Over filosofie en fotografie Afwisselende teksten over filosofie en fotografie en teksten met een knipoog.
07-12-2005
Sinterklaas een hinderklaas???
Sinterklaas is weer vertrokken. Voor sommige kinderen spijtig, voor de wat strenggelovigen onder hen ook wellicht een opluchting , dat de zak en de roe weer aan hen is voorbijgegaan. Sinterklaas een feest van de contrasterend kleur van de sneeuwitte baard en het dreigende zwart van de Piet. Wit , de symboliek van het goede en zwart van het kwade. De kortzichtigen onder ons die ongevoelig zijn voor de symbolieken , die dit uitbundig kinderfeest omvangen, rangschikken dit kinderachtig onder een vorm van rassendiscriminatie. Zover kom je dan wanneer je door de korte blik niet verder kunt kijken dan je neus lang is. Een vorm van wijsneuzigheid , waartegen geen snotlap bestand is . Nu zijn de meeste ouders wel zo verstandig , dat ze die contrastwerking van die dreigende roe van Klaas en de angstaanjagende zak van Piet om opvoedkundige redenen neutraliseren door te weigeren dat overbekende oude liedje te laten zingen. Sinterklaas en Zwarte Piet zijn nu vooral twee lieve goedzakken; elk kind , stout of niet , krijgt cadeautjes. Zo ook wijst de filosoof Rein Nauta in " Over zonde en zonden " ( 2002 ) op de ontwikkeling in het christelijke geloof. Daar valt ook een toenemende nadruk op het goede en juist niet op het slechte waar te nemen . Sommige theologen wijten de teruggang van het christendom hieraan. In de Middeleeuwen was dat wel anders. Daar hingen zware en zwarte wolken van hel en verdoemenis boven de door angst gespleten hoofden. Men bad zich de blaren op de onafgebroken prevelende lippen. De vingers kronkelden zich langs de gladgesleten kralen van de rozenkrans. Men sloeg zich drie keer in de rondte om toch maar aan de helse vuurhaarden te ontkomen. De kerk dreigde met hel , duivel en verdommenis. Er was geen plaats daar voor zoenen , alleen voor verdoemen. Ja ,ja, dat waren nog eens tijden van het kastijden. Sinds vandaag aan een stuk dat prachtige boek van Jan Siebelink " Knielen op een bed violen " uitgelezen. Hij beschrijft daarin met woorden standen van zaken waar eigenlijk geen woorden voor zijn. De hoofdpersoon Hans gaat door de geraffineerde woordbrallerij van de "oefenaars" met alle goedwillenden om hem heen naar de verdommenis. Dat komt ervan . Weliswaar was er in den beginne het Woord , maar dat was wel van God. Dat , hoe lastig het ook is, vereist luisteren. Waar haalt die hele Santekraam de arrogantie vandaan dat Woord over te nemen. Weg ermee , geen preken want we zijn allemaal leken. Onze door dogma's verstopte oren laten uitspuiten en ons niet meer laten uitbuiten door geestvervuilend gepraat en geblaat. Preek- en biechtstoelen weg, als ze de orgels maar laten staan, die doen er alleen nog toe om naar te luisteren en zo " hoort " het.!! Maup
Dadelijk hangen ze er weer, de ballen tussenhet prikkelende groen. Vier Euro voor een Piek on top of it. Alles omrangd met glitterend engelenhaar. Voor velen gezelligheid alom . Voor anderen diepe eenzaamheid. X-Mas, al eeuwenlang een denkend zoeken naar die grote onbekende X. De filosofen hebben al hun rationele trouvailles hierop losgelaten o.a. te beginnen bij Anselmus ( 1033 - 1109 ) met zijn scherpgeslepen maar niet totaal dekkend godsbewijs. Natuurlijk gevolgd met nog betere argumenten en daarop weer tegen-argumenten zoals onder meer te lezen valt bij Thomas van Aquino, Descartes, Hume Hobbes, en nog velen meer. We komen dan tenslotte uit bij Lewis( 1898 - 1963 ) , hoogleraar Engelse literatuur en filosoof. Hij was weer bevriend met Tolkien ( 1892 - 1973 ), de bekende schrijver van In de ban van de ring beiden overtuigend Christen, maar Lewis moest lang filosoferen voordat hij tot de Anglicaanse Kerk toetrad. Hij werd doortoe gebracht door het inzicht , dat zoeken naar kennis alléén volstrekt leeg is. Je kunt nooit, zo redeneerde, hij tot doorzicht komen, want wie alles doorziet , ziet niets Tolkien , zijn hele leven katholiek, vond het helemaal niets om met argumenten aan te komen in zake het geloof. Hij hield zich verre van die filosofische scherpslijperij. Wie alles doorziet,ziet juist niets verwees voor Tolkien dan wel naar God, maar alleen als goddelijk kader waarbinnen je met anderen in vertrouwen kunt communiceren. Dit kader komt dan aardig in de buurt van Cassirer ( 1874 - 1945 ) , de filosoof van de symbolische vormen. Volgens zijn gedachten leven wij mensen ingevlochten in een web van symbolen van taal, mythen, kunst, religie, wetenschap en geschiedenis. Alleen door die symbolische vormen kunnen wij met elkaar van gedachten ( symbolen) wisselen. Wij kunnen elkaar niet aanspreken op de rede , want die schiet altijd te kort voor de voornoemde domeinen. Die hooggeprezen rede wordt overgewaardeerd voor de vormen van de menselijke cultuur om die in zijn volheid en veelvuldigheid te omvatten. De mens is in zijn visie meer een animal symbolicum dan een animal rationale. Zo worden de kerstdagen doorwaaid met symbolische windvlagen, die niet, door welke rationele weer-centra dan ook, kunnen worden getraceerd. Maup
"Alles stroomt" , zo zou Heraclitus volgensPlatogezegd hebben. Maar deze uitdrukking ( pántha rhei ) is nergens bij Heraclitus te vinden en geeft bovendien een eenzijdig beeld van zijn filosofie . Hij heeft zich echter wel intensief beziggehouden met het begrip Logos , dat bij hem een wetmatigheid onder tegengestelden inhoudt. De hele kosmos , zo redeneerde hij , is doordrongen van tegengestelden, zoals vrede en oorlog, dag en nacht , licht en donker , leven en dood.. Wij zijn geneigd deze tegengestelden als zich twee uitsluitende gegevens te beschouwen. Zo niet Heraclitus . Zij vullen elkaar juist aan, ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. In het licht bijv. is het donker reeds latent (verborgen) aanwezig en het licht zal dan noodzakelijkerwijze omslaan in het donker. Geen licht zonder donker, geen leven zonder dood, geen dag zonder nacht. De logos van Heraclitus wil nu juist zeggen, dat de ogenschijnlijk onverenigbare tegenpolen juist met elkaar in balans zijn. Conclusie: het streven naar een voortdurende "Vrede op Aarde" zal hier en nu nooit gerealiseerd kunnen worden. Maar ook geldt dat voor oorlog, hoewel het alle schijn heeft...van niet. Wij wachten op antwoord , Heraclitus, nu het weer tegen de Kerst loopt.!!!! Hoe zit het met die balans???
Het nederlandse stoel en het Engelse stool hebben verschillende betekenissen. Een belangrijk kenmerk van stoel is dat hij een rugleuning heeft. In het Engels betekent stool " kruk " - zonder reugleuning dus. In het Oudengels ( van voor de Normandische verovering in de 11de eeuw ) betekende stõl wel degelijk hetzelfde als stoel. Maar toen de Normandiërs hun gezag over de Engelsen hadden gevestigd werd hun chair ( het huidige chaise ) gebruikt voor het deftigere zitmeubel met rug. Het Oudengelse woord werd gedegradeerd tot het " gewone " krukje voor het volk. Andere oude woorden ondergingen hetzelfde lot. Een house is vrij gewoon, maar een mansion ( van het franse woord maison ) is groter en indrukwekkender; in vergelijking met een eenvoudige hut is een cottage ook hel wat; een home wordt een residence voor de makelaar en domicile voor de notaris; een city is belangrijker dan een town; people wonen in een stad, countryfolk op het platteland. Dit soort standsverschillen vind je ook in werkwoorden, waarbij het Franse woord altijd iets formeler , geleerder of afstandelijker is; vgl. begin/commence, hide/conceal, feed/nourish, get/obtain en ask/request. En een cordial reception klinkt een stuk koeler dan een hearty welcome.
Utilisme is o.a een stroming in de filosofie die zich met "Geluk" bezig houdt. John Stuart Mill (1806- 1879 ) is een van de bekende filosofische gelukzoekers. In zijn boek " Utilitarianism" verdedigt hij in navolging van zijn vader James Mill en Jeremy Bentham, dat iedereen de plicht heeft om te streven naar zoveel mogelijk geluk voor zo veel mogelijk mensen. Welnu , dat is op niets uitgelopen. Al vroeg raakte hij in een depressie . Hij besefte dat de strenge aanpak van zijn vader en John Bentham van het geluksprobleem een hopeloze zaak was. Deze beide utilisten stelden geluk gelijk aan het ervaren van genot of plezier en het vermijden van pijn. Nu kun je dit wel voorstellen voor de pijn, maar wie bepaalt en hoe bepaal je een andermans plezier en genot.? Dit is een individuele aangelegenheid en valt slecht te veralgemeniseren.Daar zitten grote problemen aan vast. In zijn denken over geluk maakt John Stuart Mill o.a. een onderscheid tussen een hogere vorm en een lagere vorm van geluk. De hogere vorm omvat dan culturele geneugten zoals het genieten van kunsten en wetenschappen. De lagere ligt dan meer op het vlak van het bevredigen van driften , zoals sex, lekker eten en drinken. Maar dit wordt een complexe toestand . Hoe kun je een rechtvaardiging vinden voor deze tweedeling. Ik denk dat je dichter bij een oplossing komt van wat geluk is door o.a te stellen dat een teveel streven naar geluk je juist daardoor het geluk niet vindt. Door altijd maar te willen eten drinken en sexen, gedichten lezen en geforceerd cultureel te willen doen, dat komt op den duur allemaal je neus uit. Zo geniet een wijnkenner niet echt van wijn, maar is hij slechts bezig met een kritische beoordeling ervan. Af en toe heeft hij geluk en lijkt hij de volmaakte wijn te treffen. Ik denk dan dat dit in een schrille tegenstelling staat tot de spontane levensgenieter die volmaakt gelukkig is met een huiswijntje van Albert Heijn. Een kritisch mens ( de wijnkenner) is tragisch omdat hij niet spontaan gelukkig kan zijn. Het doelbewust streven naar geluk heeft een tegenovergesteld effect en dat is een vorm van tragiek, die zo treffend kort en krachtig in de uitdrukking wordt getypeerd: " Het hebben van de zaak ishet einde van het vermaak!!" Geluk kan nooit het resultaat zijn van een rationeel streven , maar geluk moet ook een gevoel zijn dat niet rationeel te beheersen en te berekenen is en dat overkomt je maar voor even, dat zijn de momenten van geluk, geluksmomenten. En daarna , hupsakee dan is het weer weg.!! We wensen elkaar straks allemaal gelukkig Nieuwjaar , maar dat lukt nooit voor een heel jaar, zelfs niet voor een dag. Wel voor eventjes, maar dan nog moet je geluk hebben.
Vrijdag , 25 november de computerbeurs bezocht. Al in de traverse van het Centraal Station Utrecht richting, jaarbeurshallen, één grote aaneengesloten stroom van beursgangers. Geboeid door de aanblik van de jongere computernerts werd je tegen wil en dank richting het digitale Walhalla gestuwd. Vooral deze categorie bezoekers vertonen met het bekende rugzakje , de vaak gewrongde haardos en de veerkrachtige gegympte tred een aanstekelijk drive . Ik mondde uit in een overvolle hal, waar het even via enkele info-desks moeilijk zoeken was waar tickets gekocht konden worden. Maar daarna kon het feest beginnen. Eenmaal binnen werd ik door charmante dames met de bekende geprogrammeerde glimlach voorzien van een plastic buidel met onderin een startprogramma bestaande uit een ballpen en enkele smaakmakende folders. De hel brak nu echt los. De commercie had goed nagedacht over de looproute, want ik , of je wilde of niet werd eerst met de bovenomschreven doelgroep , door de met decibellen, flashlichten , flitsende projectieschermen en monitoren overgevulde Hades geleid. Links van mij waren zgn. Video Game Loungers geïnstalleerd. Dat zijn een soort computergestuurde luchtbedden, die je uitgestrekte lichaam gerieflijk naar gewicht en lengte opvangen. Kamerbreed kun je daarna met de gereedliggende Joy-Stick kiezen uit een breed aanbod van games door de juise keuzeknop te drukken. Al naar gelang de keuze vliegen de geprojecteerde vliegtuigen, racewagens, voeballers over een grote Leinwand aan je strakgespannen blikken voorbij. Dat alles aangestuurd om door met spastische bewegingen van de op de onderbuik geplaatste yoy -sticks de race , de wedstrijd of de spectaculaire vlucht liggend tot een zegenrijk einde te brengen. Ook indrukwekkend was te zien hoe een jongeling op electronisch-gestuurde stelten met sprongen van zon anderhalve meter als een kangoeroe door de zalen hopte. Zelfs de stelten waren in de vorm van de achterpoten van de Australische springers gegoten.
Na dit alles gehoord, gezien en doorvoeld te hebben naar de afdeling waarvoor ik gekomen was: de fotografie. En ja, dat was echt het Walhalla. Daar loopt het water van zowel de hobby- als de professionele fotograaf uit je ogen en je oren tegelijk. Daar merk je pas echt goed wat er op het gebied allemaal door die geweldige techniek mogelijk wordt. Uren gekeken bij de portret foto-grafie-show van Nikon. Hier onder de boeiende instructie van een beroepsfotograaf kunnen bewonderen hoe een prachtig body-gepaint model door hem grafisch werd belicht en genomen. Na een uur werken sloot hij zijn portret-sessie geruststellend en aanmoedigend af met de mededeling, dat juist door de digitale fotografie iedereen een fantastische foto maken kan. Dat is nu juist het fascinerende van dit soort fotografie. Bij sommige mensen draait het om ervaring en talent, maar voor de meeste van ons is het puur geluk. Het was of ik de Duitse filosoof , essayist en kunstsocioloog Walter Bejamin ( 1892 1949 ) hoorde . Volgens hem is de kunst in de negentiende eeuw wezenlijk veranderd door de ontdekking van de fotografie en de film, omdat daarmee de technische reproductie van kunst een nieuw stadium heeft bereikt: de technische reproductie van weleer, door o.a. gieten, stempelen, etsen en de lithografie, is nl. nu geen handenarbeid meer , maar het werk van apparaten geworden. Tot slot , kunst was vroeger ontoegankelijk, zij was een verte , hoe nabij zij ook was De mystieke en rituele cultuswaarde heeft nu plaats moeten maken voor de tentoonstellingswaarde. Ons door de de nieuwe media technieken opgevoerde anticipatoire vermogen stelt ons in staat met de snelheid van het moderne leven om te gaan. Deze schokkende bewustwording is het kenmerk van de moderne sensatie.
Ik liep daarna, onder de indruk , maar toch ook wel met geschokte gevoelens , langs de op de Video Game Loungers spastisch bewegende lichamen ( kon daarbij nog net even de dans van de vrolijke hoppende kangoeroe ontspringen) , richting uitgang, een boeiend spetakel achter mij latend.
Volgens het laatste nieuws gaan we nu allemaal aan de rol met het zwarte toiletpapier. Ik moest vanmorgen , nadat ik dit " wereldnieuws " via het TV-programma " Goeden morgen Nederland" tot mij had genomen meteen naar de WC, om direct aan mijn gemengde gevoelens "uitdrukking" te geven. Daarna , wellicht voor de laatste keer, met het zo onschuldige maagdelijk wit een streep gehaald door het lange verleden van deze vertrouwde reinigingsceremonie. We gaan nu een zwarte toekomst tegemoet. Het is dus nog erger , zo dacht ik, denkend aan de oneliner van Marshall MCLuhan ( 1911-1980 ) in The medium is theMessage ( het Medium is de Boodschap) uit 1967, waar hij stelt , dat de vorm waarin een boodschap wordt gebracht een groter effect op de maatschappij heeft dan de inhoud . Dit geldt dus nu ook al voor de Grote Boodschap !!?? Ik kan er nu bepaald niet echt bij op mijn gemak gaan zitten.!!
In de bekende TV-serie " Dad's Army " vroeg de stokoude Private Godfrey steeds: " Can I spend a penny? " Deze vraag duidde op een typisch " oudemannenprobleem ". Hij moest namelijk steeds naar de wc. Deze uitdrukking is een eufemisme en vindt zijn oorsprong in de openbare toiletten van Engeland. In 1855 werden deze voor een bedrag van een penny toegankelijk gemaakt.Deze prijs is zo'n honderd jaar niet verhoogd.! Er zijn vele eufemismen in het Engels voor de hoognodige toiletgang zoals:
going to the bathroom going to answer the call of nature going to powder your nose going to the little boys'room / little girls' room going to see a man about a dog
Wat plattere uitdrukkinge (voornamelijk door mannen gebruikt ) zijn:
Weer eens boodschappen gedaan in de supermarkt. Daar lagen ze dan weer, ik bedoel de zaaddragende komkommers. Overdreven prophylactisch gesealed als kataleptisch geërecteerde phallussen keurig opgerijd schaamteloos onnatuurlijk te zijn. Het wordt nog opwindender wanneer je je vervoegt bij de winterpenen. Hier krijg je het gevoel in een sex-shop te zijn. Altijd beweeg ik me dan met een zekere gêne richting kassa, waar een charmante cassière gereed zit mijn boodschappen in ontvangst te nemen. Ik betrap me er dan op, dat ik de komkommers en penen als laatste de revue laat passeren. Met een routineus gebaar laat zij deze dan over de erotisch piepende streepjes decoder glijden, waarna ik dan met mijn pin-pas kan betalen. Deze handeling wordt vaak , wegens mijn door de zenuwen gegenereerde onhandigheid, met een fluweel zachtgevooisde stem als van een regelrechte pin-up girl begeleidend gecorrigeerd met : Andere kant , meneer en dan deze zijde boven.Zo werkt het niet! Ik spoed mij dan van penisnijd vervuld met gezwinde , maar oprechte pas huiswaarts om deze obsceniteiten met een scherp aardappel mesje meteen te besnijden en te castreren tegelijk. Ik kom dan pas weer tot rust , als ze op juiste schaalgrootte mijn smakeleijk salade versieren om ze dan op de avonddis af te serveren.
Waar is de tijd gebleven, waarin de ongedekte vruchten open en bloot voor het grijpen lagen? Zo ook bij de vacuüm getrokken koffie pakken. Thuis gekomen moet je als huis tuin en keuken gynaecoloog eerst de ontsluitingsweeën opwekken en met een scherp mesje een paar incisies aan brengen om daarna via een totaal-ruptuur de bruine boorling in de koffie pot te doen belanden. Gelukkig is er dan eindelijk daarna tijd voor het hoognodige bakkie troost.
Laatst waren een paar slimme dames in de media overduidelijk aanwezig een potten opener te presenteren. Zij hadden nl. een gat in de seniorenmarkt ontdekt. Velen, van deze oudstrijders , zo wisten zij te vertellen, moeten na hun verwoede pogingen om de onder druk aangebrachte deksel er af te krijgen, linea recta naar de fysiotherapeut om hun ontwrichte polsen te laten behandelen. Met dit apparaatje zou er dan aan deze ontwrichting een einde gekomen zijn. Kassa!!
Mensen , mensen, laten die natuurrakkers , die het altijd maar weer over die co2 uitstoot hebben, nu eindelijk eens een opstoot geven aan een actie tegen de aanstoot van deze dure milieu- en leefbelastende verlakking van de verpakking.
In mijn artikel over Einstein schreef ik dat ik nog al moeite had met zijn gedachte dat alles door natuurwetten vastligt. Ik ben daarna eens op internet aan het zoeken gegaan , om toch eens te kijken hoe dat zit met onze vrije wil. Want , zoals ik dacht , kom je daardoor in ethische problemen , zoals: Stel , dat een serie-moordenaar gepredestineerd is tot het doen van 10 moorden. Hij begaat slechts één moord, dan zouden we hem min of meer dankbaar moeten zijn , dat hij de resterende 9 niet gepleegd heeft. Dat kan niemand toch ethisch serieus nemen. Ook mij zat dat behoorlijk dwars. Bij mijn Queeste ( zoektocht) kwam ik terecht bij een discussie over dit zeer ingewikkelde probleem tussen de Gentse professor in ruste Etienne Vermeersch en een lezer met de naam Pascal. Op basis van de moeilijke inhoud van deze discussie kwam ik tenslotte tot de conclusie, dat de vrije wil heen en weer stuitert tussen wat fysiek bepaald is en wat er rationeel minder bepaald is en tussen deze twee vinden er dan innerlijke afwegingen plaats volgens een zeer complex proces. Ik kan het daarom wel vinden in de gangbare uitspraak dat het een mix is tussen de gedetermineerde aard van een persoon en de niet gedetermineerdheid van de leefomgeving , waarin hij is opgegroeid. Korter gezegd: het is een mixture tussen Nature en Nurture Afin, u kunt de discussie zelf via de onderaan gegeven link zelf lezen, maar als u het te zwaar vindt dan bent Uom reden van het bovengestelde volkomen vrij om het niet te doen.!!
Omdat het dit jaar100 jaar geleden is , dat Einstein met zijn revolutionare theorie van de relativiteit in de wereld van de natuurkunde geweldig opzien baarde, werden er 6 uitstekende lezingen gegeven door Studium Generale in het Academie gebouw van de Universiteit van Utrecht.
Dat was smullen van een nu niet bepaald lichte kost. Je komt in een wereld terecht , die je hopeloos aan het denken zet . Tijd , ruimte licht , heelal, bigbangs en nog veel meer vliegen om je oren en ogen. Al hetgeen in voorafgaande tijden op het gebied van de natuurkunde tot gangbare feiten golden, werden door Einstein onder zware twijfeldruk gezet. Zoals vaak bij revolutionaire verschijnselen, dat deze met grote scepsis door de gevestigde denkorde worden ontvangen, zo ook met de relativiteits theorie van Einstein. Alleen al de conclusie dat de begrippen Tijd en Ruimte stoffelijke verschijnselen zijn kwam als een bom terecht in de wetenschappelijke wereld. Geen materie , dan ook geen tijd en ruimte.,zo eenvoudig is dat. Want Einstein was iemand , die ervan overtuigd was, dat de wereld wel onkenbaar , maar niet ondenkbaar was. Ja , en dat was zijn genialiteit, door zijn geweldige intuitieve denkkracht wist hij die onkenbare wereld toch op een zeer imposante wijze meer kenbaar te maken, al ging dat soms met de moed der wanhoop. Maar een wanhoop, waarbij de hoop voorop stond. Een bekende uitdrukking van hem was: Der Gott ist wohl raffiniert, aber boshaft ist er nicht. Toen het maar niet wilde lukken met zijn ingewikkelde velden- theorie, verzuchtte hij eens: ... vielleicht ist er doch eein bisschen boshaft . Als herinnering aan deze mentale Titanenstrijd is dit nog te lezen in de grote hal van de universiteit van Princeton, waar hij het grootste deel van zijn wetenschapsleven heeft vertoefd. Toen hem eens gevraagd werd door een belangstellende naar de relativiteits theorie gaf hij het volgende badinerende antwoord.: Heel eenvoudig, als jij je hand voor een minuut in een brandende kachel steekt, dan duurt die ene minuut wel een uur. Wanneer je echter een uur naast een beeldschone dame zit, dan duurt dat uur slechts een minuut. Zo werd ook de beweging gerelativeerd. Aristoteles had ook al problemen met de beweging. Van zwaartekracht had hij nog nooit gehoord. Daarom legde hij de bewegingsoorzaak bij een punt waarop elk object naar zijn oorsprong toe bewoog en zo kwam hij dan in de laatste fase op de constructie uit van de anomalie van de Onbewogen Beweger..Hiervan kan ik me alleen een voorstelling maken als ik bijv in de trein met een vaartje van 120 km door het landschap rijd. T.o.v. de trein zelf beweeg ik niet en zit ik onbewogen de Spits te lezen, maar als ik naar buiten kijk raas ik met een rotgang langs de bomen en palen etc. Zo ook met de tijd . En dit wordt dan nog erger wanneer ik me met de snelheid van het licht bijv. in een raket zou kunnen voortbewegen, wat er dan al niet met mij zelf t.o.v. een waarnemer hier op aarde allemaal gebeurt. Toch was Einstein, en dat vind ik een heel moeilijk punt , een rasechte determinist. Evenals Spinoza , die hij zeer bewonderde op dit punt, lagen de natuurwetten voor hem vast. Daar viel niet aan te tornen. Alles was voorbestemd en ondanks ons morrelen gaat het in het leven zoals het gaat. En daar kwam de geniale Deense fysicus Bohr tegen in t geweer. Bohr was een geniale exponent van de quantummechanica . Het wetenschappelijke conflict met Einstein in de zgn. nacht van Kopenhagen draaide om het twist punt van de samenstelling van het licht . Einstein kwam uit na zijn denk-exerecities, dat het licht een deeltjes/discreet karakter had. Bohr echter stelde dat afhankelijk van welk standpunt je innam, het licht of een deeltjes -, of een golfkarakter had. Deeltje en golf vulden elkaar aan ( theorie van de complimentariteit) , maar ze sluiten elkaar wel uit. Einstein was echter de mening toegedaan, dat het een fusie was tussen die twee aspekten van het licht. Want zo zei hij God dobbelt niet . Einstein had daarvoor zelfs een gedachten experiment bedacht dat bekend staat onder de naam van de EPR-paradox.( Einstein- Podolski Rosen experiment) van 1935. Dertig jaar later vernietigt Bell dit met een geniale mokerslag. Het wordt nog erger wanneer een jongere generatie van natuurkundigen( de zgn.knapen -fysici ) aantreden., zoals Greenberger, Horne en Zeilinger. Zij gaan niet van twee deeltjes , maar drie deeltjes uit. Zij komen daarmee uit op een tegenspraak en heeft Einstein toch ongelijk. Kortom , de stand van zaken omtrent deze kwestie is nog lang niet tot een beslissende eind gekomen. James Jeans zegt bijv. voorzichtig en tastend : Men is het tegenwoordig er in belangrijke mate over eens , dat de stroom van de kennis ons naar een niet mechanische werkelijkheid leidt; het heelal begint er meer als één grote gedachte uit te zien dan als een grote machine.
Atomen bestaan uit deeltjes , die niet uit een of andere stof gevormd zijn. Als we ze waarnemen, zien we nooit een substantie , we nemen namelijk dynamische patronen waar, die voortdurend overgaan in elkaar- het is een voortdurende dans van energie ! Er is één grootse dans zonder dansers, één grote activiteit zonder acteurs.
Steeds meer Engelse woorden dringen vooral het Nederlands binnen. Hierbij volgen een paar Acronymen, dat zijn woorden gevormd uit de beginletters van een uitdrukking of lang woord :
Yuppy : Young Upwardly mobile Proffesional. Dinky : Double Income No Kids Yet Thinker: Two Healthy Incomes No Kids Early Retirement.
Woofies: Well Off Over Fifties ( bij 50 jaar je schaapjes op het droge hebben )
De rechterlijke macht , de regering , de wetenschap , dokters en specialisten, ze hebben alemaal hun eigen werkelijkheid. Je realiseert je dat wanneer je er onverhoopt mee in aanraking komt. Regelmatig wordt er bijv . gesproken van de kloof tussen de regering en The man in the street . Maar niet alleen daarbij, maar ook heel duidelijk is dat het geval bij de rechterlijke macht. Hier spreekt men zelfs van een de jura ( de rechtspraak en alles wat daaronder valt ) en de facto ( alles wat feitelijk in de maatschappij aan de hand is). De taal alleen al , waarin de jurisprudentie zich hult is van een hoog cryptisch gehalte, of , gewoner gezegd, ik begrijp er geen donder van.. Erger nog, het maakt me woedend. Zo ook bij de notaris, je betaalt dikke bedragen voor een akte, waar ik weinig chocola van kan maken.
Zo ook heeft de paus ex cathedra mooi praten tegen hen die ex catheter lijden.. Een rijk bisschoppelijk bezegelde hand uitsteken naar een arm onthande en kale hand zijn twee volstrekte aan elkaar tegengestelde werkelijkheden.
Echter komt die tweedeling niet alleen voor bij instituties in het publieke domein , maar ook op het persoonlijke vlak.
Daar doen zich ook nogal merkwaardige zaken voor . In 1997 vroeg de Franse filosoof Michel Foucault zich af in zijn werkOn the genealogy of Ethics Waarom zou niet iedereen een kunstwerk van zijn leven kunnen maken? De filosofen hebben zich daarna veelvuldig over die vraag gebogen en in de afgelopen jaren heeft de filosofie van de levenskunst een hoge vlucht genomen. In de lange geschiedenis van de filosofie trouwens , is de levenskunst steeds een onderwerp van het denken geweest. Maar of ooit een fifosoof erin geslaagd is van zijn leven een kunstwerk te maken?. Kan filosofie gelukkig maken? Na een tijdje gevang stond de gifbeker voor Socrates klaar. Seneca sneed zich op bevel van Nero zijn beide polsen door. Rousseau was een extreem diep ongelukkig mens , en Schopenhauer , daar word je nu ook niet bijzonder vrolijk van. Nietzsche werd krankzinnig en de suicidale Wittgenstein was blij toen hij eindelijk doodging aan kanker. En Foucault zelf , die als de vader van de moderne levenskunst gold, ging als promiscue homoseksueel dood aan de aids. Denken over levenskunst is één, kunst om te leven is twéé. Dit alles overziend en gedacht hebbende zet ik dan ook grote vraagtekens achter de filosofische stroming , die met Epicurus al ( 341- 270 v. Chr.) als het hedonisme bekend staat. Het Griekse woord voor lust is hedone . Het hedonisme van onze tijd kenmerkt zich door een soort blinde genotzucht. Maar dit is niet wat Epicurius bedoelde . Hij bedoelde het zo: De rede ( verstand ) moet je namelijk leiden bij het genieten van lust, want de rede weet dat het eigenlijke geluk ligt in de zogenaamde ataraxia. Ataraxia nu wil niets anders zeggen dan matigheid en ascese ( à la de Stoa en de Cynici). Voor hem was bijv. het genieten van lust het drinken van koel , helder water na uren lopen in de brandende zon uit een koel bergstroompje.
Ik ga zo dadelijk aan de maaltijd en drink er smuilend en smullend op Epicurius een heerlijk koel droog wit wijntje bij. !! . En dan nog een, en nog een, en nog een want ik geloof er geen barst van!