroop ik aan land, haalde snel aan de zwembadbar een fruitcocktail, en nam thuis een heerlijk warme douche. Ik was net op temperatuur en behaaglijk met fotoapparaat en laptop op mijn bedje geïnstalleerd toen de zon begon onder te gaan. Het was weer mooi vandaag! Hier gaat de zon soms nog echt slapen in een wolkengrot zoals Frederik Van Eeden het zo prachtig beschreef in De Kleine Johannes. Bij ons ziet ge de zon haast nooit de einder raken door de vervuiling. Hier kan dat op sommige dagen nog wel.
Paul kwam apetrots van de voetbal want eindelijk had een goal gemaakt. En er waren geen gewonden bij gevallen, hij had niemand van de kleintjes vertrappeld. Daar maak ik me altijd het meest ongerust over : dat er plots 85 kilo op zon ventje van 40 kilo terecht komt.
Zijn snorkel in zee was dik tegengevallen, hij had weliswaar een schitterende nieuwe fish-wash ontdekt, maar hij geraakte door de sterke stroming niet meer terug lang onze pass de lagune in, dus die was veel verder moeten zwemmen tot aan de volgende doorgang. Ook met het snorkelen kunt ge omleidingen tegenkomen, is het niet door het eb waarmee ge vergeten rekening te houden zijt, dan is het door een stroming die ge van boven in de bungalow niet kunt inschatten. Snel moesten we ons klaarmaken voor the function of the repeaters want Paul zou op de cocktailparty gitaar spelen.
Toen we daar aankwamen was het decor een komplete verrassing! Al de bomen aan de lagune hingen vol lichtjes, er stonden schitterende buffetten en iedereen rende druk in t rond. Het moest perfect worden. Zoveel was duidelijk. Het was een feest voor maar liefst 24 trouwe klanten. Sommigen van hen hadden al meer dan 10 keer hun vakantie op dit eiland doorgebracht. Eigenlijk hoorden wij daar niet bij want we komen voor de eerste keer naar Ellaidhoo, maar Prem vond dat we overal en altijd bij alles horen wat hier gebeurd. Tenandere, het telt ook dat we al zoveel keer bij de Keells keten gelogeerd hebben. Hij krijgt wel altijd alles aannemelijk uitgelegd. Hij is echt niet voor één gat te vangen.
De liedjes waren een succes, voor elke taalgroep had Paul iets voorbereid en dat werd geaprecieerd, zowel door de toeristen als door de staff. Ik trachtte ondertussen zo goed mogelijk fotos te nemen van het verzorgde buffet en van de gasten, zodat ze die later kunnen gebruiken. Sri Lankanen zijn gek op fotokes. Een fiasco voor mij want ik ben echt heel slecht in het maken van fotos van mensen, laat staan van donkere mensen in donkere omgevingen met een flashke dat het licht van drie slechtgerichte kaarsen evenaart. Over wat ik weer bij mekaar gefilmd heb zullen we maar zwijgen. Deze reis is de reis van de duistere filmkes.
Prem was eerst te verlegen om een speech te geven dus had ik maar een tekst uitgewerkt die Paul kon zeggen. Dat viel goed in de smaak en uiteindelijk heeft Prem dan toch ook een woordje gezegd. Hij stelde iedereen van de staff nog eens voor, de arme Donald kwam pas aangerend toen hij zijn naam hoorde. Flink in de weer als altijd had hij geen tijd om mee te genieten van de cocktail. Iedereen van de staff kwam ons uitgebreid bedanken, ze vroegen of Paul niet elke dag dat uurtje wou spelen... En Robert ondertussen heel blij dat de gitaar in gebruik was en dat zij even konden rusten. Weer een echte win-win-situatie. Geweldig. Everybody happy. Behalve ik.
Voor mij was het feestje een klein rampje. Ik kon niet anders dan mijn oordoppen dragen, en iedereen wou toch iets tegen me komen zeggen, dus moest er minstens 1 dop altijd even uit en ik stond daar met een video en een camera in mijn handen.
Tenslotte kregen alle genodigden nog een kado en dan schoof iedereen aan het buffet aan. Behalve Prem, die kwam eerst controleren of we zijn speech te doen hadden gevonden. Het was voor hem weer een heel emotionele gelegenheid geweest en dan voelt hij zich onzeker. Dus stonden we daar midden in de drukte hem trachtend te overtuigen dat hij dat heel goed had gedaan, en nee, dat het zeker niet erg was geweest dat hij die mensen zijn vrienden in plaats van zijn gasten had genoemd...
Ik vond het heel triest dat ik niet met de andere mensen samen kon eten, en weer naar mijn donkere boom moest vertrekken. Raj bood me heel lief een troostende schouder aan. Hij is nu samen met Donald tot mijn persoonlijke engelbewaarder aangesteld. Aïsha heeft 1 hoeder en ik heb er twee.
Ik zat aan mijn tafeltje maar wat naar de grote maan boven de zee te kijken, want ik wist echt niet meer wat ik met mijn kop aan moest. Veel eten was er voor mij niet bij want ik miste de moed om telkens naar dat buffet te lopen. De wind raasde in het koordje van mijn oordoppen en ik had mijn losse dopjes niet bij. (Ik heb die hier nooit bij want ik heb hier geen broekzakken om ze in te steken... Ik draag ze altijd rond mijn nek. Tot groot jolijt van Aïsha. Tot groot ongenoegen van mezelf want ik denk dat ik ze thuis van alle fotos ga weg photoshoppen. Ik heb al gedacht om er een alternatief collier van te maken, maar dat gaat niet want ik moet ze bliksemsnel kunnen insteken als t nodig is.) Bij het dessert kwam er vanachter onze duistere boom een nog donkerder persoon : Prem die kwam vragen of we over een half uurtje naar zijn kantoor kwamen om afscheid te nemen.
Ons afscheidsgesprek was haast woordeloos. Er was nog te veel om te vertellen en te weinig dat nog echt gezegd moest worden. Hij vroeg of we niet met Kerstmis naar hier konden komen omdat Selina er dan ook zijn. Ik zei dat het in die periode te druk zou zijn, maar hij redeneerde : Nu zit het hier ook vol. En dat is waar. Maar toch, met kerst- en nieuwjaar ergens stil alleen aan tafelke weggedoken zitten terwijl iedereen feest... Ik weet het niet. Het lijkt me deprimerend. En stel dat de Chinezen vuurwerk gaan afsteken! Ik mag er niet aan denken! Zakelijk vind ik het ook niet interessant voor het hotel dat we hier in die periode zouden verblijven, ik vind dat ze in die dure periode de bungalow beter kunnen verhuren aan de volle prijs. Aan de andere kant... ik zou dan wel kerststal-beeldjes kunnen meesmokkelen en daar zou hij zeker heel blij mee zijn. Och, we zullen wel zien wat gaat er verder met mijn gekke kop zal gebeuren... Nog 10 maanden is lang. Ik kan beter niet zo ver vooruit proberen te kijken.
Donald kwam net voorbijgesnord (hij lijkt wel Roadrunner) dus kon hij nog snel een foto van ons drie nemen. Samen in een zetel zittend, haalden we onze zondagse glimlach boven, hoewel we alledrie eigenlijk heel triest waren. De arme Donald zijn ogen begonnen ook al te blinken...
Prem garandeerde me dat wat er ook gebeurt, mijn lievelingshuisje hier altijd ter mijner beschikking zal staan. Mijn tweede thuis. Misschien helpt dat ook al, als het weer eens teveel wordt in het drukke België, dat ik weet dat deze plek er ook nog is. Dat ik hier nog voor rust en stilte terecht kan.
Met vochtige oogjes bleven we in een stevige omhelzing staan. Maar ge kunt daar niet blijven wortel schieten... Tenandere, hij moest nog een boel papierwerk doen (want hij wil uiteraard zijn hotel perfect achter laten) en zijn bagage pakken, en zijn boot vertrek hier morgenvroeg om kwart voor zes. Veel slapen zal er weer niet bij zijn...
Na een allerlaatste kushandje verdwenen we in de duisternis van de tuin, richting mijn tweede thuizeke. We stopten even aan de zwembadbar om enkele flessen drinkwater mee te nemen en Donald kwam nog even heel treurig vertellen hoe erg hij t wel vind dat Prem er 21 dagen niet gaat zijn. Prem is de olie die heel de machine geruisloos laat draaien. We stonden nog geen vijf minuten te babbelen of onze gsm rinkelde al. Prem. Of hij ons direct mocht bellen als hij thuis was aangekomen. We hebben onze verrassing dat me morgenvroeg hem komen uitwuiven aan de pier dan maar alvast verklapt. Hij was zo blij! Really? Really? You come? You sure?!. Yes we promise.
Ik zou nu niet mogen zitten schrijven. Ik zou nu in mijn bed moeten liggen, want het zal heel snel dag zijn. t Is te zeggen dag, het zal nog nacht zijn als we weer op moeten staan. We gaan weer een vervolg kunnen breien aan onze wel zeer duistere videofilm...
13. Het kussende bodybuilders-wassenbeeldenmuseum.
Na een heerlijk relax vruchtenontbijt op ons terras besloten we ondanks dat de zee iets te wild tekeer ging, toch maar eens onderwater te gaan kijken. Dat bleek een wijs besluit want het gekabbel gebeurde vooral aan de oppervlakte. Beneden was er haast geen stroming. Lange tijd heb ik achter een rots op post gelegen om een klein schichtig blauw met geel fluorescerend visje te pakken te krijgen. Ze zijn zo angstig en snel dat ge echt veel tijd nodig hebt om ze aan uw aanwezigheid te laten wennen. Ik kreeg er op de duur verdorie kou van. Maar hij beloonde me door uiteindelijk te poseren naast een zeester. Ziet ge tenminste toch al hoe klein hij is.
Aan de fish-wash was het een drukte van jewelste. Verschillende grote vissen lagen aan te schuiven en ondertussen dwarrelden er meerdere scholen van andere variëteiten rond. In één oogopslag waren altijd wel een paar honderd vissen tegelijk te zien. Die plek is blijkbaar magisch, niet alleen voor de vissen maar ook voor ons. De koralen zijn er zeer verschillend en de allerkleinste levende wezens zijn er eveneens indrukwekkend. Heel veel denneboomwormpjes en ook enkele kleine blauw fluorescerende schelpen van ongeveer 2 cm. Prachtig om fotos van te maken. Het is adembenemend. Letterlijk en figuurlijk. Ge moet veel geduld hebben om eens ge gedoken hebt en ze dichtgeklapt zijn ze terug open te laten gaan. Maar wat ge dan te zien krijgt... Natuurlijk moest mijn lens weer aandampen. Ondanks het zakje silicagel dat we er nu al bij ingefrommeld hebben... Ik ben dus weer thuisgekomen met een reeks David Hamiltons. Enfin, om er gewoon naar te kijken is het ook heel mooi. Het is zo indrukwekkend hoe die grote vissen hun bek naar voor stulpen en hoe die kleintjes er dan in rond zwemmen. Ge zou denken : hier moeten ongelukken van komen. Maar nee, niemand zou personeel van de fish-wash durven opeten. Dat doet ge niet.
In de rest van de zee is het soms wel een strijd op leven en dood. Nergens beter dan hier ziet ge hoe de groten de kleinere opslokken. Vandaar ook mijn voorliefde voor de bontgekleurde papegaaien, die vreten alleen de rotsen kaal. Ik heb speciaal eens een foto genomen van de bekafdrukken op zon steen. Nu maar weer hopen dat ik de foto niet per ongeluk wis omdat er geen vis opstaat...
Toen we gisterenavond aan t internetten waren gedroeg onze grote laptop zich nogal wispelturig. En vanmiddag leek hij aan zijn doodstrijd te beginnen. De fotos waren er al op gezet, maar hij weigerde dicht te gaan. Niet zo best, gelukkig heb ik de kleine laptop nog waar ik mijn verhalen op schrijf. Door al het computergehannes waren we weer samen met de staff in het lunchbuffet. Eigenlijk is dat best gezellig, en ze vinden het ook niet erg. De toeristen zijn dan al weg en dan gaat het er allemaal heel relax aan toe.
Om elf uur kwam ons gerepareerde fotoapparaat al terug aan met de boot. Ongelofelijk, een reparatie duurt hier twee dagen en kost minder dan dat je in België een bestek zou laten opmaken. Daar zou je dan ook nog eens drie weken moeten wachten eer het effectief gerepareerd was. Volgende keer breng ik al mijn kapotte rommel mee naar hier. Alhoewel, Er gaat hier eigenlijk al wel voldoende kapot. Het ziet er naar uit dat het volgende slachtoffer Pandora gaat zijn.
Onderweg kregen we van de staff een officiële uitnodiging voor een aperitief en een feestmaal morgenavond ter ere van de gasten die regelmatig terugkomen. Het eerste zal ik wel kunnen bijwonen, het tweede natuurlijk niet.
Haris is vanmorgen niet naar huis kunnen vertrekken want twee van de geleasde dhonis zijn in reparatie en de andere was met duikers weg. Nu mist hij het bezoek dat de president vandaag aan zijn eiland bracht. Ik vond het echt jammer voor hem. Zijn broer gaat naar het parlement en hij heeft grootse plannen, dus een gesprek met zijn president had echt nuttig geweest. Hij maakt er zich maar niet te druk in. De mensen zijn hier allemaal veel soepeler dan bij ons als er iets niet loopt zoals verhoopt. Ze zijn niet zo verwend als wij.
Na het eten maakte Haris uit twee palmbladen een vogel voor me. Een heel mooi ding! Hij hangt aan een gebogen nerf van een blad en lijkt echt te vliegen als er een briesje staat. Ik was er zo blij mee als een kind met een ballon. Ik ga hem heel voorzichtig inpakken als ik hem mee neem, dan kan hij verdrogen en heb ik er nog lang plezier aan. Nu hangt hij hier te zweven boven het bureautje waaraan ik mijn verhalen schrijf. Hij draait vrolijk rondjes in de aangename bries die altijd door ons huisje waait.
Haris vertelde dat Prem al contact met hem had opgenomen in verband met de toelating om te zwemmen voor het personeel. Het zou fijn zijn moest dat in orde komen. Haris moet gewoon een officiële aanvraag indienen (het zijn en blijven Sri Lankanen, ze moeten veel papierkes hebben) en dan kan er uitgezocht worden waarom de stomme regel van kracht is gegaan. Is er iemand verdronken, heeft het personeel gasten lastig gevallen, hebben ze bepaalde afspraken geschonden? Eens dat geweten is zal het met de nodige goede afspraken wel in orde komen. Ik hoop het alleszins voor de jongens.
Hun voetbalveld is 4 jaar geleden ook helemaal naar de knollen gegaan door de bouw van de receptie, de waterbungalows en het duikcentrum. Al het bouwmateriaal werd daar opgestapeld en nu is het een veld vol putten en bulten. Dat vinden ze heel jammer want vroeger was hun plein een van de beste van alle eilanden. Hier zal ik dus ook maar eens een goed woordje voor proberen te doen. Ge weet maar nooit wat ik kan bereiken. Het is stom dat dat weer allemaal met aanvragen moet gebeuren, want ik ben niet zon papierkes-mens, ik doe liever dingen dan er over te vergaderen, maar ik ben dan ook een Westerling, en we verschillen nu eenmaal in aanpak. Aan de andere kant begrijp ik best dat ge niet zomaar alles kunt toelaten zonder grenzen te stellen want een paar honderd man personeel in toom houden is geen kinderspel. De meesten mensen zijn hier tof, maar er zitten altijd wel enkele tussen die een arm pakken als ge een vinger geeft. Zoals overal.
De namiddag wou Paul gebruiken om de grote laptop te redden en ik dacht dan eindelijk eens wat te gaan zonnen op mijn terrasje. Als ik dat niet doe dan ga ik naar huis met een knalbruine achterkant en een spierwitte voorkant. Maar op die driehonderd meter dat ik naar huis moet lopen kan er natuurlijk altijd vanalles gebeuren... Zo kwam ik Aïsha tegen en binnen de minuut lagen we weer in het gras te stoeien. Vandaag kon ze haar bal al beter opvangen dan gisteren. Als er toeristen langskomen trek ik me discreet terug zodat ze met haar op de foto kunnen. Ze proberen dan ook wat ze mij zien doen hebben, maar zo snel ze een knabbeltje aan hun arm wil doen lopen ze meestal weg... Vooral de vrouwen. Allez, bang zijn van een vogeltje...
Toen ik na vele babbeltjes eindelijk thuis raakte en mijn bedje spreidde ging de telefoon...
Er zou op het strand een Malediviaans huwelijk plaatsvinden en of ik niet wat fotos wou komen nemen. Daar ging mijn zonnebad.
Ik dus terug op pad. Toen ik het zwembad passeerde zag ik Robert en Rachid, de muzikanten, en die vroegen om wat fotos te nemen terwijl ze over een half uur gingen optreden. Een goed idee want die geflitste fotos van s avonds die trekken op niks. Ik vertelde hun ook van ons plan dat Paul eens wou optreden voor het lagere personeel, dat zij toch ook eens een feestje hebben, en dat dat jammer genoeg alleen kan tussen 10 en 12 uur s avonds. Net als zij ook de gitaar nodig hebben om op te treden. Ze wilden niet liever dan hun gitaar eens een avond aan de wilgen hangen, in dit geval aan Paul, en ze vroegen of hij dan niet ineens voor de toeristen zou willen spelen. Tja, hoe ik dat moet gaan regelen weet ik nog niet. Door altijd te snorkelen zijn Paul zijn stembanden droog als kurk, en ik zie niet goed hoe hij dan vier of vijf uur aan een stuk gaat kunnen zingen. Enfin, we zien wel. De jongens zouden heel graag eens een avond vrij hebben en Paul wil dolgraag af en toe spelen, maar er is nog zoiets als het management ook, en hoeveel meetings er weer gaan nodig zijn om dat afgesproken te krijgen... Ik mag er niet aan denken...
Ik vertrok naar het strand om voor wat fotos te zorgen van de wedding. Deze keer hadden ze een veel mooier versierd podium ineengestoken. Netjes gevlochten palmbladeren, meer plantjes, en iedereen van de senior staff in actie voor vanalles en nog wat. Een ideale gelegenheid voor mij om wat spontane portretjes te trekken. Want als een Sri Lankaan weet dat ge hem gaat fotograferen dan floept hij onmiddellijk in foto-pose. En die is meestal niet te doen. Het was weer geen eenvoudige opdracht. In volle zon donkere mannekes trekken. Mijn lichtmeter sloeg op hol.
Donald kreeg weer zijn witte hoofddoek omgebonden, waarvan ik zou zweren dat het ooit een tafellaken is geweest, de man met de kokosnoot kwam er aan, en in de verte verscheen een Maldiviaanse fanfare. Een tiental mannekes met trommels. Voorop liep het koppel. En oh oh, wie was het die ging trouwen? Nota bene het koppel dat wij twee hier stiekum Johnny en Marina noemen... Hij is zon supermacho. Met godbetert een bok op zijn borst getatoeeerd, nee geen schaap, een schaap met horens, en zij, och laat ik daar maar over zwijgen... Het zullen best lieve mensen zijn maar hun klederdracht en houding is nogal, hoe zal ik zeggen,... een kruising tussen Coronation Street, een voetbalhooligan en een Brit op reis in Ibiza.
Weer kregen we heel de ceremonie zoals bij de Chinezen. Het mooie gezang van Donald, het overgieten van de handjes met water uit een theepot, het samenbinden van de polsen met een wit koordje, het samen iets drinken, deze keer kwamen er zelfs echte trouwringen aan te pas.
Ik hield vooral de man met de kokosnoot in de gaten want die zat al verdacht te zwaaien met zijn kapmes. Ik hoopte alvast dat ze nog enkele reserve noten achter het podium verborgen hielden. En weer ging het ineens knal! En de kokos spatte uiteen. Ik hoop dat de fotograaf van dienst op het juiste moment heeft afgedrukt.
Ik zou echt niet graag op zon podium staan. Tientallen onbekende toeristen in zwembroek staan u ondertussen te filmen en te fotograferen en gaat staat daar voor paal. In dit geval letterlijk want de man had een soort pose aangenomen die op de cover van een body-buildersblad niet zo misstaan. En hij kende maar één pose. Het leek wel een wassenbeeldenmuseum. Een kussende bodybuilders-wassenbeelden-museum. Ik zal er verder maar het zwijgen toe doen want anders moet ik weer teveel gaan censureren alvorens ik mijn verhaal op mijn blog durf zetten.
Hier en daar werd wel eens discreet een blik uitgewisseld die boekdelen sprak maar niemand dierf openlijk in de lach schieten. Gelukkig was ik alleen op pad want als Paul erbij was geweest had ik me nooit serieus kunnen houden. Maar ik wou echt mijn best doen om aan goede fotos te geraken want Prem kan die als reclame gebruiken. Uiteindelijk is dat wedding-gedoe een goede bron van extra inkomsten. En als mensen dat nu fijn vinden, wie ben ik dan om er mee te lachen nietwaar. Maar toch... mijn buikspieren vertoonde toch wat krampen achteraf.
Naderhand vertrok de stoet naar de obligate tafel aan het zwembad om een boel certificaten te ondertekenen. Overbodig op te merken dat die tafel natuurlijk in tegenlicht stond. Daar ging mijn arme lichtmeter dus weer. Ondertussen waren Rachid en Robert volle gas Daar komt de bruid beginnen spelen. Natuurlijk weer met het charisma van een dode kwal. Maar dat schijnt toch niemand op te merken, dus dat is niet erg. De omstaanders keken allemaal naar het koppel en de bruidegom had het al druk genoeg met zijn pose. Heel het gedoe gaf me wel de kans om wat toffe portretten van personeelsleden te maken. Misschien pakken hun lieve donkere snuitjes overdag wat beter op papier...
Eens mijn klus er op zat, toog ik op zoek naar mijn echtgenoot. Die vond ik nergens. Ge moet het maar kunnen op een eiland van een voorschoot groot. Dus trok ik onverrichterzake naar mijn terras. Ik installeerde me gerieflijk op mijn bedje in de zon, en daar kwam de eerste wolk. Ja, dan had zonnen ook geen zin meer. Ik besloot mijn plannen dan maar weer eens aan te passen en het voederen van de roggen nog eens te gaan bekijken.
Onderweg kwam ik mijn puffende echtgenoot tegen met de moederlaptop. Na twee uur knutselen was hij geen stap verder geraakt maar hij schijnt nu toch ook al in the state of mind te geraken dat hij het zich niet meer aantrekt. Zo hoort het hier ook.
We spraken af aan de roggen en deze keer had ik me aan de voeten van de vissenwerper geïnstalleerd. Knus met mijn blote knieen op de ruwe beton. Een mens moet er iets voor over hebben, maar het was dan ook een uitgelezen plek om close-ups te maken als de roggen met hun lieve hondenogen onder aan de muur liggen te bedelen. Prachtig!!! Vanuit deze positie kon ik ook de krabben vlak voor mijn lens krijgen. Onder water lukt dat niet, ze kruipen vliegensvlug in een hol als ze een mens zien komen.
Paul kwam wat filmen en ondertussen raakten we aan de babbel met een Nederlands koppel dat hier net aangekomen was. De vrouw was wat bang om te gaan snorkelen omdat ze die haaien zag, maar we hebben haar snel over haar eerste angst over geholpen. Uiteindelijk kwam weer de klassieke vraag : Hoeveel dagen blijven jullie hier? en dan antwoorden wij eerlijk : Oorspronkelijk twee weken maar we hebben een week verlenging genomen. Als altijd gaan de ogen dan op steeltjes staan want de meeste mensen komen hier voor vijf dagen of een week. Ofwel reageren ze dan plezant jaloers, of anders bekijken ze ons alsof we gek zijn. Wat kunt ge hier nu in godnaam drie weken zitten doen?!!!
Geen probleem voor mij, ik amuseer me opperbest, en als Paul geen optreden zou hebben half februari en nog vier repetities op zijn agenda heeft staan, zou ik hier best nog een week langer willen zitten. Maar niet alle mensen zijn hetzelfde. Gelukkig maar. Ik doe ook geen moeite meer om te verklaren waarom ik me hier zo gelukkig voel. Hyperacusis is iets dat ge wel op vijf minuten kunt uitleggen, maar om het te bevatten hebt ge waarschijnlijk vijf jaar nodig. We doen ons voor als luie gepensioneerden. En nu ik er zo eens over nadenk.... Dat statuut bevalt me best.
Vanavond kwamen de muzikanten even bij ons verpozen, ze hadden een pauze want er werd bingo gespeeld. s Middags verzorgt Donald huwelijken met een wit doekje rond zijn hoofd en s avonds staat hij met een gek hoedje de bingo of crab race te leiden. De charmes en de veelzijdigheid van het hotelleven zullen we het maar noemen.
We hebben aan Prem een gulden middenweg voor het optreden afgesproken. Paul speelt het eerste uur en de muzikanten de volgende twee. Dan hebben ze toch even rust, horen de gasten eens iets anders en kan Paul wat spelen. Iedereen tevreden. Hij vind het ook een prima idee dat we een concertje voor het personeel organiseren, dan hebben die jongens ook eens wat afleiding.
Onze goeie oude laptop wil de pijp niet écht aan Maarten geven, hij wil zich alleen niet meer sluiten. Misschien vind hij het hier ook zo mooi dat hij geen minuut wil missen. Ik begrijp dat beter dan wie ook.
Tijdens ons ontbijt - jaja, alweer op ons terras - werd er voor onze neus in de lagune een ware veldslag geleverd. Enkele grote vissen bleven maar scholen kleintjes omsingelen, het was een gespartel van jewelste, en de arme prooitjes sprongen met de hele school tegelijk in wijde bogen boven water in een poging te ontsnappen. Die heelder groepen springende vissen trokken dan weer zeemeeuwen aan die de arme sukkelaars uit de lucht kwamen pikken. Het engelse spreekwoord Out of the frying pan, into the fire was hier echt van toepassing.
En wij ondertussen maar fruit in yoghurt soppen en pannekoeken eten.
Weer een apart beroep ontdekt : hoefsmid op de Malediven. Bij gebrek aan nagelknipper zit Paul hier ondertussen mijn teennagels te bewerken met het naaischaartje. Hij is bang dat er stukjes rots onder mijn nagels zouden terecht komen. En dan zou hij mij moeten opereren en dat is niet zijn specialiteit. Op reis ben ik de chirurg van dienst. Alhoewel dat deze keer de chirurg haar wonden niet al te snel genezen. Ik zit al een week met twee dikke koraalbrandplekken op mijn knie en ondanks al mijn experimentele smeersel zien ze er nog altijd als paarse bloemkooltjes uit.
Even overwoog ik om een ochtend thuis door te brengen want ik zat zo zalig te schrijven maar de lokroep van de geheimzinnige onderwaterwereld werd al na een kwartiertje te sterk.
Het was lekker hoog water en dat was een goede gelegenheid om eens te gaan kijken of de inktvissen niet thuis waren. We zwommen naar hun holen tegen de pijlers van de paalwoningen, maar we vonden niemand thuis. Misschien zijn ze wel op shopping trip naar Male.
Het is toch indrukwekkend wat een gaten ze graven, het lijkt wel of ze in staat zijn om zon pijler te ondermijnen. Aan de andere kant, als ge over acht armen beschikt zal het wel snel gebeurd zijn om wat rotsblokken te verschuiven en een knusse kuil te graven. Zeker als de achtermuur van uw living uit een stevige betonblok bestaat is het ook al makkelijker om een stevige woning te bouwen. Prefab voor inktvissen.
Hun holen worden blijkbaar overdag gebruikt door nachtvissen die daar hun dutje komen doen. Eigenlijk zouden ze een bordje Do not disturb moeten hangen.
Buiten de lagune was het ook heerlijk. Aan de drop-off bevindt zich boven enkele grote koraalschijven een heuse fish-wash. Het is er een drukte van belang, er wordt gewoon aangeschoven. De poetsvissen runnen hier wel een zeer rendabel bedrijf. Flinke vissen van een halve meter lang van allerlei soorten hingen rustig te wachten tot de visjes hun kieuwen en tanden en huid kwamen afknabbelen. Net als bij de tandarts sperren ze gedwee hun bek wijd open, zodat de kleine poetsvrouwen tot achter de verste kiezen kunnen om de ongerechtigheden op te eten. Ik zie het mijn tandarts thuis al doen. Hm, een meevaller! Ge hebt vanmorgen marsepein gegeten. Even proeven van welke noten hij gemaakt was. Oh, amandeltjes! Lekker! Doe uw mond maar goed ver open want daar zie ik nog een smakelijke brok zitten.
De vissen lieten zich zelf niet storen toen we er naar doken om ze te filmen. Het was wel een vermoeiende bezigheid want we moesten er telkens wel een meter of vijf voor duiken. Het vervelende is dat ik op die diepte met een flash moet fotograferen en dat het wel een halve minuut duurt eer ik een tweede keer kan flitsen. Ondertussen is het dan kwestie om op die diepte te kunnen blijven wachten. Uit mezelf floep ik gewoon naar boven. Voor mij is t echt werken om zo diep te kunnen blijven. En al die moeite doe ik niet voor 1 poging, ik wil minstens drie fotos kunnen maken vanuit verschillende hoeken. Na een dikke minuut hang ik daar beneden dan meestal te stikken en ben ik heel blij dat ik me terug naar boven kan dabbelen. Dan kan t ineens niet rap genoeg gaan.
Naast de fish-wash bevond zich een grote ronde koraal waarop denneboom-wormpjes in alle kleuren woonden. Zon zalige diertjes om macrofotos van te maken! Het probleem is dat als ik op minder dan 10 centimeter nader, mijn apparaat eindelijk op een zinnige manier gepositioneerd heb om zeker niks te beschadigen, die kereltjes, floep, weg zijn. Op een fractie van een seconde wordt de kerstboom ineengeklapt en verdwijnt de worm in zijn minuscuul gaatje. Alle moeite voor niks.
Al snel kreeg ik ook condensproblemen en dan is t helemaal vloeken. De keren dat het eerste woord dat ik uitgeput uitspuw als ik aan de oppervlakte kom een welgemeende shit!! is, zijn niet te tellen.
Als ge veel geluk hebt kunt ge de lens ontwasemen door er lang genoeg uw duim op te houden. Maar als zowel lens als scherm aangedampt zijn zijt ge helemaal gezien. Of beter gezegd : ziet ge niks meer en kunt ge niet scherpsstellen. Gisteren was dat weer het geval. Ik dacht het te kunnen oplossen door wat rond te dobberen met de camera onder mijn oksel geklemd, dat lijkt me de warmste plek. t Is geen zicht om zo rond te hangen maar ik denk dat de vissen ondertussen al veel gewoon zijn. Toen ik na een minuut of 10 de uitslag van mijn experiment bekeek, bleek ik de situatie gewoon nog wat erger gemaakt te hebben : alle plastic was nu besmeurd met vettige factor 30 die er onder water natuurlijk met niks meer af te krijgen is. Alweer gedaan met fotograferen dus.
De dag daarvoor had ik mijn probleem op een andere, maar al even zinloze probleem, trachten op te lossen. Toen was alleen mijn lens aangedampt en ik redeneerde : als men koorts heeft steekt men een thermometer onder zijn tong, dus daar moet het lekker warm zijn. Ik haalde mijn mondstuk eruit en foefelde de lens van mijn camera in mijn mond. Dat het een enigszins vreemd zicht was om zo rond te zwemmen was het laatste van mijn zorgen. Ik had een veel groter probleem. Aangezien ik mijn duikbril nog op had kon ik niet door mijn neus ademen. En mijn mond zat vol camera. Ja sorry, maar door mijn oren ademen kan ik nog niet, dus ook dat experiment mislukte. En even terug naar huis zwemmen om de camera uit zijn plastic bakje te halen is ook zinloos, want dan ben ik al snel een half uur kwijt...
Ik vraag me af of die moderne dure cameras ook zon problemen veroorzaken... Eigenlijk zou ik van mijn portemonnee toch eens een steen moeten maken en in t duikcenter zo eentje voor een halve dag gaan huren, dan weet ik misschien meer. Maar ik zie er vooral tegenop dat ik daar dan weer zoveel tijd aan ga verliezen om ermee te leren werken. Op een halve dag doet ge niet veel... En ondertussen wordt er dapper verder gesukkeld, gelukkig met de nodige lachbuien, die dan ook weer de nodige problemen veroorzaken. Als ik niet bezig ben met te verdrinken door een camera-probleem, dan verzuip ik wel door de slappe lach te krijgen.
Onderwaterfotograferen met onze bakskes, t is niet simpel.
Wat het de laatste dagen ook extra moeilijk maakt zijn de kleine schapewolkjes. Ge maakt uw lichtinstellingen tijdens een moment van volle zon, eens beneden blijkt er een wolkje voor de zon geschoven, en kunt ge weer in menus gaan klikken om uw belichting te veranderen. Paul hangt soms geamuseerd aan de oppervlakte te kijken wanneer ik terug naar boven ga komen, hij zei daarstraks zal : Er zijn momenten waarop ik me afvraag of gij al niet beter een lunchpakket zou meenemen als ge onderduikt. Hm ja, daar zit iets in, maar ik heb al zoveel in mijn mond en mijn handen.
Toen we uit het water kwamen had Pushpa, de lieve Sri Lankaanse zwembadkelner, kokosnoten voor ons weten te versieren. Wat een genot om, als elke smaakpapil op uw tong gepekeld is dan die zachte, zoete kokosmelk door uw keel te kunnen gieten...
We waren als altijd weer rijkelijk laat voor de lunch, het grote voordeel dan is dat er haast geen volk meer aan t buffet komt behalve de senior staff, want zij eten als laatsten. Nadeel is dat sommige gerechten op zijn, maar de rust is me meer waard dan uitgebreid eten. Achteraf kunnen we dan ook wat babbelen met Haris. We hadden toch nog zoveel vragen en morgen gaat hij op verlof naar zijn eigen eiland en de andere kelners spreken veel minder goed engels.
De laatste jaren komen hier alle groenten en fruit per vliegtuig uit Sri Lanka, maar wat aten de mensen hier 50 jaar geleden? Zo helemaal geïsoleerd op hun eilandje? Van vis alleen kan je toch niet bestaan. Ik dacht dat ze groenten teelden maar volgens Paul kon dat niet omdat zon eiland alleen maar uit zand bestaat. Rechter Haris moest de oplossing brengen.
En inderdaad, vroeger hadden de mensen akkertjes en teelden ze rijst, sago, graan,... Ze bevloeiden de grond met water uit de bron. Iedereen was destijds slank, sterk en gezond. Er werd matig gegeten en de enige suiker die er was kwam van het palmsap. Tegenwoordig begint men met hydrocultuur.
Ze hebben hier wel een heleboel mondjes te voeren... Op Male alleen al 100.000 man, verspreid over de andere eilanden nog eens 200.000 inwoners en dan de toeristen van de meer dan 170 hotel-eilanden. Niet simpel.
Naast Male zijn ze momenteel dan ook nog een kunstmatig eilandje aan t bouwen om 1000 appartementen op te zetten.
De Malediven gaan proberen om binnen de 5 jaar als eerste carbon-neutral-land ter wereld geschiedenis te schrijven. Eindelijk beginnen ze ook met zonne-energie te werken. En een windmolen zou op een dag als vandaag ook best nuttig kunnen zijn want de zee klotst hier in grote golven over de betonnen beschutting. Nu zien we dat ze inderdaad nodig is om het eiland tegen verder afkalven te beschermen.
We vroegen ons ook af wat het eiland was dat we bij hevig licht aan de einder kunnen zien liggen. Het lijkt wel een ketting van waterbungalows. En dat is het ook. Het zijn er maar liefst 75!! Ze horen bij een heel duur 5-sterren hotel (1500 dollar per kamer per dag) en iedereen wordt er godbetert rondgereden in golfkarretjes...
In het Hilton hotel, ook 5 sterren, maken ze het nog bonter. Daar heeft iedere kamer zijn eigen zwembad. Maar dat is nog niks. Ze hebben ook allemaal hun privé jacuzzi!!! Ja, dat hebt ge echt nodig op een eiland in t midden van een kalme warme zee...
Maar Rangeli spant de kroon. Die hebben onderwaterkamers en een onderwaterrestaurant. Het is zo duur dat het meestal gebruikt wordt voor honeymooners die er een dag of drie doorbrengen.
Ik begin te begrijpen waarom Prem van dit eiland geen 5-sterren ding wil maken, en er naar streeft om de beste uit de 4-sterren categorie te worden. Erover is erover. Teveel luxe wordt wansmaak op een natuurplek als dit.
Ocharme de meisjes van de ngos, die moesten deze namiddag terug naar de luchthaven... Over deze zee... in de speedboot. Ze zullen hun blauwe plekken vanavond in hun eigen Rode Kruis-post op Sri Lanka kunnen verzorgen.
Die sukkels zijn flink afgezet door hun reis via een Sri Lankaans reisbureau te boeken. Ze hebben zo maar even 500 dollar per dag all-in betaald voor een gewone kamer. Prem was van die woekerprijs echt geshockeerd.
Op de terugweg zag ik Aïsha met wat grassprietjes en een takje spelen. Ze plukte het met haar platte bek van de grond en spuwde het terug uit. Ik besloot er zelf wat mee te gaan stoeien en dat vond ze geweldig. Haar eigenlijke speelgoed is een blauw plastic balletje maar zoals met elk balspel... met zijn tweeën is het plezanter. Dus begon ik haar bal op te gooien zodat zij hem met haar bek kon opvangen. In 't begin lukte het niet zo best, maar iets later pakte ze hem al 1 op de 2 maal. Een goeie score vind ik. Ze ging helemaal uit haar dak en begon me te knuffelen en bepotelen, 't is te zeggen, besnavelen. Ze nam mijn arm in haar bek, vervolgens mijn nek, en dan ontdekte ze daar mijn oordoppen. Die moesten natuurlijk afgeprutst worden. Ik was er vrij gerust in want ze zitten stevig rond mijn nek geknoopt. Toch slaagde ze er in om een dopje van zijn staafje te halen. Ik moest dat rubberen ding dus wel terugkrijgen want dat mocht echt niet in haar maag terecht komen. Dus heb ik maar tandarts gespeeld. Haar mond opengesperd en in haar zak gaan zoeken naar mijn dopje. Ze laat me dat allemaal heel goed doen en dus had ik snel mijn dop terug. Aangezien ze daar niet mee mocht spelen schakelde ze over naar mijn staartje. Ze nam het in haar bek en trok er aan, tot ze het elastiekje ontdekte... En dat bleek wel heel boeiend om er af te prutsen. Pelikanen zijn verdraaid handige, of bekkige, beesten. Ze ging zo op in haar spel dat we op de duur samen op de grond lagen te rollen, ondertussen had ze ook al aan de punten van mijn pareo zitten peuteren dus ik moest nog goed oppassen om niet voor zedenfeiten opgepakt te worden want deze keer had ik geen badpak onderaan en haar begeleider en nog enkele andere stafleden stonden op de stoeipartij toekijken. Op sommige momenten leek het wel of we "Leda en de zwaan" aan het naspelen waren. Ik zie hier al een wit-geel gestreept bootje met tralies voor de patrijspoorten aanmeren...
Na een hele tijd spelen werd ze moe en dan heeft ze in mijn armen gelegen! Wij samen op het gras in mekaar gekruld. Dat voelde zo fijn! Zo'n enorme zachte vogel waar ge uw kop op kunt leggen.
Het is wel heel anders dan met een poes spelen, want een pelikaan zijn nek beweegt als een slang en die bek is helemáál onvoorstelbaar, ge weet nooit welke richting het geheel uit gaat gaan. Alles draait en kronkelt alsof het los van mekaar staat. Ze bijt niet, ze knabbelt enkel, het enige waar ge voor moet oppassen is dat ge de punt van de snavel niet in uw ogen krijgt. Maar ze vindt het helemaal niet erg als ge haar bek af en toe wegduwt of dichthoudt als ge vindt dat ze te ver gaat. Wie had ooit kunnen denken dat ik nog eens met een pelikaan zou kunnen spelen? Ik was daarna wel een beetje vuil en er hing ook een lichte essence van vis rond me. Chanel Poisson Rose. Een kniesoor die zich daar aan zou ergeren. Ik hoop de volgende dagen haar balspel nog wat te kunnen verbeteren.
Het was echt zinloos om vanmiddag te gaan snorkelen, er stond een flinke wind zodanig dat de golven met schuimkopjes bekroond worden. Geen goede omstandigheid om tussen koralen te hangen zwieren en zeker niet om te fotograferen. Op ons terras in de zon liggen en schrijven was ook eens tof. Paul ging rond 5 uur voetballen en mijn plan was even in 't zwembad te gaan drijven en me dan in mijn huisje terug te trekken. Overbodig te vermelden dat van mijn simpele plan niet veel in huis kwam.
Ik besloot om even wat foto's te gaan maken van mijn dartele echtgenoot, maar toen ik langs de roggenvoederplek kwam was een man ze net hun vis aan 't geven. Dit wou ik nu toch wel eens langs boven zien, want tot hiertoe hing ik dan altijd onder water. Wel, het is even indrukwekkend om ze vanop het droge bezig te zien! Ge ziet dan nog beter hoe groot ze zijn en hun kleuren komen ook beter uit. De meesten zijn donkergrijs maar er zit er ook een prachtige bruine tussen. Bij elke hap visafval die in de lagune geworpen wordt beginnen alle tonijnen en sommige roggen er in razende vaart op af te snellen. De slimme roggen echter, die lagen rustig aan de voet van de muur waar de man met zijn bak vis op stond. Ze keken met smekende hondenogen naar boven en wachtten geduldig hun beurt af. Ze wisten dat ze niet aan dat stomme geconcurreer met de supersnelle tonijnen moesten mee doen, want af en toe werd hen speciaal iets toegeworpen. Soms hing er wel een drietal tegen die muur. Het deed me denken aan onze poezen die op zondag rond onze tafel zitten te wachten op sneetjes hesp.
Op de muur zaten ook enkele reigers hun beurt af te wachten, en ook zij werden bedeeld.
Toen de bak bijna leeg was kieperde de man hem om. Het water kleurde rood en plots, als uit het niets tevoorschijn gekomen, zwommen er twee haaien. Ze hadden bloed geroken en kwamen ook hun deel van de koek halen. Tja, dit vind ik persoonlijk een iets minder goed idee want het waren toch al beesten van meer dan een meter lang... Ik vind dit miserie zoeken.
Tussen het geplons en gewarrel van de haaien, de roggen en de tonijnen stak ook een trage murene haar kop vanuit haar hol onder de muur. Ik veronderstel dat ook hij nog wel iets te pakken heeft gekregen. Omdat de zee zo wild was denk ik dat er betere foto's te nemen zijn als de zee kalmer is. Alleszins ik ga zeker nog terug kijken want het is een geweldig spektakel.
Maar nu was ik nog altijd niet tot aan het gedartel van mijn echtgenoot geraakt. Naast het restaurant ligt het voetbalveld en daar zag ik al die kleine, fijne, donkere mannetjes rondrennen met één bleke brede uitschieter. Makkelijk om te filmen want ge ziet direct welke ge moet hebben. Aangezien ik geen jota van het spel snap was het natuurlijk wél lastig om op de goeie momenten te fotograferen. Ik vind dat spel nog onvoorspelbaarder dan stoeien met Aïsha.
Ik wandelde langs de pier en daar vertrokken net de NGO-meisjes. Met veel pijn in het hart. De Belgische ging nog enkele weken op Sri Lanka werken en dan ging ze een paar maanden duiken. En daarna zal er wel weer ergens een of andere oorlog begonnen zijn waar ze naartoe gestuurd wordt. Ook een onvoorspelbaar leven.
Een tiental managers stonden de boot uit te zwaaien. Zo schattig ze allemaal op een rijtje te zien staan zwaaien. Na een korte babbel ben ik dan toch eindelijk tot aan het zwembad geraakt. Terwijl ik wat ronddreef mixte Pushpa een lekker fruitsapje voor me. Wat een leven.
Vanop het ponton zag ik nog een kleine inktvis, maar de zee was zo wild dat er zelfs al geen surrealistische foto's van te maken waren. Ondertussen kwam achter me de volle maan op. Ik wist niet naar wat ik eerst moest kijken : de zonsondergang of de maanopkomst...
Het diner was vanavond echt niet fijn. Omdat er "a function" was voor een groep Chinezen, waren er twee tafels in ons geheime hoekje bijgezet. Het gerinkel van bestek kwam dus van alle kanten. Donald kwam aangesneld, beduidde de kelners stiller te rammelen en wou onze tafel laten verzetten. Maar ik zou niet weten naar waar... We kunnen ze toch moeilijk midden op 't voetbalveld zetten? Trouwens het was niet alleen het bestekgeluid, ook het geruis van de wind in de palmen gemengd met de kreten van kleine Chineesjes die al krijsend tafelvoetbal aan 't spelen waren deden pijn. Hier was geen oplossen aan. Nee, ik zou wel met dopjes in eten, mijn eetlust was toch al weg want mijn kop zat vol. Donald keek triest maar ik zei dat het helemaal geen ramp was als het een keer niet lukte. Trouwens, we eten nu al elke morgen thuis op ons terrasje en dat spaart me toch ook al een boel gekletter per dag. Ik vroeg hem nog eens of hij daar toch écht geen bezwaar tegen had, want uiteindelijk geven we zo aan de andere toeristen wel een verkeerd voorbeeld, maar hij pakte me vast en antwoordde : "Whatever you like madam. It's never a problem."
Gisterenavond zei ik nog eens tegen Prem hoe gelukkig ik met mijn huisje was : de zon vanaf 's middags, de stilte, de afzondering... Hij zei met dat datzelfde huisje tot mijn beschikking zou staan telkens ik zou komen. Zo lief.
Heel discreet ben ik vanavond aan Raj gaan melden dat ze onze kamer deze week al tweemaal vergeten te poetsen zijn. Persoonlijk vind ik dat niet erg, maar misschien gebeurt dat bij andere toeristen ook, en zo zou het hotel onverdiend een slechte naam krijgen. Tegen Prem wou ik het niet gaan zeggen want ik wist niet wat een lawine ik dan op gang zou brengen. Zijn Lily haar kamer niet gepoetst?!!! Oh my God!!!
Nee, voor zoiets ga ik liever naar Raj, hij is de tweede in rang en wordt toch de man in charge als Prem op verlof gaat, hij zal dat poetsprobleem meer relativeren en het minder drastisch aanpakken.
Desalniettemin schrok hij zich toch een aap, was heel blij dat ik het verteld had en greep naar zijn telefoon. Ik ondertussen maar teken doen : Maar maak er geen te groot drama van hé?!!"
Gelukkig bleek housekeeping juist in meeting. (Ge kunt u niet voorstellen hoeveel "meetings" hier per dag gehouden worden.) Alleszins, Raj ging de zaak onderzoeken en op punt stellen. Paul vertelde dat we nochtans ons labeltje "kamer poetsen" aan de deurklink hadden gehangen. Heel droog antwoordde hij : "Ah nu snap ik het. Ge moogt dat bordje niet gebruiken want ze verstaan dat niet." Begrijpelijk wel. Op de tekening van dat labeltje staat een dikke ouderwetse poetsvrouw afgebeeld (blond dan nog) met een stofzuiger in haar hand. Tja, als ge alleen mannelijke, slanke, zwarte poetsmannen hebt, die niet eens een stofzuiger kennen, dan kan dat inderdaad wel verwarring scheppen. De kamerjongens zijn natuurlijk het laagst gekwalifeerde personeel, het zijn jongens die in Pakistan of Bangla Desh geen werk vonden, en dan maar op de Malediven hun geluk gaan proberen. Raj lachte dat het een goed idee was om er niet mee naar Prem te gaan : "Lily's room not cleaned... Oh oh, I guess he would have fired the man." Dat was nog niks geweest ik was eerder bang dat hij aan de haaien zou gevoerd worden. Raj heeft een heerlijke zin voor humor.
Omdat Haris morgen naar zijn thuiseiland vertrekt moesten we geld wisselen om hem zijn fooi te kunnen geven. Toch wel straf dat ge eerst uw euro's in dollars moet omwisselen om zo aan rufyaah te geraken.
Haris had een flinke hoeveelheid euromuntjes bij mekaar gespaard die hij van gasten had gekregen en vroeg ons om ze in briefjes om te zetten. Met muntjes kunnen ze in 't buitenland nergens in een bank terecht, die aanvaarden enkele biljetten. 1 dollar is een briefje, 1 euro een muntje. Zeer vervelend voor hotelpersoneel, want die euro is meer waard, dus krijgen ze die liever, maar ze kunnen ze hier niet gewisseld krijgen. Niet te tellen hoeveel keer wij al met een halve kilo kleingeld van een reis zijn teruggekomen. Ooit moeten we daar nog bagageoverwicht voor gaan betalen. Wat me ook verbaasde is dat er 10 eurocent muntjes bij zaten. Wie durft nu zoiets als fooi geven?
We namen afscheid want morgen neemt hij misschien de eilandenferry (als die komt opdagen...), "De Lijn" is hier niet zo klokvast als bij ons, en zien we hem misschien niet meer. Misschien wel nooit meer. Maar och, dat heb ik al van zoveel mensen gedacht en toch komen we hen dikwijls op heel andere plaatsen dan we ze ooit ontmoet hebben toch weer tegen.
In de stilte van de receptie zijn we weer een worsteling met het internet aangegaan en uiteindelijk hebben we de veldslag gewonnen. De mails zijn verstuurd, en de reisverhaaltjes staan alvast voor de drie volgende dagen op mijn blog geprogrammeerd.
Tegen middernacht dook Prem plots terug op, er waren zes nieuwe Chinese gasten aangekomen en hij wou die verwelkomen. De mensen hadden ook nog niks gegeten, dus hij wou er voor zorgen dat de keuken nog even in actie schoot.
Ik heb nog geen enkel ander hotel gekend waar ze zo voor hun gasten zorgen. Integendeel, als ge in de meeste grote resorts 5 minuten na de sluitingstijd van het restaurant aankomt zeggen ze eenvoudig : "Sorry, de keuken is al dicht." In 't beste geval staat er dan nog een uitgedroogd sandwichke op u te wachten, maar ooit kregen we ook als antwoord : "Ge kunt aan de bar chips gaan kopen."
En dan te bedenken dat de hotel-business ooit ontstaan is met als basisbegrip "gastvrijheid"... Daar zijn we het laatste decenium in de meeste gevallen toch ver vanaf gedreven. Maar hier gelukkig niet.
Ons ontbijt kan je zelfs niet in een 6-sterren hotel krijgen. (Ah nee, want dan zou een of andere roomboy alles op een kar met rammelende wieltjes binnen komen rijden en moesten we ook altijd aangekleed zijn.) Deze manier is super de luxe. Paul kan van 't buffet kiezen waar hij zin in heeft en voor mij is fruit en yoghurt al voldoende. Er komen geen vreemde mensen aan te pas en we kunnen puur natuur zitten eten met zicht op niet meer of niet minder dan een oceaan vol vissenaktie.
Akkoord, de andere toeristen mogen zoiets niet. Het is volgens de reglementen niet toegelaten om eten uit de restaurants, of drinken uit de bars, naar de kamers mee te brengen. Hier speelt natuurlijk weer het feit dat wij Prems Vip-vriendjes zijn. Maar ik ben er 100% zeker van, dat moest hier nog iemand op vakantie komen met hyper-accusis of een andere ziekte waarmee ze moeilijk onder de mensen kunnen komen, en ze het op voorhand zouden aanvragen, ze dezelfde voorrechten zouden kunnen krijgen.
Ondanks het springtij en de wobbelige zee had er veel moois te fotograferen kunnen zijn onder water, want het licht was prima. Had. Verleden tijd dus. Het werd het een rampzalige snorkelpartij. Binnen de korste keren dampten zowel mijn scherm als mijn lens aan en was het gedaan met fotos nemen. Wreed frustrerend want we waren speciaal naar een gebied vol enorme koraalschotels gezwommen waar we met laag tij niet geraken zonder het risico te lopen om begroeiïngen te beschadigen.
Ik heb dan maar wat rondgezwommen met het ding onder mijn oksel in de hoop het te ontdampen. Madam met haar sjakoske op stap onder water... Grrrrrrrr.
Twee blauwe visjes voerden een paringsdans uit. Ze blijven eindeloos - kop aan staart - als beelden op een kermiscarrousel rondjes draaien. Het leek wel een snel bewegend, driedimensionaal kunstwerk van Escher!
We zagen ook een groep flink uit de kluiten gewassen anemonen bewoond door clownsvissen, die ons zoals steeds met grote ogen aankeken, en zich terugtrokken tussen de tentakels van hun huis als we te dichtbij kwamen.
Al dat moois, zoals steeds omringd door enorme scholen vis die voorbijflitsen, en vele solitairen die ofwel aan de rotsen graasden ofwel op rooftocht waren.
Eens terug in de warmere lagune ontdampte mijn ding een beetje in t midden van de lens en kon ik er toch nog wat David Hamiltons uitpersen. Met zon camera hebt ge voor special effects geen photoshop meer nodig. Die apparaatjes hebben toch al voor frustraties gezorgd ja...
Als ik ooit nog op snorkelvakantie kan gaan zal het met een echte onderwatercamera zijn - zoals al die andere mensen die hier de modernste kleinste dingen rond hun pols hebben bengelen. In plaats van met oude bovenwatercameras in plastic bakjes die langs alle kanten licht doorlaten en uw scherm door de weerkaatsingen meestal zo goed als onzichtbaar maken. Fotograferen op den tast, verdomme. OK, om heel eerlijk te zijn, die bakjes staan ook al jaren vol krassen omdat ik er al ontelbare fotos mee gemaakt heb tussen rotsen en tussen de scherpe zijkanten van doopvontschelpen, en meer van die dingen waar ze eigenlijk niet echt horen tegen te kunnen. Laten we stellen dat ze, euh, geleefd hebben.
Ik droom van een camera die automatisch zijn kleur aanpast omdat hij weet dat rood de eerste kleur is die onderwater niet meer zichtbaar is, van eentje waarvan ik tenminste kan zien en zelf kan instellen op welke snelheid ik trek, in plaats van op een golfer of een sneeuwman moeten te zitten klikken en dan de EV bij te regelen. Ik ben het beu om anderhalve minuut op 5 meter diepte te hangen stikken omdat ik vier menus moet openklikken om mijn licht aan te passen omdat er net toen ik beneden aankwam een wolkje voor de zon schoof, en dat ik dan amper 1 fotoke kan nemen omdat mijn flash zich niet kan herladen voordat ik kompleet verzopen ben. Ik weet het zeker, Sinterklaas gaat me dat brengen. Ik denk zelfs de Paashaas al. Hazen zijn rapper dan Klazen.
Toen wij rond half drie onze lunch beëindigden kwam Prem aangestapt, hij schepte snel een bord vol eten en kwam bij ons zitten. Al sinds zes uur was hij op gang en had nog geen hap gegeten. Nu moest hij wel rap een hap bijeengrabbelen want de keuken ging sluiten. En hij wil onder geen voorwaarde dat voor hem een uitzondering op de regel wordt gemaakt. Telkens weer valt het me op hoe lief en attent hij zich gedraagt tegenover de mensen die hem bedienen. Voor het kleinste lepeltje dat ze hem brengen bedankt hij hen. Het is niet voor niets dat hij door zijn mensen op handen gedragen wordt.
Eindelijk had hij eens een half uurtje om wat bij te praten alvorens zijn telefoon hem weer op pad joeg. We praatten over Selina die sinds de tsunami niet meer de teruggetrokken vrouw van den baas is maar aan een blitzcarrière begonnen is in de hulpverlening aan vluchtelingen. Momenteel zit ze in India, ze heeft de controle over het beleid van World Concern in Sri Lanka en Bangladesh en regelmatig wordt ze ook naar Viëtnam gestuurd. Hij verlangde er naar zijn vrouw zaterdag weer te zien en dan samen een paar weken te kunnen doorbrengen, alvorens ze weeral naar een congres in Seattle vertrok.
Hij vertelde trots dat dit hotel, sinds de 7 maanden dat het in zijn handen was, al van de 37ste naar de 24ste plaats op de ranglijst van de in totaal 163 Maldiviaanse hotels gestegen was. En hij wil nog hoger geraken. Maar het gaat wel een vier sterren hotel blijven. Om er een vijf ster van te maken zou teveel aan infrastructuur kosten. En de huur van het eiland loopt nog maar 10 jaar. (In de Malediven kunnen buitenlanders, zoals in de meeste Aziatische landen geen grond kopen, er kan alleen gehuurd worden). Stel dat ge hier vanalles herbouwt, en het huurcontract wordt niet verlengd en uw kosten zijn niet afgeschreven, zijt ge wel ferm gezien. Een eiland huren is ook niet goedkoop, ge betaalt jaarlijks meer dan een miljoen euro, dus ge moet wel goed uitkijken om het rendabel te maken. Tenandere een vijf ster maakte niet noodzakelijk meer winst dan een vier ster.
Een vier sterren hotel is ook fijner. De mensen doen normaler. (Behalve ik dan.) En de sfeer is lekker relax. Iedereen loopt hier constant op blote voeten, dat kan omdat de vloer van alle gebouwen overdekt is met een dikke laag zand. Niemand loopt hier super opgekleed, of echt ordinair, tijdens de maaltijden, qua kleding is het de gulden middenweg. In bikini eten hoort niet, maar zelfs s avonds zijn bermuda-shorts geen ongewoon zicht. Een kostuum boven blote voeten zou ook maar een raar zicht zijn.
Hij vertelde ook hoe tof het hier geweest was met kerstmis, maar dat hij het zo spijtig had gevonden dat de douane de beeldjes voor zijn kerststal vernietigd had. Hij kan hier ocharme zijn geliefde Jesus-prentjes niet op zijn bureau hangen waar het vroeger op zijn kantoren in Sri Lanka vol van hing. De Maldivianen zijn nogal strikt op gebied van godsdienst. Het is en blijft een moslimland.
Vanzelfsprekend kwamen ook de problemen met personeelsbeleid aan bod en toen zag ik mijn kans om even te lobbyen voor het zwemmen van de jongens. Hij viel uit de lucht, en wist niet eens dat ze graag zouden willen gaan zwemmen, want ze hadden het hem nooit gevraagd. De niet-zwemmen-voor-personeel-regel was er op dit eiland altijd al geweest omdat rondom rond elke plek benut is voor een gastenkamer. En uiteindelijk was dit de mannen hun werkplaats en geen vakantieplek, en ze hadden toch een fitnessruimte om te sporten!...
Jaja mijne lieve vriend, natuurlijk, dat is allemaal wel zo, maar als ge uw personeel nóg gelukkiger kunt maken, dan werkt het misschien nóg beter?...
Ik legde hem het systeem op Velidhoo uit, waar het personeel mag zwemmen achter de pier na hun naam genoteerd te hebben bij de security.
Hij was direct bereid de zaak te onderzoeken om eerst uit te vissen waarom hier ooit een zwemverbod gekomen was. Hadden de jongens de gasten lastig gevallen? Was er eentje verdronken? Hadden ze misbruik van de situatie gemaakt
Hij zei dat ze maar een woordvoerder moesten aanstellen en hun verzoek overmaken en dat hij er dan het nodige voor zou doen. Ja, Sri Lankanen en officiële documentjes... dat is toch wel een zeer geslaagd huwelijk.
Maar kom, ik was al tevreden dat de basis gelegd was.
Bij een volgende zitting lobby ik voor de heraanleg van hun voetbalveldje.
Toen tenslotte toch de fanfare van zijn gsm begon te spelen sprong hij recht, alweer met de onnodige verontschuldigingen : "Ge neemt het me toch niet kwalijk dat ik hier zo weinig tijd bij u kan zijn hé?... Maar ik heb hier zoveel werk... Het is hier niet zoals vroeger begrijpt ge?..."
Alsof we dat verschil niet zouden snappen! Nee, 't is hier zeker niet zoals vroeger, toen we soms de twee enige gasten in zijn hotel in het Tamilgebied waren, nogal logisch dat er toen veel meer tijd was om samen op te trekken. Hier is elke kamer constant volzet. Hier moet de mens van 's ochtends tot 's avonds een klein dorp aan de gang zien te houden!
Prem vertrok naar zijn kantoor en wij naar het onze. Ieder zijn job. Wij moesten onze foto's op de computer gaan zetten. Het moet gezegd : ons bureau is wel iets knusser. Lekker winderig en koel, zonder airco, al onze ramen en schuifdeuren open, en zicht op zee langs overal. En als onze telefoon rinkelt is 't enkel om te vragen of we wel gelukkig genoeg zijn.
Na "het werk" in zee geploft. Gaan rondhangen tussen de grazende vissen die in het zachte avondlicht met honderdtallen hun buik zitten te vullen door de rotsen af te knabbelen. Ge hoort de papegaaien de stenen met hun snavels vermalen. Machtig! Het is zo eens iets anders dan een weide vol grazende koeien. Maar het maakt wel veel stof. Uiteindelijk : wat ze opeten moet er ook terug uitkomen. In wolkskes.
Van boven op onze vlonder kon ik twee inktvissen zien. Ik probeerde hun op verschillende manier te fotograferen want de zon was al onder en het water heel rimpelig. Ik kreeg als resultaat een prachtige reeks surrealistische schilderijen! Gefragmenteerde inktvissen! Honderden puzzelstukken die een inktvis zouden moeten voorstellen! Allemaal strak afgetekende blokjes waar de kleur van afspat! Van deze serie komt er zeker eentje aan mijn muur te hangen.
Net voor we naar het diner vertrokken deden we een heerlijke ontdekking : als de wind en de sterren en de maan en het getij goed staan, en vooral als een van ons twee met gestrekte arm de draadloze antenne in de lucht houdt, reikt het bereik van het internet tot in ons huis!!! We moeten het systeem nog wel wat perfectioneren want hier telkens een half uur als Vrijheidsbeeld gaan staan is nu ook niet echt praktisch. Maar dat komt wel in orde.
Na het eten zaten we even met Prem in de overdekte, rustige salon een kokosnoot te drinken. De NGO-meisjes kwamen ons arrack brengen, het was hun laatste avond en ze gingen volledig uit hun bol. Zó verdrietig dat ze niet voor een langere tijd geboekt hadden. Heel stilletjes zat ik blij te wezen dat wij slimmer waren geweest.
De rest van de avond zijn we met onze pc's op wandel geweest. Van hotspot naar hotspot, maar nergens was er internetverbinding. Dus al zeker niet op ons afgelegen schiereiland.
Arme Donald kwam voorbij geraced, zo hees als een krab. Ik grabbelde hem even vast en toen vertelde hij dat niemand het mocht weten, maar dat hij lumbago had en al geopereerd was. Reden te meer om het wat kalmer aan te doen vond ik, maar daar wou hij niet van horen! Hij zou Prem steunen door dik en dun want het was dankzij hem dat hij hier was kunnen komen werken. Voor het Sri Lankaanse personeel is dit vanzelfsprekend een paradijs, hun loon wordt uitbetaald in dollars... Ze verdienen hier een veelvoud van wat ze in Sri Lanka zouden kunnen verdienen en zijn dan ook bereid zich ervoor uit de naad te werken.
Ik heb zo'n medelijden met Donald. Hij kijkt nog altijd met zijn trouwe oogjes naar de hemel als hij aan zijn ma denkt. Hij vertelde dat hij enkele weken voor haar dood verlof had genomen om voor de verjaardag van zijn vrouw thuis te zijn. Hij was amper terug op post en toen stierf zijn mama. Dus moest hij onvoorzien plots terug naar huis vliegen. Prem is dan zo lief geweest om voor hem een vliegtuigticket te regelen. Ik denk dat hij hem daar eeuwig dankbaar voor gaat zijn. Nu begrijp ik alleszins waarom hij de nacht na de begrafenis al terug op het vliegtuig zat om weer te komen werken.
Ik ben naar huis gegaan om keelpastilles voor hem te halen. Ik kan al zo weinig voor hen terug doen.
Trouwens, iemand die de hele dag tussen de twee restaurants heen en weer moet krabbelen en bovenop nog zo hees is als een krab, kan toch moeilijk de wekelijkse "crab-race" aan mekaar gaan praten?...
Hoofdpijn, nekpijn, tinnitus, kortom mijn dag begon met vanalles en dat is niet de tofste manier om wakker te worden.
Paul besloot aan het zwembad-restaurant een ontbijtje bij mekaar te gaan sprokkelen zodat we het in de stilte van ons eigen terras konden opknabbelen. De eerste lading die hij aanvoerde bestond uit een flinke portie papaya en ananas en een kom yoghurt met wat honing. (De tijd dat ik in Azië, soms wel vier weken aan een stuk, elke dag begon met yoghurt met verse vruchten, twee spiegeleieren, een flinke portie spek, gebakken tomaat en ajuin, gevolgd door enkele pannenkoeken - tenminste als het geen dikke deegflappen waren - en om de zaak af te maken vier sneetjes toast belegd met boter en appelsienconfituur verorberde is voorbij.)
Hij vertrok voor een tweede raid om zijn geliefde wentelteefjes te halen. Ik was zo blij dat ik thuis in alle rust zou kunnen eten dat ik ondertussen een mooie setting maakte om een foto van onze dejeuner sur leau te maken. De ligbedden werden met handdoeken bedekt, de thee stond op het tafeltje, ik had mijn instellingen voor mijn foto al gemaakt en er werd geklopt! Perfecte timing! Als altijd helemaal in mijne pure wierp ik enthousiast de voordeur open en riep : Dag schat ik heb-. Dat had moeten worden : Dag schat, ik heb de tafel al gedekt en een mooie foto-setting gemaakt! Gesteld dat het mijn echtgenoot was geweest die voor de deur stond.... en niet een piepjonge nieuwe roomboy...
Onze normale kamerjongen poetst pas na de middag dus dit was kompleet niet te voorzien. Voor hem waarschijnlijk ook niet.
Enfin, de dag was hiermee toch al weer heel geestig ingezet.
Het ontbijt was super de luxe. Niet zozeer door wat er op tafel stond maar wel door de omgeving en de rust.
Na al het zalige eten langzaam gesavoureerd te hebben (een ander woord bestaat er voor zon genoegen niet) heb ik nog wat zitten schrijven. Ik heb ondertussen reisverhalen van elke dag, alleen... geen enkel is afgemaakt, noch nagelezen. Het zijn allemaal nog kladjes... Maar kom, het thuisfront zal het met de halve zinnen en de hele dt-fouten moeten doen. Ik wil mijn tijd hier bij mijn vissen spenderen en niet achter mijn laptop.
Alweer kwam ik buiten de lagune, achter onze bungalow, een schildpad tegen. Heel kalm dreef ze door het water als een eilandje op zichzelf. Ze kwam even lucht happen en liet zich even rustig terug zakken. Ik zweefde erboven en voelde mij een potvis. Maar wel een gelukkige potvis. We vonden ook een school van honderden gele gestreepte visjes en daar mocht ik rustig tussen gaan hangen om close-ups te maken. Ik zwom mee, geluidloos en glad tussen hen in, vis onder de vissen, van rots naar rots. Ze hadden het veel te druk met eten om aandacht aan mij te schenken. Af en toe flitste er een papegaaivis door hun school, maar ook dat kon hun niet schelen.
De pret bleef duren tot mijn fotoapparaat aandampte. Ik ben dan maar een sapje gaan drinken aan het zwembad want Paul zat nog ergens in de Indische Oceaan. We waren mekaar verloren want de golven waren net iets te hoog om mekaar te kunnen zien.
De foto-oogst van deze morgen is redelijk. Ik ben vooral blij met mijn schildpad.
Op de middag lekkere currys gaan eten in het lagune-restaurant waar Haris werkt. We genieten er nog maar even van zijn goede zorgen want volgende week gaat hij voor een paar dagen naar zijn thuiseiland. Elke avond leert hij ons plezante trukjes met tandenstokers, maar of ik ze met mijn gammele geheugen ga onthouden is nog een andere zaak. Alleszins, ik zal hem wreed missen als hij vertrekt.
Toen we door de tuin liepen lag Aïsha genoeglijk te drijven in het vijvertje met de fontein. Ze stapte onmiddellijk uit het water naar me toe voor een uitgebreide begroeting. Een geweldig dier om mee te knuffelen, een echte speelvogel, zowel letterlijk als figuurlijk. Deze keer heeft Paul er heel plezante fotos van kunnen nemen.
We maakten een praatje met Raj, de rechterhand van Prem, en hij vertelde dat het verjaardagsfeestje heel tof was geweest. Ze waren van plan om tot 1 uur nog wat te blijven drinken om net voor t slapengaan nog de nieuwe Chinese gasten te kunnen verwelkomen. Maar dat is enigszins anders gelopen.
Om te beginnen had de Chinezen hun vliegtuig een uur vertraging. Dan twee uur. Dan drie uur. Dan vier uur... Uiteindelijk kwamen ze in Male airport terecht op een speedboat die alleen nog maar in eerste versnelling raakte en noodgedwongen moest terugkeren. Het resultaat was dat de gasten vrij murw aankwamen om 5 uur vanmorgen. Verwelkomd door een eveneens vrij murw managersteam vrees ik.
Prem hebben we alleszins van de hele dag nog niet bespeurd.
De Chinezen daarentegen zijn ondertussen al terug in volle form. Ze zwemmen van kop tot teen in lichte wet-suits ingepakt in het zwembad en de 50 meter naar hun waterbungalow leggen ze af onder grote parasols... Vervolgens trekken ze al hun gordijnen dicht zodat er toch maar geen straaltje zon kan binnenkomen, zetten hun voordeur wagenwijd open en beginnen in hun schemerige hol met zijn allen te kaarten. En te gokken waarschijnlijk want Chinezen zijn ook speelvogels. Echt iets waar ge voor naar de Malediven moet komen.
In de namiddag snorkelden we langs de pier, op weg naar de roggen, en kwamen terecht in de dikke school tonijnen. Razendsnel zwommen ze kriskras, heel opgewonden, door mekaar. Mij van geen kwaad bewust begon ik er weer gezellig tussen te zwemmen. Tot Paul iets uit de verte broebelde wat ik niet kon verstaan. Bleek dat er op de kant een man vis zat te kuisen en die wierp de afval in zee. Daar zaten die beesten dus op te wachten. Plots plofte er zon portie visafval voor mijn neus en ik kwam terecht in een tornado van uitzinnige tonijnen. Een wel héél speciale ervaring. Het enige dat ge kunt doen is u zo klein mogelijk maken en zo stil mogelijk blijven zweven. Nu niet dat ze mij per ongeluk voor visafval zouden kunnen aanzien - of t zou een ingewand van een walvis moeten zijn - maar het zijn uiteindelijk wel roofvissen. Ja, het was enigszins sensationeel en t plezante is dat Paul het op film heeft. Ge moet de uitdrukking op mijn snuit zien.
Uiteindelijk kwamen we bij de roggenplek en hoewel het nog meer dan een uur zou duren eer ze eten gingen gooien waren ze toch al in de buurt. Eerst een beetje aperitieven zullen ze denken. Ze zweefden tussen de twee rotswanden heen en weer van de lagune naar de zee. Als ge u daar in de buurt ophoudt kunt ge meeliften! Zo zalig om mee boven zo een enorm beest drijven. Nou ja, drijven. Het is meer flink doorzwemmen want ze ontwikkelen een behoorlijke snelheid, zelfs in weinig water. Ondanks hun grootte zijn ze even wendbaar als kleine vissen. Ik dacht altijd dat ze glad zouden zijn maar hun vel voelt aan als schuurpapier.
Ze hadden dan ook nog net een robbertje gevochten met een paar tonijnen in de lagune dus sommige hadden kleine wondjes. Ik moet er wel een klein beetje voorzichtig mee zijn want het zijn pijlstaartroggen en ze hebben een flinke giftige stekel op hun staart. Maar ze zijn het duidelijk gewoon om met velen bij mekaar te zwemmen en een mens of een rog maakt voor hen zo te zien helemaal geen verschil.
Moe maar gelukkig ging ik thuis mijn foto-oogst bekijken en er zijn heel plezante roggen bij. Veel makkelijker te fotograferen dan een viske van 10cm. Alhoewel... die roggen komen zo dichtbij dat ik soms alleen 1 oog op mijn foto heb staan. Nu dat weer.
Terwijl Paul ging voetballen genoot ik weer als allerenigste levende ziel op deze wereld van een indrukwekkende zonsondergang. Ik leg mijn kin op de terrasballustrade en ze gaat pal voor mijn neus onder. Geruisloos.
s Avonds gingen we onze kapotte camera afgeven aan Raj om hem in Male te laten repareren. Het is niet echt nodig, want zijn twee broers werken nu perfect, maar de Sony-mensen werken hier snel en goed en goedkoop, dus kunnen we hem best hier laten herstellen.
Ondertussen hoorden we Donald de crab race commentariëren aan de bar. Een spel waarvan ik vrees dat wij ooit de grondslagen gelegd hebben... Heel, heel lang geleden kwamen we eens aan op een Kuda Hura, een minuscuul Malediefje, en de eerste keer dat ik mijn dure echte onderwatercamera in zee meenam ging hij kapot. Ik was ontroostbaar want de eerste maal dat ik onder water zou gaan fotograferen viel in het water. Nogal letterlijk. Wat moest ik nu 5 dagen op dit stuk zand van 30 meter op 300 gaan zitten doen?... Al na een dag had ik talloze zaken gevonden waar ik me mee kon amuseren. Eén daarvan was samen aan de waterlijn gaan zitten met elk enkele kreukels, dan trokken we een cirkel in het natte zand en het eerste diertje dat de lijn overschreed was de winnaar. Telkens zochten we het strand af naar wat wij dachten dat een snelle ging zijn. Het was een zeer relaxte manier van amusement. Na de wedstrijd liepen de kreukels terug naar zee en voor de volgende ronde werden andere, en hopelijke snellere, exemplaren gezocht.
Hier is dat spel ondertussen uitgegroeid tot een waar evenement met allerlei voorzieningen.
De kreukels zitten in plastic potten, ze dragen een nummer, de toeristen kiezen hun dier, en geven het dan nog een naam ook... Op een heel grote achthoekige tafel wordt op de zijkanten een laagje zand aangebracht, de grenslijn, en in het midden worden de kreukels in een cirkeltje van zand geplaatst onder een stolp. Iedereen schaart zich rond de tafel (met massas fotoapparaten), de dramatische muziek start, de stolp wordt opgetild en de race kan beginnen.
De mensen moedigen hun Clara, Jurgen, Spiderman, of Pinokkio aan en wie eerst de zandrand bereikt heeft gewonnen.
Ik vermoed dat de Chinezen er wel op zullen gokken.
Als laatste taak van de dag gaan internetten aan de receptie. Ik opende mijn mail en besloot mijn blog ook een keer te bekijken, en zag dat mijn voorgeprogrammeerd bericht over dat ik op reis zou gaan net verschenen was. Tot mijn grote verbazing zag ik dat er al een paar enthousiaste reacties onder stonden. Ik heb dus blijkbaar toch nog lezers! Opeens kreeg ik terug zin om mijn reisverhalen op het blog te zetten. Het zal niet simpel zijn, maar ik ga het doen. Ik had voor mijn vrienden al een Picasa album gemaakt en dat had maar liefst een half uur geduurd om de fotos op te laden. Thuis gaat dat op 1 minuutje...
Ik wil elke dag een reisverhaal plaatsen. Zelfs al zijn het maar kladjes. Over de dt-fouten moet maar overgelezen worden en de halve zinnen moeten maar aangevuld worden. Later, in mijn echte thuis, zal ik er wel fotos bij plaatsen.
9. Heden nemen wij afscheid van twee trouwe geliefden...
Vanmorgen kwam ik naar onze tafel gesleft (goed oplettend voor de uitstekende boomwortels) met mijn bordje papaya en yoghurt overgoten met honing en bleek dat ik ons plastic bestek vergeten was. Niet erg. Ik ging eens proberen of ik dat ook niet op zijn Sri Lankaans uit de poot kon eten. Het was niet zon groot succes en Paul zag het ook niet zitten om zijn spiegeleieren met spek zo te eten dus er moest wel echt bestek aan te pas komen. Alleszins de eerste slappe lach van de dag zat er weeral op. Goed dat niemand ons bezig kan zien op ons eiland-tafeltje.
Niks zo fijn als de dag te eindigen en te beginnen met een heerlijke lachbui. Haris amuseert zich weer een kriek met ons.
Maar hij gaat hier misschien weg. Hij heeft dringend veel geld nodig om zijn pas gebouwde huis verder af te laten werken en heeft een aanbieding gekregen om te komen werken in een luxe hotel waar zijn loon veel hoger zou zijn. Met pijn in het hart zou hij hier weggaan, maar hij heeft niet veel keuze, anders wordt het huis van zijn ouders aangeslagen... Het plan was dat één van zijn broers het huis mee zou afbetalen maar nu is net gebleken dat die er zijn voeten aan geveegd heeft. Ik vind het zo erg voor hem.
Hij heeft maar liefst 3 broers en 4 zussen en zijn ouders zijn... 40 jaar oud! Sommige gezinnen van die generatie hebben maar liefst 19 kinderen. De jonge mensen van nu kiezen voor 1, 2 of 3 kinderen. Alles is hier zeer snel geëvolueerd. Zeker met de nieuwe president die enorm bezig is met de economie en ecologie. Het is die man die een paar jaar geleden een parlementsraad onder water gehouden heeft om er de aandacht van de wereld op te richten dat de Malediven aan t verdrinken zijn. Het was zelfs bij ons op TV te zien hoe ze daar in duikpakken aan een tafel zaten te vergaderen door middel van plastic bordjes waar ze hun conversatie op schreven. Het is een man met zeer zinnige denkbeelden maar hij wil teveel van de eigenheid van de eilandbewoners vervangen door Westerse ideeën, en dat maakt het moeilijk voor de Maldivianen om hem echt te accepteren. Ik hoop dat ze een gulden middenweg vinden.
Een appartement huren in Male kost evenveel als in België... maar de lonen zijn hier veel lager. Dat België de goedkoopste huurmarkt van de wereld heeft wisten we al langer, maar ik schrok er wel van dat de prijzen hier zò hoog liggen. Maar Male is klein en dat drijft de prijzen enorm op. Ik zou alleszins niet in dat gepollueerde mierennest willen wonen.
Op de toeristeneilanden wordt zeer veel nadruk op de ecologie gelegd. Geen vissen voeren, geen korrel zand of een schelp mee naar huis nemen, weinig water verbruiken, afval vermijden en zeker sorteren. Op Ellaidhoo gaat het zo ver dat ik Haris een theezakje en het papieren hoesje apart uit een asbak zag rapen. Alle vuilbakken hebben hier ook drie compartimenten en drinkrietjes worden niet gebruikt. Ge krijgt een setje als ge er echt op staat, maar dan moet ge die blijven herbruiken zodat er zeker geen plastic in zee waait.
Raj kwam zeggen dat onze fotoapparaatjes al voor de middag gaan aankomen! Fijn! Dan kunnen we tenminste terug alle twee fotograferen. Het is wel wat nevelig vandaag, maar dat stoort me niet. Ik kom hier niet om bruin te bakken maar om te bekomen op een langzame manier. Soms vraag ik me wel af : waar is de tijd dat de Malediven in dit seizoen lagen te blakeren onder de zon in een knalblauwe hemel en dat de lagune leek op een gladde turquoise edelsteen. Ook hier is het weer onvoorspelbaar geworden. Ze durven zelfs al niet meer aan de toeristen zeggen wat het regenseizoen is omdat het dan evengoed heel mooi weer kan zijn.
Om elf uur kwamen onze gerepareerde fotoapparaatjes aan, en na even alles terug instellen konden we eindelijk terug met zijn twee spelen. Paul filmen, ik fotograferen. We konden geen minuut wachten voor de vuurdoop, in dit geval wel meer een waterdoop.
Ik legde me toe op het maken van portretjes van koffervissen en papegaaien. Niet simpel want ze draaien heel vinnig met hun kopjes en hun bewegingen zijn nooit te voorzien, dus er komt flink wat geluk bij kijken. Ik vind het vooral fascinerend als ze hun tanden laten zien. Tijdens het zwemmen lijken ze zachte lippen te hebben maar eens ze een lekkere brok steen gevonden waar ze aan kunnen knabbelen toveren ze een gebit tevoorschijn waar Fernandel jaloers op zou zijn. Het zijn witte, beenharde, gespleten snavels. Ze krijgen er alles mee klein.
Het was onderwater weer zo plezant dat we, zoals elke dag, moesten haasten om ons te gaan douchen en verkleden om nog net op tijd aan ons eten te geraken. Op de terugweg kwam ik Aïsha tegen en heb ik wat met haar gespeeld. Eerst was ik wat bang van haar enorme snavel, maar nu beknabbelt ze me al helemaal en dat doet helemaal geen pijn. Ik moet alleen zorgen dat ze mijn cameraatje niet inslikt. Ze pakte mijn staart in haar bek, vervolgens greep ze een punt van mijn pareo, ze vindt het blijkbaar heel tof dat iemand wat met haar wil dollen. En ze is toch zó zalig zacht. Zowel haar nekdons als haar snavelzak. Ik heb geprobeerd er wat macrofotos van te maken, maar daarvoor is ze net wat te beweeglijk. Nog nooit heb ik knus zitten flodderen met een vogel. Het is ook zon flink beest, ge hebt er een stevige pak aan, en als ze haar vleugels uitsteekt is ze reusachtig. Ik denk dat ze een spanwijdte haalt van minstens twee meter. Overbodig te zeggen dat Prem bang van haar is. Hij noemt haar lesbisch omdat ze zogezegd niet van mannen zou houden. Maar als ze naar hem komt toegewaggeld, dan springt hij wel zo snel hij kan achter de eerste de beste vrouw haar rug om zich te verstoppen. Zo gaat hij nooit een pelikaanfluisteraar worden.
Al sinds eergisteren proberen we iets te organiseren voor Prems verjaardag maar het blijft een grote chaos. Geen van zijn twintig senior staff-leden blijkt al te weten onder welke boom het gaat te doen zijn, of om welk uur en hoelang Paul gaat zingen. Ik probeer om wat structuur aan te brengen en toch iets voor te bereiden maar het mag niet baten. Het zal dus op zijn Sri Lankaans geregeld worden. Er zal ons weer een wilde feest te wachten staan.
Na de lunch zetten we onze film en fotos op de computers en de cameras blijken allebei perfect te werken. Dus wij daarna onmiddellijk terug op pad. Ja, op pad. Want van de verste paalbungalow is het toch wel 200 meter wandelen tot we op een goeie plek zijn om in zee te gaan. Zeker als het laag water is, is het soms moeilijk om in t water te geraken.
We hadden een doel, naar de graasplekken waar de papegaaivissen zwemmen helemaal achter onze bungalow, maar de stroming stond verkeerd, dus zijn we weer aan de steigers van de jetty terechtgekomen waarvan de palen zo mooi met kleurrijk zacht koraal begroeid zijn. Vandaar dreven we verder richting roggenvoederplaats. Onderweg stopte ik bij een murene en dook om een portretje te maken van zijn gek klein kopje maar ik dook verkeerd, de stroming dreef me veel te kort bij. Ik moest minstens 30 cm afstand houden en ik zat altijd bijna in t beest zijn bek. Ik draaide me om om van een verdere afstand te duiken en dreef plots oog in oog met twee murenen die in een knuffel verwikkeld waren. Het was zeer verwarrend : ineens hebt ge een beest van 3 meter lang met twee koppen voor uw lens. Een beetje verschietachtig wel. Ik wist eerst niet goed wat ik zag. Dat werd me pas duidelijk toen ze uit mekaar zwommen. Wel indrukwekkend om op minder dan een meter van die dikke, lange reuzenpalingen te zwemmen.
Langzaam maar zeker dreef de stroming me naar de roggenplek, het was net voedertijd en dan mag men niet in dat stukje lagune zwemmen want de droogwatertoeristen staan dan fotokes te nemen vanop het terras. Het is dan zalig om aan de opening te wachten tot ze allemaal terug naar zee zwemmen. Een zestal roggen en massas grote makrelen omringen u dan. Ge kunt gewoon boven zon rog meezwemmen! Het beest is twee meter lang en hun cirkelvorige lijf heeft een doormeter van anderhalve meter. Het lijkt wel of ge een vliegende schotel onder u hebt zweven. Samen vormen we dan een soort intergalactische tweedekker. Dicht bij mekaar, maar allebei zo handig om mekaar toch niet aan te raken. Het geeft een machtig gevoel om met zon indrukwekkend beest te mogen meezwemmen.
Vlak erna zag ik een redelijk grote haai - een anderhalve meter - die de lagune wou inzwemmen maar dan toch besloot dat het water daar te ondiep voor hem zou zijn en terugkeerde. Ik zwom hem full speed achterna maar zoals steeds zijn haaien me te snel af. Ze zijn schichtig en pijlsnel, als mens voelt ge er u een logge waterschildpad naast. Onhandig en traag. Wel stom dat ik nu net voor de eerste keer mijn wetsuit aan had getrokken, dan is het heel moeilijk om te duiken. De neopreen heeft een groot drijfvermogen en het is dan echt een gevecht om enkele meters diep te geraken. Morgen trek ik terug gewoon een bikini aan. Er worden dan misschien wel wat meer delen van mijn lijf beschadigd, maar dan duik ik toch makkelijk drie meter dieper.
Het is nu wel een beetje stom dat ik weinig mooie kleedjes voor s avonds bij heb. Zeker nu we hier drie weken gaan zijn. Bij t vertrek vond ik dat allemaal zinloos. Juweeltjes of kleren, ik dacht ze niet nodig te hebben. Ik ging toch alleen maar nudist tot in de kist kunnen uithangen in mijn eigen kamer. Dat blijkt nu anders te lopen. Gelukkig is eender welk wit kleed stijlvol te maken als ge er een mooie pareo over heen drapeert. En met mijn ene niet rinkelende halsketting kan ik ook veel doen.
Vanavond was het dan zo ver. Prems verjaardagsfeestje. Niemand had verraden dat Paul voor hem ging zingen. Tot zover ging alles goed. Er was een mooie lange tafel aan de lagune gedekt waar hij en zijn superior staffmembers konden aperitieven en eten... en net toen begon het te regenen... De tafel verdween terug en nu wisten we weer niet meer waar we straks naartoe moesten.
Ik heb sinds de tocht naar Male en het optreden van Paul in de bar weer heel veel last van mijn hyper-acusis. De wind die door de palmbomen ruiste was zelfs heel vervelend. Om nog te zwijgen van de regendruppels die op het plastic zeil boven ons tafeltje tikten. In het restaurant was het dan ook nog heel druk en net toen ik helemaal achterin aan het buffet mijn eten stond te nemen begonnen ze te zingen voor een toerist die jarig bleek. Iedereen begon in zijn handen klappen. Van ellende liet ik bijna mijn bord vallen. Tegen zoiets zijn mijn oordoppen natuurlijk niet bestand. Zon lawaai gaat dwars door mijn schedel. Veel heb ik dan ook niet gegeten want tot overmaat van ramp hadden ze op ons plekje nog een tafeltje bijgezet voor een intiem dineetje van een Italiaans koppel dat iets te vieren had en vanzelfsprekend met normaal bestek at. Nee, het was mijn dag niet.
Iemand van de seniors kwam ons gelukkig op de hoogte brengen naar waar Prem zijn feestje verhuisd was. Wij moesten ons met Roberts gitaar even verstoppen in de receptie en iemand ging ons komen ophalen. Ik vreesde al het ergste want ik ken Sri Lankaanse feestjes, die beginnen meestal een paar uur later dan verwacht. Maar we hadden geluk, al na een kwartiertje werden we meegesmokkeld naar een pikdonker zaaltje waar heel de senior-staff aan tafel zat met Prem aan het hoofd. Toen Paul met zijn gitaar binnenkwam stonden Prems ogen op steeltjes. Hij was kompleet ondersteboven, dit had hij niet verwacht, het geheim was goed bewaard gebleven. Alle 20 man stonden recht en we zongen Happy Birthday, Prem stak de kaarsjes op zijn taart aan (ja, let vooral op de volgorde van alles), blies zijn kaarsjes uit, en sneed een spie uit het gebak. Toen gaf hij een enorm lieve speech waarin hij nogmaals al onze gezamenlijke avonturen door de jaren heen uit de voeten deed voor wie van de staff het verhaal nog niet zou kennen. Paul stond met de gitaar in zijn handen te luisteren en ik stond te filmen (donkere mannen in een pikdonker lokaal. Heel boeiend.) Totaal onverwacht voerde hij het stukje taart aan Paul, liet mij er ook in bijten en at de rest zelf op. Een echt mooi moment.
Ik moest en zou daarna naast hem aan tafel zitten wat echt niet mijn bedoeling was want we wilden maar even komen zingen en groeten, maar weigeren was geen optie. Paul zong nog enkele liedjes over vriendschap en Prem zat er verstijfd van ontroering bij. Toen iedereen na de ijscrèmetaart aanviel op het buffet van kippepootjes, samosas en sterke gekruide hapjes (Ik had u gewaarschuwd om vooral op de volgorde te letten!) hebben we resoluut gezegd dat we er echt vandoor gingen want dat hij nu moest feesten met zijn managers. Dat het ook hun feestje was. Uiteindelijk bestaat heel de senior-staff uit Sri Lankanen, op één Indiër en een Pakistani na, en dan konden ze gezellig Singalees en Tamil beginnen babbelen.
Bij het afscheid bleef hij ons maar knuffelen en bedanken, en zei dat hij zich niemand liever had kunnen indenken dan Paul om zijn verjaardagsliedje te zingen.
Ik was heel blij dat we terug naar onze verre oase konden wandelen. Onderweg viel Donald ons nog eens in de armen, die had het feest al moeten verlaten want als manager van twee restaurants en de beachparty van vanavond die hij onder controle moest houden had hij zijn handen vol. Het is zon enorm lieve, tedere man. Alweer noemde hij Prem zijn God, zijn broer en zijn vader. Als hij hier weg zou gaan, gaat hij ook weg. En dat zeggen de meesten van zijn mensen en ze menen het nog ook. Het moet fijn zijn om als werkgever zo geliefd te zijn.
Thuis hebben we dan even al schaterend naar mijn knotsgekke, aartsdonkere filmpje gekeken van het feest. Een fragment dat volgde op het zeer duistere stukje film van Paul zijn optreden aan de duistere bar van gisteren. Een stuk voorafgegaan door het haaienvoer dat Paul s nachts gefilmd had. We lagen te gieren van t lachen, Dit is beslist de duisterste vakantiefilm die iemand ooit gedraaid heeft. Gelukkig is er klank, ge zou anders niet weten wat ge meemaakt.
Toch raar dat ik nog nooit, waar dan ook in Azië echt een spontaan, wild feest heb geweten. Trouwerijen en verjaardagen in Vietnam, feesten in Japan of Cambodja, het gaat er allemaal hetzelfde aan toe. Iedereen zit stokstijf aan een tafel en gedraagt zich heel stijf en plechtig. Aktie : zero. Er wordt gepraat, gegeten, en tegenwoordig ook rustig verder ge-gsm-d. Als die mensen een feest in Europa zouden meemaken dan denk ik dat ze gewoon bang zouden worden. Maar dat neemt niet weg dat een mens met hyper-acusis wel héél gelukkig is met feesten op zijn Oosters. En zeker met Prems verjaardag. Zijn oprechte ontroering is t mooiste kado dat ik kon krijgen. Bovenop alles wat hij hier dan al voor mij gearrangeerd heb. Ik mag dan wel een rotziekte hebben, hier ben ik echt een geluksvogel.
Vandaag hebben we ook afscheid moeten nemen van twee trouwe vrienden. Eén van onze plastic vliegtuig-vorken is tijdens het diner gebroken. Begraven doen we niet want dat zou vervuiling zijn. En onderwatercamera nummer drie heeft er de brui aan gegeven. Toch sympathiek dat hij het volgehouden heeft tot zijn twee broertjes gerepareerd waren. Ik voel me hier zo relax dat ik me dat eigenlijk allemaal niet kan aantrekken. Trouwens we hebben nóg vorken en cameras. Ik heb hier zelfs nog een leven.
Terwijl ik na t ontbijt met Aïsha, de roze pelikaan, aan t knuffelen was kwam Prem op ons af met het grote nieuws dat er nog Belgen gearriveerd waren. Eigenlijk speelde ik veel liever gewoon verder met mijn vogel, want het is een enorm lief beest en ze kent me al een beetje. Uiteindelijk, Belgen zie ik thuis al genoeg, ik vind het niet direct een exotische soort.
Aïsha trekt haar kop niet meer weg of hapt niet meer naar me met haar enorme snavel, ze laat ondertussen haar wangetjes en enorme keelzak al goed aaien. Haar hals is donszacht en hij klopt zachtjes. Ook in de keelzak zie en voel je aders kloppen. Uiteindelijk won onze nieuwsgierigheid het toch en lieten we Prem zijn gang gaan om ons aan "de nieuwe belgen" voor te stellen.
Vreemd wel hoe ze hier terechtgekomen waren want dit eiland kan je in ons land in geen enkel reisbureau boeken. Het raadsel bleek snel opgelost, het ging om een Waalse vrouw die voor het Rode Kruis werkt en in Sri Lanka woont. Ze was in het gezelschap van nog drie andere dames van hulporganisaties. Een vrouw van Unicef, een Engelse die voor UNHCR werkte en iemand van RSA Duitsland. Ze leefden allemaal in de ex-Tamil-Tijgergebieden die wij ook zo goed kennen. In de weekends gingen ze naar het hotel waar Prem vroeger manager was, onze goeie ouwe Club Oceanic in Trincomalee, om te ontspannen en nu kwamen ze vijf dagen op vakantie op dit eiland om even uit de miserie te ontsnappen.
Nog steeds zitten er op Sri Lanka duizenden vluchtelingen vast die niet naar hun dorpjes terug kunnen omdat ze nog niet ontmijnd zijn. Deze week zijn er dan nog eens 300.000 vluchtelingen bijgekomen door de enorme overstromingen. Zoals ik al in vele reisverhalen over Sri Lanka vertelde : de miserie schijnt daar nooit op te houden.
Weliswaar van een heel andere orde, maar toch ook triest : de Club Oceanic, het hotel in Trinco dat Prem helemaal terug op poten gezet heeft tijdens de laatste jaren van de burgeroorlog, dat hij door de tsunami geholpen heeft en helemaal heropgebouwd, en waar hij tot voor 7 maanden manager van was, is er op deze korte tijd blijkbaar al fel terug op achteruit gegaan.
De keten heeft hem zelfs al gevraagd om terug te keren, maar die episode heeft hij nu achter zich gelaten. De man heeft uiteindelijk meer dan zijn deel van de oorlog gehad. Jarenlang heeft hij de Nilaveli Beach recht gehouden te midden van de strijd met de Tijgers, daarna de Club Oceanic, 20 kilometer dichter bij Trinco. De mens is beschoten, gegijzeld geworden, maar heeft altijd de hotels weten te bewaren. De Club Oceanic was de laatste jaren continu volledig bezet door hulpverleners van ngos van over heel de wereld. Wij waren er altijd de enige toeristen.
Nee, laat hem nu maar dit mooie eiland runnen, en dit verder omtoveren tot een paradijs. Overbodig te zeggen dat ook deze vier vrouwen te horen kregen dat wij hem altijd, in goede of slechte tijden, overal gevolgd zijn.
Iedereen loopt hier altijd op blote voeten en Paul is vanmorgen in een keitje getrapt. Zijn teennagel is ingescheurd en er zit iets in zijn vlees. Ik besloot hem thuis even te opereren.
We hebben er ineens maar een zot filmke van gemaakt. Het is wel niet makkelijk als ge al maar met twee acteurs zijt en dan nog zonder cameraman of regissseur moet werken. Eens Paul zijn teen grondig geopereerd en goed verpakt, togen we terug op pad.
De zee was vrij wild en toch was het heerlijk snorkelen. Sinds vandaag heb ik nu ook Paul zijn reserve contactlenzen aangeslagen. Met mijn eigen lenzen kon ik nog amper fotograferen. Ik moest mijn armen kompleet uitrekken om af en toe eens de instellingen te kunnen lezen. Met zijn reservelenzen zie ik iets minder goed ver, maar kan ik mijn fotoapparaat weer lezen. Verrukkelijk! Er zijn een paar heel toffe fotos van voortgekomen.
Ik voel me als een vis in t water en duik er weer lustig op los, ik geraak al terug zonder pijn tot een meter of vijf diep. In de lagune zwom een kleine haai met een remora onder zijn buik gekleefd, maar hij zwom zo snel, en het was zo ondiep dat ik hem niet kon volgen. Jammer, t was een prachtig beeld.
Mijn reeks over de langneusvissen liep deze keer wel zoals verwacht. Ik begin er de pak van te krijgen ze een beetje tegen de achtergrond te regisseren die me t best uitkomt. Ik word vissenfluisteraar. Ik heb er een hele school kunnen fotograferen met allemaal hun snuit in dezelfde richting gedraaid zodat goed te zien is wie zijn eenhoorntje al heeft en bij wie het nog in volle groei is. Eentje noemen we Cyrano de Vis omdat hij wel een enorme lange neus heeft. Hij zwemt ook alleen. Het lijkt wel een outcast. Tja, met zo een neus... zijt ge bij t snel omkeren wel echt een gevaar voor uw collegas.
Het is zalig om composities met deze makke vissen proberen te maken. Met sommige soorten lukt het heel vlot, andere laten zich totaal niet van dichtbij benaderen. We zagen ook een roze murene. Zo sierlijk zoals ze zich als een verfijnde paling door het water slingerde. Ze leek wel een feestlint op drift.
Uit het water sukkelen was een heel ander paar mouwen, want ondertussen was het eb geworden en lagen we daar weer als hulpeloze wormen te spartelen. De truuk is dan u zo plat mogelijk te maken en zoveel mogelijk lucht binnen te pakken zodat ge zo hoog mogelijk drijft, en telkens te wachten op een golf die u wat verder duwt. En vooral, vooral, héél belangrijk, niet de slappe lach krijgen als ge naar mekaars gesukkel kijkt.
Ik heb ongeveer 40 cm water nodig om te kunnen zwemmen, maar die heb ik dan ook echt nodig. En die was er daarstraks niet meer. Dus hier en daar zijn we toch al weer een beetje ontveld. Snorkelen is soms een echte work-out. Is het niet door de stroming of de golven, dan wel bij het terug uit het water geraken. Het is hier echt "the good life" voor watermensen als wij. Het was zon zalige snorkel dat ik op de terugweg van blijdschap naar de bar huppelde. Even een snel glas van mijn zelf uitgevonden fruitcocktail gedronken (iets wat volgens Pushpakumara nu blijkbaar zon succes geworden is dat het door iedereen gevraagd wordt) en ons dan gaan verkleden om te gaan lunchen.
Sony telefoneerde ons dat de fotoapparaatjes gerepareerd zijn. Raj belde naar Mohan in Male, die gaat ze morgen ophalen en dan woren ze samen met de postkoffer van het hotel met het watervliegtuig afgeleverd na de middag.
Om eens een kleinigheid voor het hotel terug te kunnen doen had ik aangeboden dat Paul een paar keer zou optreden, als hij de gitaar van Robert van de band kon lenen. Dat werd in dank aanvaard. Ook door Robert, die zijn instrument heel graag afstond, en nog veel blijer was dat hij van Paul 1000 midi-files kreeg zodat hij nu veel meer liedjes kan spelen. Kortom, iedereen happy : het hotel heeft wat meer animatie, de muzikanten zijn geholpen, en Paul kan een gitaar in zijn handen houden.
In de namiddag zijn we weer gaan zweven tussen onze vrienden de roggen. Het blijft een indrukwekkende ervaring, ik krijg er niet genoeg van. Geef me een staart en ik word een rog.
Vanavond was het zo ver. Paul ging een uurtje gitaar spelen en zingen in de bar aan de lagune. Ik had hem gezegd zeker niet in het vaarwater van keyboardman Robert en zijn gitarist Rashid te komen, dus hij zong zijn eigen Engelse liedjes en voor de rest franse en duitse, die zij toch niet kunnen spelen. Er werd flink geapplauseerd en de mensen vonden het prettig dat er wat in verschillende talen gebeurde. Ik probeerde ondertussen een stukje te filmen, maar dat lukte niet zo best. Ik heb in geen jaren een filmcamera in mijn handen gehouden. En dit touch-screen geval kende ik helemaal niet. Aangezien het zo donker was moest ik de EV bijregelen en dat lukte me niet in de duisternis. Uiteindelijk filmde ik dan maar pikkezwarte duisternis, de muziek zou er dan tenminste opstaan. Op een bepaald moment zong Paul in een liedje : "I hope to see you again..." waarop ik maar in de camera insprak "en ik hoop van u hetzelfde". Gelukkig vond ik daarna wel de juiste knoppen en heb ik er toch iets van terecht gebracht. Het filmpje van de dag zal weer onvergetelijk zijn... Vanmorgen de hilarische operatie en vanavond een zeer duister optreden... Na het optreden kwamen de Indiërs Paul bedanken omdat ze het zo romantisch gevonden hadden. Lekker naar de vissen onder de lampen in de lagune zitten kijken terwijl ze naar liedjes konden luisteren. Ze vroegen naar meer...
We gingen naar onze boom en haalden wat eten van het buffet, tot plots Donald kwam aangelopen. "No! No! Not the restaurant buffet! We have the seafood buffet for you! Come! Come!" Jamaar, wij hadden net een vol bordje vis, dat wilden we nu toch niet verloren laten gaan... Ik wil niet dat vissen voor niks sterven. Maar nog geen twee minuten later stond hij er al terug, we moesten naar zijn sjieke buffet komen. Er lagen enorme vissen uitgestald. In mijn ogen allemaal oude bekenden van overdag... Er stonden barbeques, en het bleek de bedoeling zelf stukken vis te nemen en die te laten bakken. Op dat moment kreeg ik het onzalige idee om sashimi te maken... Ik laadde een bordje vol stukken van allerlei soorten vis, we vroegen wat sojasaus en sashimi (Japanse mosterd) en ik zou eens een fijn maaltje gaan klaarmaken daar onder onze donkere boom.
Spijtig genoeg hadden ze naast onze boom een tafeltje gezet om al het afgeruimde servies van het zeebanket samen te brengen. Dat gerinkel deed flink pijn aan mijn oor, dus ik dacht maar met oordopjes te eten. Plots stond Donald weer naast me! "This must hurt you!!" Hij commandeerde de jongens onmiddellijk om te stoppen met het vaatwerk te stapelen en vroeg hun onze tafel verder weg te dragen. De tranen sprongen in mijn ogen van ontroering. Dat die lieve man helemaal tot bij ons gerend was omdat hij er aan gedacht had dat ik nu onverwacht op een pijnlijke plek moest eten. Ik heb hem platgeknuffeld.
Dus zaten wij ineens met tafel en al een boom verder, nog iets donkerder. Met 1 kaarsje in een glas. En nota bene op die plek ging ik met mijn plastic mes vissen fileren om sashimi te maken. We lagen bijna in t zand te rollen van t lachen toen bleek dat ik niks anders kon produceren dan fijngekrabde of uiteengetrokken rauwe vis die er zo ongeveer als kattekots uitzag. Mijn bord was een waar slagveld. En het duurde en bleef duren want met een plastic mes kúnt ge dus geen vis fileren, laat staan als ge de slappe lach hebt. Ondertussen kwamen ze vragen of we toch niet een stukje vis zouden laten bakken. Paul vond dat plots een uitstekend idee. Ik werkte ondertussen dapper voort aan mijn sashimi. Haris lag ondertussen ook al in een deuk, maar die liet me voortsukkelen want die zag dat ik me enorm aan t amuseren was. Bleek toen Paul daar met zijn rauwe vissen aankwam, dat de barbeque al gepoetst was. Voor Paul hoefde het al lang niet meer, maar daar had de kok geen oren naar, die wou en zou per se die vis bakken. Kortom op de duur stond er vanalles op de tafel, het was een complete chaos van gerechten die totaal niet bij mekaar pasten. Om nog te zwijgen van de bordjes met velletjes en graten die van mijn sashimi voortgekomen waren. Ik had natuurlijk meer afval dan vis...
Maar Paul zijn grootste zorg was dat het dessertenbuffet ging afgeruimd zijn tegen dat mijn sashimi klaar was. Ik kreeg opdracht alvast het dessert te gaan halen. Toen ik daar aankwam bleken de lichten al uit en kon ik alweer in het duister wat in de borden rond gaan scharrelen. Gelukkig vond ik ergens nog twee schoteltjes voor koffiekoppen en die begon ik op de tast vol te laden. Tot plots een van de kelners me kwam bijlichten... met het schermpje van zijn gsm. Ineens doken er nog twee jongens op, elk met een kaars in de hand en zo deden wij in processie de toer van het dessertbuffet. Ik dacht dat ik het ter plaatse in mijn broek zou doen. Hilarische toestand. Terug samen achter onze donkere boom konden we haast niet meer eten van t lachen. De fotos zullen dat wel bewijzen. Om de zaak helemaal af te maken bleef Paul dan ook altijd maar over uitstekende boomwortels vallen, daar achter onze donkere struik.
Kortom, t was weer echt een schitterende dag in t paradijs.
Ons "uitstapje" naar Male had meer van me geëist dan goed was. En dan te bedenken dat ik vroeger mijn hand niet omdraaide om vijf weken door Vietnam te trekken - ook niet bepaald een stil land. En twee jaar geleden nog vrolijk het toeterende en schreeuwende Bangkok uitreed om het noorden te ontdekken... Tijden kunnen veranderen. Op heel korte tijd.
Met alweer de nodige medicijnen had ik mijn kop toch al weer een beetje op orde toen ik wakker werd. De tinnitus is wel terug erger, de hyper-acusis ook, maar na een paar dagen van de magische Ellaidhoo-stilte zal t wel weer beter gaan.
Aan ons eettafeltje onder bomen aan de rand van de lagune, een plek die door elke vezel van mijn lijf gekoesterd wordt, vooral mijn oor- en kopvezels, merkte Paul op dat telkens ik door het restaurant richting buffet liep (met mijn doppen in), ik geen enkele andere toerist in de ogen keek, enkel de kelners woordeloos toelachte en groette. En dat klopt. Ik durf niemand aankijken want ik ben bang dat als iemand me aanspreekt ik hem niet ga verstaan. Ik ben ook beschaamd voor de "special treatment" die we krijgen.
Soms vraag ik me af wat de andere mensen van ons moeten denken.... We hebben al de zotste scenarios zitten bedenken.Dat we goed bevriend zijn met de manager zullen ze al wel door hebben, maar toch... Ik hoor ze al fluisteren :
"Zouden dat geen twee verlopen filmsterren zijn Ulrike?" "Welja, nu ge het zegt Klaus! Ik geloof dat ik die dikke vent eens in zon miserabele B-film heb zien spelen... en zij... zou zij niet die spichtige blonde geweest zijn in "Oben ohne, Tirolerhosen unten?"..."
"John dear, I think... dat zij de zus is van de manager..." "No Joan, impossible. Hij is bijna een neger en zij heeft de kleur van een lijk." "Jamaar John zij kan geadopteerd zijn hé!" "No dear, enkel een echte moeder zou van zon mottig kind kunnen houden."
"Volgens mij zijn die twee verarmde adel François..." "Mais non Germaine! Zelfs verarmde adel zou toch haar bikini niet samenhouden met een veiligheidsspeld. En hebt ge al eens gezien wat een zwembroek zij draagt! Een model uit de jaren 50! Ofwel... is dat die van haar man, en hebben ze er maar eentje en dragen ze die om beurten... Ocharme." "Ocharme?!!! Ze krijgen verdorie ondanks hun zwempakkenarmoede een behandeling waar wij alleen van kunnen dromen! Dáárvoor wil ik er ook wel zo gaan bijlopen hoor François!"
"Ying, ik denk dat die blonde de ex is van de manager. En die dikke vent zal haar nieuwe echtgenoot zijn." "Dat kan toch niet Sakura, zij zou dan toch niet naar hier komen met haar volgende vent?!!!" "Jawel, Westerlingen zijn immoreel. Hij ziet er trouwens zo'n maffia-type uit en volgens mij leeft die op haar kosten..." "En zij draagt dan altijd die oordoppen omdat hij zo zaagt zeker? Komaan Sakura, gij hebt teveel fantasie! Het zijn gewoon schaamteloos stinkend rijke verdorven Westerse toeristen."
"Koos?... Zouden die twee die altijd apart zitten misschien die onbekende Belgische Euro Millions-winnaars zijn?..." "Met een snorkelpijp uit de Lidl en een badpak van de Hema? Nee Sientje... ghewoon een stelletje bekakte Belgen."
"Boris?! Gij hebt minstens een halve kilo gouden kettingen rond uw stierennek hangen, uw armen zijn apelang geworden door het gewicht van uw diamanten ringen. Waarom krijgen wij die super behandeling niet en Madam Veiligheidsspeld met haar plastic halskettingkje wel?" "Omdat dat maffiavolk is Natasja. Zoiets is voor ons, hardwerkende vrouwen-, drugs-, en diamantensmokkelaars, niet weggelegd. Komaan, snel wat, reik me de nieuwe fles Vodka aan en smeer mijn buik in want daarvoor zijn mijn armen toch nog altijd te kort."
"Ramon volgens mij is zij Cher." "Cher is veel jonger Juanita." "Maar niet na haar zevende facelift..." "Ge moet eens naar uw ogen laten zien schatteke, want aan die madam is juist niks gelift. Alles hangt nog halfstok."
Soit, ik weet niet wat ze van ons denken en ik probeer er ook maar niet teveel bij stil te staan.
Toen we langs het strand wandelden zagen we vreemde taferelen. Een vrouw in een bruidsjurk met een sjiek geklede man peddelend in een kano! Even vreesde ik dat ik nu ook al begon te hallucineren. Met al de medicijnen die ik moet slikken zou het me niet verbazen, maar nee, het was de bizarre realiteit.
Iets verderop stond een mini-podium versierd met enkele palmtakken in het zand. Twee cameramannen en een geluidsman waren, met loodzwaar materiaal op hun schouder, als kippen zonder kop aan t rondrennen. Wel 10 mannen van Prems senior-staff stonden op een hoopje in de schaduw van de bosjes te wachten. Hier ging iets gebeuren. Prem himself dook op (altijd een verrassing want hij is toch zo donker), riep "Hey Lily!!", greep mijn arm en troonde ons mee met de woorden, "you háve to see this". En dan is er geen tegenspreken aan.
We kwamen terecht op de "hernieuwing van de huwelijksbelofte" van een Chinees koppel. De vrouw die ik gisteren met haar batterijlader geholpen had bleek de moeder van de "bruid".
De familie had hun eigen opnameteam overgevlogen uit Shanghai, en alles werd in gereedheid gebracht voor een hoogst professioneel filmpje. Jammer dat de intro al mislukt was door het hoogst ongecoördineerd gepeddel van het jonge koppel. De harmonie van de roeiriemen was ver zoek, t is te hopen dat het in hun huwelijk beter zal gaan. Het scenario met de kano werd onverrichterzake afgevoerd aangezien ze toch maar bleven afdrijven naar volle zee in plaats van romantisch door de lagune te varen.
Ik stond tussen Raj en Prem en zei dat ik hoopte dat het niet zo zou lopen als in het You Tube filmpje van de hernieuwde trouwbelofte van het Zwitsers koppel hier op de Malediven... Prem wist niets van deze onverkwikkelijke zaak die nochtans wereldnieuws was geweest. Ik vertelde in t kort wat er gebeurd was. In een sjiek resort in de Malediven had een zwitsers koppel de ceremonie in t Maldiviaans laten uitvoeren. In plaats van gebeden en romantische woorden waren ze met het meest plechtige gezicht uitgescholden voor Christenhonden, geitenneukers en nog meer van dat fraais. De waarheid kwam pas aan het licht toen het filmpje, dat één van de leden van het hotelpersoneel stiekum met zijn gsm had opgenomen, voor de grap op You Tube terecht kwam. Het feit haalde zelfs het nieuws in België. De reputatie van de Malediven was voor heel de wereld geschonden en de president is persoonlijk naar Zwitserland afgereisd om het diepongelukkige koppel zijn excuses aan te bieden.
Raj kende het verhaal maar al te goed en hij liet me de papieren met de teksten zien die voorgelezen zouden worden en die sinds dat voorval voor de veiligheid in t Engels opgesteld zijn.
De filmploeg kwam extra planten als versiering vragen dus Prem stuurde haastig een paar van zijn jongens naar de receptie om daar de enorme potplanten te gaan halen....
Ondertussen stond het koppeltje naast het podium, werden ze langs alle kanten gefilmd, moesten ze gelijktijdig het podium betreden, wat een paar keer overgedaan moest worden, aangezien ze het alweer niet synchroon genoeg deden naar de zin van de regisseur-cameraman.
Dan dronken ze samen iets. De stumperds moesten blijven drinken want de cameraman was weer niet snel tevreden. Vervolgens zong Donald met zijn zachte, lieve stem een gebed voor hen en bond hij hun handen samen en goot er water over. De ene cameraman lag geknield om een onwaarschijnlijk soort van kikkerperspectief te bereiken, de andere cirkelde rond Donald. Het moeten beelden zijn om zeeziek van te worden. Jammer toch dat ik dat filmpje nooit zal kunnen zien... Of t zou op You Tube moeten belanden natuurlijk.
Een belangrijk onderdeel van de ceremonie was het openbreken van een kokosnoot. Erg genoeg hadden ze dat aan een goedwillende Sri Lankaan overgelaten die totaal onverwacht, knots, de kokos kapot sloeg en dat was het dan volgens de goede ziel. Maar... de cameramannen hadden het shot gemist! Grote paniek! Nu moest er een nieuwe kokosnoot helemaal uit de keuken gehaald worden om het shot opnieuw te maken. Ondertussen moest het koppel dan "de kus" laten filmen. Tot hun grote g ne moesten ze die sc ne ook driemaal overdoen. De kus werd hoe langer hoe vluchtiger. Telkens de cameraman zijn hand omhoog stak, en ondertussen schuin wiebelend de camera op zijn ene schouder torstte, moest de familie en al de managers applaudiseren. Als tussensc nes werden wij - het publiek, de twee toeristen - dan uitgebreid gefilmd terwijl we daar als twee debielen in strandkleding met een glaasje fruitsap in onze handen stonden. Nee, bij nader inzien wil ik dat filmpje toch liever niet zien.
De volgende sc ne zou zich op het terras voor het zwembad afspelen. Een eetsc ne met de familie en Prem aan het hoofd van de tafel. Hij trachtte ons ook daar mee naartoe te slepen maar we zijn ontsnapt. Dankzij een ander lid van de staf die ons attent maakte op twee octopussen in de lagune. Tja, op zon moment weet Prem ook wel dat inktvissen voorrang krijgen.
Ik mag er niet aan denken hoeveel dat filmpje zal gekost hebben en hoe bangelijk het er moet uitzien.
Maar ik zal maar zwijgen want de fotos van mijn inktvissen waren nu ook niet echt geschikt voor het grote publiek. Het water was rimpelig en ik kreeg wel zeer surrealistische inktvissen die in honderden fragmenten leken uiteen te vallen. Persoonlijk ben ik er gek op, maar geen mens gaat er een inktvis in herkennen. Dus hield Paul de beesten vanop de steiger in de gaten en haalde ik snel mijn snorkelgerief.
Ik zwom pijlsnel dwars door de lagune tussen de paalhutten - gelukkig was het redelijk hoog water, ik had wel een halve meter water om in te zwemmen en dan raak ik snel vooruit. En inderdaad toen ik aan de pijlers aan kwam zaten ze er nog. De ene met een tentakel in de andere zijn... oor? Neus? Mond? Ik weet het niet, maar ik weet wel dat die andere er niet gelukkig mee was want die werd wit van woede om vervolgens nog eens purper uit te slagen. Maar eens ik dichtbij genoeg was om duidelijke fotos te kunnen maken doken ze allebei weg in holen onder de steunpalen. Zo spijtig!
Maar niet getreurd, als troostprijs zaten er vlakbij twee grote garnalen die me gewoon vroegen om te mogen poseren. Heel veel poten in alle richtingen maar vervelend genoeg weinig kop om op scherp te stellen. Ja, onderwaterfotograferen moet altijd een uitdaging blijven anders is de lol er af. De rest van de snorkeltrip leverde, buiten een mooie schildpad, niet veel zinnige fotos op. Ik was blij dat ik in het zalig zoet zwembad kon gaan ontzilten.
Vanaf vandaag liggen er op de glazen tafels aan het zwembad onder elk glas of asbak bierviltjes! Ik heb geen idee of mijn aanwezigheid hier iets mee te maken heeft maar ik heb hen wel gezegd dat dat de plek weeral een stuk aangenamer maakt.
Tijdens de lunch kregen we het goede nieuws dat we een week langer kunnen blijven, zonder dat er andere toeristen aan de haaien gaan gevoerd worden. Nu werd ook duidelijk waarom Prem eerst naar de head office had moeten bellen... hij vertrekt namelijk zaterdag, na 7 maanden werken, op vakantie naar Colombo en vindt het heel vervelend om ons hier alleen te moeten laten. Bleek nu dat de lieverd zijn oorspronkelijke vakantie al had uitgesteld omdat wij naar hier kwamen, en zijn vakantie een tweede maal uitstellen was wel erg moeilijk, vooral omdat Selina dan net terug van een missie in Indië thuis komt. Nu ik dat wist voelde ik me helemaal schuldig. Hij voegde er dan nog eens aan toe : "Vindt ge het echt niet erg dat ik er de laatste week niet ga zijn voor u?" Ik zong in zevenenveertig toonaarden dat hij al véél te véél moeite had gedaan door zijn eerste vakantie te verzetten!!! Hij had dat gewoon tegen ons aan de telefoon moeten zeggen toen we vroegen of er plaats was, dan waren we toch gewoon een paar weken later gekomen! En nee, natúúrlijk kon hij met een gerust hart op verlof gaan, we zullen ons hier echt niet laten opvreten door tonijnen of jacks. Het zal eerder het tegenovergestelde zijn. Vanzelfsprekend verzekerde hij nog eens dat hij ons in de beste handen ging achterlaten en iedereen ging instrueren hoe ze ons moeten behandelen.
Na dit nieuws stond ik gewoon perplex dat hij zoveel moeite gedaan had om tijd met ons door te brengen. OK, t was ondertussen al bijna drie jaar dat we mekaar gezien hadden, maar toch.
Het zalige vooruitzicht van een extra week in het paradijs deed me gewoon in slaap vallen als een baby. Lekker in de zon, op mijn terrasbedje, verzeilde ik in een diepe rust... Uiteindelijk gewekt door een zachte zeebries. Wat een manier om te ontwaken, uw ogen open te doen en dan te zien waar ge u bevindt....
Na het diner gingen we deze keer écht met de haaienvoederboot meegaan. Ik had alvast maar niet te veel gegeten want het is niet mijn bedoeling dat mijn maaginhoud als haaienvoer gebruikt wordt.
Het was maar een tripje van een half uur in totaal. We vaarden 10 minuutjes ver de zee in, twaalf toeristen op een dhoni (iedereen in zwemvest. In de hoop dat haaien onze plastic verpakking niet gaan lusten en ons terug zullen uitspuwen moesten we per ongeluk in zee verzeilen?)
Aangekomen op de bewuste plek kieperde de bootsman om de minuut wat visresten in het water en er kwamen een tiental grote en kleine haaien als razenden rondspartelen om stukjes te bemachtingen. Best indrukwekkend maar niet te fotograferen. Mijn arm flashke heeft teveel tijd nodig om zich na een foto terug op te laden dus ik miste al de beste momenten. Gesteld dat die er al waren want het was zo een geklots van opspattend water dat de dieren zelfs op momenten niet eens zichtbaar waren. Na een minuut of vijf verdween heel de bende, vaarden wij terug, bekeken onze foto- en filmvangst en kwamen tot de constatatie dat Paul een vage, warrige duisternis had gefilmd, en dat ik vooral beelden van een mengelmoes van opspattend water verzameld had. Haaienogen blijken dan ook te reflecteren dus het zag er echt niet uit. We zullen nog wel eens een keer meegaan voor een nieuwe poging.
Ook mijn bovenwaterfotoapparaat is door - meer dan - veelvuldig gebruik aan t verslijten, maar ik zag er vorig jaar de zin niet van in om nog een nieuw te kopen. Ik vond het ook wat zinloos want op zon klein eiland maak ik toch haast geen bovenwaterfotos.
In de WiFi-zone van de receptie zijn we nog wat gaan worstelen met het internet. Proberen mijn reisverhalen terug wat op orde te krijgen want dat is weer een flinke chaos aan t worden. Op andere reizen typte ik alleen s nachts, maar hier kan ik op alle momenten van de dag even wat bijschrijven, en dan durf ik dat wel al eens doen onder een verkeerde datum... En dan moet er een logische mannelijke geest aan te pas komen om te corrigeren dat we noch in 2010, noch in 2091, maar w l in 2011 leven, dat dinsdagen meestal vóór woensdagen komen en niet omgekeerd, en dat niet met elke nieuwe dag die ik beschrijf, we een maand verder zijn. Maar voor de rest is alles in orde.
Aangezien Prem zondag jarig is wilden we voorstellen om Paul voor hem gitaar te laten spelen. Raj was verrukt. De organisatie van "the function" (eer dat we doorhadden dat ze met dat woord "een feestje" bedoelen...) was weer niet eenvoudig. Paul wou ook best eens als dank voor de toeristen spelen en dat was direct georganiseerd. Ik wou er een sunset-concert van maken, zodat ze een speciale sunset-cocktail konden verkopen, maar het bleek om 7 uur te moeten plaats vinden én aan de oostkant van het eiland. Ja, dan en daar is de zon ver te zoeken natuurlijk... Enfin, we doen waarmee zij het gelukkigst zijn.
Op het ogenblik dat ik dit zit te schrijven zijn de mensen aan de bar aan het dansen op de muziek van de twee, heu, hoe zullen we ze noemen?... "Muzikanten"? Ik lach hier altijd dat het voor mijn oren overdag soms moeilijk is, maar dat de avonden voor Paul een marteling zijn. Een verschil tussen refrein of strofe wordt er niet gemaakt, ze zingen wel over de muziek over als ze echt niet meer weten waar ze gebleven zijn. Maar erg is dat niet want niemand van de toeristen schijnt het te merken en ik amuseer me een kriek.
We trachten dan uit de verte om ter eerste te raden welk liedje ze aan t spelen zijn. De eerste die het vindt heeft gewonnen. Soms duurt het wel een halve minuut eer we het ontdekken, nochtans spelen ze allemaal heel bekende nummers. En elke avond dezelfde. Het enige wat ik mis is om erbij te gaan zitten en af en toe eens te kunnen dansen... Maar een mens kan niet alles hebben. Ik ben al veel meer dan gewoon gelukkig.
Aangezien het bij jullie nu zondagavond is hebben jullie misschien wat meer tijd om te lezen, dus zet ik er nog een reisverhaaltje bij. Ik heb er toch genoeg.
Onderaan deze tekst vinden jullie ook een link naar het eerste fotoalbum. (Ruwe, onbewerkte fotokes, maar misschien plezant om de tekst wat te verluchten.)
Donderdag, 13 januari 2011.
6. Oordoppen uit de garnalenwinkel in een café zonder bier.
Om half zes opgestaan na een kort maar zalig nachtje. Ge kunt hier slapen met alle ramen open, het blijft relatief koel, maar mijn slaap-t-shirt of sokken zijn er toch nog niet aan te pas gekomen.
In het restaurant snel een thee-tje gedronken en onze lunchpakketten aangenomen, die Paul bijna door zijn knieën deden zakken. Ja, op dat uitje van 8 uren gaan we alvast niet verhongeren.
Prem had een lijstje laten maken met info waar de fotowinkels gelegen waren en ons een adres gegeven waar we de verantwoordelijke van Keells konden vinden. Toen we vertrokken stond een groepje managers alweer klaar om de 8 vertrekkende passagiers uit te wuiven. Zon charmant zicht!
Om een of andere reden werden we niet vervoerd met de hotelboot maar met een privé-speedboat. Wat niet zo slecht was want hij was zachter en volgens mij ook iets sneller.
Onderweg probeerde ik met mijn suffe kop wat foto's te maken van de zon in de wolken. Ik zat geduldig te wachten tot ze wat dieper naar zee zou zakken omdat ze dan in een feeëriekere wolk zou terecht komen. Dat bewijst maar weer eens dat ik niet echt een ochtendmens ben. Ik zou de zon zelfs 's morgens willen zien zakken...
Eerst werden de toeristen afgezet op het luchthaveneilandje en dan werden wij gedropt op Male. Een brokje eiland van 3km op 3 waarop 100.000 inwoners samengepropt zitten, met alle nodige vervoersmiddelen. Op drie uur tijd moesten we onze helse opdracht vervullen.
Het begon al goed, we hadden geen rufiyaas, de eerste bankautomaat aanvaardde onze Mastercard niet (alleen Visa), de tweede gelukkig wel. We namen onze eerste taxi van de dag, richting Keells office. Taxi's hebt ge maar van de straat te plukken. Ik denk dat zo ongeveer 1 van de vijf autos die hier rijden een taxi is. Eender welke bestemming, de prijs is hetzelfde : 20 rufiyaa. De chauffeur wist niet zo direct waar we moesten zijn maar we geraakten er toch. Hij dropte ons op een hoek van een straatje, wees vaag waar we ergens op de tweede verdieping moesten zijn, en we begonnen een deur te zoeken. Het was kwart na acht en alle winkels en bedrijven waren nog gesloten, de eerste deur die we open kregen besloten we dan binnen te stappen. We namen een lift tot de tweede verdieping en kwamen uit op... niets. Dan maar een trap genomen. Toen kwamen we in een halletje terecht met een berg schoenen voor een deur. Ik dacht dat het misschien een moskee was, en besloot aan te bellen. Bleek het een gewoon appartement te zijn waar een oud vrouwtje ons duidelijk maakte dat er iets niet klopte.
Terug op straat aan iedereen die we zagen de weg gevraagd. Uiteindelijk bleek de ingang van het Keells kantoor achter een gesloten rolluik te vinden waar een waker in de duisternis in een lege zaal zat. Hij legde met gebaren uit over 10 minuten nog eens terug te komen. We hebben ons dan maar als "de clochards van Male" in het dichtsbijzijnde steegje op de grond gezet met onze bomvolle fototas, de fles water en de twee zware lunchpakket-taartendozen die stilaan door mekaar begonnen te zakken. Vanzelfsprekend lekker warm aangekleed in lange broek en t-shirt, aangezien we in een moslimland zijn.
Om half negen zaten we boven op het kantoor van onze hotelketen, waar we onmiddellijk met thee verwelkomd werden. Het was de eerste keer van mijn leven dat ik thee met melk dronk en het smaakte even vreselijk als ik altijd gevreesd had. Toch weer een ervaring rijker. Eén van de mensen van Keells besloot met ons mee te gaan naar de grootste fotozaak van het eiland, Reefside Sony Center. We namen taxi 2, kwamen aan bij het Sony Center, maar dat bleek gesloten tot 10 uur. We bedankten onze begeleider en zegden dat we ons wel zouden redden, en eerst de rest van ons boodschappenlijstje gingen afwerken. We dachten blijkbaar nog dat we in België waren.
De eerste straat leverde ons een snorkelpijp, en twee niet krakende plastic draagtassen op. Vroeger nam ik op reis alle maten plastic zakken mee, al ons gerief zat zelfs in aparte doorzichtige zakken ingepakt, dat maakte het verkassen van slaapplek naar volgende hotel zoveel eenvoudiger. Door de zotte ziekte mocht er deze reis natuurlijk geen plastic zak mee, en daar heb ik me ferm mee in nesten gewerkt. Een mens kan op reis blijkbaar echt niet zonder...
Paul zorgde er voor dat onze telefoonkaart werd bijgevuld. Ondertussen stapte ik elke duikzaak binnen in de hoop nog wat degelijke oordoppen aan koordjes te kunnen kopen voor t geval ik deze handige set ooit zou verliezen. Dat werd niks. Op de duur wist heel de straat wat ik zocht, iedereen was heel vriendelijk, maar niemand kon helpen.
Terwijl Paul de gsm liet bijladen ging ik op zoek naar een optieker in de hoop een ander stel lenzen op de kop te tikken waar ik wél de icoontjes op het schermpje van mijn camera mee zou kunnen lezen. Ook dat werd niks. Telkens spraken we goed af waar we mekaar zouden terugvinden, want als we mekaar hier in deze smalle doolhofstraatjes zouden kwijtraken, dan waren we wel gezien. Vooral ik, omdat ik noch een gsm, noch geld, noch mijn paspoort op zak had. Alles zat in Pauls enorme fototas.
Onze volgende stop was de reparatie-afdeling van Sony. Ik vond het wel heel hoog gegrepen van Paul om onze twee onderwatercameras daar gerepareerd te krijgen, vooral omdat ze al 6 jaar oud zijn, maar ik liet hem maar doen. Ondertussen ging ik verder op zoek naar mijn nagelknipper, mijn ontstekingswerende zalf, mijn aanstekers, mijn lenzen en mijn doppen.
Uiteindelijk vond ik in een apotheek de zalf, en zij stuurden me verder op pad voor mijn doppen. Enkele straten verderop zou ik verschillende prawn-shops vinden die dat beslist zouden verkopen. Prawn-shops?? Garnalenwinkels?? Pawn-shops?? Pandjeshuizen? Met oordoppen? Die dan iemand voor een paar centen zou in pand gegeven hebben? Nee, hier moest een misverstand aan de hand zijn. Toch bleven de apotheker en zijn assistent dapper volhouden: "pawn-shop", "prawn-shop", terwijl ik nochtans mijn doppen onder hun neus hield. OK. Ik zou dan wel zien wat er bedoeld werd als ik er voor stond.
Na verschillende straatjes overgestoken te zijn, met doppen in mijn oren, tussen ontelbare brommers, vele hoeken omgedraaid (telkens goed naar herkenningspunten uitgekeken om mijn weg terug te vinden) kwam ik in de hoofdstraat waar ik de winkels van die doppen zou moeten vinden. Daar begon ik dan maar terug de weg te vragen aan mensen die geen engels konden en die ik toch niet kon verstaan vanwege het straatgeraas en de doppen in mijn oren. Ik rende maar voort en voort, het leek wel of ik in mijn eentje Peking Express aant naspelen was. Ik zag noch pharmacies noch prawn- of pawnshops, en bij elke optieker waar ik binnenstapte hadden ze mijn lenzen niet. Ik besloot terug naar Paul te gaan bij de Sony repair. Ondertussen was ik zover afgedwaald dat ik wel moest beginnen rennen. Maar dat was niet simpel. De smalle straatjes stonden vol geparkeerde brommers, voetpaden waren tussen 20 en 10 centimeter breed en de autos en camions hadden voorrang. Wij voetgangers moesten ons van portaal naar portaal wurmen zodat de autos konden passeren. Ik geraakte maar niet vooruit. Ik torende hoog boven de kleine, slanke, gesluierde dames uit en zag op die manier toch af en toe een gaatje om enkele mensen voorbij te steken en iets sneller vooruit te komen
Uiteindelijk belandde ik bekaf terug op mijn vertrekpunt en Paul zat daar heel fier te wachten met een fijne boodschap : ze konden onze cameras hier allebei repareren want ze hadden de CCD-chips in voorraad. Zowaar een mirakel gezien de leeftijd van onze apparaatjes. De technieker wou het zelfs vandaag nog proberen te doen. Fijn. Dus nu konden we eindelijk op zoek naar een echte degelijke onderwatercamera voor mij bij het grote Sony Center dat ondertussen wel zou open zijn.
We wurmden ons terug naar de waterkant van de stad - al goed dat ik een ingebouwde gps in mijn kop heb - en daar wachtte ons de grote verrassing. "Underwatercameras? No." "Hoezo? Nee? Dit is toch Male! Het mekka van de duikers!" Bobbejaan Schoepen zou hier beslist zijn beginnen zingen over "Een café zonder bier". Er kwam een andere verkoper en die zei dat heel de voorraad (van ocharme één model, de TX8) op was. Hij suggereerde naar duikwinkels te gaan. Maar die had ik al allemaal bezocht voor mijn doppen dus ik wist dat die alleen maar wegwerpcamera's verkochten. Dan stelde hij voor naar "Evan's" te gaan, misschien zouden die wel enkele Canons hebben liggen. Wij terug full speed die "Evan's" gaan zoeken. Niet te vinden. Weer maar gevraagd. Bleek dat we al 100 meter te ver waren. Wij keken eens meewarig en een man besloot even met ons mee te lopen. De winkel bleek "Aviance" te heten en op de eerste verdieping camera's te verkopen. Maar geen onderwaterspul. Taxi drie genomen naar een winkel om een internetkaart te kopen (een andere zaak dan de gewone telefoonwinkel).
Taxi 4 bracht ons terug naar Keell's omdat we daar de ontvangstbewijzen van onze te repareren camera's moesten afgeven zodat zij ze later konden afhalen en op de boot zetten naar ons eiland. Maar we moesten hen in rufiah's betalen... en die waren ondertussen op...
Ze konden ook niet geloven dat er op héél Male geen camera te vinden was en belden naar de Canon Showroom, waar ze volgens de verkoper een onderwatercamera op voorraad hadden. Hoopvol namen we taxi 5 naar de Canon winkel. De chauffeur leverde ons af bij het Canon Copier Centre. Hm. Een volwassen bureelkopiermachine aanschaffen was niet direct ons doel. Gelukkig lag de Canon fotowinkel vlak in de buurt. Daar hadden ze één zielig cameraatje waar ik me niet echt mee kon verbeteren.
En wéér stonden we terug op straat. Zonder geld om een taxi te nemen, en de dichtsbijzijnde bank bleek een halve kilometer verder. Ietwat vervelende zaak. Vandaar dat taxi 6 ons eerst naar een bankautomaat reed en vervolgens naar Keells om de rufiah's te gaan afgeven voor het betalen van de reparaties. De manager van Keells liep even mee om ons de weg te wijzen naar de kade waar we de dhoni konden nemen om naar het luchthaveneiland te varen. Een brede boot, waar na enkele minuten een ouderwetse conducteur langs kwam om de kaartjes te verkopen.
Aangezien we ondertussen te weten waren gekomen dat er in de Tax Free Shop van de luchthaven nog één camera in voorraad was ging ik proberen om daar binnen te geraken. Iets wat in principe onmogelijk is als ge niet gaat opstijgen. Dus sprak ik de manager van de luchthaven aan en die zei dat de wet het niet toeliet dat we iets kochten, zelfs al konden we de tickets voor onze vlucht voor over 10 dagen laten zien. De man was echter van zo'n goede wil dat hij het toch eens ging proberen. Het lukte niet. Ik bedankte hem uitgebreid voor zijn moeite. "Dank u" zeggen in 't Maldiviaans is al lang geen probleem meer. Iedereen is zo behulpzaam dat ge het woord "Shukkurya" dikwijls genoeg moet gebruiken. De man vroeg ons nog even te wachten want hij wou toch nog iets proberen. Na vijf minuutjes kwam hij terug en wist te vertellen welk apparaat er in de Tax Free te krijgen was. Jammer genoeg was dat weer een klein volautomatisch toestelletje waar ik geen stap verder mee zou geraken...
Uiteindelijk ben ik dan in het luchthavenapotheekje weer op zoek gegaan naar die goeie doppen aan koordjes en ik had geluk! De voorraad was net aangevuld! Dus maar ineens twee pakjes gekocht. In een ander winkeltje wist ik ook nog snel twee aanstekers op de kop te tikken en dan was onze Peking Express teneinde want de nieuwe lading toeristen was ondertussen aangekomen (weeral dikke Russen met even dikke gouden kettingen rond hun nek. "Maffia-stijl". Ook hier. Gelukkig gedragen ze zich hier vrij goed) en onze speedboot ging vertrekken. Zó blij dat ik mini-Bangkok achter me kon laten.
Totaal groggy stapten we in de boot, ik stak mijn sterkste oordoppen in en was blij met het vooruitzicht anderhalf uur te kunnen zitten en eindelijk comfortabel wat uit onze doos te kunnen eten. De zee besliste er anders over. De boot knotste als een bokkige ezel over de golven, we staken de kippenpoten bijna in onze neus en de bananen mikten we door 't schokken richting onze oren. Gelukkig zaten die al vol doppen. De piepkleine cake-jes richting mond bewegen was ook geen sinecure. Uiteindelijk hadden we na vele slappe lach-aanvallen onze maaltijd toch betrekkelijk vlot naar binnen gewerkt. Er was niet al te veel op ons gezicht terecht gekomen. Toen ik naar achter keek zag ik de pas aangekomen toeristen lichtjes bleekgroen zitten schokken op de banken. Van een "Blijde Inkomst" was zo te zien niet direct sprake.
Na een uur schudden en steigeren, op onze polsen steunen en onze benen gespannen houden om de ergste schokken op te vangen telkens we in een golfdal vielen was mijn energie blijkbaar kompleet op. Ik viel in slaap!! Paul trachtte mij als een lappenpop enigszins op mijn plaats te houden en me te behoeden voor al teveel blauwe plekken terwijl hij angstvallig zat uit te kijken door de door de golven bespatte voorruiten om ons eiland te ontwaren. Toen hij stilaan de moed begon op te geven zag hij iets verschijnen aan de einder. De helletocht was bijna ten einde.
Op het ponton stond een hele rij managers op een lijntje om de groentjes, letterlijk in dit geval, te verwelkomen. Aangezien wij geen noemenswaardige bagage hadden (wegens een niet zo heel succesvolle shoppingtrip en zeker nu onze lunchpakketten op waren) hopten we als eersten van boord. Iedereen vol verwachting : hebben ze hun camera??? Nee dus. Néé, écht niet. In Male hebben ze geen onderwatercamera's. Male is een café zonder bier.
Alle managers draaiden zich uit pure verbazing naar ons toe, en wilden meer uitleg. Ik commandeerde : omdraaien en de nieuwelingen ontvangen, ons waanzinnige relaas krijgt ge later wel te horen. Het was echt een hilarisch einde van een absurde ochtend.
Aangezien we toch vlak bij het restaurant van de boot waren gestapt besloten we ons ietwat geaccidenteerd middagmaal netjes af te ronden met wat fruit en puddingkjes. Harish vond ons verhaal over Male ook hoogst vermakelijk en haast ongeloofwaardig.
Plots kwamen we tot de conclusie dat we vanmorgen in alle vroegte bij het afvaren onze hotelsleutelbos snel in Prem's handen gedrukt hadden omdat onze fototas al zo vol zat. Dus gingen we aan de receptie onze sleutels zoeken. Onvindbaar. Natuurlijk, die zaten nog in Prem zijn broekzak en die was ondertussen naar zijn kamer gegaan om wat te rusten. Andreana, de Indische receptioniste, besloot met ons mee te lopen en even de sleutels op te halen. Onderweg moesten we dan nog met verenigde krachten een Chinese toeriste helpen die geen woord engels sprak en met gebaren trachtte uit te leggen dat de stopcontacten op de kamers vertikaal stonden en dat haar batterijoplader enkel horizontaal kon werken. Ik loste het probleem dan maar op door haar lader aan Andreana te geven en te zeggen het ding aan de balie op te laden en het later aan de dame terug te bezorgen. Ze kunnen hier nu toch moeilijk hun stopkontakten gaan uitbreken, nietwaar? Toch niet voor een gewone toerist. Mens, wat zou ik het zalig vinden om terug in een hotel te kunnen werken. En zeker hier. Als ik jong en gezond was, ik zou het wel weten. Ze moesten me niet eens betalen, gewoon kost en inwoon zouden volstaan. Ik zal dat maar nooit aan Prem zeggen of hij legt me hier aan een ketting vast.
Andreanas oog viel plots op het plakkertje dat rond mijn vinger zat, en ze vroeg heel ongerust wat er aan de hand was. Niks natuurlijk, gewoon onder water weer met mijn tengels aan iets gezeten wat niet zo gezond was. Desalniettemin bleef ze vragen of zij het niet mocht verzorgen. Ik zei dat ik de ongerechtigheid er al lang zelf uitgesneden had, gedesinfecteerd, gezalfd en verbonden en dat ik gewoon was kleine operaties op mezelf uit te voeren. Ze vond dat ik na deze ochtend dringend wat moest gaan rusten. Ik antwoordde dat ik wel tussen mijn vissen zou gaan relaxen. Ze schoot in de lach.
Thuis kieperde ik mijn zak om, om het resultaat van deze queeste te bekijken. Armzalig in verhouding met hoe we geleden (en gelachen) hadden : twee niet-krakende-plastic- draagtassen, een snorkelpijp, een tube zalf, twee aanstekers, en een onvoorzien maar geestig t-shirt. Geen nagelknipper, geen lenzen, geen camera. Maar kom, als onze twee Sony T1-tjes zouden gerepareerd geraken, is alles toch niet voor niks geweest.
Heel even in ons huisje proberen te bekomen maar mijn kop voelt zich veel beter onder water. Het was nevelig en al tegen de avond, dus het fotograferen lukte niet al te best. Ik kreeg ook kou omdat ik een kwartier had stilgelegen om een portretje te maken van de snuit van een zeestaartje. Een viske dat voornamelijk uit een lange staart en een piepklein kopke bestaat. Dat kopje van minder dan 1cm fotograferen is de uitdaging natuurlijk. Enfin, 't resultaat is niet om over naar huis te schrijven. Hoewel ik dat dus nu blijkbaar wel zit te doen.
We hebben wel een zeeschildpad gezien. Ze zat nogal diep in zee en ik had net kramp in mijn tenen, dus 't was nogal een spartelpartij om er te geraken, maar het loonde de moeite. Jammer genoeg was 't al te donker om nog echt goede foto's te maken. Mensen met slechte ogen zouden al evengoed kunnen denken dat het een zinkende bruine luchtmatras is...
Na anderhalf uur snorkelen even liggen uitsuffen in het zwembad en wat met de Duitsers zitten praten. Ik heb hen eindelijk maar verteld over mijn bizarre ziekte, anders lijkt het wel of ik hen probeer te vermijden. De vrouw vertelde dat de echtgenote van bondskanselier Kohl ook een waanzinnige ziekte had gekregen (die mijn overleden vriendin trouwens ook heeft geveld), namelijk niet meer tegen licht kunnen. Dan kunt ge niet meer buiten, ge verbrandt zelfs door het leeslichtje van uw bed. Ge moet constant factor 50 dragen. De echtgenote van Kohl heeft uiteindelijk zelfmoord gepleegd.
Daarna heb ik rustig wat liggen schrijven op ons zalige en stille terras uitkijkend op zee en hemel en verder niets. Heerlijk rustgevend, maar toch niet voldoende om mijn dolgedraaide kop terug normaal te krijgen.
Mezelf naar het restaurant gesleept en zelfs niet eens dessert gaan halen. De tinnitus heeft weer volop zijn kop opgestoken door 8 uur mijn doppen te moeten dragen. Het lijkt wel of alle lawaai van de dag zich in mijn hoofd opgestapeld heeft en er kan geen klikje of tikje meer bij.
Vanavond hoorden we via via dat Prem doodongelukkig was geweest omdat hij vond dat de boot die hij gecharterd had te klein voor me geweest was. Te klein? We zaten er met acht man op en er waren nog plaatsen over... Wat had hij dan gewild? Het jacht van Caroline van Monaco ofzo?
Ik was verdorie al heel gelukkig met het feit dat ik de kans kreeg om mee naar Male te varen en dat ik dit avontuur had kunnen meemaken. Zij het wel dat ik er enigszins van onderste boven was.
Eergisteren waren we van plan om in maart terug naar hier te komen. Maar de vliegreis en zeker ook de speedboattrip maken het toch wel heel zwaar voor me. Mijn vriendin had eergisteren al een sms gestuurd : "Ik heb u in geen tijden zo gelukkig geweten, probeer te verlengen!!" En ja, dat is een veel beter idee.
Toen we dat aan Prem vroegen was hij heel blij, en zei dat hij iets ging regelen. Hij beweert dat het voor 99% in orde komt, maar dat hij eerst met het head-office moet bellen. Ik vroeg of het hotel misschien volgeboekt was, want ik zou niemand zijn kamer willen afpakken of "per ongeluk" aan de haaien laten voeren. Hij beweerde van niet, en dat we morgen meer zouden weten. Raar wel, want normaal kan hij dat allemaal zelf regelen, hij kent zijn kamerbezetting. Er is iets vreemds aan de hand. Maar dat komen we wel te weten.
Wat een vooruitzicht als deze droom nog een week langer zou kunnen duren en ik over een dikke week al niet weer in die afgrijselijke speedboat en dat vliegtuig zou moeten zitten...
Morgen het vervolg!
En hier is de beloofde link van het voorlopig fotoalbum. Jullie zullen zelf moeten uitpuzzelen welke foto's bij welk hoofdstuk horen, maar ze staan wel in volgorde. Veel plezier!
Met veel moeite wakker geraakt en naar t restaurant in snelwandelpas. Haris had een krekel uit palmblad gevouwen en die stond mooi naast mijn bord. Een krekel... Hoe toepasselijk toch weer...
Maar zelfs van mijn inwendige krekels heb ik hier minder last. Voor mijn gekke kop is deze oase van rust en stilte echt een herademing. Ik vraag me af hoe ik ooit nog moet wennen aan een wereld vol autos en muziek. Zelfs in de sjiekste villawijken hoor je bij ons nog altijd 24 uur aan een stuk autos op autostrades voorbij razen. Gelukkig zijn de bewoners er zich niet van bewust. De meeste mensen realiseren zich niet in wat een lawaaierige wereld met een overdaad aan achtergrondlawaai dat wij Westerlingen leven. Nu niet dat het in Sri Lanka of India beter is want daar gebruikt iedereen zijn claxon even vaak als zijn rempedaal. Maar op Ellaidhoo is het stil. Echt stil.
Mijn snorkelpijp heeft ook de geest gegeven, mijn bril is vrijwel verduurd, dus momenteel gebruik ik die van Paul. Hij had er eentje in de Lidl gekocht en dat is de beste van heel ons dure pijpenassortiment. Die is volledig geruisloos!!! Niks geen gebroebel meer! Nog nooit zon heerlijk ding meegemaakt. Ik moet ze zelfs niet om de minuut leegblazen! Ik kan me nu rustig op mijn fotos concentreren zonder constant met mijn pijp te zitten worstelen.
Gelukkig hebben we brillen en pijpen op reserve mee. Ondertussen heb ik ook Paul zijn zwembroek aangeslagen want de randjes van mijn billen waren al verbrand. Nu zitten die iets beter ingepakt. Echt sexy zal het niet zijn maar dat is t laatste van mijn zorgen. Nu heb ik dus geen hobbezakbroek, maar ook al een hobbezakzwembroek. Zalig.
In de buurt van de roggen troffen we weer de grote dikke vette makrelen (jacks) aan. Witte en zwarte exemplaren die hopen een graantje mee te pikken van de voeding van de roggen. Vissen zijn best slim, ze weten waar de goede restaurants zijn. Telkens ik zon zware vis voor mijn neus krijg zie ik er spontaan een potje japanse mosterd en een fles sojasaus achterna zwemmen. Ik kan er niet aan doen maar soms veranderen die beesten in mijn geestesoog plots in een sashimischotel...
We zagen ook al een inktvis, die zich niet uit zijn hol liet lokken, een gevederde roze-oranje leeuwenvis, en op de betonnen muur tussen allerlei begroeisels ontdekte ik weer een steenvis. Haast onherkenbaar, maar ik begin voor die kereltjes een goed oog te ontwikkelen. Ik kon hem heel duidelijk en van dichtbij fotograferen, maar iedereen gaat weer denken dat ik een foto van een stomme steen genomen heb. Of bij t snel nakijken van de fotos is het risico weer groot van : Oh, op deze was de vis blijkbaar al weg, wissen maar. Het zou niet de eerste keer zijn dat er op die manier een prachtfoto van een steen- of schorpioenvis in de prullenbak eindigt.
De palen van de steiger zijn begroeid met zachte en harde koralen. God zijn schildersgerief is hier uit zijn handen gevallen en pats! Elk koraal kreeg een andere kleur! Tegen de avond aan zien ze er weer heel anders uit, want dan openen ze hun kelkjes en komen al de wriemelende trilhaartjes tevoorschijn waarmee ze zich voeden. Overdag kunt ge dat ook al zien gebeuren bij diertjes die zich in duistere holen gevestigd hebben. Ja, koralen zijn dieren.
Prem heeft gearrangeerd dat we morgen met de boot mee naar Male kunnen. Daar zullen ze beslist het betere onderwaterfotografiegerief verkopen. Na zes jaar met die verouderde toestellen gewerkt te hebben verdien ik wel eens een degelijk nieuw apparaat.
Haris moet ook naar Male voor nieuwe pasfotos dus misschien kan hij wel meegaan. 't Zou plezant zijn, want we zijn nog nooit in de hoofdstad geweest, dus we kunnen wel wat hulp gebruiken om onze queeste op 3 uur tijd voor mekaar te krijgen. Ik heb al een heel shoppinglijstje klaar voor alles wat kapot is of wat we vergeten mee te brengen zijn.
Ik dacht dat ik het grootste deel van deze reis op mijn kamer ging moeten doorbrengen, dus ik heb een boel dingen gewoon niet eens meegenomen.
We hebben op het internet naar fotowinkels op Male zitten zoeken, maar geen enkele blijkt een website te hebben. Maar kom, hier in t Mekka van de duikers zullen er wel winkels genoeg zijn die het betere spul hebben liggen.
Paul is dan maar gaan voetballen en ik ben gaan snorkelen. Maar weer liep het miserabel af. Mijn lens blokkeerde tijdens een macro opname op 1 cm... Pfffffft. En ik was net bezig aan een prachtige reeks over eenhoornvissen en een schooltje volledig doorschijnende kleintjes waarvan ge hun graatjes kon zien! Zo mooi...
Ik had echt goesting om mijn camera in zee te gooien, maar ja, dat was nogal moeilijk want daar lag hij al natuurlijk. En aan de haaien voeren was er ook niet bij want er was er net geen enkele in de buurt.
Alleszins mijn doorschijnende visjesfoto's zijn gelukt, ze horen zelfs tot de mooiste die ik ooit gemaakt heb. Zo van die heerlijk surrealistische fotos. Ik dreef de school richting zee en met die donkere achtergrond heb ik precies allemaal interplanetaire reizigers die neerdalen uit de ruimte.
Tijdens ons avondmaal was er sushi. Oh oh... Ik hoop maar dat mijn kudde grote tonijnen niet gesneuveld is. Deze keer kwam de maître dhôtel een babbeltje slaan. Ik ken jullie toch, is het niet?... Alweer een bekende bij! Deze man bleek destijds ook in de Club Oceanic gewerkt te hebben, in de periode net voor en net na de tsunami. Ook hij was heel dankbaar dat Prem hem mee naar dit mooie eiland genomen had. Zo ongeveer iedereen van het personeel draagt hun grote baas op handen.
Prem doet zijn werk ook zo plichtsbewust. Welk klein probleem zijn gasten ook hebben, hij laat het oplossen door zijn personeel, maar hij controleert daarna wel hoogstpersoonlijk bij de mensen of alles naar wens gebeurd is.
Telkens er mensen vertrekken zorgt hij ervoor dat hijzelf en hun favoriete supervisors op de pier afscheid komen nemen. Als er nieuwe toeristen aankomen staat er ook een hele afvaardiging klaar om de gasten persoonlijk welkom te heten.
Tot onze opperste verbazing kregen we na ons avondmaal - in ons zalig afgelegen hoekje aan de waterkant - van Haris te horen dat het personeel hier niet in zee mag zwemmen. Ik viel bijna van mijn stoel! Voor de Sri Lankanen is dat niet zo erg, die houden niet van water, kunnen niet zwemmen, en zijn na de tsunami alleen nog maar banger voor de zee geworden, maar voor de Maldivianen is dat echt een ramp. Die jongens hebben hun zee even hard nodig als een mens adem. Door de vorige manager was het niet toegelaten, en Prem heeft die idiote regel stomweg overgenomen. Daar zou ik nu toch graag eens met hem over praten.
Toen Sanjeeva manager was van Velidhuu mochten alle jongens zwemmen, achter de boten, waar ze echt geen toeristen konden storen, en na hun naam bij de security op de pier genoteerd te hebben.
Trouwens welke toerist zou zo wreed kunnen zijn het mensen die soms 3 maand aan een stuk werken, niet te gunnen om af en toe eens te gaan zwemmen? De zee is toch van iedereen! Maar ik begrijp wel dat voor een Sri Lankaan als Prem (die zelf bijna in de tsunami omgekomen is) het moeilijk te bevatten is dat de eilandjongens hier wél van water houden, het zelfs broodnodig hebben als ontspanning en om fit en gezond te blijven. Hier moet toch eens bij Prem voor gelobbyd worden.
Maar niet nu, want vanavond rende hij ook weer als een bezorgde moederkip in t rond, wou graag even bij ons komen zitten, maar zijn gsm stond geen minuut stil, hij moest weer aant werk. Het zijn lange dagen, en dat 7 op 7... Maar hij haalt veel eer van zijn werk en doet het met hart en ziel. Hij doet me vaak denken aan een circusartiest die een tiental borden op stokjes moet laten blijven ronddraaien. Alleen zijn het er bij Prem een stuk of honderd...
Morgen, of vanavond, het vervolg : het hilarische verhaal van de trip naar Male! En een fotoalbum! (met veel moeite op 't internet gekregen, dus ik hoop dat ge er van gaat genieten...) De reisverhaaltjes voor de volgende 4 dagen staan alvast geprogrammeerd, voor 't geval ik niet op internet zou geraken. Hotmail doe ik hier niet open (internetten is traag en duur) ik hoop dat jullie daar begrip voor hebben. De reacties onder de verhaaltjes lees ik natuurlijk maar al te graag!
Als ontbijt heb ik me uitgebreid tegoed gedaan aan een zalige Sri Lankaanse curry. Speciaal gemaakt voor het team van inspecteurs, maar ik lust dat ook wel. Waarom maken ze mij hier toch geen inspecteur?
Hoppers (een soort heel dunne spagetti op rolletjes) met gekruid vlees, diverse groentencurrys, papadams (flinterdunne, krokante, gefrituurde chips van gemalen gedroogde vis, chutneys, lime pickles (geconfijnte zoute limoentjes), en dat alles overgoten met een laagje geraspte kokos om de pikante smaken wat te verzachten. Een genot om dat discreet aan ons apart tafeltje aan het water - met mijn handen, zoals het hoort op zijn Sri Lankaans - op te kunnen peuzelen. Geen enkele andere toerist raakte de curry-afdeling van t buffet aan. Ze weten echt niet wat ze missen.
De spinach juice heb ik eens bekeken, maar die heb ik toch ook maar laten staan.
Na onze eigen voeding (Eerst oomke, dan oomkes kinderen) waren we van plan om naar het voederen van de haaien te gaan kijken. Bleek plots dat dat inderdaad om half elf te doen was, maar eigenlijk wel... gisterenavond...
Alras kwamen we Prem tegen en die maakte er geen punt van, als er straks twee plaatsen over zijn op de haaienboot gaan we gewoon vanavond mee.
Toch wel een vreemd uur om haaien te gaan voederen vind ik, maar och, haaien voederen is op zich al een krankzinnige bezigheid, dus waarom het niet op een waanzinnig uur doen? Het zal weer een hele klus worden om daar wat zinnige fotos van te kunnen maken... Enfin, dat zien we dan wel weer. Eerst gingen we naar onze eigen brave visjes turen.
Het was zalig snorkelen in een zonovergoten zee. De lagune knalblauw van de weerkaatsing van de hemel op het witte zand, en achter de betonnen blokken (om het eiland te beschermen tegen verder afknabbelen door de golven), mooi donkerblauw. Achter de blokken liggen, rondom het hele eilandje, koraalvelden, waarvan grote delen nog helemaal gezond en enorm rijk aan kleuren zijn. Dit eiland heeft een heerlijk huisrif! Nog mooier dan dat van Velidhuu.
Achter de koraalvelden begint de drop-off, een indrukwekkende afgrond van 30 meter diep, begroeid met de waanzinnigste zachte en harde koralen waar duizenden vissen zich zeer happy in voelen. Ik denk niet dat er een kleur bestaat die niet op een vis voorkomt. Zelfs fluo is niet uitgesloten. Er zijn uit deze zwemtocht van anderhalf uur een paar heel mooie fotos voortgekomen.
Vooral de uiterste punt van het eiland is één groot sjiek koraalveld. De vissen zijn totaal niet bang, ze paren voor uw ogen, zelfs de ballisten (of Titan Triggerfish) zijn hier bereid tot eindeloze fotosessies zonder aan te willen vallen.
Paul is wel in een huisvredebreuk tussen gekomen. Twee solitaire vissen waren in een gevecht op leven en dood gewikkeld, de ene beet de andere in zijn zijde en wou niet meer lossen. Het is er mee geëindigd dat Paul ze uit mekaar getrokken heeft en ze elk een ander kant op gejaagd heeft.
Ik heb een wit en zwart gestreepte murene van meer dan een meter lang kunnen volgen die zich tussen en onderdoor de rotsen en koralen voortkronkelde. Ze was in gezelschap van twee vissen maar die moesten soms duidelijk gefrustreerd aan een gaatje wachten, omdat als hun slangachtige compagnon er in zat, de zaak volzet was. En wachten tot die volle meter er door was gegleden vonden ze te lang duren, dus zwommen ze alvast naar de volgende opening, waar ook alleen een stukje slangenlijf te zien was. Als vis bevriend zijn met een murene... het is geen gemakkelijke relatie.
Paul zijn ontbijt lag nogal zwaar op zijn maag (had hij ook maar van die lekkere curry moeten eten) en die ging de lunch overslaan. Ik ben dan voor mezelf een mix van zonde en gezond gaan samenstellen - een gezondig hapje - een bordje papaya en eentje met de weergaloos lekkere crème-dessertjes, om het gezellig in mijn huisje op te eten.
Vlak na de middag mochten we ons schaduwterraspaalhuis inwisselen voor het zonterraspaalhuis. Amper 20 meter verder, maar naar de oostzijde gedraaid. Het was een eenvoudige verhuis, de kleding gewoon op de kapstokken meegenomen en alle losse rommel even in de valies gezwierd.
Ons nieuwe huis is identiek aan het vorige, maar hier baadt alles vanaf s middag in het zonlicht. Zowel het terras als het bed. Een Sri Lankaan zou er niet gelukkig mee zijn maar voor een verkleumde Belg is dit paradijselijk. Als pluspunt heeft deze locatie ook nog zijn privacy mee, van hieruit zien we enkel en alleen de zee, er kan geen buur meer op ons terras kijken. Het zal heerlijk zijn om hier af en toe in de zon te kunnen gaan sluimeren. Er is ook genoeg te zien. Naast ons zat er een reiger die net een vis gevangen had. Maar zijn ogen waren blijkbaar groter dan zijn maag geweest, of toch zeker dan zijn bek... Hij deed maar moeite om de vis door te slikken maar t lukte niet. Hij had het verkeerde model opgevist. Telkens opnieuw klopte hij de vis op het water en nam hij hem op een andere manier in zijn bek. Maar de vis bleef breed en zijn nek bleef smal. Hij is er toch een half uurtje mee zoet geweest.
Ik voelde het echt kriebelen om het beest te gaan helpen - als pelikaanfluisteraar begin ik het al te maken - maar reigerfluisteraar lijkt me toch wat te hoog gegrepen.
Na het werk, tijd voor plezier, en terug mijn kop onder water gestoken. Er was niet meer zoveel licht dus vond ik het beter om koralen te gaan fotograferen. Die zitten toch braaf stil en daarvoor heb ik niet zon hoge afdruksnelheid nodig als voor een vinnige vis. Er kwam niet veel goeds uit, want ons laatste overgebleven onderwatertoestal kreeg ook rare kuren. Zeer vervelend. De lens dampte aan en op de duur zag ik niks meer. Mijn laatste fotos van de dag zijn dan ook echte David Hamiltons. Alleen in t midden is nog iets te zien, de rand is mistig... Triestig mistig.
Ik zou nu toch eindelijk eens graag met betrouwbaar materiaal kunnen werken.
Ik ben dan maar gaan genieten van een mooie zonsondergang pal voor mijn terrasje. Het leek wel of de zon onderging voor mij alleen in mijn zeteltje. Ik kon evengoed de eerste als de laatste mens op de wereld geweest zijn.
In de vooravond, net als de duisternis ingevallen was, werd er op de deur geklopt. Twee jongens sleepten stiekum onze ligbedjes aan. Natùùrlijk waren ze deze geheime operatie niet vergeten. Mijn geluk was nu kompleet! In deze bungalow kan het ook geen kwaad want niemand van de andere toeristen kan op ons terras kijken. Het blijft ons welbewaard geheim.
In de salon aan de receptie zijn we na het diner dan weer een uurtje zoet geweest met de mail-queeste. Doffe ellende, waar ik top-zenuwachtig van word. Grote mails met stomme PPS-jes verstoppen mijn mailbox en aan de echt belangrijke mails geraken we niet aan zonder die supermonsters van wel 7MB eerst binnen te halen. En dat duurt en blijft duren...
Zeer slecht gezind in bed gekropen. Al die electronica vind ik maar niks. Die digitale cameras die constant hun geest geven, het internet dat op stenen werkt. Maar ja, dat laatste is de beste manier om contact te houden met het thuisfront en naar de poespasser wordt natuurlijk elke avond uitgebreid getelefoneerd.
Ongelofelijk maar waar, voor de eerste keer van ons leven dat we in Azië aankomen zijn we eens niet op onze eerste dag om 6 uur s morgens spontaan wakker geworden. Deze keer speelde de vier uur tijdsverschil blijkbaar geen rol. We hebben ons zelfs glansrijk overslapen. Misschien omdat ik het nodig vond om vannacht nog wat fotos te zitten nemen van onze leeggelopen lagune? Ik dacht echt dat ik hallucineerde omdat het water onder ons huis ineens weg was. Ik kon het ook niet goed zien zo in de duisternis, dus dacht ik om mijn geestelijke gezondheid te kunnen bewijzen aan Paul (die ondertussen al heerlijk palmboomkes lag te zagen) om er wat fotos van te nemen. En dat is natuurlijk een beetje uit de hand gelopen. Ik die eindelijk eens terug de kans kreeg om iets anders dan mijn katten en de werken thuis te fotograferen... Mijn geluk kon niet op. Al waren het dan maar mysterieuze duistere fotos van wat steenbrokken in een leeggelopen lagune.
Na een zalig rustige nacht waggelden we dus pas tegen half 10 de lange vlonder af richting restaurant. Er werd onmiddellijk een tafeltje uit de restaurant-zone gehaald en naar een rustig plekje gedragen zodat ik ver van het gerinkel in alle rust zou kunnen ontbijten.
Op het buffet hadden ze een mysterieuze fles herbal water tussen al de fruitsappen staan. Een karaf met een kleurloze vloeistof waarin een pijpajuin dreef. Zoiets fascineert me natuurlijk mateloos. Misschien was het wel weer iets dat goed was tegen krankzinnigheid of haaruitval, zoals destijds de ayurvedische gerechten in Waikkal?... Alleszins, het bleek heel lekker en verfrissend, en het zal beslist wel voor iets goed zijn.
Ik heb dus doploos van mijn ontbijt kunnen genieten. En dan nog wel aan de rand van het zoetwaterzwembad, dat er rimpelloos en verlaten bijlag.
Ik wiggel konstant heen en weer tussen gevoelens van dankbaarheid voor hun enorme hartelijkheid, van schuld voor al de last die ik veroorzaak, en van boosheid op mijn surrealistische ziekte.
Nog tijdens het ontbijt kwam Prem netjes uitgedost langs om te vragen of toch echt alles OK was. Na een dikke knuffel ging hij paraat staan voor de inspecteur van de hotelketen die vandaag op bezoek komt om te checken of het eiland de naam van de Chaaya-categorie van de Keells hotelketen waardig is.
Overal zijn schilders bezig om nog kleine, en totaal overbodige, correcties aan te brengen. Hier wordt zelfs geschilderd met een vod bij de hand! Overtollige veegjes worden verwijderd. Ongelofelijk, we hebben het elders ooit heel anders geweten. Ik heb in mijn leven al vele hotels gezien waar er meer verf op het glas hing dan op de raamkozijnen. Hier is dat dus niet het geval.
Na het ontbijt gingen we een verkenningstocht van het eilandje maken.
Tijdens onze wandeling kruisten we Prems inspectietocht en alweer werden we aan een boel mensen voorgesteld. Een ramp voor mij, een mens die geen gezichten kan onthouden. Komt er nog bij dat het personeel haast allemaal mannelijk, klein en fijn is, en meestal door het leven gaat met een voor ons onuitsprekelijke naam. Enfin, de aanspreektitel sir vindt iedereen, van tuinman tot chef, heel prettig. Er gaan hier weer heel veel sirs rondlopen.
Vol trots troonde Prem me mee naar de volière, maar daar waren mijn oren niet zo gelukkig mee. De engineer die ervoor gaat zorgen dat we morgen naar een waterbungalow verhuizen, die een beetje meer oostwaarts gericht is en vroeger op de dag al in de zon baadt, kwam ook gedag zeggen. Ik probeerde een grapje te maken over de ligbedden die stiekum in het holst van de nacht naar ons nieuwe huis zouden gebracht worden. Dom natuurlijk, zo goed is die mens zijn Engels nu ook weer niet, en vol ijver om toch maar goed voor me te doen zou het nooit in zijn hoofd opkomen om iets dat ik zeg niet 100% ernstig te nemen. Dus doe ik de stommiteit en zeg hem : weet ge wat, we zullen morgennacht van die houten bedjes bootjes maken en dan varen we daarmee naar de achterkant van ons huisje en hijsen ze aan koorden naar boven, dan zal zeker niemand van de andere toeristen het merken.
Oh oh. Verkeerd. De man zijn ogen werden groot en angstig. Onmiddellijk begreep ik mijn flater en begon te lachen : Im joking! Its only a joke! Just to laugh! Not serious!! Maar er werd naar mijn wanhoopskreten niet geluisterd, hij was veel te zwaar aan t nadenken over mijn voorstel.
Hij begon me te overtuigen dat het echt niet nodig was er bootjes van te maken, dat het zo ingewikkeld niet hoefde te gaan, dat hij de ligbedjes wel door het personeel over de vlonder zou laten dragen als iedereen sliep. Nogmaals probeerde ik, vanzelfsprekend vruchteloos, de lieve mens te doen begrijpen dat ik maar een grapje gemaakt had.
Meestal is het Paul die zaken nodeloos ingewikkeld maakt door grapjes te maken, maar deze keer was ik dus het slachtoffer van mezelf. Ik moet me de volgende weken goed voor ogen blijven houden dat ik hier in Prems kingdom ben waar elk woord van mij wordt bezien als your wish is my command, want anders ga ik hier totaal onbewust rampen veroorzaken.
Toen we langs het tweede restaurant kwamen zagen we Haris, (Paul had hem gisteren al begroet. De voetbalafspraken waren al gemaakt.) maar nu kreeg ik een warme knuffel. Het doet altijd raar om als vrouw van een moslim toch een goeie vastpak te krijgen. Zo plezant! We zijn dan ook onmiddellijk hun voetbalveldje gaan bekijken en hier groeit op de randen zelfs wat gras, wat in Velidhuu niet het geval was. Het middenplein is natuurlijk weer helemaal kaal gelopen door de cricketspelers. Ook hier is de regeling : 5 dagen voetbal voor het Malediviaans personeel en 2 dagen cricket voor de Sri Lankanen. Zonder hun cricket zouden die gewoon doodgaan denk ik.
Een beetje verderop ontdekten we een klein fijnverzorgd organisch groententuintje. Symbolisch bedoeld, want er groeit amper genoeg om 1 kamer van voedsel te voorzien. Maar het is wel charmant en bovenal een idyllisch rustig plekje. Voor zover we hier al een onrustige plek zouden ontdekt hebben want alles ademt hier stilte. Zelfs de centrale generator is een brave stille. Hebben we ook ooit heel anders geweten.
Het tuintje doet me wat denken aan een kloosterkruidentuin. Ik zag direct mijn Cadfael voor ogen.
Sinds Prem hier, zeven maanden geleden, manager geworden is heeft hij alle paadjes laten omzomen door nieuwe plantjes. Ordelijke rijtjes die afgelijnd zijn door halve kokosnoten. Heel discreet heeft hij hier en daar op verlichtingspalen en op de huisnummersbordjes oranjekleurige toetsjes aangebracht om de steunkleur van de keten zijn werk te laten doen. Niet teveel, juist genoeg. Gelukkig maar, want ik vind dat oranje geen mooie kleur.
De goedkope kamers liggen verspreid onder de laaghangende takken van de palmen vlakbij de strandjes. Ook die lijken perfect in orde en heel gezellig. Ze zijn veel kleiner dan de paalwoningen maar ik zou er evengoed gelukkig mee kunnen zijn. Zeker als ik nog geen hyper-acusis zou hebben. De mensen logeren op enkele voetstappen van het strand en kunnen onmiddellijk met hun snorkelgerief het water in wandelen.
En plots bleken we al terug op ons beginpunt te zijn! We stonden terug aan het paalwoninggedeelte. Op een half uur slenteren hadden we heel het eiland gezien. Om het lekkere eten er af te werken zullen we dus moeten zwemmen want met stappen gaan we het niet halen.
Het is prettig op het terras van onze paalwoning te zitten maar we missen de zon. Desalniettemin was het voor we het beseften tijd om te gaan lunchen. Mijn plan was om op mijn eigen plastic bord wat fruit te gaan halen en dat gezellig op een bedje onder een boom op te gaan smikkelen maar dat was buiten Prem gerekend. Hij zag ons over de vlonder wandelen en schoot direct in gang om iets te organiseren. Hoe meer ik hem hiervan probeerde te weerhouden des te sneller greep hij zijn telefoon om Donald, de restaurantmanager, te bellen. Deze keer zou hij een tafeltje in het grote restaurant reserveren. De schrik sloeg me om het hart. Donald kwam aangesneld en er werd vanalles gepreveld in het Sri Lankaans. Tja, dan kan ik hen niet tegengespreken natuurlijk, zo slim zijn ze wel. Donald schoot op de loop, ik hield hem tegen want ik wou echt wel eerst weten hoe hij geslapen had na de begrafenis van zijn moeder gisteren. Maar er was geen houden aan, hij wou en zou eerst zijn plannen voor ons waarmaken.
De man met de grote roze pelikaan kwam ondertussen aangewandeld en dus moest ik van Prem ook eerst dat dier uitgebreid leren kennen. Het is een prachtbeest! Nog nooit gezien! Aïsha is wel een zéér flink uit de kluiten gewassen pelikaan. Een roze dan nog wel! En lief!!! Ze heeft haar permanente begeleider die haar steeds vergezelt. Wie van wie de baas is, is me nog niet zo heel duidelijk.
Uiteindelijk kwamen we, gelukkig zonder verdere grootse ontmoetingen, aan het grote restaurant aan de andere zijde van het eilandje. Haris kwam onmiddellijk naar ons toe. Ik speurde naar het stilste hoekje van het restaurant maar daar wou Haris niet van weten. Hij wist al van mijn gekke oren, commandeerde ons even te wachten, en toverde een plastic tafeltje uit het niets, plaatste het 10 meter buiten het gebouw in het zand aan de waterkant, en begon het samen met een collega te dekken. De tranen plopten me in mijn ogen van ontroering. Op het tafeltje lag een tafelkleed (de tafels van het zwembad-restaurant zijn van glas, dus die waren behoorlijk pijnlijk voor me) en dat detail maakte me helemaal gelukkig.
Nu moest ik alleen mijn dopjes even in doen om eten te gaan kiezen aan het buffet achteraan in het restaurant. Wat een zaligheid, weg van de drukte, rustig samen te kunnen eten en praten zonder pijn van bestek- of bordengekletter.
Ondertussen had Donald toch even tijd gevonden om bij te praten en toen bleek dat hij ons van vroeger kende. Maar van waar?... Uiteindelijk bleek hij tijdens de Sri Lankaanse burgeroorlog in Habarana gewerkt te hebben en destijds kwamen wij daar ook regelmatig te pas en te onpas aan als we van t leger niet verder naar t noorden mochten rijden. Weeral een oude bekende meer dus. t Wordt hier elk uur meer thuis.
Bij het afruimen van onze tafel kwam Haris ook een babbeltje maken om bij te praten wat er de laatste vier jaren in onze levens gebeurd was, ondertussen nam hij voorzichtig vork voor vork weg. Ik zei hem geen moeite te doen en gewoon alles bijeen te grabbelen, ik stop mijn vingers wel even in mijn oren. Een mens moet het nu ook niet moeilijker maken dan het al is. Ze maken mij al meer dan gelukkig genoeg. Ik zei hem hoe prettig het was om aan deze tafel met tafellaken te eten, dat dat veel makkelijker was dan aan de glazen tafels in het sjieke restaurant. Dat had ik niet mogen doen want het antwoord was : Oh, maar dan zeg ik tegen de mannen daar dat ze op uw tafel ginder ook altijd een tafelkleed leggen! Ik riep alweer direct : Nee, néé, alstublieft, doe nu niet nog meer moeite! Niet doen!!! Waarop hij : Zolang ge hier zijt staat gij onder mijn persoonlijke hoede. Engelbewaarder nummer vier diende zich aan, want Donald was dat even tevoren ook al komen zeggen. En vanmorgen had het hoofd van Housekeeping dat ook al beweerd. Nee! Nummer zes! Want vanmiddag had Prem me aan de Pakistaanse dokter voorgesteld en ook die ging voor me zorgen.
De aartsengel blijft natuurlijk Prem. Die overvleugelt alles. Maar hij is dan ook de grote baas. En tevens de breedste. Gelukkig maar want ge hebt aardig wat plaats nodig om zon groot hart te herbergen.
Na de maaltijd bedankte ik het ganse restaurant-team met een beleefde Indiase wai. Handjes voor de borst gevouwen en een lichte buiging maken. Iedereen heel happy. Zeker toen ondertussen mijn pareo afgleed.... Gesteld dat er ijs was geweest, het zou nu zeker gebroken zijn, iedereen lag in een deuk. Goddank doet het geluid van lachen geen pijn, en ik was vooral blij dat ik deze keer per toeval een badpak onder mijn pareo droeg. Zalig moment. Wel een geluk dat de inspecteur net niet in de buurt was want anders hadden ze buikkramp gekregen van hun lach te willen inhouden.
Op de terugweg wandelden we langs de receptie om een internetkaart te kopen en terwijl Paul heel het computergedoe installeerde zat ik met Andreana te praten. Ze spreekt feilloos Engels. Ze was van mening dat ik op vakantie niet mocht laptoppen, maar moest rusten. Toen ik haar uitlegde dat ik enkel voor mijn plezier schreef - en t plezier van enkele Belgische senioren - vond ze dat prachtig en wou direct mijn blog zien. Ze werd wild van dat mottige cruiseschip van onze Noorwegen-reis. Voor haar was dat een droom, ze nam de overbodige kleurtjes en lichtjes er wel bij.
Geef mij maar het eerlijke zand onder mijn voeten hier, dan die dure tapis-plein op dat schip. Ik heb geen seconde nodig om te kiezen.
Vanmorgen hadden we al naar ons reisbureau gebeld om te vragen of er in maart nog vluchten vrij zijn om al terug naar ons paradijs te komen. Dat bleek het geval te zijn. Dus had ik al aan Prem gevraagd of hij dat zag zitten. Hij werd wild enthousiast. Hij zou wel plaats maken.
Toen we enkele uren later in een van de salons aan de receptie zaten kwam er ineens een donker hoofdje over de reling gepiept : Prem. Hey Lily, which is the exact date you will arrive in March? I dont know, we just called 5 hours ago with our travel agency! Yes yes, but Paul is reading his mail now, maybe he has got an answer yet!? No my dear, hes adjusting the settings of the computer. We dont know anything yet. Het kan hem niet rap genoeg gaan. De schat.
Aangezien van onze voorraad van drie onderwaterfotoapparaatjes er tijdens de vlucht blijkbaar twee de geest gegeven hebben en de derde enigzins gehandicapt is (ondanks het feit dat ze vervoerd werden in de handbagage...), gingen we eens in het duikcenter kijken welke modellen ze hier verhuren. Daar raakten we aan de praat met mensen die die ochtend gaan duiken waren en tussen een school mantaroggen gezwommen hadden. Ze hadden een prachtig filmpje gemaakt. Indrukwekkend die beesten van 4 meter lengte over u heen te zien zwemmen! De duikinstructeur probeerde me over te halen om terug te beginnen duiken want duiken is veel stiller als snorkelen, dat weet ge toch nog?... Jaja, alle argumenten zijn goed. Hoewel ik echt niet graag duik omdat ik het veel te veel gedoe vind, begon het toch wel wat te kriebelen maar ik besloot eerst al eens af te wachten of ik nog wel kan snorkelen met mijn gekke oren. Heeft kabbelend water een frequentie die ik kan verdragen? En wat met het geluid van mijn adem in mijn snorkelpijp?...
Pas tegen vijf uur had ik al mijn moed bij mekaar geraapt om het te proberen. Ik zou het toch ooit te weten moeten komen, dus beter vandaag dan nog tot morgen te wachten.
We pakten heel ons snorkelboeltje bij mekaar en liepen naar een stukje strand waar het rif op amper 10 meter van de waterlijn begon.
Met mijn wateroordoppen rond mijn nek geknoopt stapte ik met mijn vinnen, bril en camera de zee in. Het moment van de waarheid. Waar ik al een jaar lang voor gevreesd had ging ik nu ontdekken.
Het water was lauw en glashelder. Ik zette mijn masker op, trok mijn vinnen aan en zwom weg. Stak mijn kop onder water en het lukte!!! Het geluid van het water deed geen pijn, het stoorde me zelfs niet. Ik was de gelukkigste mens van dit halfrond! Ik kon dus goddank tóch nog tussen mijn stille vissen ronddwarrelen!!
Met ons enig overgebleven werkend onderwaterfotoapparaat maakte ik wat proeffotos. Dat lukte niet zo best want ik had voor ons vertrek nieuwe dubbelzicht-contactlenzen gekocht en ik blijk pas scherp te kunnen zien vanaf een meter. Vroeger kende ik al de knopjes en settings van mijn camera van buiten maar nu het zo lang geleden was dat ik hem gebruikt had was ik de helft vergeten en lezen was er dus niet bij. Ik heb dus een flinke verzameling onscherpe vissen geproduceerd. Zelfs de koralen lijken te bewegen. Ge moet het maar kunnen.
Het enige wat totaal niet lukte was duiken. Van puur geluk dat het snorkelen zo goed vlotte dook ik spontaan naar een iets dieper koraal, op nog geen 3 meter, en het leek of mijn voorhoofd uit mekaar spatte. Ik probeerde nog eens en weer kreeg ik die pijnscheut door mijn kop. Niet plezant en hoogst verontrustend want ik vind het heel moeilijk om gewoon maar wat net onder het wateroppervlak rond te zwemmen. Maar al snel kreeg de blijdschap dat ik tenminste nog oppervlakkig kon snorkelen de overhand. Paul trachtte ook even naar een murene die uit een hol kwam piepen te duiken en ook hij kreeg die pijn. Het zou dus best kunnen dat dat nog een gevolg is van de lange vlucht en dat onze oren nog even moeten bekomen van de verandering van druk. Tenslotte mogen echte duikers de eerste twee dagen na en voor een vlucht ook niet duiken... We zullen wel zien.
Naderhand, aan het zwembad, raakten we in gesprek met een Duits koppel waarvan de man duiker en de vrouw snorkelaar was. Ze bleken ook al alle mogelijke eilanden bezocht te hebben dus we hadden gespreksstof te over. Op mijn duits blijkt in de loop der jaren geen haar gegroeid te zijn maar een heel afro-kapsel. Omdat ik hier tegen iedereen mijn papadam-engels uitkraam (een soort veredeld kindjes-engels) klutste ik zowat alle talen door mekaar. Het duits van Jean Marie Pfaff was er klein bier tegen. Ein kleines Bierchen.
Tegen acht uur werden we verwacht aan het restaurant voor een feestmaal ter ere van onze 21ste huwelijksverjaardag. (Die eigenlijk gisteren was maar dat zou ik echt niet aan gekund hebben). Donald kwam ons al tegemoet gelopen, hij was duidelijk bang dat we onze geheime plek niet zouden terugvinden. Onder de bomen stond een tafel gedekt met Happy Anniversary, foutloos, in zandletters op het rode tafelkleed geschreven. Schitterende attentie alweer.
We kregen een feestmaal geserveerd bestaande uit verse zalm, aspergesoep en jumboprawns in mijn lievelingssaus klaargemaakt. Niets lekkerder dan de grote garnalen zelf te kunnen pellen en lekker in dikke vette looksaus te soppen. Weer al iets dat ge ongestoord zonder bestek kunt eten. Prem kwam vragen of alles in orde was, kwam gezellig bij ons zitten, en belde zijn team dat hij zijn soep en voorgerecht ging overslaan en wat later ging zijn. Ik vond dat hij zijn werk moest doen, zeker nu het inspectieteam hier is, maar hij vond dat hij zijn job net heel goed deed door er op toe te zien dat wij perfect verzorgd werden. Hij had trouwens al gearrangeerd dat we morgen met een bootje naar het haaien-voeren gingen kijken. Niet direct my cup of tea want ik vind dat wilde, en zeker gevaarlijke beesten als haaien, niet hoeven gevoerd te worden, maar kom, zon lief bedoelde attentie kunt ge niet weigeren.
Na een kwartiertje werd hij toch opgeroepen en moest hij met spijt in het hart naar een meeting vertrekken. Ondertussen werden wij maar vettiger en vettiger van de praws in de lookboter. Plots klonk er een onverwacht lawaai en stak ik spontaan mijn vingers in mijn oren. Die gingen er deze keer wel vlot in. En vooral diep.
Het werd een heerlijke avond. Haris zorgde voor ons zonder gerinkel of getinkel en ondertussen namen de twee kameraden de stand van zaken in de voetbalwereld even door. (Paul was door onze late snorkel zelfs hun dagelijkse match vergeten te gaan meespelen... Iets wat hij op Velidhuu trouw elke dag deed.)
Na onze maaltijd installeerden Prem en zijn hele gezelschap inspecteurs zich net aan een grote tafel aan het strand. Ik bracht hem discreet zijn pakje sigaretten dat hij op onze tafel had laten liggen en bedankte nog een keer voor ons feestmaal. Dat had ik weer niet mogen doen want zoals de 10de, of misschien zelfs 20ste keer van deze vakantie, kregen ook deze mensen heel de geschiedenis van onze haast 20-jarige vriendschap te horen. Hoe we alle jaren naar het noorden van Sri Lanka gekomen waren, burgeroorlog of niet, en hoe vaak we tijdens de oorlog helemaal alleen in zijn hotel gezeten hadden, dat we na de tsunami mee een dorpje terug op poten hadden helpen zetten, en dat we zo ongeveer al in alle hotels van de Keells groep verbleven hadden.
De inspecteurs waren onder de indruk van ons palmares, gelukkig was het zo donker dat niemand merkte dat ik ondertussen zo rood als een pioen geworden was. En ik die zo graag low-profile blijf, ver uit de belangstelling, zodat ik zelf alles in volle vrijheid goed kan observeren en er over schrijven, loop hier nu in de kijker door die idiote ziekte en die stomme oordoppen (gebruiksklaar) aan dat koordje rond mijn nek.
Ondertussen deed Prem er nog vlot een schepje bovenop en vertelde ook al dat we in maart terug kwamen en een deel van onze bagage hier gingen achterlaten, wat de inspecteurs een geweldig idee vonden. Ik kan hier misschien best ineens blijven wonen. Er zijn nog genoeg jobkes die ik hier in stilte zou kunnen uitvoeren. Ik zal dat maar niet hardop tegen mijn donkere kameraad zeggen.
Heel vorig jaar had ik niet kunnen indenken dat ik nog ooit zon vakantie zou kunnen meemaken. Ik wist echt wel dat ik hier ging verwend worden, maar dat het deze proporties ging aannemen.... Waar heb ik dit ooit verdiend?...
Ik moest vandaag dikwijls denken aan een van mijn lievelingsliedjes uit de film The Sound of Music, aan de zin : For here you are, standing there, loving me. Whether or not you should. So somewhere in my youth, or childhood, Ive must have done something good.
Toen we terug in onze kamer kwamen hing er een grote vlag boven ons bed met... Happy Anniversary!
Ze zijn toch zo ongelofelijk attent... Mensen gelukkig maken is hun grootste plezier. Zo hoort dat in de hotelbusiness, maar zo is het in de Malediven zeker niet overal het geval. We weten maar al te goed waarom we de laatste jaren alleen nog naar Malediefjes kwamen waar het hotel gerund wordt door Sri Lankanen.
In Colombo, Sri Lanka, moesten we het vliegtuig anderhalf uur verlaten en ik hoopte een plekje in open lucht te vinden om toch eens even rust te hebben en mijn doppen te kunnen uitdoen. Dat was buiten de waard gerekend. De hypermoderne en sjieke luchthaven heeft niet meer al de leuke ontsnappingsgaatjes die haar vroeger zo plezant maakten. Er is hier de laatste twee decenia tijdens de burgeroorlog iets teveel ontploft. De veiligheidsvoorzieningen zijn enorm geworden.
Dus kwamen we bij t uitstappen direct vanuit de slurf in de galmende luchthaven terecht, alweer vol mensen met valiezen op wieltjes, krakende petflessen en rollende banden...
Op toiletten is ook geen rust te vinden want daar is constant watergedruis, deurengeklap en niet te vergeten de griezel-handdrogers. De stilste plek bleek nog het rookhol. Vanzelfsprekend, want iedereen zit daar krampachtig op houten banken aan zijn sigaret te trekken en heeft toch geen tijd om iets te zeggen.
Het is een sjiek rookhol geworden! Met panoramische ramen die uitkijken over de tarmac. Heel wat anders dan hun oude raamloze hol dat het gevoel gaf of we met zijn allen in een koelbox zonder verluchting zaten opgesloten. Maar in die tijd werd er wel meer gebabbeld en gelachen. In de nood kent mijn zijn vrienden, zou men kunnen zeggen.
Vandaag was ik alleszins een groot voorstander van het stilte-paffen. Eindelijk even die doppen uit. Mijn oren voelden stilaan aan of ze verkracht waren. Die dure doppen zijn weliswaar op maat gegoten maar telkens ik lach of iets zeg verschuiven ze en moet ik ze een draai geven om ze weer vast te zetten. Plezant is anders. Geef mij maar mijn zachte siliconen-denneboompjes of de roze schuimpjes van de Decathlon. Maar voor een vliegreis moesten jammergenoeg de zwaarste middelen bovengehaald worden. Het is te zeggen : binnengehaald.
Na een half uur plukte ik de sigaret uit mijn mond, wrong de doppen in mijn oren, en we konden weer helemaal terug naar de gate om te gaan aanschuiven voor de detectoren.
(Pas achteraf bedacht ik : misschien had ik stilte kunnen vinden in de luchthavenmoskee! Moet ik proberen te onthouden voor een volgende keer. Ik wil er me met alle plezier voor in een man verkleden en voorovergebogen op de grond gaan liggen. Als t maar stil is. En met die Arafat-haarband zal ik er waarschijnlijk welkom zijn.)
Onderweg in de gangen zag ik schetsen voor een nieuwe luchthaven in Hambantota, het stadje dat door de tsunami letterlijk van de kaart is geveegd. Daarnaast hing een tekening van een containerhaven die ze daar ook gaan bouwen. De containers die op het plan afgebeeld stonden waren ongeveer even groot als de autootjes, en het cruiseschip dat aangemeerd lag had de lengte van twee containers. Ik hoop dat ze die haven niet volgens deze schets gaan bouwen, anders gaan ze nog vreemd opkijken bij de eerste boot die hun madurodam gaat proberen binnen te varen.
Alhoewel we enkel even in transit geweest waren werden we toch grondig gecontroleerd. Tot en met de schoenen moesten uit. Zelfs mensen die strandslippers droegen. Nou ja, een goeie boetseerder kan waarschijnlijk wel een mooi schoentje uit Semtex kneden, en eens ge ontploft zijt hebt ge toch geen schoenen meer nodig.
(In Zaventem waren ze deze keer veel soepeler. Geen enkele aansteker afgepakt, zelfs mijn lucifers niet of mijn mandarijntjes of mijn lege drinkfles. Misschien komen de gouden jaren nog wel terug dat ik weer mijn hardgekookte eitjes, croissantjes met hesp, tomaten en camembert kan meenemen... Want dat is nu toch al vele reisverhalen geleden dat ik kon vertellen over mijn luxueuze vliegtuigpicknicken terwijl de anderen hun plastic eieren zaten op te knoeften met plasticine broodjes)
Het vertrek werd dan nog uitgesteld doordat er drie mensen met valse documenten aan boord waren proberen te geraken... Ondertussen wist ik nog amper het verschil tussen de buitenkant en de binnenkant van mijn kop. Het werd tijd dat het gedaan was. Na nog een uurtje vliegtuigkabaal kwamen we tot mijn opluchting aan in Male waar de luchthaven nog wel voor een groot deel in open lucht is.
Nog even wat shoppen : een Malediviaanse kaart voor de gsm, extra zwem-oordoppen aan een koordje (die eerst niet voorradig waren in de apotheek, maar waar een of andere neef van de apotheker na vijf minuten toch mee achter me aan kwam gelopen. Tegen een woekerprijsje vanzelfsprekend. Er zijn nog zekerheden in het leven.)
Ondertussen lag Prems boot klaar, onze bagage werd ingeladen, nog twee andere toeristen stapten op, ik liep spontaan naar mijn favoriete plek op een speedboat. Helemaal achteraan. Ik wou me daar net als vroeger neerzetten - blik gericht op de einder - toen het me plots daagde dat dat niet meer kon. Ik moest integendeel zien zo ver mogelijk van de motoren vandaan te geraken. Ik wurmde me tussen wat dozen op een van de voorbanken, en dat bleek een goed idee want eens de boot startte was het geluid van die Boeing eigenlijk nog een pretje geweest...
De boot stampte en knotste over de golven, ik rolde me in een bolletje op de tweepersoonsbank met mijn armen boven mijn hoofd om de schokken tegen de houten boord op te vangen. Een uur en een kwartier lag ik in die verkrampte houding en ik was zo moe dat ik zelfs in slaap sukkelde. Als ze me toen over boord hadden gekieperd hadden de duikers ineens een wrak meer gehad om naar te duiken...
De reden dat ik uit mezelf wakker werd was dat de stevige Duitser langs me heen over de bagage stommelde. Bleek dat we het eiland naderden. Elke verkrampte spier kreeg een stoot adrenaline en al snel stond ook in de verte staren, op de uitkijk of ik onze vriend Prem al kon ontwaren.
De boot naderde en daar verscheen onze maat van tussen de bomen. Van ver herkenbaar, want zoals steeds de allerdonkerste van allemaal, en ook wel de stevigste.
We legden aan, ik krabbelde enthousiast als een puberale krab over al de bagage heen, sprong van boord en rende recht in zijn armen. Het was een heerlijk weerzien. Al de andere supervisors die netjes opgelijnd waren om ons te verwelkomen stonden er een beetje verweesd en verbaasd bij te kijken. Maar first things first. Over een minuutje zouden zij ook hun begroeting krijgen, zij het wel een heel stuk formeler,
maar eerst moest mijne maat zijn uitgebreide knuffel krijgen. Daar had ik al te lang naar uitgekeken.
Zonder deze oude vriend zou er helemaal geen sprake meer geweest zijn om met die hyper-acusis ooit nog op reis te gaan. Maar met Prem als manager van dit eiland weet ik dat ik van niets schrik moet hebben.
Hij stelde ons voor aan de belangrijkste mensen van het 180-koppige personeel. De supervisor van de receptie, van de spa, van nog vanalles... maar dat zal later nog eens allemaal over gedaan moeten worden want mijn kop zat vol, bomvol.
Na een drankje liet hij ons door een Indische receptioniste naar onze paalwoning brengen, zoals we gevraagd hadden, helemaal op het einde van het ovale ponton. Een huisje ver weg van alles. Met enkel zicht op volle zee. Geïsoleerder kan je hier niet wonen.
Er stond een fijne fruitmand klaar zodat we niet genoodzaakt waren naar het restaurant te gaan. We konden lekker op ons terrasje tot rust komen. Het enige dat we misten was de zon. Hier scheen ze wel (in Colombo niet, daar regende het en was het amper 22°), maar ons terras lag noordwest gericht... We zouden hooguit van een uurtje avondzon kunnen genieten. En zoals wij, na deze ellendige winter, naar zon verlangden was dat toch wat karig.
Aan een huisje enkele graden meer naar het oosten gericht stond de hotel-engineer toe te kijken hoe zijn werkvolk aan het schilderen was. We vroegen hem of er misschien aan de zonzijde nog een huisje vrij was. Hij belde naar Prem en die kwam onmiddellijk naar ons toe. Hij zou ons het pas geschilderde huisje kunnen geven vanaf overmorgen, want eerst kwam de supervisor van de hotelgroep er 1 nacht overnachten. Dat vond ik geweldig! Dit huisje lag even geïsoleerd maar wel naar de zonnekant gericht. Prem, die zoals alle Sri Lankanen, niet erg op de zon gesteld is, vroeg ons of we het dan niet te warm zouden hebben, zou schaduw op het terras niet lekker koel zijn? Nee, na deze winter hebben Belgen écht geen heimwee naar schaduw noch koelte. Toen we vertelden dat we net 30 dagen sneeuw achter de rug hadden, begreep hij er al iets meer van.
Hij troonde ons mee naar het restaurant om ons daar aan de verantwoordeljken voor te stellen. Donald, de food and beverage manager werd tot 7 maal bij hem geroepen om toch maar zeker te zijn dat er goed voor ons gezorgd zou worden. Dat er telkens een tafeltje voor ons op een rustige plek buiten zou gezet worden, dat er geen gekletter in mijn buurt mocht gebeuren, dat er steeds vers kokosnotensap voor me zou zijn (mijn lievelingsdrank), maar dan wel geserveerd in glazen en niet in de noot zelf zodat de andere gasten niets zouden merken, er kwam geen eind aan... Keer op keer verzon hij weer iets nieuws waarvan hij wist dat ik hield. Ik kon hem niet stoppen of ik had hem zijn gsm moeten afpakken.
Toen kwam de barman aan de beurt en die werd ook geïnstrueerd dat wij zijn persoonlijke VIPs waren en dat wij recht hadden op alles wat we maar wilden, wij moesten nog all-inner dan all-in behandeld worden. Ik geneerde me dood. Plots bedacht hij dat er s avonds een orkestje aan het zwembad speelde! Die ging hij onmiddellijk elimineren want daar zou ik beslist niet tegen kunnen. Met hand en tand heb ik hem dan uitgelegd dat hij dat zeker niet mocht doen, dat hij aan zijn andere klanten moest denken, en dat ik echtig en techtig wel tegen stille muziek kon. Zo kon ik de muzikanten redden. Hij nam natuurlijk wel onmiddellijk zijn gsm om de order te geven dat ons tafeltje aan de andere zijde van het restaurant zou gezet worden, zo ver mogelijk van de muzikanten vandaan. Ik bleef maar vragen om te stoppen, dat ik me heus wel zou redden, en dat zoals per mail en telefoon al was afgesproken, als het echt niet zou gaan om met mijn gekke kop in het restaurant te eten, ik zelf mijn bordje wel zou vullen aan het buffet en mijn eigen eten in mijn eigen huisje zou opeten. Waarop hij de gevleugelde woorden sprak : No!! The whole hotel will be adjusted to your needs Lily! Ik kon me plots heel goed indenken hoe Lady Diana zich ooit moet gevoeld hebben.
Terug in ons huisje was de rust me heel welkom, maar toch moest ik nog diezelfde dag proberen hoe zwemmen zou klinken. Het water in de lagune is haast rimpeloos en klotst niet, er was ook niemand anders in zee. Heel rustig heb ik 20 verrukkelijke minuten in de het lauwe water gezwommen. Het ging!!! Mijn kop onderwater steken dierf ik nog niet. Van die mogelijke executie wou ik nog een dag uitstel. Na die zwaar belastende reis had ik geen slecht nieuws kunnen verdragen. Ik was trouwens al blij genoeg dat ik nog kon zwemmen! Zelfs mijn zwem-oordopjes uit Male had ik niet hoeven te dragen! En toen brak ook hier, letterlijk en figuurlijk, de zon door.
Donald zorgde s avonds voor een tafeltje op het ponton, zodat we niet onder het dak van het zwembadrestaurant zaten, maar wel dichtbij genoeg om er naar het buffet ons eten te gaan halen. De tafels waren van glas en dat was erg pijnlijk, elk kommetje dat werd neergezet sneed door mijn kop, tot overmaat van ramp begonnen de muzikanten op dat moment ook nog aan hun set. Sommige tonen van de synthesizer schoten als pijlen door mijn kop. Hier zou met doppen gegeten worden. Op het stille eiland klonk mijn kauwen weer als met een bulldozer in een mijngang werken. Nee, dit was het niet.
Prem kwam nogmaals checken of we OK waren, ik knikte met alle overtuiging die ik nog in mijn lijf had : ja, jaa, jaaa!!!, maar hij zag me natuurlijk met mijn dopjes in zitten... Heel resoluut besloot hij het orkest morgen weg te sturen. Met alle overredingskracht in mijn uitgeputte kop hield ik hem van dat idee af. Ik maakte hem wijs dat ik momenteel alleen wat last had van de naweeën van de vlucht en dat ik best tegen muziek tegen kon, dat morgen alles heel anders zou zijn.
Hij bleef er op staan dat ik toch zeker al mijn wensen kenbaar zou maken en dus besloot ik hem er toch nog een te geven waar hij me echt heel veel plezier mee zou doen : een ligbedje op mijn terras (in plaats van de twee rieten stoeltjes) zodat ik thuis wat buiten zou kunnen liggen als alles me wat te druk was geworden. Dat ging in orde komen! Vanzelfsprekend! Maar... het moest wel top-secret gebeuren! Niemand anders mocht het zien, want anders gingen de andere toeristen dat ook vragen. Hij ging dat bij nacht en ontij laten regelen. Ik vroeg hem er alleszins mee te wachten tot we overmorgen in ons zonnehuis zitten want ik wil niet dat ze die supergeheime operatie twee keer moeten doen. Dat vond hij best OK. Oef! Ik mag er niet aan
denken dat ze deze nacht nog met een ligbed zouden komen aanslepen... Hoe goed bedoeld ook.
De lieve Donald kwam na het eten ook nog even vragen hoe het ging en hij beloofde ook al om heel goed voor ons te zorgen want hij is Prem enorm toegenegen.
De arme man was deze ochtend net terug van Sri Lanka gekomen, waar hij gisteren zijn 90-jarige mama had moeten gaan begraven. Zijn eerlijke, openhartige verhaal nestelde zich direct in mijn hart. Hij heeft hier als manager van twee restaurants en twee bars een wel heel belangrijke functie, dus vandaag was hij al terug op post.
Na al die jaren ken ik de Sri Lankaanse ziel al wel een beetje en wist hem toch een beetje te troosten en moed te geven. Mijn visie van het poezenmandje onder mijn hart is evengoed toe te passen op overleden mensen. De band tussen Donald en mij was op enkele minuten tijd gesmeed. Nog voor we terug naar onze paalhut vertrokken hadden we mekaar al een stevige knuffel gegeven.
Het zou hier duidelijk warm worden. Op alle mogelijke manieren.
Maar gaat het warm genoeg zijn om mijn hoofd koel te houden?...
Doodmoe kroop ik rond middernacht in bed, maar was veel te gelukkig om te slapen. Het duurde geen half uur of ik dwaalde hier helemaal alleen onder de stille nachthemel rond. Ik legde me neer op de houten vlonder - water onder me, de eeuwigheid boven me - en alles leek stil te staan. Zelfs mijn kop.
Het moest er eens van komen. Hyperacusis of niet, een mens kan zijn kop niet als een struisvogel in het zand blijven steken. Ge krijgt er een droge mond en een stijve nek van en ge komt geen stap verder. Ooit moet ik het toch onder ogen zien of ik nog lange vliegreizen aan kan of niet, en of snorkelen en onderwater fotograferen nog deel uit maken van mijn leven. Het is ook intriest om, net als ge met de zaak gestopt zijt, en eindelijk de tijd hebt om te gaan reizen, dan vastgeketend te zitten aan zon stomme ziekte. Met een bang hartje vertrok ik.
Echter niet alvorens de vrijdagnamiddag nog een brief in de bus te vinden van het borstkankeronderzoek. Die wisten vrolijk te melden dat de uitslag niet goed was en verder onderzoek gewenst was. Plezant schrijfsel om aan te krijgen als ge niets meer kunt doen omdat het vrijdagavond is en ge de volgende dag moet vertrekken. De inpak-chaos werd er niet kleiner door. En hij was al zo confronterend. Als ge lang geen badpakken en zomerkleedjes meer hebt moeten inpakken dan kunt ge de spullen beter eerst eens passen alvorens ze in de valies te droppen. Teleurstellend hoe een lijf er op zo'n korte tijd zo op achteruit kan gaan als ge een zittend leven zijt beginnen leiden. "Achteruit" is misschien niet de juiste term. "Vooruit. Alle onderdelen, in alle richtingen" drukt de situatie beter uit.
Het belangrijkste was natuurlijk voor goede oorbescherming te zorgen. Doppen bezit ik in alle maten en materialen, maar dat zou wel eens onvoldoende kunnen zijn. Dus besloot ik rubber lappen in een pinnemuts te monteren. Dat zou de schedelgeleiding toch al wat doen afnemen. Met een skimuts naar de zon? Moet kunnen. Uiteindelijk vond ik ook nog een heel breed haarlint in een winkel - jammer genoeg in Yasser Arafat-print - en dat leek me wel een nuttige aankoop. Thuis knipte ik repels van rubber waarvan de achterkant uit vilt bestaat (oud etalagemateriaal. Ik gooi toch nooit iets weg in t kader van De dag nadat ge het weg gedaan hebt, hebt ge t nodig), die ik naargelang de nood enkel kon gebruiken of ze driedubbel vouwen. Ik zorgde er voor dat ze onzichtbaar onder dat lint konden gefoefeld worden zodat ze mijn volledige oorschelpen afdekten.
Eigenlijk was ik eerst van plan geweest om naar een SM-winkel zon strakke rubberen kap te gaan kopen. Maar dat vond ik nu toch niet zo geestig voor mijn medepassagiers. Ge zoudt zelf toch ook niet graag naast iemand zitten waarvan enkel de ogen te zien zijn, en dan nog achter tralietjes, en waarvan de mond achter een ritssluiting schuilgaat?... Dan vind ik mijn onzichtbaar gewapende pinnemuts uit de Andes toch iets sympathieker.
Het was allemaal niet simpel. Ik vertrok ook niet graag. Ik was zo bang dat het vliegtuiglawaai mijn kop nog verder op hol zou doen slaan, en ik vreesde ook het moment van de waarheid waarop zou blijken of ik nog tegen het geluid van de zee zou kunnen of niet. Ooit nog snorkelen of nooit meer?...
Met de moed der wanhoop raakte ik dan toch ingepakt, zij het een uurtje voor het vertrek. Me er terdege van bewust dat ik nog nooit zo slecht voorbereid op reis vertrokken was. Ik zal zeker veel vergeten zijn. Maar in mijn ogen is dat niet echt belangrijk, het kan best zijn dat ik mijn kamer niet uit kan, dus zal ik al blij genoeg zijn met mijn laptop en mijn stapel boeken. Nog nooit zoveel boeken mee op reis genomen.
Een kameraad bracht ons naar Zaventem voor de vlucht naar Male. Een charter met maar 1 tussenlanding in Colombo. Dus in theorie weinig miserie en snel. In de luchthaven was het op een zaterdagavond gewoon doods. Wel niet doods genoeg om er zonder oordoppen door te geraken. En de handdrogers daar... daar zijn nog geen dopjes tegen uitgevonden. Ge kunt uw handen al evengoed gaan drogen voor de motor van een Boeing.
De bescheiden toeslag om in Comfort Class te reizen was zeker zijn geld waard. Niet alleen meer beenruimte, ook goeie zetels, oprecht lekker eten, en voor iedere passagier een draagbaar videospelertje. Maar heb belangrijkste : ge kon uw plaats op voorhand kiezen. Ik had een plek net vóór de vleugel gekozen in de veronderstelling dat dat het stilste gedeelte zou zijn....
Het vliegtuig maakte naar mijn normen een enorm kabaal, zelfs met die rubber band rond mijn hoofd en mijn strafste dopjes in. Een dame die eveneens met tinnitus en hyper-acusis te kampen heeft - die ik onlangs via mijn blog had leren kennen - had me op t laatste nippertje gemaild dat ik aan de stewardess twee potjes met natte watten op de bodem moest vragen en dat dat alleszins al de druk op mijn oren zou verlichten. Ik snapte er niks van maar besloot het toch maar te wagen. De steward wist tot mijn grote verbazing onmiddellijk waar ik het over had en bracht twee plastic bekers met onderin vochtige propjes papier. OK. Maar wat nu?
Heel naïef hield ik de bekers gewoon rechtop naast mijn oren. Maar dat leek me nu toch zó absurd. Hoe zou deze waanzinnige actie ook maar enige invloed kunnen uitoefenen op mijn oren? De mensen op de rij naast mij keken al uiterst vreemd. Ik kon ze geen ongelijk geven. Zit maar in de buurt van iemand die eerst een brede band rond zijn kop doet (dan nog met de zwart-witte Palestijnse print, een terrorist zou er beslist een andere gekozen hebben), daar rubber flappen onder zit te foefelen, en die dan vervolgens met het meest serieuze gezicht twee drinkbekers naast haar kop houdt. Ik zou er persoonlijk ook niet gerust in geweest zijn. Zij het wel dat ik het gewoon een onschadelijke krankzinnige zou gevonden hebben en niet direct een terrorist.
Uiteindelijk ging Paul toch eens vragen wat ik nu eigenlijk geacht werd te doen met die bekers. Toen kwam er licht in de duisternis. De bedoeling was om de bekers met de opening over uw oren te houden!!! Het warme vocht zou de gehoorgang en het trommelvlies soepeler maken, waardoor het oor zich makkelijker zou kunnen aanpassen aan de drukverschillen. Vooral bij het dalen zou dit veel resultaat kunnen opleveren.
Dus daar zat ik, de Yasser Arafat-haarband rond mijn hoofd opzij geschoven met twee plastic bekers over mijn oren. Het mankeerde er nog aan dat ik een antenne op mijn kop zette en nanoe, nanoe begon te brabbelen. Ik heb me al dikwijls belachelijk gevoeld, maar deze situatie mag toch zeker een plaats vooraan in mijn top 10 krijgen.
Alleszins, ik was klaar zoals ik nooit meer klaar zou zijn om aan de volgende 8500 kilometers te beginnen.
De druk speelde me geen parten, het lawaai des te erger. Halverwege had ik even zin om uit te stappen, maar dat gaat natuurlijk moeilijk bij een snelheid van 900 km per uur en op 10.000 meter hoogte. Slapen lukte ook niet door mijn benen die weer een eigen leven begonnen te leiden, dus heb ik maar naar een film op mijn speeldoos gekeken. Het leidde mijn aandacht wat af en was best plezant. Voor de rest heb ik een rustig plekje gezocht om wat turnoefeningen te doen. Goed uit het zicht van de andere passagiers want die zullen ondertussen al wel een ietwat vreemde indruk van me gekregen hebben. Ik stond daar wat te rekken en te strekken tot plots de stewardess kwam zeggen dat ik dat overal mocht doen maar toch liefst niet tegen de deur. Wel wel, dat belooft. Als ik die deur met een simpel duwtje van mijn handen zou openkrijgen dat doet dat toch wel weer iets met uw veiligheidsgevoel. Maar kom, t had weer zijn voordeel, want ik had er een toffe vrouw door leren kennen en o wonder, met doppen en al in, ik kon er een gewoon gesprek mee aanknopen. Ik verstond haar perfect, blijkbaar door mijn schedel, neusgaten en mond. Een zeer surrealistische ervaring. Beendergeleiding is toch echt niet te onderschatten. Andere mensen verstond ik helemaal niet zo duidelijk dus ik denk dat zon stewardess echt gewoon is om luid en verstaanbaar te praten in dat constante geraas van een vliegtuig.
Gelukkig werden de 10 lange uren doorbroken door twee lekkere maaltijden. Weliswaar op te smikkelen met oordoppen in, maar dat kauwgeluid kon er ook nog wel bij, het was toch al totale chaos in mijn bovenkamer. (Trouwens, het geluid van het vliegtuig was zo luid dat het de klank van mijn malende kaken overtrof. Ik zal dus in t vervolg altijd op restaurant moeten gaan in een vliegtuig. Wanneer komt de Gault Millau uit voor luchtvaartmaatschappijen?) Een bijkomend voordeel was dan ook nog het plastic bestek dat lekker stevig bleek. Dat werd dan ook netjes opgepoetst en verdween in mijn handtas. Een mooier kado had ik mezelf niet kunnen geven op dat moment.
Nog nooit heeft een vliegtuigontbijt me zo gesmaakt. Deze keer helemaal geen plastic eierenmoes in een plasje water, maar wel een smakelijk roerei met bruine broodjes. En confituur, speculoospasta, zachte kaas, choco... Ik heb maar liefst vier broodjes naar binnen gewerkt.
Ik ben voor de eerste keer op reis met een handtas. Zon supergeorganiseerd geval met welgeteld 13 vakjes. Het ding stond aan mijn voeten en puilde uit van alles wat ik maar nodig zou kunnen hebben. Gelukkig had ik niets nodig want ik kon er toch niets meer in terugvinden. Geef mij maar Irma. Eén lege buik waar alle rommel in één oogopslag te overzien is. De uitvinder van handtassen met 13 vakken zouden ze moeten verbannen naar een eiland dat volledig uit doolhoven bestaat.
Paul had de kernen uit zijn in-ear-monitor-oordoppen geprutst en die in de mijne gestoken zodat ze nog meer zouden afsluiten. Jammer genoeg hangen aan zijn kernen draden die dienen om in zijn draadloze ontvanger te steken... Mijn eigen oordoppen zijn ook met draden verbonden.Ik liep daar dus op dat vliegtuig rond met een nest draden rond mijn nek,... ik ben er van overtuigd dat ze moeten gedacht hebben dat ik een bionische vrouw was die ergens moest ingeplugd worden om weer op te laden.
Net voor de daling begon kwam een steward me ongevraagd de twee bekertjes gevuld met warme natte servetjes brengen. Ik heb ze dan maar braaf over mijn oren gehouden. Dat kon er ook nog maar bij. Mijn naam was op dat vliegtuig toch al gemaakt.
Ondertussen was het ergens, over een onbekende grens in deze duistere wereld, zondag geworden.
Dankzij jullie lieve reacties onder mijn vorige artikel (dat ik nog thuis geprogrammeerd had) heb ik er weer zin in gekregen om reisverhaaltjes op mijn blog te zetten! Vanaf morgen krijgen jullie een dagelijkse portie.
Ik heb wel geen zin of tijd om ze te stilleren of te herwerken, 't zijn in zekere zin kladjes, maar op deze manier kunnen jullie toch mee op reis.
Dus verwacht je vanaf nu maar aan een schrijfseltje per dag. Nou ja, schrijfseltje... 't Zijn weer flinke brokken aan 't worden.
Tegen het einde van de week krijgen jullie ook een fotoalbum. Als het internet het hier vol houdt ten minste...
Tja, ge leest hier maar weinig maar dat heeft zijn redenen... De poespassers wonen hier en je weet wat dat wil zeggen : Ik ben er even op uit getrokken.
In mijn mutsen zitten dikke lagen rubber ingenaaid, ik heb het hele assortiment oordoppen dat in Europa verkrijgbaar is meegenomen en ben aan een (voor mij) enorm experiment begonnen. Het vroeg wat moed. Ik ben bang. Hoe overleef ik een vliegtuig? Hoe ga ik op het geluid van de zee reageren? Ga ik nog kunnen onderwaterfotograferen?
Een jaar lang stak ik mijn kop in 't zand als de meest paranoïde struisvogel. Ik kreeg gewoon geen lucht meer. En dan al dat zand in mijn neusgaten en die stijve nek! Er moest dus iets gebeuren. Mijn echtgenoot werd het ook stilaan beu om, net nu we op "pensioen" waren, nooit meer een stuk van de wereld te kunnen gaan bekijken. Dus heb ik al mijn moed verzameld... Ik ga de naakte feiten onder ogen zien. 't Kan meevallen, 't kan tegenvallen. Misschien is mijn kop daarna helemaal naar de bliksem, misschien ben ik dolgelukkig dat ik een oplossing heb gevonden om toch te kunnen reizen?...
Voor de oorbescherming tijdens het dalen en opstijgen had ik graag zo'n SM-kap gehad. Rubber isoleert ook de gebeentegeleiding van het geluid. Maar ja, om nu op een vliegtuig te gaan zitten in een zwarte kap met alleen twee ooggaten waar misschien ook nog tralies voorzitten?... Om nog te zwijgen van de ritssluiting voor mijn mond. Geef toe, naast zo iemand zoudt ge toch niet graag in een vliegtuig zitten? Ik heb dan maar gewone mutsen en een heel brede haarband gekocht en de binnenwanden met lagen rubber bekleed. (Jaja, ge zult er later wel foto's van te zien krijgen ;-) )Lekker onzichtbaar. Het enige dat hooguit een beetje raar kan overkomen is dat iemand naar de zon vliegt met een dikke pinnemuts op zijn kop. Tja, ge kunt niet alles hebben.
Nu is het afwachten. Ikzelf zal het al weten, want tegen dat dit bericht verschijnt ben ik al een week weg. Ga ik met onderwaterfotokes thuiskomen? Ik vraag het me af. Ik heb alleszins mijn laptop en veeeeeeeeel boeken ingepakt. En anders amuseer ik me wel met een kiezel die ik vind.
Ik zou het nooit geriskeerd hebben als het niet was dat ik terecht kon op een eilandje waar één van mijn beste Sri Lankaanse vrienden momenteel manager is. Samen hebben we destijds vele watertjes doorzwommen tijdens de burgeroorlog in Sri Lanka, en met zijn vrouw hebben we na de tsunami een landbouwersdorpje mee helpen terug op poten zetten. Misschien herinneren jullie je dat allemaal nog wel. En nu gaat mijn maatje mij eens lekker op een Malediefje in de watten leggen. Letterlijk. Ik moet niet in 't restaurant eten en ik heb mijn plastic borden bij. We zullen wel zien hoe 't loopt. Over een week weten jullie meer... Tot dan blijft het hier nog oorverdovend stil denk ik want ik vrees dat ik daar niet ga kunnen internetten.
Dikke kus aan al diegenen die toch nog altijd de moeite nemen om hier te komen lezen! Enne... tot vlug! Hopelijk met vele zotte foto's ;-)
PS. En héél erg bedankt aan de mensen die voor me bidden, of goede energie sturen, of wat dan ook doen, maar toch aan me denken en voor me duimen!
Op liefde staat geen leeftijd... Serendipity is ongeveer 3 à 4 jaar oud, haar teergeliefde Ming was er 15... Maar nu... Met onze "jeune premier", onze Cadfael..., 7 maanden oud...
Cadfael : "Nom de dieu! Maman nous a vu!!!"
Serendipity : "Vlaams Cadfael, Vlaams..." Cadfael : "Potweurdoemme! Ons ma eeft ons kezien!!!"
Serendipity : "Ja, en dan? Ons ma beseft ook dat "een ouwe bok wel eens een jong geitje lust". Cadfael : "Euh... Bok... Keitje... Keitje is tok chèvre? Oui? Dus... kij ziet uzelf als een keit?"
Serendipity : "Leer nu de "g" toch eens uitspreken jongeske... En nee, natuurlijk zie ik mezelf niet als een geit! Dat is gewoon een spreekwoord. Ik ben in dit geval de bok en gij de geit." Cadfael : "Ik de keit? In 't frans is chèvre toujours femelle. Ierrr in Vlaanderen is de keit de jongen en de bok de meiske alors?"
Serendipity : "Nee, nee... Laat maar zitten Cadfael. We zijn in de taallessen duidelijk nog niet aan de spreekwoorden toe zo te horen..." Cadfael : "Maar t' is ik wil léér de taal!" Serendipity : "Jaja, maar dat gaan we wel doen zonder filosofische gesprekken te houden. Daar zijt ge misschien nog een beetje te jong voor..."
Cadfael : "Mais enfin chérie! Quand je suis prêt pour l'amour, je suis quand même aussi prêt pour la philosophie!!!" Serendipity : "Vlaams schat... Cadfael : "Et is ik klaarrr foorrr de liefde, ik ook klaar foorrr de philosophie." Serendipity : "Ge zijt misschien klaar voor de liefde maar aan uw dictie is toch nog veel werk hoor..."
Cadfael : "L'amour se fait en silence. Mijn lief."
Cadfael is de zaligste "compagnon de route" die ge kunt indenken. Als ik roep dat we op pad gaan, komt hij aangerend, kruipt in zijn rode draagtas, legt zich neer en begint te spinnen. Onderweg hoor ik hem ik niet tot ik aan de deur van mijn kameraad aanbel. Als we langer dan 20 seconden moeten wachten voor de deur open gedaan wordt zet hij zijn sirene aan. Monsieur is er niet van gediend om te moeten wachten. Vanaf de deur open gaat begint hij te spinnen. Eens boven geeft hij zijn nekje om zijn halsband uit te doen en begint zijn begroeting. De rest van de avond plakt hij tegen mijn buik of mijn borst. Spinnend ligt hij te rollen en af en toe valt hij slaperig van mijn schoot. Hij is ondertussen mijn eigen dikke buik aan't ontgroeien. Er valt al eens een bil of een kop af, maar hij raapt zichzelf terug bijeen, nestelt zich weer op mijn kwabben en doezelt verder.
Als het tijd is om naar huis te gaan zeg ik hem dat, dan geeft hij zijn nekje om zijn halsband terug aan te doen, ik zet de draagtas voor zijn neus, hij geeft mijn maat nog een neuzezoen ter afscheid en stapt al spinnend in. Even blij om te komen is hij als om weer naar huis te gaan. Onderweg hoor ik hem niet, tot hij thuis de garagepoort hoort opengaan, dan zet hij zijn sirene terug aan alsof hij de collega's alvast wil verwittigen dat hij er weer aan komt. Eens in de tuin begint hij te spinnen en dartelt hij naar boven. Het is wonder van een kat. Een dik wonder wel.
Zoveel lieve reacties van lezers... Nu moet ik toch een schrijfsel uit mijn duim zuigen. Mijn duim die eigenlijk heel droog staat... Maar kom, ik zal er eens aan wringen, misschien vallen er wat letters uit.
Als ge in een surrealistische wereld terecht gekomen zijt dan gaat er veel op zijn kop staan. Mijn wensen zijn tegenwoordig heel anders dan die van de andere mensen. Dat ondervond ik vannacht weer.
Haast iedereen was de sneeuw kotsbeu. Ik heb zelfs nooit van sneeuw gehouden. Skivakanties?!! Een ware nachtmerrie. De hel. Maar dan een koude. Nee, ik ben een zonnemens. Maar vannacht reed ik door de regen en kwam ik tot een constatie waardoor ge weer gaat denken dat ik gek ben. Nu niet dat dat iets uitmaakt natuurlijk.
Ik merkte dat ik de sneeuw mistte! Ik vond die sneeuwperiode zalig. Ingesneeuwd zitten in witte stilte. Weinig auto's, weinig volk. Sneeuw dempt alles. Zeker autogeluiden. Hierboven op het terras alleen poezensporen in de sneeuw. Restjes van geluidloos getrippel.
Ik die vroeger bang was om in sneeuw te rijden, deed nu niet liever. Ik was helemaal alleen op de baan. Moest wel traag rijden en kon genieten van die prachtige witte bomen naast en boven die witte weg... Een tunnel naar de hemel. (En als ik te rap zou gereden hebben waarschijnlijk nog letterlijk ook.)
Als de sneeuw viel leek het of mijn autoruit geruisloos geaaid werd. Bij regen wordt ze kletterend gegeseld. Net als mijn oren. Die sneeuw was zo knus dat hij warm aanvoelde, ik zat met mijn dekentje op schoot (en zeker niet te vergeten het enige wat aan die lelijke auto écht zalig is : de zetelverwarming op hoogste stand!) als in een cocon.
Als er 's avonds op de radio werd gewaarschuwd dat iedereen binnen moest blijven reed ik (als altijd met Cadfael naast me) toch heel traag, helemaal alleen, op de witte baan door de zwarte nacht, naar mijn maatje om samen wat tv te gaan kijken.
Alleen in die betoverde wereld, in een warme auto, mijn kat en ik... Zalige momenten waren dat. Mijn eigen witte kerst, mijn stille nacht, in slow-motion.