Over filosofie en fotografie Afwisselende teksten over filosofie en fotografie en teksten met een knipoog.
07-12-2005
Sinterklaas een hinderklaas???
Sinterklaas is weer vertrokken. Voor sommige kinderen spijtig, voor de wat strenggelovigen onder hen ook wellicht een opluchting , dat de zak en de roe weer aan hen is voorbijgegaan. Sinterklaas een feest van de contrasterend kleur van de sneeuwitte baard en het dreigende zwart van de Piet. Wit , de symboliek van het goede en zwart van het kwade. De kortzichtigen onder ons die ongevoelig zijn voor de symbolieken , die dit uitbundig kinderfeest omvangen, rangschikken dit kinderachtig onder een vorm van rassendiscriminatie. Zover kom je dan wanneer je door de korte blik niet verder kunt kijken dan je neus lang is. Een vorm van wijsneuzigheid , waartegen geen snotlap bestand is . Nu zijn de meeste ouders wel zo verstandig , dat ze die contrastwerking van die dreigende roe van Klaas en de angstaanjagende zak van Piet om opvoedkundige redenen neutraliseren door te weigeren dat overbekende oude liedje te laten zingen. Sinterklaas en Zwarte Piet zijn nu vooral twee lieve goedzakken; elk kind , stout of niet , krijgt cadeautjes. Zo ook wijst de filosoof Rein Nauta in " Over zonde en zonden " ( 2002 ) op de ontwikkeling in het christelijke geloof. Daar valt ook een toenemende nadruk op het goede en juist niet op het slechte waar te nemen . Sommige theologen wijten de teruggang van het christendom hieraan. In de Middeleeuwen was dat wel anders. Daar hingen zware en zwarte wolken van hel en verdoemenis boven de door angst gespleten hoofden. Men bad zich de blaren op de onafgebroken prevelende lippen. De vingers kronkelden zich langs de gladgesleten kralen van de rozenkrans. Men sloeg zich drie keer in de rondte om toch maar aan de helse vuurhaarden te ontkomen. De kerk dreigde met hel , duivel en verdommenis. Er was geen plaats daar voor zoenen , alleen voor verdoemen. Ja ,ja, dat waren nog eens tijden van het kastijden. Sinds vandaag aan een stuk dat prachtige boek van Jan Siebelink " Knielen op een bed violen " uitgelezen. Hij beschrijft daarin met woorden standen van zaken waar eigenlijk geen woorden voor zijn. De hoofdpersoon Hans gaat door de geraffineerde woordbrallerij van de "oefenaars" met alle goedwillenden om hem heen naar de verdommenis. Dat komt ervan . Weliswaar was er in den beginne het Woord , maar dat was wel van God. Dat , hoe lastig het ook is, vereist luisteren. Waar haalt die hele Santekraam de arrogantie vandaan dat Woord over te nemen. Weg ermee , geen preken want we zijn allemaal leken. Onze door dogma's verstopte oren laten uitspuiten en ons niet meer laten uitbuiten door geestvervuilend gepraat en geblaat. Preek- en biechtstoelen weg, als ze de orgels maar laten staan, die doen er alleen nog toe om naar te luisteren en zo " hoort " het.!! Maup